Voorwoord van de schrijfster Als muziektherapeut krijg ik vaak de vraag wat muziektherapie is. Je zingt een liedje en dan zijn mensen blij? Uhm dat komt wel eens voor ja. Wat doe je nou eigenlijk precies? Tja, heel veel verschillende dingen Ik kan een definitie geven van muziektherapie, vertellen dat we werken met methodes, doelen, verwijzingen. Ik kan vertellen dat er veel verschillende werkvormen zijn. Dat ik met de mensen zing om ze blij te maken, maar ook om ze hun verdriet en boosheid te laten voelen. Muziektherapie kan leuk zijn, maar ook pijnlijk. Ik kan met mijn cliënt samen een compositie maken, een cd opnemen met een eigen lied erop, samen improviseren op verschillende instrumenten, oefeningen doen, samen naar muziek luisteren Als ik dat allemaal heb verteld, blijf ik nog steeds met het gevoel achter dat ik de essentie nog niet heb overgebracht. Ik wil graag uitleggen wat er écht gebeurt wanneer ik samen met een cliënt muziek maak of beluister. Ik wil mensen laten ervaren hoe het voelt wanneer die verbinding er is tussen de muziek, mijn cliënt(en) en mijzelf. Als ik een voorbeeld geef, een verhaal uit de praktijk, lukt het al wat beter. Tijdens een presentatie van mij, in het Alzheimer Café, viel er na zo n verhaal een stilte. Mensen waren zichtbaar ontroerd. Iemand zei: Je zou een boek moeten schrijven. Het heeft even geduurd, maar nu is het dan
zover. Het blijft onmogelijk om het moment van die klik in woorden te vangen. Ik ben van mening dat het zoeken naar en bereiken van het moment van verbinding, de klik, de essentie is van mijn vak, en misschien wel van het leven zelf. Mede met behulp van de prachtige tekeningen door Nadya Slenders geloof ik dat het mogelijk is geworden om vele bijzonder waardevolle momenten met mijn lezers te delen. De in dit boekje aanwezige foto s heb ik gemaakt van instrumenten die voor de muziektherapie worden gebruikt. Ik heb gekozen om in dit boekje niet in te gaan op mijn ervaringen met cliënten vanuit de revalidatie. Niet omdat emoties hier geen rol spelen, maar omdat zij daar ondergeschikt zijn aan het doel. Het gaat er in eerste instantie om dat iemand beter kan bewegen, of weer leert spreken. In dit boekje wil ik juist de therapie vanuit de gevoelsbeleving beschrijven en daarmee zou ik de revalidatie tekort doen. Ik heb dit boekje bedoeld voor iedereen die interesse heeft in muziektherapie en/of de beleving van ouderen in een verpleeghuis. De student, de docent, de collega muziektherapeuten, mijn vele collega s van arts tot verzorgende, familie en vrienden van een oudere in een verpleeghuis en misschien ook soms de oudere zelf. Als ik een ander half zo weet te raken als ik geraakt ben, dan is hiermee het doel van dit boekje bereikt.
In verband met privacy zijn alle namen volledig gefingeerd, de geslachten soms veranderd en de details wat aangepast. Af en toe heb ik twee verhalen samengevoegd tot één verhaal of gedicht. Buiten deze aanpassingen zijn alle momenten werkelijk voorgevallen en weet ik bij ieder verhaal en gedicht nog het gezicht dat erbij hoort. Ook al heb ik in de loop van de jaren veel namen vergeten, de mensen die deze mooie momenten met mij hebben gedeeld zullen altijd deel van mij uit blijven maken. Monique C. Kalma
(foto gemaakt door Nele Kussé)
Magie Muziek strijkt glad De rimpels van het hart De toverklanken van een kinderlied Al eeuwen oud en toch ook weer niet Zacht sijpelend als regen Door gebarsten grond En weldra bloeit weer even Een glimlach rond haar mond
Toekomstplannen Meneer van Pinksteren vindt niet veel aansluiting bij zijn groepsgenoten. Hij wil praten over zijn pijnlijke emoties terwijl de anderen die pijn liever even opzij zetten. Hij wil filosoferen over de mensheid, het heelal, het waarom van de dingen. Hij begrijpt niet waarom de anderen niet met hem willen praten. Hij reageert soms geërgerd om zo hopelijk een zinnige discussie te kunnen ontlokken. Nu zit hij vaak alleen aan een tafeltje, ik vind dat hij er wat verloren uit ziet. Hij heeft het gevoel dat hij met al zijn kennis en gevoelens niet genoeg wordt gewaardeerd. We luisteren naar verschillende muziekstukken. Meneer van Pinksteren vertelt met geleerde bewoordingen over de emoties en herinneringen die de muziek oproept. Hij legt uit dat mensen niet begrijpen hoe het is om met de beperkingen van schade na een CVA verder te leven. Zij denken dat je na twee jaar wel weer gewoon je leven kunt oppakken. Maar ik voel mij iedere dag vreemd in mijn hoofd. Ik kan niet meer helemaal denken en voelen zoals ik dat vroeger kon. Alsof ik een vreemde geworden ben, en ik kan het maar niet begrijpen. Met mijn verstand wel, maar niet met mijn gevoel. Hij hoort overeenkomsten tussen de opbouw van een muziekstuk en zijn levensloop. Meneer vertelt mij dat hij voor de toekomst nog graag veel wil bijdragen aan de intellectuele ontwikkeling van zijn kinderen. Hij ziet voor zichzelf nog een politieke carrière weggelegd. Omdat hij
iets voor zijn kinderen wil achterlaten stel ik voor om een muziekstukje te componeren. Hij zal een gedicht bedenken voor zijn dochter en dan gaan we het samen op muziek zetten en opnemen. Meneer van Pinksteren ziet het wel zitten om aan zo n gewichtig project te werken. De volgende week heeft hij inspiratie opgedaan aan de hand van een aantal hoogstaande Franse dichters. Hij noemt een aantal titels en vertelt mij zijn interpretatie van deze geliefde werken. Weer een week later komt hij met zijn tekst die ongeveer als volgt gaat: Lieve Suzanne ik heb je lief Je bent mijn hartendief Je maakt me zo trots als een pauw En ik hou heel veel van jou Ik ben ontroerd en verrast door deze simpele zinnetjes die voor hem zoveel betekenen. We hebben niet meer de kans gekregen om er muziek bij te schrijven. Een paar dagen later is hij plotseling, onverwacht, overleden. Het gedichtje is aan de familie meegegeven.
Het Roosje Lieverd, wees maar niet meer bang Ik ben nu toch bij jou En t knaapje zag een roosje staan Roosje op de heide Nee, er staat niemand op de gang En je jurk is prachtig blauw t Had zo n keurig kleedje aan Snel is hij erheen gegaan t was of het hem beide Luister, dit liedje ken je toch? Geleerd op school, herinner je nog? Kom laten we samen zingen nou.. Roosje, roosje, roosje rood Roosje op de heide Vroeger in een koor gezongen? Ja, je bent nog goed van stem t Knaapje zei ik pluk u af Roosje op de heide Je man zong dit voor jou als jongen? Laten wij nu dan zingen voor hem Roosje zei ik weer u af En ik prik u voor uw straf Wilt gij dat ik lijde?
Ach wat zal dat moeilijk zijn Een geliefde missen doet zoveel pijn Je moet nu verder zonder hem Roosje, roosje, roosje rood Roosje op de heide Ik denk dat hij ook na het leven nog net zo heel veel van je houdt En het wilde knaapje brak t Roosje op de heide t is niet erg hoor, huil maar even Dan zing ik dit liedje zo vertrouwd t Roosje weerde zich en stak Maar de knaap rukt van de tak t Roosje op de heide Ja, het is een mooie dag En door je tranen straalt een lach Wat heerlijk dat je al zo lang bent getrouwd! Roosje, roosje, roosje rood Roosje op de heide
Ik kan niet zingen Ze wil nooit mee naar de muziektherapie, heeft altijd te veel pijn en voelt zich niet vrolijk. De antidepressiva helpen niet zo goed. Ze is ook al in de tachtig en intelligent, heeft het heus wel door als er een spelletje met haar wordt gespeeld. Ik kan haar toch niet overhalen, zegt ze. De laatste tijd ligt mevrouw Hazelaar steeds vaker in bed, door de dokter voorgeschreven rust. Ik kom aan haar bed zitten en maak een praatje. Vandaag is ze ongeveer vijfendertig jaar en wordt eigenlijk op kantoor verwacht, maar moeder heeft haar in bed gestopt. Ze weet niet zeker of haar vader overleden is of weggelopen. Ze vraagt of ik nog steeds zing. Ik zing een liedje voor haar en ze playbackt enthousiast mee. Ze kent de woorden maar kan immers niet zingen, veel te vals. Dat zei de juf vroeger al. Ik noem de titel van een liedje en vraag of zij die kent. Zachtjes zingt ze een stukje voor mij. Mevrouw Hazelaar vertelt over school en over haar liefdeservaringen. Die mag ik niet doorvertellen, ik beloof het. Opeens vraagt ze mij of ik haar dik vind, ze knijpt in haar wangen. Ik kijk naar een magere hoogbejaarde vrouw. Het raakt mij dat zij zich nog steeds graag mooi wil voelen. Ik verzeker haar dat ze prachtig slank is, helemaal niet dik. Tevreden gaat ze verder met de liedjes. Ze vertelt me dat ze vaak s nachts liedjes verzint en die wil ze dan voor mij opschrijven, maar de volgende ochtend is ze alles vergeten. Het
zijn de mooiste liedjes. We zingen en praten nog wat verder. Na meer dan een half uur zie ik dat ze moe begint te worden en ik maak aanstalten om te vertrekken. Nou, kom nog maar eens langs wanneer je wilt. Het was heel gezellig en je hebt het leuk geprobeerd, als je maar niet denkt dat ik ga zingen. Ik kan niet zingen Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Ze zwaait me lachend na, rode blosjes op de wangen.