Uw Fiets Vaar Vakantie Amsterdam-Gouda-Brugge ZAB 2012
AMSTERDAM-GOUDA-BRUGGE Amsterdam-Brugge begint met een typische Hollandse route door groen polder- en molenland met de prachtige steden Gouda en Dordrecht. Over en langs grootse rivieren gaat u naar het uiterste zuidwesten van Nederland; de door de zee gedomineerde provincie Zeeland. Hier ziet u hoe de Nederlanders de zee bestrijdden. Kleine dorpen en stadjes liggen op de route, zoals Zierikzee, Veere, de provinciehoofdstad Middelburg (de 5 e monumentenstad) en de havenstad Vlissingen aan de Westerschelde en Noordzee. Na de oversteek van de Westerschelde komt Belgïe in zicht. De steden Gent en Brugge met zijn wereldberoemde middeleeuwse monumenten. De fietsroutes gaan door landbouwgebieden met steeds weer kleine dorpjes. Hier wordt nog steeds Nederlands gesproken, al noemen de mensen het hier Vlaams. Wat ook juist is, want voor ons soms wel moeilijk te verstaan. Belgïe is echt anders! ZATERDAG: Amsterdam, inschepen om 14.00 uur; per schip naar Alphen aan de Rijn., per fiets van Oudewatering naar Alphen aan de Rijn. Na aankomst aan boord van het schip kunt u uw bagage in uw cabine zetten en daarna genieten van een kopje koffie/thee. Er is dan ook gelegenheid om kennis te maken met de begeleid(st)er, schipper, bemanning en natuurlijk uw medepassagiers. Vroeg in de middag varen we door het westelijk gedeelte van Amsterdam (waarvoor talloze bruggen voor ons open zullen gaan) naar de ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Dezelfde polder waar u waarschijnlijk bent geland, vliegveld Schiphol. Deze polder ligt meer dan 6 meter onder zeeniveau. Nederland Waterland! Langs de ringvaart zien we vele tuinderijen die bomen, bloemen en planten verbouwen, waarvan vele via de grootste bloemenveiling van de wereld (in Aalsmeer) in uw tuin zouden kunnen belanden. Aan het einde van de middag komen we in het plaatsje Oudewetering, vanwaar we een fietstocht gaan maken naar Alphen aan de Rijn. Via het Braasemermeer fietsen we door het Groene Hart van Nederland met haar sloten, kanalen, boerderijen en sappige weiden (bevolkt door grazende koeien en schapen) naar het rustieke stadje Alphen aan de Rijn. Bij het diner aan boord wordt het programma voor de volgende dag en de gang van zaken voor de rest van de week besproken.
ZONDAG: Alphen aan de Rijn Gouda (± 45 km) Vanuit Alphen, dat aan een zijtak van de Rijn ligt, vervolgen we onze tocht door het Groene Hart over landweggetjes, oevers van vaarten en rivieren, door polders naar de kaasstad Gouda. Het is zondag, de nederlandse fietsdag bij uitstek. Wie Gouda zegt, denkt niet alleen snel aan kaas, pijpen, stroopwafels en aardewerk maar ook aan gebrandschilderde ramen, een sprookjesachtig stadhuis en sfeervolle grachten. Gouda is een gezellige Oudhollandse stad met een nog vrijwel geheel intact stadscentrum. De 123 meter lange St. Janskerk, met de wereldberoemde Goudse Glazen (glas-in-lood ramen), het prachtige gotische Stadhuis en de Waag zijn een bezoek meer dan waard! De Goudse musea zijn MuseumgoudA, het Goudse Kaas- en Ambachtenmuseum en het Verzetsmuseum Zuid-Holland. Ook een bezoek waard het Cultureel- en Havenkwartier met het Weeshuisplein, de Catharinatuin, diverse hofjes en Museumhaven Gouda. Zoals op de meeste dagen gaan we na het diner nog een stadswandeling maken.
MAANDAG: Gouda Dordrecht (± 50 km) We fietsen langs de Hollandse IJssel en door de Krimpenerwaard, de diepstgelegen polder van Nederland, over smalle fietspaadjes naar de rivier de Lek. Hier steken we met de veerpont over naar Kinderdijk, een uniek en wereldberoemd monument waar zich hollands grootste concentratie van historische windmolens bevindt. Vanaf de Lekdijk is er een prachtig uitzicht over de 19 molens, die sinds kort deel uitmaken van de werelderfgoedlijst van UNESCO. Hier houden we pauze en kunnen het interieur van een windmolen bezichtigen. Vervolgens komen we na een mooie tocht door de Alblasserwaardpolder aan de oever van de Beneden-Merwede. Met een moderne snelle pont vaart u over naar Dordrecht, één van de oudste steden van Holland gelegen aan een kruispunt van drukke vaarwegen. In de 11 e eeuw wordt het genoemd als Thuredrech. In 1220 kreeg de plaats stadsrechten van Graaf Willem I van Holland. In de Middeleeuwen werd het een belangrijke havenstad met stapelrecht (rond 1350), wat inhield dat producten langs de stad vervoerd werden er ook te koop aangeboden moesten worden. De 15 e eeuw was voor de stad een eeuw van rampen (beleg, overstroming, stadsbrand). Maar de stad kwam dit alles te boven en speelde in de politiek van de Nederlanden een belangrijke rol. In 1572 werd hier in het gebouw dat bekend staat als het Hof, de eerste vrije vergadering van de Staten (volksvertegenwoordigers) van Holland gehouden. Deze mag men zien als het begin van een zelfstandig Nederland omdat daar het verzet tegen de Spanjaarden werd gebundeld. In de 16 e eeuw verloor Dordrecht haar leidende positie als handelsstad aan Amsterdam en Rotterdam. In 1618-1619 werd in de stad een belangrijke (protestantse) kerksynode gehouden. Er was binnen de kerk een belangrijk geschil van mening over de leer ontstaan. De strengere stroming won en resultaat waren de Dordtse Leerregels, gericht tegen de verliezers. Op deze synode werd ook besloten tot de vertaling van de Bijbel (Statenvertaling). Beziens-waardige gebouwen zijn o.a. de gotische Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk met nooit voltooide toren (14 e eeuw), die voor de stad een kenmerkend beeld is geworden. Een ander opvallend gebouw is de Groot-hoofdspoort, vanwaar u een pracht uitzicht op de drukke rivier hebt.
DINSDAG: Dordrecht, varen naar Willemstad of Bruinisse, per fiets naar Zierikzee (± 54 of 24 km) Vanaf Dordrecht vaart u tijdens het ontbijt mee naar het deltagebied van onze grote rivieren. Vroeger was er een open verbinding met de zee door de vele rivierarmen. Na de watersnood van 1953 zijn in het kader van het Deltaplan grote werken uitgevoerd, die de meeste zeegaten met dammen van de zee hebben afgesloten. Zeeland ligt voor een groot deel op of onder de zeespiegel. In 1953 waren de dijken slecht en laag. De kans op een overstroming was toen 1x per 80 jaar. Dankzij de stormvloedkering is die kans nu minder dan 1x per 4000 jaar. In Willemstad, een oud vestingstadje stappen we op de fiets en rijden we over de Volkerakbrug ( met daaronder de drukste sluizen ter wereld) naar het vroegere eiland Goeree-Overvlakkee. Voormalig, omdat ook deze eilanden nu bereikbaar zijn geworden middels dammen en bruggen. Deze vormen een onderdeel van het na de watersnoodramp van 1953 uitgevoerde Deltaplan, dat het zuidwestelijk gedeelte van Nederland nu beschermt tegen de woelingen van de Noordzee. Even voor de eindbestemming van deze dag (Zierikzee, op het eiland Schouwen- Duivenland) bezoeken we het interessante Watersnoodmuseum. Dit museum is ingericht in caissons die werden gebruikt om het laatste stroomgat te dichten. Dat gebeurde in November 1953, 10 maanden na de stormvloed, die meer dan 300 dijkdoorbraken veroorzaakte. De mogelijkheid bestaat om de route korter te maken door mee te varen naar Bruinisse en vandaar met de overige fietsers mee te rijden naar Zierikzee met ook een bezoek aan het Watersnoodmuseum. Zierikzee is een prachtig stadje en het centrum van de mosselcultuur. De Zeeuwse mosselen zijn een wereldwijd bekende delicatesse.
WOENSDAG: Zierikzee-Middelburg-Vlissingen (± 51 of 32 km) Op deze dag fietsen we richting de Noordzee, langs de Oosterschelde naar de Oosterscheldedam. In deze dam In deze dam zijn enorme sluizen gebouwd, die gesloten kunnen worden bij storm en hoogtij, en aldus zuidwest Nederland beschermen tegen de zee. Deze dam was een van de laatste in een reeks van barrieres tegen de zee en als je eroverheen fietst zul je begrijpen dat dit ook de moeilijkste en kostbaarste uitdaging is geweest om het land voor altijd te beschermen en tegelijk het zeewater toe te laten in dit uitgestrekte deltagebied. Niet voor niets wordt dit het 8 e wereldwonder van techniek genoemd. Na de dam peddelen we naar Middelburg, niet zonder een bezoek gebracht te hebben aan het pittoreske havenstadje Veere. Middelburg is de levendige hoofdstad van de provincie Zeeland: vele oude huizen, kerken, het mooie oude raadhuis en een leuk winkelgebied vormen hier een stad in harmonie. Middelburg gerbergt o.a. ook de Roosevelt Academie, gevestigd in het voormalige laat-gotische Middelburgse Stadhuis aan de Markt in Middelburg. Zo mogelijk varen we tijdens het diner naar Vlissingen. Deze gezellige havenstad ligt aan de Westerschelde en aan zee. Een wandeling door de stad en over de boulevard is zeer aan te bevelen!
DONDERDAG: Vlissingen-Gent (± 45 km) of starten in Terneuzen (± 25 km) De grote oversteek! Met de speciale fietsferry naar Breskens in Zeeuw-Vlaanderen. Belgïe is al in de buurt. Door een gebied met kleine dorpjes, langs kreken, over kronkelige dijken met wijde uitzichten, komen we aan de Nederlands-Belgische grens in Sas van Gent, de vroegere toegangspoort van de haven van Gent. Indien u voor de kortere fietstocht kiest, schepen we hier in en tijdens de vaart zien we het levendige scheepvaartverkeer in het zeekanaal van Gent naar Terneuzen, met langs de oevers indrukwekkende industriële complexen. Na anderhalf uur varen komen we aan in Gent. Vanaf de ligplaats kunnen we eenvoudig per tram naar het middeleeuwse centrum van deze prachtige stad. De stad Gent heeft ca. 250.000 inw. De naam is vermoedelijk ontstaan uit het Keltische Ganda: monding, samenvloeiing. In de stad vloeien de Leie en de Schelde inderdaad samen. In 630 stichtte de heilige Amandus de St. Baafsabdij. In de Middeleeuwen groeide Gent uit tot één van de belangrijkste steden van Europa (in 1350. Ca. 56.000 inw.) dankzij lakenindustrie. Van de 14 e tot de 16 e eeuw waren er vaak strijd tegen de heren van Vlaanderen en conflicten in de stad zelf. Van 1584 (verovering door de Spanjaarden tijdens de opstand van de Nederlanden tegen koning Philips II) tot de 19 e eeuw was er economische achteruitgang. Daarna ontwikkelde Gent zich tot industriestad, waar het socialisme sterk leefde. De oude stad heeft veel goed bewaarde gilde-, patriciërs- en pakhuizen, het Gravensteen (middeleeuwse burcht), de Sint Niklaaskerk (start bouw: 1200), Sint Baafskathedraal (14 e eeuw, met het schilderstuk Aanbidding van het Lam Gods van Van Eijck) en het Belfort (14 e eeuw). Het centrum heeft talrijke pleinen en gezellige cafeetjes. Gent is een levendige stad die weliswaar prat gaat op een rijk verleden, maar die zich niet beperkt tot de rol van museumstad. De stad is een geslaagde mengeling van middeleeuwse bouwsels, chique winkelstraten met prachtige herenhuizen, arbeidersbuurten uit het begin van de 20e eeuw waar heel wat studenten verblijven en drukke pleintjes waar men op zwoele zomeravonden tot in de vroege uurtjes kan tafelen
VRIJDAG: Gent-Brugge (45 of 25 km) In de ochtend fietsen we dwars door Gent naar de schilderachtige Leiestreek en het rustige platteland van Oost- Vlaanderen. Bos en weide gebied, kleine dorpen en kasteeltjes kenmerken deze streek. Het laatste gedeelte van de rit vanaf Aalterbrug (ook de korte route) gaat over het vroegere jaagpad langs het kanaal Oostende-Gent, het oudste kanaal van Belgïe, naar Brugge. De indrukwekkende stad Brugge is het einde van deze fiets-boot reis. Gedurende de namiddag en in de avond gaan we de oude Middeleeuwse stad bezoeken. Velen van u zullen nog een extra dag in Brugge willen blijven.. Brugge was bekend vanwege de productie van zeer degelijk laken dat over heel Europa werd uitgevoerd. Rond 1350 telde de stad meer dan 40.000 inwoners: dubbel zoveel als nu in de historische binnenstad. In die periode werd de tweede stadswal gebouwd. Hierop staan nog vier molens. In de 15 e eeuw kwam Brugge onder gezag van de Bourgondische hertogen. Deze brachten de stad luxe en welvaart: grote bloei van kunsten, het bankwezen. Uit die periode is nog veel bewaard gebleven: het stadhuis, de vele natiehuizen en parochiekerken, praalgraven van Maria van Bourgondië en Karel de Stoute in de O.L.V. kerk. Einde 15 e eeuw verdween het Bourgondische hof uit Brugge wat het einde van een periode van ongebreidelde bloei betekende. Door verzanding van de kuststreek was de stad niet meer vlot toegankelijk voor zeeschepen. Zij verspeelde haar positie aan Antwerpen. In 1584 kwam de stad in Spaanse handen. Door de godsdienstoorlogen en de afsluiting van de zee begon voor Brugge het verval. Het werd in de 19 e eeuw een arme stad en miste ook de industrialisatie. Mede door de roman Bruges la Morte (1892) van G. Rodenbach kreeg Brugge weer faam als kunststad en later als toeristisch centrum. Enige van de vele bezienswaardigheden in de historische stad: O.L. Vrouwekerk, Belfort en Hallen, Gruuthusemuseum, Kantcentrum. ZATERDAG: Brugge, einde van de reis na het ontbijt.