Manual. MJK Data Transmitter 795. Station ID: 795 Type: 795 Serienummer:



Vergelijkbare documenten
Data sheet. MJK Automation B.V. Castricummer Werf 144 NL-1901 RS Castricum Tel.: Fax:

Configuratie programma tbv. MJK Instrumentie

Met het MKP-300 bediendeel kunt u het MICRA Alarmsysteem bedienen. Deze werkt alleen als de MICRA module in de alarm module mode is ingesteld.

Gebruikershandleiding MJK Link 2.15 Index

NL Manual GSM module RC-GBT8448BC V1.1. Handleiding GSM RC-GBT8448BC

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700

Duifmelden. nl Gebruikershandleiding Automatische Aanmeld Module met de kloksystemen - Tauris - Unikon - Mega - Bricon - Benzing M1

Alfanet PC-interface 2e gen.

Het instellen van de ControlBox 3.0 moet worden uitgevoerd door gekwalificeerde mensen.

Installatiehandleiding

Verkorte Gebruiker Handleiding

Inhoudsopgave. Handleiding: MC v2.0a. Pagina - 1 -

Handleiding GSM kiezer TKGSM-431 versie 13V1.2. Afmeting breedte circa 20,4 cm hoogte circa 14 cm.

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

AxiLink. GPRS modem / en SMS transmitter. Manual. September 2011

Data Transmitter Data sheet

GSM500 PROGRAMMATIE HANDLEIDING

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

Handleiding GSM kiezer V2.03

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54

BE.REC L Rev. 10/07/02 BE.PLAY L Rev. 05/06/03 BE.PLAY BE.REC INSTALLATIEHANDLEIDING

Handleiding AT1G Toegangscontrole Module. rev ver1

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

InteGra Gebruikershandleiding 1

SIM plaatsen rode en groene LED

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

27/03/2014. GSM102 2 relais GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Kies open installatie database wanneer u reeds een instellingen ODB bestand heeft gemaakt.

HD-CVI Verkorte handleiding

DISPLAY WM44-P (11/2009)

Bedieningshandleiding VEO monitor DUOX F09405 (V30.30)

Set-Up instructies MULTICONTROLLER _R02

Ingebouwde integrator (met teller en gegevensopslag).

Electronische PINcode Schakelaar. Gebruikers & Installatie Handleiding

2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET

Connect SUPERIEURE FLEXIBILITEIT BROCHURE NL 6.05 CONNECT BROCHURE 1507

Installatiehandleiding

GEBRUIKSAANWIJZING HD Microprocessor Volledig vrij instelbare controller

De Konftel 250 Korte handleiding

AT1G rev Toegangscontrole Module AT1G Handleiding. thinks outside the box!

GPS repeater. Inleiding

TEXECOM Vocale Telefoonkiezer Installatie- & programmatiehandleiding

IDAgeChecker BDX118T11xx Manual V02.00

Oxix TRANSMITTER VOOR OPGELOSTE ZUURSTOF BROCHURE NL 5.40 OXIX BROCHURE 1401

HANDLEIDING RZ-D-4.40WD / RZ-D-4.433WD

EL-EPM01 Energiemeter

MJK Automation UW PARTNER IN MEET- EN REGELTECHNIEK BROCHURE NL 1.00 PRODUKT BROCHURE 1401

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord

Handleiding Filtron. De reeks bewerkbare velden: Spoelduur (A) Spoelmodus (B) Handmatigeaccumulaties. De gewenste spoelduur per station

Overspanningsbeveiligingen

DATALOGGERS. Technolog - Cello 8-kanaals CELLO 8 KANAALS SMS/GPRS DATALOGGER

RUKRA REMOTE PSTN IO_04_NL ARTIKELNUMMER: RK-3000

ATP2S200. rev Toegangscontrole Module. Handleiding. thinks outside the box!

Handleiding. 24Vdc -50/+50 C

SC Standalone 2-deurs toegangscontrolesysteem INHOUD: 1. KENMERKEN. 61 mm. 1

25/06/2012 GSMP100 GSM PARLOFOON PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties

Gebruikershandleiding. Bedienpaneel MINI-REP

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

Sinthesi Deuropenermodule

LET OP: PIN BLOKKERING EN VOIC UITSCHAKELEN!

AC CES 700XR HANDLEIDING P. 02

Een Net2 Entry Monitor configureren

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com

Espa 443 Converter. Beschrijving van de Espa 444 naar Espa 443 Converter.

Chatter DATALOGGER MET BATTERIJ EN MODEM BROCHURE NL 6.10 CHATTER BROCHURE 1401

Gebruiksaanwijzing LMS Controller 8x Digitaal-in Module t.b.v. ALFANET

HANDLEIDING VASCO TIMER MODULE TIMER MODULE

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R

LET OP: PIN BLOKKERING EN VOIC UITSCHAKELEN!

27/03/2014. GSM101 1 relais en 2 ingangen GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Montagevoorschriften

SPRAAK MODULE INT-VG. 1. Eigenschappen. 2. Specificaties

Radio codeklavier RTS

NPS-16 Burenalarmeringssysteem

Technische ondersteuning is beschikbaar van: maandag t/m vrijdag van 08:30-17:00 (CET)

Technische ondersteuning is beschikbaar van: maandag t/m vrijdag van 08:30-17:00 (CET)

Palmtop - Aqua-Max Servicehandleiding

GSMS USB GSM/GPRS - SMS Melder Versie 20 e.v.

Contact aansluitingen. MultiOpener GSM

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com

RUKRA REMOTE DIGIT IO_44_NL ARTIKELNUMMER: RK-3004

Medaillon. Gebruiksaanwijzing GSM/ GPS/ GPRS.

Handleiding ALFA(NET) 71 0/+100 C

MotorControl gebruiksaanwijzing V3 vanaf softwareversie 2.0e

Handleiding Icespy MR software

INTRATONE Gebruiksaanwijzing 1 knop met 9 toetsenbord deurtelefoons

FLEXESS TERRA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS100 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS100 SPECIFICATIES

7/2017. GSM relais en 3 ingangen GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Gebruiksaanwijzing CallBarrier

CC400 Gebruikershandleiding

FLEXESS TERRA EN AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS100/CS200 CS100/CS VERGRENDELINGEN. t f

AQUASMART Infrared remote control

Gebruiksaanwijzing WTW PC-software

HANDLEIDING MASTER ADVANCED. Enkel systeem. VAREL ALARM Tel:

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

Metaal RTS codeklavier

Alfanet PC-interface 2e gen. RS485 naar RS232 of USB met of zonder extra geheugen

Transcriptie:

Manual MJK Data Transmitter 795 Geldig voor software versie 830430 COMLI PROTOCOL MJK Automation B.V. Castricummer Werf 144 1901 RS Castricum Tel: 0251-672171 Fax: 0251-671951 www.mjk.com Station ID: 795 Type: 795 Serienummer: Daar onze producten continu in ontwikkeling zijn behouden wij ons het recht voor veranderingen aan te brengen in afmetingen en specificaties.

Konformitetserklæring Vi, MJK Automation A/S, DK-2850 Nærum, påtager os det fulde ansvar for at produktet Declaration of Conformity We, MJK Automation A/S, DK-2850 Nærum, declare under our sole responsibility that the product Konformitätserklärung Wir, MJK Automation A/S, DK-2850 Nærum, erklären in alleiniger Verantwortung, dass das Produkt som denne erklæring angår, er i overensstemmelse med følgende standard(er) eller andre normdokument(er). EN 50081-1:1995 EN 50082-1:1995 efter bestemmelserne i direktiv 89/336/EØF; 93/68/EØF MJK Data Transmitter 795 to which this declaration relates is in conformity with the following standard(s) or other normative document(s). EN 50081-1:1995 EN 50082-1:1995 following the provisions of Directive 89/336/EWG; 93/68/EWG auf das sich diese Erklärung bezieht mit der/den folgenden Nor me(en) oder normativen Dokument(en) übereinstimmt. EN 50081-1:1995 EN 50082-1:1995 Gemäss den Bestimmungen der Richtlinie 89/336/EWG; 93/68/EWG Declaration de conformite Nous, MJK Automation A/S, DK-2850 Nærum, déclarons sous notre seule responsabilité que le produit Dichiarazione di conformità Noi, MJK Automation A/S, DK-2850 Nærum, dichiariamo sotto la nostra esclusiva responsabilità che l apparecchio Declaración de Conformidad Nosotros, MJK Automation A/S, DK-2850 Nærum, declaramos bajo nuestra única responsabilidad que el producto auquel se réfère cette déclaration est conforme á la (aux) norme(s) ou autre(s) document(s) normatif(s) EN 50081-1:1995 EN 50082-1:1995 conformément aux dispositions de Directive 89/336/EWG; 93/68/EWG MJK Data Transmitter 795 al quale questa dichiarazione si riferisce, è conforme alla seguente normativa(e) standard o ad altri documenti di normativa(e) EN 50081-1:1995 EN 50082-1:1995 conformemente alla disposizioni della Direzione 89/336/EWG; 93/68/EWG al cual se refiere esta declaración, está en conformidad con la(s) siguente(e) norma(s) u otros documentos normativos EN 50081-1:1995 EN 50082-1:1995 según las disposiciones de la(s) directiva(s) 89/336/EWG; 93/68/EWG 2

Inhoud 1 Introductie...5 1.1 Versies... 5 1.2 Communicatie Protocollen... 5 1.3 MJK-Link... 6 1.4 Over deze handleiding... 6 1.5 Veiligheidsinstructies... 6 1.6 Productidentificatie... 6 1.6.1 Standaardversies 7 1.6.2 Versies met ingebouwde opties 7 2 Mechanical montage...8 2.1 Montage aan een muur... 8 3 Elektrische montage...9 3.1 Voedingspanning... 9 3.2 In- en uitgangssignalen... 9 3.2.1 In/uitgang aansluitingen, 8 DI, 8 DO en 4 AI 9 3.2.2 In/uitgang aansluitingen, 12 DI/4 DO/4 AI 10 3.2.3 In/uitgang aansluitingen, 16 DI/4 AI 10 3.3 Voorbeelden aansluitingen... 11 3.3.1 Digitale ingangen 11 3.3.2 Digitale uitgangen 11 3.3.3 Analoge ingangen 11 3.4 Aansluiting van een Pompregelaar 704... 12 3.5 Aansluiting van communicatiepoorten... 12 3.5.1 Communicatiepoorten 12 3.5.2 Ingebouwd modem 12 4 Bedieningspanneel...13 4.1 Display and keys... 13 4.2 Menustructuur... 13 5 Functiemenu s...14 5.1.1 F0 - Programmeren van versie, tijd, datum 14 5.1.2 F0 - Interlock, bediening of alarm signaal 14 5.1.3 F0 - Internal flag, bedienings- of alarm signal 14 5.1.4 F0 - Limieten hoog/laag 14 5.1.5 F0 - Digitale ingang, bedienings- of alarmsignaal 14 5.2 F1 - Digitale ingangen aan/uit... 14 5.3.1 F2 - Digitale uitgangen aan/uit 14 5.3.2 F2 - Internal flag aan/uit 14 5.4 F3 - Limieten hoog/laag... 15 5.5 F4 - Analoge ingang waarde #... 15 5.5.1 F5 - Schaling analoge ingang 15 5.5.2 F5 - Analoge ingang op Pompregelaar 704 15 5.6 F6 - Teller voor ingangen... 15 5.7 F7 - Teller voor tijd... 15 5.8 F8 - Alarm / Alarmnummer... 16 5.9.1 F9.1 - Overstort volume 16 5.9.2 F9.2 - Overstort berekening 16 5.10 F# - Modem/lijn status... 16 5.11 F* - Communicatie status... 16 6 Programmering van de hoofdfuncties 17 6.1 Kies de taal... 17 6.2 Instellen van datum en tijd... 17 6.3 Automatische overgang tussen zomer- en wintertijd... 17 6.4 Toegangscode actief/niet actief... 17 6.4.1 Invoeren van toegangscode 17 6.5 Berekening van gemiddelde waarden voor analoge ingang... 17 6.6 Interval tussen loggen van data... 17 6.7 Toon/pulse kiezen... 17 6.8 Telefoonoproep bij spanningsuitval... 17 6.9 Aantal malen overgaan voor antwoorden... 18 6.10 ID nummer voor de Datatransmitter... 18 6.11 Automatische reset van alarmen... 18 6.11.1 Oproep bij automatische reset 18 6.12 Starttijd voor rapporten... 18 6.13 795 Telefoonnummer... 18 6.14 SMSC telefoonnummer... 18 7 Programmering van analoge ingangen.. 19 7.1 Selecteer een analoge ingang... 19 7.2 0-20 of 4-20 ma ingang... 19 7.3 Schaling op 0/4 ma... 19 7.4 Schaling op 20 ma... 19 7.5 Monitoring van de hoog limiet... 19 7.5.1 Instellen van hoog limiet 19 7.5.2 Hoog limiet bediening/alarm 19 7.5.3 Uitgaande oproep bij hoog limiet 19 7.5.4 Signaalvertraging bij hoog limiet 19 7.6 Monitoring van de laag limiet... 19 7.6.1 Instellen van laag limiet 19 7.6.2 Laag limiet bediening/alarm 20 7.6.3 Uitgaande oproep bij laag limiet 20 7.6.4 Signaalvertraging bij laag limiet 20 7.7 Divisor... 20 8 Programmering van digitale ingangen 20 8.1 Selecteer een digitale ingang... 20 8.2 NO (normaal geopend) of NC (normaal gesloten)... 20 8.3 Bedienings of alarm ingang... 20 8.3.1 Uitgaande oproep bij een alarm 20 8.4 Signaalvertraging... 20 9 Programmering van digitale uitgangen.. 21 9.1 Selecteer een digitale uitgang... 21 9.2 NO (normaal geopend) of NC (normaal gesloten)... 21 9.3 Tijdsgebonden uitgang... 21 9.4 AAN tijd... 21 9.4.1 Tijd alvorens te starten 21 3

10 Programmering van logische functies 21 10.1 Selecteren van de uitgang... 21 10.2 Selecteren van de logische functie... 21 10.2.1 Selecteren van signalen voor de logische functie 21 10.2.2 Bediening of alarmsignaal op internal flag 22 10.2.3 Uitgaande oproep bij alarmsignaal op internal flag 22 10.2.4 Signaalvertraging op internal flag 22 11 Programmering van Interlock...22 11.1 Interlock van dit station... 22 11.2 Interlock interval... 22 11.3 Selecteren van substation... 22 11.4 Interlock actief/inactief... 22 11.4.1 Starten van interlock 23 11.4.2 Stoppen van interlock 23 11.4.3 Ontvangers telefoonnummer en ID nummer 23 11.4.4 Ontvangers uitgang 23 12 Programmeren van Pompregelaar(s) 24 12.1 704 aangesloten... 24 12.2 Oproep bij alarm of systeemfout op 704... 24 12.2 Programmeren van de interne pompregelaar 24 12.2.1 Selecteer niveau signaal 24 12.2.2 Startniveau voor pomp 1 24 12.2.2 Stopniveau voor pomp 1 24 12.2.3 Niveaus in gebruik in 795 24 12.2.4 Start level for pump no. 2 24 12.3.2 Stop level for pump no. 2 24 12.3.3 Alternation of pumps 24 13 Telefoonlijst voor alarmen...25 13.1 Telefoonnummer 1-9... 25 13.2 Nummer type... 25 13.2.1 Telefoonnummer 25 13.2.2 Invoeren van semafoon bericht 25 13.2.3 Invoeren van SMS bericht 26 13.2.4 Pauze tussen oproepen 26 15 Alarmen...28 15.1 Bediening of alarmsignaal... 28 15.2 Alarmoproepen... 28 15.3 Resetten van alarmen... 28 15.3.1 Automatisch resetten van alarmen 28 16 Fabrieksinstellingen...29 17 Signaallijsten...31 18 Registerlijst...35 19 Menustructuur...42 19.1 Functiemenu s... 42 19.2 Programmeringmenu s... 43 A Appendix...48 A1 Technische specificaties... 48 A2 Aantal beschikbare signalen... 48 A3 Ingangen en uitgangen... 48 A4 Afmetingen... 48 B Appendix...49 B1 Onderhoud... 49 B2 Servicecodes... 49 B2.2 Geforceerde setup zonder resetten van de datalogger 49 B2.3 Geforceerde setup met resetten van de datalogger 49 B2.4 Baud rate en communicatiemethode 49 B2.5 Activatie van SIM kaart 49 B2.6 Totale reset 49 B3 Software upgrade... 49 B4 SMSC telefoonnummers... 50 B5 Reserveonderdelen... 50 14 Overstort calculatie...26 14.1 Overstortberekening... 26 14.2 Overstortberekening in gebruik... 27 14.2.1 Ingangnummer nulpunt 27 14.2.2 Niveausignaal voor overstortberekening 27 14.2.3 Aantal Q(h) punten 27 14.2.4 Hoogte waarde (h) voor niveaupunt 27 14.2.5 Debiet waarde (Q) voor niveaupunt 27 4

1 Introductie Bedankt voor uw keuze voor de MJK Data Transmitter 795. Er is veel tijd besteed aan het ontwikkelen van een produkt wat aan alle wensen voldoet. De MJK Data Transmitter 795 met zijn digitale inen uitgangen en analoge ingang, ontvangt en verzendt een veelvoud aan digitale en analoge signalen. Via een ingebouwde RS232 seriële poort, kan de MJK Data Transmitter 795 direct communiceren met andere apparatuur, zoals bijvoorbeeld een pc, PLC of een Scada systeem. De Data Transmitter 795 kan met een simpele muisklik of telefoonoproep digitale uitgangen activeren, en/of in- en uitgangs alarmen uitlezen voor de laatste 9 alarmen en alle opgeslagen data. Alle instellingen, alarmen, en opgeslagen data kunnen worden uitgelezen op het display via een eenvoudig te bedienen menu. De MJK Data Transmitter 795 kan worden geleverd als een versie die communiceert via een ingebouwd GSM-modem, een telefoon modem of in een versie met een radio modem. De MJK Data transmitter 795 is gemakkelijk te installeren en te bedienen, maar lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig om optimaal gebruik te kunnen maken van het apparaat. Men kan altijd contact opnemen met het verkooppunt of de MJK Hotline in geval van twijfel of voor begleiding. Neem ook eens een kijkje op http://www.mjk.com 1.1 Versies De MJK Data Transmitter 795 wordt standaard geleverd in de volgende hardware versies: - 8, 12 of 16 digitale ingangen - 0, 4 of 8 digitale uitgangen - 4 analoge ingangen - 1 of 2 RS232 poorten Beeld van een pompstation vanaf een pc met het monitor-programma MJK-Link. De MJK Data Transmitter 795 kan ook worden ingesteld om een telefoonmelding te doen in geval van een alarm en dit alarm verzenden als tekst naar een pc of Scada systeem en naar een mobiele telefoon al SMS bericht. De Data Transmitter 795 heeft een batterij voor telefoonmeldingen in geval van stroomstoring. Een MJK Data Transmitter 795 met ingebouwd modem kan alarmen verzenden als SMS berichten direct naar een mobiele telefoon van een dienstdoende werknemer. RS 232 poorten worden toegepast voor de verbinding met de MJK Pompregelaar 704 en voor de verbinding met een pc voor configuratie of uitlezing van data op locatie door middel van een draagbare pc, of voor configuratie en uitlezing van data wanneer de Data Transmitter 795 wordt toegepast als datalogger. 1.2 Communicatie Protocollen De MJK Datatransmitter 795 kan worden verbonden met een communicatie netwerk zowel via een seriële verbinding (RS232-RS 485), een ingebouwd Hayes-compatible telefoon modem, een data-radio of een GSM modem. Communicatie verloopt via één protocol, wat moet worden gevolgd door master en slave. De Data Transmitter 795 is altijd de slave, de Datatransmitter 795 moet bijvoorbeeld eerst een commando ontvangen alvorens deze kan antwoorden. De MJK Datatransmitter 795 is standaard uitgerust met het Comli PLC-protocol. De volgende historische data is beschikbaar in dit protocol: - Tijdtellers en puls tellers op de digitale ingangen, totaal, totaal vandaag, totaal gisteren en de laatste 24 uur, allen met intervallen van 1 uur. - Analoge waarden worden opgeslagen om de 5 minuten. Het interval is 24 uur terug, en in de uitgebreide log met een door de gebruiker in te stellen loggings-interval. 5

1.3 MJK-Link Het windows-programma MJK-Link kan worden toegepast met een of meerdere MJK Data Trans-mitters 795. Via een pc met modem is het met MJK-Link mogelijk om waarden uit te lezen, start/stop-niveaus te veranderen en de datalogger uit te lezen, dit bijvoorbeeld voor het verloop van het niveau bij storm. Alles instellingen van de Data Transmitter 795 kunnen worden gewijzigd via MJK-Link Verder kan MJK-Link worden gebruikt voor het bedienen van de MJK Pompregelaar 704. De functie wordt bijvoorbeeld gebruikt wanneer de MJK Datatransmitter 795 en de MJK Pompregelaar 704 samen worden gebruikt. Deze handleiding heeft betrekking op de MJK Datatransmitter 795 in Comli versies voor communicatie via een telefoonmodem, gsm modem of via data-radio. Explosiegevaarlijke gebieden Data Transmitter 795 is niet goedgekeurd voor montage in explosiegevaarlijke gebieden! Alle huidige lokale en nationale maatstaven en verordeningen betreffende installatie en gebruik van Ex toegestane materialen, goedkeuringen en veiligheids instructies voor Ex apparatuur die worden gebruikt in verbinding met installatie van een Data Transmitter 795, moeten strikt in het oog worden gehouden. 1.6 Productidentificatie Controleer of de geleverde onderdelen overeenkomen met de bestelde onderdelen. Het nummer van het onderdeel in afgedrukt op een label dat op de verpakking is geplakt. 1.4 Over deze handleiding De handleiding is verdeeld in 4 delen: 1: Introductie, Presentatie van de Data Transmitter 795 en deze handleiding. 2: Monteren Informatie voor het uitvoeren van montage en elektrische aansluiting. 3: Basisinstellingen Verklaring van de meest gangbare instellingen. 4: Bediening op locatie Verklaring van alle instellingen voor speciale toepassingen van de Data Transmitter 795. 1.5 Veiligheidsinstructies 1: Lees de handleiding zorgvuldig 2: Wees op de hoogte van de omstandigheden in de omgeving van de installatieplaats. Draag vereiste beschermende kleding en volg alle veiligheidsregels op. 3: De Data Transmitter 795 kan startsignalen geven voor gevaarlijke apparatuur. Wees er altijd zeker van dat eventuele verbonden appartuur etc. buiten bedrijf zijn gesteld door bijvoorbeeld verwijdering van hoofdzekeringen, of vastzetten van hoofd- of veiligheidsschakelaars in de uit- stand alvorens te beginnen met wijzigen van instellingen, foutopsporing, service of onderhoud etc. 4: Er is een risico op dodelijk elektrische schokken van aansluitingen op de Data Transmitter 795. Wees voorzichtig en raak deze aansluitingen niet aan wanneer de Data Transmitter 795 actief is. Reparatie 1: Reparatie van apparatuur mag alleen worden uitgevoerd door MJK of door een door MJK erkende service monteur. ➀ ➁ ➀ Onderdeel nummer ➁ Onderdeel beschrijving ➂ Een identieke identificatie is te vinden op de rechterzijde van de kast van de Data Transmitter: ➃ ➂ Serienummer ➃ Communicatie programma 6

1.6.1 Standaardversies Deze handleiding heeft betrekking op de volgende standaard versies met Comli protocol: Nr.: In- en uitgangen: Communicatie: 204510 4 AI / 8 DI / 8 DO 2 RS232 m. modem 204511 4 AI / 12 DI / 4 DO 2 RS232 m. modem 204512 4 AI / 16 DI / 0 DO 2 RS232 m. modem 204520 4 AI / 8 DI / 8 DO 1 RS232 z. modem 204521 4 AI / 12 DI / 4 DO 1 RS232 z. modem 204522 4 AI / 16 DI / 0 DO 1 RS232 z. modem AI = Analoge ingang DI = Digitale ingang DO = Digitale uitgang 1.6.2 Versies met ingebouwde opties De volgende opties kunnen worden ingebouwd in een Data Transmitter 795: Nr.: In- en uitgangen: 204570 Galvanisch geïsoleerde RS 232 poort 204571 Galvanisch geïsoleerde RS 485 pport 204572 Galvanisch geïsoleerde poort voor TP 6000 204573 Galvanisch geïsoleerde poort voor Niros UHF 204574 Galvanisch geïsoleerde poort voor een extern modem 205105 GSM modem compleet met antenne 205106 GPRS modem compleet met antenne De fabrieksgemonteerde opties kunnen worden uitgelezen op aansluitklemmendeksel aan de voorzijde: Data Transmitter 795 met 2 RS 232 poorten en ingebouwd telefoon modem. (Onderdeel nummer 204510/204511/204512) De Data Transmitter 795 uitgerust met fabrieksgemonteerde galvanisch geïsoleerde communicatiepoort. De Data Transmitter 795 uitgerust met een in de fabriek ingebouwd GSM modem. Voor beide type opties geldt dat de Datatransmitter is gemonteerde en aangesloten als een standaard Datatransmitter. Verder verwijzen we naar aparte documentatie voor de ingebouwde opties. Data Transmitter 795 met 1 RS 232 poort en een poort voor opties. (Onderdeel nummer 204520/ 204521/204522) 7

2 Montage van behuizing De Data Transmitter 795 mag niet worden gemonteerd in explosiegevaarlijke gebieden! De Data Transmitter 795 is IP 65 afgesloten, en kan buiten worden gemonteerd direct tegen een muur of aan een railing. MJK regenkap 200115 en MJK universele ophanging 200205 kunnen eventueel worden toegepast. Tekening op schaal voor het monteren van de schroeven, zie ook pagina 51. MJK regenkap 200155 gemonteerd op een paal door middel van MJK universele ophanging 200205. De Data Transmitter 795 kan ook worden gemonteerd in een paneel door middel van een MJK paneel montage kit 200105. Verwijder het aansluitklemmendeksel aan de voorkant om toegang te krijgen tot de twee onderste montage gaten. De Data Transmitter 795 gemonteerd in een paneel met de MJK paneel montage kit 200105. 2.1 Montage aan een muur De kast wordt gemonteerd met drie schroeven. De bovenste schroef is voor de ophanging aan de achterkant en de twee onderste schroeven worden vastgezet door de gaten in de kast. De afstand tussen de schroeven is te zien op de tekening op schaal. Hou de minimum afstand in de gaten wanneer meerdere kasten worden gemonteerd. Op de achterkant van deze handleiding is een mal voor de montage te vinden. De MJK Data Transmitter 795 moet vertical worden gemonteerd om te kunnen voldoen aan de IP 68 afsluiting. De kast wordt opgehangen met de bovenste schroef en vastgezet met de twee onderste schroeven. X Gebruik geen schroef/boor machine! 8

3 Elektrische montage De Data Transmitter mag niet worden gemonteerd in explosiegevaarlijke gebieden! De Data Transmitter mag niet worden aangesloten op de voedingsspanning alvorens alle verbindingen goed zijn gemonteerd. Verwijder de aansluitklemmendeksel en het frontpaneel om toegang te krijgen tot alle aansluitingen. 3.1 Voedingspanning De Data Transmitter 795 kan worden gevoed door zowel 230 V AC en 24 V DC. Aansluiting: Benoeming: Aarding N 230 V AC nul L 230 V AC fase - 24 V DC min + 24 V DC plus Let op; 24 V DC is niet beschikbaar op de aansluitingen gemarkeerd met '24 V' behalve wanneer de Datatransmitter is gevoed door het net. 3.2 In- en uitgangssignalen De Data Transmitter 795 kan worden geleverd in drie verschillende in/uitgang types: 4AI / 8DI / 8DO, 4AI / 12DI / 4DO en 4AI / 16DI Specificaties: DI: Passief met gezamelijke min, maximaal 24 V DC. (Optocoupler met 10kΩ seriële weerstand.) Activeringvoltage: < 1 V DC = uit, > 10 V DC = aan, pulse lengte > 100 ms. DO: Spanningsvrije relaiscontacten, Maximaal 1 A bij 24 V DC / 0,5 A bij 48 V AC AI: 0/4 20 ma of 0-1 V DC Impedantie ingang = 50 Ω. 3.2.1 In/uitgang aansluitingen, 8 DI, 8 DO en 4 AI DO 1 DO 2 DO 3 DO 4 DO 1/2/3/4 gezamelijke - DO 5 DO 6 DO 7 DO 8 DO 5/6/7/8 gezamelijke - Scherm voor RS232 naar 704 Signaalaarding voor RS232 naar 704 24 V DC uit + 24 V DC uit - DI 1 + DI 2 + DI 3 + DI 4 + DI 1/2/3/4 gezamelijke - DI 5 + DI 6 + DI 7 + DI 8 + DI 5/6/7/8 gezamelijke - AI 1 + AI 1 - AI 2 + AI 2 - AI 3 + AI 3 - AI 4 + AI 4 - Rx voor RS232 naar 704 Tx voor RS232 naar 704 9

3.2.2 In/uitgang aansluitingen, 12 DI/4 DO/4 AI DI 9 + DI 10 + DI 11 + DI 12 + DI 9/10/11/12 gezamelijke - DO 1 DO 2 DO 3 DO 4 DO 1/2/3/4 gezamelijke - Scherm voor RS232 naar 704 Signaalaarding voor RS232 naar 704 24 V DC uit + 24 V DC uit - DI 1 + DI 2 + DI 3 + DI 4 + DI 1/2/3/4 gezamelijke - DI 5 + DI 6 + DI 7 + DI 8 + DI 5/6/7/8 gezamelijke - AI 1 + AI 1 - AI 2 + AI 2 - AI 3 + AI 3 - AI 4 + AI 4 - Rx voor RS232 naar 704 Tx voor RS232 naar 704 3.2.3 In/uitgang aansluitingen, 16 DI/4 AI DI 9 + DI 10 + DI 11 + DI 12 + DI 9/10/11/12 gezamelijke - DI 13 + DI 14 + DI 15 + DI 16 + DI 13/14/15/16 gezamelijke - Scherm voor RS232 naar 704 Signaalaarding voor RS232 naar 704 24 V DC uit + 24 V DC uit - DI 1 + DI 2 + DI 3 + DI 4 + DI 1/2/3/4 gezamelijke - DI 5 + DI 6 + DI 7 + DI 8 + DI 5/6/7/8 gezamelijke - AI 1 + AI 1 - AI 2 + AI 2 - AI 3 + AI 3 - AI 4 + AI 4 - Rx voor RS232 naar 704 Tx voor RS232 naar 704 10

3.3 Voorbeelden aansluitingen 3.3.1 Digitale ingangen De digitale ingangen zijn passief, d.w.z. dat ze van externe voeding moeten worden voorzien of van de aansluitingen gemarkeerd met '24 V'. Merk op dat de ingangen een gezamelijke min hebben verdeeld in groepen van vier ingangen. Een veel voorkomende installatie fout is dat een ingang niet is verbonden met de goede negatieve aansluiting! Elke ingang kan individueel worden geconfigureerd als normal geopend (NO) of normal gesloten (NC). 3.3.3 Analoge ingangen De analoge ingangen zijn passief, d.w.z. dat ze van externe voeding moeten worden voorzien of van de aansluitingen gemarkeerd met '24 V'. Elke ingang heeft zijn eigen plus- en min aansluiting. Een veel voorkomende installatie fout is dat een ingang niet is verbonden met de goede negatieve aansluiting! Het bereik van de ingagnen kan individuee worden geconfigureerd naar 0-20 ma of 4-20 ma. Bovenstaande afbeelding illustreert een aansluiting van een maak- en breek contact op digitale ingangen 1 en 2. Bemerk de gezamelijke min aansluiting. 3.3.2 Digitale uitgangen De digitale uitgangen zijn voorzien van spannings vrije relais, welke kunnen belast met maximaal 24 V DC/1 A of maximaal 48 V/0,5 A ohms belasting. Elke uitgang kan individueel worden geconfigureerd als normal geopend (NO) of normal gesloten (NC). Een passief ma signaal van een druktransmitter. Een actief ma signaal van een niveautransmitter. 11

3.4 Aansluiting van een Pompregelaar 704 Alleen ders232 poort op de plug-in aansluitingen van de Datatransmitter kan worden gebruikt om een MJK Pompregelaar 704 te verbinden. Een gepaarde kabel moet worden gebruikt en zou aangesloten moeten zijn zoals hieronder te zien: Aan de zijde van de pompregelaar 704 de afscherming niet aansluiten. Maximale kabellengte is 15 meter. DE AFSCHERMING AAN DEZE ZIJDE NIET AANSLUITEN! 3.5 Aansluiting van communicatiepoorten (Alleen item nummer 204520/21/22.) 3.5.1 Communicatiepoorten Alle opties zoals genoemd in paragraaf 1.6.2. worden geleverd met een platte kabel, die enkel moet worden gemonteerd in de communicatie poort voet op de onderste PCB. Zie ook de afzonderlijke documentatie van de genoemde acties. 3.5.2 Ingebouwd modem Het ingebouwde modem kan worden verbonden met een telefoonaansluiting met de meegeleverde RJ11 kabel. Wanneer het modem moet worden aangesloten op een terminal, moet de kabel worden gestript en alleen de rode en blauwe draad moeten worden aangesloten. De andere draden worden niet gebruikt. 12

4 Bedieningspanneel Display 2x24 karakter tekst display voor indicatie van gebruikers menu s en meetwaarden. 4.1 Display and keys ESC. toets Deze toets voert terug naar het vorige menu of verlaat het menu. Druk ESC. tweemaal of driemaal in en er wordt terug gekeerd naar indicatie van functies. MENU toets De menutoets wordt gebruikt om te wisselen tussen het hoofd- en de submenu s. Pijltoetsen De pijltoetsen worden gebruikt om instellingen de wijzigen. In een submenu met opties geeft de bovenste regel de waarde instelling aan; de onderste regel zal alternatieve opties aangeven. Pijltjestoetsen worden ook gebruikt om in- en uitgangsnummer te kiezen. toets vergroot de waarde in het display en oets verkleint de waarde. Numerieke toetsen De toetsen 0-9, #, worden gebruikt voor * intoetsen van een telefoonnummer, vertragingen, analoge schaling etc. 4.2 Menustructuur Functietoets F De functietoets wordt gebruikt om een functie te kiezen in het menu welke op het display verschijnt. De illustratie toont het functiemenu voor FO voor het programmeren van versie, tijd en datum. ENTER toets Gebruik de ENTER toets om de wisselen van hoofdmenu naar submenu en tusen submenu s. Gebruik de ENTER toets altijd om te bevestigen in submenu s. Hoofdmenu Weergavemenu s Hoofdmenu Submenu met selectie Submenu met selectie Bovenstaand figuur is een overview van de algemene functies van de functietoetsen. Zie ook pagina 42. 13

5 Functiemenu s 5.1.1 F0 - Programmeren van versie, tijd en datum Functie menu F0 geeft de tijd en de datum weer. Verder zal het huidige communicatie protocol en de programma versie worden weergegeven. 5.2 F1 - Digitale ingangen aan/uit In menu F1 wordt aangegeven of de digitale ingang AAN of UIT is. Tot 8 ingangen kunnen tegelijkertijd worden weergegeven. 5.1.2 F0 - Interlock, bediening of alarm signaal Functie menu F0 gevolgd door 1 x pijltoets naar beneden geeft de signalen die de 9 te programmeren interlock reeksen activeren weer: Wanneer er meer als 8 ingangen zijn, zijn de resterende te bekijken door een van de pijlttoetsen in te drukken: 'A': alarm signaal, '+': bedieningssignaal, '-': niet in gebruik. 5.1.3 F0 - Internal flag, bedienings- of alarm signal Functie menu F0 gevolgd door 2 x pijltoets naar beneden geeft de signalen gekoppeld aan de internal flags weer: 'A': alarm signaal, '+': bedieningssignaal, '-': niet in gebruik. 5.1.4 F0 - Limieten hoog/laag Functie menu F0 gevolgd door 3 x pijltoets naar beneden geeft de analoge ingangen weer welke zijn gekoppeld aan hoog/laag limieten en ook of het bereiken van de limiet een bedienings- of alarmsignaal activeert: 'A': alarm signaal, '+': bedieningssignaal, '-': niet in gebruik. 5.1.5 F0 - Digitale ingang, bedienings- of alarmsignaal Functie menu F0 gevolgd door 4 (en 5) x pijltoets naar beneden geeft weer welke van de digitale ingangen een bedienings- of alarmsignaal aansturen: Let op dat het mogelijk is om een vertragingstijd in te stellen voor elke digitale ingang, zodat de ingang tijdelijk actief kan zijn zonder een eventueel alarm te activeren. Wanneer de ingang niet actief is, word een leeg figuur! weergegeven. Wanneer de ingang aan gaat verschijnt er een knipperend figuur zolang de vertragingstijd duurt, daarna zal het figuur " constant worden weergegeven. 5.3.1 F2 - Digitale uitgangen aan/uit In menu F2 wordt weergegeven of de digitale uitgang AAN of UIT is: Bij elke digitale uitgang kan een vertragingstijd worden ingesteld, welke moet aflopen voor het uitgangsrelais werkelijk wordt geactiveerd. Wanneer de uitgang is uitgeschakeld, word een leeg figuur! weergegeven. Wanneer de ingang aan gaat verschijnt er een knipperend figuur zolang de vertragingstijd duurt, daarna zal het figuur " constant worden weergegeven. 5.3.2 F2 - Internal flag aan/uit Het functie menu F2 gevolgd door 1 x pijltoets naar beneden geeft de status van de internal flags weer. 'A': alarm signaal, '+': bedieningssignaal, '-': niet in gebruik. 14

5.4 F3 - Limieten hoog/laag In menu F3 wordt weergegeven of de hoog en laag limiet voor de analoge ingang AAN of UIT is. De eerste vier indicaties geven aan of een hoog limiet is overschreden, de vier laatste geven aan of een laag limiet is overschreden: 5.5.2 F5 - Analoge ingang op Pompregelaar 704 Functie menu F2 gevolgd door 1 x pijltoets naar beneden geeft de waarde van de analoge ingang op de Pompregelaar 704 weer (wanneer aangesloten): Voor elke analoge ingang kan een vertragingstijd worden ingesteld, zodat de ingang de limiet tijdelijk kan overschrijden zonder dat een alarm wordt geactiveerd. Wanneer de limiet niet is overschreden, word een leeg figuur! weergegeven. Wanneer de limiet wordt overschreden verschijnt er een knipperend figuur zolang de vertragingstijd duurt, daarna zal het figuur " constant worden weergegeven. 5.5 F4 - Analoge ingang waarde # In menu F4 is een grafische weergave van de waarde van de analoge ingang weergegeven als een staafdiagram: Kies de gewenste ingang met pijl- of numerieke toetsen 5.5.1 F5 - Schaling analoge ingang In menu F5 wordt de waarde van een analoge ingang weergegeven als een percentage en een ma-signaal en als een geschaalde waarde: Kies de gewenste ingang met pijl- of numerieke toetsen. De geschaalde waarde is bepaald door het programmeren van de analoge ingang. Wanneer de meting bijvoorbeeld een niveaumeting in een tank betreft en het niveau gewoonlijk schommelt tussen 2 en 3 meter, zal de analoge ingang gewoonlijk zo worden geprogrammeerd dat 2 meter correspondeert met 200 als lage waarde en 3 meter met 300 als hoge waarde. Een niveau van 2,5 meter zal dan overeenkomen met een geschaalde uitlezing van 250 en 50 %. Om de geschaalde waarde weer te geven als '2,5', zal in moeten worden ingesteld dat elke ingang gedeeld moet worden door factor 100. Zie ook paragraaf 7. Let er op dat de waarde direct afkomstig is van de Pompregelaar 704 en niet is geschaald. 5.6 F6 - Teller voor ingangen Elke keer wanneer een digitale ingang of een analoge hoog/laag limiet is bereikt, zal dit worden opgeslagen. Het aantal keren dat dit is gebeurd wordt weergegeven in menu F6: De pijltoetsen kunnen worden gebruikt om te wisselen tussen weergave van: - digitale ingang 1-8/12/16 - analoge hoog limiet 1-4 - analoge laag limiet 1-4 De toetsen 1-8 kunnen worden gebruikt om direct de digitale ingang 1-8 te selecteren. De geselecteerde teller kan op nul worden gereset door op de ENTER toets te drukken. 5.7 F7 - Teller voor tijd In menu F7 wordt weergegeven hoe lang de digitale ingang en de analoge hoog en laag limieten actief zijn geweest. De tijdtellers zijn continu actief, wanneer een ingang tijdelijk op UIT is gezet en vervolgens weer wordt AAN gezet, zal de teller verder tellen vanaf laatst geregistreerde waarde. De tijd wordt weergegeven in uren en minuten: De pijltoetsen kunnen worden gebruikt om te wisselen tussen weergave van: - digitale ingang 1-8/12/16 - analoge hoog limiet 1-4 - analoge laag limiet 1-4 De toetsen 1-8 kunnen worden gebruikt om direct de digitale ingang 1-8 te selecteren. De geselecteerde teller kan op nul worden gereset door op de ENTER toets te drukken. 15

5.8 F8 - Alarm / Alarmnummer Menu F8 geeft aan of de laatste 9 alarmen AAN of UIT staan: 5.9.2 F9.2 - Overstort berekening Wanneer een overstort verschijnt, is het debiet zichtbaar in m 3 /h in menu F9-2: Elke keer wanneer er een nieuw alarm actief is, zal deze worden opgeslagen als alarm nummer 1 en alle andere opgeslagen alarmen zullen een plek naar beneden schuiven en alarm 9 wordt verwijderd. Wanneer het alarm voor een ingang een keer is AAN geweest, moet het op UIT worden gezet alvorens een alarm van dezelfde ingang wordt geaccepteerd als een alarm. Wanneer een alarm niet is gereset, en nog 9 andere alarmen verschijnen zodat het eerste alarm nummer 10 in de lijst wordt en daardoor onzichtbaar in de alarmlijst, zal dit alarm automatisch wordt gereset. Wanneer een alarm actief is zal een knipperend vierkant! verschijnen. Wanneer een alarm is gereset maar nog steeds actief is, zal een " constant worden weergegeven. Wanneer een alarm opnieuw UIT gaat verschijnt een! constant. Gebruik de pijltoetsen of toets het nummer van het alarm in om de status van het alarm, het type en de start en stop tijd uit te lezen. Wanneer een alarm AAN gaat zullen de ingang en de start tijd worden opgeslagen. Dit is gelijk wanneer het alarm gereset wordt, de reset tijd wordt dan opgeslagen. Als een alarm UIT gaat, zal de eindtijd worden opgeslagen: 'ID' geeft het ID nummer van de Datatransmitter zelf aan. Wanneer de Datatransmitter is geconfigureerd als Master in een multidrop-systeem, kan het 'ID' nummer ook het nummer zijn van een Datatransmitter aangesloten als Slave. Keer terug naar het normale bedieningsscherm met de pijltoetsen of door op 0 te drukken. 5.9.1 F9.1 - Overstort volume In menu F9 wordt het opgeslagen overstort volume weergegeven. 5.10 F# - Modem/lijn status (Geldt alleen voor versies met een ingebouwd telefoon modem of een GSM modem). Menu F# geeft de status van de uitgaande alarmoproep of inkomende oproepen weer: De volgende tekst is zichtbaar tijdens een inkomende oproep: De volgende tekst is zichtbaar tijdens een uitgaande alarmoproep naar een van de telefoonnummers in de telefoonlijst: Wanneer een MJK Data Transmitter 795 een andere MJK Data Transmitter 795 aan het interlocken is om een pomp te stoppen of te starten zal de volgende tekst verschijnen: 5.11 F - Communicatie status * Menu F* geeft de communicatiestatus weer van de seriële poort, de poort voor Pompregelaar 704 en het ingebouwde telefoon modem: 795 serial: R=Rx, T=Tx, CD = Draaggolf gedetecteerd, RTS = Verzoek te verzenden en CTS=Gereed om te verzenden. 704: R = Rx, T = Tx en! = 704 niet geinterlocked / " 704 is geinterlocked. De pompregelaar 704 geeft aan de datatransmitter door dat de pompregelaar geen bedienings uitgang zal activeren omdat de pompregelaar is geinterlocked. De teller kan op nul worden gezet door op ENTER te drukken. 16

6 Programmering van de hoofdfuncties 6.1 Kies de taal Kies de gewenste taal met de pijltoetsen en bevestig met ENTER. 6.2 Instellen van datum en tijd Voer de datum en tijd in met de numerieke toetsen of de pijltoetsen gevolgd door ENTER: 6.5 Berekening van gemiddelde waarden voor analoge ingang De waarden van de analoge ingangen worden elke seconde opgenomen, en elke 5 minuten opgeslagen. Wanneer een gemiddelde wordt verlangd, wordt een gemiddelde over de laatste 5 minuten uitgerekend en opgeslagen. Wanneer er geen gemiddelde wordt verlangd wordt de actuele analoge waarde gelogd. Druk op ENTER als ingevoerde velden niet veranderd hoeven te worden om naar het volgende menu te gaan. 6.3 Automatische overgang tussen zomeren wintertijd Selecteer deze functie wanneer de Datatransmitter automatisch moet overschakelen tussen zomer- en wintertijd: Gebruik de pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 6.6 Interval tussen loggen van data Het data-logging interval wordt gebruikt voor de uitgebreide loggings-functie, waarbij de waarde van de analoge ingang en het niveau verkregen via de MJK Pompregelaar 704 worden opgeslagen. Selecteer met de pijltoetsen en bevestig met ENTER. Druk op ENTER als ingevoerde velden niet veranderd hoeven te worden om naar het volgende menu te gaan. 6.4 Toegangscode actief/niet actief Gebruik dit menu om een code in te stellen benodigd voor toegang tot de overige systeem menu s. Door middel van deze code kunnen de systeem menu s worden beveiligd tegen ongeautoriseerde veranderingen in de configuratie: Gebruik de pijltoetsen om te de gewenste optie te kiezen en bevestig met ENTER. 6.4.1 Invoeren van toegangscode Wanneer er voor een password is gekozen, toets dan een 4 cijferige code in alvorens toegang de krijgen tot de overige menu s. Voor het interval tussen de loggings kan gekozen worden uit de volgende waarden: 30 sec. (00:30), 1 min. (01:00), 5 min. (05:00), 10 min. (10:00), 30 min. (30:00) en 1 uur (60:00). Gebruik de pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 6.7 Toon/pulse kiezen Kies of de telefoonoproep moet plaatsvinden door middel van toon- of pulssignalen: Gebruik de pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 6.8 Telefoonoproep bij spanningsuitval Wanneer telefoonoproep bij spanningsuitval wordt gekozen, zal de Datatransmitter het eerste telefoonnummer in de telefoonlijst bellen wanneer de spanning uitvalt. Spanningsuitval zal niet worden gedetecteerd wanneer de spanning minder dan 30 seconden uitvalt. Hierdoor worden alarmoproepen bij korte stroomstoringen vermeden. Gebruik de pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 17

6.9 Aantal malen overgaan voor antwoorden Kies het aantal malen dat de telefoon moet overgaan (1-5) voordat de Datatransmitter antwoordt. Gebruik de pijltoetsen of de toetsen 1-5 en bevestig met ENTER. 6.10 ID nummer voor de Datatransmitter Het ingevoerde ID nummer wordt gebruikt voor identificatie van de individuele Datatransmitters. Gebruik de numerieke toetsen of pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 6.11 Automatische reset van alarmen Selecteer of de inkomende alarmen automatisch moeten worden gereset wanneer de alarm omstandigheden verdwijnen. 6.13 795 Telefoonnummer Toets het telefoonnummer van de verbonden Datatransmitter in. Het telefoonnummer kan worden gebruikt als een ID nummer in een verbinding met verzending van SMS alarmen over een telefoonnetwerk. Toets het nummer in met de numerieke toetsen en bevestig met ENTER. 6.14 SMSC telefoonnummer SMS berichten moeten worden verzonden via een speciale SMS centrale, die de verdere transmissie van het bericht afhandelt. Gebruik de numerieke toetsen en bevestig met ENTER. Telefoonnummers van SMSC centrales kunnen worden gevonden in Appendix B. Wanneer 'NEE' is geselecteerd, zullen alle inkomende alarmen handmatig moeten worden gereset. Gebruik de pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 6.11.1 Oproep bij automatische reset Wanneer 'automatisch reset van alarmen' is gekozen, zoals beschreven in het vorige paragraaf, is er de mogelijkheid in te stellen dat de Datatransmitter een oproep doet wanneer de alarm omstandigheden verdwijnen en er een automatisch reset van een alarm volgt. Gebruik de pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 6.12 Starttijd voor rapporten Veel installatiebeheerders willen hun operationele rapporten verplaatsen zodat ze bijvoorbeeld lopen van 07:00 tot 6:59. Voer de verlangde verplaatsing in gerekend vanaf middernacht: Gebruik de numerieke toetsen of pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 18

7 Programmering van analoge ingangen 7.1 Selecteer een analoge ingang Selecteer de gewenste ingang met de pijltoetsen en bevestig met ENTER. 7.5.2 Hoog limiet bediening/alarm Kies of een overschrijding van de hoog limiet opgeslagen zal worden in de alarm log of de bedieningslog zie ook paragraaf 13, Bediening of alarm signaal 7.2 0-20 of 4-20 ma ingang Gebruik de pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. Selecteer het ingangs-type en bevestig met ENTER. 7.3 Schaling op 0/4 ma Stel de schaling van de lage (0/4 ma) waarde in. 7.5.3 Uitgaande oproep bij hoog limiet Kies of een geactiveerde hoog limiet moet worden gevolgd door een uitgaande oproep. Gebruik de numerieke toetsen en bevestig met ENTER. 7.4 Schaling op 20 ma Stel de schaling van de hoge ma waarde in. Gebruik de pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 7.5.4 Signaalvertraging bij hoog limiet Kies een periode waarin de analoge waarde de hoog limiet kan overschrijden zonder een alarm te activeren: Gebruik de numerieke toetsen en bevestig met ENTER. 7.5 Monitoring van de hoog limiet Kies of het overschrijden van de hoog limiet moet worden opgenomen of niet. Gebruik de pijltoetsen (dubbele pijltoets voor de minuten en de enkele voor seconden) om te selecteren en bevestig met ENTER. 7.6 Monitoring van de laag limiet Kies of het overschrijden van de laag limiet moet worden opgenomen of niet. Gebruik de pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 7.5.1 Instellen van hoog limiet Kies of de hoog limiet waarde zal worden opgenomen in de bedienings- of alarm log. Zie ook paragraaf 13 Bediening of alarm signaal Wanneer de ingang niet geschaald is, is 20 ma op de analoge ingang gelijk aan 9999. Gebruik de pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 7.6.1 Instellen van laag limiet Kies of de laag limiet waarde zal worden opgenomen in de bedienings- of alarm log. Zie ook paragraaf 13 Bediening of alarm signaal. Wanneer de ingang niet geschaald is, is 0/4 ma op de analoge ingang gelijk aan 0. Gebruik de numerieke toetsen of pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. Gebruik de numerieke toetsen of pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 19

7.6.2 Laag limiet bediening/alarm Kies of een overschrijding van de laag limiet opgeslagen zal worden in de alarm log of de bedieningslog zie ook paragraaf 15, Bediening of alarm signaal. Gebruik de pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 7.6.3 Uitgaande oproep bij laag limiet Kies of een geactiveerde laag limiet moet worden gevolgd door een uitgaande oproep. 8 Programmering van digitale ingangen 8.1 Selecteer een digitale ingang Selecteer de gewenste ingang met de pijltoetsen en bevestig met ENTER. 8.2 NO (normaal geopend) of NC (normaal gesloten) Stel in of de ingang actief (AAN) moet zijn wanneer er een signaal op de ingang is of passief (UIT) wanneer er geen signaal op de ingang is. Gebruik de pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. 7.6.4 Signaalvertraging bij laag limiet Kies een periode waarin de analoge waarde de laag limiet kan overschrijden zonder een alarm te activeren: 8.3 Bedienings of alarm ingang Kies of activeren van de ingang moet worden opgenomen in de alarm log of de bedienings log. Zie ook paragraag 15 Bediening of alarm signaal. Gebruik de pijltoetsen (dubbele pijltoets voor de minuten en de enkele voor seconden) om te selecteren en bevestig met ENTER. 7.7 Divisor Kies de gewenste divisor waarde voor de analoge ingang. De divisor heeft enkel invloed op de weergave van analoge waardes in functie menu F5, en niet op de waardes die worden verzonden naar andere datatransmitters of Scada systemen. De divisor heeft geen invloed op instellingen van hoog en laag limiet. 8.3.1 Uitgaande oproep bij een alarm Kies of een geactiveerd alarm moet worden gevolgd door een uitgaande oproep: 8.4 Signaalvertraging Kies de periode waarin de digitale ingang actief kan zijn zonder een alarm of een bedieningssignaal te veroorzaken: Gebruik de numerieke toetsen of pijltoetsen om te selecteren en bevestig met ENTER. Gebruik de pijltoetsen (dubbele pijltoets voor de minuten en de enkele voor seconden) om te selecteren en bevestig met ENTER. 20

9 Programmering van digitale uitgangen 9.1 Selecteer een digitale uitgang Selecteer de gewenste uitgang met de pijltoetsen en bevestig met ENTER. 9.2 NO (normaal geopend) of NC (normaal gesloten) Selecteer of het relais contact open moet zijn (NO) of gesloten (NC) wanneer de uitgang niet actief is. 9.3 Tijdsgebonden uitgang Kies of de uitgang AAN zal gaan en aan AAN zal blijven wanneer de Datatransmitter een startsignaal ontvangt (VAST), of dat de uitgang AAN zal gaan voor een bepaalde tijdsduur wanneer de datatransmitter een startsignaal ontvangt (TIJD). Wanneer 'VAST' is geselecteerd moet de Datatransmitter een stopsignaal ontvangen in de uitgang te deactiveren. 10 Programmering van logische functies In dit menu is de mogelijkheid tot programmeren van simpele logische functies zoals AND, OR of SET/RESET gebaseerd op de verschillende digitale signalen in de Datatransmitter 795 en de Pompregelaar 704 (wanneer aangesloten). Omdat er de mogelijkheid is internal flags te plaatsen in de Datatransmitter 795, kunnen verschillende combinaties van logische functies worden geprogrammeerd om PLC-achtige logische functies te verkrijgen in de Datatransmitter. 10.1 Selecteren van de uitgang Het resultaat van een logische functie kan worden verzonden naar een internal flag of direct naar een digitale uitgang. Selecteer het gewenste signaal met de pijltoetsen en bevestig met ENTER. 10.2 Selecteren van de logische functie Selecteer de gewenste logische functie voor het signaal: 9.4 AAN tijd Stel de periode in waarin de uitgang actief moet zijn, wanneer deze als tijdsgebonden is ingesteld. 9.4.1 Tijd alvorens te starten Kies de vertraging voor het activeren van het uitgangsrelais. Signaalvertraging is de tijd tussen het moment dat de uitgang een AAN commando ontvangt en de relais uitgang wordt geactiveerd. 10.2.1 Selecteren van signalen voor de logische functie Selecteer de signalen die gebruikt moeten worden voor de logische functie. Aan de linkerzijde van het display is het eerder geselecteerde signaal type te zien, om het resultaat te ontvangen van de logische functie samen met de geselecteerde logische functie. 21

Aan de linkerzijde van het display zijn de ingangssignalen voor de geselecteerde logische functie te zien. 1: Selecteer het bovenste ingangssignaal met de pijltoetsen en bevestig met ENTER. 2: Daarna, selecteer het onderste ingangssignaal en bevestig met ENTER. Let er op dat DO1 en DO2 mogen worden gebruikt voor de pompregelaar functie - zie ook paragraaf 12. 10.2.2 Bediening of alarmsignaal op internal flag Wanneer het signaaltype is gekozen als internal flag, is er de optie te kiezen of de internal flag een bediening- of alarmsignaal zal zijn. 11 Programmering van Interlock Met deze functie is het mogelijk dat twee Datatransmitters commando s naar elkaar kunnen sturen. Zo kan de ene Datatransmitter bijvoorbeelde de digitale uitgang van de andere besturen. Verder kunnen, wanneer een Pompregelaar 704 is verbonden met een Datatransmitter, de digitale uitgangsrelais van de 704 worden bediend met een andere Datatransmitter 795. 11.1 Interlock van dit station Dit menu maakt het mogelijk om besturings commando s van andere Datatransmitters te blokkeren (substations). 10.2.3 Uitgaande oproep bij alarmsignaal op internal flag Selecteer of er een alarm oproep moet volgen bij een alarm op een internal flag. 10.2.4 Signaalvertraging op internal flag Dit menu wordt gebruikt om in te stellen hoe lang beide ingangssignalen actief moeten zijn om een internal flag te zetten. Let op dat de interlock van een verbonden Pompregelaar 704 ook zal worden geblokkeerd. 11.2 Interlock interval Dit menu wordt gebruikt om het interval in te stellen hoe vaak met andere Datatransmitters wordt verbonden voor bediening op afstand. De actuele toepassing en communicatie methode is beslissend voor het instellen van de interlock interval. In geval van communicatie via een telefoonlijn is het bijvoorbeeld erg duur om de interlock tussen twee Datatransmitters elke 5 minuten te laten plaatsvinden wanneer het enkel gaat om het uitschakelen van een vuilwaterpomp. De instelling zal gelden voor alle Datatransmitters (substations) die zijn ingesteld als interlock in de volgende menu s 11.3 Selecteren van substation Selecteer de Datatransmitter (substation) om te worden geinterlocked. 11.4 Interlock actief/inactief Selecteer of de hiervoor gekozen Datatransmitter (substation) zal worden geinterlocked. 22

11.4.1 Starten van interlock Selecteer het signaal dat een interlock op de gekozen Datatransmitter (substation) in werking stelt: De volgende signalen zijn beschikbaar: - internal flag 1-8 - digitale ingang 1-8/12/16 - analoge HOOG limiet 1-4 - analoge LAAG limiet 1-4 - 704 systeemfout - stroomstoring - 704 uitgang 1-2 Zolang als het signaal AAN is, zullen alle oproepen plaatsvinden via het van te voren ingestelde interlock interval. Wanneer het interlock interval is ingesteld op 10 minuten of meer, moet de op afstand bediende uitgang worden geconfigureerd als tijdsgestuurd met een AAN tijd instelling van meer de 10 minuten (bv. 15 minuten) om te voorkomen dat een op afstand bediende uitgang continu AAN is in geval van een communicatiestoring (bijvoorbeeld een gebroken telefoonkabel). Op deze manier is verzekerd dat de uitgang UIT is wanneer de communicatie faalt. Bij foutloze communicatie zal de AAN-timer op de op afstand bediende uitgang bij elke oproep worden geinitialiseerd, en zal de uitgang AAN zijn zolang als het bedieningssignaal actief is. 11.4.2 Stoppen van interlock Selecteer het digitale signaal dat wanneer uitgeschakeld zal zorgen dat de Datatransmitter de andere Datatransmitter oproept en het uitgangssignaal uitschakelt: De volgende signalen zijn beschikbaar: - internal flag 1-8 - digitale ingang 1-8/12/16 - analoge HOOG limiet 1-4 - analoge LAAG limiet 1-4 - 704 systeemfout - stroomstoring - 704 uitgang 1-2 Er zal enkel één poging tot oproepen plaatsvinden. In het geval dat het zelfde signaal is gekozen als start en stop conditie, zal de stopconditie zijn wanneer het digitale signaal UIT gaat. 11.4.3 Ontvangers telefoonnummer en ID nummer Voer het telefoonnummer/id nummer in van de Datatransmitter die moet worden geinterlocked. Voer het ID nummer in wanner radio modems worden gebruikt. Gebruik de numerieke toetsen en bevestig met ENTER. 11.4.4 Ontvangers uitgang Selecteer de verlangde digitale uitgang op de geinterlockte Datatransmitter: 23

12 Programmeren van Pompregelaar(s) 12.1 704 aangesloten Selecteer of een MJK Pompregelaar 704 is verbonden met de Datatransmitter: 12.2.2 Startniveau voor pomp 1 Kies het gewenste startniveau voor pomp 1: 12.2 Oproep bij alarm of systeemfout op 704 Kies of de Datatransmitter een oproep moet uitvoeren veroorzaakt door een alarmsignaal, een bedieningssignaal of een systeemfout signaal van de Pompregelaar 704. Oproepen zullen worden gedaan door middel van de telefoonnummers ingevoerd in de telefoonlijst in de Datatransmitter 795. 12.2.2 Stopniveau voor pomp 1 Kies het gewenste stopniveau voor pomp 1: 12.2.3 Niveaus in gebruik in 795 Wanneer 2 pompen zijn verbonden met de Datatransmitter 795, zijn er twee verschillende start en stop niveaus beschikbaar. 12.2 Programmeren van de interne pompregelaar Selecteer het aantal pompen verbonden met de Datatransmitter 795: 12.2.4 Startniveau voor pump 2 Kies het gewenste startniveau voor pomp 2: Let op, Digitale uitgang 1 en 2 zullen worden toegewezen aan de interne pompregelaar. Wanneer 1 is gelecteerd, zal digitale uitgang 1 worden toegewezen als bedieningsrelais voor pomp 1, en wanneer 2 is geselecteerd, zal digitale uitgang 2 ook worden toegewezen als bedieningsrelais (voor pomp 2). 12.2.1 Selecteer niveau signaal Kies het gewenste niveau signaal: 12.3.2 Stopniveau voor pomp 2 Kies het gewenste stopniveau voor pomp 2: 12.3.3 Alternerend bedrijf van pompen Selecteer of de pompen in alternerend bedrijf moeten werken. Kies tussen een van de analoge ingangen op de Datatransmitter 795 of de analoge ingang van de Pompregelaar 704. 24

13 Telefoonlijst voor alarmen (niet geldig voor versies met radio modem.) 13.1 Telefoonnummer 1-9 Dit menu bevat een lijst waar tot 9 telefoonnummers kunner worden ingevoerd. De nummers in de lijst zullen worden gebeld in de zelfde volgorde als dat ze zijn ingevoerd. 13.2 Nummer type Selecteer het telefoonnummer type voor de huidige invoer. Kies tussen SMS, gewone telefoon, semafoon of PC. Let op dat semafoon alleen beschikbaar is bij versies met ingebouwd modem. 13.2.1 Telefoonnummer Voer he telefoonnummer in. De # toets kan worden gebruikt om te wachten op de kiestoon in lokale netwerken. De # kan ook worden gebruikt om een pauze van 2 seconden in te voeren. Bijvoorbeeld: 0#45 56 06 56##39; kies 0, wacht op de kiestoon van het telefoonnetwerk, kies 45560656, wacht 4 seconden en kies dan 39. Gebruik de numerieke toetsen en bevestig met ENTER. Er kunnen maximaal 17 cijfers worden ingevoerd. 13.2.2 Invoeren van semafoon bericht Wanneer een telefoonnummer is geselecteerd als semafoonnummer, kan hier een semafoon bericht/code (bijvoorbeeld het telefoonnummer van de Datatransmitter zelf) worden ingevoerd met een maximum van 17 cijfers. Het bericht kan per telefoonnummer verschillend zijn. Semafoon berichten zullen worden weergegeven in het display van de semafoon samen met een code voor het alarmtype dat de oproep heeft veroorzaakt. Een voorbeeld: wanneer digitale ingang nummer 5 van een Datatransmitter met het telefoonnummer 45560656 een alarm ingang ontvangt, zal de code 05-45560656 worden verzonden naar de semafoon. De alarm codes zijn: 01 : Digitale ingang 1 02 : Digitale ingang 2 03 : Digitale ingang 3 04 : Digitale ingang 4 05 : Digitale ingang 5 06 : Digitale ingang 6 07 : Digitale ingang 7 08 : Digitale ingang 8 09 : Digitale ingang 9 (optie) 10 : Digitale ingang 10 (optie) 11 : Digitale ingang 11 (optie) 12 : Digitale ingang 12 (optie) 13 : Digitale ingang 13 (optie) 14 : Digitale ingang 14 (optie) 15 : Digitale ingang 15 (optie) 16 : Digitale ingang 16 (optie) 21 : Analoge limiet 1 LAAG 22 : Analoge limiet 2 LAAG 23 : Analoge limiet 3 LAAG 24 : Analoge limiet 4 LAAG 31 : Analoge limiet 1 HOOG 32 : Analoge limiet 2 HOOG 33 : Analoge limiet 3 HOOG 34 : Analoge limiet 4 HOOG 40 : MJK 704 systeemfout 41 : MJK 704 uitgang 1 42 : MJK 704 uitgang 2 43 : MJK 704 uitgang 3 44 : MJK 704 uitgang 4 51 : combi alarm 1 52 : combi alarm 2 53 : combi alarm 3 54 : combi alarm 4 55 : combi alarm 5 56 : combi alarm 6 57 : combi alarm 7 58 : combi alarm 8 90 : MJK stroomstoring Gebruik de numerieke toetsen en bevestig met ENTER. 25