Geannoteerde Agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 18 juni 2015



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geannoteerde Agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 5 oktober 2015

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geannoteerde Agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 20 juni 2013

Fiche 1: Mededeling monitoring van de Europese pijler van sociale rechten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage 1: Geannoteerde agenda van de Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 29 februari 2008

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

Datum 30 november 2015 Betreft Reactie op het verslag van het Schriftelijk Overleg d.d. 27 november 2015 (Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid)

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

Verslag Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid 19 juni 2014 te Luxemburg

IZ/BSB/2001/ De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (W.A. Vermeend) Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Bijlage: Geannoteerde agenda Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid d.d. 7 maart 2011

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing Niet opgesteld

9336/16 dui/gar/as 1 DG B 3A

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board Niet opgesteld.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing SWD(2017) 240

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag..

Reactie Stichting van de Arbeid op het Groenboek Pensioenen van de Europese Commissie [EU/7 juli 2010; COM(2010)365 final; SEC(2010)830]

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 juni 2017 (OR. en)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË

Bijlage geannoteerde agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid op 7 juni 2010

Datum 10 september 2014 Betreft Geannoteerde Agenda van de Raad voor Concurrentievermogen van 25 en 26 september 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSBVC) 15 MAART 2018

IZ/BSB/2003/3781. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (mr. A.J. de Geus) Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

6147/16 dau/cle/as 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

9305/15 dep/sm/sm 1 DG B 3A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 november 2002 (28.11) (OR. dk) 14167/02 ADD 8 SOC 509

9632/15 ons/dau/hw 1 DG B 3A

Datum 10 april 2019 Verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele OJCS-raad 16 april 2019

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board n.v.t.

Hoofdstuk 1. Normatieve uitgangspunten en inkadering

Fiche 4: Wijziging btw-richtlijn op het gebied van btw-tarieven op boeken, kranten en tijdschriften

Hieronder ga ik in op de individuele vragen per thema. Brexit en vrij verkeer werknemers

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board Niet opgesteld

9305/1/15 REV 1 ver/ons/dp 1 DG B 3A

Eerste Kamer der Staten-Generaal

9261/18 SMU/ev 1 DG D 2

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een Interinstitutioneel akkoord inzake een verplicht transparantieregister

Deze ontvangt u mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Paul Blokhuis.

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage I : Geannoteerde agenda Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid d.d. 9 maart 2009

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

10810/14 ons/cle/mt 1 DG B 4A / DG G 1A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2012 (OR. en) 5651/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0361 (NLE) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 26 mei Voor uw informatie voeg ik tevens de Commissie mededeling inzake de nieuwe geïntegreerde richtsnoeren bij.

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Herziening zwangerschapsrichtlijn

Tweede Kamer der Staten-Generaal

6643/16 nuf/yen/hh 1 DG B 3A

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

15730/14 ver/ons/hw 1 DG D 2C

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA 's-gravenhage IZ/EA/2004/43163

7165/18 pro/gra/sv 1 DG B 1C

Datum 20 april 2012 Betreft Openbare consultatie 'Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in ondernemingsbesturen in de EU'

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A

Verslag van de Raad voor de Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 3 juni 2002 te Luxemburg

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

22112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 3: Wijziging verordening aanvullende steun bij natuurrampen. 1. Algemene gegevens

Personen met een handicap hebben gelijke rechten

10541/11 cle/gra/fb 1 DG G 2B

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2016 (OR. en)

Transcriptie:

Geannoteerde Agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 18 juni 2015 Agendapunt: Richtlijn Gendergelijkheid in Raden van Commissarissen Voortgangsrapport (Interinstitutioneel dossier: 2012/0299 (COD))) Het doel van de richtlijn is: 1. dat beursgenoteerde vennootschappen zich inspannen om te bereiken dat in 2020 van de leden van raden van commissarissen tenminste 40 % vrouw, dan wel tenminste 40 % man is; 2. dat lidstaten ervoor zorgen dat bedrijven voldoen aan de in het richtlijnvoorstel gestelde eisen voor de benoemingsprocedures voor raden van commissarissen, en 3. dat een objectieve toetsing plaatsvindt van kandidaten aan de gestelde functiecriteria, waarbij geldt dat bij gelijke geschiktheid de voorrang wordt gegeven aan de kandidaat van het ondervertegenwoordigde geslacht. Wanneer bedrijven niet aan deze eisen voldoen, moeten ze sancties opgelegd krijgen, bijvoorbeeld door middel van bestuurlijke boetes. De onderhandelingen onder het Lets voorzitterschap hebben weinig voortgang geboekt. Nederland onderschrijft het belang om een sterkere positie van vrouwen in de top van bedrijven te bevorderen, maar vindt niet dat hier op Europees niveau maatregelen voor moeten worden genomen. Zowel het kabinet als het parlement heeft om die reden eerder een negatieve subsidiariteitsbeoordeling van het voorstel gegeven. Nederland vormt met een aantal lidstaten, dat soortgelijke bezwaren als Nederland heeft, een blokkerende minderheid. Agendapunt: Richtlijn gelijke behandeling buiten arbeid Aard van de bespreking Voortgangsrapport (Interinstitutioneel dossier: 2008/0140 (CNS)) Op 2 juli 2008 heeft de Europese Commissie een voorstel gepubliceerd voor gelijke behandeling buiten de arbeid, ongeacht godsdienst of levensovertuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid. Het voorstel schept een kader voor het verbod van discriminatie op de hierboven genoemde gronden. Nederland heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de totstandkoming van een richtlijnvoorstel op dit gebied. Nederland hecht grote waarde aan de bescherming van fundamentele rechten, waaronder het recht op gelijke behandeling. Nederland is echter wel bezorgd over de wijze waarop de doelstellingen volgens het voorstel gerealiseerd zouden moeten worden. Het oorspronkelijke Commissievoorstel voor de richtlijn bevat veel onduidelijkheden, met name met betrekking tot de reikwijdte, de terminologie en de financiële en administratieve lasten. De Nederlandse inzet is de richtlijn zoveel mogelijk te laten aansluiten op de nationale beleidskeuzen en, daar waar dat niet mogelijk is, het creëren van voldoende ruimte voor lidstaten om eigen afwegingen te maken bij de naleving van de verplichtingen uit de richtlijn en de nakoming van die verplichtingen waar nodig in de tijd te spreiden. Voorts pleit Nederland voor expliciete en duidelijke afbakening van de werkingssfeer van de richtlijn met inachtneming van de 1

bevoegdheidsverdeling tussen de lidstaten en de EU, alsmede voor een verduidelijking van de gehanteerde terminologie en de financiële en administratieve impact. Bijzondere aandacht heeft daarbij de verhouding met het VN-gehandicaptenverdrag (UNCRPD). Nederland heeft de indruk dat de ontwerprichtlijn nog steeds ruimere verplichtingen oplegt dan dit verdrag en daarmee mogelijk grotere financiële en economische consequenties heeft. Dit acht Nederland onwenselijk. Ook de relatie van de richtlijn met de mogelijk toekomstige Toegankelijkheidsakte (Accessibility Act), is onduidelijk. Indien de Toegankelijkheidsakte ten aanzien van de grond handicap (deels) hetzelfde terrein zou bestrijken als de richtlijn, zou dit tot rechtsonzekerheid kunnen leiden. Dat dient te worden voorkomen. Het Letse voorzitterschap heeft twee korte besprekingen aan deze richtlijn gewijd. De redactievoorstellen van het voorzitterschap beogen de reikwijdte van de richtlijn op de onderdelen toegang tot onderwijs en sociale bescherming te verduidelijken. Nederland verwelkomt deze verduidelijkingen. Een groot aantal lidstaten deelt de zorgen van Nederland over de mogelijke financiële, juridische en praktische gevolgen. Een aantal lidstaten is daarnaast tegen het voorstel om redenen van subsidiariteit. Aangezien de besluitvorming met unanimiteit plaatsvindt, verlopen de onderhandelingen zeer moeizaam. De laatste paar jaar worden er slechts enkele raadswerkgroepen per voorzitterschap aan gewijd. Agendapunt: het Europees Semester 2015: Bijdrage aan de Europese Raad (25-26 juni 2015) Debat over de concept Raadsaanbevelingen over de Nationaal Hervormingsprogramma s 2015 aan elke lidstaat, een analyse van de 2015 Landenspecifieke Aanbevelingen (LSA s) en de implementatie van de 2014 LSA s (opinies Werkgelegenheidscomité en Sociaal Beschermingscomité) en de Employment Performance Monitor. Politieke overeenstemming over de landenspecifieke aanbevelingen aan de lidstaten (Interinstitutioneel dossier: 2015/0051 (NLE))). Landenspecifieke Aanbevelingen De Raad debatteert over de bijdrage aan de Europese Raad op 25-26 juni met betrekking tot de 2015 LSA s in het kader van het Europees Semester. In totaal zijn drie landenspecifieke aanbevelingen aan Nederland gedaan. Het kabinet heeft hierover een appreciatie opgesteld die op 22 mei jl. aan de Tweede Kamer is gestuurd. De aanbeveling over het verlagen van de bijdragen aan de tweede pijler van het pensioenstelsel voor mensen in de eerste jaren van hun loopbaan, ligt mede op het terrein van de Raad WSBVC. Een bespreking van deze aanbeveling staat geagendeerd voor het AO Pensioenonderwerpen op 10 juni a.s. Opinies EMCO en SPC Het Werkgelegenheidscomité (EMCO) heeft een opinie opgesteld over het arbeidsmarktbeleid van de EU-lidstaten over het afgelopen jaar en inzake het 2015 pakket van landenspecifieke aanbevelingen. In het document wordt beschreven dat de lidstaten in het afgelopen jaar additionele ambitieuze hervormingen hebben doorgevoerd om de diverse arbeidsmarkt gerelateerde uitdagingen, zoals o.a. het tegengaan van segmentatie op de arbeidsmarkt en het verlichten van lasten op arbeid, aan te pakken. EMCO verwelkomt de nieuwe, meer gefocuste en in aantal afgenomen aanbevelingen. Hierbij merkt EMCO op dat het aantal aanbevelingen op het gebied van arbeidsmarktbeleid met de helft is 2

afgenomen en dat er meer aanbevelingen op werkgelegenheidsterrein zijn gedaan. EMCO signaleert dat hervormingen op de arbeidsmarkt cruciaal blijven. Het voorzichtig aantredende economisch herstel zou volgens EMCO niet mogen leiden tot verminderde aandacht en inspanningen voor arbeidsmarkthervormingen. EMCO verwelkomt de vervroegde publicatie van de landenrapporten. Daarnaast merkt de EMCO op dat, gezien de nieuwe timing van het Europees Semester en de continue interactie tussen lidstaten en de Commissie, dat de rol en de toegevoegde waarde van Nationaal Hervormingprogramma s onduidelijk is geworden. Het Sociaal Beschermingscomité (SPC) heeft een opinie opgesteld over het 2015 pakket van landenspecifieke aanbevelingen en de implementatie van de landenspecifieke aanbevelingen uit 2014 op het gebied van sociale bescherming en sociale inclusie. In de opinie wordt aangegeven dat lidstaten vorderingen hebben gemaakt om de dekking en toereikendheid van sociale zekerheid te verbeteren en de link met activering te versterken. Ten aanzien van aanbevelingen inzake de financiële houdbaarheid van pensioenstelsels vindt het SPC ook dat vooruitgang is geboekt. Met betrekking tot de aanbevelingen op het gebied van gezondheidszorg en langdurige zorg, concludeert het SPC dat de meeste lidstaten maatregelen hebben genomen om de houdbaarheid en kosteneffectiviteit te verbeteren. Ten aanzien van het 2015 pakket aan landenspecifieke aanbevelingen, merkt het SPC op dat het aantal aanbevelingen op het gebied van armoede en sociale inclusie ten opzichte van vorig jaar is afgenomen. Dit terwijl in ruim een derde van de lidstaten het risico en de ernst van armoede niet is afgenomen. Ten aanzien van de aanbevelingen op het gebied van gezondheidszorg en langdurige zorg merkt het SPC op dat de 2015 aanbevelingen sterk gericht zijn op houdbaarheid en kosteneffectiviteit, maar dat het daarnaast van belang is om de kwaliteit en toegankelijkheid van gezondheidszorg en langdurige zorg te garanderen. Ook het SPCO verwelkomt de vervroegde publicatie van de landenrapporten. Employment Performance Monitor De Employment Performance Monitor (hierna: EPM) biedt een overzicht van de situatie op de arbeidsmarkten in de lidstaten van de EU op basis van statische analyses. De kwantitatieve inbreng voor de EPM is afkomstig van het Joint Assessment Framework (JAF). De JAF bestaat uit een groot aantal indicatoren die de ontwikkelingen op het gebied van de arbeidsmarkt bijhouden. In de EPM is voor ieder land een kwantitatief overzicht opgenomen met de voortgang op de belangrijkste JAFindicatoren. Daarnaast is per lidstaat een tabel opgenomen waarin opvallend goede arbeidsmarktprestaties, maar ook landenspecifieke arbeidsmarktuitdagingen geformuleerd zijn. Nederland kan instemmen met de Commissieaanbeveling over pensioenen. Het kabinet heeft op 22 mei een appreciatie van het voorstel voor landenspecifieke aanbevelingen aan de Tweede Kamer gestuurd. Wel is het kabinet ten aanzien van de pensioenaanbeveling van mening dat er meerdere oplossingen denkbaar zijn om de door de Commissie gesignaleerde uitdaging op het gebied van de verdeling van kosten en risico s binnen en tussen generaties aan te pakken. Het kabinet kan de opinies van EMCO en SPC over de 2015 LSA s en de implementatie van de 2014 LSA s onderschrijven. Het kabinet kan de EPM onderschrijven. Voor Nederland zijn de positieve punten vooral het lage aantal NEETs (jongeren zonder baan of opleiding), het relatief geringe risico voor werklozen om in armoede te vervallen en de kleine kloof qua werkgelegenheid tussen mannen en vrouwen. De uitdagingen liggen op het terrein van de arbeidsparticipatie van derdelanders (inwoners zonder EUnationaliteit), het lage aantal gewerkte uren, segmentatie op de arbeidsmarkt met weinig mobiliteit voor flexwerkers naar vaste banen, een hoge belastingdruk en met name hoge marginale druk voor tweede verdieners (meestal vrouwen), een hoge werkloosheidsval en marginale druk voor werknemers met een laag inkomen en loonontwikkelingen in sectoren die niet geheel in lijn zijn met de productiviteitsontwikkeling (onvoldoende loondifferentiatie). 3

Agendapunt: Raadsconclusies inzake het dichten van de pensioenverschillen tussen mannen en vrouwen Aanname van raadsconclusies (documentnummer nnb) : In deze raadsconclusies worden de lidstaten opgeroepen de genderkloof op pensioengebied zowel voor de huidige als toekomstige cohorten van gepensioneerden aan te pakken, zodat de economische zelfstandigheid van vrouwen en mannen wordt bevorderd en de genderverschillen bij armoede onder ouderen wordt teruggedrongen. : Nederland kan instemmen met de Raadsconclusies. Vele lidstaten kennen problemen met pensioenverschillen tussen mannen en vrouwen. Voor Nederland is dit probleem vrij beperkt. Doordat de AOW-uitkering door alle ingezetenen wordt opgebouwd speelt in Nederland in de AOW het genderprobleem niet. Ook in de pensioenen is dit probleem beperkt, omdat de meeste Nederlandse regelingen partnerpensioenen kennen, die ervoor zorgen dat de achterblijvers acceptabele pensioenaanspraken blijven houden na het overlijden van partner die het pensioen heeft opgebouwd. Agendapunt: Raadsconclusies Rapport Europese Rekenkamer inzake de Jeugdgarantie Aanname van raadsconclusies (documentnummer nnb) : De Europese Rekenkamer heeft een rapport over de Jeugdgarantie uitgebracht. Ze definieert drie risicogebieden in de huidige inrichting van de Jeugdgarantie. In deze raadsconclusies wordt gereageerd op dit rapport en de aanbevelingen van de Rekenkamer. De drie belangrijkste aanbevelingen en de reacties daarop in de Raadsconclusies zijn: Aanbeveling Rekenkamer: Lidstaten moeten een duidelijk en compleet overzicht bieden van alle genomen en te nemen maatregelen die onder de Jeugdgarantie vallen. Hierdoor kan de Commissie correct inschatten welke financiële middelen nodig zijn. Reactie Raad: Bij de inschatting van de benodigde financiële middelen dient rekening gehouden te moeten worden met de grote diversiteit aan maatregelen op nationaal niveau. Aanbeveling Rekenkamer: De Commissie moet heldere definities geven van de banen, stages of traineeships die mogen worden gefinancierd door middelen gereserveerd voor de Jeugdgarantie. Reactie Raad: De Raad verwijst naar haar eerdere aanbeveling om rekening te houden met de grote verscheidenheid aan nationale arbeidsmarkten in de Europese Unie en de behoefte aan een meer pragmatische, resultaatgerichte aanpak in de lidstaten. Aanbeveling Rekenkamer: De Commissie moet een uitgebreid toezichtsysteem voor de jeugdgarantie opzetten, die zowel toeziet op structurele hervormingen als maatregelen gericht op individuen. De resultaten van deze monitoring moet worden gerapporteerd aan het Europese Parlement en de Raad. Reactie Raad: De Raad benadrukt dat er veel vooruitgang is geboekt op het gebied van toezicht op de uitvoering van de Jeugdgarantie, en noemt in het bijzonder dat de Jeugdgarantie nu is opgenomen in het raamwerk van de Indicatoren groep van het Werkgelegenheidscomité (EMCO). : 4

Nederland kan instemmen met de Raadsconclusies. Nederland steunt de Jeugdgarantie en daaraan gerelateerde doelstellingen. Nederland ziet de Jeugdgarantie als een inspanningsverplichting aan de lidstaten en geeft daar op eigen wijze op nationaal niveau invulling aan. Nederland heeft bij de onderhandelingen over de Raadsconclusies enkele kritische kanttekeningen bij dit rapport van de Europese Rekenkamer geplaatst. Het rapport houdt in onvoldoende mate rekening met nationale verschillen in de hoogte van jeugdwerkloosheid en de invulling van de aanpak in relatie tot verschillende gedecentraliseerde regeringen. De Raadsconclusies weerspiegelen de kritische kanttekeningen van Nederland goed. Agendapunt: Diversen Aard van de bespreking Diverse informatiepunten De Raad zal de informatie van het Letse voorzitterschap aanhoren over diverse dossiers, de diverse conferenties die hebben plaatsgevonden onder Lets voorzitterschap en een rapport van de Commissie inzake het transitieregime vrij verkeer van werknemers voor Kroatië. Daarnaast zal Luxemburg als aankomend voorzitter zijn werkprogramma toelichten. Nederland zal de informatie aanhoren. 5