Verwerkingsvoorschriften Dycore Kanaalplaatvloeren en massieve plaatvloeren



Vergelijkbare documenten
verwerkingsvoorschriften

verwerkingsvoorschriften

Dycore massieve plaatvloer

Beton Kern Activering

KANAALPLAATVLOER PRODUCTEN 3 SYSTEEMVLOEREN

Dycore ribbenvloer. De voordelen van de toepassing van de Dycore ribbenvloer zijn ondermeer:

KNPL 150 KNPL 165 KNPL 200 KNPL 260/265 KNPL 320 KNPL 400. De kanaalplaatvloer wordt toegepast in woningbouw en utiliteitbouw.

Dycore kanaalplaatvloer

KANAALPLAATVLOER Elementen. Vloeren Ondergrondse Infra Funderingen

De breedplaatvloer wordt toegepast in woningbouw en utiliteitbouw. Uitvoering traditioneel gewapend of voorgespannen gewapend.

5.3 COMBINATIEVLOER. Ra veelconstructie. bij de gevel PRODUCTEN SYSTEEMVLOEREN

5 PRODUCTEN 5.3 SYSTEEMVLOEREN

ribcassettevloeren NIEUW! Vloerhoogte 350 mm Rc-waarde tot 5,0

Verwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren

Verwerkingsrichtlijnen Breedplaatvloer BPV

K a n a a l p l a a t v l o e r HVP IVP

BEKISTINGSPLAATVLOER. De verdeel- of dwarswapening in de elementen zijn. De bovenwapening, zoals de steunpuntswapening en

welfsels tel: +32 (0) fax: +32 (0)

Dycore breedplaatvloer

B e k i s t i n g s p l a a t v l o e r S p a n c o n

Uw alles-in-één-hand prefab-partner

SPANCON. Elementen Vloeren Ondergrondse Infra Funderingen

ONTWERP EN VOORBEREIDING KANAALPLAATVLOER

verwerkingsvoorschriften

Verwerkingsvoorschriften. Breedplaatvloeren. Orion Beton BV Enschede

Overzicht van in Nederland verkrijgbare vloersystemen

megaton x-floors U zoekt voorgespannen kanaalplaatvloeren? gevonden kanaalplaatvloer INTER SHIPPING

Verwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren

MONTAGE EN BEHANDELING

Productdatablad. Kanaalplaatvloer 150

Productdatablad. Appartementenvloer

Betonlateien voorgespannen

Productdatablad. PS-isolatievloer 200 / 210

technische fiche gewapende holle gladde welfsels

fundamentele verbetering voor woningbouw

W i n g p l a a t v l o e r

Dakelementen (TT) in voorgespannen beton. Willy Naessens 75

Welfsels in spanbeton (WX) 2.5

KOMO attest STRUCTO + NV. Voorgespannen kanaalplaatvloer

De wanden die verticaal vervoerd worden kunnen zonder hulp middelen worden opgehesen aan de speciaal ingestorte hijsvoorziening.

SPAANSEN CASCO Door : Verkoop SBO Status : definitief Versie :

PRODUCT. BROCHURE dehoop-pekso.nl. Combinatievloer. flexibel vloersysteem. uw ruwbouw totaalleverancier

Hoofddorp. Rapportage constructie t.b.v. bouwaanvraag. Projectnummer: Datum: 19 augustus 2015

Calduran. dilataties en aansluitingen

Calduran. dilataties en aansluitingen

Nummer K86165/02 Vervangt K86165/01. Uitgegeven d.d Geldig tot Pagina 1 van 12. Gewapende breedplaatvloer

Productdatablad. PS-isolatievloer 200 / 210

Systeemnummer : PD 1-1-2

Productdatablad. PS-renovatievloer Standaard

KOMO. Orion Beton B.V. kwaliteitsverklaring

Onderzoek betonkwaliteit silo s Zeeburgereiland

Holle Wand Massieve Wand SV-vloeren

Productdatablad. Combinatievloer

Productdatablad. Combinatievloer

Verwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren

KOMO. Fingo N.V. kwaliteitsverklaring

KOMO attest. Dycore B.V. Voorgespannen kanaalplaatvloer

BK Rekenvoorbeeld

PassePartout. Vloer voor speciale toepassingen

Installatie instructie voor stalen glijopleggingen met een dubbele gekromde glijoppervlak Type FIP-D. uw bouw onze technologie

Statische Berekening. Amersfoort. Varsseveld, , Berging fam. Bokkers aan het Balatonmeer 35. Aanvulling opm. Gemeente Amersfoort

Afkortbaar met haakse slijper of reciprozaag 2) Geldt alleen voor VBI PS-renovatievloer Standaard

Productdatablad. Combinatievloer

fundamentele verbetering voor woningbouw

verwerkingsinstructies

CONTROLEPLAN prefab betonvloeren. Over dit controleplan

Liggers in voorgespannen beton met variabele hoogte (IV-balken)

Productdatablad. Klimaatvloer 400

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

verwerkingsinstructies

KOMO attest. Betonson Prefab B.V. Voorgespannen kanaalplaatvloer

Alle verwerkingsinstructies

Alle verwerkingsinstructies

Productie Machinale perfectie i.p.v. handwerk Fabrieksmatige bewerkingen t.b.v. montage i.p.v. bewerkingen op de bouwlocatie gerealiseerd

Nummer K86123/01 Vervangt -- Uitgegeven d.d. -- Geldig tot Pagina 1 van 19. Gewapende breedplaatvloer. Betonson Prefab B.V.

Standaard details. Spaansen casco Versie november 2017

PS-renovatievloer Droog

Nummer K86198/02 Vervangt K86198/01. Uitgegeven d.d Geldig tot Pagina 1 van 17. Voorgespannen ribbenvloer

Instructie t.b.v. het gebruik van de HIJSMIDDELEN. T.B.V. MONTAGE van de Dycore kanaalplaat, massieve plaat en leidingplaat.

PRODUCTEIGENSCHAPPEN, VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN EN ADVIEZEN EN TOELICHTING WERKWIJZEN. OMEGA gewapende ribbenvloer

Legvoorschriften KIJLSDR legvoorschriften.indd :39

Erkende BB-Aansluitdocument K98620/01

TRAPPEN EN BORDESSEN PRODUCTIE INSTORTVOORZIENINGEN

Productdatablad. PS-renovatievloer Droog

project projectnummer onderdeel versie datum berekend advies Zeilbergsestraat LH Deurne Postbus AE Deurne telefoon

Systeemnummer : PD 1-2-1

Belastingtabellen lateien Samenwerkend

SPECIALE UITVOERINGEN

Rc-berekening dak met afschotisolatie volgens NEN 1068:2001 (versie 2012 is nog niet gekoppeld aan het Bouwbesluit) en NEN-EN-ISO 6946:2008.

Productdatablad. Kanaalplaatvloer 320

Betonson Prefab B.V. Productielocatie Haatlanderdijk 47 Meridiaan AP Kampen Postbus 167. Tel AD Gouda

Instructie over het gebruik van de HIJSMIDDELEN. T.B.V. MONTAGE van de kanaalplaat, massieve plaat en leidingplaat.

attest-met-productcertificaat

KOMO attest. Betonson Prefab B.V. Gewapende ribbenvloer

Erkend BB-Aansluitdocument

Constructieve analyse bestaande vloeren laag 1/2/3 (inclusief globale indicatie van benodigde voorzieningen)

Binnendeuren en kozijnen Verwerkings- en onderhoudsvoorschriften

Schöck Isokorb type QS 10

attest-met-productcertificaat Nummer K/01 Vervangt -- Uitgegeven d.d. -- Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5

attest-met-productcertificaat Nummer K22641/05 Vervangt K22641/04 Uitgegeven d.d Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 8

Transcriptie:

06/2013 Verwerkingsvoorschriften Dycore Algemeen In deze verwerkingsvoorschriften zijn alle zaken opgenomen die betrekking hebben op de verwerking zoals genoemd in het KOMO attest-met-productcertificaat, NEN-EN 13369 en NEN-EN 1168. De vloerelementen worden aangebracht overeenkomstig de tekening die door of vanwege Dycore is verstrekt, waarbij u dient te controleren of u in het bezit bent van de meest recente tekening. Inspecteer bij aflevering van de producten of: - geleverd is wat is overeengekomen; - het merk en de wijze van merken juist zijn; - de producten geen zichtbare gebreken vertonen als gevolg van transport en dergelijke. Reclames dienen zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen 48 uur na aankomst van de vloerplaten, schriftelijk aan Dycore te worden gemeld. Productinformatie Dycore kanaal- en massieve plaatvloeren hebben een standaard werkende breedte van 1200 mm. Paselementen worden uit standaardelementen op de aangegeven breedte gemaakt. Ten gevolge van de excentrisch aangebrachte voorspanning zijn de vloerelementen getoogd. Gewichten van de standaard elementbreedte: Kanaalplaatvloer: K150-8 288 kg/m¹ K200-6 325 kg/m¹ K200-6V 373 kg/m¹ K260-5 438 kg/m¹ K320-4 507 kg/m¹ K400-4 585 kg/m¹ Kanaalplaatvloer met betonkernactivering: K260-6Z/BKA 502 kg/m¹ K320-5Z/BKA 628 kg/m¹ K400-4Z/BKA 742 kg/m¹ Massieve plaatvloer: M150 M200 M260 435 kg/m¹ 580 kg/m¹ 740 kg/m¹ Sterkteklasse beton C53/65 Sterkteklasse beton leidingplaatvloer C50/60 Staalkwaliteit FeP 1860 Isolatie EPS 60 brandvertragend gemodificeerd Maattoleranties De maximaal toelaatbare maatafwijkingen zijn: Lengte rechthoekige elementen 20 mm Lengte afgeschuinde elementen 40 mm Breedte standaardelementen 3 mm Breedte paselementen 30 mm Dikte 10 mm Opbuiging t.o.v. berekend 1/1000 van de plaatlengte met een minimum van 15 mm Scheluwte 8 mm Haaksheid van de elementkop 10 mm Sparingafmeting 25 mm Sparingplaats 50 mm Overige toleranties conform NEN-EN 13369 (NEN 2889) en NEN-EN 1168. Goedkeuring en afroep Met u is een project specifieke planning afgesproken waarin is aangegeven wanneer uw goedkeuring uiterlijk bij Dycore aanwezig dient te zijn. Na ontvangst van de door u voor productie vrijgegeven tekening en berekening kunnen de benodigde elementen ingepland en geproduceerd worden. De definitieve afroep van de elementen dient tenminste tien werkdagen voor levering plaats te vinden. Transport Handelingen met betrekking tot transport, hijsen en opslag mogen geen aanleiding geven tot beschadiging en/of scheurvorming van de vloerelementen. Aangevoerd wordt in vrachten van minimaal 25 ton. Houd bij de indeling en uitvoering van het bouwterrein rekening met de grootte en het gewicht van onze opleggercombinaties, zodat een vlotte aanvoer en verwerking van de elementen mogelijk is. De beladingsvolgorde op de auto zal, zoveel als praktisch en transporttechnisch mogelijk is, overeenkomen met de aangegeven montagevolgorde en de door ons gemaakte vrachtindeling. Zorg, daar waar gekozen wordt voor tussenopslag, voor een vlakke, horizontale en voldoende draagkrachtige ondergrond en stophout van goede kwaliteit, die over de gehele breedte van het element doorlopen. De elementen moeten vrij van de grond worden gestapeld. De plaats van de ondersteuningen dienen bij tussenopslag gelijk te zijn aan die tijdens transport. Oplegging De oplegvlakken van de draagconstructie dienen strak en vlak te zijn afgewerkt. De aard en de uitvoering van de ondersteuning, de grootte van de oplegkracht en de overspanning zijn bepalend 1

voor het al dan niet toepassen van een oplegmateriaal, zo ook de uitvoering van het oplegmateriaal. Bij toepassing van bijvoorbeeld kalkzandsteen wanden, vlakke bovenzijde, en elementen tot 7 meter lengte, welke over de gehele dikte van de wand worden opgelegd, kan worden volstaan met een koude oplegging. Voor de overige opleggingen op metselwerk, beton en staal kan door Dycore oplegrubber worden meegeleverd. Bij begane grondvloeren adviseren wij, in verband met de oneffenheid van de fundering, de elementen in een zandcementmortel te leggen. Bij vloerbelastingklasse I moet de in het werk gerealiseerde opleglengte tenminste gelijk zijn aan 2/3 van de ontwerpopleglengte, maar mag niet kleiner zijn dan: - 65 mm bij oplegging op metselwerk; - 50 mm bij oplegging op al dan niet gewapend beton; - 45 mm bij oplegging op profielstaal of vormvast plaatstaal. Opbuiging Ten gevolge van de excentrisch aangebrachte voorspanning zijn de elementen getoogd. Deze opbuiging is afhankelijk van de grootte van de voorspankracht, de plaatvorm en de plaatlengte en varieert tussen 0 en 30 mm. Langsoplegging Ter plaatse van een langsoplegging, zoals bij gevels en stabiliteitswanden, worden, indien constructief noodzakelijk, gevelnokken aangebracht. Door de aanwezige toog zullen deze nokken niet direct dragen op de fundering. Om scheurvorming te voorkomen dient de ruimte tussen fundering en gevelnok dan ook te worden opgevuld. Dit kan door voor de montage een laag krimparme mortel ter plaatse van de gevelnokken op de fundering aan te brengen. Kanaalafdichting Voor de kanaalplaten kunnen kanaalafdichtingen meegeleverd worden. Montage Voer de montage uit aan de hand van de door Dycore gemaakte tekeningen, welke door de opdrachtgever zijn vrijgegeven voor productie. Het verdient aanbeveling de plaatnaden en plaatmerken van tevoren op de draagconstructie af te tekenen, zodat de elementen direct op de juiste plaats gemonteerd kunnen worden. De op de tekening aangegeven voorzieningen (sparingen, centraaldozen, e.d.) zijn bepalend voor de juiste plaatsing van het element. Voor de standaard elementen zijn hijsklemmen beschikbaar. - Zorg er tijdens de montage voor dat de elementen horizontaal hangen, de klembekken niet in het directe bereik van sparingen aangrijpen en niet meer dan 2 meter uitkragen. - Paselementen zijn voorzien van hijshaken, boorankers (massieve plaatvloeren) of sparingen voor gebruik van hijssleutels. De hoek tussen de hijsstrop en het bovenvlak van het element dient minimaal 60 te zijn. - Voor een uitgebreide instructie over het gebruik van de hijsvoorzieningen zie de informatie over het gebruik van de montageklemmen. - Bijzondere vormen van montage worden altijd in overleg met Dycore uitgevoerd. Tijdelijke onderstempeling geïntegreerde ligger en raveelijzers in de bouwfase Tenzij anders aangegeven door de hoofdconstructeur of Dycore is uitgegaan van een uitvoering zonder onderstempeling van de ligger tijdens de bouwfase. Indien bij de berekening van de elementen wel uitgegaan is van tijdelijke onderstempeling is dit aangegeven op het legplan. Voegvulling Vóór het aanbrengen van de voegvulling dient gecontroleerd te worden of de elementen volgens tekening zijn aangebracht. Eventuele opbuigingsverschillen kunt u corrigeren door het plaatsen van schroefstempels en/of het aanbrengen van belasting, dan wel door het aantrekken van in de voegen te plaatsen compensatiewartels. Deze hulpvoorzieningen kunt u eerst na het verharden van de voegmortel verwijderen. De voegvulling dient, om vervuiling te voorkomen, direct na de montage van de vloerelementen te worden aangebracht. De voegen worden volledig gevuld met beton of een zandcementmortel met de volgende eigenschappen: - sterkteklasse C12/15 of hoger; - grootste korrelafmeting van het toeslagmateriaal maximaal 8 mm, resp. 16 mm bij een voegbreedte = 50 mm; - grind, zand en cement voldoen aan NEN-EN 12620 en NEN-EN 196. 2

De water-cementfactor moet zo worden gekozen, dat de voegvulling niet tussen de elementen doorlekt. Voorkom uitdroging van de voegmassa door het voegoppervlak voor en na het aanbrengen van de mortel voldoende vochtig te houden. Bij lage buitentemperatuur en vorst zijn maatregelen ter voorkoming van vorstschade noodzakelijk. Omdat de voegen een constructieve functie hebben dient de voegmassa goed verdicht te worden. Benodigde hoeveelheid voegvulling: Kanaalplaatvloer: K150-8 4,4 l/m¹ K200-6 5,7 l/m¹ K200-6V 5,7 l/m¹ K260-5 7,1 l/m¹ K320-4 8,8 l/m¹ K400-4 10,8 l/m¹ Kanaalplaatvloer met betonkernactivering: K260-6Z/BKA 7,1 l/m¹ K320-5Z/BKA 8,8 l/m¹ K400-4Z/BKA 10,8 l/m¹ Massieve plaatvloer: M150 M200 M260 5,8 l/m¹ 7,8 l/m¹ 10,0 l/m¹ Afwerking bovenzijde De uitvoering van de Dycore kanaal- en massieve plaatvloer is geschikt voor het aanbrengen van zowel een cement of anhydriet gebonden afwerkvloer als een constructieve druklaag. Constructieve druklaag Indien de vloeren worden uitgevoerd als een samengestelde plaat volgens artikel 8.2.5 van NEN-EN 1992-1-1, dan moet de constructieve druklaag tenminste 40 mm dik zijn. Het te storten beton moet gelijkmatig worden aangebracht, zodat een opeenhoping van betonspecie wordt voorkomen. Het beton van de constructieve druklaag moet voldoen aan: - NEN-EN 206-1; - de voor de betreffende toepassing overeengekomen milieuklasse volgens NEN-EN 206-1; - een grootste korrelafmeting van het grove toeslagmateriaal kleiner dan of gelijk aan 16 mm. en een hart-op-hart van 250 mm (staalkwaliteit B500A) of gelijkwaardig. Bij lage buitentemperatuur en vorst zijn maatregelen ter voorkoming van vorstschade noodzakelijk. Sparingen In sparingen kan, om breuk tijdens het transport en de handling te voorkomen, nog een voorspanstreng met omhullende beton aanwezig zijn. Deze op tekening aangegeven streng mag na montage verwijderd worden. Bij sparingen in geïsoleerde elementen is wel het beton, maar niet de isolatie verwijderd. De sparing kan zodoende exact op maat in de isolatie worden gesneden. Het aanwerken is daardoor eenvoudig en de isolatielaag blijft zo goed mogelijk intact. In verband met de kwetsbaarheid van de plaat in het stadium dat de sparingen fabrieksmatig worden aangebracht, zullen bij bepaalde combinaties één of meerdere sparingen in het werk geboord moeten worden. Deze sparingen zijn als zodanig op tekening aangegeven en dienen in het werk, door of vanwege en voor rekening van de opdrachtgever, geboord of gezaagd te worden. Andere in het werk aan te brengen sparingen mogen alleen na overleg met Dycore worden geboord. Wanneer in het werk sparingen aangebracht worden, welke op de tekeningen staan aan gegeven, dienen additionele ontwateringsgaatjes gemaakt te worden. Ontwateringsgaatjes Om te voorkomen dat tijdens of na de bouwfase water in de kanalen van de vloer blijft staan, kunnen fabrieksmatig ontwateringsgaatjes zijn aangebracht. Deze gaatjes dienen na montage en na het afstorten van sparingen door de opdrachtgever op hun aanwezigheid en werking te worden gecontroleerd en waar nodig (open) geboord of gestoken te worden. Belastingen tijdens de bouwfase De elementen kunnen direct na montage en verharding van de voegen belast worden. Stenen of blokken voor op de vloer te metselen wanden dient u gelijkmatig verdeeld nabij de oplegging van de vloer te plaatsen, zodat de maximaal toelaatbare belasting in de uitvoeringsfase niet wordt overschreden. Druklagen dikker dan 50 mm moeten zijn gewapend met een kruisnet bestaande uit ten minste staven met een kernmiddellijn van 5 mm 3

Voor woningbouw kunnen hiernavolgende opperschema s worden aangehouden: Bij het aanbrengen van opperbelasting stoten voorkomen! Voor zwaardere en/of anders geplaatste opperbelasting de vloer altijd in overleg met Dycore onderstempelen! Dycore maakt desgewenst een controleberekening of de voorkomende belastingen met de betreffende elementen kunnen worden opgenomen. Indien stortbelasting uit bovenliggende vloeren opgenomen moet worden, dient dit reeds bij opdracht te worden vastgelegd zodat hiermee bij de uitwerking rekening kan worden gehouden. Bevestigingsmiddelen De keuze van een bevestigingsmiddel is afhankelijk van de aard van het te bevestigen object en de optredende belasting. Bij het boren van gaten dient men rekening te houden met de ligging van de voorspanstrengen. Schietnagels zijn gezien de hoge betonkwaliteit in het algemeen geen betrouwbare bevestigingsmiddelen. Plugschroeven of slagankers zijn slechts geschikt voor kleine belastingen. Spreiden zelftapankers zijn in staat hogere belastingen op te nemen (zie hiervoor de specificaties van de leverancier). Voor hoge en eventueel wisselende belastingen adviseren wij door-en-doorankers met volgplaten van voldoende grootte of in een kanaal in te storten ankers toe te passen. Het meest praktisch is wanneer men draadeinden of ophangstrippen in de voegen tussen de elementen aanbrengt voor deze worden aangegoten. Plafond De onderzijde van de Dycore kanaal- en massieve plaatvloer komt glad uit de stalen bekisting; hiervoor geldt klasse A betonoppervlak van NEN 6722 artikel 16.2. Hierdoor kan met een minimale afwerking, zoals bijvoorbeeld spuitwerk, worden volstaan. Plaatselijk kunnen enige luchtbellen aanwezig zijn. Ook kunnen kleine beschadigingen tijdens transport en montage ontstaan. Voor het aanbrengen van de plafondafwerking dient u plaatselijk voor te messen met een vulmassa. U dient ook te controleren of het oppervlak schoon en droog is. Wanneer de Dycore kanaal- en massieve plaatvloeren als platte dakvloer worden toegepast dient u ter plaatse van de aansluiting met niet-dragende binnenwanden rekening te houden met een bijkomende opbuiging van de vloer ten gevolge van de eenzijdige uitdroging aan de onderzijde van de vloerelementen. Het aansluitdetail dient zodanig te zijn dat een extra opbuiging van meerdere millimeters zonder optische nadelen kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld door de wand in een U-profiel te plaatsen of op zijn minst de wandplafond aansluiting in te snijden. Attest Dycore vloerelementen zijn voorzien van een KOMO attest-met-productcertificaat en dienen overeenkomstig de hierin omschreven aanwijzingen, welke integraal zijn opgenomen in deze verwerkingsvoorschriften, te worden verwerkt. De attesten zijn te downloaden op www.dycore.nl - productinformatie. 4

Ter aanvulling op de verwerkingsvoorschriften van Dycore kanaalplaatvloeren. Verwerking Voor de verwerking van de vloeren met Beton Kern Activering gelden dezelfde voorschriften als voor de reguliere kanaalplaatvloeren. Het boren in de vloer dient echter vermeden te worden. De vloeren worden op de bouw geleverd met, goed zichtbaar, onderstaand kaartje. Kanaalplaatvloer m et Beton Kern Activering Plaat bevat watervoerende leidingen. M axim ale inboordiepte is 35 m m! De Dycore klimaatvloer (BKA) wordt aangeboden met ingestorte leidingmodules. De leidinguiteinden zijn vrijgemaakt en kunnen direct aangesloten worden. De vloeren worden fabrieksmatig op dichtheid gecontroleerd. Een mantelbuis beschermt de vrije leidinguiteinden. Deze mantelbuis dient zo lang mogelijk te blijven zitten ter voorkoming van mechanische beschadigingen op de bouwplaats. De leidinguiteinden zijn bereikbaar via een sparing in de bovenzijde van de vloer. In geval van onderaansluiting wordt in de sparing een ronde doorvoersparing Ø50 mm voorzien. Na plaatsing van de vloerelementen dienen de leidinguiteinden hierdoor naar beneden gehaald te worden zodat de leidingen aan de onderzijde van het vloerelement uitsteken. De overlengte van de leidinguiteinden is circa 50 cm onder de vloerplaat. Om de leidinguiteinden voldoende onder de vloerelementen te laten uitsteken kan het voorkomen dat deze door de installateur verlengd dienen te worden. In geval van bovenaansluiting adviseren wij u om, voor het aanbrengen van de voegvulling en de druklaag, de sparingen af te dekken met een afdekplaat. De leidingen in de sparingen blijven dan vrij van beton en beschadigingen. Deze afdekplaten worden pas verwijderd vlak voor de aansluiting van de leidingen. Tevens raden wij u aan om de koppeling aan de hoofdleiding boven de constructieve vloer in de zandcementdekvloer aan te brengen. Aandachtspunten: - Voorkom knikken en/of beschadiging aan de blootliggende leidinguiteinden. - Bij het instorten van koppelingen vooraf het circuit controleren op dichtheid en de koppelingen beschermen tegen corrosie. Leidingregisters De Dycore klimaatvloer wordt projectspecifiek gemaakt. De leidingen liggen h.o.h. 200 mm in een element en liggen op een ontwerphoogte van min. 50 mm vanaf de onderzijde van het element. De tolerantie op de leidingen bedraagt maximaal plus of min 10 mm in hoogte en plus of min 20 mm in breedterichting. De leidingen zijn gecoëxtrudeerd waarbij tijdens de productie aan de buitenzijde van de kunststof buis een EVOH-film is aangebracht die dienst doet als diffusierem. De buis is bestand tot een maximale werkdruk van 6 bar. Afhankelijk van het plaattype wordt een bepaald diameter leiding ingestort. leiding Ø16x2,7 voor plaattype K260-6BKA; leiding Ø20x3,2 voor plaattypen K320-5BKA en K400-4BKA. Specificaties leidingen: Ø16x2,7 Ø20x3,2 materiaalsoort PE40 PE40 samenstelling blauw ingekleurde lijmlaag EVOH diffusiedichte laag buitendiameter 16 mm 20 mm wanddikte 2,7 mm 3,2 mm maximale werktemperatuur 50 C maximale werkdruk 0,6 MPa maximale volumestroom 140 l/h 220 l/h lineaire uitzettingscoëfficiënt 20 mm/mk (volgens ASTM D 696) warmtegeleidbaarheid 0,28 W/mK (volgens DIN 52612) rek bij breuk 400 % (volgens ISO/R 527) elasticiteitsmodulus buiging 280-300 MPa zuurstof diffusie 0,13 mg/m²d 5