AANVULLEND ONDERZOEK WINTERVERBLIJFPLAATSEN VLEERMUIZEN LOCATIE OORDT, VRIEZENVEEN



Vergelijkbare documenten
Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

memo datum: 22 juli 2011

Onderbouwing beoordeling zorgvuldigheidsbeginsel Flora- en Faunawet Aaltenseweg 92a,92b en Bargerdijk 1 te Dinxperlo, gemeente Aalten

QUICKSCAN NATUURWETGEVING LANGBROEKERDIJK 29

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

17 maart 2011 BR GML-F01 Briefrapportage nader onderzoek naar vleermuizen in spouwmuren binnen de planlocatie Medossestraat.

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn)

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

asbest bodem ecologie

adviesbureau voor natuur & landschap NOTITIE

Notitie flora en fauna

memo datum: 28 maart 2012

ECOLOGISCH WERKPROTOCOL

Klaas Fuitestraat Genemuiden

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

Notitie. Aanvullend faunaonderzoek locatie Brusselse Poort te Maastricht

Quickscan Flora en fauna Beltshofweg 18 Haaksbergen

Notitie. Ecologische quickscan Stroovledder 17 te Dwingeloo

Quick scan ecologie. Kerkweg-Oost, gemeente Waddinxveen

Fopma NatuurAdvies. Veldonderzoek trekroutes vleermuizen en voorkomen Steenmarters, Hammerweg 10, Dalfsen. Rapport: 2011/14

Notitie n.a.v. onderzoek vleermuizen

Contra expertise. Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo. In het kader van de Flora- en faunawet. In opdracht van: Buro voor Bouwkunde Ermelo

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus GZ s-hertogenbosch

VLEERMUIZENONDERZOEK KAMPWEG 11 NIJBROEK. Adviseur Henk Jansen I versie 1.1

Uilenkamp 22. H.J.V. van den Bijtel Fotografie: H.J.V. van den Bijtel Beopublicatie: Februari 2015

Quick scan ecologie winkelcentrum t Gein

Vleermuisonderzoek watertoren, Tiel

(O, Omgevingsdienst regio Utrecht

Klaas Fuitestraat Genemuiden

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Memo Aanleiding Werkwijze

Nader onderzoek steenmarters. De Geest

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Flora- en faunawet quick scan plangebied Voorzieningenhart Waterkwartier

Inleiding en doel. Methodiek. 3 augustus 2010 B De heer Klasberg

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Gebruik van een boom door vleermuizen

Notitie. Inleiding. S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden. aan. G. Bakker & A. de Baerdemaeker. van. Quick scan Aalmarkt II en III.

Quick scan ecologie Noordzijde 102 te Bodegraven

Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat

aanvullend ecologisch onderzoek onderzoek naar de aanwezigheid van beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen

Briefrapport. Globale ligging plangebied AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Oldenzaal t.a.v. de heer F. van Es. datum: 23 november 2011

Vleermuizen en de ruimte binnen de Flora- en faunawet

VERENIGING VOOR ZOOGDIERKUNDE EN ZOOGDIERBESCHERMING Oude Kraan 8, 6811 LJ Arnhem, tel , fax ,

Bureau Veldkamp. Steenwijk, 4 november E.W. Lamberts LTO Noord Advies Hoefweg 205 A 2665 LB Bleiswijk

2. ECOLOGIE VLEERMUIZEN...

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim

Van: Verzonden: Aan: Onderwerp:

Onderzoek boomholtes bij Gramsbergen

Resultaten veldbezoek vleermuizen en vogels Hotels van Oranje te Noordwijk

Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg

Natuurtoets Flora- en faunawet

Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst. John Mulder

: Opstart werkzaamheden Meelfabriek Leiden : Rapportage quickscan Flora- en faunawet kantoorgebouw Meelfabriek Leiden

Vleermuizen & vogels Pr. Steynstraat e.o. te Velsen

Bureau Veldkamp. De heer Van Ee Amersfoortseweg NP Nieuw Millingen. Steenwijk, 13 juni 2015

Lage Veldweg 5 en 10. Verkenning flora- en fauna. In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

Pandelaar 4 te Gemert Versie 29 juni 2016

Buro Maerlant. Bakel Auerschootseweg. Nader onderzoek vleermuizen en huismus BM-NOTITIE 2014

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Herinrichting recreatiegebied Gouwzeepark - Uytvenne Quickscan Flora- en faunawet vervolgonderzoek vleermuizen

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden

Notitie quickscan beschermde soorten NRE-terrein te Eindhoven

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Verkennend Ecologisch Onderzoek

Vleermuizen DEN HAAG EN OMGEVING KAARTBIJLAGE. Kees Mostert, Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland

Vleermuisonderzoek Locatie Zorgcentrum De Klaarbeek te Epe

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Een netwerk voor vleermuizen

Vleermuisonderzoek Molukse Wijk, Tiel

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Ecologisch onderzoek binnenspeeltuin Plaswijckpark

geodesie landschapsarchitectuur civiele techniek

Notitie. Aanvullend faunaonderzoek locatie Grijzegrubben 2 te Nuth

ASSCHATTERWEG LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de functie van de omgeving voor vleermuizen

Rapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10

Aanvullend onderzoek ten behoeve van quickscan Flora en Fauna Schinveldse es

Sloop pand terrein Schuilenburg te Rhenen

Onderzoek vleermuizen

de heer A. van Straalen Zwaansweg 2B 4247 EX Kedichem Quick scan beschermde soorten Zwaansweg 2B, Kedichem

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch

Onderzoek vleermuizen

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Nader onderzoek beschermde soorten Mozartstraat 1 t/m 15 (oneven), Elst

QUICKSCAN UTRECHTSEWEG 302 AMERSFOORT

BM-RAPPORT Vleermuisonderzoek. Veenendaal Industrielaan. M.W. van den Hoorn, 5 oktober 2011.

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND FIETSPAD BERNHARDSTRAAT TE RUCPHEN

Transcriptie:

AANVULLEND ONDERZOEK WINTERVERBLIJFPLAATSEN VLEERMUIZEN LOCATIE OORDT, VRIEZENVEEN GEMEENTE TWENTERAND 25 januari 2010 B01035/OF0/002/700613/jbp

Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Plangebied 3 1.3 Werkwijze 4 2 Resultaten en conclusie 5 2.1 Resultaten veldonderzoek 5 2.2 Conclusie 6 B01035/OF0/002/700613/jbp ARCADIS 2

HOOFDSTUK 1Inleiding 1.1 AANLEIDING Ten behoeve van de ontwikkelingen op de locatie Oordt te Vriezenveen heeft ARCADIS een quick scan uitgevoerd om te beoordelen of sprake is van mogelijke overtredingen in het kader van de Flora- en faunawet (Quick scan ecologie locatie Oordt Vriezenveen, 2009). Uit deze rapportage bleek dat de aanwezigheid van vleermuizen, steenmarter en gierzwaluwen in het plangebied niet uitgesloten kan worden. Op basis van deze rapportage is een vervolgonderzoek gestart naar de aanwezigheid van deze soorten in het plangebied. Uit de natuurtoets (ARCADIS, 2009) waarin dit vervolgonderzoek is beschreven bleek dat mogelijk sprake was van de aanwezigheid van winterverblijfplaatsen van vleermuizen. Hiertoe is een onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van winterverblijfplaatsen op de locatie Westeinde 42, 44 en 46 te Vriezenveen. Deze rapportage dient als aanvulling op de al geschreven natuurtoets (Natuurtoets Vriezenveen, vervolgonderzoek. November 2009). De resultaten van het volledige ecologische onderzoek zijn dan ook terug te vinden in deze natuurtoets en niet opgenomen in deze aanvulling. 1.2 PLANGEBIED De onderzochte objecten, bestaande uit drie bij elkaar staande gebouwen temidden van het dorp Vriezenveen (Overijssel), zijn als volgt te omschrijven: Gebouw nr. 46 Kantoorgebouw in 2006 geheel uitgebrand met open dak en veel verkoold puin en verkerend in een deplorabele toestand. Drie verdiepingen met een zolder en kleine kelder (CV-ruimte met waterlaag). Gebouw nr. 44 Kantoorgebouw in redelijke staat maar met gebroken ramen, deels dichtgetimmerd, veel verspreide rotzooi. Drie verdiepingen met een zolder en kleine kelder met gladde betonnen wanden amper of geen nissen. Gebouw nr. 44 Kantoorgebouw in redelijke staat maar met gebroken ramen, deels dichtgetimmerd, veel verspreide rotzooi. Drie verdiepingen met een zolder en kleine kelder gladde betonnen wanden en amper of geen nissen. De drie gebouwen liggen ingekapseld door gebouwen in het economisch centrum van het dorp. Direct west ligt een loods en oost een woonhuis. Aan de achterkant ligt een omheind stukje braakliggende terrein; grotendeels beton en verruigd. De gebouwen zijn /worden frequent bezocht door vandaliserende jongeren; de sporen daarvan alom aanwezig. B01035/OF0/002/700613/jbp ARCADIS 3

Daarnaast bevinden zich veel verwilderde postduiven in de gebouwen. Ook huiskatten maken veel van het gebouw gebruik. 1.3 WERKWIJZE Het plangebied en de objecten zijn op 15 januari 2010 geïnspecteerd met gebruikmaking van het vleermuisprotocol, 2 april 2009 (Gegevensautoriteit Natuur). Het betrof weersomstandigheden die ideaal zijn voor diepe winterslaap van vleermuizen, namelijk een periode aanhoudende vorst, met op de dag van het onderzoek -1.3 en -1.6 graden C. Onder dergelijke omstandigheden zijn vleermuizen normaliter massaal in winterverblijfplaatsen aan te treffen. Bij het betreden van de gebouwen is eveneens gekeken naar de eventuele aanwezigheid van steenuil en steenmarter. De drie gebouwen zijn, voor zover veilig betreedbaar, zo grondig mogelijk geïnspecteerd op slapende vleermuizen. Daarvoor zijn alle bereikbare kieren, gaten en andere nauwe ruimten (bijvoorbeeld achter ruimluiken en systeemplafond) met een felle zaklamp (type Phoenix) bekeken. Verder is gelet op uitwerpselen op de grond, muren en richels. B01035/OF0/002/700613/jbp ARCADIS 4

HOOFDSTUK 2Resultaten en conclusie 2.1 RESULTATEN VELDONDERZOEK Vleermuizen Er is geen aanwezigheid van vleermuizen in de gebouwen waargenomen, in vorm van levende dieren of keutels. Voor deze soortgroep kan echter niet 100% worden uitgesloten dat er enkele individuen van mogelijk gewone grootoorvleermuis (Plecotua auritus), gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus), watervleermuis (Myotis daubentonii) en/of franjestaart (Myotis natereri) gedurende aanhoudend koude perioden diep ergens in de gebouwen verstopt zijn. De veelheid aan niet bereikbare gaten, spleten en ruimten achter systeemplafonds en luchtpijpen en dergelijke maakt uitsluitsel niet geheel mogelijk. Het is echter aannemelijk dat de kans zeer klein is dat er sprake is van een winterverblijfplaats in strikte zin des woords. Argumenten hiervoor zijn dat de gebouwen zeer tochtig en vochtig zijn en gezien de warme winters van afgelopen de jaren niet geschikt zijn als winterverblijfplaats, omdat ze niet structureel het benodigde stabiele (micro)klimaat voor vleermuizen kunnen bieden. Traditionele winterverblijfplaatsen van vleermuizen worden meestal jaar op jaar gebruikt en zijn gedurende de winter ongeacht warme of koude perioden tamelijk stabiel van klimaat; constante luchtvochtigheid, koel en meestal tochtvrij. In principe kunnen er bij gelegenheid een paar vleermuizen in de onderhavige situatie aanwezig zijn, maar er is hier zeer waarschijnlijk geen sprake van een traditionele winterverblijfplaats. Steenmarter Tijdens het onderzoek zijn sporen (keutels of latrines en geursporen) van een steenmarter(s) (Martes foina) gevonden. Het gaat hier echter niet om verse keutels. De gebouwen zijn vermoedelijk van betekenis als dagrustplaats voor een steenmarter, mogelijk een mannetje, gedurende het zomerhalfjaar. De tochtige ruimten geven dan verkoeling. Gedurende winter verblijven steenmarters bij voorkeur in meer afgesloten gebouwen, bijvoorbeeld bewoonde huizen met warmte. Steenmarters gebruiken meerdere dagrustplaatsen binnen hun territorium, en kunnen daar makkelijk naar toe uitwijken of switchen. Er zijn geen aanwijzingen gevonden van het gebruik als kraamplaats, dat wil zeggen het gebruik als voortplantingsplek voor een moederdier (moer) met haar jongen. Er zijn namelijk geen grote latrines en prooiresten gevonden. Het betreft dus geen optimale vaste verblijfplaats voor steenmarters, ook gezien de regelmatige aanwezigheid van mensen en huiskatten. B01035/OF0/002/700613/jbp ARCADIS 5

Steenuil De nabij de planlocatie door Econsultancy waargenomen steenuilen (Athene noctua) is opmerkelijk. Het gebruik van de gebouwen als roestplek door deze uilen is echter niet waarschijnlijk en als broedplaats ongeschikt. De objecten staan namelijk tussen andere gebouwen ingekapseld midden in het dorp en met daarbij veel verstoring en de aanwezigheid van prederende huiskatten en steenmarters. Het betreft hier in ieder geval geen vaste verblijfplaats voor deze soort. 2.2 CONCLUSIE Er is volgens de bevindingen van dit onderzoek geen sprake van een traditionele winterverblijfplaats van vleermuizen en/of van vaste verblijfplaatsen van andere beschermde diersoorten, in dit geval steenuil en steenmarter. B01035/OF0/002/700613/jbp ARCADIS 6