DE SKOR VOGELWERKGROEP TEXEL

Vergelijkbare documenten
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Datum: Woensdag 26 juni Excursie: Oostvaardersplassen. Gids: Pim

BMP rapport Gat van Pinte 2013

Datum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013

Routekaart Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO

BMP rapport. Gat van Pinte Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Datum: Dinsdag 28 mei Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gids: Pim

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur.

BMP rapport Gat van Pinte 2012

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2015 voor CCWO

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Vervolgens reden we via de Torenvalkweg naar de Oostvaardersplassen. We besloten van start te gaan met een wandeling over het Oostvaardersveld.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Donderdag 19 mei 2016: Avondexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012

Datum: 13 april Excursie: Ochtendexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Datum: Vrijdag 14 juni Excursie: Middagexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Overzicht ringactiviteiten 2014 voor Oud Valkeveen en het Raboes

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Datum: Zondag 16 juni Excursie: Oostvaardersplassen middagexcursie. Gids: Pim

Big Days Groot-Amsterdam

Weekendje Texel oktober 2016

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Datum: 13 april Excursie: Middagexcursie Brabantse Biesbosch. Gids: Pim

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

overvliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober.

Datum: Maandag 21 mei Excursie: Zuid-Kennemerland, Duinen & Polder. Gids: Pim

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Lepelaar vrij schaars klein aantal klein aantal

Vogeltrektelling 30 oktober 2016

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Datum: 13 mei Excursie: Brabantse Biesbosch. Gids: Pim

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Zondag 6 november 2016: Middagexcursie in de Oostvaardersplassen.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2018 voor CCWO

BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag

Datum: Zondag 30 juni Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gids: Pim

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Datum: Donderdag 4 april Excursie: Naardermeer ochtendexcursie. Gids: Pim

Zomeravondexcursie Oostvaardersplassen: 21 juni Gids: Pim

Het bos, of wat daar van over was, was rijk aan vele vogelsoorten, maar de winterkoning en de gekraagde roodstaart spanden wel de kroon.

BMP rapport. Gat van Pinte 2017

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Ornithologisch jaarverslag Texel 2009

BMP rapport. Gat van Pinte 2018 (1 e Concept) Wakende Holenduif. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Augustus 2018

2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha

Vogels van Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter van 2012/13 Symen Deuzeman & Willem van Mamen

Nieuwsbrief PTT December 2013

Rootsweekend Texel 2016

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013

^^^^^<^3^ der Wal 'htinsen bij Bolt. Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus AB EMMELOORD. Geachte heer Berends,

Op deze ongelooflijk mooie oktoberdag, het leek wel hartje augustus, mocht ik op pad met een zeer vriendelijk echtpaar uit het Zeeuwse Middelburg.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Euro Birdwatch 2012 Jaarlijkse trekteldag

Plotseling was er grote paniek onder de aanwezige vogels, een fraaie Slechtvalk gaf act de presence.

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2017 voor CCWO

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN André van Kleunen

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

Datum: Zaterdag 6 januari Gebied: Oostvaardersplassen Flevoland. Deelnemers: Cees, Raymon, Isabel & Michiel. Gids: Pim

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 202

Ornithologisch jaarverslag Texel 2011

Verslag Wadvogeltellingen langs de Wieringerkust.

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

TREKTELLEN 2006 TELPOST OOLMANSWEG Aagje van der Wulp

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

10 jaar broedvogelonderzoek Grote Geul te Kieldrecht.

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Nationale vogeltelling voor golfbanen in samenwerking met de NGF en Golf- & Countryclub Liemeer

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2016 voor CCWO

Checklist van de vastgestelde vogelsoorten binnen Blokkersdijk

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura gebieden

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012

Voor die teller die in het broedseizoen boven de 100 soorten in zijn blok uitkomt is er een leuke verrassing (zie hieronder).

Diepholz, Duitsland Voorjaar met Kraanvogels! 9 t/m 11 maart 2018

Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV)

Wintertelling 2012/13 voor de Vogelatlas in Noord Holland Noord en Zuid

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011

Transcriptie:

DE SKOR VOGELWERKGROEP TEXEL Jaargang 37, nummer 2, 2018

De Skor is een uitgave van Vogelwerkgroep Texel en verschijnt 4 x per jaar Voorzitter: Lieuwe Dijksen, Fonteinsweg 9, 1797 RK Den Hoorn, 0222-312303 Algemeen secretaris: Elsemiek Heins, Mienterglop 44, 1796 MR De Koog, 06-13314630 Penningmeester: Rina Rood, Julianastraat 6, 9431 BH Westerbork, 0593-565625 Natuurhistorisch secretaris: Adriaan Dijksen, Rommelpot 7, 1797 RN Den Hoorn, 0222-319231 Excursies en lezingen: Vacant Vogelbeschermingszaken: Vacant PR-zaken: Marcel Wijnalda, Stuifweg 7, 1794 HA Oosterend, 06-13271120 Redactie: Lieuwe Dijksen, Resi Kompier, Cor Smit en Edzard van Abs: skor@vwgtexel.nl Ons adres is: Onze website is: Vogelwerkgroep Texel Mienterglop 44 1796 MR De Koog secretaris@vwgtexel.nl www.vwgtexel.nl Contributie en lidmaatschap IBAN: NL46INGB0008417822 ten name van Vogelwerkgroep Texel te Westerbork BIC-code: INGBNL2A Lidmaatschap: 20,- per jaar, via automatische incasso 18,- Aanmelden bij Elsemiek Heins: secretaris@vwgtexel.nl, 06-13314630 (NB. opzeggen kan uitsluitend via mail of via de post (adres zie boven)). Foto voorkant: René Pop (Huiszwaluwen, Delichon urbicum) Tekening achterkant en logo: Frits Jan Maas De Skor wordt gesponsored door Administratiekantoor Rood. Kopijsluitingsdatum volgende Skor: 15 augustus 2018 Daaropvolgende Skor: 15 november 2018, 15 februari 2019 en 15 mei 2019 2

Van de redactie Als deze Skor bij jullie in de bus valt in het voorjaar al bijna weer voorbij en staat de zomer voor de deur. Hoewel, eigenlijk is het al een poosje zomer, gemeten aan het zeldzame mooie weer van de afgelopen weken. Er was bijna geen dag dat je niet droog bleef bij tellingen, karteringen of het gewoon naar vogels kijken. En er was weer veel te zien! De regelmatig voorkomende wind uit het oosten zorgde voor een scala aan leuke, voor Texel minder gewone vogelsoorten. Tijdens de Big Day op 12 mei werden maar liefst 156 verschillende soorten gezien. Een nieuw record voor ons eiland. Over de broedvogels hopen we in het volgende nummer meer te kunnen vertellen. Want er waren interessante en opvallende verschuivingen. Om maar iets te noemen: mogelijk weer eens broedende Velduilen, geen verdere achteruitgang van Blauwe Kiekendieven en veel Kluten in de nieuwe gebieden langs de dijk. Het niet meer terugzetten van de bijvangsten in zee lijkt effect te hebben op de stand van Kleine Mantelmeeuwen. En waar waren de Sprinkhaanzangers, Gekraagde Roodstaarten en Grauwe Vliegenvangers? En in het Jaar van de Huiszwaluw lijkt deze soort een flinke veer te hebben gelaten. Op de Sovon-site viel te lezen dat noordenwinden en stofstormen boven de Sahara en ook slechte weersomstandigheden in Zuid-Europa en Noord Afrika hier mogelijk debet aan zijn. Zou dat ook gelden voor de drie andere zangvogelsoorten die ik noemde? Of heeft dat ook iets te maken met de steeds ongunstiger wordende omstandigheden in de overwinteringsgebieden ten zuiden van de Sahara? Leo Zwarts en companen vergeleken hun uitgebreide tellingen met die van 50 jaar geleden en berekenden dat er daar 80% van de zangvogels is verdwenen. Ruw geschat 1,5 tot 2 miljard vogels. Het betreft vooral lokale soorten, maar ook overwinterende trekvogels. Door de sterke bevolkingsgroei en de daardoor ook sterk toegenomen aantallen vee, in combinatie met droogtes, is veel van de oorspronkelijke begroeiing verdwenen. Hoe het ook zij, het geeft ons de verplichting in elk geval de broedbiotopen van deze vogels optimaal te beschermen. Het is dan ook verheugend dat de Big Day meer dan 15.000 aan sponsorgelden voor de Huiszwaluw op Texel heeft opgebracht! Helaas werd er weinig kopij ingestuurd. Het is dus een nogal dunne Skor geworden dit keer. Gelukkig hebben we een aantal trouwe schrijvers. Marije Binsbergen met Jarne s Favorieten met deze keer de Witte Kwikstaart. Mart Zijm met zijn verslagen over de activiteiten van de ringers in de Korverskooi en mede redactielid Cor Smit met een overzicht van de tellingen van vorig jaar en een bijdrage in zijn serie over de wad- watervogels. Dit keer wordt het voorkomen op Texel van de Dodaars belicht. Tevens in dit nummer een oproep tot medewerking aan onderzoek aan de Huiszwaluw, de vogel van het jaar. Nieuw is dat de rubriek Van het bestuur met ingang van dit nummer steeds door een ander bestuurslid zal worden geschreven. In dit nummer wordt hiermee door Adriaan Dijksen een begin gemaakt. Tenslotte: we hopen voor het volgende nummer van De Skor (sluitingsdatum voor het aanleveren van de kopij is 15 augustus) wat meer stukken binnen te krijgen! Lieuwe Dijksen 3

Van het bestuur De Algemene Ledenvergadering heeft nog geen oplossing gebracht wat betreft het opvullen van de vacante bestuursplaatsen. Zodoende moeten we het doen met 5 in plaats van 7 leden. Dat is heel jammer en wel degelijk merkbaar in bij de hoeveelheid werk die op ons afkomt en die we kunnen uitvoeren. We roeien echter met de riemen die we hebben, wat niet wegneemt dat er hier en daar beslist zaken zijn die zullen blijven liggen. Wij vinden communicatie met de leden belangrijk. Daarom is het fijn dat nadat begin april het Jaaroverzicht 2017 van Vogels op Texel verscheen er nu alweer een nieuwe Skor klaar ligt. Het lijkt misschien geen heel grote klus om een verenigingsblad in elkaar te draaien, maar dat is het zeker wel. Er worden hoge eisen aan vorm en inhoud gesteld en het drukklaar maken vergt veel tijd. En dat is allemaal werk in eigen tijd van onbetaalde krachten! Ook het digitale mededelingenblad van de vereniging, de Koekoek, de excursies buiten in de natuur en de organisatie van lezingen etc. blijven wat ons betreft een hoge prioriteit houden. Maar we willen nog zo veel meer. Contacten met anderen in het speelveld van natuur- en vogelbescherming, zowel op Texel als verder in het land, moeten we niet verwaarlozen en zouden we juist moeten uitbouwen. Contacten met de natuurbeherende instanties, met de gemeente en de raadsleden en met organisaties die gebruik maken van of beslag leggen op de groene ruimte. Want er heersen vele misverstanden over de natuur, de natuurbescherming en de natuurbeschermers. We gaan op korte termijn in ieder geval proberen afspraken te maken met de politieke partijen op ons eiland, en hebben al contact gehad met een bestuurslid van de LTO. Het valt op dat als het over natuur, en dan in bijzonder over vogels gaat, iedereen daar ineens veel verstand van denkt te hebben. Op het gebied van weidevogelbescherming was dat afgelopen voorjaar weer duidelijk. We hebben geprobeerd daar in de bijeenkomsten in het kader van Duurzaam Door verbetering in aan te brengen. Bijeenkomsten die bedoeld waren meer begrip te krijgen voor elkaars standpunten en samen te werken in zaken zoals weidevogelbescherming. Dat kan echter nauwelijks gelukt genoemd worden. De partijen die geloven dat je de natuur moet beheren m.b.v. het geweer hielden voet bij stuk en bestookten zelfs de gemeenteraad. Daarbij o.a. geschriften aanhalend uit de jaren 20 van de vorige eeuw! Er is hier veel over te zeggen, maar het doet ons pijn te moeten constateren dat er dit jaar op Vogeleiland Texel (weer) vele honderden, zo niet duizenden vogels zullen worden gedood, geschoten (ganzen, Zwarte Kraaien) of de nek omgedraaid (Kauwtjes). Ondertussen is er de laatste jaren hard gewerkt om meer natuur op ons eiland te verwezenlijken. Nieuwe natuur wordt het genoemd, maar het is in feite het herstellen van verloren gegane natuur in de Hanenplas, Dorpzicht-Roggesloot, De Bol-Bemes, Nieuw Buitenheim, de Oude Sluishoek en Waal en Burg. In de publieke opinie, en ook in besturen, wordt vaak gedacht of wordt uit politieke overwegingen gesteld dat dit 4

bedacht is door natuurliefhebbers of organisaties. Maar het is beleid van de Overheid! Al decennia geleden is op het hoogste niveau besloten dat er meer natuur in Nederland moet komen. De inrichting van de nieuwe gebieden op Texel is daar o.a. een gevolg van. Wie denkt dat de natuur en de vogels op Texel veilig zijn, komt bedrogen uit. Kijk maar naar de perikelen die spelen bij de dijkverzwaring langs het Wagejot. Lees de kranten maar over eventuele samenwerking met de Wielerunie om Texel sporteiland beter op de kaart te krijgen. Zie alle vergunningen voor het houden van meer Grote Sterns in Wagejot met machines op de achtergrond vee in grotere stallen. Leg het oor maar eens te luisteren bij grote recreatieondernemers of bezoek een inspraakavond van het Nationale Park. Het bestuur zal er alles aan blijven doen op te komen voor de vogels. En we hopen ook dat zoveel mogelijk leden zich laten horen als de natuur weer eens bedreigd wordt. Adriaan Dijksen Foto s: Bernard Spaans 5

Agenda Zondag 1 en 29 juli Vogelaflevering van het radioprogramma Natuurwijzer op Radio Texel. Klaas de Jong en Lieuwe Dijksen presenteren van 12.00 tot 13.00 uur gevarieerde onderwerpen over vogels. Om ongeveer 12.30 uur Texels natuurnieuws. Op dinsdagavond om 18.00 uur wordt het programma herhaald. Via de ether: FM 106.1, via de kabel 98.5 en online: http://www.radiotexel.nl/stream.html. Juli/augustus In deze maanden zullen 2 of 3 avondexcursies langs de Waddendijk bij Utopia worden gehouden. De data zijn nog niet bekend, maar komen op onze website en/of worden per Koekoek geannonceerd. Zaterdag 18 augustus Integrale wad- en watervogeltelling gecoördineerd door Cor Smit. Hoogwater te Oudeschild om ca. 14.00 uur. Als je een keer mee wilt om te tellen, kun je je aanmelden bij: cor.smit@kpnplanet.nl. Zondag 26 augustus Vogelaflevering van het radioprogramma Natuurwijzer op Radio Texel. Klaas de Jong en Lieuwe Dijksen presenteren van 12.00 tot 13.00 uur gevarieerde onderwerpen over vogels. Om ongeveer 12.30 uur Texels natuurnieuws. Op dinsdagavond om 18.00 uur wordt het programma herhaald. Via de ether: FM 106.1, via de kabel 98.5 en online: http://www.radiotexel.nl/stream.html. Zaterdag 15 september Integrale wad- en watervogeltelling gecoördineerd door Cor Smit. Hoogwater te Oudeschild om ca. 13.00 uur. Als je een keer mee wilt om te tellen, kun je je aanmelden bij: cor.smit@kpnplanet.nl. Zondag 23 september Vogelaflevering van het radioprogramma Natuurwijzer op Radio Texel. Klaas de Jong en Lieuwe Dijksen presenteren van 12.00 tot 13.00 uur gevarieerde onderwerpen over vogels. Om ongeveer 12.30 uur Texels natuurnieuws. Op dinsdagavond om 18.00 uur wordt het programma herhaald. Via de ether: FM 106.1, via de kabel 98.5 en online: http://www.radiotexel.nl/stream.html. 7

Watervogeltellingen op Texel, 1980-2017: de Dodaars Dodaarzen zijn kleine fuutjes met een gedrongen lichaam, korte hals en een grijswitte pluizige achterzijde (vandaar de naam!). In de winter hebben ze een bruine rug en bovenzijde van de kop. De flanken en hals zijn bleekbruin. In het broedkleed zijn ze contrastrijker gekleurd, met een kastanjebruine nek en een gele vlek bij de snavel. De soort wordt ook wel aangeduid met de naam Hagelzakje en op zich is dit een aardige beschrijving van het uiterlijk van deze vogel. Ze kunnen op basis van hun lichaamsbouw alleen met Geoorde Futen en Kuifduikers verward worden. Deze 2 soorten hebben echter een zwarte rug, een witte voorzijde van de hals en grijs en wit op de flanken. Dodaarzen duiken frequent en produceren in het voorjaar een hinnikende langgerekte biebiebie. triller, waardoor ze hun aanwezigheid, ondanks de verborgen leefwijze in de broedtijd, verraden. Mannen en vrouwen kunnen in het veld niet worden onderscheiden. De meeste Dodaarzen op Texel worden op zoete binnenwateren aangetroffen, soms ook op de Waddenzee. Er worden minstens 9 ondersoorten onderscheiden, waarvan er één (ruficollis) broedt in Europa en Noordwest-Afrika, de andere in Afrika en Azië (Cramp & Simmons 1977). Dodaars Foto: René Pop 8

Voorkomen Dodaarzen broeden langs de oevers van (soms heel) kleine en middelgrote ondiepe meren, plassen en poldersloten waar een weelderige oevervegetatie aanwezig is en waar ze weinig concurrentie in de vorm van roofvissen ondervinden. De soort is het meest talrijk op vennen, duinplassen en in moerassen met niet al te voedselrijk water (Boele et al. 2018). Het vrij slordige en op het water drijvende nest bestaat uit enkele lagen plantaardig materiaal dat wordt vastgemaakt aan uit het water omhoog komende planten of over het water hangende takken (Cramp & Simmons 1977). Het nest wordt doorgaans goed verstopt in riet- of zeggenvegetaties gebouwd. Dodaars in zomerkleed Foto: René Pop De Nederlandse broedvogels zijn stand- of zwerfvogel en overwinteren doorgaans in eigen land. Een deel trekt weg naar België, Noordwest Frankrijk en het oosten van Engeland (http://www.vogeltrekatlas.nl). In de wintermaanden is ongeveer 2/3 van de in Nederland overwinterende Dodaarzen in zoet en 1/3 in zout water aanwezig. Bij aanhoudende vorst trekken ze weg naar dichtbij gelegen vorstvrije gebieden. Stilstaande wateren worden het eerst verlaten en tijdens langdurige vorst verplaatsen ze zich naar de rivieren en stromende wateren met wakken. Wanneer de vorst lang aanhoudt verschijnen er steeds 9

meer Dodaarzen op de Zeeuwse wateren (Veerse Meer, Oosterschelde) en ook op open zee, vooral langs de Zuid-Hollandse kust. Op het Veerse Meer kunnen de aantallen oplopen naar 200-1200 vogels. In de Zeeuwse wateren als geheel werd het totaal aantal Dodaarzen in november 1977 en januari 1978 (tijdens een zachte winter) geschat op 4300-5300 ex. maar tijdens deze tellingen werd ook gedetailleerd gekeken in allerlei kleine wateren die tijdens de gebruikelijke tellingen minder goed worden onderzocht (Meininger in Bijlsma et al. 2001). Broedvogels uit Zuid-Scandinavië en Oost-Europa trekken weg naar Zuid-Europa en het Middellandse Zeegebied. Enkele terugmeldingen van vogels die waren geringd in Duitsland, Polen en Denemarken laten zien dat sommige oostelijk en noordelijk van Nederland broedende vogels tijdens de trek ook Nederland aandoen (http://www.vogeltrekatlas.nl, Bairlein et al. 2014). Voedsel Het voedsel wordt duikend bemachtigd en bestaat uit waterinsecten en hun larven, kreeftjes, slakjes, larven van amfibieën en visjes tot het formaat van een Stekelbaars (Scharringa et al. 2010). Insecten en hun larven zijn het meest belangrijk in de broedtijd. Soms wordt ook plantaardig materiaal gegeten en dat blijkt niet alleen materiaal te zijn dat per ongeluk wordt ingeslikt (Cramp & Simmons 1977). In brakwater gebieden in Wales bestond het voedsel uit kleine kreeftachtigen en grondels (Gobius - Fox 2009). Tijdens het foerageren wordt soms gebruik gemaakt van de aanwezigheid van eenden die prooien opjagen. Dodaarzen zoeken dan bewust de eenden op en volgen deze (de Baerdemaeker 2017). Dergelijk gedrag werd ook opgemerkt in de nabijheid van Nijlpaarden (Pooley 1967). Populatiegrootte Het aantal broedparen op Texel wordt momenteel geschat op tenminste 15-20 paren (de Raad & Kooistra 2018). Dat is veel minder dan in de eerste helft van de 20e eeuw toen in het cultuurland vele tientallen broedparen aanwezig waren (50?) en in de duinen nog eens 10-15. De ruilverkaveling in de jaren 50 heeft veel geschikt broedbiotoop doen verdwijnen en in het agrarisch cultuurgebied dat daarna ontstond is het polderpeil omlaag gebracht en is de waterkwaliteit in de sloten sterk achteruit gegaan (Dijksen 1996). Op Texel broeden ze tegenwoordig in kleine aantallen in de Geulplas, de Horsmeertjes en andere duinmeren zoals de Muyplas en het Grote Vlak. Er zijn ook broedgevallen bekend uit de Robbenjager, Ceres, Dijkmanshuizen en kleine binnendijkse plasjes (zie kaart in Scharringa et al. 2010). Het aantal broedparen in 1998-2000 in Nederland werd geschat op 1800-2500 paren, maar de bovengrens van deze schatting is gebaseerd op aantallen in een periode waarin sprake was van heel gunstige omstandigheden voor de soort. Deze vogels broedden 10

verspreid over het hele land, inclusief de Waddeneilanden. Dankzij de aanwezigheid van vennen, moerassen, duinplassen, kreken en wielen zijn de hoogste dichtheden aanwezig in Drenthe, Zuidelijk Flevoland, de duinstreek, Midden-Zeeland, het zuiden van Noord- Brabant en het noordelijke deel van Limburg (Hustings & Vergeer 2002). Het aantal broedparen in 1966-1967 bedroeg 1000-2000, maar is mogelijk te laag ingeschat. Tijdens de Atlasperiode 1973-1977 broedden er 1500-2000 paren (Teixeira 1979). De trend in de broedvogelaantallen in Nederland is licht positief (Boele et al. 2018). Het aantal in de winter aanwezige Dodaarzen in Nederland wordt geschat op 4600-6100 vogels (https://www.sovon.nl/nl/soort/70). Op basis van een geschat aantal broedparen van 99.000-170.000 in Europa en Noordwest-Afrika wordt de omvang van de Europese broedpopulatie van de Dodaars geschat op 300.000-510.000 vogels. Deze aantallen nemen licht toe (Wetlands International 2018). Het aantal in Nederland overwinterende Dodaarzen bedraagt dus maar 1% van de Europese populatie. Fenologie De gemiddelde aantallen Dodaarzen op Texel per maand zijn weer gegeven in figuur 1. Hieruit blijkt dat ze vooral aanwezig zijn in de maanden september t/m januari en dat ze schaars zijn in mei t/m juli. De maximale aantallen worden bereikt in november, wanneer 40 35 30 35 25 30 25 20 15 10 20 5 0 J F M A M J J A S O N D 15 10 5 0 J F M A M J J A S O N D Figuur 1. De gemiddelde aantallen Dodaarzen op Texel per maand, uitgesplitst naar 3 perioden, op basis van de in deze maanden uitgevoerde watervogeltellingen. Met de lichtblauwe balken zijn de gemiddelde waarden voor de jaren 1980-1989 weergegeven, met de blauwe de gemiddelden tussen 1990-1999 en met de donkerblauwe de gemiddelden tussen 2000 en 2017. 11

gemiddeld 30 Dodaarzen aanwezig zijn (max. 61 in november 2005). Het patroon dat is weergegeven in figuur 1 lijkt maar matig op het aanwezigheidspatroon van de Dodaars in Nederland. Het patroon op Texel is duidelijk gepiekt in de maanden november en december terwijl in Nederland, als geheel, er maar betrekkelijk kleine verschillen zijn in de aantallen tussen oktober en februari. Dit is een gevolg van het feit dat de aantallen in het Waddengebied en de zoete Rijkswateren (IJsselmeer, Randmeren, Grote Rivieren) pieken in het najaar maar in het Deltagebied in januari en februari (Hornman et al. 2018). Opvallend in figuur 1 is verder dat er grote verschillen zijn in de gemiddelde waarden per maand voor de 3 onderscheiden periodes. In de maanden oktober t/m maart zijn de aantallen in de jaren 1990-1999 duidelijk lager dan in 1980-1989 en 2000-2017, terwijl de aantallen in augustus en september in deze jaren juist aan de hoge kant zijn. Dodaars in winterkleed Foto: René Pop Verspreiding van de soort op Texel In november, de maand met de hoogste aantallen, zijn de meeste Dodaarzen aanwezig in polder Het Noorden (omgeving De Bol, Utopia), de Prins Hendrikpolder (Molenkolk, Ceres, de Schans), het gebied tussen Oudeschild en Oosterend (Wagejot, Dijkmanshuizen, de Zandkes, afwateringskanalen), Waal en Burg (Wester- en Oosterkolk, kanaal ten westen van het Natte Blok) en het noordelijke deel van polder Eierland (Roggesloot, Eierlands kanaal). In april en mei vinden we de hoogste aantallen in de deelgebieden Horsmeertjes/ De Geul (48% van het totaal op Texel in april, 52% in mei), Grote Vlak/Pompevlak (13% in april) en De Muy (10% in april en 21% in mei). De aantallen in het voorjaar zijn echter moeilijk vast te stellen. 12

In deze maand zijn Dodaarzen erg schuw, waardoor ze moeilijk te inventariseren zijn. De ver dragende baltsroep (de hierboven al beschreven hinnikende biebiebiebie-roep) is vaak de enige indicatie dat er Dodaarzen aanwezig zijn. Ook in de Mokbaai zijn soms grotere aantallen aanwezig, vooral in de maanden oktober t/m december. Meestal gaat het om enkele vogels maar in sommige jaren schommelen de hier aanwezige maxima tussen de 10-15 ex. Op 17/11/2008 waren er hier 26 aanwezig (Smit, ongepubl.). Trends De aantallen Dodaarzen op Texel in januari zijn weergegeven in figuur 2. Uit deze figuur blijkt dat de aanwezige aantallen heel bescheiden zijn met max. 40-50 ex. maar dat er sprake is van een voorzichtige toename. Uit een vergelijking van de aantallen in januari met de strengheid van de winter tot aan de teldatum blijkt geen duidelijk verband. Tijdens de strenge winter van 1997 werden geen Dodaarzen op Texel waargenomen maar tijdens de iets minder strenge winters van 1982, 1987 en 1996 waren er wel degelijk nog kleine aantallen aanwezig. In het laatste geval viel de telling in een korte en wat warmere periode tussen 2 koude periodes. Helaas is niet meer na te gaan of de waargenomen vogels binnendijks of op de Waddenzee aanwezig waren. Waarschijnlijk was het laatste het geval. 60 50 40 30 20 10 0 1980 1983 1986 1989 1992 1995 1998 2001 2004 2007 2010 2013 2016 Figuur 2. Aantallen Dodaarzen op Texel in januari op basis van de tussen 1980 en 2018 in deze maand uitgevoerde watervogeltellingen. 13

Dodaarzen zijn erg gevoelig voor strenge winters en droogte in de broedgebieden. Strenge vorst kan veel slachtoffers maken en weinig neerslag in de winter of het voorjaar kan ervoor zorgen dat geen broedpogingen worden ondernomen of dat legsels mislukken (Bijlsma 1995, Boele et al. 2018). Dergelijke omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de populatiegrootte in sommige jaren maar 30% bedraagt van die in het jaar ervoor. Hoewel de grootte van de Nederlandse broedpopulatie licht toeneemt is er in verschillende delen van Noord-Holland (Zaanstreek, Schermer) sprake van een sterke afname van de aantallen. In de duinen zijn de aantallen echter toegenomen (Scharringa et al. 2010). De aantallen in mei (niet afgebeeld) zijn zonder meer klein te noemen met 2-6 ex. in de jaren 1980-1995 en een eenmalige uitschieter naar 15 ex. in 1989. In de jaren 2002-2017 waren 2-4 ex aanwezig, met 4 jaren waarin 6-8 aanwezig waren en er eenmalig (2009) 10 ex zijn geteld. Deze lage aantallen worden zeker sterk beïnvloed door het verborgen gedrag van de Dodaars tijdens de broedtijd. De aantallen in mei vertonen geen duidelijke trend. De aantallen in november zijn weergegeven in figuur 3. November is de maand met de hoogste aantallen maar ook een maand waarvan weinig tellingen uit de jaren 80 en begin jaren 90 beschikbaar zijn. De figuur suggereert een 70 60 50 40 30 20 10????????????? 0 1980 1983 1986 1989 1992 1995 1998 2001 2004 2007 2010 2013 2016 Figuur 3. Aantallen Dodaarzen op Texel in november op basis van de tussen 1980 en 2017 in deze maand uitgevoerde watervogeltellingen. In de maanden gemerkt met een? zijn geen tellingen uitgevoerd. In de inzet is de trend in Nederland weergegeven, uitgedrukt als het seizoensgemiddelde (het gemiddelde van alle maanden in een telseizoen, rode punten), de trendlijn (de donkerblauwe lijn) en het 95% betrouwbaarheidsinterval van de trendlijn de (lichtblauwe lijn). Bron van de inzet: Hornman et al. (2018) 14

afname van de aantallen in deze periode (zonder tellingen), gevolgd door een toename vanaf 1998 en sterk variërende aantallen vanaf 2009. Opvallend is dat de trend in Nederland, gebaseerd op de gemiddelde aantallen van elk telseizoen, een beeld geeft dat heel sterk lijkt op het aantalsverloop in november op Texel (waarbij de grote dip in de aantallen in de jaren 80 en 90 op Texel slecht gedocumenteerd is). De landelijke trend in de aantallen overwinterende vogels lijkt bovendien sterk op de trend van de Dodaars als broedvogel in Nederland. In de landelijke trend van de broedvogelaantallen blijken de pieken samen te vallen met een reeks van zachte winters in combinatie met neerslagrijke voorjaren (Bijlsma 1995). De afname van het aantal broedparen op Texel is hierboven al ter sprake gekomen. Ook op de andere Waddeneilanden is sprake van achteruitgang. De Dodaars vestigde zich rond 1920 op Ameland. Vanaf 1925 broedden er hier waarschijnlijk rond de 10 paren. In de daarop volgende jaren werden vergelijkbare aantallen geschat maar eind jaren 70 verdween de soort uit de polders. Redenen waren waarschijnlijk het verdwijnen van geschikte broedgebieden als gevolg van een ruilverkaveling en de verslechterde waterkwaliteit in poldersloten (Versluys et al. 1997). Op Schiermonnikoog broedden voor 1967 nauwelijks of geen Dodaarzen maar daarna namen de aantallen toe naar 10-14 paren in de jaren 70, om vervolgens weer te dalen naar 4-6 in 2001-2003 (Stuurgroep Avifauna Schiermonnikoog 2005). Ook op Terschelling (7-10 paren in de jaren 60 en 70) is de Dodaars sinds 1975 als broedvogel in de polders verdwenen (Zwart 1985). Inmiddels hebben zich hier, net zoals op Ameland, wel enkele paren in duinmeren gevestigd. Het aantal broedende vogels is in het hele land aan sterke fluctuaties onderhevig maar globaal er is sprake van een afname in Noord-Nederland en een toename in Zuid- Nederland (Hustings & Vergeer 2001). De soort is in Noord-Holland sterk achteruit gegaan. In de Zaanstreek en de Schermer zijn ze na 1940 vrijwel geheel verdwenen. Als mogelijke redenen wordt het op de landbouw afgestemde peilbeheer in het agrarisch gebied genoemd, gecombineerd met een (te) sterke vermesting van het oppervlaktewater, het dempen of verdiepen van ondiepe begroeide sloten en de verzoeting van het oppervlaktewater na de afsluiting van de Zuiderzee. Hierdoor verdween de Steurkrab, een voorheen belangrijke voedselbron (Ruitenbeek et al. 1990). Daar staat tegenover dat de aantallen in de duinen zijn toegenomen (Scharringa et al 2010). Op zich is een zekere vermesting van het oppervlaktewater niet ongunstig voor de Dodaars maar te sterke vermesting leidt tot een omslag van flora en fauna in het watersysteem, die ongunstig voor de soort uitpakt. In dergelijke situaties neemt de Fuut de plaats in van de Dodaars. De aantalsveranderingen in Zuidwest Drenthe worden bepaald door lokale habitatfactoren (vooral de waterstand in vennen en andere broedgebieden), het aantal jongen dat in het voorafgaande jaar werd grootgebracht en de strengheid van voorafgaande winters. Gunstige omstandigheden tijdens de broedtijd kunnen 2 legsels opleveren waardoor de 15

aantallen snel kunnen toenemen (Bijlsma 1995). De trend in Nederland, als geheel, is licht positief maar deze is, zoals uit de bovenstaande teksten wel duidelijk mag zijn, nogal onderhevig aan schommelingen (Boele et al. 2018). Literatuur de Baerdemaeker, A. 2017. Commensaal foeragerende Dodaarzen bij Wilde Eenden. Limosa 90, 84-88. Bairlein, F., J. Dierschke, V. Dierschke, V. Salewski, O. Geiter, K. Hüppop, U. Köppen & W. Fiedler, 2014. Atlas des Vogelzugs. Ringfunde deutscher Brut- und Gastvögel. AULA-Verlag, Wiebelsheim, 567 p. Bijlsma, R. 1995. Aantalsverloop en broedsucces van de Dodaars Tachybaptus ruficollis in Drenthe. Drentse Vogels 8, 1-9. Bijlsma, R.G., F. Hustings, F. & C.J Camphuysen, 2001. Avifauna van Nederland, deel 2. Algemene en schaarse vogels van Nederland. GMB Uitgeverij / KNNV uitgeverij, Haarlem / Utrecht, 496 p. Boele, A., J. van Bruggen, R. Slaterus, J.-W. Vergeer & T. van der Meij, 2018. Broedvogels in Nederland in 2016. SOVON monitoringrapport 2018/01, Nijmegen, 142 p. Cramp, S. & K.E.L. Simmons (red.), 1977. Handbook of the birds of Europe, the Middle East and North Africa, Vol. I, Ostrich to Ducks. Oxford University Press, Oxford, 722 p. Dijksen, A.J., 1996. Vogels op het Gouwe Boltje. Een volledig overzicht van de Avifauna van Texel. Langeveld & De Rooy, Den Burg, 533 p. Fox, A.D., 1994. Estuarine winter feeding patterns of Little Grebes Tachybaptus ruficollis in central Wales. Bird Study 41, 15-24. Hustings, F. & J.-W. Vergeer, 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000. Verspreiding, aantallen, verandering. Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, European Invertebrate Survey, Leiden, 584 p. de Raad, J. & L. Kooistra (red.), 2018. Vogels op Texel. Jaaroverzicht 2017. Vogelwerkgroep Texel, 88 p. Pooley A.C. 1967. Bird/crocodile and bird/hippopotamus commensalism in Zululand. Ostrich 38, 11-12. Ruitenbeek, W., C.J.G. Scharringa & P.J. Zomerdijk, 1990. Broedvogels van Noord-Holland. Stichting Samenwerkende Vogelwerkgroepen Noord-Holland/ Provinciaal Bestuur Noord-Holland, Assendelft, 440 p. Scharringa, C.J.G., W. Ruitenbeek, & P.J. Zomerdijk, 2010. Atlas van de Noord-Hollandse broedvogels 2005-2009. Samenwerkende Vogelwerkgroepen Noord-Holland, Landschap Noord-Holland, 411 p. Stuurgroep Avifauna Schiermonnikoog, 2005. Vogels van Schiermonnikoog, gezien, geteld, opgetekend. Uitgeverij Uniepers, Abcoude, 440 p. Teixeira, R.M., 1979. Atlas van de Nederlandse broedvogels. Natuurmonumenten, s Graveland, 431 p. Versluys, M., R. Engelmoer, D. Blok & R. van der Wal, 1997. Vogels van Ameland. Friese Pers, Leeuwarden, 452 p. Wetlands International, 2018. Waterbird Population Estimates 2012, http://wpe.wetlands.org/. Zwart, F., 1985. De broedvogels van Terschelling. KNNV Terschelling/ Van Gorcum, Assen, 172 p. Cor Smit 16

Wad- en watervogeltellingen in 2017 In 2017 werden 5 wadvogeltellingen georganiseerd, vier in de vaste maanden (januari, mei, september en november) en één extra telling in augustus. Het bleek een moeilijke opgave te zijn om in deze maand voldoende medewerkers te vinden want deze viel in een periode waarin nog veel tellers op vakantie waren. Toch lukte het om het grootste deel van het eiland geteld te krijgen, maar het zuidelijke deel van polder Eierland, het gebied rond De Koog, de Muy en de Nederlanden bleven ongeteld. Tijdens de meeste tellingen werden ook nu weer de Hengst en de Steenplaat meegenomen. In januari ging de Hengst helemaal onder water maar waren op de Steenplaat nog wel vogels aanwezig. Deze werden vanaf de dijk bij de vuurtoren geteld. In november kon de Steenplaat uit veiligheidsoverwegingen (vanwege harde wind uit het noordwesten) niet worden geteld. De tellingen leverden over het algemeen hogere aantallen op dan gemiddeld. De hoogste aantallen waren aanwezig in januari en november (tabel 1). In deze maanden waren op Texel en de buitendijkse platen samen ongeveer 100.000 vogels aanwezig. De aantallen in mei en augustus waren een stuk lager maar dat past in het normale beeld. In november werden op Texel ruim 71.000 vogels geteld en op de Hengst/Steenplaat bijna 22.000, iets meer dan gemiddeld in deze maand. Opvallende zaken in 2017 waren de naar verhouding lage aantallen Toendrarietganzen in de winter. In januari werden er 2700 geteld terwijl er een jaar of 10 geleden regelmatig 4000-7000 aanwezig waren. Ook de aantallen Kleine Zwanen zijn tegenwoordig een stuk lager dan vroeger. In de jaren 90 waren er regelmatig 600 aanwezig, in de laatste jaren blijven de aantallen op minder dan 200 steken. De telling in mei volgde op een lange droge periode. Mogelijk hierdoor werden In de weilanden opvallend weinig Rosse Grutto s en Regenwulpen aangetroffen. Ook in juni en de eerste helft van juli viel vrijwel geen regen waardoor er in veel duinmeren weinig of geen water meer aanwezig was. Een opvallende uitschieter in september was het hoge aantal Goudplevieren (ruim 15.000). Daar stond tegenover dat er in deze maand vrijwel geen Rosse Grutto s en Zilverplevieren werden gezien. In november waren vooral Smient (ruim 15.000), Rotgans (8900), Grauwe Gans (12.000) en Goudplevier (9200) talrijk aanwezig. Ondanks dat er zich enkele nieuwe tellers hebben gemeld is het nog steeds niet eenvoudig om alle telgebieden geteld te krijgen. Het kwam nog steeds regelmatig voor dat er door tellers die al een gebied geteld hadden moest worden bijgesprongen om alle deelgebieden geteld te krijgen. Nieuwe tellers zijn dan ook nog steeds zeer welkom! Zij kunnen, door mee te lopen met ervaren tellers, in de praktijk de kneepjes van het vak leren. Aanmelden kan bij ondergetekende, op wadvogel@vwgtexel.nl. 17

14-1-2017 13-5-2017 12-8-2017 23-9-2017 25-11-2017 Texel Hengst Texel Hengst Texel Hengst Texel Hengst Texel Hengst Aalscholver 39 0 1422 25 444 112 454 108 101 25 Kleine Zilverreiger 9 0 5 0 28 4 0 21 0 Blauwe Reiger 17 0 8 0 14 41 0 20 0 Lepelaar 2 0 177 10 678 355 1 4 0 Kleine Zwaan 173 0 0 0 0 40 0 Toendrarietgans 2735 0 0 0 0 682 0 Kolgans 6499 0 3 0 0 600 0 2632 0 Grauwe Gans 10.905 0 3630 0 6067 8479 0 11.950 0 Brandgans 4028 0 165 0 407 860 0 816 0 Rotgans 4758 0 8121 0 1 599 700 8901 6 Nijlgans 644 0 315 0 325 682 0 746 0 Bergeend 964 0 768 1 72 611 1240 935 200 Smient 12.524 0 3 0 0 2824 20 15.371 0 Krakeend 90 0 90 0 8 101 0 153 0 Wintertaling 445 0 5 0 58 1252 0 1403 0 Wilde Eend 3144 0 700 4 1768 2948 0 3102 0 Pijlstaart 187 0 1 0 0 35 0 718 0 Slobeend 357 0 86 0 34 130 0 533 0 Kuifeend 193 0 215 0 22 152 0 193 0 Eider 1570 500 1890 768 584 470 1842 535 729 700 Meerkoet 674 0 168 0 191 535 0 678 0 Scholekster 6990 0 2121 190 3176 1800 2925 1415 5948 1840 Kluut 318 0 194 0 6 29 0 195 0 Bontbekplevier 23 0 303 5 270 26 352 305 51 0 Goudplevier 6315 0 1 0 2323 15.116 12 9170 0 Zilverplevier 221 0 466 901 52 0 5 496 0 Kievit 3336 0 233 0 510 1.505 0 3799 0 Kanoet 566 0 303 600 911 2000 67 0 1703 3900 Drieteenstrandloper 521 0 1666 845 322 1200 512 775 301 0 Bonte Strandloper 570 0 3137 6510 2384 11.000 219 2685 1224 5400 Kemphaan 75 0 11 0 8 50 0 68 0 Rosse Grutto 216 200 3931 12.000 1368 25 48 20 900 1090 Wulp 6707 600 544 10 1604 1404 4900 5194 680 Tureluur 336 0 396 0 2405 2368 0 654 0 Groenpootruiter 0 15 5 42 115 0 0 Steenloper 157 0 284 20 90 32 458 48 75 0 Kokmeeuw 1294 0 5531 445 12.535 50 7491 3485 1235 150 Stormmeeuw 6161 0 634 240 5763 490 6094 4080 4562 0 Kleine Mantelmeeuw 10 0 2778 23 1548 146 0 0 Zilvermeeuw 12.911 730 3056 180 7241 520 9487 1510 4572 15 Grote Mantelmeeuw 528 23 65 7 131 137 249 37 186 0 Grote Stern 0 4111 80 161 890 71 18 0 Visdief 0 567 14 132 340 35 0 0 Dwergstern 0 76 126 154 1 0 0 97.540 2053 48.495 23.021 53.961 19.102 71.588 21.900 90.507 14.006 Tabel 1. De in 2017 op Texel en de Hengst/Steenplaat getelde aantallen watervogels tijdens de integrale wad- en watervogeltellingen van Sovon. 18

Dank Aan de tellingen in 2017 werd meegewerkt door de volgende waarnemers: Jan-Willem Bakker, Ruud van Beusekom, Marije Binsbergen, Roeland Bom, Dennis Boon, Maarten-Jan Boon, Gerrit Boot, Peggy Booy, Anja Cervencl, Jenny Cremer, Leo Daalder, Anneke Dekker, Jan van Dijk, Adriaan Dijksen, Lieuwe Dijksen, Pieter Duin, Bruno Ens, Wilma Fontein, Rob Hammer, Cor Huijgens, Laurens van Kooten, Jarne Kompier, Kees Kuip, Guus Lange, Bob Loos, Dirk Maas, Jaap van der Meer, Floris Mulder, Gerard Nieuwland, Farisia Polwijk, Dick Schermer, Cor Smit, Patrick Snoeken, Henry Soyer, Bernard Spaans, Dirk Tanger, Marian Timmer, André van der Vliet, Niels Ultzen, Lida Wels, Giel Witte en Hans Witte. Cor Smit Jarne s favorieten en andere pieten, de Witte Kwikstaart Tekening: Andri Binsbergen 19

Zaterdag 12 mei deden Jarne en ik mee met de Big Day Texel. 24 uur fietsen over Texel met als doel zoveel mogelijk soorten waarnemen. Jarne eindigde met zijn team op de tweede plaats, mijn team kon daar bij lange na niet aan tippen. Maar dat geeft niet, het was evengoed een heel mooie dag. Voor een aantal soorten moesten we een flink eind fietsen, andere vogels kwamen we op veel plaatsen op het eiland tegen, zoals kwikstaarten. Witte, Gele (in meerdere variaties ) en op het Renvogelveld zagen we aan het eind van de dag zelfs nog een Grote Gele Kwikstaart. Op het Renvogelveld liepen een heleboel Gele Kwikstaarten rond en hoe beter je keek, hoe meer het er werden. Kwikstaarten zijn grappige mooie vogeltjes om te zien. In de tijd dat Jarne en ik éénhoog op de Achtertune woonden, met uitzicht op de dijk en eerste rang voor kleine vogeltjes die vlak voor het raam langs vlogen, hadden we regelmatig bezoek van een Witte Kwikstaart. Vlak voor het raam fladderend, was hij zijn spiegelbeeld aan het bewonderen. Of was er iets te eten dat wij niet zagen? Het was in elk geval een leuke bezoeker, en op nog geen twee meter van ons af had hij ons niet in de gaten. Andri schreef de volgende stukjes in het Strender Nieuws van juni en september 2013: Dat mensen raar kunnen doen is algemeen bekend, maar vogels kunnen er ook wat van! De laatste paar weken zit er voortdurend een Witte Kwikstaart bij ons voor het raam die opgewonden heen en weer holt op de vensterbank en driftig pikt naar zijn spiegelbeeld. Hij heeft duidelijk niet in de gaten dat hij naar zichzelf kijkt, maar probeert de rivaal die hij Witte Kwikstaart 20 Foto: Peter van Ooijen

ziet te verjagen. Ik heb de handboeken erop nageslagen en lees daarin dat de mannetjes van de Witte Kwikstaart hoogst agressief zijn tegenover rivalen en dat vaak wordt gezien dat zij hun eigen spiegelbeeld aanvallen. Andere soorten doen dat ook wel, maar nooit zo sterk en langdurig (het tafereel zien we al een paar weken elke dag ) als bij de witte kwikstaart. Alleen de mannetjes doen dat. Zij verdedigen het territorium. In ons geval zit het vrouwtje vaak op het dak van de overburen toe te kijken. Vorige keer schreef ik over een gekke Witte Kwikstaart die voortdurend zijn spiegelbeeld in de voorruiten van ons huis aanviel. Hij heeft dat wekenlang volgehouden. Later ontdekte ik waar die malloot huisde. Toen ik op een keer uitkeek op het dak van onze overburen zag ik daar een kwikstaart een jong voeren die met zijn kop onder een dakpan uitkeek. Een kwikstaart onder de pannen? Nooit eerder gezien, dacht ik toen. Maar toen ik de handboeken erbij pakte las ik dat het wel vaker voorkomt. Het leek mij erg krap! Enfin, ik keek het tafereel een tijdje aan en zag dat de jonge kwikstaart steeds zijn kop uit de ruimte tussen de pannen uitstak, maar ook weer terugtrok. Dat ging een hele tijd door. Kennelijk kon of durfde de jonge vogel niet door het nauwe gat naar buiten. Ik heb toen maar een ladder uit de schuur gepakt en tegen de goot gezet, zodat ik de dakpan waar de jonge kwikstaart onder zat op kon tillen. Snel vloog de al volkomen volgroeide vogel toen weg onder luid geroep van zijn ouders. De andere jongen hadden het nest kennelijk al eerder verlaten. Marije Binsbergen Jarne Kompier Korverskooi nr. 92. Verslag ringvangsten in 2017 Het afgelopen jaar was het 25e jaar dat de ringgroep van Vogelwerkgroep Texel in de Korverskooi bezig was om vogels te vangen, te ringen en te onderzoeken. In de laatste 2 jaren vingen we wat minder vogels dan in de jaren ervoor, maar toch nog wel een flink aantal. In 2017 ringden we 3338 vogels, in 2016 en 2015 waren dit er resp. 3676 en 3920. Dit betekent dat we in de afgelopen jaren elk jaar zo n 300 vogels minder vingen. Een van de oorzaken is het gebruik van minder meters net in de laatste 2 jaren, maar ook werd er op minder dagen gevangen. De reden hiervoor was dat er in het najaar niet meer op alle geschikte vangdagen een ringer beschikbaar was. Het totaal aantal in de Korverskooi geringde vogels sinds 1961 komt hiermee op 147.804, waarvan wij er als ringgroep sinds 1993 81.329 hebben geringd. Het aantal gevangen vogels met ring (de terugvangsten) was in 2017 heel veel lager dan in voorgaande jaren. Het ging om 839 vogels tegen 1017 en 1174 in de jaren ervoor. Dit verschil werd voornamelijk veroorzaakt doordat de bessen van de Vogelkers in 2017 al op 22 september op waren en de appelbomen geen vruchten droegen. De aantrekkingskracht van de 21

bessen (op Zwartkoppen) en de appels (op lijsterachtigen) om een tijdje in het gebied te blijven foerageren is er dan niet. Toen we begin oktober de beschikking kregen over van elders meegenomen appels werden er weer meer Lijsterachtigen geringd en teruggevangen. Factoren die de vangsten hebben beïnvloed Dit jaar werden vanwege slechte weersvooruitzichten uit voorzorg dikwijls niet alle netten geopend, soms werden ze vroegtijdig gesloten. Zoals in tabel 1 is te zien hadden we vanaf begin augustus tot eind september veel regenval, waardoor we nogal eens gedwongen waren van het vangrooster af te wijken, vroegtijdig te stoppen of later op de dag te beginnen. Hoewel in oktober de gemiddelde regenval normaal was, kwamen de buien dikwijls in de ochtend, waardoor er op een tiental dagen absoluut niet kon worden gevangen. In november viel er ook gemiddeld veel meer regen dan normaal, maar de meeste regen viel gelukkig pas nadat we op 22 november waren gestopt. maand mm regen gemiddeld mm regen 2016 Den mm regen 2017 Den Texel Burg Burg augustus 85 36 96 september 83 52 193 oktober 88 29 86 november 81 116 107 Tabel 1. Hoeveelheid regenval (in millimeters) in 2016 en 2017 in Den Burg, in vergelijking met de gemiddelde jaarlijkse regenval op Texel. Dit jaar waren er tot half november weinig dagen dat vanwege de wind niet kon worden gevangen. Pas vanaf 18 november waren de windverwachtingen zodanig dat het niet meer zinvol leek om nog langer door te gaan. Ook werd dit jaar veel minder last ondervonden van blad dat tijdens het vangen in de netten waaide. Over de hele vangperiode was de temperatuur gunstig om te vangen. Er werd door de ringers niet één dag met nachtvorst gemeld. De Grietjesplas trok dit jaar vanwege de droogte geen watervogels aan, maar het lukte daardoor wel om weer vroegtijdig een klein droogvallend deel te maaien, waardoor we hier later in de herfst Houtsnippen konden vangen. Zoals blijkt uit tabel 2, was het aantal vangdagen en vanguren beduidend minder en was het aantal meters net dat werd gebruikt ook laag ten opzichte van voorgaande jaren. Doordat er onvoldoende appels waren, kon er in 2017 niet met het elasieknet worden gevangen. Ook het aantal gevangen vogels met de Helgoland viel door de afwezigheid van fruit aan de bomen tegen. Vorig jaar vingen we daarmee nog 613 vogels, nu slechts 291. 22

jaar aantal vangdagen aantal meters net per dag aantal vanguren gevangen aantal soorten aantal vogels geringd / terug gemeld aantal vogels geringd per dag aantal vogels per 100 m net 2017 82 179 403 53 3338 / 839 40,7 22,7 2016 90 171 432 53 3676 / 1017 40,8 23,9 2015 97 170 445 57 3920 / 1174 40,4 23,8 2014 95 194 444 56 3820 / 752 40,2 20,7 2013 96 194 485 64 3541 / 1160 36,9 19,0 2012 93 190 422 61 3170 / 1310 34,1 18,0 2011 90 186 447 53 3916 / 981 43,7 23,4 2010 96 199 475 58 4515 / 1609 47,0 23,6 2009 93 193 433 55 3528 / 1061 37,9 19,6 2008 106 197 546 63 4752 / 1661 44,4 22,6 Tabel 2. Vanginspanning en de (ring)vangsten over de jaren 2008 t/m 2017. De vangsten in 2017 Het aantal van 839 teruggevangen vogels bestond voornamelijk uit (eigen) terugvangsten van 31 soorten vogels. Iets meer dan 90% van dit aantal kwam op rekening van Winterkoning, Heggenmus, Roodborst, Merel, Zanglijster, Zwartkop, Tjiftjaf, Pimpelmees en Koolmees. Het aantal nieuw geringde vogels was met 3338 stuks lager in vergelijking tot de vangsten van de laatste 10 jaar (tabel 2). Vrijwel ieder jaar vangen we één of meer Siberische Braamsluiper Foto: Mart Zijm 23

Beflijsters, Sprinkhaanzangers, Rietzangers, Sperwergrasmussen of Rietgorzen. Dit jaar vingen we er niet één, waardoor het aantal geringde soorten (53) ook wat lager is dan in andere jaren. Er werd in 2017 één nieuwe soort, een oostelijke Braamsluiper gevangen. Aan de hand van foto s en kenmerken werd deze gedetermineerd als Siberische Braamsluiper. Van deze soort werd DNA-materiaal verzameld en opgestuurd voor onderzoek, ter bevestiging van de soort. Tot op heden is daarvan nog geen uitslag bekend. Ook is deze vogel voorgedragen ter beoordeling door het CDNA. Wanneer deze vogel als Siberische Braamsluiper wordt aanvaard, is dit een nieuwe soort voor Texel. Daarmee zal het totaal aantal gevangen soorten in de Korverskooi op 153 komen. Pallas Boszanger In 2016 zorgde de Pallas Boszanger voor de 152e soort. Ook dit jaar werd er van deze soort weer één gevangen. In het resterende deel van deze bijdrage beperk ik me tot de nieuw geringde vogels. Aantallen per periode In tabel 3 zijn de vangsten per periode weergegeven. In de maanden april t/m augustus waren die aantallen ongeveer gelijk aan de gemiddelden uit voorgaande jaren. De vangsten in september leken heel slecht te gaan worden maar de piek van de trek van Zwartkoppen lag dit jaar geheel in september. Daardoor werd september niet de maand 24 Foto: Mart Zijm

jaar apr t/m aug sep okt nov/dec totaal 2017 765 855 905 813 3338 2016 585 811 1741 461 3676 2015 964 759 1.707 490 3920 2014 891 1305 1001 623 3820 2013 674 755 1256 856 3541 2012 708 445 1273 744 3170 2011 795 1186 1288 647 4916 2010 828 1319 1522 846 4515 2009 945 903 1302 378 3528 2008 755 1586 1442 969 4752 Tabel 3. Aantal geringde vogels per maand of peroiode in 2008 t.m. 2017. met het laagste aantal gevangen vogels. In deze maand bestond 69% van het aantal geringde vogels uit Zwartkoppen. Oktober is een relatief slechte maand geweest. Doordat er vrijwel geen Zwartkoppen, maar ook veel minder Merels en Goudhanen dan anders werden gevangen, is deze maand heel ver onder het gemiddelde van de afgelopen jaren gebleven. In november vielen de vangsten erg mee, voornamelijk doordat er op enkele dagen veel mereltrek was. In deze maand werden gedurende 3 dagen vangsten van meer dan 100 vogels per dag gedaan. Welke soorten waren het afgelopen jaar goed of minder goed vertegenwoordigd ten opzichte van andere jaren? Goed of gemiddeld vertegenwoordigd In tabel 4 staan 12 soorten vermeld (met in totaal 1667 vogels) waarvan er dit jaar meer dan gemiddeld werden geringd. In deze tabel zijn de gevangen aantallen van voor 2015 omgerekend tot gemiddelde aantallen over 5 jaren en voor de periode 1993-1999 over 30 Koolmees reproductie 30 Pimpelmees reproductie reproductie-index 20 10 reproductie-index 20 10 0 1996 1999 2002 2005 2008 2011 2014 2017 0 1996 1999 2002 2005 2008 2011 2014 2017 Figuur 1. Het voortplantingssucces van Koolmees en Pimpelmees in de jaren 1996-2017 op basis van in het voorjaar gevangen vogels in het kader vcan het CES-project. Bron: Vogeltrekstation. 25

FLYERS 5000 EXEMPLAREN TWEEZIJDIG IN KLEUR INCLUSIEF ONTWERP FORMAAT A4 21 X 30 CM F595,- FORMAAT A5 21 X 15 CM F495,- ÉN VERSPREIDING OP HEEL TEXEL BIJ DE TEXELSE COURANT PRIJZEN ZIJN EXCL. BTW Vismarkt 7, Den Burg, Texel t 0222 362630 e drukkerij@lenr.nl

7 jaren. Het hogere aantal Merels en Koperwieken, in vergelijking tot 2015 en 2016, is het gevolg van doortrekpieken in de maanden oktober t/m november. Het hogere aantal Kool- en Pimpelmezen is waarschijnlijk het gevolg van een goed broedsucces: er werden in 2017 namelijk relatief veel 1e jaars vogels geringd. Ook het landelijke CES-onderzoek liet in 2017 een goed broedsucces zien voor deze soorten zien (figuur 1). In het Korverskooigebied werden dit jaar 4 territoria van de Grote Bonte Specht, 3 van de Putter, 10 van de Grasmus en 4 van de Spotvogel vastgesteld, met als gevolg dat deze soorten ook vrij regelmatig in de vangsten voorkwamen. Het aantal gevangen Grote Bonte Spechten is zelfs nog nooit zo hoog geweest (13 nieuw geringde vogels en 2 terugvangsten uit voorgaande jaren). Het aantal Houtsnippen is de laatste jaren zo goed omdat we in de Korverskooi voor deze soort een goede vangplek hebben gevonden. Deze vangplek is kennelijk in de loop van de jaren aantrekkelijker geworden voor Houtsnippen door een ingreep in 1998. Toen werd een heidegebiedje in het terrein afgegraven op verzoek van het Hoogheemraadschap. Het vrijgekomen zand werd gebruikt voor het ophogen van een tweede waterkering die het achterland (polder Waal en Burg) moet beschermen wanneer polder Eierland onder water mocht lopen. Het gebied rond de hierdoor ontstane Grietjesplas is daardoor veel vochtiger geworden en kennelijk ook veel aantrekkelijer voor Houtsnippen. Nergens in Nederland worden tegenwoordig zoveel Houtsnippen geringd als in de Korverskooi. In 2016 en 2017 vingen we resp. 33% en 50% Boomkruiper 28 Foto: Mart Zijm

van het totale aantal dat in Nederland werd gevangen (op basis van trektellen.nl). Over de hogere aantallen van de overige soorten in deze tabel kan moeilijk een verklaring worden gegeven. Deze berusten waarschijnlijk op toeval. 2017 2016 2015 2010-14 2005-09 2000-04 1993-99 Houtsnip 25 38 19 15 18 5 3 Grote Bonte Specht 13 5 6 4 2 2 2 Merel 1003 758 771 959 1096 751 599 Koperwiek 241 147 191 160 292 186 118 Spotvogel 8 7 3 6 12 9 4 Grasmus 21 7 27 25 31 20 22 Pimpelmees 87 54 76 104 90 78 41 Koolmees 181 127 168 121 133 171 59 Boomkruiper 3 2 1 3 3 3 1 Huismus 71 87 138 66 28 60 56 Putter 4 5 3 5 7 9 1 Sijs 10 3 7 13 36 38 33 Tabel 4. Overzicht van de in 2017 goed vertegenwoordigde soorten. In tabel 5 staan 9 soorten waarvan we geen recordaantallen vingen maar waarvan de aantallen in de buurt van of iets onder het gemiddelde van de afgelopen jaren uitkwamen. Samen gaat het om 995 vogels. Het aantal vangsten per jaar schommelt bij sommige soorten nogal en is vaak sterk afhankelijk van wel of geen grote trek in de buurt van het vanggebied. Van Tuinfluiter en Zwartkop werden relatief veel volwassen vogels geringd, in vergelijking tot vorige jaren. Dit zou kunnen betekenen dat het broedsucces van deze soorten minder goed is geweest of spelen de lokale omstandigheden een rol. De landelijke CES-gegevens wijzen niet op een slecht broedsucces van deze soorten in 2017. 2017 2016 2015 2010-14 2005-09 2000-04 1993-99 Heggenmus 56 65 86 85 62 58 48 Kramsvogel 10 3 6 15 11 12 13 Zwartkop 796 766 937 948 796 493 341 Bladkoning 3 8 4 3 2 1 3 Tuinfluiter 58 52 72 101 59 49 83 Vuurgoudhaan 10 21 24 17 20 14 8 Staartmees 30 24 36 28 25 24 12 Vink 27 29 48 44 48 42 39 Barmsijs (Groot+Klein) 5 1 3 29 31 19 6 Tabel 5. Overzicht van soorten waarvan de gevangen aantallen weinig jaarlijks betrekkelijk weinig verschillen vertonen. 29

Bladkoning Foto: Mart Zijm Vuurgoudhaan Foto: Mart Zijm 30

Minder goed of slecht vertegenwoordigd Ook in 2017 waren er weer soorten die veel minder werden gevangen dan we gewend zijn. Deze 17 soorten, samen 629 vogels, zijn weergegeven in tabel 6. Nachtegaal, Blauwborst, Kleine Karekiet, Tjiftjaf, Fitis en Braamsluiper reageren sterk op lokgeluiden. Uit de CES-gegevens die in 2017 in de Korverskooi werden verzameld blijkt dat de meeste van deze soorten al voor augustus (weg)trokken. Doordat we pas in augustus met geluid werken, hebben we een belangrijk deel van onze eigen vogels gemist. Het lage aantal Winterkoningen ziet er zorgelijk uit. Hopelijk ligt de oorzaak in het tijdelijk minder aantrekkelijk zijn van het gebied door de grote droogte, mogelijk is het een effect van de koudere winter van 2016-2017. Zowel het aantal Roodborsten als Zanglijsters halveerde bijna. Een duidelijke oorzaak hiervoor is niet aan te geven. Dit jaar was er geen grote influx van de Goudhaan, waardoor er slechts 56 werden gevangen. Opvallend is ook het lage aantal Gaaien dat we in de laatste 2 jaren vingen. Hoewel er in het hele Korverskooigebied 10 territoria van de Grauwe Vliegenvanger aanwezig waren, viel het aantal vangsten tegen. In totaal werden slechts 4 volwassen en 6 jonge vogels geringd. 2017 2016 2015 2010-14 2005-09 2000-04 1993-99 Boerenzwaluw 0 0 5 2 5 4 2 Winterkoning 49 91 98 64 99 102 72 Roodborst 182 515 315 308 251 222 150 Nachtegaal 5 5 13 15 10 2 2 Blauwborst 1 2 6 6 2 4 1 Gekraagde Roodstaart 2 4 4 8 6 13 12 Zanglijster 163 273 266 264 270 228 131 Kleine Karekiet 13 16 24 33 28 33 23 Braamsluiper 6 20 23 16 28 19 12 Fitis 42 75 58 73 94 77 82 Tjiftjaf 93 198 154 154 113 99 62 Grauwe Vliegenvanger 10 19 6 17 19 19 5 Bonte Vliegenvanger 1 1 11 5 7 18 10 Goudhaantje 56 206 245 60 103 92 110 Gaai 1 0 3 5 2 2 3 Groenling 2 10 4 6 27 4 2 Keep 3 2 10 9 12 14 20 Tabel 6. Overzicht van een 17-tal soorten waarvan er in 2017 relatief weinig werden gevangen. 31

Enkele bijzondere soorten Tabel 7 laat 16 soorten zien, waarvan er in totaal 47 werden geringd. Het zijn niet alle bijzondere soorten, maar toch zitten er wat krenten in de pap bij. Het aantal van 3 Buizerds betekende een recordjaar voor deze soort. Alle meeuwen en Kauwen in deze tabel werden in Den Burg gevangen en geringd. Buizerd 3 Graspieper 1 Sperwer 2 Bosrietzanger 1 Stormmeeuw 14 Siberische Braamsluiper 1 Kleine Mantelmeeuw 1 Zwarte Mees 2 Zilvermeeuw 9 Ekster 1 Houtduif 4 Kauw 3 Pallas Boszanger 1 Spreeuw 2 Boompieper 1 Kneu 1 Tabel 7. Vangsten van een 16-tal soorten die in 2017 weinig worden gevangen. Mart Zijm Buizerd 32 Foto: Mart Zijm

Jaar van de Huiszwaluw: hoe kunnen we een bijdrage leveren? Huiszwaluw Foto: René Pop In een Skor van eind vorig jaar (jaargang 36-4) heeft Adriaan al uit de doeken gedaan dat 2018 is uitgeroepen tot het Jaar van de Huiszwaluw. Dat betekent dat deze soort dit jaar extra aandacht krijgt en dat geprobeerd wordt extra onderzoek op te starten dat ten goede moet komen aan de kennis en voor een betere bescherming van deze soort. En omdat we op Texel in de laatste jaren 300-400 broedparen hebben is dat een goede reden om ook actief met deze soort aan de gang te gaan, zeker wanneer je bedenkt dat er in heel Nederland in 2009 maar 65.000-92.000 paren broedden. Dat lijkt veel maar het is maar een fractie van wat vroeger in Nederland broedde. In 1967-70 waren er waarschijnlijk nog 400.000-500.000 paren in ons land en ook toen al was de soort op zijn retour. Informatie van Texel is extra waardevol omdat de Huiszwaluw in heel Nederland in aantal achteruit gaat, maar niet op Texel. Hoe komt dat? Mogelijk omdat er hier in de omgeving van de broedplaatsen nog vrij veel vochtig natuurgebied, en daarmee ook voedsel, aanwezig is. Maar is dat ook voldoende om, ook op langere termijn, de aantallen in stand te houden? Er zijn aanwijzingen dat er, om dat mogelijk te maken, vaak 2 legsels per jaar geproduceerd moeten worden. Er zijn dus nog steeds een aantal belangrijke vragen en Sovon en Vogelbescherming Nederland grijpen het Jaar van de Huiszwaluw aan om te proberen hierop antwoorden te krijgen. De Vogelwerkgroep geeft deze vraag graag door aan haar leden. We zouden daarom iedereen die daar interesse voor heeft willen vragen om informatie te verzamelen over het wel en wee van de nesten aan zijn/haar huis. Want het makkelijke aan de Huiszwaluw is dat je voor deze soort niet ver op stap hoeft te gaan maar dat deze al naar de mensen in de dorpen is toe gekomen. 33

Huiszwaluwen Huiszwaluwen broeden in alle dorpen op Texel en hier en daar ook bij boerderijen in de omgeving (ook in dit geval, zie Skor 36-4, pagina 41-42). Sovon en Vogelbescherming willen graag meer weten over het broedsucces. Waarschijnlijk speelt dit een belangrijke rol bij de sterke afname in Nederland. Men wil ook graag een antwoord op de vraag hoe het broedsucces wordt beïnvloed door kenmerken van de nestplaats en de omgeving van de nestplaats. Die informatie is cruciaal om Huiszwaluwen te helpen. Zo is één van de hypothesen dat het aantal tweede legsels afhangt van het voedselaanbod in de omgeving. Door elke week naar enkele nesten te kijken kun je als waarnemer waardevolle gegevens verzamelen. Ook als niet-ervaren waarnemer. Ben je geïnteresseerd? Meer informatie, ook over de late aankomst van de soort in dit jaar, is te vinden op de website van Sovon: https://www.sovon.nl/nl/huiszwaluwnestonderzoek. Voor een ieder die eerst meer achtergrondinformatie wil lezen is er een rapport beschikbaar dat dieper ingaat op de problematiek. Het is te downloaden op https://www.sovon.nl/nl/publicaties/voorstudiejaar-van-de-huiszwaluw-2018. Ook niet echt ervaren vogelaars kunnen een bijdrage leveren aan dit project. Maar zijn we niet veel te laat met deze oproep? Het antwoord is NEE. Uitgerekend in het Jaar van de Huiszwaluw blijft de aankomst van deze zwaluw tot nu toe sterk achter bij de normale aankomst en vestiging. Trektellers zagen vanaf begin mei veel minder Huiszwaluwen arriveren dan gemiddeld. Komen ze nog, hangen ze elders rond of hebben aanhoudende noordenwinden en stofstormen in de Sahara de zwaluwen een flinke slag toegebracht? Eind maart en halverwege april zorgde het weer in Zuid-Europa en Noord- Afrika voor bijzonder slechte trekomstandigheden. Mogelijk merken we daar nu de gevolgen van. Niet eerder deze eeuw kwamen Huiszwaluwen zo traag binnen als nu. Maar ook wanneer er dit jaar minder Huiszwaluwen zijn dan in vorige jaren, ook kan iedereen enthousiast meedoen aan dit project. DOEN!!! 34 Foto: René Pop

Huiszwaluwen Foto: René Pop 35

Van de redactie 3 Van het bestuur 4 Agenda 7 Watervogeltellingen op Texel, 1980-2017: de Dodaars 8 Wad- en watervogeltellingen in 2017 17 Jarne s favorieten en andere pieten, de Witte Kwikstaart 19 Korverskooi nr. 92. Verslag ringvangsten in 2017 21 Jaar van de Huiszwaluw: hoe kunnen we een bijdrage leveren? 33 36