Examenopgaven VMBO - GL en TL - COMPEX 2003



Vergelijkbare documenten
Examenopgaven VMBO - GL en TL - COMPEX 2003

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 vmbo gl/tl I

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Examen VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift examen VMBO - GL en TL - COMPEX 2003

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 vmbo gl/tl I

NaSk 1 Elektrische Energie

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

natuur- en scheikunde 1 CSE GL en TL COMPEX

Correctievoorschrift examen VMBO-KB 2003

Examen VMBO-GL en TL-COMPEX

Examen VMBO-BB. natuur- en scheikunde 1 CSE BB. tijdvak 1 maandag 18 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-GL en TL-COMPEX

Examentraining HAVO5 Oriëntatietoets 1

natuur- en scheikunde 1 CSE GL en TL COMPEX

Examen VMBO-GL en TL-COMPEX 2005

Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.

natuur- en scheikunde 1 CSE GL en TL

Examen VMBO-GL en TL COMPEX

Examen VMBO-GL en TL-COMPEX

Examen VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

Maandag 15 juni, uur

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

natuurkunde 1,2 Compex

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

Examen VWO Compex deel 2. Natuurkunde

natuur- en scheikunde 1 CSE GL en TL COMPEX

Examen HAVO. Natuurkunde 1 (nieuwe stijl)

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

wiskunde CSE GL en TL

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 compex vmbo gl/tl I

Examenopgaven VMBO-BB 2003

natuur- en scheikunde 1 CSE KB

Examen HAVO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 13. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus,

Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na

Examen VMBO-GL en TL-COMPEX

TENTAMEN NATUURKUNDE

Examen VMBO-GL en TL-COMPEX

natuur- en scheikunde 1 CSE BB

NATUURKUNDE. Donderdag 5 juni, uur. MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN C - niveau

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

natuur- en scheikunde 1 CSE BB

Examenopgaven VMBO-BB 2003

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.

In autotijdschriften staan vaak testrapporten van nieuwe auto s. In de figuur op de bijlage is zo n overzicht afgedrukt.

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. natuurkunde 1,2. tijdvak 1 woensdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Examenopgaven VMBO-GL en TL - COMPEX 2004

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

natuur- en scheikunde 1 CSE GL en TL

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Examen VMBO-GL en TL-COMPEX 2005

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 compex vmbo gl/tl I

Examen HAVO - Compex. natuurkunde 1,2 Compex

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Op een vliegdekschip moeten straaljagers over een zeer korte afstand tot stilstand komen.

Eindexamen vmbo gl/tl nask1 compex I

Opgave 2 Caravan. Havo Na1,2 Natuur(kunde) & techniek 2004-II.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO-C NATUURKUNDE. Donderdag 13 juni, uur. MAVO-C Il

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 compex vmbo gl/tl I

12,6 km m. 102 km m. 34 cm m. 0,3 m cm. 0,012 m cm. 30 minuten s. 1,3 uur s. 125 s minuten. 120 km/h m/s. 83 km/h m/s. 19 m/s km/h.

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Voortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!!

MAV04. NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Woensdag 30 augustus,

natuur- en scheikunde 1 CSE KB

Naam: Klas: Practicum veerconstante

Examen VWO. tijdvak 1 vrijdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 compex vmbo gl/tl I

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.

Studievoorbereiding. Vak: Natuurkunde voorbeeldexamen. Toegestane hulpmiddelen: Rekenmachine. Het examen bestaat uit: 32 meerkeuzevragen

OPGAVEN VOOR DE EERSTE RONDE VAN DE NEDERLANDSE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2008

Examen VMBO-GL en TL 2005

Examen VMBO-GL en TL - COMPEX

Examen VWO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

4 Kracht en beweging. 4.1 Krachten. 1 B zwaartekracht Op het hoogste punt lijk je gewichtloos te zijn, maar de zwaartekracht werkt altijd op je.

Dit examen bestaat uit twaalf opgaven Bijlage: 1 antwoordblad

Examen VMBO-GL en TL

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Vrijdag 8 juni, uur

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

MAVO-D II. Donderdag 13 junj, uur. Dit examen bestaat uit elf opgaven Bijlage: 1 antwoordblad

Videometen met Coach7

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Examen VWO - Compex. wiskunde A1

natuur- en scheikunde 1 CSE BB

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015

wiskunde CSE GL en TL

1 oppervlakte grondvlak hoogte

Transcriptie:

Examenopgaven VMBO - GL en TL - COMPEX 2003 tijdvak 1 vrijdag 23 mei 13.30-15.30 uur NATUUR- EN SCHEIKUNDE 1 CSE GL EN TL NATUURKUNDE VBO-MAVO-D Bij dit examen horen een uitwerkboekje en een diskette. Gebruik het tabellenboekje Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 67 punten te behalen. Attentie! Voor de vragen 23 tot en met 34 moet je de computer gebruiken. Verondersteld wordt dat je, voor zover nodig, bekend bent met de software. Je geeft de antwoorden van deze vragen, net zoals bij de vragen 1 tot en met 22, op papier tenzij anders is aangegeven. Als gevraagd wordt resultaten op te slaan, doe je dat op de uitgereikte diskette in het diskettestation A:\. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten maximaal behaald kunnen worden. 300005-584-537o

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Open vragen Geef niet méér antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd, geef er dan twee en niet méér. Alleen de eerste twee redenen kunnen punten opleveren. Vermeld altijd de berekening, als een berekening gevraagd wordt. Als een gedeelte van de berekening goed is, kan dat punten opleveren. Een goede uitkomst zonder berekening levert geen punten op. Geef de uitkomst van een berekening ook altijd met de juiste eenheid. TWEE BLOKKEN Twee blokken hebben een gelijke massa maar een verschillend volume. Zie onderstaande figuur. blok 1 blok 2 tafelblad 1p 1 Welk blok heeft de grootste dichtheid? A blok 1 B blok 2 C De dichtheid van beide blokken is gelijk. 1p 2 De beide blokken hebben een even groot grondoppervlak. Van welk blok is de druk op het tafelblad het grootst? A blok 1 B blok 2 C De druk op het tafelblad is bij beide blokken gelijk. AANRECHT Hans en Anneke gaan een nieuwe keuken kopen. Ze zijn ook op zoek naar een nieuw aanrechtblad. Het aanrechtblad dat ze nodig hebben, moet 3,10 m lang, 60 cm breed en 4,5 cm dik zijn. 4p 3 Ze kiezen voor een granieten aanrechtblad. Bereken de massa van een granieten aanrechtblad met de bovenstaande afmetingen. 300005-584-537o 2 ga naar de volgende pagina

DODE HOEK Als een fietser zich rechts naast een vrachtwagen bevindt, kan dit gevaarlijk zijn. Als de chauffeur vanuit zijn hoge plaats achter het stuur door het rechter zijraam kijkt, zonder gebruik te maken van spiegels, kan hij een groot gedeelte naast de vrachtwagen niet zien. 2p 4 In de figuur in het uitwerkboekje is een vooraanzicht getekend van een vrachtwagen zonder spiegels. Naast het rechter zijraam fietst een jongen. Geef in de figuur in het uitwerkboekje aan of de chauffeur de jongen kan zien en vul de conclusie in het uitwerkboekje in. 3p 5 Om het gebied naast het vrachtgedeelte te overzien kijkt de chauffeur in de hoofdspiegel. Het gebied dat de chauffeur in de hoofdspiegel niet kan zien noemen we de dode hoek. Deze dode hoek is vooral gevaarlijk als de vrachtwagen rechtsaf wil slaan. In het uitwerkboekje is een bovenaanzicht getekend, waarbij een fietser zich naast de vrachtwagen bevindt. Ook is de spiegel hierbij getekend. Laat in de figuur in het uitwerkboekje zien of de fietser zich in de dode hoek bevindt en vul de conclusie in het uitwerkboekje in. 300005-584-537o 3 ga naar de volgende pagina

1p 6 De laatste jaren is veel geëxperimenteerd met spiegels om het probleem van de dode hoek op te lossen. In de onderstaande figuur zie je een aantal extra spiegels die gemonteerd zijn op de vrachtwagen. Vooral de dobli-spiegel zorgt voor een aanzienlijke verbetering. Waarom is de dobli-spiegel een aanzienlijke verbetering? 1p 7 De nieuwste ontwikkeling is een infrarood-camera. Dit is een camera die gevoelig is voor infrarode straling. Deze is rechts aan de zijkant van de cabine gemonteerd. In de cabine zit een monitor die het beeld weergeeft. Waarom wordt gebruik gemaakt van infrarode straling? 300005-584-537o 4 ga naar de volgende pagina

KRAANOPENER Er bestaat een hulpmiddel voor mensen die niet in staat zijn om een gewone kraan open te draaien. Zie onderstaande figuur. P Ben heeft zo n kraanopener. Als hij de kraan wil openen duwt hij op de plaats P loodrecht tegen de kraanopener. De kraanopener staat weergegeven in het uitwerkboekje. 2p 8 Teken in de figuur in het uitwerkboekje de kracht en de bijbehorende arm. 300005-584-537o 5 ga naar de volgende pagina

DE CARAVAN De familie Heldoorn gaat met de caravan op vakantie. Ze willen ook graag de fietsen meenemen. Ze besluiten om de twee fietsen aan de voorkant van de caravan te plaatsen. We kunnen de caravan opvatten als een soort hefboom. Het draaipunt is de as van het wiel. Zie de figuur hieronder. F haak fietsen F z 0,3 m 3,2 m 4p 9 In de figuur staat het zwaartepunt van de caravan met de fietsen aangegeven. De massa van de caravan met twee fietsen is 900 kg. Bereken de grootte van de kracht van de trekhaak op de caravan (F haak ) die nodig is om hem in evenwicht te houden. 1p 10 Vader Heldoorn merkt dat de kracht van de trekhaak (F haak ) op de caravan te groot is. Hij overweegt om de twee fietsen achter op de caravan te plaatsen. Zal de kracht van de trekhaak op de caravan (F haak ) dan veranderen? A Ja, de kracht wordt groter, want het zwaartepunt schuift naar achter. B Ja, de kracht wordt kleiner, want het zwaartepunt schuift naar achter. C Nee, het maakt niet uit, want het geheel blijft even zwaar. 2p 11 Ze nemen ook een zware koelkast mee. Die plaatsen ze precies boven de as tussen de wielen. Volgens zoon Bert is dit een gunstige plaats, want dit heeft geen invloed op de kracht van de trekhaak op de caravan (F haak ). Ben je het met Bert eens? Licht je antwoord toe. PERSPEX 1p 12 Er wordt van een blokje perspex een stukje afgezaagd. Welke invloed heeft dat op de dichtheid van het overblijvende perspexblokje? A De dichtheid wordt kleiner. B De dichtheid blijft gelijk. C De dichtheid wordt groter. 300005-584-537o 6 ga naar de volgende pagina

OPKLAPBLAD Puck wil een uitklapbaar schrijfblad aan haar boekenkast maken. Zij wil een plank met scharnieren aan de boekenkast bevestigen. Als de plank uitgeklapt is, wordt hij door twee koorden tegengehouden. Puck vraagt zich af of het uitmaakt waar ze de koorden zal bevestigen. Ze maakt een tekening van haar ontwerp. Zie onderstaande figuur. A B A C B C D D In de tekening zijn punten A en B mogelijke punten om de koorden te bevestigen. Tussen de punten C zitten de scharnieren. 1p 13 Welke bewering is juist? A Bij bevestigen in A is de spankracht in het koord kleiner dan bij bevestigen in B. B Bij bevestigen in B is de spankracht in het koord kleiner dan bij bevestigen in A. C Het maakt niet uit waar ze de koorden bevestigt. De spankracht is in beide gevallen even groot. 3p 14 De figuur hieronder is een zijaanzicht van de plank met één koord. In de figuur werkt in punt D een kracht van 250 N. In het uitwerkboekje staat een schematische tekening van de situatie. A C D Construeer in de figuur in het uitwerkboekje de grootte van de spankracht in koord DA en vul in hoe groot de spankracht is. 300005-584-537o 7 ga naar de volgende pagina

DUIKPLANK 1p 15 Daphne loopt naar het uiteinde van de hoge duikplank. Daar blijft ze staan. De kracht(en) op Daphne wordt (worden) in de figuren hieronder op 4 manieren schematisch weergegeven. A B C D Welke manier is de juiste? A manier A B manier B C manier C D manier D 1p 16 Daphne stapt van de plank. Tijdens haar val ondervindt ze een versnelling van 10 m/s 2. Welke snelheid heeft Daphne na 0,8 seconde? A 0,8 m/s B 6,4 m/s C 8,0 m/s D 9,2 m/s E 10,0 m/s F 12,5 m/s 300005-584-537o 8 ga naar de volgende pagina

DE KWH-METER In een kwh-meter zit een schijf die ronddraait en daardoor het aantal kwh telt. Op deze kwh-meter staat: 75 omwentelingen is 1 kwh. 1p 17 Een apparaat met een vermogen van 2 kw wordt via een kwh-meter een uur lang ingeschakeld. Hoeveel omwentelingen heeft de schijf dan gemaakt? A 27 omwentelingen B 38 omwentelingen C 75 omwentelingen D 150 omwentelingen E 150 10 3 omwentelingen 3p 18 Met de opstelling hierboven kun je het vermogen van een broodrooster bepalen. Johan meet dat de schijf van de kwh-meter in 32 seconde één keer rondgaat. Bereken het vermogen van de broodrooster. 300005-584-537o 9 ga naar de volgende pagina

DE BUITENLAMP 1p 19 De familie Jansen heeft een buitenlamp waarin een gloeilamp van 60 W zit. De lamp brandt op 230 V. Hoe groot is de stroomsterkte door de lamp. A 0,26 A B 3,8 A C 13,8 A 4p 20 De familie Jansen wil de gloeilamp van 60 W vervangen door een spaarlamp van 10 W die evenveel licht geeft. Neem aan dat de lamp gemiddeld 4 uur per dag brandt. Een kwh kost 0,14. Bereken hoeveel geld de familie Jansen hierdoor in een jaar bespaart. 1p 21 De spaarlamp zorgt dat je minder geld uitgeeft aan energie. Noem een ander voordeel van de spaarlamp ten opzichte van een gloeilamp. 1p 22 Op de behuizing van de buitenlamp staat het volgende teken: Wat betekent dit symbool? Dit was de laatste vraag van dit deel van het examen. Ga verder met de volgende vragen, waarbij je gebruik moet maken van de computer. 300005-584-537o 10 ga naar de volgende pagina

FRIS WINDJE Het mooie weer komt er weer aan. Een ventilator kan bij warm weer wat verkoeling brengen. Zeker als je bij mooi weer op je kamer moet leren. De snelheid van de ventilator moet je dan ook zelf kunnen regelen. Met het programma Crocodile Physics onderzoeken we twee schakelingen waarmee je dat kunt bereiken. Kies in het examenscherm de link FRIS WINDJE. Je krijgt het onderstaande scherm te zien. In het eerste gedeelte zie je vier onderdelen, waarmee je een schakeling kunt maken om het toerental van de motor van de ventilator te regelen. 2p 23 Maak het schakelschema af zodat het toerental van de motor regelbaar is. Bewaar het scherm door het bestand op de slaan op de A-drive. Geef het bestand je eigen achternaam + 01 (bijvoorbeeld janssen01). In het tweede gedeelte zie je een andere schakeling, waarmee je het toerental kunt regelen. 1p 24 Zet de regelbare weerstand in de stand dat de motor het maximale toerental heeft en bepaal de stroomsterkte door de motor in dat geval. 3p 25 Zet de regelbare weerstand in het midden en bepaal het elektrisch vermogen van de ventilatormotor in dat geval. 300005-584-537o 11 ga naar de volgende pagina

Joep bestudeert de laatste schakeling. Hij zegt: Als je de spanning over de motor 2x zo groot maakt, wordt het toerental ook 2x zo groot. 3p 26 Maak duidelijk met getallen, die je in de schakeling afleest, of Joep gelijk heeft. Maak gebruik van een tabel zoals hieronder staat. spanning toerental Ga terug naar het examenscherm door Crocodile Physics af te sluiten. VRIJE TRAP Bij voetbal wordt soms hard op doel geschoten, zeker bij een vrije trap. We bestuderen de vrije trap met het programma COACH. Kies in het examenscherm de link VRIJE TRAP. Je komt in de activiteit voetbaltrap Je ziet dat een filmpje klaarstaat en daarnaast een leeg s,t-diagram. Speel het filmpje af. Het filmpje bestaat uit een aantal beeldjes. Voor de meting zijn er 14 geselecteerd. 2p 27 Start het meten door de groene knop aan te klikken. Meet zo nauwkeurig mogelijk de positie van de rechtervoet van de speler in elk geselecteerd plaatje. 1p 28 Zet in één van de lege vensters op het scherm het v,t-diagram. 300005-584-537o 12 ga naar de volgende pagina

Bewaar het scherm door het resultaat op de slaan op de A-drive. Geef het bestand je eigen achternaam + 02 (bijvoorbeeld janssen02). Je wilt weten hoe lang de voet contact heeft met de bal. Daarvoor moet je eerst de tijd tussen twee beeldjes van het filmpje weten. 2p 29 Toon aan met de gegevens uit één van de diagrammen dat de tijd tussen twee beeldjes gelijk is aan 0,002 s. Om de contacttijd van de voet met de bal te bepalen, moet je het Video-meting-scherm groot maken en een aantal meetpunten toevoegen rond het moment dat de voet de bal raakt. 4p 30 Maak het Video-meting-scherm groot. Voeg daarna een aantal meetpunten toe zodat je goed kunt bepalen wanneer de voet de bal raakt. Bepaal nu de contacttijd van de voet met de bal. Bewaar het grote Video-meting-scherm met de ingevoerde meetpunten door het bestand op de slaan op de A-drive. Geef het bestand je eigen achternaam + 03 (bijvoorbeeld janssen03). Je gaat nu verder naar de beweging van de bal kijken. Van die beweging van de bal zijn al metingen gedaan. Open in COACH de activiteit voetbalbaan. Je ziet nu twee grafieken van de beweging van de bal. 2p 31 Wat voor soort beweging maakt de bal nadat hij loskomt van de voet? Licht je antwoord toe met behulp van één van de twee diagrammen. Piet vraagt zich af waarom bij een vrije trap de spelers een muurtje vormen. Daarom rekent hij uit of de doelman een bal kan tegenhouden die zonder muurtje rechtdoor in het doel geschoten wordt. Stel dat de voetballer van het filmpje op 19 m afstand de bal recht in de bovenhoek van het doel schiet. De doelman heeft een reactietijd van 0,2 s. Hij doet er 0,4 s over om met zijn vuist de bovenhoek van het doel te bereiken. 3p 32 Laat zien met behulp van een berekening of de doelman de bal in dit geval kan tegenhouden. Gebruik hiervoor één van de diagrammen. Ga terug naar het examenscherm door COACH af te sluiten. (Bij het afsluiten van COACH hoef je het resultaat van voetbalbaan niet te bewaren.) 300005-584-537o 13 ga naar de volgende pagina

SPIEKBRIEFJE Leontine wil een spiekbriefje maken. Het blaadje dat ze heeft volgeschreven is 60 mm hoog. Ze maakt hiervan een fotokopie, die even groot is als het origineel. In het fotokopieerapparaat maakt een lens met een brandpuntsafstand van 50 mm een afbeelding. Kies in het examenscherm de link SPIEKBRIEFJE. 1p 33 Bepaal met behulp van het programma LENS hoe groot in dit geval de voorwerpsafstand is. Leontine wil het briefje verkleinen en gaat daarvoor naar een ander fotokopieerapparaat. Ze wil hier een briefje maken dat 15 mm hoog is. Als je een fotokopieerapparaat instelt om te verkleinen, verandert de plaats van de lens en de brandpuntsafstand van de lens. Bij dit fotokopieerapparaat is in dit geval de voorwerpsafstand gelijk aan 95 mm. Vink links onderin op het scherm gegevens aan en maak het beeld schermvullend. 3p 34 Bepaal met behulp van het programma LENS hoe groot in dit geval de brandpuntsafstand van de lens is en noteer de gegevens van het scherm op je antwoordblad. Voorwerpsafstand:. Brandpuntsafstand:. Beeldafstand:. Ga terug naar het examenscherm door het programma lens af te sluiten. 300005-584-537o* 14 einde