Begroeide daken na 2010 Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang

Vergelijkbare documenten
Structuur van het begroeide dak

GROENE DAKEN...VOOR IEDEREEN!

KIES VOOR DE NATUUR OP JE DAK

GROENDAKEN BRENG LEVEN OP JE DAK. EXTENSIEF OF INTENSIEF, EMOTRADE LEVERT DE OPLOSSING.

GROENE DAKEN...VOOR IEDEREEN!

Groendak pakketten Extensieve begroeningen voor kleinere dakvlakken

Het maatschappelijk nut van duurzame dakbegroening in de stad. Maebe Johan ZinCo Benelux

Het onderhoud van groene daken en gevels in professionele handen

KIES VOOR DE NATUUR OP JE DAK

1. Wat is een groendak? 2. Waarom een groendak? 3. Waarom een nidasedum groendak? 4. Wat is Nidasedum en hoe wordt nidasedum gekweekt? 5.

Technische richtlijnen voor groene daken en gevels. Dakbegroeiingsrichtlijn

Gun je dak een groen toupetje!

IN EEN VERRASSEND GROENE STAD...

Groendak pakketten Extensieve begroeningen voor kleinere dakvlakken

Waarom kiezen voor Daku-systeem. water voor vegetatie en/of planten door condensatie en diffusie. alle producten zijn gebaseerd op de FLL-normen

Wat? Waarom? een tuin boven het hoofd. Aanleg van groendaken

Groen Dak Advies. Familie Benjamins De Fruithof 9 Drachten 10 mei Buro Elodea info@elodea.org

Groendaken. Presentatie Wijkplatvorm Zuilenstein/Huis de Geer/Blokhoeve. 16 december 2013

Groendaken + PV panelen. Congres Hittestress s-hertogenbosch

Groente, fruit en kruiden gezondheid van het dak! Optigroen systeem Dakmoestuin. Urban Farming op het dak!

Schadenberg Combi Groen

3. Vertraagd afvoeren van regenwater

Wat je moet weten over klimaatinstallaties

Schadenberg Combi Groen

Ideale combinatie; Groendak en zonnepanelen SYSTEEM SOLARGROENDAK. Haal meer rendement uit zonnepanelen met een groendak!

Royal Groendaken Mobiroof TM

1.Groendaken Gevelbegroening Colofon Groendaken & Gevelbegroeing. Inleiding. 1.1 Voor- en nadelen... 3 Voordelen... 3 Nadelen...

Van aardgas naar methanol

Royal Groendaken. Duurzaam groen mag gezien worden!

Regenwater leid je niet om de tuin!

Grafentheorie voor bouwkundigen

De werking van groene daken in de waterketen Hydrologische effecten nader beschouwd

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Plaatsingsvoorschriften DELTA -TERRAXX: horizontale toepassingen. Schafft Komfort.

Copyright SBR, Rotterdam

HET ICOPAL-GROENDAK. Natuurlijk! vooruitgang en kwaliteit met zekerheid

1 Firestone EPDM Daksystemen

Groendaken. Presentatie door de nv MEULEMAN JP. Jean-Paul Meuleman - Hugues Michot. Presentatie van groendaken... Maubeuge 1990

1E SCHOOL. duurzaam gerenoveerd

de specialist in ecodaken

en bouwtechnische eigenschappen van verticaal groen

Wat je moet weten over binnenlucht

Evaluatie subsidieregeling dak- en gevelgroen

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Grondig vooronderzoek

Dak Door B. van Etten (TNO Bouw)

IcoMOSS. Groen dak van een nieuwe generatie. afdichten en beschermen. Energiebesparend. Licht in gewicht. Duurzaam. Onderhoudsarm.

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012

GROENE DAKEN IN ROTTERDAM

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Integrale Plananalyse van Gebouwen Doel, methoden en analysekader

Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen Deel D

De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte.

Onderzoek als project

Duurzame groendaken. LTA Jette 17/03/2017

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement.

DE ECODAK EN GROENDAK SPECIALIST

Platdak systemen BauderTHERM - Partieel klevende dakbanen

Groene. Daken. Voor luchtkwaliteit en klimaat

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

Den Haag. Renovatie Huberthof. KOW Architecten. De heer Voskuil Binckhorstlaan BE Den Haag

Cosmofin. Cosmofin. Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken

NATUURLIJKE ACCENTEN. Dakbegroeiing op kleine oppervlakken voor particuliere woningen

OPTIGROEN RETENTIEDAK MEANDER & DROSSEL

Dakkapellen Door H. Koelemij (TNO Bouw)

.boekeltuinen.nl www

Thermische isolatie van bestaande platte daken

Lijmen in de bouw. deel 5. Copyright SBR, Rotterdam

OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN

4 verschillende kweekmethoden

De hybride vraag van de opdrachtgever

Creëer Bufferruimtes. Praktische tips voor een energiezuinig en comfortabel monument

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M.

Handleiding Paint 2003

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied

Dak- en gevelbegroening geschikt voor niveau 4

CONSTRUCTIES 1: BOUWKNOPEN

Alles over verbouwen en renoveren!

Verduurzaming gemeentelijke gebouwen in Vlaardingen

Projectdocument. PQR scope 3 emissieinventarisatie. Betreft: Bij: Versie: 2.0 Datum: 7 mei 2018 Referentienummer: CO2-prestatieladder eis 4.A.

Monarplan Het waterdichte systeem voor vlakke en hellende daken

E P D M. E x c e l l e n c e. Sure-Seal AFX-programme

Universal & Console ICOSUN ICOSUN. Zonne-energie systemen. Garantie op hoog rendement. Licht in gewicht. Duurzaam. Zekere installatie

Taak constructies. Architecten en ingenieurs: Goossens & Partners. Dries de Burggrave. 1MAK a

CAMPUS-park Delft TU Noord

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

GEEF EEN PLATDAK WAAR HET RECHT OP HEEFT!

Kant & Klaar Haag. MobiRoof. NoiStop. Kant & Klaar. Groensystemen

HOUTSKELET BOUW ONTWERPVRIJHEID

Misschien wel het slimste groendak ter wereld! Optigroen Retentiedak Meander. Vermindering van de piekafvoer tot maximaal 99%

Constructiedetails: Bouwknopen

Verticale tuinen. Indoor & Outdoor

Colloqium Groendaken 15 oktober 2009

De ijzersterke combinatie voor elk dak

GEEF EEN PLATDAK WAAR HET RECHT OP HEEFT!

Boekhouden geboekstaafd

Thema 3: Klimaat en water

CAMPUS TU NOORD DELFT. Groene, waterrijke campus met verblijfskwaliteit voor iedereen

Transcriptie:

Techne Press Ravesloot Peter G. Teeuw Christoph Maria Ravesloot Teeuw Begroeide Daken na 2010 Afstemming van techniek, organisatie en maatschappelijk belang. BEGROEIDE DAKEN NA 2010 Dit boek bespreekt de wijze waarop de aanleg van begroeide daken in Nederland uitgebreid en versneld kan worden. De belangrijkste aandachtspunten hierbij zijn van technische, organisatorische en maatschappelijke aard. Over de technische aspecten zijn de volgende vragen gesteld: wat is de functie van dakbegroeiing? Hoe zijn deze daken opgebouwd en hoe zien ze eruit? Vragen over de organisatie zijn: hoe ziet goed procesmanagement eruit, zodat dakbegroeiing wordt aangelegd op die plaatsen waar het gewenst is? Welke uitgangspunten zijn belangrijk? De maatschappelijke aandachtspunten zijn: welke voordelen van dakbegroeiing zijn van nut voor de maatschappij? Hoe ziet een maatschappelijke kosten-batenanalyse eruit? De antwoorden op deze vragen zijn in dit boek beschreven. Begroeide daken na 2010 Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang Peter Peter G. G. Teeuw Teeuw Christoph Christoph Maria Maria Ravesloot Ravesloot

Begroeide daken na 2010 Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang

Begroeide daken na 2010 Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang Peter G. Teeuw, Christoph Maria Ravesloot Techne Press, Amsterdam Januari 2011

Colofon Auteurs ir. Peter G. Teeuw PDEng, SMART Architecture, Afdeling Architectuur, Faculteit Bouwkunde, Technische Universiteit Delft dr. drs. ir. Christoph Maria Ravesloot, Innovatie Bouwproces & Duurzaamheid, Avans Hogeschool, Hogeschool Zuyd, Hogeschool Rotterdam Eindredactie Karen van Lente Tekstbureau Taallent (www.taallent.nl) Beeldmateriaal Kristel Aalbers ('hand' tekeningen) en Alexander Mooi (grafieken) Fotobronnen zijn vermeld bij de foto's; foto's zonder vermelding zijn gemaakt door de auteurs. Vormgeving, opmaak Peter Teeuw Trefwoorden Duurzame ontwikkeling, duurzaam bouwen, duurzame stedenbouw, begroeide daken, vegetatiedaken, water, watermanagement, groen, leefmilieu, CO 2 reductie, bouwproces, kosten-batenanalyse, maatschappelijke kosten-batenanalyse, duurzaam aanbesteden. Foto omslag Groothandelsgebouw Rotterdam (foto Christoph Maria Ravesloot) Januari 2011 ISBN: 978-90-78469-06-3 Academische verantwoording en peer review Dit boek is resultaat van jarenlang onderzoek aan de Technische Universiteit Delft. Tevens hebben Avans Hogeschool (Den Bosch, Tilburg) en Hogeschool Zuyd (Heerlen) bijgedragen aan het onderzoek door financiering van het lectoraat Innovatie Bouwproces en Techniek dat van 2008 tot 2010 door Christoph Maria Ravesloot geleid is. Tenslotte hebben Hogeschool Rotterdam en Ingenieursbureau Gemeentewerken Rotterdam bijgedragen door gedurende het jaar 2010 het lectoraat Innovatie Bouwproces en Duurzaamheid onder leiding van Christoph Maria Ravesloot te financieren. Bij de tot standkoming van dit boek is gebruik gemaakt van peer review. Uitgave en distributie Techne Press Amsterdam www.technepress.nl 2011 De auteurs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, vertaald, opgeslagen, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, door fotokopiëren, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this book may be reproduced, translated, stored, or transmitted in any form or by any means, electronic, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher.

Inhoudsopgave Voorwoord, daken moeten sneller groen 9 Inleiding 11 Techniek van begroeide daken 15 Functies van het begroeide dak 16 De functies van een begroeid dak van een gebouw 17 Functies van de lagen van het begroeide dak 20 Functies van hulpconstructies van het begroeide dak 22 Structuur van het begroeide dak 24 De materialisatie van de verschillende lagen van een begroeid dak 24 Materialisatie van andere onderdelen van een begroeid dak 27 Experiment 29 Bouwfysische aspecten 31 Brandeigenschappen 34 Vorm van het begroeide dak 37 Vormgeven met flora 37 Levensvoorwaarden voor dakvegetatie 40 Plantenkeuze 41 Experimenten 42 Voorbeelden in de praktijk 45

Organisatie van meer meters 49 Kosten-batenanalyse (KBA) 50 KBA op gebouwniveau 50 KBA op stadsniveau, subsidies 51 Ontwerprichtlijnen 56 Prestatie-eisen en regelgeving 56 Classificatie 59 Projectmanagement 61 Aanbesteden 61 Uitvoering 64 Beheer 67 Maatschappelijk belang 69 Maatschappelijke baten van begroeide daken 69 Effecten voor het stadsklimaat 69 Stedelijk waterbeheer 71 Overige effecten (baten) voor de stad 76 Gezondheidsaspecten 78 Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) 79 Milieueffecten LCA 79 Procesinnovatie 81 Imago verandering 83 Lange termijn monitoring 84 De opdrachtgever wil groen 87 Nawoord Kees Duijvestein 89

Bijlage A Verklarende woordenlijst 91 Bijlage B Beplantingstabellen 93 Leeswijzer 93 Tabel A: Droge, zonnige omstandigheden; substraatdikte 20-40 mm 95 Tabel B: Zonnige omstandigheden, met weinig schaduw; substraatdikte 50-70 mm 98 Tabel C: Zonnige en beschaduwde omstandigheden; substraatdikte 70-120 mm 103 Tabel D: Schaduwrijke plekken; substraatdikte 50-70 mm 105 Tabel E: Schaduwrijke plekken; substraatdikte 70-120 mm 106 Bijlage C Literatuur 109 Actuele literatuur, bronnen 109 Oudere literatuur, bronnen 111 Bronnen, subsidie links steden (NL) 112 Bijlage D Samenvattingen 115 Samenvatting 115 Summary 118 Zusammenfassung (kurz) 121 Bijlage E Index 125 Bijlage F Overzicht tabellen 128

Figuur 1. Daken met en zonder dakbegroeiing in de binnenstad van Dresden (D).

Voorwoord, daken moeten sneller groen De tekst van het eerste boek van de auteurs over Begroeide Daken uit 1991 (Teeuw, Ravesloot 1991) was ruim zes jaar na de samenstelling al aan herziening toe. Er waren nieuwe materialen op de markt en de regelgeving was gewijzigd. Er was in die periode in Nederland zelfs een geheel nieuwe bouwverordening van kracht geworden. Ook waren begroeide daken als verschijnsel in die zes jaar veel bekender geworden bij architecten en opdrachtgevers. Nu anno 2011 is het alweer twaalf jaar geleden dat de herziene uitgave van dit eerste boek over dakbegroeiing in Nederland (Teeuw, Ravesloot 1998) verscheen. In de tussentijd is er voldoende gebeurd om een volledig hernieuwde uitgave over begroeide daken in Nederland te rechtvaardigen. De doelstelling van de oorspronkelijk uitgave was het opstellen van een helder definitiekader en het scheppen van duidelijkheid in de (vermeende) voordelen van dakbegroeiing. Hierdoor konden alle vakspecialisten, zowel vanuit de groenhoek als vanuit de dakenbranche, onderling communiceren met dezelfde terminologie. Bovendien werd wetenschappelijk onderbouwd wat de (milieu) effecten van dakbegroeiing,, zowel op gebouw- als op stedenbouwkundige schaal, nu werkelijk zijn. Daarbij gaat het met name om de verbetering van het klimaat en het bufferen van regenwater, de bescherming van de dakhuid tegen grote temperatuurschommelingen en het warmtebufferend vermogen van het dak waardoor het binnen in de zomer koeler blijft. Deze doelstellingen zijn nu bijna twintig jaar later voor een deel effectief gebleken. Enerzijds zijn de definities en begrippen dermate scherp dat er geen twist meer over is. De verschillen tussen een groen dak (waar planten op of over groeien), begroeid dak (met beplanting die wortelt in een substraatlaag), daktuin (intensief beheerd begroeid dak) et cetera zijn duidelijk. Dit zelfde geldt voor de verschillende onderdelen van de daken zelf. De markt verschuift echter, begroeide daken komen nog steeds voor in de ontwerpen voor nieuwe gebouwen. De ontwikkeling gaat echter meer en meer de kant op van de renovatie van bestaande daken. Argumenten hiervoor hebben veelal betrekking op de voordelen op stedenbouwkundige schaal. Begroeide daken verminderen van een aantal negatieve milieu- en gezondheidseffecten die door bebouwing in de stad wordt veroorzaakt. En juist op deze locaties is het potentieel aan nieuwbouwdaken veel kleiner dan het enorm grote potentieel van bestaande daken. Dit boek richt zich daarom in eerste instantie op de uitvoering

van begroeide daken in de stad, voor nieuwbouw en vooral ook voor bestaande daken. Nieuw in deze uitgave is de aandacht voor de organisatie van de verschillende partijen die moeten samenwerken om begroeide daken in de stad te realiseren. Daarnaast wordt een verband gelegd tussen enerzijds de kosten en baten (KBA) van een begroeid dak voor de eigenaar en voor de gebruiker van de ruimte onder het dak en anderzijds de voor- en nadelen op stedenbouwkundige schaal. Voor zover mogelijk zijn deze voor- en nadelen in een overzicht voor een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) tot uitdrukking gebracht. De maatschappelijke kosten en baten van dakbegroeiing zijn van belang voor adaptatieprogramma s voor het klimaat. Doordat het klimaat verandert, ontstaan er problemen. Zo komen er bijvoorbeeld in Nederland steeds vaker hevige regenbuien voor, die in kortere tijd veel meer regenwater op de daken en op het maaiveld lozen dan voorheen het geval was. In stedelijk gebied met relatief veel verharding leidt dit tot wateroverlast, doordat het water niet snel genoeg afgevoerd kan worden naar het riool of naar het oppervlaktewater. Om dit probleem op te lossen moet de bergingscapaciteit voor (regen)water in de stad worden vergroot. Omdat door verstedelijking onvoldoende maaiveld beschikbaar is, is het gebruiken van begroeide daken voor het afvoeren van overtollig water een goed alternatief, ook in financieel opzicht. Dit nieuwe perspectief, dat dakbegroeiing niet alleen voordelen heeft voor eigenaren en gebruikers van gebouwen en voor de leefomgeving (het milieu), maar dat er ook belangrijke (financiële) belangen zijn bij andere partijen, zoals gemeenten en waterschappen, is een belangrijke toevoeging in deze nieuwe uitgave van begroeide daken. In deze uitgave staat de ontwikkeling van begroeide daken in het teken van versnelling. Wij danken alle personen die ons geholpen hebben om de nieuwste informatie en de mooiste plaatjes te bemachtigen. In het bijzonder bedanken wij ook de peer reviewers, die door de uitgever benaderd zijn, voor hun bereidheid het werk te lezen en van commentaar te voorzien. Prof.dr.ir. Pieter DeWilde (University of Plymouth, School of Architecture, Design and Environment), ir. Tjerk Reijenga (KOW Shanghai China, i.s.m. Bern University of Applied Science and Tongji University Shanghai), Prof. ir. Willem Riedijk (Vienna University of Technology) en Dr. Sybrand Tjallingii (Delft University of Technology) hebben ieder vanuit hun eigen discipline voor ons waardevolle opmerkingen gegeven. Peter Teeuw, Christoph Maria Ravesloot, Delft, januari 2011

Inleiding Meer dan dertig jaar geleden werd in Nederland begonnen met het aanleggen van begroeiing op daken met systemen die vergelijkbaar zijn met de hedendaagse. De techniek werd destijds uit Duitsland geïmporteerd, waar dakbegroeiing al veel eerder was geïntroduceerd. De markt voor begroeide daken is in Nederland de afgelopen decennia enorm gegroeid. Zowel op woongebouwen als op scholen, kantoren, en openbare gebouwen wordt steeds vaker dakbegroeiing aangelegd. Het aanbrengen van begroeiing op een plat of hellend dak heeft een positieve invloed op de leefomgeving (het milieu). Dit geldt op grotere schaal voor het stadsklimaat en op kleinere schaal voor het comfort in het gebouw. Voor het aanleggen van een begroeid dak gelden echter enkele technische en organisatorische criteria waar goed naar moet worden gekeken, omdat anders de betrouwbaarheid en de ecologische voordelen niet gewaarborgd zijn. De informatie in dit boek is bedoeld om een minimale kwaliteitsgarantie mogelijk te maken. Het boek geldt in die zin als representatieve momentopname van de stand van de techniek van begroeide daken voor de Nederlandse situatie in 2011. Praktijkvoorbeelden tonen aan waarom het in een aantal gevallen zinvol is om een begroeid dak aan te leggen. Met name het groene imago, dat op deze wijze gecreëerd wordt, is voor opdrachtgevers een belangrijke motivatie. Het boek stuurt aan op een duurzame ontwikkeling (sustainable development). Dit begrip is door de Verenigde Naties gedefinieerd als een ontwikkeling die voldoet aan de huidige behoeften, zonder dat daardoor de mogelijkheden worden verminderd voor toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien (WCED 1987). Dit betreft in de volle breedte zaken omtrent milieu, bevolking en economie. Het gaat hierbij niet alleen om het hier en nu, maar juist ook om het daar (elders) en later. Het voorkomen dat problemen worden afgewenteld op plekken elders op de aardbol of op toekomstige generaties is hierbij het uitgangspunt. Het boek richt zich onder andere op ontwerpers. In aanvulling op het begrip duurzame ontwikkeling definieert de TU Delft milieu als de verzameling voorwaarden voor het leven (de Jong 1994). En ontwerpers creëren voorwaarden voor de optimale ontwikkeling van het leven. Suboptimale ontwikkeling van deze voorwaarden veroorzaken milieu- en gezondheidsproblemen en dat is niet duurzaam. Ook wanneer de gebouwde omgeving zich niet optimaal ontwikkelt voor een volgende generatie of wanneer deze gebouwde omgeving geen optimale ontwikkelingen elders op de aardbol oplevert, is dat P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang 11

geen duurzame ontwikkeling, maar eerder een gemiste kans! En begroeide daken dragen bij aan zo'n optimale leefomgeving. Probleemstelling Het uitgangspunt voor het onderzoek dat ten grondslag ligt aan deze publicatie, is dan ook als volgt gedefinieerd: het is een probleem dat de kansen die begroeide daken bieden voor een duurzame ontwikkeling niet optimaal worden benut en gerealiseerd. En de onderzoeksvraag hieraan gekoppeld is: wat zijn de randvoorwaarden om begroeide daken optimaal in te zetten voor een duurzame ontwikkeling? Afbakening Het accent ligt hierbij op de plek waar de grootste winst te behalen valt, namelijk de (bestaande) stedelijke omgeving. En op wellicht de meest cruciale factor bij het realiseren van begroeide daken: de organisatie van en de samenwerking tussen de verschillende betrokken partijen. Om goede besluiten te kunnen maken over het te volgen proces, wordt hier een overzicht gegeven van de kosten en baten van begroeide daken op gebouwniveau ten opzichte van maatschappelijke ontwikkelingen. Dit overzicht ontbrak tot nu toe. Methodiek Veel informatie is verkregen door jarenlange expertise, bronnenonderzoek, praktijkexperimenten en participatie in de bouwpraktijk. Uiteraard bouwt dit boek voort op de voorgaande uitgaven. In deze nieuwe uitgave worden de gebruikte begrippen bij het ontwerpen en ontwikkelen van begroeide daken verder verhelderd en aangescherpt. Vanzelfsprekend zijn nieuwe inzichten en onderzoeksgegevens uit het afgelopen decennium verwerkt met betrekking tot de functie, de structuur en de vorm van begroeide daken. Het blijft interessant te onderzoeken in hoeverre de technische en ecologische ontwikkeling van begroeide daken vooruitgaat. Techniek: functie van het dak structuur van het dak vorm van het dak Organisatie: kosten-batenanalysnen ontwerprichtlij- beheer & project- management Maatschappij: effecten (baten) voor de stad maatschappelijke kostenbatenanalyse imago & monitoring Tabel 1: Matrix met de opzet van het onderzoek over begroeide daken. Met deze uitgave wordt, net als in de eerste twee uitgaven, geprobeerd verder bij te dragen aan het proces van demystificatie rondom het wel of niet toepassen van begroeide daken. Gebrek aan kennis, of slechts het voorhanden zijn van niet objectieve, productgebonden informatie mag niet de reden zijn voor het niet gerealiseerd krijgen van begroeide daken. Daarom is het nodig een overzicht te geven van alle ontwerpvoorwaarden die recht doen aan de uitgangspunten van ontwerpers en van milieutechnici. Nieuw in deze uitgave is dat ook de realisatie en de procesmatige aspecten erbij worden betrokken. Dit boek is geen standaardcatalogus van alle mogelijke soorten begroeide daken. Wel biedt het de argumenten om de keuze voor een bepaalde soort dakbedekking te ondersteunen, met de consequenties voor functie, structuur en vorm van het dak. Hiermee 12 P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang

wordt het mogelijk om te controleren of een ontworpen dak aan de gestelde eisen voldoet. Doelstelling Met dit boek moet de ontwerper in staat zijn een gefundeerd oordeel te vellen over de keuze voor een bepaald soort begroeid dak en moeten de diverse partijen in staat zijn op grote schaal begroeide daken toe te passen in bouwprojecten. Dit boek beoogt dan ook een nog breder publiek toegang te verschaffen tot het ontwerpen van groene daklandschappen. Bewust is ervoor gekozen productgebonden informatie te vermijden. Opdrachtgevers kunnen op grond van de informatie in dit boek een weloverwogen keuze maken voor een bepaalde dakuitvoering. Figuur 2. Begroeid dak op een woning in een Ökosiedlung, Herzogenrath (D). P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang 13

Figuur 3. Begroeid dak op het Groothandelsgebouw in het centrum van Rotterdam.

Techniek van begroeide daken Dit deel gaat in op de vragen over vorm, structuur en functie van begroeide daken. Vorm, structuur en functie zijn drie begrippen die al in de eerste eeuw na Christus door de Romeinse architect Vitruvius werden beschreven als de drie kwaliteiten die een ontwerp moet bezitten. Vorm omvat de uiterlijke verschijningsvorm. Structuur omvat de wijze van opbouw, de inwendige bouw en werking. Functie omvat de betekenis, de gebruikswaarde (Tjallingii 1989). Hier is gekozen voor een voorwaardelijke benadering vanuit de vorm, zoals prof. Taeke de Jong dat voorstaat (De Jong 1992). Tijdens het ontwerpproces wordt het ontwerp meestal vanuit de functie benaderd. Omdat dit boek vooral voor ontwerpers bedoeld is wordt het thema begroeide daken vanuit de functie benaderd. Dat betekent voor de opbouw dat dit hoofdstuk eerst de functie van begroeide daken beschrijft, afhankelijk van de functie wordt aangegeven hoe de structuur van het dak moet zijn en daaruit volgt weer de vorm van het dak. Er wordt dus gezocht naar die begroeide daken, die binnen hun vorm een structuur en een functie hebben. Hierbij wordt een beschouwing over vorm alleen zinvol geacht als bekend is hoe het dak is opgebouwd en deze beschouwing alleen zinvol als bekend is welke functies het dak vervult. Figuur 4. De voorwaardelijke indeling van vorm, structuur en functie naar de Jong (De Jong 1992). P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang 15

Functies van het begroeide dak Begroeiing op daken zorgt voor een verbetering van de functionele eigenschappen van daken in woon- en werkomgeving. Dit hoofdstuk beschrijft hoe een begroeid dak functioneert. Hierbij gaat het zowel om het dak als geheel, als om de verschillende onderdelen van het dak. Een begroeid dak is een onderdeel van een gebouw, maar ook een object (tuin) om naar te kijken. Dit zijn de gebruiksfuncties. Naast gebruiksfuncties heeft een dak een aantal constructieve, ecologische en bouwfysische functies. Veel constructieve en bouwfysische functies worden in de dagelijkse praktijk vertaald in prestatie-eisen en vormen zo een onderdeel van de regelgeving en normeringen. Het feit dat een dak plat of hellend is, bepaalt de gebruiksfunctie ervan. Platte daken kunnen als daktuin en als kijkdak gebruikt worden. Hellende daken kunnen in het algemeen alleen als kijkdaken worden ingericht. Globaal komt het onderscheid tussen kijkdak en gebruiksdak overeen met de soort begroeiing die op het dak wordt aangelegd: intensieve begroeiing voor daken die als daktuin worden gebruikt en extensieve begroeiing voor daken die als zichtgroen worden gebruikt. De termen intensief en extensief hebben betrekking op het beheer van de beplanting. Voor flauw hellende daken geldt een mogelijke tussenvorm, die als enigzins intensief aangemerkt zou kunnen worden. Omdat dit soort daken in de praktijk niet veel afwijkt van extensieve daken, wordt deze variant nauwelijks gebruikt. In Nederland wordt ook de term semi-extensief gebruikt voor daken met een substraat tussen de 150 en 300 millimeter dikte. Voor de bepaling van de effecten in de Nederlandse bouwpraktijk volstaat echter het onderscheid tussen intensieve en extensieve begroeiing. Met het onderscheid in functie is een eerste onderverdeling gemaakt in de typologie van begroeide daken. Zo zal een intensief begroeid hellend dak niet of nauwelijks toegepast worden voor een gebruiksruimte. Het grasdak van de bibliotheek van de TU Delft vormt hierop een uitzondering. Een ander voorbeeld zou het hellend dak van een dierenverblijf kunnen zijn, waarbij de dieren het dak ook gebruiken als weiland. Dit hoofdstuk bespreekt allereerst de functies van een begroeid dak. Daarna komen de functies van de verschillende lagen en van de hulpconstructies van het begroeide dak aan de orde. Figuur 5. Typologie van begroeide daken. 16 P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang

Figuur 6. Grasdak op de bibliotheek van de TU Delft. De functies van een begroeid dak van een gebouw Gebruiksruimte en zichtgroen Een begroeid dak is in de stad een interessante optie voor het creëren van groene privéruimte buiten. Met relatief weinig moeite kan een dak omgetoverd worden tot een kleine oase van rust en ruimte. De meeste steden hebben een tekort aan openbare buitenruimte. De beschikbare buitenruimte is bovendien vaak niet geschikt voor tuinaanleg of voor groenvoorziening. Ook is de grond duur en brengt als groengebied voor de gemeente weinig op. Er is echter Foto Hans Schouten fotografische Dienst TU Delft. wel een beheerbudget voor nodig. Economisch gezien is openbare groenvoorziening in de stad dus niet erg aantrekkelijk. De twee belangrijkste functies van een buurt- of wijkpark, namelijk het verschaffen van zichtgroen aan gebruikers van de openbare ruimte en het creëren van gebruiksplekken in het groen, kunnen door verschillende daken worden vervuld. Niet voor mensen toegankelijke, maar wel zichtbare daken kunnen worden ingericht als zichtgroendaken. Dit kunnen in het algemeen extensief begroeide, platte of hellende daken zijn. Toegankelijke, platte daken zullen vooral worden gebruikt als privédaktuinen, zowel intensief als extensief begroeid. Grote, intensief begroeide daken kunnen ook openbaar toegankelijk zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een stadspark. Educatief groen Het komt voor dat platte daken, op bijvoorbeeld scholen, een educatieve functie krijgen als bloemen- en kruidentuin. Bij zeer grote dakvlakken is het zelfs denkbaar dat kinderboerderijen worden aangelegd, waarbij de spreekwoordelijke geiten op het grasdak daadwerkelijk aanwezig zijn. Deze laatste optie stelt wel hoge eisen aan de onderconstructie en aan het dak waarop de tuin of de kinderboerderij aangelegd wordt. Productiegroen (bedrijfsvoering) Volgens de Duitse hoogleraar Minke (Minke 1985) is het inrichten van een intensief begroeid dak niet aan te bevelen voor agrarische doeleinden, bijvoorbeeld voor de productie van gewassen of voor het bedrijfsmatig houden van dieren. Kleinschalige productie van P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang 17

kleine vruchten, zoals bosbessen en andere bessen, of het kweken van kruiden voor huishoudelijk gebruik kan wel een interessante functie van een begroeid dak zijn. Daar komt bij dat er de laatste jaren een toenemend besef is dat de hedendaagse voedselproductie naar verhouding teveel ruimte in beslag neemt. Daardoor is er een groeiende belangstelling ontstaan voor stadslandbouw en de zogenoemde eetbare stad. Intensief begroeide daken kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Psychologische effecten Bewoners van hoogbouw kijken vaak uit op saaie, grijze daklandschappen. Als de lager gelegen daken worden begroeid, heeft dit een positief psychologisch effect. Het lijkt immers of de begane grond dichterbij gekomen is. Maatschappelijke baten (klimaatsverbetering, waterbeheer) Begroeide daken kunnen ook worden ingezet om bepaalde milieudoelen te bereiken, bijvoorbeeld een klimaatsverbetering of een duurzaam stedelijk waterbeheer. Vooral het vermogen van een begroeid dak om water te bergen (te bufferen) krijgt de laatste tijd meer aandacht. Hierop wordt nader ingaan in het hoofdstuk over het maatschappelijk belang. Levensverlenging dakbedekking De ballastlaag van grind, die normaal gesproken vaak op een plat of hellend dak ligt, dient onder andere om temperatuurschommelingen af te vlakken. Op een zwart bitumineus of kunststofdak zonder ballastlaag kunnen de temperaturen schommelen tussen -20 Celsius in een koude winternacht en 80 Celsius op een warme zomerdag. Aan deze temperatuurschommeling van 100 Celsius staat de dakbedekking ieder jaar weer bloot. Zelfs de temperatuurschommeling tussen dag- en nachttemperatuur kan in de zomer 70 Celsius bedragen. Dit stelt hoge eisen aan de dakbedekking en het versnelt het verouderingsproces. De grindlaag zorgt al enigszins voor een afvlakking van de temperatuurschommelingen op een dak, maar begroeiing doet dit nog veel meer. Dit is zelfs het belangrijkste thermische argument om een begroeiing aan te leggen. Het zou de levensduurverwachting van de dakbedekking met tientallen jaren kunnen verlengen. Iemand die begroeiing op zijn dak heeft aangelegd, zal kunnen volstaan met de normale onderhoudswerkzaamheden en waarschijnlijk de dakbedekking tijdens zijn leven niet hoeven te vervangen. Ook het risico op beschadigingen door mechanische (punt) belastingen, zoals de inslag van hagelstenen bij zeer zware buien of schade door het lopen op het dak met naaldhakken, kan door de beplanting worden verkleind. Hoewel dakbegroeiing een probaat middel is om de levensduur van de dakbedekking te verlengen, is het goed om te beseffen dat door die begroeiing het opsporen en verhelpen van lekkages moeilijk en kostbaar is. Thermisch isolerend en koelend vermogen De demping van temperatuurschommelingen, ook wel amplitudedemping genoemd, heeft gevolgen voor de energie-uitwisseling met de ruimte onder het dak. 18 P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang

Figuur 7. De extreme temperaturen van de dakhuid van een dak zonder dakbegroeiing (Krusche 1982). Figuur 8. De extreme temperaturen van de dakhuid van een dak met dakbegroeiing (Krusche 1982). Als de temperaturen op het dak in de zomer minder hoog worden door dakbegroeiing, zal de ruimte eronder minder snel opwarmen. In de winter zal het dak minder snel afkoelen. Voorwaarde daarbij is wel dat het droog winterweer is en dat de substraatlaag en de drainagelaag droog zijn. Alleen dan draagt de begroeiing bij tot het isolerende vermogen van de dakconstructie in de winter. Als het echter gaat regenen, kan dit voordeel omslaan in een nadeel, omdat het afstromende overtollige water juist voor afkoeling zorgt. De isolerende werking van begroeiing in de winter is tot nu toe nooit overtuigend aangetoond. Al is wel aannemelijk dat een dichte beplanting van bijvoorbeeld hoge grassen de wind remt en stilstaande luchtlagen vasthoudt en daarmee de isolerende werking gunstig zou kunnen beïnvloeden. Hier moet echter bij gezegd worden dat daken tegenwoordig dermate goed geïsoleerd zijn, dat de bijdrage waarschijnlijk verwaarloosbaar is. Het substraat zelf levert geen bijdrage aan het warmteisolerend vermogen van het dak. Droog zand geleidt warmte tien keer beter dan isolatiemateriaal. Dit kan worden afgeleid uit de warmtegeleidingcoëfficiënten. Voor een zelfde isolerende werking moet dus tien keer zoveel zand worden aangelegd ten opzichte van isolatiemateriaal. Voor de begroeiing is vocht nodig, wat de isolerende werking van een substraatlaag nog slechter maakt. Bij volledige verzadiging van het substraat is de warmtegeleiding zelfs vijftig keer groter ten opzichte van isolatiemateriaal. Samengevat kan er gezegd worden dat er in de winter soms sprake is van een isolerende werking van dakbegroeiing en in de zomer is er sprake van een koelend effect. P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang 19

De warmtegeleidingcoëfficiënt (l) van vochtige aarde is 2,00 W/mK droog zand is 0,33 W/mK cellulose-isolatie is 0,04 W/mK isolatieschuim is 0,03 W/mK Tabel 2. Warmtegeleidingcoëfficiënten van verschillende materialen (Bron: Bouwfysisch Tabellarium, TU Delft 1990). Geluidreductie Begroeide daken hebben een geluiddempende werking op hun omgeving. Door de massa van het dak werkt dit ook door in de geluidswering van het stadslawaai binnen in het gebouw. De reductie is afhankelijk van het soort en de dikte van het substraat en kan enkele decibellen groot zijn. Rotterdam gaat uit van een geluidsisolatie van gemiddeld 8 decibel (Gemeente Rotterdam 2006). Het uiteindelijke effect is in slechts beperkte gevallen van belang, omdat de geluidswering van een woning in grote mate bepaald wordt door de zwakste schakel in de buitengevel, namelijk het glas in de ramen en de ventilatieopeningen, voor zover deze niet uit suskasten bestaan. Beheersing zonreflectie Begroeide daken veroorzaken weinig spiegeling. Dit kan een voordeel zijn, als men hinderlijke schittering en lichtreflectie wil voorkomen. Toch hebben de daken nog wel een reflectiefactor van minimaal 0,25 (het percentage licht dat gereflecteerd wordt), wat weer gunstig is voor de daglichtfactor. Ondersteuning fotovoltaïsche systemen (PV) Afhankelijk van het type dak en de isolatiewaarde, stralen begroeide daken in het algemeen veel minder warmte af dan niet-begroeide daken. Fotovoltaïsche systemen (PV) voor de opwekking van elektriciteit uit zonlicht hebben een lager rendement, als de temperatuur oploopt. Dit heeft ertoe geleid dat er gecombineerde systemen van PV met dakbegroeiing op de markt zijn. De combinatie van dakbegroeiing met PV-systemen kan het rendement van de PV vergroten, omdat de temperatuur van de PV-panelen lager blijft. Er moet bij een dergelijke combinatie wel op worden gelet dat de beplanting voldoende licht heeft om te overleven en dat de afstand tussen de panelen en het dak niet te groot wordt. Dit vermindert namelijk het effect. Het hoofdstuk over de maatschappelijke baten gaat verder in op de koelende werking van begroeide daken. Functies van de lagen van het begroeide dak Afhankelijk van de gebruiksfunctie, onderscheiden architecten twee categorieën begroeide daken. Dat zijn enerzijds daken die gebruikt worden om te vertoeven, in het algemeen zijn dat daktuinen, anderzijds daken die met zichtgroen worden ingericht. Onafhankelijk van deze functionele typologie, worden er ook ecologische, bouwfysische en constructieve functies onderscheiden. Ze worden hier per laag besproken. Levend dek Het levend dek vormt het uiterlijk van het dak. Naast deze esthetische functie kan het diverse ecologische functies hebben, zoals 20 P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang

bijdragen aan waterverdamping, of temperatuurdemping en een natuurfunctie. Windvlies Het windvlies zorgt voor een goede verankering van plantenwortels tegen alle soorten van erosie. Substraatlaag De substraatlaag is de voedingsbodem voor de vegetatie. De voedingsbodem neemt lucht en water op en zorgt voor voedingsstoffen in de juiste zuurgraad. Daarnaast ondersteunt het substraat de worteling van de vegetatie en kan het bijdragen aan de waterberging. Filtervlies Het filtervlies voorkomt dat fijne substraatdeeltjes de drainagewerking van het substraat of van een drainagelaag aantasten, terwijl het opstijgen van water vanuit de ondergrond wel mogelijk blijft. Drainage-elementen / waterbuffering De drainagelaag heeft niet alleen als taak overtollig water af te voeren, bijvoorbeeld na een regenbui, maar ook de taak (kleine hoeveelheden) water te bufferen voor droge perioden. Ook bestaan er drainage-elementen om grotere hoeveelheden water (tijdelijk) te bufferen. Antischuifelementen Deze voorzieningen voorkomen het afschuiven van de substraatlaag met beplanting op daken met steilere hellingen. Beschermlaag De antischuif- en beschermlaag beschermen de onderliggende kunststoflagen tegen mechanische schade door opvriezen, tuingereedschappen, lopen enzovoort. Wortelkerende laag De wortelkerende laag zorgt ervoor dat de wortels van de vegetatie tijdens droge perioden niet in de dakconstructie doordringen en daar op zoek gaan naar water. Scheidingslaag Indien de wortelkerende laag niet tegelijkertijd de waterkerende laag is, is soms een scheidingslaag tussen beide lagen noodzakelijk, omdat deze lagen anders chemisch met elkaar zouden kunnen reageren. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer zacht PVC en bitumen direct op elkaar geplakt worden. Deze scheidingslaag laag zal vooral bij renovatiedaken voorkomen. Waterkerende laag De waterkering is de belangrijkste bouwtechnische functie. Dakconstructie De dakconstructie draagt de dakbelasting af naar de wanden of kolommen. De dakconstructie zorgt voor de stijfheid, de sterkte en de stabiliteit van het dak. Daarbij beschermt de dakconstructie de ruimte onder het dak tegen allerlei weersinvloeden. P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang 21

vegetatiesoort gewichtsindicatie sedumdak 50 kg/m 2 sedum/kruiden 80 kg/m 2 extensieve begroeiing 100 kg/m 2 gras/bloemen begroeiing 150 kg/m 2 intensieve begroeiing 500 kg/m 2 Tabel 3. Indicatie van het gewicht van een begroeid dak Figuur 9. De aanwezige lagen in een dakopbouw verschillen per dak. Door deze strikte scheiding in functies is het mogelijk bij de dakaanleg exact te bepalen welke functie door welke laag kan worden vervuld en welke functies eventueel gecombineerd kunnen worden in een laag. Zo heeft een plat dak bijvoorbeeld geen drainagewerking, noch bij een intensief, noch bij een extensief begroeid dak. De afwatering zal op een plat dak door een extra laag geregeld moet worden. Afhankelijk van de soort drainage die wordt aangelegd, zal deze drainagelaag moeten worden beschermd tegen het dichtslibben door deeltjes uit de substraatlaag. De filterwerking wordt gewaarborgd door de filterlaag. De filterlaag komt alleen voor samen met een drainagelaag. Er bestaan echter ook drainagelagen die geen filtervlies nodig hebben. De laag vervult dan beide functies. De hellingshoek van het dak bepaalt het wel of niet voorkomen van een drainagelaag met filtervlies. Het verschil tussen een intensief en een extensief begroeid dak heeft over het algemeen geen directe invloed op de functies van de verschillende lagen. De structuur van het begroeide dak wordt hierdoor wel beïnvloed, omdat enkele lagen bij een intensief begroeid dak zwaarder gedimensioneerd zullen worden. Functies van hulpconstructies van het begroeide dak Naast deze ecologische, bouwfysische en constructieve functies moet voor het begroeide dak soms nog een aantal extra functies worden vervuld. Deze functies hebben het karakter van toegevoegde (of hulp)functies. Welke onderdelen van het begroeide dak deze toegevoegde functies hebben, volgt hierna. Brandstrook De brandstrook zorgt er voor dat bij brand op een deel van het dak het vuur niet kan overslaan naar andere delen van het dak. 22 P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang

Gevelstrook Dit is een strook langs een aan het dak grenzende gevel die er voor zorgt dat er bij regen geen grond opspat tegen de gevel. Soms heeft een dergelijke strook tevens de functie van drainagestrook of brandstrook. Inspectieputje Het inspectieputje is een hulpmiddel ter controle van de toestand waarin substraat en drainagelaag zich bevinden. Het betreft dan vooral de vochtigheidsgraad. Hulpmiddelen ter verankering van bomen Deze hulpmiddelen moeten er voor zorgen dat hogere beplanting bij harde wind kan standhouden op het dak. Maai- of onderhoudsinstallatie Deze voorziening dient om het onderhoud te vereenvoudigen van met name intensief begroeide hellende daken, omdat deze moeilijk toegankelijk zijn voor gangbare onderhoudsmachines. Sproei-installatie Een sproei-installatie dient ter irrigatie van het substraat in droge perioden. Deze voorziening komt alleen voor bij intensieve daken. Voorzieningen ter vergroting van de substraatlaag Hulpmiddelen die plaatselijk een dikkere substraatlaag toestaan, zijn meestal nodig voor het plaatsen van bomen of struiken bij intensieve daken. Figuur 10. Dakbegroeiing op een kantoorgebouw in Amsterdam. Hemelwaterafvoer en/of noodoverloop Deze voorziening zorgt ervoor dat onverwacht grote hoeveelheden water op het dak kunnen worden afgevoerd. Als de hemelwaterafvoer verstopt is, of ontbreekt, zorgt een noodoverloop ervoor dat het water op het dak niet naar binnen kan lopen, maar naar buiten wordt afgevoerd. Lekkagedetectie Dit is een voorziening om meestal op de vierkante meter nauwkeurig lekkages te kunnen opsporen en lokaliseren. Mostert De Winter bv Xeroflor daktuinsystemen, kantoor ABN-Amro Amsterdam. P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang 23

Structuur van het begroeide dak Een begroeid dak kan op verschillende manieren (technisch) gerealiseerd worden. De structuur van het begroeide dak is afhankelijk van de functionele prestatie-eisen, zoals die in het vorige hoofdstuk zijn beschreven. Van belang hierbij is de wijze waarop de gebruikte materialen op elkaar worden afgestemd. Na de materialisatie moet worden getoetst of aan de prestatie-eisen (en ook aan normeringen) wordt voldaan. De gebruikte materialen met hun technische eigenschappen vormen een onderdeel van de structuur van een begroeid dak. Daarnaast is de logistiek van het aanbrengen van een begroeid dak van grote invloed op de gebouwstructuur. De nauwkeurigheid van planning, detaillering en bouwvoorbereiding is in de regel maatgevend voor de uiteindelijke kosten van het begroeide dak. Op grond van de gekozen structuur kan een onderverdeling in typologieën gemaakt worden. De meest bepalende eigenschap voor de bouwstructuur is de dakhelling. De dakhelling bepaalt het al dan niet aanwezig zijn van drainagelagen, drempels en maatregelen om de buffercapaciteit voor regenwater te vergroten. Ook de door de materialisatie veroorzaakte milieueffecten zijn onderdeel van de structuur. Van begroeide daken wordt beweerd dat ze ecologisch zouden zijn. Het maken van een afweging tussen de negatieve milieueffecten van de gebruikte materialen enerzijds en de eventuele positieve bijdrage aan het milieu van het begroeide dak anderzijds is niet helling drainage drempels buffer 01-03 wel geen geen 04-11 geen geen geen 12-24 geen geen wel 25-45 geen wel wel 46-90 geen wel wel Tabel 4. Typologische indeling van begroeide daken op grond van de dakhelling. eenvoudig. Het is echter niet altijd noodzakelijk deze afweging te maken. De ecologisch-technisch meest verantwoorde mogelijkheid wordt bereikt, indien de criteria hergebruik en lange levensduurverwachting consequent worden toegepast bij de keuze voor de te gebruiken materialen. De materialisatie van de verschillende lagen van een begroeid dak In het vorige hoofdstuk hebben de functie van de verschillende lagen van een begroeid dak besproken. In deze paragraaf gaat het om de materialisatie van die functie. Dit wordt opnieuw per laag aangegeven. Levend dek De begroeiing kan bestaan uit sedums, mossen, kruiden, grassen, struiken, heesters, bolgewassen en andere soorten beplanting. Afhankelijk van de dikte van de substraatlaag kunnen ook bomen en grotere struiken worden aangeplant. 24 P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang

Windvlies Het windvlies bestaat uit netten die fijnmazig genoeg zijn om de wortels stevig te laten verankeren. In het algemeen zijn dit kunststoffen, zoals nylon en polypropeen. In sommige gevallen voldoet een juten inleg die langzaam weg zal rotten. Tegen die tijd zijn de planten al voldoende diep geworteld. Soms wordt een biologisch afbreekbare gel in het substraat aangebracht die de planten en substraatkorrels tijdelijk aan elkaar lijmt. Wanneer de begroeiing in mat- of plaatvorm wordt aangebracht, is een erosiebescherming vaak overbodig. Soms wordt grind op de matten aangebracht om te voorkomen dat de mat als geheel wegwaait. Substraatlaag De substraatlaag bestaat uit organisch materiaal, al dan niet aangevuld met anorganische of zelfs kunststofmaterialen. Bij extensieve daken mag het substraat niet al te veel voedsel bevatten. Afhankelijk van de gewenste eigenschappen van het substraat, wordt het samengesteld uit potaarde, zand, houtsnippers, fijn grind, kunststofmatten, papiersnippers, vulkaniet- of kleikorrels. Bemesting is alleen onder bepaalde omstandigheden nodig en gewenst. Filtervlies De filterlaag kan bestaan uit turf, fijnkorrelig zand, of uit een synthetisch materiaal, bijvoorbeeld een vlies van polyester (15 g/m 2 ), nylon, polyetheen of polypropeen. Hoe grover de ondergrond, hoe dikker en sterker het vlies moet zijn. Drainage-elementen / waterbuffering De drainagelaag kan bestaan uit kiezel, eventueel met zandtoevoeging om de buffercapaciteit te vergroten, lava, geëxpandeerde vulkaniet of kleikorrels. Ook worden kokosstromatten gebruikt. Soms worden synthetische matten gebruikt die tegelijkertijd als antischuif- en beschermlaag functioneren. Deze matten hebben als extra voordeel dat ze veel lichter in gewicht zijn en de hoogte van de dakopbouw verkleinen. Het komt voor dat steenwolplaten als drainageplaat worden gebruikt. Daarbij dient aangetekend te worden dat deze platen dan niet meer als isolatieplaat functioneren, omdat er meestal water in staat. Wanneer een grote capaciteit voor waterbuffering gewenst is, worden vaak kunststofelementen gebruikt die de vorm van eierdozen hebben. Steeds meer komen ook elementen op de markt die speciaal ontwikkeld zijn om het regenwater zo lang mogelijk te bufferen om zo een sterke vertraging van de waterafvoer te krijgen. Deze elementen lijken op de eierdozen, maar hebben een meer gesloten, soms meanderende, structuur met relatief grote opbouwhoogte (dikte). Gecombineerde elementen van levend dek, de substraatlaag, filtervlies en drainage-element / waterbuffering (plantentegels, plantenbakken) Er zijn beplantingsmethoden die de dakbegroeiing als het ware als tapijttegels op het dak neerleggen. Bij deze systemen zijn de diverse bovengenoemde lagen in één element samengevoegd. Sommige van deze systemen zijn flexibel; de tegels, feitelijk plantenbakken, kunnen eenvoudig weer verplaatst worden. P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang 25

Antischuifelementen Een bescherming tegen het afschuiven van het substraat kan bestaan uit houten, metalen of kunststofelementen die horizontaal op het dak worden bevestigd. Plaatsing onder de wortelkerende laag heeft de voorkeur, zodat hier geen bevestigingsmiddelen doorheen hoeven. Dit is belangrijk, omdat de wortels van planten doorboringen in de wortelkerende laag op kunnen zoeken en zo lekkage kunnen veroorzaken. Ook kan het afschuiven van het substraat worden voorkomen met een stijl- en regelwerk dat zelfdragend is en los op het dak wordt geplaatst. Voordeel is ook hier dat de wortel- en waterkering niet hoeven te worden doorboord. Steile daken kun je ook maken door de dakhelling als het ware kunstmatig te verkleinen. Bijvoorbeeld door deze op te bouwen uit kleine stukjes dak, met een geringe hellingshoek, die trapsgewijs met elkaar een steil dak vormen. Voor hele steile daken zouden ook principes van gevelbegroeiing gebruikt kunnen worden. Deze vallen echter buiten de scoop van dit boek. Beschermlaag De (antischuif- en) beschermlaag kan bestaan uit ieder materiaal dat sterk genoeg is om de onderliggende dakbedekking tegen mechanische beschadiging van bovenaf te beschermen. Wortelkerende laag De wortelkerende laag moet jarenlang de dakconstructie tegen de agressieve wortels van de vegetatie beschermen. De doorwortelingsbescherming wordt over het algemeen gerealiseerd door folies en membranen van kunststof, of door kunststof bevattende bitumen dakbanen, of door constructies waarbij een luchtspouw ervoor zorgt dat de wortels afsterven, voordat ze schade aan kunnen richten. Er zijn ervaringscijfers bekend van de wortelbestendigheid van de meest gebruikte folies. De wortelkerende lagen die met giftige stoffen de doorworteling tegengaan, blijken op den duur niet betrouwbaar te zijn. Bovendien zijn deze schadelijk voor het milieu. Deze folies komen in de praktijk niet meer voor. Figuur 11. Kunstmatige verkleining van de dakhelling. Scheidingslaag Deze laag bestaat uit een folie die meestal nodig is om een onderlaag van bitumen te scheiden van een bovenlaag van PVC. Dit om onderlinge reactie te voorkomen. Ook andere materialen die elkaar beïnvloeden, kunnen met een extra laag worden gescheiden. Scheidingslagen komen niet veel voor, eigenlijk alleen bij renovaties. Ook daar worden ze steeds minder toegepast, omdat bijvoorbeeld de combinatie PVC met bitumen eenvoudig vermeden kan worden door de oude bitumen dakbedekking te verwijderen, of door toepassing van andere kunststofdakbedekkingen dan PVC. 26 P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang

Waterkerende laag Indien de wortelkerende laag niet de waterkerende laag is, bijvoorbeeld bij renovaties van bestaande daken, is er een onderlaag aanwezig die de waterkering verzorgt maar niet wortelkerend is. Deze laag bestaat bijvoorbeeld uit bitumenachtige materialen. Dakconstructie De dakconstructie kan uit beton, staal, steen of hout bestaan en al dan niet uit verschillende lagen zijn opgebouwd. De opbouw van de dakconstructie heeft geringe invloed op de opbouw van het begroeide dak. Omgekeerd heeft de lagenopbouw van het begroeide dak wel invloed op de dakconstructie. Dit is met name het geval, als het gaat om de bouwfysische eigenschappen van het gehele dak of om de gewichtsbelasting van het begroeide dak. Materialisatie van andere onderdelen van een begroeid dak Zoals in de vorige sectie is aangegeven, kunnen er incidenteel extra onderdelen op begroeide daken worden toegepast die een toegevoegde functie hebben. De materialisatie van deze onderdelen wordt hierna besproken. Brandstrook Deze op het dak liggende strook bestaat uit een hard onbrandbaar materiaal, meestal grind of betontegels, van ongeveer een halve meter breed. De strook kan ook bestaan uit een gemetseld muurtje. Figuur 12. Detail mos-sedum dak met aanlijnsysteem. Gevelstrook Deze op het dak liggende strook bestaat uit een hard meestal onbrandbaar materiaal, bijvoorbeeld grind of betontegels. Inspectieputje Het inspectieputje is van kunststof. Mostert De Winter bv Xeroflor daktuinsystemen, kantoor Mostert De Winter Hardinxveld-Giessendam. P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang 27

Figuur 13. Verschillende manieren om bomen te verankeren. Van links naar rechts: Boomverankering aan stalen rooster; Boomverankering aan diepliggend contra gewicht; Boomverankering door vergroting van het grondvolume; Verankering door inklemmen stam, waarbij opgelet moet worden of dit voor de boom toelaatbaar is; Boomverankering aan nevenliggende bebouwing. Hulpmiddelen ter verankering van bomen Verankering van bomen kan op vele manieren gebeuren. Het is niet raadzaam om bomen met palen te verankeren. De kans om bij het inslaan van de palen de dakbedekking te beschadigen is te groot, ook bij een dikke grondlaag. Ook is het niet raadzaam de bomen te verankeren met tuien, bevestigd aan op het grondoppervlak liggende contragewichten. Deze kunnen namelijk gemakkelijk van hun plaats verschuiven. Hoe een boom wel op een goede manier verankerd kan worden, is schematisch weergegeven in de figuren op de volgende bladzijde. Of een boom verankerd moet worden, hangt af van de windbelasting (hoogte van het gebouw, windhindercoëfficiënt) en de grootte van het plantgat. Bij voldoende grondvolume zouden bomen zichzelf moeten kunnen verankeren. Het benodigde grondvolume voor een optimale groei van een boom bij normale omstandigheden bedraagt ongeveer 0,75 m 3 per m 2 kroonprojectie (CROW 1988). Maai- of onderhoudsinstallatie Voorzieningen voor maaien kunnen bestaan uit technische of bouwkundige hulpconstructies (bijvoorbeeld een rail of een extra looppad). Dit is, voor zover aanwezig, bij ieder gebouw anders. Sproei-installatie Voorzieningen ter irrigatie van het substraat kunnen bestaan uit poreuze buizen die zich in het substraat bevinden, of uit een sproeiinstallatie die zich boven het substraat bevindt. In beide gevallen wordt voornamelijk van kunststofleidingen gebruikgemaakt. Ook een mobiele sproei-installatie behoort tot de mogelijkheden. De eenvoudigste voorziening is een kraantje op het dak, waarop de bewoner of huismeester een tuinslang kan aansluiten. 28 P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang

Figuur 14. Voorzieningen ter vergroting van de substraatlaag. Van links naar rechts: Bomen met extra plantgat van binnenuit onzichtbaar; Bomen ondersteund door kolommen en paalfundering, plantgat onzichtbaar vanaf het dak; Bomen steken door het dak, staan in vaste grond in plaats van op het dak. Voorzieningen ter vergroting van de substraatlaag Deze voorzieningen zijn meestal tweeledig. Er moet worden gezorgd voor voldoende wortelbare ruimte en eventueel extra gewicht moet worden afgedragen. Een eenvoudig opstandje of slechts een ophoging van substraat kan al volstaan. Voor echt grote bomen zijn vaak rigoureuze maatregelen nodig. Bovenstaande figuren tonen schematisch een aantal mogelijke oplossingen voor een plantgat met constructieve ondersteuning dat groot genoeg is om bomen goed te kunnen verankeren. Hemelwaterafvoer en/of noodoverloop Deze voorzieningen kunnen als integraal deel van een bouwkundig element worden uitgevoerd, bijvoorbeeld van een gevel. Of ze kunnen als toegevoegd element in de vorm van een pijp, een ketting of een spuwer worden uitgevoerd. Beide varianten zijn in diverse materialen mogelijk. Lekkagedetectie Lekkagedetectie bestaat uit elektronica die onder de wortelkerende laag wordt aangebracht om vroegtijdig lekkage te kunnen detecteren zodat snel kan worden nagaan waar het lek zich bevindt. Experiment Om meer inzicht te krijgen in de werking van planten op daken zijn experimenten gedaan. Een van de experimenten met dakbegroeiing is hier beschreven. In dit experiment is geprobeerd een dak te maken zonder kunststofdakbedekkingen en zonder kunststof in de wortelkerende laag. P.G. Teeuw & C.M. Ravesloot Begroeide daken na 2010 - Afstemming van techniek, organisatie & maatschappelijk belang 29