VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS ELEKTRICITEIT-ELEKTRONICA. Derde graad TSO



Vergelijkbare documenten
Studiewijzer (ECTS-fiche)

BSO TWEEDE GRAAD. vak TV ELEKTRICITEIT 2000/057. (vervangt 98036) 1 u/week. IT-e

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Karakteristieken van synchrone generatoren. Remediering: Datum van opgave: Datum van afgifte: Verslag nr. : 06.

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Driefase wisselspanning

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../ /.../ Datum van afgifte:

DR-ET1-X. Deelreglement Elektrische schema- en schakeltechniek ET-1

Hoofdstuk 3 : Het driefasennet

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

Labo. Elektriciteit OPGAVE: Karakteristieken van driefasetransformatoren. Sub Totaal :.../90 Totaal :.../20

ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMMOTOREN - LABO

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III BEDIENDE DER ELEKTRICITEIT

Leereenheid 8. Diagnostische toets: Driefasenet. Let op!

SYNCHRONE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten

Katholieke Hogeschool Kempen Campus HIKempen Geel Departement Industrieel Ingenieur en Biotechniek 4 EM ET. Labo Elektrotechniek

Metingen aan een draaistroomtransformator

Licht- en Verlichtingstechnieken : Grondslagen elektriciteit, licht en visuele omgeving : Deel Elektrotechniek

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Reactief vermogen in een driegeleidernet. Sub Totaal :.../80 Totaal :.../20

Schakelcursus Elektrotechniek

INLEIDING. Veel succes

ELEKTRISCHE INSTALLATIETECHNIEKEN DERDE GRAAD TSO

Leereenheid 9. Diagnostische toets: Vermogen en arbeidsfactor in driefasenetten

Labo. Elektriciteit OPGAVE: De driefasetransformator. Sub Totaal :.../90 Totaal :.../20

Bespreking Motorkenplaat Asynchrone Motoren. Frank Rubben

Meerfasige stelsels. Hoofdstuk Wat is een meerfasig stelsel. Doelstellingen

3DE GRAAD DEEL 1 ELEKTRICITEIT & LAB EENFASIGE WISSELSTROOMKETENS. Ivan Maesen Jo Hovaere. Plantyn

Schakelcursus Elektrotechniek

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De koppel-snelheidskarakteristiek van de driefasige asynchrone motor. Totaal :.../100 ../. Remediëring: Datum van opgave:

Speciale transformatoren

Deze proef dient om de student inzicht te geven in de werking van de transformator.

* Bereken de uitdrukking voor koppel, vermogen en energiestroom voor synchrone generator. * Bespreek in 't algemeen de invertorschakelingen met 180

Onderzoek werking T-verter.

Harmonischen: gevolgen

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS MULTIMEDIATECHNIEKEN. Derde graad TSO Eerste en tweede leerjaar

Niet-symmetrisch driefasig systeem

ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMGENERATOREN LABO

TV Elektriciteit PV Praktijk elektriciteit

DR-ET2-X. Deelreglement Toegepaste Elektrische aandrijving en besturingstechniek (ET-2)

Rendement bij inductiemachines: motor versus generator

Practicum kortsluitankermotor met frequentie-omvormer

ELEKTRICITEIT THEORIE versie:9/05/2004 EENFAZE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten

Leereenheid 7. Diagnostische toets: Vermogen en arbeidsfactor van een sinusvormige wisselstroom

ECTS-fiche. 1. Identificatie HBO5. Code 7368 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. 100% Ingeschatte totale 160 studiebelasting

Publicatieplan. *: reeds gepubliceerd

Siemens Training. Wat u altijd al wilde weten over energietechniek... siemens.nl/training/energie

PV Praktijk elektriciteit TV Elektriciteit

Overzicht modulefiches Elektromechanica TSO3

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek

Tentamen Analoge- en Elektrotechniek

Hout en bouw. Toegepaste wetenschappen in hout, bouw en schilderwerk een zorgenkind?

Enkel voor klasgebruik WEGWIJZER

Draaistroom en frequentie regelaars.. ZX ronde 8 september 2013

LABO. Elektriciteit. OPGAVE: De gelijkstroommotor .../.../ /.../...

ECTS-fiche. Elektro-mechanica HBO5. toegepaste mechanica

ZEKER WERK STERK AFDELING ELEKTRICITEIT ELEKTROTECHNIEKEN TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

5. HOOFDSTUK 5 SYNCHRONE MACHINES

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week

Toetsmatrijs examen 8064

Praktische Motorschakelingen Werkboek. Frank Rubben

Leereenheid 4. Driefasige synchrone motoren

Inleiding Elektromagnetisme en het gebruik

Elektrotechniek voor mobiele systemen (Voertuigen en machines)

Schade door lagerstromen.zx ronde 12 maart 2017

LABO. Elektriciteit. OPGAVE: Elektrische arbeid bij hoogspanning. Totaal :.../ /.../ Datum van afgifte:

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso)

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et 13-20)

Elektrische Machines. Serie Opname van karakteris-tieken van elektrische machines, zowel met de hand als via de PC.

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

Oefeningen Elektriciteit II Deel II

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

Teken grafisch de stroom door de belasting en de stroom geleverd door de secundaire wikkeling. (wo H~ *-l. ~ODI 11 u,

INLEIDING. Ik heb een bijpassende bundel gemaakt in functie van het nieuwe leerplan techniek.

OPG P AV A E V : De frequentieregelaar Datum van opgave: Datum van afgifte:

(On)voldoende spanningskwaliteit kost geld!

WINDENERGIE : SYNCHRONE GENERATOREN

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3)

WINDENERGIE : GENERATOREN

1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning.

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Vermogenelektronica Code 7371 Lestijden 80 Studiepunten 6 Ingeschatte totale 160 studiebelasting

Tent. Elektriciteitsvoorziening I / ET 2105

Inleiding elektronica Presentatie 1

WETENSCHAPPELIJK TEKENEN

Vorderingsplan - C.V.O. DTL Herentals

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO

ZEKER WERK STERK AFDELING ELEKTRICITEIT ELEKTRICITEIT ELEKTRONICA TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

Aanwijzingen. Figuur 1 LDR (NORP12) Weerstand - lichtsterkte grafiek (Let op: Logaritmische schaal) Nakijkmodel

Project 5 TEE: Wetenschappelijk onderzoek rond de werking van een inductiekookplaat.

Leereenheid 6. Aanvullingen

ZEKER WERK STERK AFDELING MECHANICA MECHANISCHE (VORMGEVINGS-) TECHNIEKEN TECHNISCH TWEEDE EN DERDE GRAAD

Verschillende normen voor de bepaling van het rendement van een inductiemachine

elektrotechniek CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 8

Examenprogramma en syllabus Elektrotechniek, BB, KB, GL, 2010

AT-142 EPD Basis 1. Zelfstudie en huiswerk 10-08

ECTS-fiche HBO5 100 %

Contactoren: Omschrijving:

Pajottenlandse Radio Amateurs. De multimeter

Transcriptie:

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS ELEKTRICITEIT-ELEKTRONICA Derde graad TSO Licap - Brussel D/2002/0279/051 - september 2002

ALGEMENE INHOUD LESSENTABEL... 5 ALGEMEEN DEEL... 7 TV ELEKTRICITEIT ELEKTRISCH TEKENEN EN TECHNOLOGIE... 11 TV ELEKTRICITEIT ELEKTROTECHNIEK EN LAB... 21 TV ELEKTRICITEIT/ELEKTRONICA PROJECTEN... 53 TV ELEKTRICITEIT/ELEKTRONICA VERMOGENSELEKTRONICA EN LAB... 61 TV ELEKTRONICA ANALOGE TECHNIEKEN EN LAB... 69 TV ELEKTRONICA COMMUNICATIETECHNIEKEN EN LAB... 85 TV ELEKTRONICA DIGITALE TECHNIEKEN EN LAB... 103 TV ELEKTRONICA ELEKTRONISCH TEKENEN EN TECHNOLOGIE... 123 TV ELEKTRONICA NETWERKEN EN LAB... 131 Inhoud 3 Elektriciteit-elektronica D/2002/0270/051 3de graad TSO

Lessentabel Zie website: www.vvkso.be

ELEKTRICITEIT-ELEKTRONICA Derde graad TSO Algemeen deel D/2002/0279/051 Algemeen deel 7 Elektriciteit-elektronica D/2002/0279/051 3de graad TSO

INHOUD 1 UITGANGSPUNT... 9 2 CONCEPT EN ALGEMENE DOELSTELLINGEN... 9 Algemeen deel 8 Elektriciteit-elektronica D/2002/0279/051 3de graad TSO

1 UITGANGSPUNT Leerlingen die voor deze studierichting kiezen hebben een bepaalde leerstijl en motivatie. Zij hebben behoefte aan een vorming die zowel theoretische als praktische componenten bevat. Noch een zuiver theoretische, noch een zuiver praktische vorming komen tegemoet aan hun mogelijkheden en verwachtingen. 2 CONCEPT EN ALGEMENE DOELSTELLINGEN In deze studierichting van de derde graad TSO wordt een theoretisch-technische vorming verstrekt, met voldoende aandacht voor de uitvoeringstechnische aspecten, die de volgende doelstellingen nastreeft: de leerlingen voorbereiden op het succesvol volgen van hoger onderwijs met één cyclus binnen het domein elektriciteit-elektronica. Voor begaafde en gemotiveerde leerlingen behoort hoger onderwijs met twee cycli binnen dit domein tot de mogelijkheden; daarnaast krijgen de leerlingen de mogelijkheid zich verder bij te scholen en/of te vervolmaken, zowel binnen het gewoon secundair onderwijs (derde leerjaren van de derde graad TSO) als binnen het volwassenenonderwijs (OSP); de leerlingen die geen verdere studies aanvatten dienen, na een beperkte in-service-training in het bedrijf, in staat te zijn te denken en te handelen als elektrisch-elektronische onderhoudstechnici. Het doorstromingskarakter van deze studierichting wordt mogelijk gemaakt door de vormende waarde van de aangeboden leerinhouden en leerplandoelstellingen van zowel de algemene, als de theoretisch-technische vakken. Deze vakken zijn zo opgevat dat zij voldoende transfereerbare en abstraherende vaardigheden inhouden om hieraan gestalte te geven. Vooral de wetenschappelijke en de wiskundige vormingscomponenten worden benadrukt en de talenkennis wordt niet verwaarloosd. Deze leerlingen leren gestructureerd inzichtelijk en creatief denken en handelen, om in staat te zijn zich zelfstandig en met aandacht voor kwaliteit, veiligheid en milieu in te zetten voor hun taak. Het is van groot belang dat zij kunnen meegroeien en veranderen in een steeds sneller evoluerende hoogtechnologische leer- en werkomgeving. Leerlingen met een vorming binnen het domein elektriciteit-elektronica komen in een zeer pluriform beroepenveld terecht, in bedrijfstakken met grote bedrijven en met KMO's, die zowel de industriële productie, de dienstverlening als de groot- en detailhandel omvatten. De geïntegreerde proef die tijdens het tweede leerjaar van de derde graad georganiseerd wordt, dient om het geheel van kennis, vaardigheden en attitudes gericht op de beroepsactiviteit te evalueren. Deze proef omvat de vakken uit het fundamenteel optioneel gedeelte van het leerplan en heeft een vakoverschrijdend, beroeps- en realiteitsgericht karakter. De proef kan, onder de vorm van een project of een eindwerk met eventueel een praktische realisatie, vanaf het begin van het leerjaar worden opgebouwd en langzaam groeien naar het einde toe. Het concept, ontwerp en realisatie dienen vanaf het begin van het tweede leerjaar van deze derde graad aandacht te krijgen. De beoordelingsjury moet eveneens in het begin van dit leerjaar worden aangesteld en dient voor een belangrijk deel uit externe deskundigen te bestaan. Tijdens het leerjaar moeten voldoende evaluatiemomenten worden ingebouwd om het verloop van de proef op te volgen en eventueel bij te sturen. Algemeen deel 9 Elektriciteit-elektronica D/2002/0279/051 3de graad TSO

ELEKTRICITEIT-ELEKTRONICA Derde graad TSO TV Elektriciteit Elektrisch tekenen en technologie Eerste leerjaar: 2 uur/week Tweede leerjaar: 2 uur/week D/2002/0279/051 Elektrisch tekenen en technologie 11 Elektriciteit-elektronica D/2002/0279/051 3de graad TSO

INHOUD 1 BEGINSITUATIE... 13 2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN... 13 3 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN... 13 4 LEERINHOUDEN, LEERPLANDOELSTELLINGEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN... 13 5 EVALUATIE... 19 6 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN... 19 7 BIBLIOGRAFIE... 19 Elektrisch tekenen en technologie 12 Elektriciteit-elektronica D/2002/0279/051 3de graad TSO

1 BEGINSITUATIE In de tweede graad werd het lezen, interpreteren en tekenen van elektrische schakelingen via CAD behandeld samen met de betrokken technologische aspecten in het vak Elektrisch tekenen en technologie. 2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN De industriële ontwikkelingen vereisen automatisering. Ook de ontwerper van elektrische schakelingen ontsnapt niet aan de snelle evolutie van een manuele naar een geautomatiseerde aanpak. De leerlingen ontwikkelen elektrische schakelingen via CAE (Computer Assisted Engineering), rekening houdend met de noodzakelijke technologische aspecten. Dit betekent dat de tekening niet enkel via een printer of een plotter op papier moet worden gebracht. Het is eveneens van belang dat de leerlingen hun tekeningbestand gebruiken om een volledig dossier van een elektrische installatie te realiseren, met inbegrip van klemmenstroken, bekabelingsplan, indeling van de verdeelkast, materiaallijst... Vanzelfsprekend dient veel aandacht te worden besteed aan het lezen en begrijpen van de schema's van de behandelde elektrische installaties en het respecteren van de normen en de veiligheidsreglementeringen en -richtlijnen. 3 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN Indien de functies en hulpmiddelen van een CAE-werkomgeving correct worden aangewend, komen elektrische schema's op een gestructureerde en logische wijze tot stand. Het aanleren van de CAE-software mag geen doel op zich zijn. CAE is een middel om op een efficiënte manier de leerplandoelstellingen te realiseren. De kennis om de software te hanteren wordt dus niet in afzonderlijke leseenheden aangebracht, maar wordt geïntegreerd in de tekenlessen. Hetzelfde geldt voor de noodzakelijke technologische aspecten van de componenten in de installaties. Hanteer een projectmatige aanpak met als resultaat een 'dossier' per opdracht. Niet alle dossiers dienen volledig door de leerlingen te worden gerealiseerd, er kan ook gewerkt worden met reeds gedeeltelijk afgewerkte dossiers. Coördinatie tussen de vakken Elektrisch tekenen en technologie en Elektrotechniek en lab is onontbeerlijk. Ook de eventuele relatie met de geïntegreerde proef mag niet uit het oog verloren worden. 4 LEERINHOUDEN, LEERPLANDOELSTELLINGEN EN DIDACTISCHE WENKEN Doelstellingen met de vermelding (U) kunnen bij uitbreiding worden nagestreefd. Alle andere doelstellingen moeten worden bereikt. Elektrisch tekenen en technologie 13 Elektriciteit-elektronica D/2002/0279/051 3de graad TSO

Elektrisch tekenen en technologie 14 Elektriciteit-elektronica Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN 1 DOSSIER: DOMOTICA Het schema lezen en verklaren. De genormaliseerde tekensymbolen uit de componentenbibliotheek kiezen en gebruiken. Zelfstandig een CAE-werkomgeving hanteren om het dossier samen te stellen van een eenvoudige domotica-installatie. 2 DOSSIER: VEILIGHEID BIJ INDUSTRIELE ELEKTRISCHE INSTALLATIES 3 DOSSIER: BEDIENINGSAPPARATUUR VOOR ELEKTRISCHE MACHINES Het dossier van een industriële elektrische installatie aanvullen met de noodzakelijke elementen in verband met de veiligheid, rekening houdend met de volgende kenmerken: - spanningsgebieden volgens het AREI, - aardverbindingssystemen, - rechtstreekse en onrechtstreekse aanraking, - industriële beveiligingstoestellen (smeltveiligheden, automaten, foutstroomschakelaars, isolatiecontroletoestellen). - Europese machine- en arbeidsmiddelenrichtlijnen. De noodzakelijke bedieningsapparatuur kiezen. Zelfstandig een CAE-werkomgeving hanteren en de resultaten in een dossier samenbrengen. De genormaliseerde tekensymbolen uit de componentenbibliotheek kiezen en gebruiken. Verwijzen naar Elektrisch tekenen en technologie van de tweede graad. Het wordt aanbevolen een didactisch domoticasysteem als voorbeeld ter beschikking te hebben. Een dossier ter beschikking stellen, waarin de noodzakelijke elementen in verband met de elektrische veiligheid ontbreken. Informatie raadplegen (catalogi, cd-rom, het Internet). Informatie raadplegen (catalogi, cd-rom, internet). Een modeldossier met de vereiste samenstelling ter beschikking stellen: voorpagina met de vereiste gegevens (spanning, frequentie, aansluiting, beveiliging...); inhoudstabel; stuurspanningsvoeding met beveiliging en verdeling; vermogenkring met beveiliging; contactoren en verbruikers (bv. motoren); automatiseringskring met bedieningselementen, detectoren, relais, automatiseringscomponenten...; signalisatie; klemmenstroken; bekabelingsplan; indeling van de verdeelkast; materiaallijst.

Elektrisch tekenen en technologie 15 Elektriciteit-elektronica 3.1 Scheidingsschakelaars, lastscheidingsschakelaars en vermogenschakelaars Het schema lezen en verklaren. De volgende begrippen verklaren: - nominale spanning, - nominale stroom, - onderbrekingsvermogen, -... 3.2 Contactoren en relais Het verschil tussen een contactor en een relais verwoorden. De volgende kenmerken beschrijven: - stroomsoort, - werkspanning, - schakelvermogen, - maximale stroomsterkte. De werking van de volgende contactoren aan de hand van hun schakeldiagram verklaren: - hoofdcontacten, - NO-contacten, - NG-contacten, - wisselcontacten (verbreken voor sluiten en sluiten voor verbreken), - vroeg- en laatmakende contacten. (U) De werking van de volgende contacten van een multifunctioneel relais verklaren, aan de hand van hun schakeldiagram: - maakvertraging, - verbreekvertraging, - impuls. Waar mogelijk het verband leggen met het vak Elektrotechniek en lab - module theorie en module lab.

Elektrisch tekenen en technologie 16 Elektriciteit-elektronica Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN 3.3 Andere bedieningsapparatuur Van schakelaars, drukknopen, standenschakelaars, eindeloopschakelaars, naderingsschakelaars en foto-elektrische cellen: - de technologie toelichten, - de technische specificaties interpreteren, - het gebruiksdomein kennen. 4 DOSSIER(S): AANZETTEN EN SCHAKE- LEN VAN WISSELSTROOMMOTOREN 4.1 Directe aanloop De technologische gevolgen bij te hoge aanloopstromen aantonen. 4.2 Aanloopmethodes Verklaren hoe een verlaagde startstroom gerealiseerd wordt en de voor- en nadelen op elektrisch en mechanisch gebied toelichten bij: - ster-driehoek, - aanloopweerstanden in de rotor, (U) - twee-kooiankermotor, - frequentiesturing. De noodzakelijke aanloopmethode kiezen. Zelfstandig een CAE-werkomgeving hanteren en de resultaten in een dossier samenbrengen. Informatie raadplegen (catalogi, cd-rom, het Internet). Een modeldossier met de vereiste samenstelling ter beschikking stellen: voorpagina met de vereiste gegevens (spanning, frequentie, aansluiting, beveiliging...); inhoudstabel; stuurspanningsvoeding met beveiliging en verdeling; vermogenkring met beveiliging; contactoren en verbruikers (bv. motoren); automatiseringskring met bedieningselementen, detectoren, relais, automatiseringscomponenten...; signalisatie; klemmenstroken; bekabelingsplan; indeling van de verdeelkast; materiaallijst.

Elektrisch tekenen en technologie 17 Elektriciteit-elektronica De genormaliseerde tekensymbolen uit de componentenbibliotheek kiezen en gebruiken. Het schema lezen en verklaren. 5 DOSSIER: AUTOMATISERING Zelfstandig een CAE-werkomgeving hanteren om het dossier samen te stellen van een industrieel proces of een deel ervan, waarbij een aantal leerinhouden uit de eerder behandelde dossiers aan bod komen. De genormaliseerde tekensymbolen uit de componentenbibliotheek kiezen en gebruiken. Het schema lezen en verklaren. 6 DOSSIER: VERLICHTING Een verlichtingsinstallatie ontwerpen rekening houdend met: - de vereiste verlichtingssterkte, - het rendement en de gelijkvormigheid van de verlichting, - de vorm en de indeling van het lokaal, - bijzondere factoren (arbeidsfactor, onderhoudsfactor, behoudsfactor...), - het hedendaags aanbod van lamptypes (metaaldraad, halogeen, kwikdamp, natriumdamp), - verdeling over het net. Waar mogelijk het verband leggen met het vak Elektrotechniek en lab - module theorie en module lab. Een modeldossier met de vereiste samenstelling ter beschikking stellen: voorpagina met de vereiste gegevens (spanning, frequentie, aansluiting, beveiliging...); inhoudstabel; stuurspanningsvoeding met beveiliging en verdeling; vermogenkring met beveiliging; contactoren en verbruikers (bv. motoren); automatiseringskring met bedieningselementen, detectoren, relais, automatiseringscomponenten...; signalisatie; klemmenstroken; bekabelingsplan; indeling van de verdeelkast; materiaallijst. Waar mogelijk het verband leggen met het vak Elektrotechniek en lab - module theorie en module lab. Informatie raadplegen (catalogi, cd-rom, internet). Software voor lichtberekening gebruiken. Rekening houden met kleurtemperatuur- en kleurweergave. Stroboscopisch effect vermijden.

Elektrisch tekenen en technologie 18 Elektriciteit-elektronica Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN 7 DOSSIER: INDUSTRIELE LAAGSPAN- NINGSINSTALLATIE (U) Zelfstandig een CAE-werkomgeving hanteren om het dossier samen te stellen van een verlichtingsinstallatie. Het schema lezen en verklaren. Een laagspanningsinstallatie ontwerpen rekening houdend met: - de reglementen (AREI), de normen en de machinerichtlijn, - de functie en het vermogen (het meest geschikte laagspanningsnet en netsysteem), - de verbruikers (bekabeling), - selectiviteit (personen- en installatiebeveiliging), - bedrijfszekerheid, gelijktijdigheidsfactor... Zelfstandig een CAE-werkomgeving hanteren om het dossier samen te stellen van een industriële laagspanningsinstallatie. Het schema lezen en verklaren. Een modeldossier met de vereiste samenstelling ter beschikking stellen. Informatie raadplegen (catalogi, cd-rom, het Internet). Een modeldossier met de vereiste samenstelling ter beschikking stellen: voorpagina met de vereiste gegevens (spanning, frequentie, aansluiting, beveiliging...); inhoudstabel; stuurspanningsvoeding met beveiliging en verdeling; vermogenkring met beveiliging; contactoren en verbruikers (bv. motoren); automatiseringskring met bedieningselementen, detectoren, relais, automatiseringscomponenten...; signalisatie; klemmenstroken; bekabelingsplan; indeling van de verdeelkast; materiaallijst. Waar mogelijk het verband leggen met het vak Elektrotechniek en lab - module theorie en module lab.

5 EVALUATIE Het is van belang zowel het product, het proces als de attitudevorming op te nemen in het gebruikte evaluatiesysteem. De evaluatie mag dus niet alleen gericht zijn op de tekenvaardigheden en de technologische kennis. Het is eveneens van belang dat de leerlingen vooraf duidelijk weten wat van hen verwacht wordt. Een deel van het voorbereidend werk en de afwerking van de dossiers dient niet noodzakelijk in de school, maar kan ook thuis gebeuren. Ook de resultaten van deze opdrachten worden opgenomen in de evaluatie. Een aantal aandachtspunten voor zowel de permanente evaluatie als voor de eindevaluatie: het begrijpend lezen en verklaren van de elektrische schema's; het toelichten van de werking van de elektrische installaties; het herkennen en toepassen van genormaliseerde symbolen en veiligheidsvoorschriften; het correct gebruik van de CAE-werkomgeving om de dossiers te behandelen; het volgen van een optimale werkmethode; de zin voor nauwkeurigheid, netheid en kwaliteit; de kritische instelling ten opzichte van eigen werk; de groei naar zelfstandigheid. 6 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN Een tekenlokaal met pc's met CAE-software; de mogelijkheid tot het afdrukken van de dossiers; projectiemogelijkheid; materiaal ter ondersteuning van de technologie-elementen uit de leerinhouden; technische documentatie, catalogi, cd-rom's, reglementeringen, normen. 7 BIBLIOGRAFIE Algemeen reglement op de elektrische installaties, AIB-Vinçotte, AREI - Brussel. DE BRUYN, M., COOREMAN, H., MAESEN, I., VAN OCKEN, J., Elektrotechnisch tekenen - schema's lezen 1-2 - 3, Plantyn, Antwerpen. DEKELVER,V., FICHEFET, J.M., VAN OPSTEL, J.-E., Technologie - Installatieleer 1-2, Plantyn, Antwerpen. Dossier CAE voor Windows - Elektriciteit (EPLAN), Werkgroep Technisch Tekenen Elektriciteit, VVKSO, Nascholing nijverheidsonderwijs. HAP, P., Tabellenboek voor Elektrotechniek, Plantyn, Antwerpen. VEKENS, J., Installatiepraktijk voor de elektricien, delen 1 en 2, Standaard Uitgeverij. Elektrisch tekenen en technologie 19 Elektriciteit-elektronica D/2002/0279/051 3de graad TSO

ELEKTRICITEIT-ELEKTRONICA Derde graad TSO TV Elektriciteit Elektrotechniek en lab Eerste leerjaar: 4 uur/week Tweede leerjaar: 4 uur/week D/2002/0279/051 Elektrotechniek en lab 21 Elektriciteit-elektronica D/2002/0279/051 3de graad TSO

INHOUD 1 BEGINSITUATIE... 23 2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN... 23 3 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN... 23 4 LEERINHOUDEN, LEERPLANDOELSTELLINGEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN... 23 MODULE ELEKTROTECHNIEK - THEORIE... 24 MODULE ELEKTROTECHNIEK - LAB... 38 5 EVALUATIE... 50 6 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN... 50 7 BIBLIOGRAFIE... 51 Elektrotechniek en lab 22 Elektriciteit-elektronica D/2002/0279/051 3de graad TSO

1 BEGINSITUATIE De leerlingen komen vooral uit de tweede graad van de studierichtingen 'Elektriciteit-elektronica', 'Elektromechanica' of 'Industriële wetenschappen' en hebben een basiskennis van de elektriciteit verworven in het vak Elektriciteit en lab. Deze kennis werd voldoende wiskundig en wetenschappelijk onderbouwd om de doelstellingen van het vak Elektrotechniek en lab in de derde graad van de studierichting 'Elektriciteit-elektronica' te realiseren. 2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN De leerlingen dienen een goede kennis te verwerven van gelijk-, wissel- en draaistroomtheorie gesteund op een wiskundige basis met inbegrip van vectoriële voorstellingen en complexe rekenwijze. Zij moeten eveneens een goed inzicht krijgen in de werking van transformatoren, wissel- en gelijkstroommachines, met inbegrip van vectordiagrammen en de principes van spanning- en snelheidsregeling. De leerlingen bestuderen ook een aantal netsystemen met hun specifieke eigenschappen. Laboratoriumwerk, waarbij de leerlingen zelfstandig metingen uitvoeren, moet hen helpen bij het verwerken van de theoretische leerinhouden. Zij leren efficiënt rapporteren bij het interpreteren van de meetresultaten uit het lab. 3 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN Het theoretisch gedeelte van dit vak is niet gering. Bepaalde leerinhouden die niet bij de metingen in het lab aan bod komen, kunnen via klassikale opstellingen gehanteerd door de leraar, didactisch worden ondersteund. Ook bepaalde software kan daartoe worden aangewend. De metingen in het lab worden, zo goed mogelijk aansluitend op de theorie, door de leerlingen zelf uitgevoerd. Zowel het schakelen als het meten komen aan bod. Via het maken van verslagen dienen de leerlingen de meetresultaten te verwerken en te interpreteren. Om de lessen efficiënt te laten verlopen wordt aanbevolen te werken in twee blokken van twee lesuren. Programmeer geen blok van vier lesuren. De coördinatie tussen theorie en lab verloopt optimaal wanneer beide modules aan dezelfde leraar worden toevertrouwd. Coördinatie met de vakken Vermogenselektronica en lab, en Elektrisch tekenen en technologie is onontbeerlijk. De punten 1 tot en met 6 worden bij voorkeur in het eerste leerjaar behandeld. De punten 7 en volgende zijn bestemd voor het tweede leerjaar. 4 LEERINHOUDEN, LEERPLANDOELSTELLINGEN EN DIDACTISCHE WENKEN Doelstellingen met de vermelding (U) kunnen bij uitbreiding worden nagestreefd. Alle andere doelstellingen moeten worden bereikt. Elektrotechniek en lab 23 Elektriciteit-elektronica D/2002/0279/051 3de graad TSO

Elektrotechniek en lab 24 Elektriciteit-elektronica 1 1.1 Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN MODULE ELEKTROTECHNIEK - THEORIE Eenfasig wisselstroomvermogen Momenteel en gemiddeld vermogen De begrippen momenteel, gemiddeld vermogen en arbeid omschrijven. Het momenteel vermogen grafisch weergeven, het gemiddeld vermogen en de arbeid bepalen als stroom en spanning: - in fase zijn, - 90 verschoven zijn, - n verschoven zijn. 1.2 Vermogendriehoek Uit de stroomdriehoek de vermogendriehoek afleiden en de drie zijden verklaren. Het wiskundig verband tussen actief, reactief en schijnbaar vermogen verduidelijken. 1.3 Arbeidsfactor Het begrip definiëren en de praktische gevolgen toelichten wat het actief en reactief vermogen betreft. 1.4 Belang en verbeteren van de arbeidsfactor Invloed van de arbeidsfactor op de stroomsterkte en het vermogen toelichten. Eis van de stroomleverancier, cos n minstens 0,8 verantwoorden. De verbetering van de arbeidsfactor bespreken en praktisch berekenen. 2 2.1 Driefasennet Driefasenspanning Het begrip definiëren en het ontstaan uitleggen. Driefasenspanning grafisch en vectorieel voorstellen. Verwijzen naar de reeds eerder geziene basisprincipes. De computer als didactisch hulpmiddel gebruiken. Illustreren met praktische oefeningen. De verbetering van de cos n van de schoolinstallatie gaan bekijken. Voldoende en praktijkgerichte oefeningen laten oplossen. De aandacht vestigen op het praktisch nut van een driefasennet voor elektrische machines en het transport van elektrische energie.

Elektrotechniek en lab 25 Elektriciteit-elektronica D/2020/0279/051 3de graad TSO 2.2 Driefasenstroom De wiskundige uitdrukkingen opstellen. De soorten driefasenbelastingen omschrijven. De wiskundige uitdrukkingen en het vectordiagram opstellen voor verschillende driefasenbelastingen. 2.3 Hoofdeigenschap De hoofdeigenschap voor een driefasenspanning en -stroom formuleren en vectorieel en wiskundig aantonen. 2.4 Sterschakeling De opbouw van de schakeling verantwoorden. Het verschil tussen fase- en lijnspanning toelichten en het onderling verband uit het vectordiagram afleiden. 2.5 Driehoekschakeling De opbouw van de schakeling bespreken. Het verschil tussen fase- en lijnstroom toelichten en het onderling verband uit het vectordiagram afleiden. 2.6 Schakelen van verbruikers op een driefasennet Het schakelen van verbruikers op een driefasennet met drie of vier draden toelichten. 3 3.1 Vermogen in driefasennetten Actief, reactief en schijnbaar vermogen Bij symmetrische belasting in ster en driehoek de spanningen en stromen berekenen. Bij asymmetrische belastingen grafisch de nulleiderstroom en de lijnstromen bepalen. De formules opstellen voor een symmetrische belasting. De vermogens berekenen bij symmetrische en asymmetrische belasting. De nadruk leggen op de genormaliseerde symboliek. De aandacht vestigen op de gevolgen bij het onderbreken van de nulleider bij een asymmetrische belasting in ster. Oefeningen laten oplossen. Praktische berekeningen laten uitvoeren.

Elektrotechniek en lab 26 Elektriciteit-elektronica Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN 3.2 Arbeidsfactor De betekenis van de arbeidsfactor in een driefasennet toelichten. Bij asymmetrische belasting de gemiddelde arbeidsfactor over een periode bepalen. 3.3 Verbeteren van de arbeidsfactor De verbetering van de arbeidsfactor bepalen en de nodige capaciteitswaarde bepalen. 4 4.1 Netsystemen Algemeenheden Nieuwe begrippen in het kort toelichten, zoals: actieve geleiders, massa, rechtstreekse en onrechtstreekse aanraking, foutstroom, differentieelstroom en differentieelinrichting. 4.2 Stroom door het lichaam Het gevaar en de gevolgen van stroomdoorgang door het menselijk lichaam toelichten. 4.3 Beveiliging tegen rechtstreekse en onrechtstreekse aanraking 4.4 Soorten netten: - TT- en TN-netten - IT-netten (U) - TN-C- en TN-S-netten 5 5.1 De wisselstroomgenerator Werkingsprincipe en constructie De verschillende middelen in grote lijnen beschrijven. De verschillende systemen van aardverbinding toelichten en onderling vergelijken. Het principe van het opwekken van een wisselspanning toelichten. De uitvoeringsvormen (binnenpool- en buitenpoolgeneratoren) onderscheiden en in verband brengen met hun toepassingsgebied. De constructievormen van de rotor beschrijven (vliegwiel- en turbogeneratoren). Beperk de leerstof, geen berekeningen uitvoeren. Verwijzen naar het AREI. Voor een didactische opstelling en meetresultaten kan verwezen worden naar de module lab. Verwijzen naar reeds vroeger geziene principes. Didactisch model gebruiken.

Elektrotechniek en lab 27 Elektriciteit-elektronica 5.2 Ankerwikkelingen: - éénfasig - driefasig 5.3 Vorm, frequentie en grootte van de opgewekte spanning 5.4 5.4.1 Gedrag van de synchrone generator bij belasting Ankerreactie Principeschakeling verklaren. Het begrip meerlaagswikkeling toelichten. Principeschakeling verklaren. (U) Het verkrijgen van een sinusvormige wisselspanning toelichten. (U) De formule van de frequentie afleiden. De formule van grootte van de spanning afleiden en de factoren bespreken die in aanmerking komen voor spanningsregeling. Het begrip ankerreactie uitleggen en de invloed ervan op de gegenereerde spanning bij ohms, inductief of capacitief belaste generator toelichten. 5.4.2 Equivalente keten (U) De factoren die oorzaak zijn van inwendige spanningsverliezen toelichten en hieruit de spanningsvergelijking en de equivalente keten afleiden. 5.4.3 Vectordiagram (U) Uitgaande van de spanningsvergelijking het vectordiagram bij verschillende belastingen opbouwen. 5.5 Karakteristieken Het verloop van de nullast-, uitwendig en regelkarakteristiek verklaren. 5.6 Vermogen en rendement Het verband tussen schijnbaar en actief vermogen van een één- en driefasige synchrone generator toelichten. De aandacht vestigen op het voordeel van een driefasige wikkeling voor het bekomen van een gelijkspanning (bv. alternator in auto). Oefeningen laten oplossen. Voor het meten van de karakteristieken verwijzen naar de module lab.

Elektrotechniek en lab 28 Elektriciteit-elektronica Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN De verliezen bespreken en hieruit de formule van het rendement afleiden. De invloed van de arbeidsfactor op het rendement verduidelijken. (U) 5.7 Parallelschakeling (U) Het doel en de voorwaarden toelichten voor éénen driefasige synchrone generatoren. De middelen opsommen om de synchronisatievoorwaarden te controleren. 5.8 Spanningsregeling Het principe voor spanningsregeling toelichten. 6 6.1 De transformator Eénfasige transformator Het principeschema voor bekrachtiging met gelijkstroomgenerator en met synchrone generator verklaren. Een voorbeeld van automatische spanningsregeling met statische bekrachtiging toelichten. (U) 6.1.1 Principiële samenstelling en werking De principiële samenstelling en werking beschrijven. 6.1.2 De ideale transformator Het begrip ideale transformator toelichten. De principewerking van de ideale transformator bij nullast en bij belasting verklaren en hieruit het vectordiagram en de transformatieverhouding afleiden. Oefeningen maken. Voor het praktisch uitvoeren van de synchronisatie kan verwezen worden naar de module lab. Vertrekken vanuit de eerder geziene formule van de opgewekte spanning. Gebruik een didactisch model ter illustratie. Oefeningen maken op de ideale transformator.

Elektrotechniek en lab 29 Elektriciteit-elektronica 6.1.3 De niet-ideale transformator De werking van de niet-ideale transformator bij nullast en bij belasting toelichten en vergelijken met de ideale transformator. Uit de principewerking het vectordiagram van een niet-ideale transformator afleiden. (U) 6.1.4 Equivalente keten (U) Uitgaande van het elektrisch schema van een transformator de equivalente kring opstellen. Met behulp van de nullast- en de kortsluitproef de elementen van de equivalente keten bepalen. 6.1.5 Uitwendige karakteristieken Bij verschillende belastingen de uitwendige karakteristieken tekenen en het verloop verklaren. 6.1.6 Vermogen en rendement De formule van het rendement opstellen en de verschillende verliezen toelichten. De rendementskrommen tekenen en het verloop verklaren. 6.1.7 Parallelschakelen De voorwaarden voor parallelschakelen van éénfasige transformatoren opsommen en toelichten. 6.2 Driefasige transformator De principewerking en constructie toelichten. De schakelmogelijkheden toelichten. De begrippen schakelgroep en klokgetal toelichten. (U) De voorwaarden voor parallelschakelen opsommen en toelichten. (U) Oefeningen maken. Wijzen op het nut van de nullast- en de kortsluitproef (zie module lab) voor het bepalen van de ijzerverliezen en de jouleverliezen. De nadruk leggen op het belang van de polariteiten van de klemmen bij parallel- en serieschakelen van wikkelingen. De zigzagschakeling mag weggelaten worden (wordt niet meer gebruikt).

Elektrotechniek en lab 30 Elektriciteit-elektronica Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN 6.3 Bijzondere transformatoren: - spaartransformator - meettransformator - veiligheidstransformator - regeltransformator - ringkerntransformator 7 7.1 Productie van elektrische energie Opwekken van elektrische energie De samenstelling, het werkingsprincipe, de typische eigenschappen en het toepassingsgebied van deze transformatoren toelichten. De algemene bouw van een thermische centrale schetsen, de delen benoemen en toelichten. De primaire brandstoffen (kernbrandstof, steenkool, aardgas) bij thermische centrales herkennen. De algemene bouw van een hydraulische centrale schetsen, de delen benoemen en toelichten. De algemene bouw van een gasturbinecentrale schetsen, de delen benoemen en toelichten. 7.2 Alternatieve energie Het begrip alternatieve energie toelichten. De voornaamste alternatieve vormen van energiewinning toelichten. Toepassingen van alternatieve energie herkennen. 7.3 Exploitatie en distributie De locatie van de voornaamste centrales situeren en toelichten. De structuur van de netten van centrale tot de werkspanning van de verbruiker toelichten en verklaren. De factoren die de bedrijfszekerheid beïnvloeden opsommen en toelichten. Praktische modellen tonen. Wijzen op de gevaren bij foutief gebruik van de stroommeettransformator. Dia's, transparanten, video, documentatie gebruiken. Een bezoek aan een centrale, een dispatching, onderstation is zeker aan te bevelen. Windmolen(park) bezoeken, zonnecelsysteem bestuderen via project of GIP. De zonnecel wordt behandeld in het vak Analoge technieken en lab.

Elektrotechniek en lab 31 Elektriciteit-elektronica 8 8.1 De driefasige asynchrone motor (inductiemotor) Samenstelling Aan de hand van een schets de verschillende delen aanduiden, benoemen en hun functie verklaren. De verschillende rotortypes opsommen en de bouw toelichten. 8.2 Draaiveld Het ontstaan van een constant draaiveld in de stator kunnen bewijzen. De relatie tussen de frequentie, het aantal polenparen en het toerental van het draaiveld aantonen. 8.3 Werking Aan de hand van een schets de transformatiewerking tussen stator en rotor verklaren. De formules van de rotorfrequentie, rotorspanning en rotorstroom toepassen. Het begrip slip toelichten. 8.4 Koppel-slip karakteristiek De karakteristiek schetsen en toelichten. De factoren die het koppel beïnvloeden kennen. Belastinglijnen kunnen tekenen en hun verbinding met de T = f(n) aantonen. 8.5 Vermogen en rendement Het vermogen berekenen en het verschil tussen nuttig en opgenomen vermogen toelichten. De verliezen opsommen en toelichten. De arbeidsfactor toelichten bij driefasige asynchrone motoren. Illustreren met een didactisch model. Resultaten van laboefeningen gebruiken. Aan de hand van oefeningen het rendement berekenen.

Elektrotechniek en lab 32 Elektriciteit-elektronica Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN 8.6 Kooiankermotor Aan de hand van een schets de bouw van een kooiankermotor toelichten. Het probleem van de directie aanloop situeren en mogelijke oplossingen in de T = f(n) karakteristiek toelichten. Het principe en het gebruik verklaren van: - de ster-driehoek aanloop, - aanloopweerstand(en) in de statorkring, - aanzettransformator in de statorkring, - twee-kooiankermotor, - principe softstarten. 8.7 Motor met bewikkelde rotor Aan de hand van een schets de bouw van een bewikkelde rotormotor toelichten. Het principe en het gebruik verklaren van aanloopweerstanden in de rotorkring. De T = f(n) karakteristiek schetsen en vergelijken van de verschillende besproken motoren. 8.8 Snelheidsregeling Het belang van snelheidsregeling aantonen en situeren. Vertrekkende van de formule van de rotorsnelheid, de factoren die deze snelheid beïnvloeden bepalen. De verschillende snelheidssturingen toelichten: - slipsturing, - wijziging van het aantal poolparen: dahlanderwikkeling, gescheiden wikkelingen, - wijziging van de frequentie. 8.9 Remmen Het belang van remmen aantonen en situeren. Het principe van tegenstroomremmen toelichten. Het principe van gelijkstroomremmen toelichten. Een ontmantelde kooiankermotor gebruiken. Verwijzen naar lab.

Elektrotechniek en lab 33 Elektriciteit-elektronica 8.10 Storingen en foutzoeken Mogelijke storingen bij asynchrone motoren verklaren. 9 9.1 De éénfasige asynchrone motor Samenstelling en principewerking De constructie en het principe van deze motor toelichten. Het verschil tussen het ontstaan van een wisselveld en een draaiveld aantonen. Het startprobleem bij een wisselveld aantonen. 9.2 Motor met hoofd- en hulpwikkeling Praktische constructie en werking toelichten. Het gebruik van de centrifugaalschakelaar toelichten. Het omkeren van de draaizin toelichten. 9.3 Spleetpoolmotor De constructie, de werking en het praktisch gebruik van de spleetankermotor toelichten. 9.4 Driefasige motor éénfasig gebruikt (U) Het aansluitschema, de werking en het praktisch gebruik van deze schakeling toelichten. 10 10.1 De driefasige synchrone motor Samenstelling en werking Aan de hand van een schets de constructie en de principiële werking van de motor verklaren. Het doel, het nut en het toepassingsgebied van de synchrone motor argumenteren. De vergelijking maken met de driefasige alternator. Didactisch model gebruiken. Een spleetpoolmotor laten zien. Didactisch model gebruiken.

Elektrotechniek en lab 34 Elektriciteit-elektronica Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN 10.2 Eigenschappen Aan de hand van een vergelijking van T = F(n) karakteristiek van de asynchrone en de synchrone motor: - het toerental onder belasting toelichten, - het probleem bij het starten van de synchrone motor toelichten. Aantonen dat men aan regeling van de arbeidsfactor kan doen met een synchrone motor. (U) 10.3 Toepassingsgebied Toepassingen opsommen en argumenteren. De éénfasige synchrone motor laten zien. 11 11.1 11.1.1 Gelijkstroommachines Algemeenheden Samenstelling De algemene bouw van een gelijkstroommachine kunnen schetsen, de delen benoemen en hun werking toelichten zowel bij generator- als bij motorwerking. Het doel van de ankerwikkeling op de rotor toelichten. De functie van de stator aantonen. 11.1.2 Ankerreactie en commutatie (U) Het begrip ankerreactie en commutatie principieel verklaren. De gevolgen ankerreactie en commutatie aantonen. 11.1.3 Wijze van bekrachtiging Het begrip bekrachtiging verklaren. De verschillende mogelijke bekrachtigingen opsommen en argumenteren zoals: - permanent magneten, - onafhankelijk bekrachtiging, - afhankelijke bekrachtiging: shunt-, serie- en compound. Didactisch model gebruiken. Weerstand van de verschillende wikkelingen bespreken.

Elektrotechniek en lab 35 Elektriciteit-elektronica 11.1.4 Genormaliseerde symbolen De genormaliseerde symbolen en letteraanduidingen opzoeken en hanteren. 11.2 11.2.1 Gelijkstroomgeneratoren Werkingsprincipe Aan de hand van een schets de principewerking van een dynamo uitleggen. De werking van de collector-commutator toelichten aan de hand van het verloop van de spanning. 11.2.2 Gegenereerde spanning De grootte van de opgewekte inwendige spanning berekenen en de mogelijke regelingen toelichten. 11.2.3 Tegenwerkend koppel De grootte van het tegenwerkend koppel berekenen en de grootheden die het beïnvloeden kennen. 11.2.4 Generatortypes - karakteristieken De verschillende generatortypes benoemen en toelichten: - generator met permanent magneten, - generator met onafhankelijk bekrachtiging, - shunt-, serie- en compoundgenerator. De kenmerkende eigenschappen van deze generatoren toelichten. 11.2.5 GS-generator met onafhankelijke bekrachtiging Het schema tekenen en toelichten van de GS-generator met onafhankelijke bekrachtiging. De nullast en de uitwendige karakteristiek van deze generator aantonen en toelichten. Verwijzen naar de tekenlessen. Didactisch model gebruiken.

Elektrotechniek en lab 36 Elektriciteit-elektronica 11.3 Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN 11.3.1 Gelijkstroommotoren Werking Aan de hand van een schets de principewerking van een gelijkstroommotor uitleggen. De werking van de collector-commutator toelichten. De draaizin en de draaizinomkering kunnen bewijzen. 11.3.2 Tegenspanning en klemspanning De grootte van de opgewekte inwendige tegenspanning berekenen en het verband aantonen met de aangelegde klemspanning. 11.3.3 Snelheid van de motor De formule afleiden van de snelheid van de motor. De factoren kennen die snelheid beïnvloeden. De grootheden argumenteren die gebruikt kunnen worden voor snelheidsregeling. 11.3.4 Motorkoppel De algemene formule van het geleverde koppel berekenen en de grootheden interpreteren. 11.3.5 Aanzetten van de gelijkstroommotor Het probleem van de aanloopstroom beredeneren en mogelijke oplossingen argumenteren. 11.3.6 Vermogen en rendement Het vermogen berekenen en het verschil tussen nuttig en opgenomen vermogen toelichten. De verliezen opsommen en toelichten. 11.3.7 Motortypes - karakteristieken De verschillende motortypes benoemen: - motor met permanente magneten, - motor met onafhankelijk bekrachtiging, - shunt-, serie- en compoundmotor. De kenmerkende eigenschappen van deze motor toelichten. Analogie met de dynamo niet vergeten. Aan de hand van een oefening de grote aanloopstromen aantonen.

Elektrotechniek en lab 37 Elektriciteit-elektronica 11.3.8 Motor met onafhankelijke bekrachtiging Het schema tekenen en toelichten van de motor met onafhankelijke bekrachtiging. De karakteristieken aangaande ankerstroom, snelheid en koppel afleiden en interpreteren. De mogelijke snelheidsregelingen opsommen en toelichten. De aanloopweerstand berekenen. 11.3.9 Seriemotor (U) De constructie, het principe, de werking en het praktisch gebruik toelichten. 12 Bijzondere motoren De constructie, het principe, de werking en het praktisch gebruik toelichten van de volgende motoren: - universele motor, - borstelloze gelijkstroommotor, - stappenmotor, - schijfmotor (U) -servomotor (U) Verwijzen naar lab. Opengewerkte motoren laten zien en bestuderen.

Elektrotechniek en lab 38 Elektriciteit-elektronica 1 1.1 Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN MODULE ELEKTROTECHNIEK - LAB Eénfasekringen Meten van het vermogen Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De werking, de aansluiting en de aflezing van een wattmeter toelichten. De metingen op een weerstand, spoel en condensator zelfstandig uitvoeren. Het actief, reactief en schijnbaar vermogen berekenen. De resultaten interpreteren. 1.2 Meten van de arbeid Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De werking, de aansluiting en de aflezing van een kwh-meter toelichten. De meting van de actieve arbeid zelfstandig uitvoeren. De resultaten interpreteren. 1.3 Meten van de arbeidsfactor Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De werking, de aansluiting en de aflezing van een cos n-meter toelichten. De meting van de arbeidsfactor van een RL-keten zelfstandig uitvoeren vóór en na het parallelschakelen van een condensator. Het vectordiagram vóór en na het parallelschakelen van een condensator tekenen. De resultaten interpreteren. De elementen van de schakeling worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren. De elementen van de schakeling worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren. De elementen van de schakeling worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren. Verwijzen naar de module elektrotechniek - theorie paragraaf 1.4: belang en verbeteren van de arbeidsfactor (p.24)

Elektrotechniek en lab 39 Elektriciteit-elektronica 2 2.1 Driefasenkringen Meten van driefasenspanningen en -stromen in een driefasennet met symmetrische belasting 2.2 Meten van driefasenspanningen en -stromen in een driefasennet met asymmetrische belasting 2.3 Meten en berekenen van het actief vermogen in een driefasennet met nulleider. Aan de hand van een schema de sterschakeling en de driehoekschakeling zelfstandig opbouwen. Metingen op de ster- en driehoekschakeling zelfstandig uitvoeren om het verband tussen lijn- en fasespanningen, lijn- en fasestromen aan te tonen. Aantonen dat de lijnstroom bij de driehoekschakeling 3 zo groot is als de lijnstroom bij de sterschakeling van eenzelfde belasting. Het nut van de ster-driehoekschakelaar toelichten. De resultaten interpreteren. Aan de hand van een schema de sterschakeling en de driehoekschakeling zelfstandig opbouwen. Metingen op de ster- en driehoekschakeling zelfstandig uitvoeren om het verband tussen lijn- en fasespanningen, lijn- en fasestromen aan te tonen. Het nut van de nulleider aantonen. De resultaten interpreteren. De gepaste meetmethode in functie van de belasting (symmetrisch of asymmetrisch) toelichten. Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De metingen voor een symmetrische en asymmetrische belasting zelfstandig uitvoeren. Het actief vermogen berekenen. De resultaten interpreteren. De elementen van de schakeling worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren. De elementen van de schakeling worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren. De elementen van de schakeling worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren.

Elektrotechniek en lab 40 Elektriciteit-elektronica Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN 2.4 Meten en berekenen van het actief vermogen in een driefasennet zonder nulleider. 2.5 Meten en verbeteren van de arbeidsfactor (U) 3 3.1 Netsystemen Meten van de isolatieweerstand De gepaste meetmethode in functie van de belasting (symmetrisch of asymmetrisch) toelichten. Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De metingen voor een symmetrische en asymmetrische belasting zelfstandig uitvoeren. Het actief vermogen berekenen. De resultaten interpreteren. De bepalingen van het AREI met betrekking tot de isolatieweerstand van een installatie toelichten. Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De metingen van de isolatieweerstand van een toestel of installatie zelfstandig uitvoeren. 3.2 Meten van de aardweerstand De bepalingen van het AREI met betrekking tot de spreidingsweerstand Ra toelichten. Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De metingen van de aardweerstand zelfstandig uitvoeren. De resultaten interpreteren. 3.3 Meten op een TT-, TN-C-, TN-S-net Meten op een IT-net (U) De begrippen directe en indirecte aanraking toelichten. Aan de hand van een schema de verschillende netvormen zelfstandig opbouwen. De metingen zelfstandig uitvoeren. De resultaten interpreteren. De elementen van de schakeling worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren. De elementen van de schakeling worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren. De elementen van de schakeling worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren. De elementen van de schakeling worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren.

Elektrotechniek en lab 41 Elektriciteit-elektronica 4 4.1 Driefasenalternator (synchrone generator) De nullastkarakteristiek Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De metingen om de nullastkarakteristiek op te nemen zelfstandig uitvoeren. De invloed van de snelheid op de emk en de frequentie toelichten. De begrippen remanent magnetisme en verzadiging van de polen toelichten. De resultaten interpreteren. 4.2 De uitwendige karakteristiek Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De metingen om de uitwendige karakteristiek op te nemen zelfstandig uitvoeren. De invloed van de belasting toelichten. De resultaten interpreteren. 4.3 De regelkarakteristiek Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De metingen om de regelkarakteristiek op te nemen zelfstandig uitvoeren. De invloed van de belasting toelichten. De resultaten interpreteren. 4.4 Parallelschakelen van synchrone generatoren (U) Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De voorwaarden om parallel te schakelen en de controleapparatuur ervan, toelichten. De parallelschakeling zelfstandig uitvoeren. Zelfstandig het actief en het reactief vermogen regelen en meten. De resultaten interpreteren. De elementen van de schakelingen worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren.

Elektrotechniek en lab 42 Elektriciteit-elektronica 5 5.1 Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN Eénfasetransformator Bepalen van de transformatieverhouding 5.2 Bepalen van het rendement Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De metingen om de stroom- en de spanningsverhouding te bepalen zelfstandig uitvoeren. De resultaten interpreteren. Zelfstandig de meting uitvoeren om de faseverschuiving tussen primaire en secundaire spanning te bepalen. (U) Zelfstandig de meting uitvoeren om de polariteit van de aansluitklemmen van de transformator te bepalen. (U) - rechtstreeks Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De meting van het primair en het secundair vermogen zelfstandig uitvoeren. Het rendement berekenen. - onrechtstreeks (nullast- en kortsluitproef) Aan de hand van het schema van de nullastproef de schakeling zelfstandig opbouwen. De meting van de ijzer- en koperverliezen bij nullast zelfstandig uitvoeren. De ijzerverliezen berekenen. Aan de hand van het schema van de kortsluitproef de schakeling zelfstandig opbouwen. De meting van de ijzer- en koperverliezen bij vollast zelfstandig uitvoeren. De koperverliezen berekenen. Het rendement berekenen. De elementen van de schakelingen worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren.

Elektrotechniek en lab 43 Elektriciteit-elektronica 6 6.1 Driefasentransformator Bepalen van de transformatieverhouding (U) Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De meting van de primaire en de secundaire lijnspanning zelfstandig uitvoeren. De transformatieverhouding berekenen. De resultaten interpreteren. 6.2 Bepalen van het rendement - rechtstreeks Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De meting van het primair en het secundair vermogen zelfstandig uitvoeren. Het rendement berekenen. - onrechtstreeks (nullast- en kortsluitproef) Aan de hand van het schema van de nullastproef de schakeling zelfstandig opbouwen. De meting van de ijzerverliezen zelfstandig uitvoeren. De ijzerverliezen berekenen. Aan de hand van het schema van de kortsluitproef de schakeling zelfstandig opbouwen. De meting van de koperverliezen zelfstandig uitvoeren. De koperverliezen berekenen. Het rendement berekenen. 6.3 Bepalen van het klokgetal (U) Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De meting van de faseverschuiving tussen primaire en secundaire lijnspanning te bepalen zelfstandig uitvoeren. Het klokgetal berekenen. De elementen van de schakelingen worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren.

Elektrotechniek en lab 44 Elektriciteit-elektronica Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN 6.4 Bepalen van de polariteit van de klemmen (U) Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. Zelfstandig de meting uitvoeren om de polariteit van de aansluitklemmen van de transformator te bepalen. 7 7.1 Driefasen asynchrone motor (kooianker) Karakteristieken Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. Zelfstandig de metingen uitvoeren om de lijnstroom, de rotorsnelheid, de slip, de arbeidsfactor, het toegevoerd vermogen en het rendement in functie van het motorkoppel op te nemen. De resultaten interpreteren. 7.2 De koppel-snelheidskarakteristiek Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De metingen om de koppel-snelheidskarakteristiek (in ster en in driehoek) op te nemen zelfstandig uitvoeren. De resultaten interpreteren. 7.3 De stroom-snelheidskarakteristiek Aan de hand van een schema de schakeling zelfstandig opbouwen. De metingen om de stroom-snelheidskarakteristiek (in ster en in driehoek) op te nemen zelfstandig uitvoeren. De resultaten interpreteren. 7.4 Remmen Aan de hand van een schema de gelijkstroomrem zelfstandig opbouwen. Het gelijkstroomremprincipe toelichten. De elementen van de schakelingen worden ter beschikking gesteld. De meetopstelling, de werkwijze en de meettabel(len) worden gegeven. De leerlingen zelf de proef laten uitvoeren.