Afsprakennota en jaarverslag 2011. WinAr & Agentschap Onroerend Erfgoed



Vergelijkbare documenten
Een Intergemeentelijke Archeologische Dienst in jouw gemeente.

Een Intergemeentelijke Archeologische Dienst in jouw gemeente

Afsprakennota en jaarverslag WinAr & agentschap Onroerend Erfgoed

Jaarverslag WinAr 2010

Aanduiding ankerplaatsen - erfgoedlandschappen. Wetgeving: procedure en gevolgen

INFOSESSIE ARCHEOLOGIETRAJECT...

Contactgegevens Marc Brion

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Omschrijving: een hoogtenederzetting uit de ijzertijd op de Kesselberg, Koningsstraat zonder nummer

Bijlage 1: Enkele woorden uitleg bij het reglement

Welke procedure volgt een archeologisch onderzoek bij vergunningsaanvragen? Verduidelijking van de overgangsperiode.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

nr. 33 van TINNE ROMBOUTS datum: 12 oktober 2016 aan GEERT BOURGEOIS Stedenbouwkundige vergunningsaanvragen - Archeologienota's

Bouwen van een magazijn en regularisatie van parkeerplaatsen aan de Drijhoek 44 te Rijkevorsel. Programma van Maatregelen

ARCHEOLOGIENOTA. ROESELARE HONZEBROEKSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

Een archeoloog op het gemeentehuis

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Programma van maatregelen: Sint-Kwintens-Lennik (Lennik) Veldstraat

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Over ijzertijdboeren en middeleeuwse. erven in het Demerbroek te Rotselaar- Hellicht

Archeologie als risico?

ARCHEOLOGIENOTA. LEUVEN HERTOGENSITE SINT-RAFAEL (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

Nieuwe regelgeving Archeologie. vanaf

GERAARDSBERGEN- DUYTSENKOUTER

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S)

Brouwerijsite (Kortemark, West-Vlaanderen)

Kaderdecreet Onroerend Erfgoed: enkele aandachtspunten voor lokale besturen

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN

Macieberg (Oostkamp, West-Vlaanderen)

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Archeo-rapport 60 De archeologische begeleiding aan de pastorie van Wezemaal

Archeo-rapport 54 Het archeologische vooronderzoek bij de uitbreiding van Meubelen Jore te Millen

Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek

Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen

RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 26

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK

ARCHEOLOGIENOTA RONSE GROTE MARKT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen)

ARCHEOLOGIENOTA. MELLE ROOTPUTTE (prov. 00ST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

Stationsplein (Beveren-Waas, Oost-Vlaanderen)

naam: gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse datum: 17/07/2000 met bestemming:

PROCESNOTA RUP BEKINA PROVINCIE: OOST-VLAANDEREN GEMEENTE: KLUISBERGEN. Dossier nr RUP BEKINA DE ONTWERPERS:

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename

Regelgeving onroerend erfgoed

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen

Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Onroerenderfgoeddecreet. 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed. Inleiding

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Bouw van opslagtanks aan de Leon Bonnetweg te Antwerpen. Archeologienota. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

De Lusthoven 96, Kruisberghoeve, Arendonk

Realisatie van appartementen langsheen de Arkenvest Halle

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL

Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat

ARCHEOLOGIENOTA. KORTRIJK LANGEMEERSSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

23070_E_0141_V_000_00

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel

Uitbreiding Gemeentelijke begraafplaats Sint-Bernardusstraat (Fase 4) Hechtel-Eksel

Programma van maatregelen: Turnhout - Hoveniersstraat

Post X, facilitair gebouw Berchem

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare

PLANNING ALS MEERVOUDIGE OPDRACHT IN DE DEMERVALLEI

Archeologienota:! Bouw! van! een! woonzorgcentrum! aan! het! Betsveld!te!Landen!!

Archeologisch vooronderzoek te Rotselaar Eekhoornlaan, Heirbaan en Nachtegaalstraat

23016_D_0145_X_003_00

Plenaire vergadering RUP Harelbeke Bavikhove dorp West voorontwerp

Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen

Objectnummer: 4.01/24062/447.1 Dossiernummer: 4.001/ 24062/ Omschrijving : De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

Archeologienota: Het archeologisch bureauonderzoek aan de Hermansstraat te Werchter Annelies De Raymaeker

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE-HEIST GEMEENTEPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeologische opvolging van de werken in kader van inrichtingsplan Oude Kale (gemeentes Nevele en Lovendegem en stad Gent)

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

Archeo-rapport 1 Archeologisch vooronderzoek van het Berkenhof te Opvelp

23016_D_0157_H_011_00

2 planningsproces. ting van: DD-MM-JJJJ

SINT-PIETERS-LEEUW GROOT- BIJGAARDENSTRAAAT. Archeologienota [2017B C C358] DEEL 3: Programma van Maatregelen. Gunther.

Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw

Provincieraadsbesluit

Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat te Meerhout

Aanleg van parkeerplaats en regularisatie van tennisvelden. T.C. Wingfield, Vrouwvlietstraat 65, Mechelen. Programma van maatregelen. E.N.A.

Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018

Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein 8 te Kontich

Programma van maatregelen: Muizen (Mechelen) - Spreeuwenhoek

Heraanleg van de Maciebergstraat, Meulemanstraat en Voldersstraat

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd voor de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Lijn 50A Brussel-Gent: verbetering waterhuishouding en langswerken, KP 34,6-36,8 Gemeente Lede en Sint-Lievens-Houtem

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei Antwerpen

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

ARCHEOLOGISCHE WERFBEGELEIDING BIJ DE REALISATIE VAN EEN VERKAVELING

Transcriptie:

Afsprakennota en jaarverslag 2011 WinAr & Agentschap Onroerend Erfgoed 2

Inhoudstafel 1. Overleg en samenwerking met actoren Doelstelling Omschrijving en verloop van de actie, doelgroepen en partners 1. Lokale belangengroepen en geïnteresseerden 2. Gemeentelijk beleid 3. Provinciaal beleid 4. Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen 5. Nutsbedrijven en studiebureaus 6. Archeologische studiebureau s en VIOE Concrete actiepunten Randvoorwaarden Tijdsinvestering Realisatie actiepunten Evaluatie tijdsinvestering Aanknopingspunten afsprakencluster Resultaatsverbintenis 2. Lokale archeologische advieskaart (LAA) Doelstelling Omschrijving en verloop van de actie Concrete actiepunten Randvoorwaarden Tijdsinvestering Doelgroepen en partners Realisatie actiepunten Evaluatie tijdsinvestering Aanknopingspunten afsprakencluster Resultaatsverbintenis 3. Uitstippelen beleid en beheer van de projectvereniging Doelstelling Omschrijving en verloop van de actie Concrete actiepunten Tijdsinvestering Doelgroepen en partners Realisatie actiepunten Evaluatie tijdsinvestering Aanknopingspunten afsprakencluster Resultaatsverbintenis 4. Sensibilisering Doelstelling Omschrijving en verloop van de actie Concrete actiepunten Randvoorwaarden Tijdsinvestering Doelgroepen en partners Realisatie actiepunten Evaluatie tijdsinvestering Aanknopingspunten afsprakencluster Resultaatsverbintenis 3

Ten geleide Begin december 2008 werd met WinAr de nieuwste telg in het rijtje intergemeentelijke archeologische diensten (IAD) in Vlaanderen opgericht. WinAr staat voor Wingense Archeologische Dienst en is een samenwerking tussen de gemeenten Rotselaar, Holsbeek en Tielt-Winge. Dit initiatief werd mee ondersteund door Regionaal Landschap Noord-Hageland. Tijdens de eerste vergadering werden de functies gekozen en verdeeld onder de leden. Hierbij werd Hilde Van Laer voorzitter, Jos Miseur secretaris en Jos Michiels penningmeester. Na het inrichten van de vereiste examens heeft WinAr Veerle Lauwers aangeworven als archeologe van dienst. In 2011 werd Jos Michiels vervangen door Yvette Duerinckx als penningmeester en trad ook Bekkevoort toe tot het intergemeentelijk archeologische samenwerkingsverband. Schepenen Benny Reviers en Wouter Lenaerts als ondervoorzitter, vervoegden de raad. De eigenlijke invulling van de functie van de intergemeentelijke archeologische dienst werd neergeschreven in de tussen WinAr en Onroerend Erfgoed afgesloten Resultaatsverbintenis. Dit document omvat onder andere een oplijsting van afspraken die door de IAD dienen ingevuld te worden. Het hoeft dan ook geen betoog dat deze resultaatsverbintenis als leiddraad werd gebruikt doorheen de afsprakennota. Deze laatste, opgesteld door WinAr in december 2010, kwam er als antwoord op de door het Agentschap Onroerend Erfgoed gestelde vraag naar een andere en meer concrete invulling van het jaarlijkse programma voor het volgende werkjaar. Zodoende kunnen bepaalde punten uit de resultaatsverbintenis meer belicht worden in de werking en wordt er de kans gecreëerd later het effectieve traject van de opgelijste acties uit te stippelen en te beschrijven. Teneinde een betere en objectievere evaluatie van de werking van de IAD door het Agentschap Onroerend Erfgoed te bekomen. Het plan zoals het nu voorligt werd goedgekeurd door de raad van bestuur van WinAr op 17 november 2010. De jaarwerking van WinAr in 2011 laat zich dus makkelijk vatten in de concretisering van de eerder gesteld doelen. Teneinde dit naar waarde te kunnen beoordelen is er dan ook voor gekozen geweest de uitwerking van de afzonderlijke acties ter vervlechten met de originele tekst (deze laatste kreeg een lichtere tint, waar de nieuwe teksten in het zwart gezet werden). Zodoende krijgt de lezer niet enkel zicht op de werking van WinAr in 2011, maar wordt er ook een middel geboden de eerder neergeschreven aspiraties en doelen te kunnen evalueren en naar volgende jaren bij te stellen. Dit jaarverslag werd goedgekeurd door de raad van bestuur van WinAr op 15 februari 2012. 4

1. Overleg en samenwerking met actoren Doelstelling In onze projectwerking streven we naar een grote betrokkenheid van de participerende doelgroepen. Overleg en communicatie zijn hierbij de sleutelwoorden. Naast het overleg in het kader van lopende projecten neemt WinAr deel aan vergaderingen en werkgroepen van derden. De integratie van de eigen visie met derden en actualiseren en verfijnen van deze visie staan hierbij centraal. Belangrijk hierbij is de opvolging van de verschillende aspecten bij de uitvoering van het Onroerend Erfgoed Decreet en de resultaatsverbintenis tussen het Agentschap Onroerend Erfgoed en WinAr Omschrijving en verloop van de actie, doelgroepen en partners 1. Lokale belangengroepen en geïnteresseerden In het kader van de opstart van de Wingense Archeologische Dienst werd de basis gelegd voor een publiekswerking en uitbouw van een beleid voor de amateurarcheoloog. Uitgaande van de contacten die op die initiële vergaderingen zijn opgebouwd, wordt er in 2011 verder op ingezet. Niet enkel zal dit het luik van de verbreding van het maatschappelijk draagvlak ten goede komen, tevens wordt er zo een gestructureerde basis van socio- culturele, historische en landschappelijke kennis opgebouwd waarop WinAr een beroep kan doen. De samenstelling van de wetenschappelijke stuurgroep bij de studieopdracht Kasteel van Wezemaal uitgeschreven door het Agentschap Onroerend Erfgoed in 2010 kan hier als voorbeeld genomen worden. Naar 2011 wordt er gepoogd een nieuwe, structureel verankerde samenwerking met heemkundekringen tot stand te brengen zoals HAGOK (heemkundige kring Haacht en omstreken), Holsbeekse Werkgroep Heemkunde en Oost-Brabant de Hagelandse geschied- en heemkundige kring. In het kielzog van dergelijke uitwisselingen lijkt het ook opportuun zowel Overleg Toerisme Hageland, Toerisme Vlaams-Brabant vzw, de Gidsenbond, Regionaal Landschap Noord Hageland als IGO Leuven rond de vergadertafel te verzamelen. Deze instanties richten samen de 2 jaar durende streekgidsencursus in. Uit contacten met alumni van deze opleiding lijkt de nood aan een archeologisch luik groot. Zeker nu WinAr uit de startblokken vertrokken is en de organisatie een zekere naamsbekendheid begint te krijgen. Er zal dan ook aan de organiserende partijen voorgesteld worden (al dan niet in samenwerking met Portiva) een onderdeel Archeologie van het Hageland aan de cursus toe te voegen. Het cursusmateriaal wordt vanzelfsprekend door de deelnemende IAD(s) aangeleverd en ook over andere opleidingsmodaliteiten dient gesproken te worden, als daar zijn het praktische lesgeven, het begeleiden van scripties, etc. Ook initiatieven als het ZOLAD+ platform rond metaaldetectie lijkt ons een lovenswaardig en te volgen traject. Er dient echter bij opgemerkt te worden dat dergelijke samenwerking tussen detector-amateurs en archeologische diensten een zeer groot wederzijds vertrouwen vergen en zoiets tijd kost om op te bouwen. Het zelfde kan gezegd worden van de informatie overdracht van de reguliere veldprospecties. In 2010 is WinAr er in geslaagd een groep amateurs met zeer grote kennis van de regio samen te brengen. Hoewel de toegang tot de collecties geen probleem vormt, is het vooral het geografische aspect dat met een mist van geheimzinnigheid bedekt wordt. Het uitbouwen van een netwerk dat zijn veldgegevens (waar-wat en hoeveel gevonden) doorgeeft ter ondersteuning van de opbouw van de lokale archeologische advieskaart (cfr. infra) is van groot belang. Vooralsnog zijn de prospectiegegevens van WinAr gelimiteerd tot de eigen observaties. 5

2. Gemeentelijk beleid Overleg met gemeentelijke mandatarissen, ambtenaren en burgers Op regelmatige basis is er persoonlijk overleg met zowel ambtenaren als schepenen. Op uitnodiging nemen wij ook deel aan vergaderingen als de GECORO en de cultuurraden. Voor de opmaak van deze afsprakennota voor werkjaar 2011 werden de drie verschillende gemeentes bezocht om de planning te overlopen en te informeren naar eventuele bijkomende verwachtingen t.o.v. de Wingense Archeologische Dienst. De resultaten van deze informatieronde werden teruggekoppeld naar de Raad van Bestuur van WinAr ( 17 november 2010) en worden verwerkt in deze afsprakennota in casu jaarprogramma 2011. Ook in 2011, voor de opmaak van de afsprakennota 2012, zullen we van deze methodiek gebruik maken. De lijst dossiers ter advisering wordt periodiek besproken door de intergemeentelijke archeoloog en de diensten RO van de respectievelijke gemeenten. De dossiers waar er daadwerkelijk tot advisering zal worden overgegaan worden door de archeoloog naar haar standplaats meegenomen en worden binnen een termijn van 30 dagen geadviseerd. Niet opgevraagde dossiers worden geadviseerd als geen bezwaar. Dit wordt gemeld aan de respectievelijke diensten die dit advies opnemen in de vergunning. Het advies (met voorwaarden) wordt opgenomen in de bouwvergunning. WinAr krijgt dan bericht wanneer de aanvraag vergund is. Bij de vergunning wordt de folder Een intergemeentelijke archeologische dienst in jouw gemeente toegevoegd. Tevens is deze laatste verkrijgbaar bij de diensten RO van Rotselaar, Tielt-Winge en Holsbeek. Bovendien neemt WinAr ook contact op met de bouwheer om hem te melden dat er archeologische bindende voorwaarden in de bouwvergunning staan. Met dit directe contact zorgt de IAD dat het bouwdossier geen vertraging oploopt en bouwovertredingen, of overtredingen ten het zorgplichtsprincipe (art. 4 2 van het decreet) vermeden kunnen worden. Ook RUP s, MER s en gerelateerde zaken worden voor (pre-)advies overgemaakt. Winar krijgt tevens bericht wanneer dossiers door de gemeenten naar het Agentschap Onroerend Erfgoed worden gestuurd. Door de intense samenwerking met de lokale diensten Ruimtelijke Ordening wordt het ook mogelijk pre-adviezen te verstrekken aan burgerlijke partijen zowel als gemeentelijke overheidsprojecten. Zo zal WinAr vb. verkavelingaanvragers in een zeer vroeg stadium duiden op de mogelijkheid tot het inwinnen van een pre-advies bij de intergemeentelijke archeologische dienst. Bij wat in een voorwaardelijk gunstig advies zal resulteren, wordt er zo kostbare tijd gewonnen door de mogelijkheid te creëren het archeologisch (voor)onderzoek reeds te laten plaatsvinden voor de eigenlijke aanvraag. 3. Provinciaal beleid Het overleg met de provinciale archeoloog en de diensten Cultuur van de provincie Vlaams Brabant beperkt zich, gezien de specificiteit van de respectievelijke bevoegdheidsdomeinen, eerder tot een faciliterende aard. Verder zetelde WinAr ook in de provinciale denktank rond branding het Hageland en diens historische component. Naar de toekomst toe zal WinAr naar de provincie toe dergelijke ondersteunende/raadgevende rol blijven spelen. 4. Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen Permanent overleg in het kader van de resultaatsverbintenis; niet enkel onder de vorm van de maandelijkse themadiscussies maar ook (en vooral) de contacten op wekelijkse basis met de buitendienst Leuven, waarbij niet alleen de dossiers onder advisering besproken worden maar ook de werking van de intergemeentelijke archeologische dienst en de algemene stand van zake. 6

In het kader van het overleg van dinsdag 23 november 2010 tussen WinAr, Portiva en het Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant dient opgemerkt te worden dat dossiers aangaande IADgebied, ingediend bij de buitendienst Leuven, qua dossierlast overgeheveld worden aan de respectievelijke IAD. De intergemeentelijke archeologen verbinden zich er toe de Bijzondere Voorschriften zo snel mogelijk na de advisering op te maken. In de praktijk betekent dit dan ook dat de feitelijke facilitering naar bouwheer/opdrachtgever en studiebureau/onderaannemer door de IAD gebeurt. 5. Nutsbedrijven en studiebureaus Door een netwerk van contacten uit te bouwen binnen het lokale organigram van nutsbedrijven en studiebureaus bleek het in het verleden mogelijk anticiperend op sommige projecten te werken. In 2011 zal er getracht worden nog meer aandacht aan deze relaties te schenken. Nutsbedrijven zoals Aquafin NV werken met regionaal verantwoordelijke projectleiders. De samenwerking tussen deze laatste en de intergemeentelijke archeoloog van WinAr die in het verleden (op informele basis) zijn vruchten heeft afgeworpen, dient naar ons aanvoelen beter structureel verankert te worden. Zo zullen deze regionaal gekende ingenieurs aangeschreven worden en uitgenodigd worden op een kennismaking met de intergemeentelijke dienst. Ook de studiebureaus die de traditie hebben in de streek grote aannemingswerken uit te werken (Libost, Infrabo, etc.) zullen dergelijk schrijven ontvangen, vermits in het verleden gebleken is dat archeologische werken best zo snel mogelijk in de werkplanning opgenomen worden (planologisch, structureel zowel als chronologisch). Het leidt geen twijfel dat de lokale diensten ruimtelijke ordening hier een belangrijke rol als partner vervullen. 6. Archeologische studiebureau s en VIOE Het begeleiden van de aanvraag voor een opgravingvergunning, alsook in sommige gevallen het logistiek ondersteunen van opgravingen (vooral in communicatie tussen nutsbedrijven, gemeentes, bouwheren en archeologische studiebureaus) alsook het begeleiden op het veld is een tijdsopslorpende bezigheid. In het verleden bleek ook dat het schrijven van aanbestedingsdossiers voor opgravingen een zeer tijdsconsumerend gegeven is. Tegelijkertijd kan de lokale know how van de intergemeentelijke archeologische dienst nauwelijks overschat worden. Doch dient aangestipt te worden dat het uitschrijven van een gedetailleerd plan van aanpak voor opgravingen vaak een omzichtigheid met zich dient mee te brengen die in tijd moeilijk geroyeerd kan worden. Een zeer gedetailleerd lastenboek kan echter later veel misverstanden voorkomen. Concrete actiepunten -Aanschrijven van heemkringen, bijwonen vergaderingen en zoeken naar eventueel gezamenlijke aandachtspunten of werkthemata. -Opvraag/opmaak van inhoud archieven heemkundige verenigingen -Aanschrijven instanties die streekgidsencursus organiseren. De cursus aanbieden en uitwerken. Eventueel cursisten begeleiden -Uitbreiden en verdiepen van amateursnetwerk door middel van samenwerking (op geregelde tijdstippen samen te prospecteren) en metaaldetectorristen de kans te geven, binnen vergunde omstandigheden hun hobby uit te oefenen. -Studiebureaus en grote opdrachtgevende bedrijven aanschrijven en uitnodigen op een infovergadering rond preventief archeologisch beleid, pré-advisering en de rol van de intergemeentelijke archeologische dienst daarin. -Wekelijks overleg met de diensten ruimtelijke ordening en openbare werken van de verschillende gemeentes (betreffende ingediende dossiers zowel als projecten in ontwikkeling) -Feitelijke dossieropvolging (oa contacten met bouwheren, studiebureaus en archeologische bedrijven) -Maandelijks overleg Ruimte en Erfgoed Brussel en zeer regelmatig overleg Ruimte en Erfgoed Vlaams-Brabant 7

Randvoorwaarden -De slaagkans van deze onderneming lijkt op de eerste plaats bepaald door de reputatie die WinAr zal opgebouwd hebben; vooral in het geval van de niet-beroepshalve geïnteresseerden. Het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de heemkundigen en amateur-archeologen is een moeizaam en precair proces. De basis hiervan is gelegd in 2010 maar een verdieping is nodig in 2011. Zo zal zeker het belang van de vondstplaats van een artefact aan de liefhebbers dienen duidelijk gemaakt te worden. Zodoende kunnen deze gegevens ook ingeschaald worden in het verder ontwikkelen van de lokale archeologische advieskaart (LAA) cfr.infra. -De waarde van de intergemeentelijke archeoloog wordt echter pas duidelijk voor de gemeente in de dagdagelijkse opvolging van dossiers. In een cultuur waar projecten openlijk besproken worden tussen diensten openbare werken, ruimtelijke ordening en de intergemeentelijke archeoloog wordt aldus de meerwaarde van de IAD ten volle gevaloriseerd. Op deze manier kan er ook al in een zeer vroeg stadium een dialoog tot stand komen tussen archeoloog en studiebureau/bouwheer en kunnen de grootste problemen aangepakt worden alvorens de studiefase van een project zijn eindfase bereikt of in het ergste geval, alvorens de bouw of verkavelingaanvraag het bureau van de erfgoedconsulent van Ruimte en Erfgoed bereikt. Tijdsinvestering Deze moeilijke oefening zal een werk zijn dat gedurende de hele werkingsperiode tot stand komt en is daarom moeilijk in te schalen. Toch kan gesteld worden dat er werkelijks meerdere uren zullen gespendeerd worden aan overleg en samenwerking met de verschillende partners, alsook de daar uit volgende advisering en dossieropvolging. Een conservatieve inschatting lijkt ons 55% van de te besteden tijd daar aan te besteden. Realisatie actiepunten -Aanschrijven van heemkringen, bijwonen vergaderingen en zoeken naar eventueel gezamenlijke aandachtspunten of werkthemata. -Opvraag/opmaak van inhoud archieven heemkundige verenigingen Geleidelijk aan begint WinAr een vaste waarde te worden binnen de culturele/erfgoedsector van het Hageland. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ook WinAr aangeschreven wordt om als partner aan sommige projecten mee te werken. Zo werd er eind 2011 overeengekomen dat de archeologische kroniek (geschreven door WinAr) een vast onderdeel gaat worden van HOGT, het viermaandelijks tijdschrift van de HAGOK de Haachtse Geschied- en Oudheidkundige kring. Zo kan het archeologische nieuws van de regio vrij snel verspreid worden, ook aan een publiek dat de website www.winar.be niet zo veel, of uitvoerig frequenteert. Niet enkel zal dit het luik van de verbreding van het maatschappelijk draagvlak ten goede komen, tevens wordt er zo een gestructureerde basis van socio- culturele, historische en landschappelijke kennis opgebouwd waarop WinAr een beroep kan doen. De samenstelling van de wetenschappelijke stuurgroep bij de studieopdracht Kasteel van Wezemaal uitgeschreven door het Agentschap Onroerend Erfgoed in 2010 en uitgevoerd door RAAP in 2011 kan hier als voorbeeld genomen worden. Door Bart Minnen (historicus) en Willy Bollens (culturele kring Wezemaal) mee in werkgroep op te nemen werd een groot deel van de lokale geschiedkundige kennis rechtstreeks in het breder kader van het archeologisch evaluatief onderzoek verankerd. Ook de Werkgroep voor Aarschotse Geschiedenis, Documentatie en Informatie vond in WinAr een bereidwillige partner hun hoofdstuk rond de vroegste geschiedenis van de streek rond Aarschot voor 8

het boek 800 jaar Aarschot in woord en beeld te redigeren. Op deze manier kwam de intergemeentelijke archeologische dienst in contact met een zeer groot netwerk van geïnteresseerden. Ook de contacten met de heemkundige kring Oost-Brabant werden geïntensiveerd, wat uiteindelijk het verkrijgen van digitale kopieën van bepaalde kaartbladen van de Tiendekaart van Sint-Maartens-Tielt (1759) tot gevolg had. Verder werden de archieven van HAGOK bezocht, maar bij een verdere rondvraag bleek dat niet alle heemkringen over dergelijk orgaan beschikten. Dus lag de nadruk in 2011 vooral op het bezoeken van de Centrale Bibliotheek en de Bibliotheek van de Faculteit Letteren van de KULeuven (voor het consulteren van de volledige jaargangen van Het Oude Land van Aarschot, Oost Brabant, de Albums de Croÿ en andere werken aangaande heemkunde, locale geschiedenis of carthografie) ook de locale bibliotheken bleken een schat aan informatie te herbergen (vb. het erfgoedhoekje van de bibliotheek van Bekkevoort). Een deel van deze ingewonnen informatie werd reeds verwerkt en in de lokale advieskaart (cfr. infra) ingevoerd. Belangrijke werken zoals vb. M. Van Der Eycken, 2009, De commanderij Bekkevoort. De Duitse Orde te Bekkevoort en te Diest 1229-1796, Brussel of E. Van Ermen, 1998, De wandkaarten van het hertogdom Aarschot 1759-1775, (Cartografische bronnen voor de geschiedenis van het Vlaamse landschap) Brussel, werden, indien mogelijk aangekocht voor de WinAr bibliotheek. In de nasleep van de tentoonstelling In t gelid te Mechelen werd WinAr de kans geboden ook in Werchter de opstelling rond de gefusilleerde boerenkrijgers (waaronder Pieter Frans De Becker, op 10/5/1771 in Werchter geboren) te huisvesten. Er werd contact gezocht met mogelijke partners en het Davidsfonds Rotselaar stapte mee in het project. Hoewel de voorbereidingen startten in september 2011 zal de tentoonstelling pas naar Rotselaar komen in het weekend van 8 juli 2012. De Vlaamse feestdag zal dan opgeluisterd worden met naast de tentoonstelling in het Monfortcollegeeen voordracht van de Mechelse stadsarcheoloog Bart Robberechts en een fietstocht naar de Abdij Van t Park waar het verhaal van prior Ottois (verwant van bekende Rotselaarnaar Willy Ottois) zal verteld worden. Deze overste van de abdij sloot zich aan bij de brigants en werd ter deportatie naar Guinee gevangengenomen door de Fransen. Als gevolg van deze samenwerking met het Davidsfonds kwamen er contacten tot stand met mensen die in het reeds vele jaren opgeheven Beatrijsgezelschap (heemkundige kring van Rotselaar) actief waren. De mondelinge informatie die zo gekregen werd, vond ook zijn plaats binnen de lokale archeologische advieskaart. -Aanschrijven instanties die streekgidsencursus organiseren. De cursus aanbieden en uitwerken. Eventueel cursisten begeleiden In het kielzog van bovenstaande contacten en uitwisselingen leek het ons opportuun zowel Overleg Toerisme Hageland, Toerisme Vlaams-Brabant vzw, de Gidsenbond, Regionaal Landschap Noord Hageland als IGO Leuven rond de vergadertafel te verzamelen - deze instanties richten samen de 2 jaar durende streekgidsencursus in. Uit contacten met alumni van deze opleiding bleek de nood aan een archeologisch luik groot. Er werd dan ook aan de organiserende partijen voorgesteld om, in samenwerking met Portiva, een onderdeel Archeologie van het Hageland aan de cursus toe te voegen en ook een bijscholing te verzorgen. Het cursusmateriaal (tekst in bijlage voor het gedeelte dat WinAr ex cathedra verzorgd, naast een initiatie met de Archeokit van de provincie Vlaams- Brabant en meegebrachte vondsten) werd door de deelnemende IADs reeds aangeleverd. In de lente van 2012 zal de lessenreeks effectief doorgaan. 9

Uitbreiden en verdiepen van amateursnetwerk door middel van samenwerking (op geregelde tijdstippen samen te prospecteren) en metaaldetectorristen de kans te geven, binnen vergunde omstandigheden hun hobby uit te oefenen. De streek van het westelijke Hageland is in het verleden steeds intensief geprospecteerd geweest. Collecties als deze van Bolsens, Claes, Boschmans, Scheys, etc. vormen een rijk beeld van de Steentijd in het Hageland. Ook TESTA vzw (Tessenderlo) was erg actief in Bekkevoort. Hoewel deze laatste niet meer in werking is, wordt de traditie van veldkartering door enkele van haar leden intensief verder gezet. Robert De Cock, Ad Gommers en Jan Claesen vormen de spil waarrond het amateursnetwerk van WinAr draait. Niet enkel droegen ze in de loop van 2011 hun prospectiegegevens stelselmatig over aan WinAr met als doel deze in de CAI in te voegen. Ook werd WinAr bij belangrijke vondsten direct op de hoogte gebracht en gaven ze de medewerkers van RAAP toegang tot hun tienduizenden stuks grootte collectie lithische artefacten van de Hermansheuvel. Bovendien zorgden ze er voor dat ook de collecties van andere amateurarcheologen actief in de regio (vb. Richard Jamar) binnen het kader van de studieopdracht Een middel-neolithische nederzetting op de Hermansheuvel te Assent-Bekkevoort opengesteld werden voor onderzoek door de archeologen van RAAP. De communicatie met metaaldetectoristen is echter veel moeilijker vermits het vertrouwen langs beiden kanten vaak zoek is. Bovendien lijkt de return on invest voor WinAr minimaal tot onbestaande. Het vertrouwen winnen van een groep mensen die hun collegae zelf niet vertrouwen lijkt een beetje absurd en WinAr heeft dan ook de beslissing genomen niet langer actief in te zetten op deze groep amateurs en te wachten op een nieuwe regelgeving binnen het nieuw Decreet Onroerend Erfgoed. -Studiebureaus en grote opdrachtgevende bedrijven aanschrijven en uitnodigen op een infovergadering rond preventief archeologisch beleid, pré-advisering en de rol van de intergemeentelijke archeologische dienst daarin. Hoewel er weinig tot geen reactie kwam van de studiebureaus op de uitnodiging van WinAr tot infomoment rond intergemeentelijke archeologische diensten, mogen we toch spreken van een erg succesvol jaar aangaande de samenwerking tussen beide. Zo waren er verscheidene informele én formele contacten met Infrabel, Tritel-Technum en Libost-Gront mij rond concrete dossiers die geïnitieerd werden door de studiebureaus. Vermoedelijk moet men dit zien in licht van een dienst die reeds enkele jaren mee aan de vergadertafel in de werfkeet zit en erkend wordt als partner, maar ook door gemeentesecretarissen, politiek mandatarissen en ambtenaren die de werking van de dienst beter begrijpen en via diverse kanalen promoten. Bovendien werd WinAr door het Agentschap Onroerend Erfgoed uitgenodigd het concept van een intergemeentelijke archeologische dienst toe te lichten op de studiedagen rond Archeologie voor MER deskundigen en Ruimtelijke Planners (17 en 24 juni te Leuven) en kreeg de dienst zo een boodschap, inhoud, (nut?) en gezicht voor de studiebureaus. Niet onvermeld mogen ook de projectleiders van de grote nutbedrijven blijven, actief in de streek, die WinAr vaak aanschrijven in de initiële planningsfase van hun projecten. In dit kader moet ook gesteld worden dat er een presentatie werd gegeven aan toekomstige landmeters en stedenbouwkundigen op invitatie van de Hogeschool Gent rond Archeologie en het planningsproces. Op deze manier zal de anno 2011 gebrachte boodschap aan deze studenten, hopelijk zijn vruchten afwerpen in de toekomst. Bovendien was er samen met Tim Vanderbeken van Zolad+ (Riemst, Lanaken, Voeren en Bilzen) een overleg met de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (Hilde Plas) betreffende de rol die intergemeentelijke archeologische samenwerkingsverbanden kunnen spelen binnen de planningsprocessen. Deze samenkomst resulteerde in een in 2012 door de VVSG te organiseren infosessie rond gemeentelijke inbreng in ruimtelijke planning en de belangrijjke rol die IAD s hierin 10

kunnen spelen. Het hoeft geen betoog dat beide, bovenstaande afspraken resulteerde uit de media commotie rond Louis Tobback in het voorjaar 2011(cfr. supra) -Wekelijks overleg met de diensten ruimtelijke ordening en openbare werken van de verschillende gemeentes (betreffende ingediende dossiers zowel als projecten in ontwikkeling) -Feitelijke dossieropvolging (oa contacten met bouwheren, studiebureaus en archeologische bedrijven) -Maandelijks overleg Onroerend Erfgoed Brussel en zeer regelmatig overleg Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant In 2009 en 2010 verliep de integratie van het archeologische onderzoek in het ruimtelijke ordeningsbeleid vaak nog retroactief, in de zin dat WinAr als raadgevend orgaan geconsulteerd werd door de diensten ruimtelijke ordening van de betrokken gemeentes. Het was dan onze taak de dossiers een voor een te evalueren en desgewenst bindende voorwaarden in de bouwvergunning te laten opnemen. Teneinde dit proces te stroomlijnen stelde WinAr in 2010 een afsprakennota op tussen de IAD en de betrokken gemeentes (bijlage). Hierin werd niet alleen beschreven in welke dossiers WinAr adviesbevoegdheid had, maar ook wat WinAr kon adviseren en concreet hoe de dossiers bij WinAr zouden terecht komen. Bovendien werd ook het concept dossieropvolging gedefinieerd. Dit document opgesteld door de intergemeentelijke archeoloog, werd ter commentaar naar de verschillende diensten Ruimtelijke Ordening van de respectievelijke gemeentes en een juriste gestuurd én werd op de raad van bestuur van 17 november 2010 goedgekeurd. Ook de verschillende schepencolleges keurden het document in de loop van 2011 goed. Zodoende is de verankering van WinAr in het adviesbeleid verzekerd en is er een effectieve politieke ruggensteun. De groeiende contacten met de verschillende partijen in het veld maakte ook dat langs die weg vele dossiers, vaak nog in een vroeg stadium van het planningsproces ter advies aan WinAr werden voorgelegd. Hierbij waren de gemeentes, naast de studiebureaus ( die reeds in het verleden met WinAr hadden samengewerkt) hoofdzakelijk de instigerende factor. Dat WinAr in dergelijk vroeg stadium van het planningsproces wordt opgenomen, mag op zich al als een positieve evaluatie van de afsprakennota aangegaan met de gemeentes gezien worden. Daarbij dient gezegd te worden dat WinAr zelf in 2011 slechts 1 voorwaardelijk gunstig advies in een stedenbouwkundige vergunning uitbracht (Bekkevoort Wissembeemd, dossier biogasinstallatie Van Dooren). Hieronder volgt echter een overzicht van de bijdrages die WinAr leverde in diverse dossiers in een vroeg stadium van het planningsproces: Holsbeek: collector Winge fase 2 (via Aquafin) Het tracé, met de bedoeling het onzuivere water van Holsbeek dorp naar en zuiveringsstation te Rotselaar te transporteren, doorsneed in een eerste fase van ontwerp een gebied waar men in het verleden veelvuldige had opgegraven (zie onderstaand inplantingsplan). De rijkdom en complexiteit van het bodemarchief in het plangebied is echter reeds lang gekend en werd ook zo onderkend in het betrokken MER. Deze archaeologicae vond men steeds op kleine zandige verhevenheden in of aan de rand van de alluviale vallei van de Winge. Kenmerkend hebben deze oeverwallen een onvoldoende tot slecht gedraineerde zandleem of lemige zandgrond met sterk gevlekte textuur B horizont. 11

Inplanting van het Winge fase 2 tracé vergeleken met de bodemkaart (bemerkt de centraal gelegen gele zandrug die de werken zouden doorsnijden) en reeds gekende/opgegraven sites uit de Centraal Archeologische Inventaris (oranje gearceerd). Omwille echter van de zeer grote impact van de werken op een van deze oeverwallen en de exuberant hoge kost en tijdsinvestering die deze opgraving met zich mee zou brengen, werd in samenspraak met Aquafin en studiebureau Libost er voor geopteerd een alternatief tracé uit te denken dat bewaring in situ mogelijk maakt. Vermits echter het ook gaat om waardevol agrarisch en natuurgebied was dit geen evidente oefening waar er een modus vivendi diende gevonden te worden tussen de eisen van de gemeente, Aquafin, Agentschap voor Natuur en Bos en Agentschap Onroerend Erfgoed. Ook hier werd WinAr bij betrokken. Uiteindelijk werd er, na langdurig overleg met alle partijen eind 2011 beslist de leidingen in de wegkoffer van de Wingeweg te leggen om zo druk op milieu en archeologie te minimaliseren. Bijkomend werd de exacte ligging van zandrug archeologische en pedologisch gekarteerd (boringen uitgevoerd door de KULeuven) teneinde naar de toekomst toe een beter beeld krijgen van het micro-reliëf en bodemarchief. Holsbeek: collector Winge fase 3 (via Aquafin) In de nasleep van de samenwerking met Libost over het Holsbeek Winge Fase 2 dossier werd WinAr een gelijkaardig project doorgestuurd ter pré-advies. Het betrof de verbinding die diende gemaakt te worden tussen collectoren Winge fase 2 en 4. Verscheidene meldingen in de CAI, opgravingen gedaan op het deels parallel lopende VTN2 (Fluxys) tracé en gelijkaardige bodemkundige omstandigheden als bij Winge fase 2 (sequentie van droge zandruggen fossiele oeverwallen van de Winge) doen ons vermoeden dat ook hier archeologische resten in de bodem kunnen aangetroffen worden. Vermits het geplande tracé het natuurgebied Dunbergbroek doorsnijdt dienen ook hier de eisen en verlangens van de agentschappen Natuur en Bos en Onroerend Erfgoed op mekaar afgestemd te worden. Alweer blijkt de dialoog tussen beiden niet altijd even makkelijk tot stand te komen. Bovendien dient ook de wisselwerking met de geschatte kost niet uit het oog verloren te worden, zo zal het preventief gebruik van rijplaten in de werfzone omwille van deze laatste, geen mogelijk preventief middel zijn. Door WinAr werden verschillende scenario s uitgewerkt (het voorafgaandelijk pedo- en archeologisch beboren van het tracé om zo een onderbouwde risicoanalyse te kunnen bekomen en eventueel- tot opgraving op bepaalde plaatsen over te gaan, strip en map van het gehele tracé gelijktijdig met de werken of het traditionele proefsleuvenonderzoek). Voorlopig beraden Libost en Aquafin zich over welke archeologische onderzoeksmethode er zal gebruikt worden. Het hoeft geen betoog dat WinAr de bouwheer en het studiebureau bijstaat als externe raadgever. 12

Inplanting van het Winge fase 3 tracé vergeleken met de drainageklassen kaart (bemerkt de gele/droge gelegen gedeeltes op die de werken zouden doorsnijden) en reeds gekende/opgegraven sites uit de Centraal Archeologische Inventaris (oranje gearceerd). Over de digitaal geografische informatie van de archeologische vondsten langs de VTN2 leiding beschikken we vooralsnog niet. Holsbeek: collector Winge fase 4 (via Aquafin) Rotselaar: Beukenlaan Regastraat, Kastanjedreef, Olmendreef en Dennenlaan (via Libost) Rotselaar: Collectorwerken "aansluiting Vlasselaar (op vraag van Aquafin) Deze projecten werden aan WinAr ter pre-advies voorgelegd. Vermits deze drie tracés echter volledig in de reeds bestaande werkoffer zullen vervat zitten, werden er geen archeologische voorwaarden gesteld. Rotselaar: sociale verkaveling Sint Jansstraat (via Sociaal Wonen Arrondissement Leuven) Op vraag van de sociale bouw en verhuurmaatschappij SWAL werden de kavels gelegen binnen de toekomstige verkaveling aan de Sint Jansstraat te Werchter reeds archeologisch gescreend. Gezien de nabijheid van een verdwenen site met ringgracht (CAI nr 1200), de totale oppervlakte van de verkaveling én de aanwezigheid van een intacte plaggenbodem werd er voor geopteerd een archeologisch vooronderzoek te vragen. De uitvoering hiervan zal echter afhangen van het verkrijgen van de verkavelingvergunning, maar gezien het vroege stadium van planning (de gronden zijn nog in privé bezit) kan dit nog ettelijke maanden duren. 13

Rotselaar: Vernieuwde doorgang Aarschotsesteenweg (via Libost) Rotselaar: Vernieuwde doorgang Stationsstraat en Provinciebaan(via Libost) Binnen het kader van de heraanleg van deze gewestwegen en de installatie van verschillende collectoren, werd op vraag van studiebureau Libost de archeologische potentie van de percelen gelegen aan de Aarschotsesteenweg, Stationsstraat en Provinciebaan geëvalueerd. Met deze ruwe dataset kon het studiebureau reeds in de initiële ontwerpfase rekening houden met de mogelijkheid tot aanwezigheid van archeologie. Zo werd de planner gewezen op de archeologische kwetsbare zones (rood omrande polygonen, naast de aangeduide straten); zones die niet overstromen (in tegenstelling tot het overstromingsgebied in donker bruine kleur), vaak Pleistocene zandruggen, al dan niet gelinkt aan de paleo-beddingen van Demer en Dijle. De appelblauwzeegroene puntbuffers zijn de nederzettingen (hypothetisch) gebaseerd op de Ferrariskaart (1771-1778) en het gereduceerd kadaster (ca 1850) waarbij de overlapping met de droge stroken logisch is. De oranje gearceerde vakken zijn eerder gedane archeologische waarnemingen. Op het bijgevoegde overzichtsplan ziet u dan een eerste, ruwe inschatting van de mogelijk aanwezigheid van bodemarchief langsheen de Provinciebaan, Aarschotsesteenweg en Stationsstraat. De rood omlijnde gebieden duiden op kwetsbare archeologische zones, groen duidt de herkende natuurgebieden aan. Het is belangrijk op te merken dat in dergelijk dossiers de dialectiek tussen beide partijen erg belangrijk is. Bovenstaande kaart is enkel een middel om de planners een ruwe inschatting te geven waar archeologie kan aanwezig zijn en zodoende de mogelijk in te planten collectoren in de minder kwestbare gebieden in te tekenen. In een tweede stadium zal er dan een concreet ontwerp ter evaluatie naar WinAr gestuurd worden. Afgaande op dat plan zal er een volwaardig pre-advies geformuleerd worden. Het is dan aan het studiebureau en de bouwheer om de afweging tussen kostprijs archeologisch onderzoek en kostprijs alternatief tracé te maken. Rotselaar: Ontwikkeling Ter heide complex fase 2 (via locale administratie) Het project is een uitloper van het in 2010 uitgevoerde vooronderzoek, waarbij WinAr de bouwheer aanspoorde het volledige plangebied in 1 keer te laten onderzoeken (ondanks het gefaseerde bouwproject). Zodoende kon de mogelijke archeologische potentie getest worden nog voor de bouwaanvraag ingediend werd. Op getoonde illustratie ziet u het plangebied, samen met de Winge en toren Ter Heide afgebeeld op de wandkaarten van het hertogdom Aarschot (1759-1775) 1. Het Hof van Waterdijk (midden rechts) met de aangelegde omgrachting is duidelijk waarneembaar net als toren Ter Heide en Hof d Eynatten. 1 E. Van Ermen, 1998, De wandkaarten van het hertogdom Aarschot 1759-1775, (Cartografische bronnen voor de geschiedenis van het Vlaamse landschap) Brussel. 14

De proefsleuven voor Ter heide zuid fase 1 en 2 werden eind februari 2011 getrokken worden. De combinatie van deze beide ontwikkelingsfases in het archeologisch vooronderzoek is er echter gekomen na evaluatie van de LIDAR gegevens. Hieruit bleek duidelijk dat in het perceel belendend het plangebied van de 1 ste fase (en bedreigd in een 2 de fase) archeologische resten bewaard waren. Niet toevallig hadden pedologische boringen op de omliggende terreinen duidelijk gemaakt dat een dijk aanwezig moest geweest zijn. De aanwezigheid van architecturale resten en grachten werd gecorrobeerd door het uitgevoerde proefsleuvenonderzoek. Of we daadwerkelijk met het op de Ferrariskaart vermelde Hof van Waterdijk te maken hebben moet verder onderzoek uitwijzen, gepland in zomer 2012. De gemeente heeft echter alvast enkel jaren geleden de trage weg die in de buurt van het perceel loopt, Hof van Waterdijkpad genoemd. Binnen de percelen die op de wandkaarten van Aarschot, de Ferrariskaart en de kaart van Vandermaelen als bos aangeduid staan, werden er echter wel sporen uit de ijzertijd gevonden. Gezien deze binnen de bouwzone vielen, werd er in samenspraak met de bouwheer overeengekomen de sporen op te graven nadat de aannemer de teelaarde had afgehaald. Deze synergie (georganiseerd en gecoördineerd door WinAr) maakte dat de kraankost, zowel als de kost naar bemaling toe tot een minimum kon herleid worden en dubbel (zowel voor de archeologische opgraving als voor de aannemingswerken) kon renderen. Rotselaar: Planologisch uitwerken van de compensatiemaatregelen, incl. Abenopad voor de Winge overstromingsgebieden (via locaal bestuur en Tritel) De bovengenoemde ontwikkeling van de gemeentelijke sportzone ten zuiden van Toren Ter Heide was planologisch perfect mogelijk binnen de zone voor recreatie, maar door deze ontwikkeling moesten er belangrijke compensatiemaatregelen uitgevoerd worden (boscompensatie, compensatie voor het overstromingsgebied en het herleggen van voetweg 116 Abenopad). Aangezien zowel het Agentschap Natuur en Bos (ANB) als de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) in de directe omgeving het recreatiegebied De Plas concrete plannen hebben, was de gemeente Rotselaar van mening dat een integrale benadering van de Wingevallei, en meer specifiek de zone begrensd door de Vakenstraat (in het noorden), de Steenweg op Wezemaal (in het zuiden), de Toren Terheidelaan (in het westen) en de waterloop de Winge (in het oosten), verschillende voordelen zou hebben. Zo kon op deze manier niet alleen een geïntegreerde oplossing uitgewerkt worden voor de noodzakelijke compensatiemaatregelen, ook vormt het een opportuniteit om de beeldkwaliteit en identiteit van de Wingevallei als geheel op te krikken. WinAr werd bij dit project betrokken als raadgever archeologie. Rotselaar: bouw van rust-en verzorgingstehuis (via R&S Construct) Reeds enkele jaren geleden bij het indienen van de eerste bouwvergunning voor het complex werd er van uit het toenmalige Agentschap van Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed (Sophie De Leeuw) geëist dat de achterliggende boomgaard uit de bouwzone werd gelicht en ingericht als park. Dit niet alleen om een fiets- en wandelontsluiting te creëren met de Rigessel wijk, maar ook (en vooral) om de begraven resten van het ooit imposante kasteel van de heren van Wezemaal te vrijwaren van blootlegging. 15

Om tegen te gaan dat de resten toch (ondoordacht) bedreigd zouden worden, verzocht WinAr het Agentschap van Onroerend Erfgoed een studieopdracht uit te schrijven om tot een zo goed mogelijk onderbouwd beschermingsdossier te komen. Deze aanvraag werd goedgekeurd en een aanbestedingsdossier werd opgesteld, waarbij WinAr in 2010 de status quaestionis van het dossier schreef Het Nederlands studiebureau RAAP voerde in de loop van 2011 deze opdracht uit en trachtte zo de kasteelsite te evalueren en te waarderen met behulp van een archiefstudie geofysisch en booronderzoek. Het fysieke testen van de gegevens door middel van proefsleuvenonderzoek kon echter niet gebeuren vermits de eigenaar van het perceel waarop het kasteel daadwerkelijk gelegen was, geen toestemming gaf. Aldus kan er vooralsnog geen beschermingsdossier opgestart worden. In de in begin 2011 afgeleverde bouwvergunning wordt er echter al rekening gehouden met de mogelijke uitkomst van de studieopdracht. Zo wordt er gevraagd de parkinrichting af te stemmen op de resultaten van het waarderingsonderzoek en behoort het terug openleggen van het grachtensysteem tot een mogelijkheid. Links afgebeeld ziet u Wezemaal in de tweede helft van de 17 de eeuw 2. Tielt-Winge: Solveld (via locale administratie) In samenwerking met Sociaal Wonen Arrondissement Leuven plant de gemeente Tielt-Winge een sociaal woonproject én de uitbouw van een sportcomplex op 7ha, gelegen aan het Solveld. De kavels bevonden zich centraal in het dorp - een driehonderd meter ten oosten van de O.L.Vrouwekerk van Tielt-Winge en in het oosten aansluitend op de verdwenen laat 17 de -eeuwse schans zoals afgebeeld op de Tiendenkaart van Sint-Maartens-Tielt (1717). In de directe zuidoostelijke nabijheid vindt men de Butsberg, een vermoedelijke castrale motte uit de 11 e eeuw terug (CAInr 3225). Bovendien werden er op de betreffende percelen in het verleden door verschillende amateurarcheologen aanzienlijke hoeveelheden Romeinse dakpannen, scherven van dolia en ander Romeins gebruiksaardewerk en ijzerslak gevonden. Op aanraden van WinAr werd er dan ook, alvorens de stedenbouwkundige studie werd aangevat, een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd (januari 2012). Ondanks de vele indicaties bleek dit onderzoek echter geen archaeologicae op te leveren en de terreinen werden dan ook vrijgegeven. Tielt-Winge: Collectorwerken Rillaarse Weg (via Aquafin) Ook hier lag het te adviseren tracé volledig in een reeds bestaande wegkoffer en werd er bijgevolg een gunstig pre-advies geschreven. 2 E. Van Ermen, 1997, Het kaartenboek van Averbode 1650-1680 (Cartografische en iconografische bronnen voor de geschiedenis van het landschap in België), Brussel: 176-179 16

Instandhoudingsdoelstellingen voor speciale beschermingszones - BE 2400012 Valleien van de Winge en de Motte met valleihellingen (op vraag van de gemeentes Rotselaar, Tielt-Winge, Bekkevoort en Holsbeek) De natura 2000 gebieden binnen de WinAr regio met daarin aangeduid de CAI polygonen In het kader van de instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000 gebied Valleien van de Winge en de Motte met valleihellingen) ging WinAr, op vraag van alle 4 de gemeentes in op de uitnodiging tot het geven van commentaar op het toen voorliggende document. Gezien archeologie zeer summier en stiefmoederlijk behandeld werd, gaf de intergemeentelijke archeologische dienst een uitgebreid en goed geargumenteerd commentaar dat niet alleen betrekking had op het Winge- Motte stroomgebied, maar ook annoteerde in de algemene delen de generische hoofdstukken opgenomen in alle Vlaamse rapporten dienaangaand. De erkenning kwam in een daaropvolgende mail van het Agentschap Natuur en Bos aan WinAr: De aangeleverde tekst geeft een helder overzicht van hetgeen belangrijk is mbt archeologie. We bekijken of we (stukken van) de tekst kunnen integreren in de algemene delen. Een probleem is dat we reeds verschillende rapporten zonder deze bijdrage hebben opgemaakt. De tekst is ook met een groot aantal mensen afgestemd en afgetoetst. Als we dus iets aan die tekst moeten wijzigen zijn we misschien vertrokken voor bijkomende reacties, commentaar, Vandaar dat we normaal gezien de boot een beetje afhouden mbt het aanpassen van algemene teksten. Het is in ieder geval iets dat we hier intern verder verspreiden naar andere betrokkenen. Archeologische werkzaamheden (deels) uitgevoerd in 2011 alvorens de bouwvergunning voor het specifieke dossier werd aangevraagd - Archeologisch vooronderzoek in 2010 door middel van pedologische en karterende boringen en analyse van de LIDAR beelden door Triharch op de terreinen rond toren Ter Heide te Rotselaar. Eind februari 2011 werden de proefsleuven getrokken worden. De hieruit resulterende opgraving gebeurde in april 2012 17

- Pedologisch, karterend en proefsleuvenonderzoek van het binnengebied Solveld (sociale verkaveling en RUP sportaccomodatie) waar WinAr zéér vroeg in de planningsfase van de ontwikkeling betrokken werd en er besloten werd direct in te zetten op het archeologisch onderzoek. Er werden in 2011 2 RUP s en 1 MER (en 1 actualisatie) weerhouden waarbij archeologisch vooronderzoek tot één van de voorschriften behoorde. -RUP Sport en jeugdaccomodatie (Tielt-Winge) (MER- OHPL0893) -RUP Stelplaats De Lijn te Tielt-Winge (MER - OHPL1030) -Plan MER Regionaalstedelijk gebied Leuven (Rotselaar en Holsbeek) - (MER - PLIR0047) -Actualisatie MER studie 2006 Winge fase 2 aanpassing tracé naar archeologische noden De andere dossiers waar advies werd in gevraagd waren: -RUP Processieweg Rotselaar onderzoek tot milieu effecten rapportage (MER- OHPL0618) -PRUP Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen (Rotselaar, Tielt-Winge, Bekkevoort en Holsbeek) -RUP Jeugd- en sportaccommodatie Houwaert Tielt-Winge (MER - OHPL0949) -PRUP Rock Werchter -Instandhoudingsdoelstellingen voor speciale beschermingszones - BE2400014 Habitatrichtlijngebied 'Demervallei' - BE22223314 Vogelrichtlijngebied 'De Demervallei' -Project MER Hervergunning en uitbreiding van de productie-eenheid en de uitbreiding van de grondwaterwinning van Danone NV (Rotselaar) -Gemeentelijk structuurplan Bekkevoort (op vraag van de gemeente) -Strategisch project Demer (op vraag van gemeente Rotselaar) WinAr heeft tevens inspraak in dossiers waarover de Leuvense afdeling van het Agentschap Onroerend Erfgoed zeggenschap heeft. Zo werden alle dossiers ter advies door Els Patrouille of Marlies Fret /Marc Brion aan WinAr voorgelegd. WinAr op zijn beurt stelt dan de bijzondere voorwaarden voor de archeologische prospectie met ingreep in de bodem en/of opgraving (vb. in bijlage) op. Er is dan ook op zeer geregelde tijdstippen contact tussen de twee diensten. Het register van deze pre-adviezen is opgenomen in de appendix. Tevens bijgevoegd (als aanvulling van het preadviezen register) is het register van vergunde archeologische werkzaamheden binnen het gebied van WinAr. Prospecties zijn hier niet in opgenomen vermits ze niet vergunningsplichtig zijn. Alle eerder opgelijste archeologische werkzaamheden in WinAr gebied werden door de intergemeentelijke archeologe opgevolgd. In het merendeel van de gevallen betrof het zelfs een volledige trajectbegeleiding, van het schrijven van de bijzonderdere voorschriften, het opstellen van de offerte, adviseren van de bouwheer inzake aanwerving van het archeologisch studiebureau, tot de eigenlijke opvolging van de werken op het terrein, het faciliteren in bepaalde noden van het archeologisch team en het becommentariëren van het conceptrapport. Hoofdzakelijk gaat de communicatie met externe experts (zij het voor het opstellen van de bijzondere voorwaarden, wetenschappelijke begeleiding op het veld of determinatie van bepaalde vondsten) ook via de intergemeentelijke archeologe. Niet-vergunningsplichtige of gemachtigde onderzoeksprojecten (het zg. noodonderzoek) werd, zoals dat voor een succesvol adviesbeleid betaamd, niet uitgevoerd. Bovendien verzorgt WinAr de contacten tussen bouwheer en archeologische uitvoerder, faciliteert bij aanbestedingen, is aanwezig op werfvergaderingen, doet de dagelijkse begeleiding van de sites en voert de communicatie naar bouwheer, studiebureau, geïnteresseerden, politiek verantwoordelijken, de pers en het grote publiek. Hieronder een overzicht van de dossiers die (cfr. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) ter advies aan het Agentschap Onroerend Erfgoed worden voorgelegd: 18

Archeologische werkzaamheden (deels) uitgevoerd in 2011 - Werfopvolging van wegenis- en rioleringswerken in de Heirbaan, Eekhoornlaan en Nachtegalenstraat door WinAr. Gezien de werken plaatsvonden in de nabijheid van een Brons- en IJzertijd grafveld op de Heikantberg, het enkel om een zeer beperkte werfopvolging ging (de verstoring van de eerder aangelegde wegkoffer was mogelijks te ingrijpend) én de gemeente Rotselaar bouwheer was, werd besloten de werken in house uit te voeren - Begeleid afhalen van de teelaarde van de percelen tussen de Rotselaarse baan en de Wingeweg in het kader van rioleringswerken door Aquafin. Deze opvolgingswerken, uitgevoerd door Triharch, resulteerden uiteindelijk in een opgraving die in maart 2011 uitgevoerd werd door de KULeuven. - Archeologische terreinverkenning bij de aanleg van de aardgasvervoerleiding Wilsele-Loenhout door Studiebureau Archeologie als voorbereidende stap in de uiteindelijke archeologische begeleiding van het Fluxys trace. - Opgraving van de aula in het kasteel van Horst (opgraven van de lagen onder de vloer van de ridderzaal waar in een latere fase een chauffagekelder zal uitgegraven worden), uitgevoerd door Archaeological Solutions in opdracht van Erfgoed Vlaanderen - Proefsleuvenonderzoek aan de Karthuizerstraat te Holsbeek, in opdracht van Interleuven uitgevoerd door Studiebureau Archeologie - Evaluerend onderzoek naar de kasteelsite van de heren van Wezemaal te Wezemaal (Rotselaar) uitgevoerd door RAAP in het kader van een door het Agentschap Onroerend Erfgoed uitgeschreven studieopdracht - Evaluerend en karterend booronderzoek in het kader van collector Winge fase 2 alternatief tracé uitgevoerd door KULeuven in opdracht van Aquafin - Evaluerend onderzoek naar de Michelsberg nederzetting op de Hermansheuvels te Assent (Bekkevoort) uitgevoerd door RAAP in het kader van een door het Agentschap Onroerend Erfgoed uitgeschreven studieopdracht Archeologische werkzaamheden die uitgevoerd zullen worden in 2012 - Begeleid afhalen van de teelaarde en proefsleuvenonderzoek op vooraf vastgestelde percelen aan de Rillaarseweg, Sint Annastraat en Walenbosstraat (Tielt-Winge) in het kader van de Aquafin werkzaamheden fase 1 - Proefsleuvenonderzoek van de percelen aan de Leuvensesteenweg (Tielt-Winge) die zullen ontwikkeld worden tot busstelplaats -Proefsleuvenonderzoek van de toekomstige verkaveling aan de Winkelveldbaan, Gildenstraat, Beversluis (Rotselaar). Wordt verwacht uitgevoerd te worden in maart 2012 door Aron -Proefsleuvenonderzoek aan de Sint Annastraat (Tielt-Winge) op de terreinen van het toekomstig dienstencentrum en service flats - Evaluerend onderzoek naar de IJzertijd nederzetting op de Kesselberg te Kessel-lo (Leuven) en Holsbeek (Holsbeek) uitgevoerd door CONDOR in het kader van een door het Agentschap Onroerend Erfgoed uitgeschreven studieopdracht Zoals eerder aangehaald heeft WinAr in 2011 slechts 1 voorwaardelijk gunstig advies gegeven (Wissembeemd Bekkevoort, biogasinstallatie Van Dooren). Hiervoor zijn verschillende redenen aan te halen. De vier gemeentes waarin WinAr actief is, houden zeer sterk aan het landelijk, groen karakter en trachten recentelijk lintbebouwing tegen te gaan door de binnengebieden meer te gaan ontwikkelen. Daardoor worden de verkavelingen groter en vallen deze al snel onder de bevoegdheid van Onroerend Erfgoed. Daarenboven zijn de grondprijzen zeer hoog. De kavels zijn dus klein en het daarbij horende grondverzet evenzeer. Bovendien is de urbane druk laag en ontbreekt het echt groot industrieel kapitaal vooralsnog in het Hageland. Ook grote land- of tuinbouw uitbatingen zijn zeldzaam. In combinatie met het ontbreken van doorslaggevende archeologische argumenten (als daar zijn vb. gekende aanwezigheid van een grafveld, etc.) om op dergelijke kleine percelen een archeologisch vooronderzoek te eisen, werd er dus in 2011 enkel gunstig geadviseerd op een grote semi-industriële uitbating die net onder de ondergrens van de dossierbevoegdheid van het Agentschap Onroerend Erfgoed viel. De andere (weinige) dossiers die effectief in aanmerking 19

kwamen voor een voorwaardelijk gunstig advies bleken kavels te zijn waar in het verleden al een dergelijk zware ingreep in de ondergrond had plaatsgevonden dat het bodemarchief volledig verstoord was. Vermits niet alle gemeentes binnen WinAr in het bezit zijn van een digitaal register en vaak de aanvragen nog met de hand in het boek worden ingevuld, zijn deze niet bijgevoegd. Om de relatieve lage bouwdruk te illustreren geven we graag een overzicht van de stedenbouwkundige gegevens betreffende de vier bij WinAr aangesloten gemeentes. Holsbeek Tielt-Winge Rotselaar Bekkevoort Bouwaanvragen 133 117 201 117 Afgeleverde vergunningen 132 87 171 87 Verkavelingsaanvragen (incl. wijzigingen) 34 31 33 31 Afgeleverde verkavelingsvergunningen 28 15 30 15 Verder wordt ook het register meegegeven van dossiers waarin WinAr de verkavelingsaanvraag ondersteund met een archeologische nota. Hierin wordt, net zoals het Besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een verkavelingsvergunning (BS 05/08/2009) het vraagt, een oplijsting gemaakt van het gebeurlijk reeds gekende archeologisch patrimonium of elementen vanuit de bodemgesteldheid die daarop kunnen wijzen (voorbeeld in bijlage). In samenspraak met het Agentschap Onroerend Erfgoed wordt deze dienst echter niet meer aangeboden voor ieder dossier maar enkel deze waar een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht kan worden (door WinAr of het Agentschap zelf). -Varia WinAr werd ook als partner geconsulteerd bij de oprichting van het Cultureel Erfgoedconvenant Hageland en woonde in deze hoedanigheid verschillende vergaderingen bij (27 juli, 22 augustus, 4 oktober, 19 december). Bovendien betrok de provincie Vlaams-Brabant de IAD ook in de denktank rond het Leader + project Branding het Hageland en werd WinAr zo enkele keren uitgenodigd om mee te denken rond het thema Erfgoed en cultuurbeleving (24 januari, 10 maart en27 juli). Overleg en informatie-uitwisseling met de collegae intergemeentelijke archeologische/onroerend erfgoeddiensten was er op regelmatige basis. Zo waren er maandelijkse thema namiddagen georganiseerd door het Agentschap Onroerend Erfgoed waar steeds een specifiek onderwerp geadresseerd werd (20 januari, 17 februari, 17 maart, 19 mei, 20 oktober en 17 november). Daar in boven organiseert het Agentschap tweemaal jaarlijks een overleg tussen alle IA/OED s en de erfgoedconsulenten (7 maart en 12 september) naast de vergaderingen van de IA/OED s onderling die op afroep bij een bepaalde probleemstelling gebeuren (17 maart Brussel, 25 augustus Ieper en 20 december Gent). Bovendien is de intergemeentelijk archeologe ook nog lid van de Denktank Archeologisch Collectiebeheer (20 september, 29 november), en de stuurgroep van de Centraal Archeologische Inventaris (25 maart) Digitale Archeologisch Informatie Registratie (10 januari, 10 februari, 29 april, 1 juni en 5 juli) en woonde ze de vergadering bij van het Forum voor Vlaamse Archeologie (29 juni) en werd ze uitgenodigd deel te nemen aan het panelgesprek op de Contactdag van het Forum aan de VUB (16 april). Contact met de universiteiten was er voornamelijk in de vraag naar expertise (vb. prof. Vermeersch in het Winge fase 2 dossier, etc.), maar de vraag naar thesisonderwerpen kwam er vanuit de KULeuven. Zo begeleide prof. Jan Elsen samen met Veerle Lauwers de bachelor paper van geologiestudent Robin Honlet die handelde over de herkomst van de gebruikte natuursteen in de abdij van Vrouwenpark (Rotselaar). -Gevolgde opleidingen: 15 februari en 1 maart (10-16u30) FARO: Beleidsplan: van missie tot strategie 20