Advies. Nadere Vooropleidingseisen WEB. Stuurgroep. Advies. Nadere Vooropleidingseisen WEB



Vergelijkbare documenten
Doorstroomregeling vmbo - beroepsonderwijs

Geldend van t/m heden

- 1 - LIJST VAN DOOR CAO-PARTIJEN ERKENDE VAKDIPLOMA S ARTIKEL 32A LID 2 VAN DE CAO S IN DE METAAL EN TECHNIEK

Opleidingen Zorg en Welzijn niveau leerweg

Opleidingen met een 2 e instroommoment of meerdere instroommogelijkheden schooljaar

20 juni leerlingen gemeld bij Toekomstloket tot

VOORLICHTINGSAVOND, 11 MAART. Pakketkeuze 4TL

Voorlichtingsavond over 4 Mavo 19 februari 2018

DECANOLOGICA LEERJAAR 2 VMBO

domein crebo kwalificatiedossier crebo kwalificatie soort opleiding leerweg niveau

Informatiebrochure Sectorkeuze 3 VMBO-T. Schooljaar Mondial College. Locatie Meeuwse Acker

Gouden Lijst West-Brabant 1 april 2017

Ouderavond MAVO 2+3 woensdag 13 februari 2013

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

WELKOM. over leerwegen en afdelingen in LEERJAAR 2

Voorlichting sectorkeuze 3 VMBO-TL naar 4 VMBO-TL. sectorkeuze

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Mbo-opleidingen

VOORLICHTINGSAVOND, 16 februari. Pakketkeuze 4TL

ROA Fact Sheet. Arbeidsmarktrelevantie van grote MBO-opleidingen. Research Centre for Education and the Labour Market ROA

Open Huis. 13 februari 2017

Het belang van een juiste keuze.

DECANOLOGICA LEERJAAR 2 VMBO

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Informatiebrochure Profiel Sector. Leerjaar 3VMBO-TL

Wijziging van de Regeling vaststelling eindtermen beroepsonderwijs en overzicht bekostigde beroepsopleidingen

LEERWEGEN IN HET VMBO

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ouderavond MAVO 2 woensdag 13 februari Klas 2 op de drempel naar klas 3

Donderdag 30 november 2017

Keuze voorlichting. mavo januari 2016

MAVO op het Griftland College MAVO op het Griftland College

Keuzevoorlichting mavo-3. Decaan: I.C. de Vries. Welkom

De Raad van State gehoord (advies van 31 januari 2003, nr. W /III);

Factsheet onderwijs-, stage- en arbeidsmarkt februari 2015

Mbo-opleidingen

Sikkel Schooljaar PROFIELEN IN HET VMBO

MAVO op het Griftland College MAVO op het Griftland College

Bovenbouw vmbo. 11 januari 2017

Factsheet onderwijs-, stage- en arbeidsmarkt februari 2015

KEUZEBEGELEIDING LEERJAAR 2. Welke sector kies jij? En welke vakken horen daar eigenlijk bij?

AVILA-College. Algemene Ouderavond TL 3. Welkom

Keuzevoorlichting mavo-3. Decaan: I.C. de Vries. Welkom

Keuze voorlichting. mavo-3. decaanles 1

Bijlage Arbeidsmarktschets Techniek Vraag en aanbod in technische beroepen

Sector- en pakketkeuze voor ouders van leerlingen in 3 tl

Het VMBO op het Groenhorst College Nijkerk. Inleiding

Sector- en pakketkeuze. voor ouders van leerlingen in 3 tl

Welkom! Leerlingen bij ouders zitten. Mobiele telefoon a.u.b. uit.

Opleidingscode Opleiding Indeling volgens CREBO

Keuzevoorlichting mavo-3. Decaan: I.C. de Vries. Welkom

Loopbaanontwikkeling en begeleiding

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Mbo-opleidingen

Mededeling vaststelling syllabi centraal examen vmbo 2008 en 2009

Link servicedocume. Rating voor route 2. Servicedocument. Crebonummer OCW/EZ Naam

Leerwegen. Hub van Doornecollege basisberoepsgerichte leerweg kaderberoepsgerichte leerweg. Alfrinkcollege gemengde leerweg theoretische leerweg

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Mbo-opleidingen

Studiekeuzes van uw kind. Voorlichting voor ouders van leerlingen uit klas 2 VMBO-TL/Havo

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

WEET JIJ AL WAT JE WILT GAAN DOEN?

04CY ROC Rivor. MBO Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: oktober 2016

Informatieavond 3 mavo. Schooljaar

INFORMATIEBOEKJE PAKKETKEUZE VMBO

Kies je vakkenpakket. 2 en 3 MAVO

Keuzevoorlichting 2-MAVO

Donderdag 30 november 2017

IK GA VOOR DE SCHOOL VOOR TECHNIEK MBOAMERSFOORT.NL

MAVO op het Griftland College MAVO op het Griftland College

Keuzeavond Mavo 3 3 maart Door Anita Schutte Decaan Mavo/Havo

WELKOM. van KLAS 4 TL/M. op de OUDERAVOND. 24 september I. Barmentloo - de Boer, decaan

BROCHURE VERDER NA DE TWEEDE KLAS IN

opleidingen

Informatieavond. Mavo +

Kiezen in mavo 2. Cohort Park Lyceum Almere

Wat wil jij later worden

Domein_nr domein Studierichting_nr Studierichting Dossiercode Crebonu Dossier Crebo Kwalificatie 01. Bouw en infra 01.1 Bouwkunde bou

Christiaan Huygens College

Locatie vmbo-pro. Leren is doen, doen is leren!!!

Sectorkeuze. van mavo 3 naar mavo maart 2014

Interessegebied Richting Opleidingen Niveau Leerweg Plaats

MAVO op het Griftland College MAVO op het Griftland College

SCHOOLJAAR Verder na de derde klas. Voor ouders en leerlingen van de derde klas vmbo-tl. Marga Kloosterman, decaan

Algemene uitleg door 2College Durendael

Kiezen voor de toekomst

Thema-avond. 9 februari 2015

WELKOM OP DE LOB- VOORLICHTINGSAVOND VMBO TL3

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 4 2. KIEZEN 5 3. KIEZEN IN HET VMBO TL MAVO 6 4. SECTOREN VAKKENPAKKET (lessentabel) 8 6. BEROEPENÖRIENTATIE 9

Zou u zo vriendelijk willen zijn om bij uw zoon/dochter te gaan zitten. Voorlichting profielkeuze leerjaar 2 VMBO basis en kader

Keuzevoorlichting 2-MAVO

Informatie avond 3 mavo. Welkom ouders & leerlingen

Nog een paar maanden en dan is het schooljaar alweer afgelopen. Er zal dus moeten worden nagedacht over een vervolgopleiding.

Keuzevoorlichting voor 3 en 4 mavo. Decaan: I.C. de Vries. Welkom

Facts & Figures Limburg

Vakkundig in Actief leren. Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Oud-Beijerland

Interessegebied Richting Opleidingen Niveau Leerweg Plaats

keuzeformulier uiterlijk vrijdag 15 maart

Facts & Figures Gelderland

1. Het opschrift Kalenderjaar 2017 wordt vervangen door Kalenderjaren 2018 en Het opschrift Kalenderjaar 2018 komt te vervallen.

Transcriptie:

Stuurgroep Advies Nadere Vooropleidingseisen WEB Advies Nadere Vooropleidingseisen WEB

Advies Nadere Vooropleidingseisen WEB Stuurgroep Advies Nadere Vooropleidingseisen WEB april 2000

Verantwoording Dit advies is uitgebracht door de Stuurgroep Nadere Vooropleidingseisen WEB namens de Bve Raad, AOC-raad, VVO en Colo, op verzoek van het ministerie van OCenW en het ministerie van LNV. Van de Stuurgroep maakten deel uit: Annemieke Hesselmann (Bve Raad), John de Boer (ROC Amsterdam / Bve Raad), Broer Adema (AOC-raad), Wilma Bredewold (AOC-raad), Jaap Westbroek (VVO), Ben Lubberdink (VVO) en Rufus van der Kerke (Colo) De uitwerking van het advies heeft plaatsgevonden door SLO en Cinop, onder leiding van Wim Jellema (SLO) en Paul Steehouder (Cinop), in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de Stuurgroep.

Advies Nadere Vooropleidingseisen VMBO-SBO Inhoud 1. Inleiding 3 2. Regeling nadere vooropleidingseisen 5 2.1 Wettelijke kaders: WEB artikel 8.2.1 en 8.2.2 5 2.2 Aanvulling op de wettelijke kaders 6 2.3 Uitgangspunten voor de nadere vooropleidingseisen 6 2.4 Nadere vooropleidingseisen 7 2.5 Toelichting bij gebruikte indeling en codes 9 3. Uitwerking nadere vooropleidingseisen per sector 11 3.1 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen in de sector techniek 11 3.2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen in de sector zorg en welzijn 14 3.3 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen in de sector economie 15 3.4 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen in de sector landbouw 17 Bijlage 1: Sectorvakken in het vmbo 19 Bijlage 2: Advies nadere vooropleidingseisen WEB: toelichting, effecten en aanbevelingen 21 1

1. Inleiding Door de invoering van leerwegen in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) wordt het karakter van het onderwijs in het vmbo nadrukkelijk beroepsvoorbereidend. De feitelijke keuze voor een beroepsopleiding vindt plaats in het secundair beroepsonderwijs, waar leerlingen een beroepskwalificerende opleiding kunnen volgen. In samenhang met de invoering van de leerwegen vmbo zijn in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) wijzigingen aangebracht in de regeling van de vooropleidingseisen die gelden voor het secundair beroepsonderwijs. De twee belangrijkste zijn: 1. De basisberoepsopleiding is niet langer drempelloos. 2. In een ministeriële regeling worden doorstroomrechten van leerlingen vastgelegd. De invoering van het vmbo en de wijzigingen in de WEB hebben het noodzakelijk gemaakt de vooropleidingseisen voor vmbo-leerlingen nader te bepalen. Daarbij gaat het om een uitwerking van artikel 8.2.2. uit de WEB waarin de kaders voor de nadere vooropleidingseisen zijn vastgelegd. De ministeries van OCenW en LNV hebben Colo, Bve Raad, AOC raad en VVO gevraagd hierin te adviseren. De ministeries hebben bij dat verzoek een aantal inhoudelijke kaders meegegeven. Genoemde organisaties hebben voor de uitwerking van dit advies de Stuurgroep Advies Nadere Vooropleidingseisen WEB (hierna aangeduid als Stuurgroep ) ingesteld. Bij de totstandkoming van dit advies heeft de Stuurgroep nadrukkelijk de achterban van de in de Stuurgroep vertegenwoordigende instellingen betrokken. Naast dit advies heeft de Stuurgroep een notitie opgesteld getiteld: Advies nadere vooropleidingseisen WEB: toelichting, effecten en aanbevelingen. Deze notitie vormt een bijlage bij het Advies, waarin wordt ingegaan op de verwerking van de reacties van de achterbannen, de effecten van het vaststellen van de doorstroomregeling, de conclusies van de Stuurgroep ten aanzien daarvan en de aanbevelingen van de Stuurgroep. 3

2. Regeling nadere vooropleidingseisen 2.1 Wettelijke kaders: WEB artikel 8.2.1 en 8.2.2 In artikel 8.2.1, Vooropleidingseisen, van de WEB zijn de vooropleidingseisen voor opleidingen in het secundair beroepsonderwijs als volgt vastgelegd: 1. Vereiste voor inschrijving voor een vakopleiding en een middenkaderopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, is met inachtneming van het bepaalde krachtens artikel 8.2.2 het bezit van: a. een diploma lager beroepsonderwijs, een diploma voorbereidend beroepsonderwijs, of een diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voor zover het betreft de kaderberoepsgerichte leerweg; b. een diploma middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, of een diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voor zover het betreft de theoretische leerweg; c. een diploma mavo-vbo, of een diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voor zover het betreft de gemengde leerweg; d. een bewijs dat de eerste drie leerjaren van een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs of van een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs met gunstig gevolg zijn doorlopen, of e. een ander bij ministeriële regeling aangewezen diploma of bewijsstuk. 2. Vereiste voor inschrijving voor een specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, is het bezit van een diploma vakopleiding voor eenzelfde beroep of beroepencategorie. 3. Indien een assistentopleiding en een basisberoepsopleiding voorbereiden op eenzelfde beroep of beroepencategorie, bedoeld in artikel 6.4.1, vijfde lid, onderdeel k, is, met inachtneming van het bepaalde krachtens artikel 8.2.2, voor de inschrijving voor de basisberoepsopleiding vereist het bezit van: a. een diploma lager beroepsonderwijs, een diploma voorbereidend beroepsonderwijs, of een diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voor zover het betreft de kader- en de basisberoepsgerichte leerweg, b. een diploma middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, of een diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voor zover het betreft de theoretische leerweg, c. een diploma mavo-vbo, of een diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voor zover het betreft de gemengde leerweg, d. een bewijs dat de eerste drie leerjaren van een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs of van een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs met gunstig gevolg zijn doorlopen, of e. een ander bij ministeriële regeling aangewezen diploma of bewijsstuk. Indien een assistentopleiding en een basisberoepsopleiding niet voorbereiden op eenzelfde beroep of beroepencategorie, bedoeld in artikel 6.4.1, vijfde lid, onderdeel k, geldt, in afwijking van artikel 8.2.2, eerste lid, voor inschrijving voor een in de eerste volzin bedoelde basisberoepsopleiding geen vooropleidingseis. 4. Voor de inschrijving voor een assistentopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, en voor de inschrijving voor een opleiding educatie, gelden geen vooropleidingseisen. 5. Het bevoegd gezag kan in bijzondere gevallen afwijken van het eerste tot en met derde lid, indien de deelnemer naar verwachting het onderwijs in de desbetreffende beroepsopleiding met voldoende resultaat zal kunnen volgen. 6. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op examendeelnemers als bedoeld in artikel 8.1.1, eerste lid. 5

In Artikel 8.2.2, Nadere vooropleidingseisen, wordt het kader voor de nadere vooropleidingseisen aangegeven: 1. Op voorstel van organisaties in het voortgezet onderwijs, vertegenwoordigers van de instellingen, de landelijke organen, bedoeld in artikel 9.2.1, tweede lid, onderdeel a, en de commissies onderwijs-bedrijfsleven, bedoeld in artikel 9.2.1, derde lid, worden bij ministeriële regeling aangewezen de sectoren, bedoeld in de artikelen 10, 10b en 10d van de Wet op het voortgezet onderwijs, waarop het diploma middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, het diploma voorbereidend beroepsonderwijs, het diploma mavo-vbo en de diploma's voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs betrekking moeten hebben, alsmede vakken en andere programmaonderdelen die deel moeten hebben uitgemaakt van het examen ter verkrijging van een van deze diploma's, om te kunnen worden ingeschreven voor een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e. 2. In de ministeriële regeling kan onderscheid worden gemaakt naar groepen van deelnemers, dan wel kan worden bepaald dat de regeling niet van toepassing is op groepen van deelnemers. 2.2 Aanvulling op de wettelijke kaders In aanvulling op de hiervoor geciteerde wetsartikelen is aangegeven: 1. Artikel 8.2.2 geeft niet expliciet aan dat een verwantschapsregeling assistent-opleiding - basisberoepsopleiding deel uitmaakt van de ministeriële regeling. Een dergelijke regeling is voor een juiste uitvoering van 8.2.1 derde lid wel noodzakelijk. 2. Met het vastleggen van de nadere vooropleidingseisen (sectoren, alsmede vakken) in een ministeriële regeling vervalt het recht van het bevoegd gezag om zelf nadere vooropleidingseisen (zoals vakkenpakketeisen) te bepalen. 3. Bij de regeling gaat het erom de doorstroomrechten van de leerling te formuleren. Het gaat om een maximale eis. Dat wil zeggen instellingen kunnen er wel naar beneden van afwijken, maar geen verdergaande nadere vooropleidingseisen stellen. 4. Er kan geen verschil aangebracht worden in nadere vooropleidingseisen voor de beroepsopleidende en de beroepsbegeleidende leerweg. 2.3 Uitgangspunten voor de nadere vooropleidingseisen 1. De regeling moet transparant en consistent zijn. 2. De regeling moet brede doorstroommogelijkheden bieden. 3. De regeling mag geen onnodige drempels opwerpen en moet fuikwerking voorkomen. 4. De regeling dient ervoor te zorgen dat de in het vmbo ingevoerde sectorvorming ook het beoogde doel dient, namelijk die van een betere aansluiting. 5. Er is sprake van sectorbrede toelating: vanuit een aansluitende sector vindt toelating plaats zonder aanvullende eisen. 6. Ten aanzien van doorstroming naar niveau 2 geldt dat er een stimulans moet zitten in het behalen van het vmbodiploma. 7. Doorstroomrelevant voor alle kwalificatieniveaus in het secundair beroepsonderwijs zijn de sectorverplichte vakken in het vmbo. Overstap naar een andere sector is mogelijk via aanvulling met een sectorverplicht vak uit een niet-verwante sector 1. 8. Bij doorstroom met het vereiste diploma behorend bij een sector naar een opleiding in een nietverwante sector kán een aanvullende eis van maximaal één sectorvak uit de niet-verwante sector gesteld worden. Dit is echter niet noodzakelijk. Welk vak dat is wordt niet gespecificeerd in de doorstroomregeling. 9. Voor doorstroming naar de niveaus 3 en 4 wordt geen onderscheid gemaakt tussen de kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerweg. Tevens wordt geen onderscheid gemaakt in de doorstroming naar niveau-3 of 4-opleidingen. 10. Er vindt geen verdere uitsplitsing plaats in de regeling naar afdeling, vakkenpakket en differentiatie. 11. Basisberoepsopleidingen die geen niveau 1 hebben kennen een drempelloze toelating. 1 Zie Bijlage 1: Tabel met de sectorverplichte vakken in het vmbo 6

2.4 Nadere vooropleidingseisen Deze nadere vooropleidingseisen zijn een uitwerking van artikel 8.2.2 van de WEB. Na ministeriële vastlegging worden ze van kracht met ingang van 1 augustus 2003, wanneer leerlingen voor het eerst vanuit het vmbo doorstromen naar het secundair beroepsonderwijs. Voor de nadere vooropleidingseisen gelden de volgende grondregels: I. Drempelloze instroom Voor de niveau-1-opleidingen en niveau-2-opleidingen waarvoor een verwante niveau-1-opleiding ontbreekt geldt een drempelloze instroom. II. Doorstroming naar een verwante sector: het diploma vmbo Voor doorstroming naar de verwante vervolgsector geldt dat het vmbo-diploma zonder aanvullende eisen instroomrecht geeft. Het diploma basisberoepsgerichte leerweg geeft doorstroomrechten naar de niveau- 2 (basisberoeps)opleidingen in de verwante sector. De diploma s kaderberoepsgerichte-, gemengde en theoretische leerweg geven doorstroomrecht naar de niveau 3- (vakopleidingen) en niveau-4-(middenkader) opleidingen in de verwante sector. III. Doorstroming naar een niet-verwante sector: het diploma met (maximaal) een sectorvak Leerlingen die doorstromen naar een niet-verwante sector beschikken over het algemeen2 niet over beide (gevraagde) sectorvakken, die verplicht zijn in deze niet -verwante sector. Doorstroming naar de vervolgopleiding is in dit geval mogelijk wanneer de leerling over één van de sectorvakken voor de betreffende sector beschikt 3 Deze grondregel is alleen van toepassing op de sectoren Techniek en Economie: Sector techniek 1. Bij doorstroom van de basisberoepsgerichte leerweg in de sectoren zorg en welzijn en economie naar niveau-2-opleidingen in de sector techniek wordt wiskunde of natuur scheikunde 1 (nask 1) als vooropleidingseis gevraagd, tenzij deze opleiding drempelloos is door het ontbreken van een verwante niveau-1-opleiding. 2. Bij doorstroom van de kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerweg in de sectoren zorg en welzijn en economie naar de vakopleidingen (niveau 3) en de middenkaderopleidingen (niveau 4) in de sector techniek wordt wiskunde of natuur-scheikunde 1 (nask1) als vooropleidingseis gevraagd. Sector Economie 1. Bij doorstroom van de basisberoepsgerichte leerweg in de sector zorg en welzijn naar een niveau-2-opleiding in de sector economie wordt wiskunde, economie of een tweede moderne vreemde taal als vooropleidingseis gevraagd. 2. Bij doorstroom van de kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerweg in de sectoren zorg en welzijn naar de vakopleidingen (niveau 3) en de middenkaderopleidingen (niveau 4) in de sector economie wordt wiskunde, een tweede moderne vreemde taal of economie als vooropleidingseis gevraagd. Voor de sectoren zorg en welzijn en landbouw geldt geen nadere uitwerking van deze grondregel. Dat betekent dat instroom in deze sectoren mogelijk is op basis van het diploma. IV. Doorstroming met een diploma lbo, vbo of mavo Voor leerlingen met een diploma lbo, vbo of mavo gelden dezelfde grondregels als voor leerlingen met een vmbo-diploma. Leerlingen met een diploma lbo, vbo of mavo hebben geen onderwijs gevolgd in leerwegen en sectoren. Dat betekent dat de grondregels vertaald moeten worden naar leerlingen met een dergelijk diploma. Het advies daarvoor luidt: 2 De uitzondering op deze regel vormt doorstroming van de theoretische en -in mindere mate- de gemengde leerweg. Via het vrije keuzedeel kunnen deze leerlingen sectorverplichte vakken uit andere sectoren kiezen. 3 Voor de toelating tot de niveau-4-opleiding/specialistenopleiding geldt WEB, artikel 8.2.1., lid 2. Deze niveau-4-opleiding blijft derhalve in het Advies Nadere Vooropleidingseisen buiten beschouwing. 7

a) Het diploma mavo-c/d, lbo-c/d en vbo-c/d geeft toegang tot niveau-3- en -4- opleidingen b) Het diploma lbo-b en vbo-b geeft toegang tot niveau-2-opleidingen c) Het diploma lbo-a, vbo-a: via een assessment wordt bepaald of het diploma toegang geeft tot een niveau-1- of een niveau-2-opleiding. d) Voor doorstroming naar een specifieke sector met een lbo-, vbo- of mavo-diploma geldt dat de leerling in zijn pakket over een voor de betreffende sector relevant sectorvak dient te beschikken. 8

2.5 Toelichting bij gebruikte indeling en codes Bij de uitwerking per sector is een indeling gemaakt van de opleidingen in het secundaire beroepsonderwijs naar landelijke orgaan enerzijds en de sectoren techniek, zorg en welzijn, economie en landbouw anderzijds. Dit laatste conform de sectorindeling in het vmbo. In het schema hieronder worden de codes toegelicht die in de uitwerking per sector gebruikt worden. Niveau in WEB Criterium Code Niveau 1 / 2 Drempelloos: geen vooropleidingseisen Drempelloos Niveau 2 vmbo-diploma basisberoepsgerichte leerweg in de verwante sector B vmbo-diploma met (maximaal) een sectorvak uit een van de sectoren (niet nader gespecificeerd) Sectorvak techniek: B-TE wiskunde of natuur-scheikunde 1 [nask1]) Sectorvak economie: B-ECO economie tweede moderne vreemde taal of wiskunde Niveau ¾ vmbo-diploma kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische KGT leerweg in de verwante sector vmbo-diploma diploma kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg met (maximaal) een sectorvak uit een van de sectoren (niet nader gespecificeerd) Sectorvak techniek: KGT-TE wiskunde of natuur-scheikunde 1 (nask1) Sectorvak economie: KGT-ECO economie tweede moderne vreemde taal of wiskunde 9

3. Uitwerking nadere vooropleidingseisen per sector In dit hoofdstuk worden de consequenties van de nadere vooropleidingseisen toegepast op de kwalificatiestructuur van de WEB zoals die geldt voor het cursusjaar 2000 2001. Daarvoor is uitgegaan van de gids De eindtermen Crebo 1999/2000 (Cƒi, 1999) aangevuld met informatie van de afzonderlijke landelijke organen voor beroepsonderwijs in het geval er wijzigingen zijn in de kwalificatiestructuur met ingang van 1 augustus 2000. 3.1 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen in de sector techniek Tot de sector techniek in het secundair beroepsonderwijs worden de kwalificaties gerekend die vallen onder de volgende landelijke organen beroepsonderwijs: LOB SOM Bouwradius SVS INNOVAM/VOCAR VEV SVGB GOC VOC/BETEX VAPRO SBW SH&M Intechnium Transport-logistiek Branche/ Opleidingen secundair beroepsonderwijs Metaal Bouw Beschermings- en Afwerkingstechnieken, Reclame- en Presentatietechnieken Motorvoertuigen-, Carrosserie- en Tweewielertechniek Elektrotechniek Gezondheidstechnische Beroepen & Ambachten Grafische beroepen Mode en Textiel Proces-, Milieu-, Laboratoriumtechniek en Fotonica Grond-, Weg- en Waterbouw Hout en Interieur Installatietechniek Transport en logistiek Tabel Nadere vooropleidingseisen in de sector Techniek Opleiding met kwalificatieniveau Sector vmbo Sector vmbo Sector vmbo Sector vmbo techniek zorg en welzijn economie landbouw Assistentenopleiding (niveau 1) Drempelloos Drempelloos Drempelloos Drempelloos Basisberoepsopleiding (niveau 2)* Basisberoepsopleiding (niveau 2) ** Vakopleiding (niveau 3) en Middenkaderopleiding (niveau 4) Drempelloos Drempelloos Drempelloos Drempelloos B B-TE B -TE B KGT KGT-TE KGT-TE KGT 11

B = basisberoepsgerichte leerweg K = kaderberoepsgerichte leerweg G = gemengde leerweg T = theoretische leerweg TE = Met sectorvak techniek: wiskunde of natuur-scheikunde 1 (nask1) * Dit geldt voor kwalificaties zonder een verwante niveau-1-kwalificaties (en deze zijn daarmee dus drempelloos toegankelijk). In de sector techniek betreft dit de volgende kwalificaties: Landelijk orgaan Niet -verwante basisberoepsopleiding: CREBO code 10 SOM 060 (Vliegtuigmonteur), 061 (Vliegtuig onderhoudsmonteur), 062 (Vliegtuigbouwer kunststoffen), 063 (Vliegtuigbouwer Metaal), 064 (Bank- en plaatwerker Vliegtuigbouwkunde), 065 (Modelmaker Hout Kunststof), 066 (Gieterijmedewerker), 071 (Aankomend werktuigbouwkundig tekenaar), 083 (Monteur Landbouwmechanisatie-techniek), 084 (Landbouw-mechanisatie Chauffeur Monteur), 085 (Installatie monteur), 115 (Scheepsmetaalbewerker), 116 (Isoleerder, Plaatbewerker), 751 (Monteur Mobiel Intern Transport) Bouw Radius 143 (Betonreparateur), 144 (Natuursteenbewerker), 145 (Primaire dakdekker), 148 (Voeger), 150 (Betonstaalverwerker), 737 (Steigerbouwer) SVS 156 (Medewerker toegepaste vormgeving), 168 (Betonreparateur), 169 (Dekvloerenlegger), 170 (Monteur systeemwanden en plafonds), 171 (Stukadoor) VEV 252 (Monteur Communicatienetten), 253 (Monteur Communicatie-installaties), 254 (Monteur Consumentenelektronica), 255 (Monteur Industriële Elektronica), 256 (Monteur Witgoedapparaten), 257 (Monteur Elektronisch Wikkelen), 258 (Monteur Elektrotechnische Panelen), 259 (Monteur Elektrische Vliegtuiginstallaties), 260 (Monteur Elektrische Bedrijfsinstallaties), 261 (Monteur Sterkstroominstallaties), 262 (Monteur Middenspanningsinstallaties), 263 (Monteur Laagspanningsnetten) SVGB 4 292 Assistent pianotechnicus), 301 (Aspirant Juwelier), 302 (Atelier Uurwerktechnicus), 303 (Productiemedewerker Goud- en Zilversmeden), 332 (Assistent Tandtechnicus), 338 (Assistent Audicien) VOC/BETEX 373 (Operator Filament- en vezelvervaardiging), 376 (Operator Vliesstofvervaardiging) VAPRO 698 (Proefdierverzorger), 699 (Medewerker beeldtechnieken), 700 (Basisveiligheid) SBW INTECHNIUM TRANSPORT & LOGISTIEK 454 (Aankomend buizenlegger), 455 (Kabelwerker), 457 (Aankomend Waterbouwer), 459 (Aankomend Rioleringswerker), 461 Aankomend Wegenwerker), 463 (Aankomend Straatmaker) 354 (Assistent distributiemonteur water), 555 (Assistent Distributiemonteur gas), 556 (Assistent Dakbedekkingmonteur), 525 (Tekenaar gebouweninstallaties), 526 (Tekenaar gebouwinstallaties), 527 (Tekenaar gebouwinstallaties), 534 (Onderhoudsmonteur installatietechniek) 643 (Stuurman werktuigkundige zeevisvaart SW6), 646 (Bakschipper/ dekknecht [Baggerbedrijf]), 647 (Scheepstechnicus [Zeevaart]), 648 (Schipper / machinist beperkt werkgebied), 652 (Matroos), 653 (Bootman), 667 (Toerwagenchauffeur / reisleider), 678 (Chauffeur goederenvervoer), 687 (Technisch administratief medewerker), 688 (Werktuigkundig monteur), 636 (Medewerker goederenontvangst en voorraadbeheer), 637 (Medewerker Orderverzameling en Goederenuitlevering), 668 (Verhuizer), 669 (Truckmixerchauffeur), 670 (Particulier begeleider exceptioneel transport), 671 (Chauffeur Kipautovervoer), 672 (Chauffeur geconditioneerd transport), 673 (Chauffeur veetransport), 674 (Chauffeur exceptioneel transport), 675 (Chauffeur autotransport), 676 (Autolaadkraanmachinist), 677 (Chauffeur afvalstoffen), 680 (Koerier), 679 (Warehousemedewerker), 691 (Operationeel medewerker Op- en overslag) ** Dit geldt voor kwalificaties die wel een verwante kwalificatie op niveau 1 hebben (en deze vereisen dus een vmbo-diploma voor toelating). In de sector techniek betreft dit de volgende kwalificaties: 4 De kwalificaties van de SVGB passen niet allemaal in de sector techniek. Vooralsnog worden ze ingedeeld in deze sector totdat er een nauwkeuriger indeling gemaakt kan worden op basis van analyse van de afzonderlijke kwalificaties. 12

Landelijk orgaan Verwante basisberoepsopleiding CREBO Code 10 SOM 086 (Productietechnisch vakkracht), 087 (Assemblage vakkracht), 089 Monteur, montage onderhoud), 101 (Machinaal Verspaner CNC), 102 (Slijper), 103 (Instrumentmaker), 104 (Graveur), 105 (Machinebankwerker werktuigbouw), 106 (Machinebankwerker Fijnmechanisch), 107 (Machinaal Verspaner), 108 (Frezer), 109 (Draaier), 117 (Pijpenbewerker), 118 (Plaatwerker), 119 (Forceur), 120 (Bankwerker Aluminium ramen), 121 (Constructiebankwerker/lasser), 122 (Plaat- en constructiewerker), 126 (Booglasser), 718 (Draad- en zinkvonker), 749 (was 714) (Plaatlasser), 750 (was 717) (Pijplasser) Bouw Radius 142 (Vakkracht Houtskeletbouw), 146 (Betonmodelmaker), 147 (Ovenbouw-metselaar), 149 (Betontimmerkracht), 153 (Primaire Timmerkracht), 151 (Tegelzetter), 152 (Primaire Metselaar) SVS 160 (Industriële lakverwerker metaal), 161 (Industriële lakverwerker hout), 162 (Metaalconserveerder), 177 (Glaszetter), 178 (Schilder) INNOVAM 207 (Eerste verkoper Tankstation), 208 (Onderdelenadviseur), 209 (Auto-elektricien), 210 (Autodemontagetechnicus), 211 (Assemblagetechnicus), 213 (Dieselmotortechnicus), 214 (Revisietechnicus), 219 (Motorfietstechnicus), 220 (Bromfietstechnicus), 221 (Fietstechnicus), 222 (Bedrijfsautotechnicus), 223 (Autotechnicus) VOCAR 212 (Carrosseriebouwer, 215 (Autospuiter), 216 (Voertuiginterieurbouwer), 217 (Autoschadehersteller), 218 (Caravanhersteller) SVGB 5 275 (Gezel Hersteller Schoenen en Lederwaren), 276 (Verkoopmedewerker Schoendetailhandel), 283 (Tassenvervaardiger), 284 (Klein Lederwarenvervaardiger), 285 (Assembleur), 286 (Stikker), 287 (Stanser), 311 (Assistent Orthopedisch Bandagist), 312 (Assistent Orthopedisch Instrumentmaker), 317 (Vervaardiger Orthopedische Voorzieningen Onderbeen/Voet), 318 (Onderwerkmaker), 319 (Schachtenmaker), 320 (Leestenmaker), 335 (Assistent Opticien) GOC 354 (Behoudsmedewerker, 355 (Verpakkingsoperator), 356 (Basisnabewerker), 357 (Basisdrukker), 358 (Basisvoorbereider) VOC/BETEX 370 (Uitvoerend medewerker Kleinvak Maatkleding), 371 (Uitvoerend medewerker Naai-/Perszaal), 372 (Uitvoerend Medewerker Snijzaal), 374 (Operator Veredeling), 375 (Operator Garenverwerking), 377 (Operator Vezelverwerking) VAPRO 088 (Operationele techniek), 415 (Laborant), 422 (Operator A), 423 Mechanisch Operator A), 424 (Procesoperator A), 697 (Laborant), 736 (Medewerker Algemene Operationele techniek) SH&M 478 (Parketlegger), 479 (Woningstoffeerder), 480 (Verkoper Wonen), 481 (Aankomend Meubelstoffeerder), 482 (Meubelmaker / Interieurbouwer / Scheepsinterieurbouwer), 483 (Machinaal Houtbewerker Timmer- Meubelindustrie), 484 (Werkplaatstimmerman), 485 (Gereedschapslijper), 486 (Bestekzoeker), 487 (Machinaal Houtbewerker Houthandel) INTECHNIUM 553 (Assistent Installatiemonteur), 535 (Monteur koudetechniek), 546 (Assistent Verwarmingsmonteur), 551 (Assistent installatiemonteur) 5 De kwalificaties van de SVGB passen niet allemaal in de sector techniek. Vooralsnog worden ze ingedeeld in deze sector totdat er een nauwkeuriger indeling gemaakt kan worden op basis van analyse van de afzonderlijke kwalificaties. 13

3.2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen in de sector zorg en welzijn Tot de sector zorg en welzijn in het secundair beroepsonderwijs worden de kwalificaties gerekend die vallen onder de volgende landelijke organen beroepsonderwijs: LOB OVDB KOC Branche/ Opleidingen secundair beroepsonderwijs Gezondheidszorg, Dienstverlening en Welzijn Haarverzorging, Schoonheidsverzorging en Voetverzorging Tabel Nadere vooropleidingseisen in de sector zorg en welzijn Opleiding met kwalificatieniveau Sector vmbo techniek Sector vmbo zorg en welzijn Sector vmbo economie Sector vmbo landbouw Assistentenopleiding (niveau 1) Drempelloos Drempelloos Drempelloos Drempelloos Basisberoepsopleiding (niveau 2)* Basisberoepsopleiding (niveau 2) ** Vakopleiding (niveau 3) en Middenkaderopleiding (niveau 4) Drempelloos Drempelloos Drempelloos Drempelloos B B B B KGT KGT KGT KGT B = basisberoepsgerichte leerweg K = kaderberoepsgerichte leerweg G = gemengde leerweg T = theoretische leerweg * Dit geldt voor kwalificaties zonder een verwante niveau-1-kwalificaties (en deze zijn daarmee dus drempelloos toegankelijk). In de sector zorg en welzijn betreft dit de volgende kwalificaties: Landelijk orgaan Niet-verwante basisberoepsopleiding CREBO Code 10 KOC 508 (kapper), 753 (afro kapper) ** Dit geldt voor kwalificaties die wel een verwante kwalificatie op niveau 1 hebben (en deze vereisen dus een vmbo-diploma voor toelating). In de sector zorg en welzijn betreft dit de volgende kwalificaties: Landelijk orgaan Verwante basisberoepsopleiding CREBO Code 10 OVDB 428 (helpende) 14

3.3 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen in de sector economie Tot de sector economie in het secundair beroepsonderwijs worden de kwalificaties gerekend die vallen onder de volgende landelijke organen beroepsonderwijs: LOB KC-Handel St. Ecabo LOB HTV SVO Branche/ Opleidingen secundair beroepsonderwijs Handel: Detailhandel, Groothandel en Internationale Handel Economisch-Administratieve Beroepen, Sociaal-Juridische Dienstverlening en Beveiliging Horeca, Toerisme en Voeding Opleiding voor de vleessector Tabel Nadere vooropleidingseisen in de sector economie Opleiding met kwalificatieniveau Sector vmbo techniek Sector vmbo zorg en welzijn Sector vmbo economie Sector vmbo landbouw Assistentenopleiding (niveau 1) Drempelloos Drempelloos Drempelloos Drempelloos Basisberoepsopleiding (niveau 2)* Basisberoepsopleiding (niveau 2) ** Vakopleiding (niveau 3) en Middenkaderopleiding (niveau 4) Drempelloos Drempelloos Drempelloos Drempelloos B B-ECO B B KGT KGT-ECO KGT KGT B = basisberoepsgerichte leerweg K = kaderberoepsgerichte leerweg G = gemengde leerweg T = theoretische leerweg ECO = sectorvak economie: wiskunde, tweede moderne vreemde taal of economie * Dit geldt voor kwalificaties zonder een verwante niveau-1-kwalificaties (en deze zijn daarmee dus drempelloos toegankelijk). In de sector economie betreft dit de volgende kwalificaties: Landelijk orgaan Niet-verwante basisberoepsopleiding CREBO Code 10 LOB HTV (HICT) 397 Medewerker Reizen & Toeristische Informatie), 398 (Receptionist), 399 (Gastheer/Gastvrouw), 400 (Kok), 401 (Bartender), 402 (Fast-food specialist) SVO 522 (Productiemedewerker Vleesbe- en verwerkende Industrie), 523 (Verkoopmedewerker Detailhandel) ** Dit geldt voor kwalificaties die wel een verwante kwalificatie op niveau 1 hebben (en deze vereisen dus een vmbo-diploma voor toelating). In de sector economie betreft dit de volgende kwalificaties: Landelijk orgaan Verwante basisberoepsopleiding CREBO Code 10 KC Handel 780 (Verkoopmedewerker), 020 (Verkoopmedewerker Ambulante handel), 021 (Magazijn Medewerker) St. ECABO 045 (Bedrijfsadministratief medewerker), 047 (Beveiligings-medewerker), 048 (Commercieel Administratief Medewerker), 050 (Secretarieel medewerker), 10760 (ICT-medewerker) LOB HTV (HICT) 396 (Medewerker Recreatie) LOB HTV (SOB&B) 499 (Banketbakker), 500 (Brood- en banketbakker), 501 (Broodbakker), 502 (Banketbakker Grootbedrijf), 723 (Broodbakker Grootbedrijf) / 503 (Broodbakker Grootbedrijf) 15

Landelijk orgaan Verwante basisberoepsopleiding CREBO Code 10 SVO 511 (Productiemedewerker Vleesbe- en verwerkende Industrie), 514 (Medewerker Islamitische Slagerij) 16

3.4 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen in de sector landbouw Tot de sector landbouw in het secundair beroepsonderwijs worden de kwalificaties gerekend die vallen onder het volgende landelijke orgaan beroepsonderwijs: LOB LOBAS Branche/ Opleidingen secundair beroepsonderwijs Bloemen-en tuincentrumbranche, dierverzorging en veterinaire ondersteuning, groene ruimte, milieutoezicht, paardenhouderij en paardensport, plant, veehouderij en voedingsindustrie Tabel Nadere vooropleidingseisen in de sector landbouw Opleiding met kwalificatieniveau Assistentenopleiding (niveau 1) Basisberoepsopleiding (niveau 2)* Basisberoepsopleiding (niveau 2) ** Vakopleiding (niveau 3) en Middenkaderopleiding (niveau 4) Sector vmbo techniek Sector vmbo zorg en welzijn Sector vmbo economie Sector vmbo landbouw Drempelloos Drempelloos Drempelloos Drempelloos Drempelloos Drempelloos Drempelloos Drempelloos B B B B KGT KGT KGT KGT B = basisberoepsgerichte leerweg K = kaderberoepsgerichte leerweg G = gemengde leerweg T = theoretische leerweg * Dit geldt voor kwalificaties zonder een verwante niveau-1-kwalificaties (en deze zijn daarmee dus drempelloos toegankelijk). In de sector landbouw betreft dit de volgende kwalificaties 6 : Landelijk orgaan LOBAS Niet -verwante basisberoepsopleiding Medewerker bloemen- en tuincentrumbranche, medewerker dierverzorging, medewerker paardenhouderij en paardensport, medewerker veehouderij, medewerker veiling en groothandel, medewerker gemechaniseerd loonwerk, medewerker BD land- en tuinbouw, ** Dit geldt voor kwalificaties die wel een verwante kwalificatie op niveau 1 hebben (en deze vereisen dus een vmbo-diploma voor toelating). In de sector landbouw betreft dit de volgende kwalificaties 7 : Landelijk orgaan LOBAS Verwante basisberoepsopleiding Medewerker bos- en natuurbeheer, medewerker groenvoorziener/woonomgeving, medewerker hovenier, medewerker land, water en milieu, groen/technisch medewerker recreatiebedrijf, medewerker plantenteelt, medewerker levensmiddelentechnoloog 2 6 Kwalificatiestructuur KS2000+, vastgesteld door met ministerie van LNV op 2 februari 2000, beschikkingsnummer TRCJZ/2000/688 7 Kwalificatiestructuur KS2000+ 17

Bijlage 1: Sectorvakken in het vmbo Overzicht van de sectorverplichte vakken in het vmbo techniek zorg & w. economie landbouw wiskunde & nask1 biologie & wiskunde, maatschappijleer, geschiedenis of aardrijkskunde economie & wiskunde of 2e mvt wiskunde & biologie of nask1 Naast het sectordeel kunnen leerlingen in het vrije deel van de gemengde en de theoretische leerweg een keuze maken uit een groot aantal keuzevakken. Hiermee kan de leerling zijn doorstroomrechten verbreden. Leerlingen in de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg kunnen een extra vak kiezen in de vrije ruimte. (In de kaderberoepsgerichte leerweg is dit een vrij theoretische optie omdat die ruimte er in de tabel nauwelijks is). De sectorvakken behoren ook tot de vakken die leerlingen kunnen kiezen in het vrije keuzedeel en de vrije ruimte. Voor de volledigheid zijn ze in het schema hieronder opgenomen: Sectorvakken als vrije keuzevakken (in vrije deel theoretische en gemengde leerweg of als extra vak in basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg Wiskunde Natuur-scheikunde 1 (Nask1) Aardrijkskunde Maatschappijleer 2 Geschiedenis Biologie Tweede moderne vreemde taal Economie 19

Bijlage 2: Advies nadere vooropleidingseisen WEB: toelichting, effecten en aanbevelingen 1. Inleiding Op basis van artikel 8.2.2. Nadere vooropleidingseisen van de WEB hebben het ministerie van OCenW en LNV aan de AOC-raad, Bve Raad, Colo en VVO verzocht te komen met een advies voor de nadere vooropleidingseisen. Daartoe is vanuit de betrokken organisaties een Stuurgroep ingesteld. Voorliggende notitie vormt een bijlage, opgesteld door de Stuurgroep, bij het Advies nadere vooropleidingseisen WEB. Het advies zelf voor nadere vooropleidingseisen WEB is tot stand gekomen mede door de raadpleging van de achterbannen van respectievelijk Bve Raad, VVO, AOC-raad, en Colo. Voorliggende notitie is geschreven voor de besturen en achterbannen van de betrokken organisaties enerzijds en de ministeries van OCenW en LNV anderzijds. In deze notitie wordt ingegaan op de commentaren van de achterbannen naar aanleiding van het preadvies nadere vooropleidingseisen WEB. In paragraaf 2 wordt ingegaan op de reacties die betrekking hebben op de regeling zelf en wordt een verantwoording gegeven van de verwerking hiervan. Paragraaf 3 gaat in op de effecten die vaststelling van de regeling tot gevolg zal hebben. Reacties van de achterbannen van betrokken organisaties hebben namelijk veelal geleid tot het in kaart brengen van de effecten van de regeling. Zowel in paragraaf 2 als 3 formuleert de Stuurgroep een aantal conclusies. De Stuurgroep doet in paragraaf 4 op basis hiervan een aantal aanbevelingen over de follow-up op de regeling, onder andere met betrekking tot het ontwikkelen van voorlichtingsactiviteiten en het geven van handreikingen richting onderwijsinstellingen over de wijze waarop met deze regeling kan worden omgegaan 2. Verwerking reacties op de regeling Om goed inzicht te krijgen op de opvattingen over de nadere vooropleidingseisen heeft in de periode december 1999 - januari 2000 een brede raadpleging plaatsgevonden. Geraadpleegd zijn de bedrijfstakgroepen (BTG s) van de Bve Raad, de landelijke organen voor beroepsonderwijs (LOB s), de ROC s en AOC s, de NVS en de VVO en haar achterban, in het bijzonder de platforms voor de beroepsgerichte programma s. Er is breed gehoor gegeven aan het verzoek te reageren: zo n 75 % van de geraadpleegden heeft is ook feitelijk gereageerd. Alle reacties zijn verwerkt. Een aantal reacties had betrekking op het format van het preadvies Nadere vooropleidingseisen WEB. Deze reacties zijn vertaald in een aanpassing van het format waardoor de regeling transparanter en beter leesbaar is geworden. Daarnaast zijn er dankzij de kritische lezing van de achterbannen inconsequenties en onjuiste gegevens opgespoord en gewijzigd. 2.1 Aanvullende eisen Vanuit de achterbannen zijn voorstellen gedaan voor het stellen van nadere vooropleidingseisen. Deze hebben vooral betrekking op een aantal specifieke vakopleidingen en middenkaderopleidingen. Honorering van deze voorstellen zou leiden tot afwijkingen van de algemene uitgangspunten van de regeling en zou de gewenste algemeenheid en transparantie van de regeling te niet doen. Het achterliggende probleem bij het benoemen van een dergelijke vooropleidingseis is dat leerlingen zonder aanvullende vooropleidingseisen bij instroom in een specifieke beroepsopleiding soms hiaten in voor die opleiding noodzakelijk geachte kennis en vaardigheden hebben. Conclusie 1 Stuurgroep Dit soort problemen kan niet in een algemene regeling opgelost worden. De oplossing moet naar de mening van de Stuurgroep veel eerder gezocht worden in een verdere flexibilisering van het onderwijs en het realiseren van maatwerk. Door middel van bijvoorbeeld assessment-procedures kan vastgesteld 21

worden welke hiaten leerlingen hebben. Via aanvullende trajecten (bijvoorbeeld intensieve programma s in de eerste fase van de beroepsopleiding of ondersteunende activiteiten gedurende een langere periode) kunnen leerlingen in staat gesteld worden deze hiaten op te vullen. Een en ander vraagt afstemming en samenwerking tussen het vmbo en het bve-veld en zal regionaal uitgewerkt moeten worden (zie ook paragraaf 4). 2.2 Nadere vaststelling overige diploma s en bewijsstukken Door een aantal instellingen is aangegeven dat naast nadere vooropleidingseisen voor deelnemers die vanuit het vmbo instromen in het beroepsonderwijs het gewenst is dat er maximale vooropleidingseisen geformuleerd worden voor deelnemers die op een andere manier willen instromen in een beroepsopleiding. Het gaat hier om ongekwalificeerde (jong)volwassenen die vanuit de educatie of anderszins willen instromen in het beroepsonderwijs. Hiervoor zouden andere diploma s of bewijsstukken aangewezen moeten worden. De uitwerking van artikel 8.2.1, lid 1.sub e en 8.2.1, lid 3. sub e behoorde niet tot de opdracht van het ministerie aan de Stuurgroep en is derhalve niet uitgewerkt. Conclusie 2 Stuurgroep Het is wenselijk om ook deze nadere vooropleidingseisen uit te werken in een ministeriële regeling. Hieronder vallen ook de taalvaardigheidseisen bij instroom in een drempelloze beroepsopleiding. Vooralsnog zullen daar regionale afspraken over gemaakt moeten worden. 3. Effecten en consequenties Door het vaststellen van nadere vooropleidingseisen vervalt het recht van het bevoegd gezag om nadere vooropleidingseisen te bepalen. Dat betekent dat leerlingen aan deze regeling doorstroomrechten kunnen ontlenen en op basis van hun vooropleiding toegang tot opleidingen kunnen eisen. Veel reacties wijzen op een zekere angst voor dit gegeven. Deze hebben veelal betrekking op de (niet-)drempelloosheid van niveau-2-opleidingen en drempelloosheid wat betreft het taalniveau van de deelnemer. Daarnaast wijst men op het gegeven dat nog meer factoren een rol kunnen spelen bij het al dan niet toelaten van leerlingen. Verder wordt in reacties gewezen op de positie van de beroepsgerichte programma s in het vmbo tegenover de algemene vakken en op de onderhoudsgevoeligheid van de regeling. 3.1 (Niet-)drempelloosheid niveau-2-opleidingen De (niet)-drempelloosheid van de niveau-2-opleidingen is geen gevolg van de vast te stellen regeling ten aanzien van nadere vooropleidingseisen, maar is een gegeven op basis van artikel 8.2.1 van de WEB. Door vaststelling van de regeling hebben de instellingen echter geen mogelijkheid meer van de geformuleerde doorstroomrechten af te wijken. De kwestie van de drempelloze opleidingen heeft tot veel reacties van de achterbannen geleid. De drempelloosheid van de niveau-2-opleidingen kan de volgende effecten hebben. a. Er kan een aanzuigende werking ontstaan van drempelloze niveau- 2- opleidingen ten opzichte van niveau-2-opleidingen waarvoor wel vooropleidingseisen gesteld kunnen worden. b. Drempelloos instromen in niveau-2-opleidingen kan leiden tot langere verblijfsduur in het beroepsonderwijs. c. Het feit dat drempelloosheid van niveau-2-opleidingen afhankelijk is van de al dan niet aanwezige verwante niveau-1-opleiding kan leiden tot geforceerde toevoeging van assistentenopleidingen, ongeacht de arbeidsmarktrelevantie ervan. d. Er kan een verschuiving van leerlingenstromen ontstaan van de assistentopleiding in de richting van drempelloze niveau-2-opleidingen. Dit kan op gespannen voet komen te staan tot de opnamecapaciteit van scholen en maakt de positie van de assistentopleidingen minder aantrekkelijk. e. Er ontstaan twee soorten niveau-2-opleidingen: dat leidt tot rechtsongelijkheid ten opzichte van leerlingen met een vmbo-diploma. Bovendien kan voor de toelating tot een niet-drempelloze niveau-2-opleiding nog de aanvullende eis van een sectorvak worden gesteld. f. De ongelijkheid van de twee soorten niveau-2-opleiding verhoudt zich niet tot het uitgangspunt dat er ten aanzien van doorstroming naar niveau-2 een stimulans moet zitten in het behalen van het diploma vmbo. g. De niveau-1-opleiding krijgt een nieuwe functie waarvoor die niet bedoeld was, namelijk een drempelfunctie voor de niveau 2-opleidingen h. De regeling ten aanzien van (niet-)drempelloze niveau-2-opleidingen in relatie tot de assistentopleidingen valt nauwelijks uit te leggen aan decanen in het vmbo, aan leerlingen en aan ouders. 22

Conclusie 3 Stuurgroep De ongelijkwaardigheid van de niveau-2-opleidingen is een gegeven dat voortvloeit uit de wet. Wanneer OCenW dat onwenselijk vindt (net als uit sommige achterbannen naar voren komt), dan zal dat een wetswijziging tot gevolg moeten hebben. Vooralsnog zal deze problematiek regionaal opgelost moeten worden. 3.2. Dempelloosheid en taalniveau Naast de vragen rond de drempelloze niveau-2-opleidingen ligt er ook nog de vraag wat precies drempelloos is. Uitgangspunt bij de regeling is dat er geen enkele vooropleidingseis gesteld kan worden. Probleem is dan wel hoe bijvoorbeeld om te gaan met deelnemers met een niet- Nederlandstalige achtergrond. De stuurgroep verwijst hiervoor ook naar haar conclusie bij paragraaf 2.2. 3.3. Andere factoren voor toelating Vanuit de achterbannen zijn de volgende factoren veelvuldig genoemd, die een rol spelen bij toelating van deelnemers. Motivatie en geschiktheid voor een beroep. Opnamecapaciteit van instellingen. Beschikbare bpv-plaatsen en arbeidsmarktrelevantie De vraag is in hoeverre deze factoren meegewogen kunnen en moeten worden in relatie tot de in de regeling vastgelegde doorstroomrechten op basis van de vooropleidingseisen. Conclusie 4 Stuurgroep Scholen moeten handreikingen krijgen om te kunnen omgaan met de verkregen doorstroomrechten van leerlingen. Het moet mogelijk blijven om, in het belang van de leerling of gezien de beperkingen van een instelling, een leerling niet toe te laten tot een opleiding (zie ook paragraaf 4). 3.4. Positie van de beroepsgerichte programma s vmbo Met name vanuit de landelijke platforms van beroepsgerichte programma vmbo wordt gewezen op een mogelijke dreigende marginalisering van de beroepsgerichte programma s als gevolg van het advies Nadere vooropleidingseisen WEB, waarbij de algemene vakken als doorstroomrelevant zijn aangemerkt. De Stuurgroep is het echter oneens met de gesignaleerde marginalisering van de beroepsgerichte programma s ten gevolge van de doorstroomregeling. Het uitgangspunt van de Stuurgroep om de algemene vakken als doorstroomrelevant aan te merken hangt enerzijds samen met de uitgangspunten: het bieden van brede doorstroommogelijkheden en het voorkomen van fuikwerking. Onderzoek naar doorstroomgegevens onderbouwt het uitgangspunt dat de algemene vakken meer doorstroomrelevant zijn. Anderzijds hangt dat samen met het feit dat het gaat om een algemene regeling, die transparant moet zijn. Dat is goed realiseerbaar bij de algemene vakken, maar veel minder bij de beroepsgerichte programma s. De aansluiting tussen de beroepsgerichte programma s vmbo vervolgonderwijs is dermate afdelings- en niveauspecifiek - en dus slechts voor een beperkte groep leerlingen van toepassing - dat dit zich niet goed verhoudt tot een algemene, transparante regeling. Juist ten aanzien van de beroepsgerichte programma s moet er sprake zijn van een goede afstemming tussen het vmbo en het vervolgonderwijs, met name ten aanzien van niveau-2-opleidingen en mogelijke vrijstellingen in het vervolgonderwijs in relatie tot het beroepsgerichte programma in het vmbo. Conclusie 5 Stuurgroep Na vaststelling van de nadere vooropleidingseisen moeten de beroepsgerichte programma s didactisch ingevuld worden, waarbij het met name gaat om de integratie van beroepsgerichte en algemene vakken in het vmbo en om longitudinale afstemming van de beroepsgerichte programma s op die in het secundaire beroepsonderwijs. Zo n invulling kan juist leiden tot een versterking van de beroepsgerichte programma s. Beroepsgerichte programma s in het vmbo zijn essentieel en vormen een krachtige leeromgeving en een motiverende context, waarin leerlingen algemene en brede beroepsgerichte vaardigheden kunnen ontwikkelen, die van belang zijn voor een goede doorstroming naar en aansluiting op het secundair beroepsonderwijs. 3.5. Onderhoud regeling en uitvoering 23

Door zijn algemeenheid en transparantie behoeft de regeling op zichzelf niet zo veel onderhoud. De nadere vooropleidingseisen op zich zijn beknopt en kunnen lang mee. De toepassing is complexer en zeer gevoelig voor veranderingen in kwalificatiestructuren. Conclusie 6 Stuurgroep De regeling zal onderhouden moeten worden in de zin van het up-to-date houden van crebo-nummers en het aantal niveau-1-kwalificaties/opleidingen en daarmee de drempelloze niveau-2- kwalificaties/opleidingen (in relatie tot bijstellingen in de kwalificatiestructuur). Daarbij zal met name de kwestie van verwantschap tussen niveau-1 en niveau-2-opleidingen aan de orde zijn. Hiervoor ontbreken vooralsnog duidelijke criteria. Het is nodig dat er procedures komen voor het waarborgen van het beheer en de toepassing van de regeling (zie ook paragraaf 4). 4. Aanbevelingen en adviezen voor uitwerking Ten aanzien van de regeling zelf worden in het voorafgaande een aantal aanbevelingen gedaan. Deze hebben betrekking op: Regionale afstemming en samenwerking tussen het vmbo- en bve-veld voor verdere flexibilisering en het realiseren van maatwerk. De ontwikkeling van een ministeriële regeling overige diploma s en bewijsstukken De ontwikkeling van handreikingen aan instellingen hoe om te gaan met de doorstroomrechten op basis van vooropleidingseisen in relatie tot andere toelatingsfactoren. De ontwikkeling van procedures voor het waarborgen van het beheer en de toepassing van de regeling Voorts vraagt de Stuurgroep aandacht voor de inconsequentie in gehanteerde terminologie: enerzijds is sprake van vmbo, anderzijds van het sbo (secundair beroepsonderwijs) in plaats van mbo. 4.1. Voorlichting en handreikingen Daarnaast acht de Stuurgroep het van belang dat er goede voorlichting komt over de regeling, de effecten en consequenties en de mogelijkheden van regionale uitwerking en samenwerking. Het is nodig dat er handreikingen ontwikkeld worden over een aantal met de doorstroomregeling verband houdende onderwerpen. Voorlichtingsactiviteiten en handreikingen dienen zich te richten op de diverse betrokkenen, zoals decanen in het voortgezet onderwijs, management vmbo en Bveinstellingen, intakers Bve-instellingen, landelijke organen beroepsonderwijs. Voorlichtingsactiviteiten en handreikingen kunnen zich ondermeer richten op de volgende onderwerpen: Status van de regeling ten opzichte van toelatingsbeleid van de instellingen Modellen voor onderwijsovereenkomst met ontbindende voorwaarden Procedures voor verkrijgen van voldoende geaccrediteerde bpv-plaatsen Mogelijke oplossingen voor de kwestie van gestapelde beroepsopleidingen (via niveau-2- naar niveau-3- naar niveau-4-opleidingen). Intake- en plaatsingsprocedures in Bve-instellingen Stimulansen voor regionalisering van het vmbo Stimulansen voor regionale samenwerking vmbo en bve Ontwikkeling doorlopende leerlijn vmbo-niveau-1-opleidingen voor risicoleerlingen Assessmentprocedures bij overgang van vmbo naar beroepsopleidingen. Keuzemogelijkheden van 5e en 6e vak in vmbo programma s Vormgeving beroepskeuzebegeleiding vmbo Flexibilisering van vmbo-programma s Certificering vmbo-programma s Ontwikkelen en organiseren extra ondersteunende programma s in beroepsopleidingen (toegankelijkheid beroepsonderwijs) In dit verband kan gedacht worden aan het organiseren van regionale voorlichtingsbijeenkomsten en het (laten) schrijven van een (of meer) brochures rond de hierboven genoemde onderwerpen. In opdracht van het ministerie zou een samenhangend plan van aanpak ontwikkeld kunnen worden, waarin de voorlichting en regionalisering van de regeling nader uitgewerkt is. 24