Inspectierapport KDV de Klompjes (KDV) Dorpsstraat 69 6678BG OOSTERHOUT GLD Registratienummer 106850532 Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Overbetuwe Datum inspectie: 19-05-2015 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 05-06-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. In het kader van het onderzoek is een vragenlijst gestuurd naar de oudercommissie. De vragenlijst is op 25 mei retour ontvangen. De oudercommissie geeft hierin aan dat zij tevreden is over de samenwerking en de gang van zaken bij KDV de Klompjes. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van dit onderzoek. Na de feiten over het kindercentrum (en de inspectiegeschiedenis), volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over het kinderdagverblijf Kinderdagverblijf de Klompjes, onderdeel van de Klompjes BV, biedt momenteel opvang aan maximaal 47 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar in vier stamgroepen. Er is een registratie voor 64 kindplaatsen. De houder wil dit voorlopig niet wijzigen omdat het kindaantal weer kan gaan aantrekken. In dat geval kan de vijfde stamgroep weer geopend worden. Het kinderdagverblijf bevindt zich in Oosterhout, samen met de twee vestigingen buitenschoolse opvang. De vestigingen werken nauw samen. De kinderen van het kinderdagverblijf hadden bijvoorbeeld een circus voorstelling gedaan voor de kinderen van de buitenschoolse opvang. Onderzoeksgeschiedenis Bij de jaarlijkse onderzoeken in 2013 en 2014 zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Bevindingen op hoofdlijnen Bij dit onderzoek wordt wederom aan alle getoetste items voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (versie Januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. Er is geobserveerd op de babygroep, verticale groep en tijdens buiten spelen. Pedagogische praktijk Emotionele veiligheid Kennen/herkennen " De beroepskrachten kennen ieder kind in de groep; ze kennen hen bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden (bv karakter, slaapritueel..). In het contact wordt die kennis gebruikt". Een beroepskracht van de babygroep zegt het volgende: "Je leert de kinderen kennen, je leert de huiltjes herkennen. X kan niks zeggen maar we begrijpen hem wel". Op elke groep werken vaste beroepskrachten. Bij verlof of ziekte van een beroepskracht wordt vervanging uit het eigen team geregeld. Respectvol contact " De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op". Voorbeelden: - Op de verticale groep: Een baby huilt in de box. De beroepskracht pakt hem uit de box en zegt "Wat is er jongen?" Ze legt hem op de mat, maar daar gaat de baby weer huilen. " Wil je even lekker aandacht?". En ze zet hem in de wipstoel bij de tafel waar nog meer kinderen zitten met een beroepskracht. - Na een tijdje gaat de baby ook hier huilen. De beroepskracht reageert: "Ben je moe aan het worden? Ze pakt hem op haar schoot. "Kom er nog maar even bij zitten, dat is wel gezellig". Sfeer Op de verticale groep is de sfeer wat onrustig. Er zijn twee baby's die een tijdje overmatig huilen bij het naar bed gaan. Op de groep zijn 6 baby's en daarnaast zijn er nog 2 dreumesen en 2 peuters. Al met al hebben de twee beroepskrachten het druk. Op een gegeven moment worden de houder en assistent, die op kantoor aanwezig zijn, gevraagd om te komen helpen. Ze mogen een baby de fles geven en de grotere kinderen meenemen naar buiten om te gaan spelen. Ondertussen haalt een beroepskracht een baby die huilt uit bed en troost hem terwijl de andere beroepskracht probeert de andere baby te laten slapen, door hem te wiegen in een kinderwagen op de slaapkamer. De houder geeft bij de toezichthouder aan dat de verticale groep steeds meer horizontaal wordt, er komen steeds meer jongere kinderen. De indeling van de groep gaat daarom veranderen, over een paar maanden, wanneer enkele kinderen over gaan naar de peutergroep. Er zal dan meer rust ontstaan op de groep. 4 van 10
Persoonlijke competentie Verbinding "(...) In de horizontale groep zorgt de beroepskracht voor verbinding met andere baby's". Het is tijd voor een fruithapje en de baby's en dreumesen gaan aan tafel. De beroepskracht zingt een liedje waarbij zij alle namen noemt van de kinderen en van zichzelf en haar collega. Buitenactiviteiten "Kinderen gaan dagelijks een (vaste) deel van de tijd naar buiten. In de buitenruimte is spelmateriaal aanwezig; kinderen worden aangezet tot individueel en gezamenlijk spel. (...)". De peuters spelen een hele tijd buiten na het fruit eten. Er staan allerlei speeltoestellen en speelhuisjes. Een beroepskracht blaast bellen met een groepje kinderen, ze mogen allemaal proberen en de rennen achter de bellen aan. Ook wordt er veel gefietst, er zijn ruim voldoende fietsjes aanwezig. Overdracht van normen en waarden Voorbeeldfunctie "De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden; ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten en helpen. (...)". De beroepskrachten werken samen, ze overleggen en ze zijn vriendelijk en betrokken in het contact met de kinderen. Op basis van de observatie is geconstateerd, dat de pedagogische praktijk op alle competenties voldoet. Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (verticale groep, babygroep, peuters bij buitenspelen) 5 van 10
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten en stagiaire beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een diploma dat voldoet aan de gestelde eisen. Opvang in groepen Er is sprake van 4 stamgroepen: - Minnie, met maximaal 9 kinderen van 0-2 jaar - Donald, met maximaal 12 kinderen van 2-4 jaar - Goofy, met maximaal 14 kinderen van 3-4 jaar - Pluto, met maximaal 12 kinderen van 0-3 jaar Beroepskracht-kindratio Er worden voldoende beroepskrachten ingezet in relatie tot het aantal kinderen. 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KDV de Klompjes Website : http://www.deklompjes.nl Aantal kindplaatsen : 64 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : De Klompjes BV Adres houder : Dorpsstraat 69 Postcode en plaats : 6678BG OOSTERHOUT GLD Website : www.deklompjes.nl KvK nummer : 50102109 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Adres : Postbus 5364 Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM Telefoonnummer : 0800-8446000 Onderzoek uitgevoerd door : Suzanne Duchateau Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Overbetuwe Adres : Postbus 11 Postcode en plaats : 6660AA ELST GLD Planning Datum inspectie : 19-05-2015 Opstellen concept inspectierapport : 01-06-2015 Zienswijze houder : 04-06-2015 Vaststelling inspectierapport : 05-06-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 05-06-2015 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 05-06-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 12-06-2015 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Door de inspectrice is dit jaar een uitgebreid bezoek afgelegd. Zij heeft binnen dit bezoek aan verschillende groepen met name geruime tijd geobserveerd op onze verticale groep. Uit het rapport blijkt dat zij het als een onrustige groep ervaren heeft. Dat het bij tijd en wijle een onrustige groep is ontkennen wij niet: de combinatie baby s en peuters op een groep vereist veel van de pedagogische, plannings- en praktische vaardigheden van de collega s. Hierbij willen wij een kanttekening plaatsen. Vanuit de groep is na de inspectie aangegeven dat zij het tamelijk belastend vonden om zo lang en uitgebreid bekeken te worden. Er zijn zelden onbekende volwassenen op een groep die buiten het directe proces met de kinderen blijven. Het inspectiebezoek voelde voor de collega s als een controle op hun handelen. Daardoor hebben ze minder ontspannen gewerkt en ze vrezen dat ze dit voor een deel, hoewel ongewild, op de kinderen hebben overgedragen. Wij zijn wij dat het rapport goed is en dat er veel positieve bevindingen in staan. Een inspectie waarbij het pedagogisch klimaat onder de loep genomen wordt vinden wij altijd bijzonder waardevol. Er wordt er gekeken naar de kern van ons handelen: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie en de overdracht van waarden en normen. Bovenop het fundament van veilige en hygiënische, verantwoorde opvang door gekwalificeerde medewerkers maken deze onderzochte aspecten dat opvang daadwerkelijk meerwaarde krijgt. Alle collega s hebben ook dit jaar weer hard gewerkt, en zij doen dit altijd met hart en ziel. Uit de opmerkingen in het rapport blijkt dat zij er op alle groepen ondanks dat het soms druk is- goed in slagen vast te houden aan wat wij bij De Klompjes in de basis het belangrijkst vinden: persoonlijke aandacht voor elk kind, zodat zij zich bij ons veilig en gewaardeerd voelen! 10 van 10