FEC & Taxotere. Chemotherapie bij borstkanker. Chemotherapie FEC en Taxotere. Oncologie/0130



Vergelijkbare documenten
Herceptine. Een doelgerichte behandeling bij borstkanker. Herceptine. Oncologie/0132

UW BEHANDELING MET HERCEPTIN SC

UW BEHANDELING MET GEMCITABINE CISPLATINE DEXAMETHASONE

Trastuzumab (Herceptin )

STARTEN MET CHEMOTHERAPIE - YONDELIS ENKELE BELANGRIJKE RAADGEVINGEN

PATIËNTENBROCHURE Therapie met Gazyvaro (Immunotherapie)

Starten met chemotherapie BEP. Alles wat u vooraf moet weten

Misselijkheid en braken tijdens chemotherapie

STARTEN MET CHEMOTHERAPIE CISPLATINUM - GEMCITABINE ENKELE BELANGRIJKE RAADGEVINGEN. Oncologie/0159

Starten met chemotherapie: Cisplatinum, 5FU en Cetuximab ENKELE BELANGRIJKE RAADGEVINGEN. Oncologie/0174

Mabthera + CHOP (rituximab + cyclofosfamide + doxorubicine + vincristine + prednisolone) PATIËNTENBROCHURE

Carboplatine en Vinorelbine

Mabthera + CVP (rituximab + cyclofosfamide + vincristine + prednisolone) PATIËNTENBROCHURE

Pomalidomide Therapie PATIËNTENBROCHURE

Bijwerkingen van chemotherapie. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Therapie met ABVD (Celremmende therapie) PATIËNTENBROCHURE

MONDSLIJMVLIES- ONTSTEKING. na radiotherapie

SF Z. Oncologisch support Team. Nexavar SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS

Informatie longkanker. Informatie voor patiënten met longkanker die behandeld worden met Taxotere.

UW BEHANDELING MET ABVD

UW BEHANDELING MET CHOP

UW BEHANDELING MET CHOEP

SF Z. Oncologisch support Team. Afinitor SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS

UW BEHANDELING MET BEACOPP ESCALATED

Patiënteninformatie. Docetaxel

Mabthera + Fludarabine + Endoxan (rituximab + fludarabine + cyclofosfamide) PATIËNTENBROCHURE

Kyprolis (carfilzomib) PATIËNTENBROCHURE

ZOMETA AANVULLENDE BEHANDELING BIJ BORSTKANKER

Darzalex (daratumumab) PATIËNTENBROCHURE

UW BEHANDELING MET MABTHERA FLUDARABINE CYCLOFOSFAMIDE

Cetuximab (Erbitux ) T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk

1. Welke chemotherapie (=cytostatica) krijgt u?

UW BEHANDELING MET MABTHERA - CVP

STARTEN MET CHEMOTHERAPIE - DTIC

UW BEHANDELING MET RITUXIMAB GEMCITABINE CISPLATINE DEXAMETHASONE

Mabthera + CHOP PATIËNTENBROCHURE

Patiënteninformatie. Paclitaxel

Mondverzorging bij chemotherapie

Praktische informatie over chemotherapie

UW BEHANDELING MET RITUXIMAB-DHAP

Patiënteninformatie. Therapie Lonsurf

MONDVERZORGING BIJ DE ONCOLOGISCHE PATIËNT. - Patiëntinformatie -

ENKELE BELANGRIJKE RAADGEVINGEN

Tand- en mondhygiëne bij chemotherapie. Het aanleren van een goede techniek voor mondverzorging helpt complicaties voorkomen

Mondverzorging bij chemotherapie

Chemotherapie. Inhoud

Lasertherapie (bij orale mucositis)

Lasertherapie bij orale mucositis

WAAROM CHEMOTHERAPIE?

SF Z. Oncologisch support Team. Sutent SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS

DRBR0775. MKA ingreep. Algemene informatie

Behandeling van Hepatitis C

Patiënteninformatie. Therapie GEMCITABINE

CARFILZOMIB REVLIMID DEXAMETHASONE

Het verpleegkundig spreekuur Borstkliniek

STARTEN MET CHEMOTHERAPIE - VAC

VELCADE CYCLOFOSFAMIDE - DEXAMETHASONE

Carboplatinum / Taxol

UW BEHANDELING MET IBRANCE (PALBOCICLIB)

UW BEHANDELING MET GAZYVARO - LEUKERAN

Giotrif - Afatinib. Product Informatie Fiche. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6.

INFORMATIEFOLDER VOOR PATIËNTEN

Lynparza - Olaparib. Product Informatie Fiche. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6.

UW BEHANDELING MET GAZYVARO - BENDAMUSTINE

VELCADE THALIDOMIDE - DEXAMETHASONE

EC Epirubicine en Cyclofosfamide

UW BEHANDELING MET MABTHERA + CHOP

EEN CT-SCAN NUTTIGE INFORMATIE

SF Z SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS. Therapie: Erbitux

daghospitaal oncologie en algemeen inwendige ziekten informatiebrochure Lasertherapie (bij orale mucositis)

UW BEHANDELING MET RITUXIMAB CYCLOFOSFAMIDE DEXAMETHASONE

In f o b r o c h u r e

Mondverzorging bij radiotherapie

Patiënteninformatie. Mondverzorging bij chemotherapie

Infobrochure. Chemo. Bijwerkingen en veiligheidsmaatregelen thuis. mensen zorgen voor mensen

Patiënteninformatie. Therapie Alimta

Patiënteninformatie. Doxorubicine

Behandeling met zoledroninezuur

Stivarga - Regorafenib

Het verpleegkundig spreekuur Pelviene Oncologie

UW OPNAME IN HET ZIEKENHUIS

Prikkelbare Darm Syndroom (PDS/IBS)

Cyclofosfamide (Endoxan ) infuus bij reumatische aandoeningen

VELCADE DEXAMETHASONE

Perifere Stamcel Reïnfusie

SF Z. Oncologisch support Team. Tarceva SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS

SF Z. Oncologisch support Team. Tyverb SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS

Wat is Erbitux? Door zijn gerichte werking heeft deze therapie minder nevenwerkingen tov chemotherapie.

SF Z. Oncologisch support Team. Iressa SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS

Patiënteninformatie Misselijkheid en braken bij chemotherapie

Mondzorg bij chemotherapie, je aandacht waard

UW BEHANDELING MET IPILIMUMAB (YERVOY ) ENKELE BELANGRIJKE RAADGEVINGEN

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur

Lasertherapie (bij orale mucositis)

UW BEHANDELING MET IMNOVID

Wegname van amandelen en poliepen

Voorkomen en behandelen van botontkalking

Bisfosfonaten bij borstkanker

Wilhelmina Kinderziekenhuis. Zorg na spraakverbeterende operatie. Schisiscentrum Utrecht

Uw therapie: Cetuximab (Erbitux ) informatie voor patiënten

Transcriptie:

FEC & Taxotere 1 Chemotherapie bij borstkanker Oncologie/0130

Van uw oncoloog heeft u vernomen dat uw chemotherapie bestaat uit een behandeling met drie producten, het zogenaamde FEC en Taxotere schema. Dit is een belangrijk onderdeel van uw behandeling. Deze brochure beschrijft hoe deze chemotherapie verloopt, welke bijwerkingen u kan verwachten en wat u hiertegen kan doen. 2 Tijdens uw behandeling staat een volledig team voor u klaar. Dat bestaat uit artsen, de borstverpleegkundigen, de verpleegkundig consulent medische oncologie, de verpleegkundigen van de dagkliniek Medische Oncologie, de psychologen, sociaal werkers en diëtisten. Aarzel niet om hen een vraag te stellen en om hulp te vragen. Wat vindt u terug in deze brochure? 1. Hoe verloopt de chemotherapie? p. 4-7 2. Welke bijwerkingen kan ik verwachten en wat kan ik er tegen doen? p. 8-35 3. Bijwerkingen door het gebruik van cortisone p. 35 4. Aandachtspunten bij de inname van andere geneesmiddelen en voedingsmiddelen p. 36 Deze brochure helpt u bij het omgaan met de bijwerkingen. De groene tekst zijn tips die u kunnen helpen bij het omgaan met de klacht. De rode tekst geeft u meer uitleg over wat u best niet doet bij een bepaalde klacht. De oranje kaders geven u duidelijke instructies wanneer u contact moet opnemen met het ziekenhuis. Hebt u nog vragen over een bepaalde klacht, noteer ze. In een volgende consultatie zullen we deze samen bespreken.

Om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken, wordt dikwijls een combinatie van verschillende geneesmiddelen (cytostatica) gegeven, zoals bijvoorbeeld dit FEC en Taxotere schema. De verschillende producten vullen elkaars werking aan. FEC staat voor 3 producten: Fluoruacil Epirubicine Cyclofosfamide. Deze combinatie wordt driemaal toegediend. Taxotere is het vierde product dat u krijgt en dit na de 3 FEC kuren. 3 Op de eerste consultatie bij de medisch oncoloog is het belangrijk om te vermelden welke andere geneesmiddelen u neemt. Deze kunnen misschien de werking van de chemotherapie beïnvloeden. Gelieve al uw medicatie te vermelden, ook als het gaat om aspirines, voedingssupplementen, homeopathische middelen of vitaminetabletten. Tijdens de chemotherapie en de periode tot 1 week na de chemotherapie moet u met enkele voorzorgsmaatregelen rekening houden. Deze zijn belangrijk om uw omgeving te beschermen. Meer informatie hierover vindt u de brochure voorzorgsmaatregelen tijdens de chemotherapie.

1. Hoe verloopt de chemotherapie? De behandelingen vinden plaats in dagopname op de dagkliniek Medische Oncologie (gebouw K1, 4 de verdieping). U hoeft vooraf niet nuchter te zijn, een lichte maaltijd die dag kan aangewezen zijn om misselijkheid te voorkomen. U hoeft geen slaapkledij mee te brengen, het is een dagbehandeling. 4 Bij uw aankomst in het ziekenhuis moet u zich eerst aanmelden aan de kassa in gebouw K1-K2. Ook bij alle volgende behandelingen moet u zich daar aanmelden. Na de inschrijving meldt u zich aan de receptie van de dagkliniek. Geef daar de papieren af die u meekreeg aan de kassa. U kan kiezen voor een een- of tweepersoonskamer. De behandeling duurt ongeveer twee à drie uren op de dagkliniek Medische Oncologie. Twee dagen vóór of de dag vóór de volgende chemo gebeurt altijd eerst een bloedafname om te bepalen of uw bloedwaarden in orde zijn. U krijgt hiervoor een afspraak op het verpleegkundig spreekuur van de dagkiniek. Een verpleegkundige van de dagkliniek zal met u de behandeling overlopen, u aanvullende informatie geven en een bloedafname uitvoeren. Nadien heeft u nog een kort gesprek met de arts van de dagkliniek. Noteer uw bijwerkingen in het dagboek in deze informatiegids. Op deze manier kan u vlot de bijwerkingen bespreken met de arts en de verpleegkundige.

De kuren worden telkens om de 3 weken toegediend en dit 6 maal na elkaar. 1 kuur duurt dus 21 dagen en op deze eerste dag wordt de chemo toegediend. Een volgende kuur start in principe 3 weken later, op voorwaarde dat uw bloedwaarden en uw algemene toestand in orde zijn. Na drie kuren met FEC volgen nog 3 kuren Taxotere. De totale duur van de behandeling bedraagt 18 weken. 5 FEC FEC FEC Taxotere Taxotere Taxotere Dag 1 week 3 week 6 week 9 week 12 week 15 Einde week 18

Het FEC-schema ziet er als volgt uit: Product Vorm Werking Tijdstip of tijdsduur 1 Emend 125 mg Tablet Tegen de misselijkheid 1 u voor de start Mag u reeds thuis innemen 2 Zofran + Infuus Tegen de misselijkheid 15 min. Dexamethasone 3 Epirubicine Infuus 1 ste cytostaticum 15 min. 4 Spoelvloeistof Infuus Leiding spoelen tussendoor 10 min. 5 Cyclofosfamide Infuus 2 de cytostaticum 6 Spoelvloeistof Infuus Leiding spoelen tussendoor 10 min. 7 5-Fluoruacil Infuus 3 de cytostaticum 8 Spoelvloeistof Infuus De leiding naspoelen 10 min. Het infuus wordt verwijderd Medrol 32mg Tablet Tegen de misselijkheid 1 tablet op dag 2, dag 3 en dag 4 best tijdens de maaltijd Emend 80mg Tablet Tegen de misselijkheid 1 tablet bij het ontbijt op dag 2 en dag 3 Litican Tablet Tegen de misselijkheid Bij aanhoudende misselijkheid, tot 6x/dag, een half uur vóór de maaltijd met een beetje water innemen 6 Het inlopen van de producten voelt u niet. De producten worden na elkaar toegediend met een spoeling tussendoor. U krijgt steeds eerst een antibraakmiddel. Elk toediening eindigt met een spoeling. Het tweede product, Epirubicine, heeft een rode kleur. Schrik dus niet als uw urine de uren na de toediening wat rood verkleurt, dit is volledig normaal en verdwijnt. Ook uw traanvocht kan licht rood verkleuren. Tijdens het inlopen van de Cyclophosfamide kunnen uw ogen en uw neus prikken, net alsof er zand in uw ogen zit en alsof er een scherpe geur in uw neus zit. Dit is een normale bijwerking bij deze medicatie. Meld dit ongemak aan de verpleegkundigen of de arts. Het infuus kan dan wat trager inlopen. De prikkeling verdwijnt snel na de toediening van dit product.

Het Taxotere schema ziet er als volgt uit: Product Vorm Werking Tijdstip of tijdsduur 1 Dexamethasone Tablet 8 mg Algemeen tegen de bijwerkingen 1 tablet 12u voor de start 1 tablet 6u voor de start 2 Aacidexam Infuus Tegen de misselijkheid 15 min. 3 Taxotere Infuus Chemo 1 uur 4 Spoelvloeistof Infuus Leiding spoelen 10 min. Het infuus wordt verwijderd Dexamethasone Tablet 8 mg Algemeen tegen de bijwerkingen Op volgende tjidstippen NA de behandeling: 12u na 24u na en 36u na Litican Tablet Tegen de misselijkheid Mag u innemen bij aanhoudende misselijkheid, tot 6 per dag, een half uur vóór de maaltijd met een beetje water 7 Een gedetailleerd medicatieschema voor thuis ontvangt u van de arts en de verpleegkundige op de dagkliniek. Voor de producten Zofran en Emend brengt het ziekenhuis een attest voor terugbetaling in orde. U ontvangt enkel een attest voor Litican. Dit moet u binnenbrengen bij uw ziekenfonds. Uw huisarts zal een bloedafname uitvoeren op: Dag 10 na uw eerste FEC Dag 8 na uw eerste Taxotere Eventueel twee dagen voor uw volgende chemo Dit is belangrijk om het aantal witte bloedcellen te controleren. Het is belangrijk om deze bloedresultaten mee te brengen naar de dagkliniek bij uw volgende afspraak op het verpleegkundig spreekuur. U bewaart best deze bloedresultaten in uw informatiegids. Ook uw huisarts kan vragen of aandachtspunten noteren in uw map.

2. Welke bijwerkingen kan ik verwachten en wat kan ik eraan doen? De chemotherapie zal helaas ook een aantal sneldelende, gezonde cellen aantasten. Dat kan bijwerkingen geven. Vooral de sneldelende cellen van het beenmerg, het bloed, het haar, de slijmvliezen van het maag-darmkanaal en de voorplantingsorganen zijn gevoelig voor chemotherapie. Al deze bijwerkingen kunnen tot een minimum worden herleid met een juiste behandeling en kunnen soms helemaal onder controle gehouden worden. 8 Tijdens de chemotherapie kan u verschillende bijwerkingen ervaren maar in welke mate deze voorkomen is individueel verschillend. Laat verhalen van andere patiënten of verhalen van mensen uit uw omgeving u vooral niet afschrikken. Uw persoonlijke ervaringen tellen! De laatste jaren is er veel vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van medicijnen om de bijwerkingen te voorkomen of te behandelen, denk maar aan de antibraakmiddelen. Er is geen relatie tussen het effect van de chemotherapie en de mate waarin u bijwerkingen ervaart. Het betekent dus niet dat als u weinig last hebt van de bijwerkingen, dat de behandeling minder goed zou werken. De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk en verdwijnen of verminderen geleidelijk na het stoppen van de chemotherapie. In de rustperiode van 3 weken tussen de verschillende kuren hebben de gezonde cellen de tijd om zich te herstellen. De meeste gezonde cellen doen dat, zodat de bijwerkingen weer verdwijnen. Soms gebeurt dit na enkele dagen, soms duurt het langer. Ondanks alle spookverhalen over die chemo, viel het allemaal nog goed mee. Van dat infuus was ik wel wat misselijk, wat hangerig en vervelend. Precies of er een griep op de loer lag. Maar achteraf bekeken, ging alles nog vlug voorbij.

In deze brochure beschrijven we de mogelijke bijwerkingen ten gevolge van het FEC- Taxore schema en geven we u tips om met die bijwerkingen om te gaan. Het is belangrijk steeds uw arts of verpleegkundige te informeren over de bijwerkingen die u ervaart. Noteer ze goed in uw dagboek. Zij zullen u adviezen geven om de klachten te verminderen of te behandelen. Uw arts kan bijkomende medicatie voorschrijven als dat nodig is. 9 1. Haarverlies p. 10 12 2. Misselijkheid en braken p. 13 16 3. Een daling van het aantal witte bloedcellen p. 17 18 4. Last in de mond p. 19 21 5. Geur- en smaakveranderingen p. 22 23 6. Diarree p. 23 24 7. Vermoeidheid p. 25 8. Overgevoeligheidsreacties p. 26 9. Pijn ter hoogte van spieren en gewrichten p. 27 10. Last ter hoogte van vingers en tenen p. 28 11. Veranderingen ter hoogte van de nagels p. 29 30 12. Vochtopstapeling p. 31 13. Een droge huid en huidverkleuring p. 31 32 14. Concentratie- en geheugenstoornissen p. 33 15. Intimiteit en seksualiteit p. 34 16. Verminderde vruchtbaarheid p. 35

1. Haarverlies (alopecia) Deze bijwerking treedt op in de tweede of derde week na de eerste chemo. U zal uw haar volledig verliezen als gevolg van dit soort chemotherapie. Op het einde van de chemotherapie kan u ook uw wenkbrauwen, wimpers, oksel- en schaamhaar gedeeltelijk verliezen. Deze bijwerking is tijdelijk! 10 Vooraf uw haar kort laten knippen is niet nodig maar ga tijdig naar een speciaalzaak voor een pruik als u die wil. Van de borstverpleegkundige ontvangt u een brochure met adressen van speciaalzaken in uw buurt. Bij de start van uw chemotherapie zal u van de arts een voorschrift ontvangen voor een pruik. U bezorgt dit aan de geneesheer-adviseur van uw ziekenfonds. Tijdens de Taxotere kan er weer een soort donshaar verschijnen. U verwijdert dit donshaar best om een mooie en snelle teruggroei van uw haar te bevorderen. Na de laatste chemokuur groeit het haar meestal snel terug. Na 3 tot 6 maanden hebt u weer een haardos van een paar centimeter. Soms kan de kleur of de structuur van uw haren wat veranderen. Heel wat patiënten vinden het verliezen van hun haar psychologisch heel zwaar. De confrontatie met haar dat op uw kussen achterblijft of haren in uw haarborstel, is lastig, ook al bent u hierop voorbereid. In het ziekenhuis zijn er schoonheidsspecialisten die u goede tips kunnen geven over de verzorging van uw huid en haar. U kan steeds een afspraak met hen maken: U kan een afspraak maken via het secretariaat van de polikliniek Medische Oncologie (09/332.26.91). U heeft tijdens uw behandeling recht op 6x een gezichtsmassage. U kan een afspraak maken via het secretariaat van het Oncologisch Centrum (tel. 09 332 55 25). De massages vinden plaats in gebouw K4, gelijkvloers. Maak gerust gebruik van dit aanbod. U hoeft hiervoor niet te betalen. Deze sessies worden mogelijk gemaakt door de VLK en de Stichting tegen Kanker.

In de brochure goed verzorgd, beter gevoel van de Stichting tegen Kanker vindt u nog een pak nuttige adviezen. Tips Ga voor de start van de chemotherapie naar een speciaalzaak voor een pruik. Zo kan u samen met de kapster een pruik kiezen die het best bij u past. 11 U kan kiezen voor een pruik, een mutsje of sjaaltjes. Kies voor datgene waarbij u zich het best voelt. Informeer bij uw ziekenfonds en eventueel bij uw hospitalisatieverzekering naar de tussenkomst waarop u recht heeft. Het ziekenfonds voorziet een tussenkomst van 180 euro voor mensen met tijdelijk haarverlies ten gevolge van hun behandeling. Ook sommige hospitalisatieverzekeringen komen hierin tussen. Het is belangrijk dat u deze informatie hebt voor u een pruik aankoopt. Laat u goed informeren over de soorten pruiken, hun prijs en het onderhoud.er bestaan grote prijsverschillen. Als u vragen heeft over de prijzen en de tegemoetkomingen, stel ze dan gerust aan de medewerkers van de sociale dienst. Zij zoeken voor u het antwoord. Spreek met de kapster af wanneer u zich het haar kort kan laten knippen. Velen doen dit van zodra het haar met plukken uitvalt. Net voor uw haar uitvalt, kan u wat lichte tintelingen voelen ter hoogte van uw hoofd. Leg een badhanddoek op uw hoofdkussen. Bij het opstaan kan u de handdoek dichtvouwen en alle haartjes in één keer verwijderen. Na het uitvallen van uw haar is uw hoofdhuid gevoelig en droog. Verzorg uw hoofdhuid met een milde shampoo of douchegel. Breng een hydraterende crème aan om de hoofdhuid tegen uitdrogen te beschermen. Draag bij koud weer uw pruik of een sjaaltje. Via ons hoofd verliezen we heel wat lichaamswarmte.

Vermijd zon tijdens de behandeling en gebruik een zonnecrème met een hoge beschermingsfactor. Na het einde van de chemotherapie moet u zeker nog 1 maand wachten vooraleer u uw haar weer laat verven. U mag uw haar opnieuw laten verven, maar informeer bij de kapper over het gebruik van natuurproducten bij het kleuren van de haren. 12 Tips of vragen ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

2. Misselijkheid en braken Veel mensen hebben angst voor deze bijwerking maar de huidige geneesmiddelen kunnen misselijkheid en braken zoveel mogelijk onderdrukken. Deze klacht kan verschillen van persoon tot persoon, ook al krijgt u dezelfde producten toegediend. Als u toch last hebt van misselijkheid en braken, noteer dit dan in uw dagboek (Wanneer hebt u last? Hoe erg is het?). Het is belangrijk om dit te bespreken met de arts en de verpleegkundige van de dagkliniek. Zij kunnen u helpen met een eventuele aanpassing van de antibraakmedicatie. 13 Deze bijwerking kan optreden vanaf de avond van de chemotherapie en kan duren tot 3 à 4 dagen na de chemotherapie. Sommige mensen hebben langer last hebben van misselijkheid, soms 1 week. Zelden heeft iemand hiervan last tijdens de toediening van de chemotherapie. Wat merkt u? Geen of een verminderde eetlust Een zwaar of opgeblazen gevoel in de maag Oprispingen Braakneigingen Tips Neem de voorgeschreven medicatie stipt. Zo kan u de misselijkheid voorkomen. Neem bij misselijkheid ook de Litican. Stel dit niet uit, het kan u helpen! Drink voldoende (1,5 tot 2 liter per dag), maar met kleine hoeveelheden. Als u te weinig drinkt, kan dit het misselijk gevoel verergeren. Eet wanneer u niet of minder misselijk bent. Eet voor u honger hebt.

Als u misselijk bent, probeer dan tussendoor iets kleins met voldoende calorieën te eten (taartje, blokje kaas, chocomousse ). Eet kleine hoeveelheden die u spreidt over de dag. Vermijd zware maaltijden. Eet voedsel dat u lekker vindt. Eet droog voedsel zoals granen en toast. Als u misselijk bent, geef dan de voorkeur aan koude of lauwe voedingsmiddelen. Deze geven minder geur af dan warm voedsel. 14 Laat u helpen bij de bereiding van de maaltijden. Zorg voor frisse lucht. Geurtjes kunnen leiden tot misselijkheid. Stop met eten en drinken tot u niet meer braakt. Start opnieuw met kleine hoeveelheden water en licht verteerbare voedingsmiddelen. Spoel uw mond met koud water na het braken. Wacht 1 tot 2u alvorens te eten. Zorg voor afleiding. Ookrelaxatieoefeningen kunnen helpen. U kan steeds hulp vragen aan de diëtiste. Bespreek deze klacht met de arts of de verpleegkundige. Samen zoeken we naar een oplossing. Let op! Forceer u niet om te eten. De dagen nadien zal u beter kunnen eten. Vermijd sterke kruiden, te zoet, gebraden of vet voedsel (bv. gefrituurd voedsel). Vermijd drinken tijdens de maaltijd, dit neemt uw eetlust weg. Vermijd alcoholische dranken. Vermijd bij misselijkheid om in de keuken aanwezig te zijn tijdens het koken. Geurtjes kunnen de misselijkheid opwekken. Ga niet onmiddellijk liggen na de maaltijd, een halfzittende houding is beter. Vermijd het contact met geuren en voedingsmiddelen waarvan u voelt dat ze het braken zouden kunnen uitlokken.

WANNEER CONTACT OPNEMEN MET HET ZIEKENHUIS? Als u niet of onvoldoende kan eten en/of drinken Als u meer dan drie dagen braakt of als u meer dan 3x per dag braakt Bij een pijnlijke en gezwollen maag Bij tekenen van uitdroging (dorstgevoel, droge huid, weinig plassen) Als u op korte tijd veel vermagert Als u bang bent en met vragen zit over deze bijwerking 15 Als u geen last hebt van misselijkheid of braken, denk dan niet dat de chemotherapie minder werkt. Er is geen relatie tussen deze bijwerking en de doeltreffendheid van de behandeling. Voor, tijdens en na de chemotherapie krijgt u medicatie tegen de misselijkheid en het braken: Zofran, Emend, Dexamethasone en Litican. Bijwerkingen van deze medicatie kunnen zijn: Medicatie Bijwerkingen Emend Obstipatie, diarree, de hik Hoofdpijn, duizeligheid Vermoeidheid Zofran Obstipatie Hoofdpijn Dexamethasone Hongergevoel (bijvoorbeeld een voorkeur voor zoete (= cortisone ) voedingswaren) Het vasthouden van vocht in het lichaam (bv. dikke voeten, een rond gezicht) Een opgejaagd gevoel Moeilijker kunnen slapen

Tips of vragen 16

3. Een daling van het aantal witte bloedcellen (leukopenie) Ongeveer 10 dagen na iedere chemotoediening zien we een daling van het aantal witte bloedcellen. Dit is een bijwerking van de chemotherapie. U kan hier zelf niets tegen doen. De witte bloedcellen staan in voor de immuniteit. Een daling kan dus tijdelijk de weerstand van uw lichaam verminderen. Infecties worden best zo snel mogelijk bestreden aangezien er minder witte bloedcellen zijn ter verdediging van uw lichaam. Vroegtijdige behandeling is dus de boodschap. 17 Op dag 10 na de eerste FEC en op dag 8 na de eerste Taxotere zal uw huisarts een bloedafname bij u doen om deze bijwerking op te volgen. De witte bloedcellen herstellen zich spontaan in de derde week na de chemo. De arts kan beslissen om antibiotica op te starten als er gevaar is voor een infectie. Bij een te laag aantal witte bloedcellen en koorts (neutropene koorts) kan de arts u laten opnemen in het ziekenhuis omdat het risico op een infectie te groot is. U krijgt in dat geval antibiotica via een baxter (infuus). Na een korte herstelperiode mag u het ziekenhuis weer verlaten. Indien nodig kan u groeifactoren toegediend krijgen onder de vorm van een inspuiting Neulasta. Deze medicatie ondersteunt de aanmaak van de witte bloedcellen in uw beenmerg. Deze inspuiting krijgt u onmiddellijk na de chemo. Het is normaal dat u hiervan pijn kan ervaren in uw botten en dat u zich wat grieperig voelt. U mag steeds Paracetamol nemen (Dafalgan, Perdolan ). Wat merkt u? Koorts (> 38 C), zweten, koude rillingen Keelpijn of aften in de mond, hoesten, een verstopte neus Een branderig gevoel bij het plassen, slecht ruikende urine Diarree, buikpijn, pijn aan de sluitspier

Jeuk vaginaal, vaginale afscheiding Ziekgevoel, uitputting, hoofdpijn Roodheid, zwelling, ettervorming (lokale infectie) Tips Meet regelmatig uw lichaamstemperatuur (1 maal per dag s avonds of bij ziektegevoel). Bij koorts het ziekenhuis verwittigen! Voorkom wondjes en verzorg opgelopen wondjes meteen (grondig ontsmetten en verband aanbrengen). Zorg voor een proper verband t.h.v. de PICC katheter. 18 Draag handschoenen om in de tuin te werken. Zorg voor een goede mondhygiëne. Controleer regelmatig uw mond op kleine wondjes. Controleer bij het hoesten of u gekleurde fluimen hebt. Was uw handen regelmatig, zeker voor het eten en na het toiletbezoek. Bespreek met uw arts of u al dan niet een griepvaccin nodig hebt. Let op! Vermijd in die periode contact met grote groepen of zieke mensen om een infectie te voorkomen. Vermijd drukbevolkte plaatsen (markt, winkels, openbaar vervoer, cinema, een optreden). Ga ook niet zwemmen. Let op voor kinderen met typische kinderziekten. U bent op dit moment vatbaarder om ook ziek te worden. Vermijd contact met uitwerpselen van huisdieren. WANNEER CONTACT OPNEMEN MET HET ZIEKENHUIS? Bij koorts vanaf 38 C het ziekenhuis verwittigen Indien u andere tekenen van een infectie waarneemt Als u bang bent en met vragen zit over deze bijwerking

4. Last in de mond Het slijmvlies in de mond kan ontsteken door de chemotherapie. Dit heet mucositis. Deze ontsteking is meestal tijdelijk, maar kan pijnlijk zijn. Het tandvlees, de tong en de lippen kunnen dan gevoelig zijn vooral bij het eten, drinken en spreken. De klachten komen vooral tot uiting 1 tot 2 weken na de chemo. 19 Het is belangrijk om voor de start van uw behandeling een bezoek te brengen aan uw tandarts. Vertel uw tandarts dat u met chemotherapie start en laat uw gebit grondig nakijken. Dit kan problemen voorkomen tijdens de behandeling. Bij de start van de behandeling krijgt u een brochure over goede mondzorg en een mondspoelmiddel. Wat merkt u? Een droge of pijnlijke mond Rood slijmvlies in de mond, een gevoelige keel Aften of zweertjes Wit beslag op de tong Bloedend tandvlees Kloofjes in de lippen Controleer dus regelmatig uw mond. Doe dit eventueel met een lampje voor de spiegel. Controleer uw tong, uw wangen, uw verhemelte, onder uw tong en de binnenzijde van uw lippen. Tips Behoud een goede mondhygiëne en een goed verzorgd gebit. Poets uw tanden na elke maaltijd, minstens 3 maal per dag. Poets uw tanden steeds met een zachte tandenborstel. Gebruik een fluoridehoudende milde tandpasta.

Spoel de tandenborstel grondig na en bewaar hem droog met de borstelkop naar boven. Vervang uw tandenborstel om de 2 maanden. Gebruik 1 maal per dag een tongschraper om uw tong te reinigen. Borstel of schraap de tongrug en de zijvlakken van de tong. 20 Flos uw tanden éénmaal per dag. Spoel steeds uw mond met water na het braken. Spoel uw mond met Dentio 0,05%, een mondspoelmiddel zonder alcohol of spoel met natriumbicarbonaat (1 soeplepel opgelost in water). Gebruik het mondspoelmiddel telkens na het poetsen en voor het slapengaan. Houd de lippen vochtig met een lippenbalsem. Drink veel (water, lauwe thee). In geval van pijn eet u best voedsel dat zacht is. Hebt u pijn of open wondjes in de mond, neem dan steeds contact op met de verpleegkundige. De pijnlijke zones in uw mond kunnen verholpen worden met een laserbehandeling. Verwijder uw gebitsprothese en spoel uw mond bij pijn. Reinig de gebitsprothese met een protheseborstel en vloeibare neutrale zeep. Gebruik geen tandpasta want dit beschadigt de gebitsprothese. Een bruistablet vervangt het borstelen van uw prothese niet. Let op! Vermijd te gekruid, zuur (citroensap, vinaigrette, mosterd), droog, krokant, hard, zeer koud of zeer warm voedsel bij pijn of open wondjes in de mond. Vermijd tandpasta met een blekende werking voor witte tanden (bv. met peroxide). Vermijd alcoholische dranken. Minderen of beter, stoppen met roken is aangeraden.

WANNEER CONTACT OPNEMEN MET HET ZIEKENHUIS? Bij pijn of bloedingen in de mond Bij mondklachten gepaard gaande met koorts Maak een afspraak voor een laserbehandeling in de mond bij de verpleegkundige Tips of vragen 21 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

5. Geur en smaakveranderingen Geur- en smaakveranderingen treden soms op en kunnen storend zijn. Door uw behandeling kan wat u normaal gezien graag eet totaal anders gaan smaken, ook als het gerecht nog steeds op dezelfde manier wordt klaargemaakt. U kan plots een metaalsmaak hebben in de mond, vinden dat alles flauw smaakt of zelfs een afkeer krijgen voor sommige voedingsmiddelen en dranken. Dit is eigen aan chemotherapie en gaat na beëindiging van de therapie geleidelijk aan over. 22 Mond- en tandproblemen kunnen ook deze klachten veroorzaken. Ga dus voor de start van de chemotherapie naar uw tandarts voor een algemene controle. Tips Een goede mondhygiëne is belangrijk. Poets na iedere maaltijd uw tanden en gebruik de voorgeschreven mondspoelmiddelen. Spoel voor en na de maaltijd uw mond met water. Reinig dagelijks uw tandprothese en spoel ze onder de kraan af na iedere maaltijd. Bij een metaalsmaak kunnen volgende zaken soms helpen: suikervrije kauwgom, citroensnoepjes, harde snoepen of muntsnoepjes. Dit stimuleert ook de speekselproductie en zo vermijdt u een droge mond. Als de maaltijden flauw smaken, werk dan met extra kruiden of sauzen. Kies eventueel maaltijden met sterke smaken. Eet niets tegen uw zin. Vlees kan vaak een metaalsmaak uitlokken. Vervang het vlees door bijvoorbeeld kip, vis, eieren of andere vleesvervangers. Vervang groene groenten door pasta s, puree, rijst. Drink frisse dranken: water, fruitsappen, thee, groentensappen, Eten is een sociaal gebeuren. Het kan helpen om samen met anderen te eten en zo minder stil te staan bij een veranderde smaak.

Vermijd maaltijden met een sterke geur (stoofpotje, kolen, koffie, ). Als warme maaltijden niet smaken, vervang ze dan door een broodje of een fris slaatje. Rook niet, dit kan de smaakveranderingen nog erger maken. Vraag indien nodig ook hulp aan de diëtiste. 23 6. Diarree Uw behandeling kan inwerken op de cellen van het maag-darmstelsel. Niet iedereen heeft hier evenveel last van. Niet alleen door de chemo kan u last krijgen van diarree maar ook een darminfectie, andere medicatie of stress kunnen diarree veroorzaken. Het is belangrijk dit te melden aan uw arts en niet op eigen initiatief medicatie tegen diarree in te nemen. Tips Drink regelmatig water zodat u een voldoende vochtopname hebt (1,5 l). Bij grote vochtverliezen is meer vocht nodig (2 tot 2,5 l). Drink dan bijvoorbeeld sportdranken zodat u ook de nodige mineralen binnen hebt bv. Aquarius, AA drink. Kijk regelmatig na of uw urine niet te donker is. Dit kan een teken zijn van uitdroging. Eet vet- en vezelarme voeding zoals: pasta, wit brood of rijst mager vlees (kalkoen, kip) cornflakes vis geschild fruit Stop tijdelijk het eten van vezelrijke voeding.

Het slijmvlies van de sluitspier kan geïrriteerd zijn door de diarree. Gebruik zacht toiletpapier of een washandje. Zorg voor een goede lichaamshygiëne en breng een zinkzalf aan ter hoogte van de sluitspier om de huid te beschermen. Vraag aan uw (huis)arts een geneesmiddel tegen diarree. Vraag indien nodig ook hulp aan de diëtiste. 24 Let op! Vermijd voedingsmiddelen die de darmbeweging doen toenemen: grote en vetrijke maaltijden alcohol (bier, wijn) cafeïnehoudende dranken (koffie, thee, chocolade) voeding met grove vezels, zaden of pitten (volkorenbrood) schillen van fruit, noten Vermijd voedingsmiddelen die de gasvorming verhogen: ui, prei, kool, knoflook, paprika, komkommer, meloen koolzuurhoudende dranken Vermijd voedingsmiddelen die de darmslijmvliezen irriteren: sterke kruiden en specerijen. Vermijd producten die sorbitol bevatten (snoepgoed & kauwgom). Vermijd het drinken van water tijdens en tot 1 uur na de maaltijd. Vermijd melk en zuivelproducten (melk, yoghurt, ijs, kaas, room). WANNEER CONTACT OPNEMEN MET HET ZIEKENHUIS? Als de diarree gepaard gaat met koorts, ernstige krampen of braakneigingen. Als u last hebt van uitdrogingsverschijnselen: een droge mond, een droge tong, droge lippen, een droge en verrimpelde huid en donkere urine. Als u last hebt van een bloederige stoelgang.

7. Vermoeidheid Deze vermoeidheid wordt omschreven als een aanhoudend en hardnekkig gevoel van uitputting, ondanks voldoende rust en slaap. Dit gevoel kan een sterke impact hebben op de uitoefening van uw dagelijkse activiteiten. Vermoeidheid kan reeds voor de diagnose aanwezig zijn maar neemt toe tijdens de behandeling. 25 Van zodra de behandeling beëindigd is, zal het lichaam zich geleidelijk herstellen. Bepaalde bijwerkingen zoals vermoeidheid kunnen echter nog lang aanhouden. Na de behandeling kan u deelnemen aan een revalidatieprogramma EUREKA. Dit revalidatieprogramma helpt u om u weer fysiek en mentaal sterker te voelen. Vraag ernaar bij de verpleegkundige of de psycholoog. Mag ik sporten? Sporten is ideaal voor de gezondheid. Ook tijdens uw behandeling is bewegen belangrijk. Enkel als u zich echt ziek of uitgeput voelt, mag u zich niet forceren. Probeer te bewegen. Dit hoeft niet intensief te zijn: wandelen en fietsen zijn een goede vorm van lichaamsbeweging. De (klein)kinderen afhalen van school, boodschappen te voet doen, de auto wat verder parkeren en het laatste eindje wandelen, de trap nemen in plaats van de lift, Dit kan allemaal helpen om uw uithouding en kracht op peil te houden. Contacteer de arts of de verpleegkundig bij ernstige vermoeidheid bij een lichte inspanning of zelfs in rust. In het UZ Gent worden een vijftal keer per jaar vermoeidheidsessies georganiseerd voor patiënten en hun naasten. De borstverpleegkundigen en psychologen kunnen u ook individueel begeleiden. Meer tips over het omgaan met deze vermoeidheid vindt u de brochure omgaan met vermoeidheid bij kanker. Na uw behandeling kan u ook Mindfulness volgen. Ook deze vorm van therapie heeft reeds zijn nut aangetoond bij de aanpak van deze bijwerking. Voor meer informatie hierover kan u terecht bij de psychologen.

8. Overgevoeligheidsreacties Deze bijwerking kan optreden bij de eerste toediening van de Taxotere. Dit product kan bij sommige mensen een allergische reactie veroorzaken. Wat merkt u? Plots beginnen zweten, soms koorts en rillingen Een beklemmend gevoel ervaren, onrustig zijn Wat kortademig worden Huiduitslag, al dan niet met jeuk Duizeligheid, een lage bloeddruk 26 De verpleegkundige zal steeds in uw buurt aanwezig zijn als u voor het eerst Taxotere toegediend krijgt. Mocht u toch even alleen zijn en u voelt één van deze symptomen, geef dan zeker een seintje aan de verpleegkundige. Deze klachten kunnen snel en eenvoudig behandeld worden met medicatie. Het is daarom belangrijk om uw medicatie correct in te nemen VOOR de toediening van de Taxotere. Als u het geneesmiddel (Dexamethasone) niet vooraf heeft ingenomen, kan de chemo niet toegediend worden.

9. Pijn ter hoogte van spieren en gewrichten Ook dit is een typische en normale bijwerking bij Taxotere. U ervaart een soort grieperig gevoel. Meestal ervaart u deze klacht een 3-tal dagen na uw behandeling met Taxotere. Het ongemak kan 1 tot 3 dagen aanhouden. 27 Wat merkt u? Hoofdpijn Spierpijn, pijn ter hoogte van de gewrichten en botten Soms koorts en koude rillingen Minder eetlust Tips U mag hiervoor steeds een pijnstiller nemen, zoals paracetamol (Dafalgan Forte 1g, Perdolan ). U mag Dafalgan Forte 1g tot 4x daags innemen. Let wel op dat dit grieperig gevoel niet het gevolg is van een infectie. Controleer daarom steeds uw temperatuur vooraleer u een pijnstiller neemt, want paracetamol kan koorts maskeren. Bljf voldoende drinken. WANNEER CONTACT OPNEMEN MET HET ZIEKENHUIS? Bij aanhoudende pijn. Bij koorst (vanaf 38 c)

10. Last ter hoogte van vingers en tenen Deze bijwerking wordt ook perifere neuropathie genoemd en is een gevolg van de behandeling met Taxotere. De zenuwcellen ter hoogte van de vingertoppen en de tenen kunnen worden aangetast. In welke mate u hier last van heeft is afhankelijk van persoon tot persoon. Als zenuwcellen aangetast worden, kan dit prikkelingsklachten geven. Deze bijwerking kan nog lange tijd aanwezig blijven na de chemotherapie. Zenuwcellen herstellen helaas heel traag. Helaas kan u zelf weinig doen tegen deze bijwerking. Het is vaak afwachten hoe deze klachten zullen evolueren. Het kan best lastig zijn, maar spreek erover. 28 Wat merkt u? Ter hoogte van de vingertoppen en tenen: een verminderd of slapend gevoel, pijnscheuten, een prikkend gevoel, een branderig gevoel, een gevoel alsof u op kussentjes loopt Minder kracht Moeilijkheden met de fijne motoriek (bv. knopen dicht doen, juwelen sluiten, rits sluiten, BH sluiten) Pijn bij het vasthouden van koude voorwerpen of pijn in koude omstandigheden Tips Draag gemakkelijk schoeisel. Soms geven schoenen teveel druk waardoor u meer pijn kan hebben. Soms kan het helpen om uw voeten in hoogstand te leggen. Probeer toch te bewegen. Vraag hulp van anderen als u moeite heeft met het sluiten van kleine voorwerpen. Spreek over deze bijwerking want de ander weet niet altijd wat u voelt. Als u bij uw werk hinder ondervindt van deze bijwerking, spreek er dan over met uw werkgever of collega( s). Soms helpt kiné of acupunctuur.

11. Veranderingen ter hoogte van de nagels Taxotere kan verschillende veranderingen veroorzaken ter hoogte van de nagels. Bij heel wat mensen komt deze klacht voor. Ze kan nog tot maanden na de chemotherapie blijven bestaan. 29 Wat merkt u? Nagels die afbrokkelen of splitsen Nagels die broos worden waardoor ze gemakkelijk afbreken Nagels die ontkleuren of verkleuren Het verschijnen van de typische nagelringen Het loskomen van de nagel van het nagelbed, pijnlijk nagelbed, infectie De verpleegkundige van de dagkliniek zal bij de start met Taxotere een aantal preventieve maatregelen nemen om uw nagels zoveel mogelijk te beschermen: U ontvangt een verzorgingstasje met een nagelversteviger, een bodylotion en een zachte tandpasta. Breng de nagelversteviger regelmatig aan tijdens de behandeling en doe dit zolang uw nagels broos zijn. Uw vingertoppen en tenen koelen, kan ook helpen. De verpleegkundige zal u ijshandschoenen aanbieden voor iedere Taxoteretoediening. Door het gebruik van ijshandschoenen vernauwen de bloedvaatjes en komt het geneesmiddel minder gemakkelijk tot bij de vingertoppen en tenen. De schade aan de nagels kan hierdoor beperkt worden. Het is belangrijk om deze handschoenen aan te houden gedurende de volledige behandeling. Geef de verpleegkundige gerust een seintje als de handschoenen niet meer voldoende koud zijn. Dan worden ze vervangen.

Tips Verzorg uw nagels goed, voorkom vuile nagels. Houd uw nagels kort. Draag gemakkelijke schoenen. Breng regelmatig een nagelversteviger aan (een polish of een hardmaker). 30 Vermijd het overmatig gebruik van nagellakremover. Gebruik zo weinig mogelijk valse nagels.de lijm verwijderen is niet goed voor de nagels. Draag handschoenen om te vermijden dat uw nagels afbreken. Vermijd het gebruik van irriterende producten. Scheur gebroken nagels niet af, gebruik een nagelvijltje. Observeer wondjes ter hoogte van het nagelbed. WANNEER CONTACT OPNEMEN MET HET ZIEKENHUIS? Bij aanhoudende pijn ter hoogte van de nagel of het nagelbed Bij een open wonde ter hoogte van het nagelbed Bij koorts (vanaf 38 C) Als er een infectie zou optreden, is het mogelijk dat u antibiotica moet nemen. Tips of vragen

12. Vochtopstapeling Door de chemotherapie kan u vocht ophouden, ook wel oedeem genoemd. Het vocht houdt zich vast op plaatsen waar normaal geen of weinig vocht aanwezig is, bjivoorbeeld rond de enkels. Deze bijwerking is tijdelijk. U verliest het vocht als de chemotherapie afgerond is. 31 Wat merkt u? Gezwollen voeten of benen, handen of armen Gewichtstoename Minder plassen Kortademig Controleer dus regelmatig uw gewicht. Als u op korte tijd veel bijkomt of u hebt last van kortademigheid, verwittig dan de arts. 13. Een droge huid en huidverkleuring Door de behandeling kan uw huid geïrriteerd raken. De huid kan droog zijn en dit kan jeuk veroorzaken. Uw huid kan ook verkleuren. De huidcellen zijn gevoelig voor de chemo en herstellen minder snel. Deze bijwerking is tijdelijk en verdwijnt langzaam na stopzetting van de behandeling. Wat merkt u? Een droge huid met soms schilfers, roodheid en jeuk Soms bent u overgevoelig aan zonlicht Huiduitslag Door jeuk kan u misschien moeilijker slapen Bij mensen met een licht huidstype: het ontstaan van donkere vlekjes door extra pigment in de huid

Bij mensen met een donker huidstype: het ontstaan van lichtere vlekjes door het ontbreken van pigment in de huid Het donker worden van de handlijnen Verkleuring van de nagels Kringen rond de ogen 32 Naast de huid kunnen ook uw ogen gevoeliger worden. U kan last hebben van waterige ogen en soms een troebel zicht. Als u contactlenzen draagt, kan dit last geven. Deze bijwerking is tijdelijk. Tips Verzorg uw nagels goed en hou ze kort. Gebruik liever een douche-olie dan zeep. Gebruik ooklauw water. Hydrateer regelmatig uw huid. Gebruik hiervoor een neutrale lotion. Gebruik altijd een zonnecrème met een hoge beschermingsfactor. Vermijd de uren met felle zon. U kan de vlekken verbergen met een camouflerende crème. Vraag advies aan een dermatoloog. Vraag een jeukstillende crème aan uw arts. Tracht krabben te vermijden. Tips of vragen

14. Concentratie- en geheugenstoornissen Heb ik een gat in mijn geheugen?, is een vraag die vaak gesteld wordt tijdens de chemotherapie en zelfs na de behandeling. Dat is zeker niet vreemd. 33 Wat merkt u? Vergeetachtig zijn U moeilijk kunnen concentreren Iets aandachtig lezen is plots moeilijker geworden Aandacht bij iets houden is lastig Gedachten niet op orde krijgen Meer afwezig zijn U uitgeput voelen, een gevoel van niet vooruit te geraken Deze klacht kan best lastig zijn. Het kan uw dagelijkse activiteiten beïnvloeden waardoor alles wat moeizamer verloopt. Hou hiermee rekening als u plant om weer aan het werk te gaan na de behandeling. Als u vaak piekert, angstig bent of bijvoorbeeld slecht slaapt, kunnen deze klachten toenemen. Er gaat zoveel om in uw hoofd, alles moet er een plaatsje krijgen en dit lukt moeilijk. Hiervoor is er vooral tijd nodig. Begeleiding kan u helpen om hiermee om te gaan. U staat er dus niet alleen voor, spreek hierover met uw psycholoog, de borstverpleegkundige of andere zorgverleners. De psycholoog legt u uit wat er gebeurt en gaat samen met u op zoek naar gepaste oplossingen. Na de behandeling kan u een oncologische revalidatieprogramma (EUREKA) volgen. Ook dit kan u helpen om de zaken weer netjes op een rij te krijgen en om actief om te gaan met deze klachten. Tenslotte kan ook het werken met een dagplanning of een agenda. Relaxatieoefeningen, yoga of mindfulness volgen, kan ook een hulp zijn. Zoek naar manieren om uw hoofd leeg te maken en zorg voor een goede nachtrust Panikeer niet, deze klacht verdwijnt na verloop van tijd.

15. Seksualiteit & intimiteit De invloed van de ziekte en de behandeling op het beleven van intimiteit en seksualiteit is voor elke persoon verschillend. Lichamelijke klachten kunnen een invloed hebben op de zin om te vrijen of het intiem zijn zelf. 34 We raden u aan om de eerste 48 u na de toediening van de chemoproducten bij het vrijen een condoom te gebruiken. Restanten van de medicatie zitten ook in de slijmvliezen en uw partner komt hier best niet mee in contact. Word niet zwanger tijdens de behandeling, want die kan schadelijk zijn voor de baby. Door de behandeling kan u vroegtijdig in de menopauze komen. Uw maandstonden kunnen uitblijven en u kan menopauzale klachten hebben zoals warmteopwellingen, vaginale droogte en libidoverlies. Het is ook niet evident voor uw partner: soms heeft die ook schrik om intiem te zijn, alles is precies anders en moeilijker nu heel het leven beïnvloed wordt door deze ziekte en behandeling. Daarom is het belangrijk om hier samen over te praten. Intimiteit blijft belangrijk, ook al gebeurt het nu minder frequent of op een andere manier. Het is belangrijk elkaar ook daarin te vinden. Klachten met betrekking tot seksualiteit, zowel op lichamelijk als op emotioneel vlak, zijn steeds bespreekbaar met de arts, verpleegkundige, psycholoog of diegene die u daarvoor in vertrouwen neemt. Als u dit wenst, kan u ook terecht bij de seksuologe van het ziekenhuis. Ik had wel een gevoel, vooral na de operatie, dat ik eerst mijn lichaam weer terug moest leren ontdekken. Het was alsof het niet meer van mij was. Iedereen zit aan je en heeft het over mijn lichaam ik heb tijd nodig gehad om mijn lichaam weer leuk te vinden. Ook mijn partner had tijd nodig.

16. Een verminderde vruchtbaarheid (infertiliteit) Door de toediening van chemotherapie kan u onvruchtbaar worden. Zeker wanneer u nog een kinderwens hebt, zal de arts met u bespreken om al dan niet een cryopreservatie (= het invriezen van eicellen of embryo s) uit te voeren vóór de start van de behandeling. 35 Bespreek dit thema zeker met uw arts of de verpleegkundige. 3. Bijwerkingen door het gebruik van cortisone Tijdens de chemotherapie krijgt u cortisone voorgeschreven. Dat is een belangrijk deel van uw behandeling. Het is belangrijk dat u deze medicatie correct inneemt, ook al ervaart u hiervan bijwerkingen. Deze medicatie begint enkele uren na inname van een eerste tablet te werken en bereikt zijn maximum na enkele uren tot enkele dagen. De medicatie heeft een lange werkingsduur. Mogelijke bijwerkingen zijn: Een toename van de eetlust en het gewicht Moeilijker kunnen inslapen Maaglast Een veranderd humeur Het ontstaan van een bol gezicht Een verminderde afweer tegen infecties Een ontregeling van de bloedsuikerspiegel Het dunner worden van de huid De bjiwerkingen verdwijnen van zodra u de inname van cortisone mag stopzetten. Ondervindt u slaapproblemen of heeft u last aan de maag, bespreek dit dan met de arts.

4. Aandachtspunten bij de inname van andere geneesmiddelen en voedingsmiddelen Bij de eerste consultatie met de medisch oncoloog is het belangrijk om al uw andere geneesmiddelen te vermelden. Deze kunnen misschien de werking van de chemotherapie beïnvloeden. 36 Gelieve al uw medicatie te vermelden, ook als het gaat om aspirines, voedingssupplementen, homeopathische middelen of vitaminetabletten.

Contactgegevens verpleegkundig consulenten medische oncologie Marijke De Wispelaere & Annelies Moreels Woensdag, donderdag en vrijdag, telefoonnummer: 09/332.11.81 Contactgegevens borstverpleegkundigen Katrien Devalez 09/332.00.97 Isabel Vlerick 09/332.03.64 Marleen De Block 09/332.65.29 37 Contactgegevens dagkliniek medische oncologie Gelieve altijd eerst telefonisch contact op te nemen met de dagkliniek. Zo loopt u geen risico dat er niemand beschikbaar is als u langskomt. Telefoonnummer dagkliniek: 09/332.31.68 Telefoonummer poli medische oncologie: 09/332.26.91 Openingstijden dagkliniek Maandag t.e.m. vrijdag van 8u tot 18u, woensdag van 8u tot 12u Buiten deze openingstijden kan u voor dringende zaken de oncoloog van wacht bereiken via de dienst spoedopname, op het telefoonnummer 09/332.27.42 Contactgegevens oncopsychologen, sociale dienst & diëtiste Ingrid Jacobs psychologe 09/332.54.08 Sara Cornelis psychologe 09/332.21.43 Martine Willems sociale dienst 09/332.02.82 Ann Segers sociale dienst 09/332. 30.19 Christine Francois sociale dienst 09/332.47.35 Eline Hebbelinck diëtiste 09/332.19.95

Tips of vragen 38 Verantwoordelijke uitgever: Borstkliniek UZ Gent. Augustus 2013. Deze brochure werd enkel ontwikkeld voor gebruik binnen het UZ Gent. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de borstkliniek UZ Gent.