ALGEMENE BEDIENINGSINSTRUCTIES VOOR HOOGWERKERS TE LEZEN VOOR INGEBRUIKNAME GEBRUIK DE HOOGWERKER NIET INDIEN U DE HIERNAVOLGENDE REGELS NIET KENT! ALGEMENE VEILIGHEID, RIJGEDRAG EN BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
VEILIG WERKEN MET EEN HOOGWERKER Realiseert u zelf ten alle tijde de belangrijkste veiligheidsfactor bent bij het werken met een hoogwerker, mensen veroorzaken ongelukken, machines niet!! Neem daarom de veiligheidsvoorschriften in acht en werk volgens de aangegeven instructies. Controleer altijd de hoogwerker visueel, voordat u het toestel in gebruik neemt. Gebruik de hoogwerker alleen voor personenvervoer met eventueel handgereedschap. De hoogwerker mag alleen worden gebruikt door personen ouder dan 18 jaar. Gebruik de bedieningshendels gelijkmatig en voorzichtig, dit voorkomt schokkende bewegingen. Werk op een stevige ondergrond. Zorg voor een correcte wegafzetting. Blijf uit de buurt van hoogspanningskabels. Gebruik een veiligheidsgordel ter verhoging van uw veiligheid. WAT TE DOEN BIJ STORING Behandel de hoogwerker zo verstandig mogelijk en werk voorzichtig, zodat schade en onnodige storingen zoveel mogelijk voorkomen worden. Een hoogwerker blijft echter een hoogwaardig stuk techniek, waaraan ondanks alle voorzorgen toch een storing kan optreden. Controleer in geval van storing, voordat u de leverancier belt, altijd of: De zekeringen nog intact zijn. De noodstop uitgetrokken is. De machine goed afgestempeld is. De batterijen opgeladen zijn. Kunt u geen oorzaak van de storing vinden, noteer dan: Merk, type en serienummer van de machine. De naam en het juiste adres van de werf en eventueel de specifieke locatie op de werf Een omschrijving van de storing. Op deze manier kan er een optimale service verleend worden, en blijft de stilstand tot een minimum beperkt.
WANNEER DE WERKZAAMHEDEN STAKEN In de volgende situaties dient het werk stilgelegd te worden: Bij hevig onweer of een windkracht hoger dan 6 beaufort (13,8 m/s). Indien de hoogwerker niet optimaal functioneert. Als de hoogwerker scheef komt te staan. Als het werkplatform niet horizontaal blijft staan. VEILIGHEID EN RIJGEDRAG Een geroutineerde bestuurder zal zich aan de volgende regels houden tbv. de algemene veiligheid!! 1. Let op lage doorgangen zoals deuren, elektrische-, stoom-, en productieleidingen, lampen, verwarmingstoestellen etc. Hou tijdens het rijden voldoende afstand tov. deze obstakels, vermits de hoogwerker niet geïsoleerd of geaard is. Controleer de beschikbare bewegingsruimte voordat de hoogwerker gepositioneerd wordt. 2. Controleer of de hoogwerker op een voldoende stevige, vlakke en draagkrachtige ondergrond staat opgesteld. Controleer de ondergrond voordat de hoogwerker gepositioneerd wordt. Vermijd gaten, bulten, gladde plaatsen en losse ondergrond. 3. Het werkplatform nooit overbelasten. De maximum belasting dient vermeld te zijn in de gebruikershandleiding en op de hoogwerker door middel van opschriften. Hou rekening met het gewicht van de personen, de gereedschappen, etc. 4. Controleer de beveiligingen van het werkplatform. Controleer of de toegangen tot het werkplatform gesloten zijn. Controleer de conditie van het gehele werkplatform. 5. Controleer of zich in de directe omgeving van de hoogwerker personen of apparatuur bevinden, voordat u het werkplatform gaat heffen. Observeer het traject van de af te leggen weg van de hoogwerker en het werkplatform.
6. Blijf altijd met beide benen op het werkplatform staan. Ga nooit op de leuningen zitten of staan. Klim nooit op ladders, kisten of andere voorwerpen, die zich op het werkplatform bevinden. Hou de werkvloer van het platform schoon om slippen of struikelen te voorkomen. Controleer (indien vereist) of persoonlijk beveiligingsmiddelen gebruikt worden en of juist zijn bevestigd. 7. Voorkom dat elektrische kabels, slangen, touwen, etc. verward raken tijdens het stijgen en dalen van het werkplatform Laat geen touwen, kabels, etc. van het werkplatform bengelen. Beveilig alle gereedschappen en materialen tegen vallen, voordat u het werkplatform laat stijgen of dalen. Voorkom dat gereedschap, materialen etc. op het platform in contact komen met de bedieningshendels. 8. Pas de rijsnelheid aan de omstandigheden aan en vermijd stuntwerk. Gebruik de bedieningshendels rustig en geleidelijk. Speel niet met de hoogwerker. 9. Kijk in de rijrichting als u de machine verplaatst. LET OP obstakels, afval, gaten, bulten, verlagingen, hellingen, en andere gevaarlijke omstandigheden. Controleer of de af te leggen route het gewicht van de hoogwerker kan dragen. Wees uiterst voorzichtig als u de hoogwerker verplaatst met opgeheven platform. Indien mogelijk: verplaats de hoogwerker met het werkplatform in transporttoestand. Hoogwerkers van het aanhangwagentype NOOIT verplaatsen met geheven platform. Rij langzaam in bochten, op oneffen bodem en op natte vloeren. Controleer of de last niet breder is dan de af te leggen route. Vervoer nooit onstabiele lasten. Rij hellingen zodanig op of af dat de last naar de helling is toegekeerd. Wees altijd alert!!! Let op voetgangers en rij niet te dicht achter andere voertuigen aan. Gebruik geen hijstoestellen om personen te vervoeren.
10. Schakel de hoogwerker uit als u het platform verlaat. Geen enkel apparaat met ingeschakelde aandrijving is veilig zonder toezicht. 11. Laad accu s op in een daarvoor bestemde en geventileerde ruimte. Vermijd vonken en open vuur in de omgeving van de op te laden machine. Niet roken tijdens het laden en controleren van de accu s. 12. Rapporteer defecten en storingen van de hoogwerker onmiddellijk bij de verantwoordelijke persoon/afdeling. Gebruik de hoogwerker niet tot de klachten verholpen zijn. Alleen gekwalificeerde personen mogen de hoogwerker herstellen. Herstellingen dienen te gebeuren volgens de richtlijnen in de servicehandleiding. 13. Neem maatregelen tegen inademing van uitlaatgassen. Uitlaatgassen van hoogwerkers met verbrandingsmotoren bevatten koolstofmonoxide (CO). Dit gas is reukloos en dodelijk. INSPECTIE VOOR DE INGEBRUIKNAME VAN DE HOOGWERKER Voor ingebruikname dient men de hoogwerker aan een inspectie te onderwerpen. Rapporteer onmiddellijk geconstateerde fouten bij de verantwoordelijke persoon of afdeling. Plaats een waarschuwingsbord bij het bedieningspaneel van de hoogwerker met de tekst buiten gebruik. Laat elke fout of storing verhelpen voordat de hoogwerker weer in gebruik wordt genomen. Hierna volgen enkele belangrijke punten die u best in de inspectie kan opnemen. 1. Algemene conditie: Status van de accu s of brandstof. Olie- of hydraulische lekkage. Beschadigde, gebroken of losse kabelverbindingen in het elektrische systeem. Vermiste onderdelen. Beschadiging aan de constructie of eventueel gescheurd laswerk. Staat van de banden. Besturingsmechanisme. Wielbouten en moeren. Instructieve aanduidingen.
2. Werkplatform: Scharnierpunten. Conditie van de constructie. Toegangsdeuren, afsluitkettingen en leuningen. 3. Aandrijfsysteem: Oliepeil van de motor. Uitlaatsysteem. Aandrijfriemen en riemschijven. Hulpmotor en pomp. Elektrische bedrading. 4. Accu s en lader: Vloeistofniveau in de accu. Conditie van kabels en aansluitingen. Conditie accubakken. Werking van de lader. 5. Hydraulisch systeem: Lekkage. Losse of beschadigde hydraulische slangen of leidingen. Niveau van de hydraulische olie. GEBRUIKSAAANWIJZING Het zelfstandig bedienen van hoogwerkers is alleen toegestaan voor personen: - boven de 18 jaar - die bekend zijn met de bediening van hoogwerkers en met de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant Het aangegeven hefvermogen (aantal personen) mag niet overschreden worden. De nuttige belasting moet gelijkmatig over het platform worden verdeeld (max. 100 kg/m²). Het platform mag alleen via het daartoe bestemde toegangshek betreden en verlaten worden. De bedieningspersoon mag geen andere personen in gevaar brengen. Het rij- en werkgebied moet vrij van obstakels zijn. De ondergrond moet voldoende vlak en draagkrachtig zijn, zodat de stabiliteit van het toestel gewaarborgd is. Het werken aan, of in de directe omgeving van onder spanning staande elektrische installaties is verboden.
Het staan op leuningen, evenals het aanbrengen van verhogingen op de platformvloer, zoals trappen en steigers, is verboden. Het aanbrengen van overhangende lasten, evenals het vergroten van het werkplatform is verboden. Het slepen van hoogwerkers op de openbare weg is niet toegestaan. Het gebruik van hoogwerkers is slechts toegestaan tot windkracht 6. In noodgevallen het nooddaalventiel op de cilinder openen. Bij onderhoudswerkzaamheden aan of tussen de scharen, het scharenpakket vergrendelen met de veiligheidssteun in de onderwagen. Bij transport het nooddaalventiel in de hefcilinder in geopende positie plaatsen en de hoofdschakelaar uitschakelen. Bij het verslepen van de hoogwerker, de rijfunctie ontgrendelen. Wekelijks het vloeistofniveau van de accu s controleren. Machines met een verbrandingsmotor dagelijks controleren op een voldoende hoog oliepeil. In het systeem ingestelde waarden van drukken etc. mogen nooit veranderd worden. Dit geldt eveneens voor alle veiligheidsvoorzieningen. Veiligheidsschakelaars mogen nooit vastgezet of overbrugd worden. HELI N.V. IZ Vantegem -Vantegemstraat 9 9230 WETTEREN TEL: +32 (0)9 368 80 80 FAX: +32 (0)9 368 80 81 www.heli.be info@heli.be