Gemeenschappelijke Regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Midden Nederland



Vergelijkbare documenten
gemeenschappelijke regeling GGD Midden-Nederland

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân,

Matrix Gemeenschappelijke Regeling ReinUnie 2010 (eerste wijziging)

Gemeenschappelijke Regeling WNO-bedrijven 2000.

Gemeenschappelijke orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen

Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Alkmaar

Gemeenschappelijke regeling Aqualysis

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal;

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs.

hebben besloten de Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland te wijzigen.

is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas ISO 9001 ISO OHSAS 18001

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM ALKMAAR

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap IJsselmonde

Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten

Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011.

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar. primair en speciaal onderwijs te Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL BUDGETBEHEER INGEVOLGE BESLUIT WONINGGEBONDEN SUBSIDIES VOOR DE REGIO ZEEUWSCH-VLAANDEREN 2006

Gemeenschappelijk orgaan

dat het in het kader van het functioneren van deze regeling gewenst is te komen tot een nauwere samenwerking;

Gemeenschappelijke Regeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord (zoals gewijzigd op 11 maart 2016)

Artikel 4. Samenstelling De colleges van de deelnemende gemeenten wijzen elk twee leden aan voor het Algemeen Bestuur.

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015;

Tekst GR AIJZ gewijzigd _ bijlage 1 Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van de gemeente Zaanstad,

Overzicht van de wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Crematoria Twente

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING NOORDELIJKE REKENKAMER 2013

Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011

Wijziging Gemeenschappelijke regeling Inkoopbureau H-10 2 februari 2015

Dat het noodzakelijk is de regeling aan te passen aan de wijziging van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen;

Verordening bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM RIJNSTREEK EN LOPIKERWAARD

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2007 / 108. Naam Gemeenschappelijke regeling recreatieschap Veluwe (2007) Publicatiedatum 22 augustus 2007

Gemeenschappelijke Regeling PAUW Bedrijven De Ronde Venen, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Vianen, IJsselstein

WIJZIGINGSBESLUIT Gemeenschappelijke regeling WNO-Bedrijven 2000

UJ overwegende dat, < O omgevingsrecht wensen samen te werken;

Gemeenschappelijke regeling Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland en Oostzaan (SPOOR-raad)

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SERVICEPUNT71

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Novatec 2006

Document A1: Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht

Tekstuitgave van de verordening op de rekenkamercommissie

Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

STREEKARCHIEF LANGSTRAAT HEUSDEN ALTENA

dat de Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd waardoor de huidige gemeenschappelijke regeling aangepast moet worden;

Matrix Gemeenschappelijke Regeling ReinUnie 2010 (tweede wijziging)

Gemeenschappelijke regeling Waterschapslaboratorium Rijn Oost

Gemeenschappelijke regeling Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Gemeenschappelijke Regeling Sociaal Werkvoorzieningsschap "Het Westelijk. Gebied van Utrecht" (opererend onder de handelsnaam "PAUW-bedrijven")

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ISZF 2011

Concept voorstel wijziging gemeenschappelijke regeling Servicedienst Midden Nederland in :

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ICT-SAMENWERKING ZUIDWEST-FRYSLAN.

Wijzigingsoverzicht gemeenschappelijke regeling Synergon

Gemeenschappelijke regeling Sallcon

Concept (raads)voorstel tot derde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Hollands Noorden

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie [naam] Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie [naam]

Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Parkstad Limburg

dat op 1 oktober 2010 de Wet veiligheidsregio s in werking is getreden;

Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke Werkvoorziening Gennep, Mook en Middelaar

CONCEPT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT

Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio

b e s l u i t e n : Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Hoofdstuk 2 Bestuur

De colleges van de gemeenten Lisse, Noordwijk en Teylingen, een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Concept 1.8 d.d GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Gemeente Heerlen - Wijziging gemeenschappelijke Regeling Rd4

Gemeenschappelijke Regeling GEVUDO Gemeenschappelijke Vuilverwerking Dordrecht en omstreken

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DIENST DOMMELVALLEI

Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Parkstad Limburg

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM ZUIDOOST UTRECHT

Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap West-Friesland

Bijlage: Gewijzigde passages in GR

Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Westfriesland, wijziging 2016

Gemeenschappelijk regeling werkvoorzieningschap Fryslân-West

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 7 november 2005, nr. 57;

Gemeenschappelijke Regeling. Bestuur Regio Utrecht

i mill 11 [«li B

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM ALKMAAR

gelet op het bepaalde in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 23 van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland;

Veiligheidsregio Kennemerland

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING KOEPELORGANISATIE SAMENWERKING KEMPENGEMEENTEN

Toelichting op gemeenschappelijke regeling

Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord- Nederland

Gemeenschappelijke Regeling. Veiligheidsregio Kennemerland

De gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Zuidwestelijke Delta wordt als volgt gewijzigd:

Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Utrecht

HOOFDSTUK I BEGRIPS- EN INTERPRETATIEBEPALINGEN

Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost (gewijzigde versie, ter vaststelling in het Algemeen bestuur d.d. 11 maart 2015) HOOFDSTUK I

de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten;

Verordening behandeling bezwaarschriften VKB

in het veiligheids- en gezondheidsdomein is op uitvoerend niveau samenwerking tussen de gemeenten in de regio geboden;

Verordening Adviescommissie Bezwaarschriften Baanbrekers

gelet op de Wet publieke gezondheid en de Wet gemeenschappelijke regelingen;

Gemeenschappelijke regeling volwasseneneducatie Rijnmond

Transcriptie:

Gemeenschappelijke Regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Midden Nederland De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeenten Abcoude, Amerongen, Breukelen, De Bilt, Bunnik, Doorn, Driebergen-Rijsenburg, Houten, Leersum, Loenen, Lopik, Maarn, Maarssen, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Veenendaal, Vianen, Woerden, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist, ieder voorzover het zijn bevoegdheden betreft; Overwegende dat het gewenst is te voorzien in de behoefte in de gemeenten aan openbare gezondheidszorg; dat het met het oog op de doelmatigheid en doeltreffendheid aanbeveling verdient voor de uitvoering; daarvan een gemeenschappelijke gezondheidsdienst in stand te houden; Gelet op de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid; de Infectieziektenwet; de Wet gemeenschappelijke regelingen; Besluiten: de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Midden-Nederland te wijzigen, zodat deze komt te luiden als volgt: HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1 Begripsbepalingen In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder: a) de regeling: deze gemeenschappelijke regeling, te weten: de Gemeenschappelijke Regeling; b) GGD Midden-Nederland; c) dienst: het in artikel 2 genoemde openbaar lichaam; d) gedeputeerde staten: gedeputeerde staten van de provincie Utrecht; e) deelnemers: de aan deze regeling deelnemende gemeenten; f) basistaken: wettelijke taken op het gebied van de openbare gezondheidszorg. De basistaken worden opgesomd in de bij deze regeling behorende bijlage 1; g) keuzetaken: alle overige taken op het gebied van de openbare gezondheidszorg. De keuzetaken worden niet-limitatief opgesomd in de bij deze regeling behorende bijlage 2. Artikel 2 Het openbaar lichaam Er is een openbaar lichaam, genaamd Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Midden Nederland. Het is gevestigd in Zeist. 1. Het rechtsgebied van het openbaar lichaam is gelijk aan het grondgebied van de deelnemende gemeenten. Artikel 3 Het Bestuur Het bestuur van de dienst bestaat uit: a) het algemeen bestuur; b) het dagelijks bestuur; c) de voorzitter.

HOOFDSTUK II DOEL, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN Artikel 4 Doel, taken en bevoegdheden 1. De regeling is getroffen ter behartiging van de belangen van de deelnemers op het gebied van de openbare gezondheidszorg. 2. Ter behartiging van de in lid 1 bedoelde belangen voert de dienst in ieder geval de in bijlage 1 genoemde basistaken uit. 3. Aan de dienst dragen de gemeentebesturen de bevoegdheden over die verbonden zijn aan de uitvoering van de in lid 2 genoemde basistaken. 4. Ter uitvoering van het in het eerste lid vermelde doel kan de dienst keuzetaken uitvoeren. 5. Aan de dienst is ten behoeve van de in lid 2 van dit artikel genoemde taken de bevoegdheid toegekend rechtspersonen op te richten en/of deel te nemen in een/of meer bestaande dan wel op te richten rechtspersonen. HOOFDSTUK III HET ALGEMEEN BESTUUR Artikel 5 Samenstelling 1. Het algemeen bestuur bestaat uit één lid per gemeente. De raden van de gemeenten benoemen ieder uit hun midden, de voorzitter inbegrepen, een lid van het algemeen bestuur. 2. De raden van de gemeenten wijzen ieder uit hun midden voor het ingevolge lid 1 aangewezen lid een plaatsvervanger aan. Artikel 6 Zittingsduur 1. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op het tijdstip waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad eindigt. De raden van de deelnemende gemeenten beslissen in de eerste vergadering van de zittingsperiode over de aanwijzing van de nieuwe leden van het algemeen bestuur. 2. Indien de raad van een deelnemende gemeente hieraan niet kan voldoen blijven de leden die hadden moeten aftreden, indien en voor zolang zij nog lid of voorzitter van die raad zijn, als lid van het algemeen bestuur fungeren totdat in hun opvolging is voorzien. 3. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt van rechtswege, zodra men heeft ophouden lid of voorzitter te zijn van de raad waardoor men is aangewezen. 4. Het aanwijzen ter vervulling van plaatsen, die door ontslag, overlijden of om andere redenen openvallen, vindt uiterlijk binnen drie maanden na dat openvallen plaats. Artikel 7 Ontslag 1. De raad van een deelnemende gemeente kan een door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur ontslag verlenen als deze het vertrouwen van de raad niet meer bezit. Daarbij wordt gehandeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 50 Gemeentewet. 2. Een lid van het algemeen bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Hij deelt het voornemen hiertoe mede aan de gemeenteraad die hem heeft benoemd en aan de voorzitter van het algemeen bestuur. 3. Hij die ontslag heeft genomen, blijft zijn functie waarnemen totdat zijn opvolger is aangewezen, tenzij hij ook opgehouden is lid van de gemeenteraad te zijn die hem heeft benoemd. Artikel 8 Vergaderingen 1. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks ten minste twee keer en voorts zo dikwijls als de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt. 2. Het algemeen bestuur vergadert tevens wanneer dit door ten minste twee leden van het algemeen bestuur schriftelijk en met opgave van redenen, aan de voorzitter wordt gevraagd. In dit geval wordt de vergadering binnen een maand gehouden.

Artikel 9 Stemrecht, vergader- en besluitquorum De leden hebben een meervoudig stemrecht. De grondslag voor het aantal stemmen per lid wordt gevormd door het inwonersaantal van de gemeente uit wiens raad het lid is aangewezen. 1. De in het lid genoemde grondslag luidt als volgt: 0 t/m 20000 inwoners 1 stem 20001 t/m 40000 inwoners 2 stemmen 40001 t/m 60000 inwoners 3 stemmen 60001 t/m 80000 inwoners 4 stemmen 80001 inwoners en meer 5 stemmen Als inwonersaantal geldt het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde aantal inwoners op 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar. 2. Met betrekking tot het vergaderquorum is artikel 20 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 3. Met betrekking tot het besluitquorum is artikel 30 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Artikel 10 Bevoegdheden Onverminderd het bepaalde in artikel 30 lid 1 sub a van de Wet gemeenschappelijke regelingen worden bij deze regeling aan het algemeen bestuur alle bevoegdheden toegekend die niet bij of krachtens deze regeling aan de voorzitter of het dagelijks bestuur worden toegekend. Artikel 11 Inlichtingen/verantwoording Een lid van algemeen bestuur geeft aan de raad, welke hem heeft aangewezen, alle inlichtingen die door de raad of één of meer leden daarvan, worden verlangd op de in die gemeente gebruikelijke wijze. 1. Het algemeen bestuur verstrekt aan de raden van de gemeenten alle inlichtingen die door een raad worden gevraagd. 2. Een lid van het algemeen bestuur kan door de raad die het lid heeft aangewezen, op de in die gemeente gebruikelijke wijze ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid. HOOFDSTUK IV HET DAGELIJKS BESTUUR Artikel 12 Samenstelling 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit tenminste vijf en ten hoogste zeven door en uit het algemeen bestuur aan te wijzen leden. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het algemeen bestuur bepalen dat maximaal twee kwaliteitszetels van buiten de kring van het algemeen bestuur bij het dagelijks bestuur worden ingesteld. Dit kan door handhaving of door uitbreiding van het in lid 1 genoemde aantal. Artikel 13 Zittingsduur 1. Het algemeen bestuur wijst in de eerste vergadering van elke zittingsperiode de nieuwe leden van het dagelijks bestuur aan. Zij treden af op de dag waarop de zittingsperiode van het algemeen bestuur eindigt. 2. Zij blijven, indien en voor zolang zij nog lid of voorzitter van die raad zijn, als lid van het dagelijks bestuur fungeren totdat in hun opvolging is voorzien. Artikel 14 Ontslag 1. De leden van het dagelijks bestuur verliezen hun functie wanneer zij geen zitting meer hebben in het algemeen bestuur. 2. Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer geniet. Daarbij wordt gehandeld overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet. 3. Een lid van het dagelijks bestuur kan te alle tijde ontslag nemen. Hij deelt het voornemen hiertoe

mede aan het algemeen bestuur. 4. Hij die ontslag heeft genomen, blijft zijn functie waarnemen totdat zijn opvolger is aangewezen, tenzij hij heeft opgehouden lid van het algemeen en dagelijks bestuur te zijn. 5. Leden van het dagelijks bestuur die een kwaliteitszetel vervullen, verliezen hun functie wanneer het algemeen bestuur daartoe besluit. Artikel 15 Vergaderingen en vergaderquorum 1. Het dagelijks bestuur vergadert ten minste vier keer per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt. 2. Met betrekking tot het vergaderquorum is artikel 56 van de Gemeentewet van toepassing. 3. Ieder lid van het dagelijks bestuur heeft in de vergadering van het dagelijks bestuur een stem. Artikel 16 Bevoegdheden Het dagelijks bestuur is bevoegd om: a) al hetgeen aan het algemeen bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd, voor te bereiden; b) besluiten van het algemeen bestuur uit te voeren; c) het personeel bij de dienst te benoemen en te ontslaan met uitzondering van het bepaalde van artikel 21 van de regeling. Artikel 17 Inlichtingen/verantwoording Het dagelijks bestuur en een of meerdere leden daarvan geven aan het algemeen bestuur, of aan een of meer leden daarvan, de gevraagde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang, dan wel leggen op een in nadere regels te bepalen wijze verantwoording af, indien daartoe geroepen door het algemeen bestuur. HOOFDSTUK V DE VOORZITTER, SECRETARIS, COMMISSIES Artikel 18 De Voorzitter 1. De Voorzitter van het openbaar lichaam wordt in de eerste vergadering van elke zittingsperiode door het algemeen bestuur uit zijn midden aangewezen. 2. De voorzitter leidt de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. 3. Het algemeen bestuur kan de voorzitter ontslag verlenen, indien deze het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer geniet. Artikel 19 Secretaris 1. Het algemeen bestuur kan uit het midden van en op voordracht van het dagelijks bestuur een secretaris benoemen. 2. De secretaris staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en, indien deze zijn ingesteld, de commissies, bij alles wat de hen opgedragen taken aangaat, terzijde. 3. De secretaris kan bij het verrichten van zijn werkzaamheden gebruik maken van de ambtelijke ondersteuning van de dienst. 4. Door de secretaris worden alle stukken die van het algemeen en het dagelijks bestuur uitgaan mede ondertekend. 5. Het algemeen bestuur stelt op voordracht van het dagelijks bestuur voor de secretaris een instructie vast. Artikel 20 Commissies Het algemeen bestuur kan bestuurscommissies als bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen instellen. 1. Het algemeen bestuur kan adviescommissies als bedoeld in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen instellen. 2. De bevoegdheden en de samenstelling van de in lid 1 en 2 bedoelde commissies worden door het algemeen bestuur in een verordening geregeld.

HOOFDSTUK VI HET AMBTELIJK APPARAAT Artikel 21 Ambtelijk apparaat 1. Het openbaar lichaam beschikt over een ambtelijk apparaat voor de uitvoering van zijn taken. 2. Het algemeen bestuur bepaalt in een organisatieverordening de hoofdstructuur van de organisatie, de directie, de taken, de bevoegdheden en de werkwijze van het ambtelijk apparaat. 3. Het algemeen bestuur stelt de personeelsformatie van het ambtelijk apparaat vast. Artikel 22 Directeur 1. Het algemeen bestuur benoemt en ontslaat de directeur. 2. Het dagelijks bestuur kan besluiten tot schorsing van de directeur. Het brengt dit besluit onverwijld ter kennis van het algemeen bestuur. 3. De directeur staat aan het hoofd van de dienst. 4. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de directeur worden nader geregeld in een directiestatuut. 5. De directeur is bevoegd deel te nemen aan de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur. Hij heeft daarin een adviserende stem. Artikel 23 Personeel 1. De directeur is namens het dagelijks bestuur bevoegd om ambtenaren te benoemen, te schorsen en te ontslaan en om overig personeel bij de dienst een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht aan te bieden. Een en ander binnen de grenzen van een op de vastgestelde begroting gebaseerd personeelsplan en het directiestatuut. 2. Het algemeen bestuur kan bepalen dat overige leidinggevenden door het algemeen dan wel dagelijks bestuur worden benoemd en ontslagen. 3. De collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de uitwerkingsovereenkomst van het College van Arbeidszaken zijn van overeenkomstige toepassing op het personeel van de dienst. 4. Het algemeen bestuur kan bepalen dat in het belang van de dienst van de in het derde lid van dit artikel genoemde regelingen wordt afgeweken. HOOFDSTUK VII FINANCIËLE BEPALINGEN Artikel 24 Artikelen 212 t/m 215 Gemeentewet Met betrekking tot de financiële administratie en controle van de dienst zijn de artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Artikel 25 Begroting 1. Het dagelijks bestuur zendt jaarlijks vóór 1 april een ontwerpbegroting voor het komend begrotingsjaar, voorzien van een memorie van toelichting en vergezeld van een overzicht van financiële beleidsuitgangspunten voor de komende begrotingsjaren toe aan de raden van de gemeenten. De raden van de gemeenten kunnen binnen twee maanden na ontvangst daarvan het dagelijks bestuur schriftelijk hun gevoelen doen blijken. 2. Het dagelijks bestuur dient jaarlijks vóór 1 juni bij het algemeen bestuur de ontwerpbegroting voor het komende begrotingsjaar in, voorzien van een memorie van toelichting, vergezeld van een overzicht van financiële beleidsuitgangspunten voor de komende jaren. Bij deze zijn gevoegd de reacties van de raden van de gemeenten op de toegezonden stukken als omschreven in het eerste lid. 3. Het algemeen bestuur stelt vervolgens vóór 1 juli de begroting vast. 4. Het algemeen bestuur deelt de vaststelling zo spoedig mogelijk mee aan de raden der gemeenten die terzake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen. 5. Het dagelijks bestuur zendt de begroting zo spoedig mogelijk na vaststelling, doch uiterlijk vóór 15 juli, ter kennisname aan gedeputeerde staten. Op wijzigingen van de begroting zijn de voorgaande leden van overeenkomstige toepassing.

6. In de begroting wordt een raming gemaakt voor de voor elke gemeente verschuldigde bijdrage voor de uitvoering van de in artikel 4 lid 2 genoemde taken. Artikel 26 Jaarrekening 1. Het dagelijks bestuur doet vóór 1 april aan het algemeen bestuur verantwoording over het afgelopen jaar in aansluiting op de posten van de begroting, onder overlegging van opgestelde jaarrekening en de daarbij behorende bescheiden en een berekening van de door gemeenten te betalen bijdragen. 2. De jaarrekening wordt vóór 1 mei aan de raden toegezonden ter kennisneming. 3. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening alsmede de bijdragen van de gemeenten in het eventuele exploitatietekort vóór 1 juli vast, nadat een accountant deze heeft onderzocht. Het algemeen bestuur zendt de jaarrekening vóór 15 juli aan gedeputeerde staten. 4. De vaststelling van de rekening strekt, voorzover het daarin opgenomen ontvangsten en uitgaven betreft, het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam tot décharge, behoudens later in recht gebleken onregelmatigheden. Artikel 27 Financiering 1. Het algemeen bestuur besluit tot het aangaan van geldleningen en rekening-courantovereenkomsten en het uitlenen van gelden, met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen. De besluiten worden binnen twee weken na vaststelling gezonden aan gedeputeerde staten. 2. Voor het betalen van rente en aflossing van aan te gane leningen en in rekening-courant op te nemen gelden staan de gemeenten jegens de financier garant voorzover door andere overheidsorganen geen garantie is verstrekt. 3. De in het tweede lid bedoelde garantstelling door de gemeenten geschiedt naar verhouding van de inwonertallen op 1 januari van het jaar waarin de verplichting tot nakoming van de garantie van kracht is geworden; een en ander overeenkomstig de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde aantallen. Artikel 28 Kostenverdeling Het nadelige saldo van baten en lasten over een begrotingsjaar wordt - voorzover het niet op andere wijze kan worden gedekt- over de deelnemende gemeenten omgeslagen op basis van de aantallen inwoners per 1 januari van dat begrotingsjaar zoals deze door het Centraal Bureau voor de Statistiek worden vastgesteld. HOOFDSTUK VIII OVERIGE BEPALINGEN Artikel 29 Geschillen 1. Voordat over een geschil overeenkomstig artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen de beslissing van gedeputeerde staten wordt ingeroepen, legt het algemeen bestuur het geschil voor aan een geschillencommissie. 2. De geschillencommissie bestaat uit vertegenwoordigers aangewezen door elk der bij het geschil betrokken partijen, alsmede een door deze vertegenwoordigers aangewezen onafhankelijke voorzitter. 3. De geschillencommissie hoort de bij het geschil betrokken besturen. 4. De geschillencommissie brengt aan het algemeen bestuur advies uit over de mogelijkheden partijen tot overeenstemming te brengen. Artikel 30 Archief 1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de dienst overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen regeling ingevolge artikel 30 van de Archiefwet. 2. Archiefbescheiden waarvoor het medische ambtsgeheim geldt, worden beheerd door de medisch eindverantwoordelijke medewerker van de dienst.

Artikel 31 Toetreding 1. Toetreding door andere gemeenten kan plaatsvinden indien de raden, de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten daarin bewilligen. 2. Het algemeen bestuur regelt de voorwaarden, waaronder toetreding plaatsvindt en de gevolgen. Artikel 32 Uittreding 1. Een deelnemer kan uit de regeling treden door daartoe strekkende besluite van haar bestuursorganen. Deze besluiten worden toegezonden aan het algemeen bestuur. 2. De uittreding treedt in werking inachtneming van een termijn van één jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de uittredingsbesluiten aan het algemeen bestuur zijn toegezonden. 3. Het algemeen bestuur regelt, onder goedkeuring van gedeputeerde staten, de financiële en overige gevolgen van uittreding. Artikel 33 Wijziging Wijziging van de bepalingen van deze regeling is mogelijk indien de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van ten minste drievierde van het aantal deelnemende gemeenten vertegenwoordigende ten minste tweederde deel van het aantal inwoners van de gezamenlijke gemeenten, volgens de laatst vastgestelde CBS-gegevens - zo nodig naar boven afgerond - daartoe besluiten. Artikel 34 Opheffing 1. Deze regeling wordt opgeheven wanneer de raden, burgemeester en wethouders en de burgemeesters van ten minste drievierde van het aantal deelnemende gemeenten vertegenwoordigende ten minste tweederde deel van aantal inwoners van de gezamenlijke gemeenten, volgens de laatst vastgestelde CBS-gegevens - zo nodig naar boven afgerond daartoe besluiten. 2. Het algemeen bestuur besluit, indien de omstandigheid bedoeld in het eerste lid zich voordoet, tot liquidatie en stelt een liquidatieplan op. Hierbij kan zo nodig van bepalingen van deze regeling worden afgeweken. Alvorens tot vaststelling over te gaan worden de raden van de deelnemende gemeenten gehoord. 3. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. Het voorziet ook in de gevolgen van opheffing voor het personeel. 4. Het besluit tot opheffing wordt aan gedeputeerde staten toegezonden. Artikel 35 Registratie, Inwerkingtreden en duur 1. Deze regeling wordt aan gedeputeerde staten gezonden door het gemeentebestuur van Zeist. 2. Bekendmaking en registratie vinden plaats binnen een maand nadat de goedkeuring aan de regeling is verleend. 3. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag, na afloop van de in het tweede lid bedoelde termijn. 4. Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Artikel 36 Slotbepalingen 1. Het algemeen bestuur beslist in gevallen waarin deze regeling niet voorziet. 2. Deze regeling kan worden aangehaald als gemeenschappelijke regeling GGD Midden Nederland.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING Considerans Onderhavige gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Midden Nederland (GGD Midden Nederland) is het resultaat van de fusie tussen de gemeenschappelijke regelingen de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuidoost Utrecht (GGDZOU) en het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Gezondheidszorg West-Utrecht (ISGWU). Er wordt hier op gewezen dat de naam van de regeling gekozen is om een duidelijk onderscheid naar het werkgebied van GGD van de gemeente Utrecht aan te duiden. Artikel 1 Door de deelname van de gemeente Vianen ontstaat een grensoverschrijdende gemeenschappelijke regeling. Op grond van artikel 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen moeten in geval van een provinciegrens overschrijdend samenwerkingsgebied de betrokken provinciale besturen bepalen welk van de betrokken provinciale besturen de bevoegdheden met betrekking tot de gemeenschappelijke regeling uitoefent die bij of krachtens de wet aan het provinciaal bestuur zijn toegekend. Indien er niet sprake is van een dergelijk samenwerkingsgebied worden ingevolge artikel 29 van de Wet gemeenschappelijke regelingen de bevoegdheden van gedeputeerde staten met betrekking tot het openbaar lichaam uitgeoefend door het college van die provincie, waarin de plaats van vestiging is gelegen. Bij deze regeling is dat dus het college van gedeputeerde staten van Utrecht. Ingevolge sub f en g blijkt dat basistaken louter moeten worden opgevat als wettelijke taken en dat keuzetaken al de overige taken zijn die door de gemeenten en/of derden van het Samenwerkingsorgaan Gezondheidsdienst Utrecht worden afgenomen. Artikel 2 De naam van het openbaar lichaam, GGD Midden Nederland, is afgeleid van de twee voormalige openbare lichamen uit de GGDZOU en is het ISGWU. Hierboven is reeds aangegeven dat de gekozen benaming Midden Nederland op pragmatische gronden gedaan is. Artikel 4 Ingevolge artikel 10 van de Wgr wordt in dit artikel het belang ter behartiging waarvan deze regeling is getroffen, vermeld. Verder vindt er in lid 3 delegatie (overdracht) van bevoegdheden plaats van de deelnemende gemeentebesturen naar het in artikel 2 genoemde openbaar lichaam. Artikel 5 Door in lid 2 te bepalen dat er voor ieder lid van het algemeen bestuur een plaatsvervanger moet worden aangewezen wordt bewerkstelligd dat een deelnemende gemeente in beginsel in iedere vergadering van het algemeen bestuur wordt vertegenwoordigd. Artikel 6 Indien één van de in lid 4 genoemde omstandigheden plaatsvindt dan volgt uit artikel 5 lid 2 dat de plaatsvervanger de opengevallen plaats in het algemeen bestuur vervullen totdat er een nieuw lid is aangewezen. Artikel 7 Lid 1 van dit artikel komt overeen met hetgeen in lid 5 van artikel 16 van de Wgr wordt bepaald. De gemeenteraad kan het door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur dus ontslaan indien deze het vertrouwen van de raad niet meer bezit. Uit de jurisprudentie (ARRS 20 juli 1984, AB 1985/186) volgt in dit kader verder dat in beginsel aan een gemeenteraad niet de bevoegdheid kan worden ontzegd om een aanwijzing van een van zijn leden tot lid van het algemeen bestuur tussentijds in te trekken. Deze bepaling loopt dus analoog aan die van artikel 49 Gemeentewet. In artikel 50 Gemeentewet is de procedure bij het opzeggen van vertrouwen opgenomen. Dat artikel luidt als volgt: 1. Over een voorstel tot het verlenen van ontslag als bedoeld in artikel 49 wordt niet beraadslaagd nadat de raad ten minste twee weken en ten hoogste drie maanden van tevoren heeft verklaard, dat de betrokken wethouders het vertrouwen van de raad niet meer bezitten.

2. De oproeping tot de vergadering waarin over dat voorstel wordt beraadslaagd of besloten wordt ten minste achtenveertig uur voor de aanvang of zoveel eerder als de raad heeft bepaald, bij de leden van de raad bezorgd. Zij vermeldt het voorstel tot het verlenen van ontslag bedoeld in artikel 49. 3. Artikel 28 is niet van toepassing bij besluiten van de raad ingevolge artikel 49 of ingevolge dit artikel. Artikel 28 Gemeentewet bevat regels met betrekking tot stemverboden voor raadsleden. Tenslotte wijzen we er nog op dat ingevolge artikel 49 Gemeentewet op een ontslagbesluit ex artikel 7 van deze regeling de bezwaarschriftprocedure van artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is. Het betrokken lid kan dus direct in beroep gaan bij de bestuursrechter. Artikel 9, leden 2 en 3 ad lid 2: Artikel 20 Gemeentewet luidt als volgt: 1. De vergadering van de raad wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is. 2. Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de burgemeester, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen. 3. Omdat in de praktijk van een gemeenschappelijke regeling de toepassing van artikel 20, lid 2 Gemeentewet nog wel eens problematisch kan zijn, verdient het aanbeveling bij de eerste oproeping te vermelden, dat die oproep tevens beschouwd kan worden als een tweede oproep in de zin van de artikelen 9, lid 3 regeling juncto en 20, lid 2 Gemeentewet. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raad kan echter over andere aangelegenheden dan die waarover de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is. ad lid 3 Artikel 30 Gemeentewet luidt als volgt: 1. Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht. 2. Bij een schriftelijke stemming wordt onder het uitbrengen van een stem verstaan het inleveren van een behoorlijk ingevuld stembriefje. Artikel 10 In artikel 4 lid 3 worden aan het openbaar lichaam de bevoegdheden gedelegeerd die verbonden zijn aan de uitvoering van de basistaken. In artikel 10 wordt in dit kader bepaald dat de in artikel 4 lid 3 bedoelde bevoegdheden in beginsel aan het algemeen bestuur worden over gedragen. Bij of krachtens deze regeling kunnen de in artikel 4 lid 3 bedoelde bevoegdheden ook aan de voorzitter of het dagelijks bestuur worden gedelegeerd. Artikel 12 Mede met het ook op de start- en integratiefase van de gemeenschappelijke regeling wordt in deze bepaling de mogelijkheid geboden met meer leden in het dagelijks bestuur te werken. Artikel 14 lid 2 van de Wgr biedt de mogelijkheid om, wanneer de aard van deze regeling daartoe aanleiding geeft, leden van buiten de kring van het algemeen bestuur aan te wijzen als lid van het dagelijks bestuur (zogenaamde kwaliteitszetels). De wettelijke voorwaarde die hieraan wordt gesteld is dat op dergelijke wijze aangewezen leden nimmer de meerderheid van het dagelijks bestuur mogen uitmaken. Teneinde binnen het dagelijks bestuur een deskundig klankbord te kunnen creëren, wordt in artikel 12 bepaald dat het algemeen bestuur maximaal twee kwaliteitszetels kan instellen. Dit artikel laat onverlet de bevoegdheid van het algemeen bestuur om op voorstel van het dagelijks bestuur te allen tijde externe adviseurs aan te wijzen indien dat in het belang van een zorgvuldige

uitvoering van doel en taakstelling van deze regeling is. Artikel 14 In tegenstelling tot hetgeen in de toelichting op artikel 7 wordt gesteld met betrekking tot de bevoegdheid van een gemeenteraad om de aanwijzing van het door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur tussentijds in te trekken, kan een lid van het dagelijks bestuur (waaronder zij die een kwaliteitszetel bekleden) slechts door het algemeen bestuur worden ontslagen indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer geniet. Voor de toepasselijke bepalingen uit de gemeentewet wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 7 van de regeling. Artikel 15, lid 2 Het toepasselijke artikel 56 Gemeentewet luidt als volgt: 1. In de vergadering van het college van burgemeester en wethouders kan slechts worden beraadslaagd of besloten, indien ten minste de helft van aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is. 2. Indien het vereiste aantal leden niet tegenwoordig is, belegt de burgemeester, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering. 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het college kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is. Artikel 16 Ingevolge sub c van dit artikel is het dagelijks bestuur niet bevoegd om de in artikel 21 bedoelde directeur te benoemen en te ontslaan. Deze bevoegdheid komt ingevolge artikel 21 toe aan het algemeen bestuur. Artikel 19 Gelet op de aard van de regeling en het in de praktijk te hanteren beginsel van besturen op afstand (zie ook artikel 21, lid 4) wordt in deze bepaling gekozen voor een bestuurlijk secretaris. Als de secretaris voor ondersteuning gebruik wil maken van medewerkers van de dienst, dan doet hij dat uiteraard in goed overleg met de directeur. Artikel 22 De directeur is bij het aanbieden van arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht gebonden aan hetgeen daartoe wordt bepaald in de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten en de Uitwerkingsovereenkomst. Artikel 23 Het algemeen bestuur is verplicht om de in de artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet bedoelde verordeningen vast te stellen. Deze bepalingen uit de Gemeentewet luiden als volgt. Artikel 212 1. De raad stelt bij verordening regels vast met betrekking tot de organisatie van de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden van de gemeente. Deze regels dienen te waarborgen dat aan de eisen van doelmatigheid en controle wordt voldaan. 2. De administratie en het beheer, bedoeld in het eerste lid, worden verricht door de bij de in dat lid bedoelde regels aan te wijzen ambtenaren. Zij kunnen niet tevens secretaris zijn. Artikel 213 1. De raad stelt bij verordening regels vast met betrekking tot de controle op de administratie en op het beheer van de vermogenswaarden van de gemeente. Deze regels dienen onder meer te waarborgen dat de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de administratie en het beheer wordt

getoetst. 2. De regels, bedoeld in het eerste lid, voorzien in de aanwijzing van een of meer accountants als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met het onderzoek van de in artikel 197 bedoelde jaarrekening alsmede met het terzake uitbrengen van een verslag, dat behalve de verklaring bij de jaarrekening bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid. 3. Accountants als bedoeld in het tweede lid kunnen in gemeentelijke dienst worden aangesteld. In dat geval worden zij door de raad benoemd, geschorst en ontslagen. Artikel 101, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing1. Artikel 214 Het college van burgemeester en wethouders zendt de verordeningen, bedoeld in de artikelen 212 en 213, binnen twee weken na vaststelling door de raad aan gedeputeerde staten. Artikel 215 Gedeputeerde staten kunnen te allen tijde een onderzoek instellen naar de wijze waarop de administratie en het beheer, bedoeld in artikel 212, eerste lid, worden gevoerd. Artikel 30 Artikel 30 Archiefwet 1995 luidt als volgt: 1. Overeenkomstig een door de gemeenteraad vast te stellen verordening, welke aan gedeputeerde staten wordt medegedeeld, dragen burgemeester en wethouders zorg voor de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen. 2. De kosten, verbonden aan de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde zorg, komen ten laste van de gemeente. 3. Onze minister kan in bijzondere gevallen een subsidie verstrekken voor de kosten van het beheer van de in gemeentelijke archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden, indien de aard of de omvang van de archiefbescheiden naar zijn oordeel daartoe aanleiding geeft. 4. In afwijking van artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht op subsidie, bedoeld in het derde lid, van toepassing.