CTC 1700 MODS GSM Interface



Vergelijkbare documenten
GSM500 PROGRAMMATIE HANDLEIDING

27/03/2014. GSM102 2 relais GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700

GSM OPENER Code : GSM64-2

GSM OPENER Code : GSM64-2

25/06/2012 GSMP100 GSM PARLOFOON PROGRAMMATIE HANDLEIDING

27/03/2014. GSM101 1 relais en 2 ingangen GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

NL Manual GSM module RC-GBT8448BC V1.1. Handleiding GSM RC-GBT8448BC

21/03/2014 GSMP101 GSM PARLOFOON PROGRAMMATIE HANDLEIDING

HANDLEIDING MEMOKEY 100C

LET OP: PIN BLOKKERING EN VOIC UITSCHAKELEN!

LET OP: PIN BLOKKERING EN VOIC UITSCHAKELEN!

7/2017. GSM relais en 3 ingangen GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Contact aansluitingen. MultiOpener GSM

GSMS USB GSM/GPRS - SMS Melder Versie 20 e.v.

Handleiding GSM kiezer TKGSM-431 versie 13V1.2. Afmeting breedte circa 20,4 cm hoogte circa 14 cm.

SIM plaatsen rode en groene LED

GSMP116 GSM PARLOFOON PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Tyro Pyxis/Auriga 2, 4, 6 of 8 voudige afstandsbediening Handleiding 868 MHz

GSMP relais GSM PARLOFOON PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Handleiding GSM Module

GSMP3G relais GSM PARLOFOON PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Gebruiksaanwijzing & Installatiehandleiding. TC - 6 Telecontroller

Installatiehandleiding

NEDERLANDS DG502UP. Autonome centrale 2 deuren. De keuze van de installateur cdvibenelux.com

TechGrow AM-600 ALARM-MELDER draadloze alarm-melder voor POWERBOX PB-600 HANDLEIDING

Met het MKP-300 bediendeel kunt u het MICRA Alarmsysteem bedienen. Deze werkt alleen als de MICRA module in de alarm module mode is ingesteld.

GSMP3G relais GSM PARLOFOON PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Het Keypad (met segmenten)

Handleiding digicode: Promi500 Kaarten en codes

Handleiding digicode: DGA

Aantekeningen. Voorwoord

Productvergelijking en bijbehorende accessoires. EasyCon GSM. ProCon GSM. Proline GSM. GSM Modules

GSM OPENER Code : GSM64

InteGra Gebruikershandleiding 1

NEDERLANDS SELW2630MF. Ontvanger. De keuze van de installateur cdvibenelux.com

2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET

ProCon GSM module INSTALLATIE EN APPLICATIE HANDLEIDING. voor module versie 1.4

TEXECOM Vocale Telefoonkiezer Installatie- & programmatiehandleiding

Sinthesi Deuropenermodule

GSMP101 GSM PARLOFOON PROGRAMMATIE HANDLEIDING

GSM afstandsbediening GS-500. Workshop

Aantekeningen. Voorwoord

GSM Commander. GSM Commander Handleiding V2 Maart 2015

GEBRUIKSAANWIJZING AD-2 ALARM DIALER

ADVANTAGE. L /2010 rev 0. system ONE2 WI ONE2 WB INSTALLATIEHANDLEIDING

AC CES 700XR HANDLEIDING P. 02

Advitronics. GSM Interface V1 INFORMATIEBROCHURE OVER: Zekerheid door Service

Handleiding GSM kiezer V2.03

GEBRUIKERS HANDLEIDING TD8401 EN TD8801

DG502U 12 3 ST1 M A G N. Omschrijving. Reset jumper Alarm contact

GSMP116 GSM PARLOFOON PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Handleiding RD5060 SPRAAKMODULE MONTAGE-INSTRUCTIES. RD5060 II /V6ip

EasyCon GSM. ProCon GSM. ProLine GSM. Uitleg SMS programmering GSM module

GSM Commander. GSM Commander Handleiding

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord

NEDERLANDS SEL2641R433IP. Ontvanger - (Monostabiel met regelbare tijdsvertraging of Bistabiel) De keuze van de installateur cdvibenelux.

Handleiding digicode: CAASE

versie: 1.0 status: vrijgegeven door: J.Eberson datum: 15 augustus 2005 aangepast: 19 februari 2006 concept beschrijving

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

ACTIVATIE VAN DE TWEEDE UITGANG (indien gebruikt)

AT1G rev Toegangscontrole Module AT1G Handleiding. thinks outside the box!

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

NEDERLANDS DG502U DG502U. Gamma: Digicode INSTALLATIE HANDLEIDING. Group Company

Gebruiksaanwijzing LMS Controller 8x Digitaal-in Module t.b.v. ALFANET

Handleiding. EasyCon. Blz Handleiding. ProCon. Blz

ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14

De print van de centrale is hardwarematig aangepast waardoor een upgrade is niet mogelijk is.

GEBRUIKSAANWIJZING AD-40 ALARM DIALER

NEDERLANDS CAASE. Met ingebouwde elektronica. Digicode met ingebouwde elektronica CAASE. Gamma: Digicode INSTALLATIE HANDLEIDING.

NEDERLANDS SEL2641R433B4D. DIN-Rail ontvanger. De keuze van de installateur cdvibenelux.com

DATALOGGERS. Technolog - Cello 8-kanaals CELLO 8 KANAALS SMS/GPRS DATALOGGER

Musitel 83 ISDN Simbox - GSM kop Handleiding Snelle installatie

Installateurshandleiding

INTRATONE Gebruiksaanwijzing 1 knop met 9 toetsenbord deurtelefoons

Handleiding AT1G Toegangscontrole Module. rev ver1

Handleiding membraantoetsenbord & controller

Technische handleiding

Handleiding. Deurtelefoonoverdrager DTFO620-2LU

INSTALLATIEHANDLEIDING

RGB wand bedieningspaneel DMX sturing en PWM output

RUKRA REMOTE PSTN IO_04_NL ARTIKELNUMMER: RK-3000

Montagevoorschriften

HANDLEIDING. TechGrow AM-1 ALARM-MELDER draadloze alarm-melder voor beveiliging, bewaking en informatie op afstand

Alfanet PC-interface 2e gen.

BE.REC L Rev. 10/07/02 BE.PLAY L Rev. 05/06/03 BE.PLAY BE.REC INSTALLATIEHANDLEIDING

Na enige tijd ziet u het volgende scherm. De gegevens zijn uit de GSM kiezer gehaald.

FT8SW. 1. Werking. Handleiding. De FT8SW is een IO stuurmodule met 8 relais die geactiveerd wordt door de deurtelefoon Wizard

IDAgeChecker BDX118T11xx Manual V02.00

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity

ATP2S200. rev Toegangscontrole Module. Handleiding. thinks outside the box!

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

Installatiehandleiding

HANDLEIDING PROFIL Codepaneel

Vanaf SN : CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

SC Standalone 2-deurs toegangscontrolesysteem INHOUD: 1. KENMERKEN. 61 mm. 1

Werkingsspanning: Uitgangsformaten: 1 tot 5 cijfers + fabriekscode, 26 bit Wiegand 30 bit Wiegand Clock en data Werkingstemperatuur: -31 C tot 63 C

KNX INTEGRATIE MODULE int-knx-2_nl 03/15

GALAXY 16 & 16+ GEBRUIKERSHANDLEIDING MK 6. versie 4 oktober

SD1 ALARMKIEZER PROGRAMMERING

Transcriptie:

INSTALLATIE HANDLEIDING Versie 1.5BEL op 28/06/2007 CTC 1700 MODS GSM Interface 2 Ingangen 2 Uitgangen Bazellaan 7 B-1140 Brussel Tel. 00 32 2 726 99 10 Fax 00 32 2 726 56 12 www.euromatec.be

INHOUDSOPGAVE De presentatie van het product, figuur 1 3 Inleiding 4 Technische specificaties 5 Technische kenmerken 6 Figuur 2: Aansluiting ingangen 6 Figuur 3: Voedingsaansluiting 7 Figuur 4: Ingangen en uitgangen 7 Hoofd eigenschappen 8 Led functies 8 Sim kaart instelling 9 Waarschuwingsoproep 9 Het geluidsniveau instellen voor de telefoon 9 Virtuele ingang 7 / testoproep 10 Virtuele ingang 8 / krediet 10 Virtuele ingang 9 / Smartkey 11 De ingangsgevoeligheid instellen 11 Gebruikerscode 11 Installateurscode 11 Het opstarten van het systeem 12 De telefoon verbindingen 12 Het decoderen van het SMS bericht 13 Relais 1 functies 13 Ingangskanaal 1 functies 14 Gebruikeracties met de GSM 14 Relais uitgangssturing 15 Controle en opdracht van relaisstatus 16 Controle en opvragen van in- en uitgangsstatus 17 Controle en opvragen van krediet 18 Programmeren vanaf een GSM 18 Opvragen van ingang / kanaal 1 19 Het lezen en verzenden van geheugendata 19 Opvragen van de ingangsconfiguratie 21 Het samenstellen van de SMS tekst 22 2

Figuur 1 OPGELET: Verdraai de antenne kabel niet en rol de kabel niet op. Laat de antennekabel niet opgerold. 3

INLEIDING De CTC1700 is een interface met een industriële GSM module die functionaliteit en flexibiliteit combineert door eenvoudige programmering. Het systeem kan op verschillende manieren geconfigureerd worden in functie van om het even welk installatievereiste. Het kan voor het overbrengen en het signaleren van alarmen en het controleren van hightech systemen door de GSM telefoonlijn ingezet worden. De hoofdprint is de stuwende kracht van het systeem en laat de verbinding van telefoonapparaten (telemelders, telefoon en alarmcontrole eenheden) toe, om analoge signalen met behulp van het GSM systeem te verzenden. Voorts laat het in zijn basisconfiguratie twee SMS berichten te versturen naar vier telefoongebruikers. Één bericht voor elke ingang/kanaal. Het is ook mogelijk een directe WAARSCHUWING of ALARM oproep te lanceren om (zonder enige mogelijke vertragingen in het SMS bericht) de alarmtoestand van de installatie mee te delen. Door de erkenning van het geroepen telefoonnummer (opgeslagen in het geheugen van het adressenbestand van de GSM), kan de gebruiker zien dat zijn/haar installatie in alarm staat; het getoonde nummer is verbonden met de inbraak alarmcentrale. Het is mogelijk om 2 relaisuitgangen te sturen met behulp van vooraf ingestelde SMS berichten in de GSM van de klant, door wachtwoord/gebruiker toegang of door een SmartKey oproep (telefoonnummer die in virtuele ingang 9 wordt opgeslagen). Deze activering kan zowel een puls (monostable) als een bistabiel zijn (in- uitschakelen). Het is mogelijk om alarmsystemen via DTMF tonen aan te sturen of telefoontoestellen te activeren. Hoofdprint functies kunnen SMS boodschappen sturen en de SIM kaart geldigheid kan periodiek verstuurd worden. Alle gegevens worden in de EEPROM geplaatst en kunnen uitgelezen en veranderd worden door middel van up- en download van een GSM toestel; het is daarom mogelijk om de programmering door middel van een wachtwoord/installateurcode te veranderen. De ingangen worden geactiveerd door een negatief aan de ingang te leggen (NO naar negatief; NC met een positieve sturing (door diode en weerstand). Elk SMS bericht kan de beide standen van elke individuele ingang/kanaal signaleren. Het GSM module wordt automatisch om de twintig dagen aan- en uitgezet. De installateurs- en gebruikerscode moet veranderd worden (Standaard gebruiker 1234) Nieuwe gebruikerscode (4 cijfers)... (Standaard installateur 4567) Nieuwe installlateurscode (4 cijfers)... 4

TECHNISCHE SPECIFICATIES CTC1700 Voedingsspanning 12,5Vdc ±10% Verbruik in rust 80mA Verbruik in vol bedrijf 530mA Maximum stroom van de relaiscontacten 1A/24V weerst. Aantal relais 2 Relais uitgangen COM / NC / NO Relais schakeltijd 1 tot 9 Sec. Aantal alarm ingangen 2 Ingang type N.C.(+) / N.O.(-) Minimum ingangsimpuls 100mSec. Programmeerbare ingangsimpulstijd 1 tot 25 Sec. Spanning aan de ingangen 5-12,5Vdc ±10% Maximum ingang kabellengte 20 meter POT ingang RJ45 Telefoonnummers voor elke ingang 4 Aantal cijfers voor elk telefoonnummer, maximum 12 Network controle GSM module Antenne kabel, vast Platte antenne Data Up / Download Behuizing afmeting Behuizing gewicht Omgevingstemperatuur continue 900MHz 3mt Uitrusting PC/GSM 113x93x35 195 gr -5/+40 C 5

TECHNISCHE KENMERKEN Een zelfdiagnose signalering kan met een SMS bericht naar een GSM gestuurd worden met behulp van de virtuele ingang nummer 7 (virtuele ingang omdat deze ingang niet fysiek bestaat op de hoofdprint). De telefoonnummers die in kanaal 7 worden geprogrammeerd zullen periodiek het SMS bericht volgens het aantal dagelijkse geprogrammeerde herhalingen verzenden. Relais 1 op de hoofdprint kan als netwerk foutrelais worden geprogrammeerd. Indien deze als foutrelais geselecteerd wordt, activeert deze indien geen verbinding met het GSM netwerk wordt geconstateerd. Het verbruik in rust heeft betrekking op de hoofdprint met niet aangetrokken relais en zonder eventuele uitbreidingen. De ingangen zijn NO, geschakeld naar negatief en indien een positief signaal wordt aangelegd, dient deze als een NC contact te worden aanzien en bekabeld volgens het schema in figuur 2. De SMS berichten op afstand, bediend en voorzien van een gebruikerscode, kunnen maximum 8 karakters bevatten achter de gebruikerscode om sturingen of bevelen door te sturen. Een viercijferige gebruikerscode geeft toegang tot sturingen en tot de functionele controles van het systeem, terwijl de installateurcode de programmering van de gegevens, van de kenmerken en van de telefoonnummers toelaat. Als de ingang 1 van de print als een actieve ingang (A=A) wordt geprogrammeerd en deze ingang wordt aan de negatief gehangen, dan kan de ingang 2 (en mogelijk 3-4) SMS boodschappen doorsturen. De twee ingangen kunnen de in- en uitschakelstatus doorsturen met een verschillend bericht van maximum van 50 karakters; om de twee berichten te onderscheiden gebruikt men het symbool :. Ingang 1 en ingang 2 kunnen zowel een NC of NO zijn overeenkomstig het type alarmcentrale. Gebruik NC ingang met positief afvallend signaal en NO ingang voor negatieve signalen. De verschillende types kunnen ook voor ingang 1 (NO) en ingang 2 (NC) gebruikt worden. Figuur 2 6

Figuur 3 Figuur 4 7

HOOFD EIGENSCHAPPEN Voeding: 12Vdc. De alarm ingang NO wordt negatief gestuurd / de alarm ingang NC wordt via een diode en weerstand aan de positief gekoppeld. 2 alarmkanaal ingangen. 4 telefoonnummers per ingang/kanaal. De gevoeligheid van de ingang kan van 100mS tot 5 seconden worden ingesteld. De Led 4 voor de statusaanwijzing. Mogelijk gebruikmaking van relais om de netwerkfout aan te geven (relaisomschakeling na het netwerksignaal of de SIM kaart uitgenomen >3 minuten). Bistabiel of monostabiele omschakelingsrelais (1 tot 9 seconden). Potentieelvrije omschakelcontact (Com - NO - NC) Relais die kunnen worden geconfigureerd. Het is mogelijk te up- en downloaden door SMS, gekoppeld aan de installateurcode. Verander telefoonnummers en programmering door PC of door GSM. Volledige ondervraging van de status van het systeem mbv de gebruikerscode. De omschakeling van de output door middel van het verzenden van voorgeprogrammeerde SMS berichten, of door een Smartkey oproep Programmeerbaar zelfdiagnose SMS bericht (dagelijks, wekelijks, maandelijks) Ondervraging van ingang- en uitgangstatus Zelfdiagnose (verzendt SMS en met vaste intervallen) SMS programmeerbaar door de installateur SMS om de actieve of niet-actieve ingang door te geven. De installateurcode voor telefoonverbindingen De gebruikerscode voor telefoonverbindingen Het verzenden van alle SMS berichten, die geen gebruikers- of installateurcode bevat naar een vooraf geprogrammeerd nummer (supervisor) LED FUNCTIES Led 1 in figuur 4: ON (licht) als relais 2 wordt geactiveerd. Led 2 in figuur 4: ON (licht) als relais 1 wordt geactiveerd Led 3 in figuur 4: Pinkt wanneer een oproep bezig is Led 4 in figuur 3: De led op de hoofdprint toont in welke conditie de print is en geeft de kwaliteit van het signaal aan: LED Uit: Zendt of ontvangt data van de PC Upload van PC LED Aan: Print set up Download van PC LED Pinkt: Print in programmeringmode met de PC LED Pulserend: Het aantal pulsen geeft de kwaliteit van het signaal weer. (Maximum 4 pulsen) Als er meer dan 4 pulsen (9) zijn, betekent dat het GSM signaal afwezig is of dat de SIM kaart niet goed geplaatst is. 8

SIM KAART INSTELLING Plaats de SIM kaart in om het even welke GSM toestel en voer de volgende handelingen uit: Verwijder de pincode, welke in de SIM kaart staat ingeschreven. Annuleer om het even welke opgeslagen ontvangen en/of verzonden bericht.. Het wissen van om het even welk spoor voor een te verzenden of ontvangen bericht. Verwijder de SIM kaart uit de mobiele telefoon en plaats de kaart in de speciale houder van de GSM interface. WAARSCHUWINGSOPROEP Oproepen bekent als waarschuwingsoproepen (optie 2 voorafgegaan van het telefoonnummer) werken als volgt: de interface verzendt de oproep naar het geprogrammeerde telefoonnummer en blijft verbonden met dit nummer voor ongeveer 20 seconden. De oproep wordt maximum 4 keer herhaald als het niet wordt bevestigd of als de lijn bezet is. Gedurende de verbinding verzendt de interface DTMF signalen indien de opgeroepene wordt erkend, terwijl geen tonen worden verzonden wanneer het niet erkend wordt. De waarschuwingsoproep wordt alleen verzonden wanneer de ingang (met negatief verbonden) wordt geactiveerd. HET GELUIDSNIVEAU INSTELLEN VOOR TELEFOON Wanneer de module in rusttoestand is (met een geactiveerde SIM kaart), wordt een telefoontoestel op de RJ connector aangesloten, en drukt men: *level* om het audio uitgangsniveau in te stellen waarbij level - het cijfer 0 tot 9 betreft, dat het uitgangsaudioniveau aangeeft. Hoe hoger het getal hoe luider het audio signaal. Standaard instelling: 3. #level* om het audio ingangsniveau in te stellen waarbij level - het cijfer 0 tot 9 betreft, dat het ingangsaudioniveau aangeeft. Hoe hoger het getal hoe groter het audio signaal. Standaard instelling: 3. 9

VIRTUELE INGANG 7 / TESTOPROEP Telefoonnummer 1 en 2 Wanneer bij programmering deze virtuele en niet aanwezige ingang (7) wordt vastgelegd aan de telefoonnummers 1 en 2, dan wordt de gebruiker periodiek op de hoogte gesteld, dat de installatie correct werkt. De cyclus van de oproep kan door de installateur dagelijks, of om de zoveel dagen (van 1 tot 30) worden ingesteld. Is de instelling meer dan 31 of 0, dan vindt er geen oproep plaats. Deze functie kan belangrijk zijn om de gebruiker van een systeem met hogere veiligheidgraad regelmatig te verwittigen dat zijn materiaal naar behoren werkt. In feite is bij gebruik van een prepaid kaart geen communicatie meer mogelijk wanneer de einddatum wordt bereikt of het krediet, ingebracht in de kaart, is opgebruikt. Het is dan ook belangrijk dat een SIM kaart met abonnement wordt aangeschaft en dan is de instelling van deze virtuele ingang 7 overbodig. Stel het getal in van 0 tot N en indien het getal hoger is dan 31, dan wordt dit aanzien als het getal 0 en wordt geen enkele testoproep uitgevoerd. Het tekst bericht (maximum 50 karakters) en het verzenden van 4 telefoonnummers (maximum 12 cijfers) met 3 verschillende functies. Telefoonnummer 3 en 4 Worden de telefoonnummer 3 en 4 geprogrammeerd, dan wordt de gebruiker gewaarschuwd als de netvoeding wegvalt. Deze functie is alleen actief als de back-up accu is aangesloten. De bijbehorende SMS berichten dienen als volgt te worden ingesteld: SMS: periodieke test: SMS netvoeding uitval: SMS netvoeding terug VIRTUELE INGANG 8 / KREDIET Telefoonnummer 3 en 4 Het 3de telefoonnummer wordt gebruikt om alleen het telefoonnummer door te geven van het ontvangen bericht die niet werd vergezeld van een gebruikerscode of installateurcode. Wanneer het 3de en 4de telefoonnummer aan de virtuele ingang 8 worden gekoppeld, dan wordt geen enkel oproep weergegeven echter alleen het telefoonnummer in de aangewezen plaats geschreven. Het 4de telefoonnummer is het provider nummer om het ontvangen SMS bericht betreffende zijn krediet te ontvangen (opgelet: werkt slechts in enkele landen). Na het verzenden van een aanvraag SMS die uit de gebruikerscode + K (hoofdletter) bestaat, ontvangt men een provider SMS, dat het resterende krediet toont. Tijdens deze procedure blijft de interface gedurende twee minuten in stand-by. 10

VIRTUELE INGANG 9 / SMARTKEY Het telefoonnummer moet met de internationale prefix vóór het nummer worden geprogrammeerd. Bijvoorbeeld als het telefoonnummer 027265612 is en het land van aansluiting België dan moet u hiervoor 32027265612 inbrengen. Elk telefoonnummer kan relais 1 of relais 2 aansturen, en elk nummer kan het relais op een verschillende manier bedienen, overeenkomstig de volgende opgave: Relais 1 aansturing (indien deze niet gebruikt wordt voor netwerk uitval) 0 schakelt het relais als een puls 1 schakelt het relais in de ON positie (aangetrokken) 2 schakelt het relais in de OFF positie (afvallend) 3 verandert de status van het relais Relais 2 aansturing 5 schakelt het relais als een puls 6 schakelt het relais in de ON positie (aangetrokken) 7 schakelt het relais in de OFF positie (afvallend) 8 verandert de status van het relais De CTC 1700 verbreekt een oproep van een SmartKey na 2 tot maximum 5 beltonen. DE INGANGSGEVOELIGHEID INSTELLEN Alle ingangen hebben een gevoeligheid van minimum 100mS schakeltijd en kunnen verlengd worden tot 99 x 50mS = 4950mS (bijna 5 seconden). Om de gevoeligheid van de ingang in te stellen dient een factor 2 tot 99 te worden ingebracht in het sens menu, waarmee de tijdsduur wordt bepaald. Als een vertraging van 2 seconden wordt vereist, voer dan 40 (2.000/50=40) in om de gewenste tijdsduur in te stellen. Als 1 wordt geselecteerd, zal de minimumtijd nochtans 100mSec blijven. Opgelet: een te lage ingangsgevoeligheid verhoogt de kans op ongepast alarm, veroorzaakt door storingen op de ingangslijnen. GEBRUIKERSCODE De gebruikerscode kan de standaardfuncties van het interface systeem bedienen. De eindgebruiker kan ook door middel van zijn code de uitgangsrelais in- en uitschakelen en de status opvragen van zowel de ingangen als de uitgangsrelais, terwijl de installateur alleen de parameters kan wijzigen, de telefoonnummers en de configuratie kan veranderen. INSTALLATEURSCODE Gebruikmakend van de installateurscode is het mogelijk de gegevens te UP- en Downloaden in het geheugen van het systeem en bijgevolg al de programmering van de print te veranderen met behulp van een GSM toestel. De installateur is in staat, door het versturen van verschillende SMS berichtjes gekoppeld met zijn code, de functies van de print, de configuratie van het systeem en de telefoonnummers te wijzigen. 11

De installateurs- en gebruikerscode moet veranderd worden (Standaard gebruiker 1234) Nieuwe gebruikerscode (4 cijfers)... (Standaard installateur 4567) Nieuwe installlateurscode (4 cijfers)... HET OPSTARTEN VAN HET SYSTEEM Verwijder om het even welke kabel die verbinding maakt met de interface CTC1700. Wees voorzichtig met het losmaken van de voedingskabel daar de positieve geleider bij aanraking van de printplaat of componenten de module interface kan beschadigen. Plaats de SIM kaart in zijn houder (de SIM kaart heeft reeds de procedure DE SIM KAART INSTELLING doorlopen, waarbij onder andere de pincode is gewist). Plaats de antenne zo ver mogelijk van data verwerkingstoestellen, zoals voedingen, elektriciteits- en andere bekabelingen. Maak eerst al verbindingen en bekabeling en schakel tenslotte de voedingsspanning in. Na het onder spanning zetten, wacht enkele seconden (de rode led knippert) waarna de activering en de initialisering van de GSM interfacemodule begint met het oplichten van de rode led, wachtend op de registratie van de SIM kaart. Deze verrichting kan verscheidene minuten duren. Aan het eind van de initialisering en de controle om op het netwerk te gaan, gaat de rode led uit, om na een paar seconden de kwaliteit van het ontvangen GSM signaal weer te geven, het aantal pulsen van de rode led geeft de kwaliteit aan: hoe hoger (maximaal 4 pulsen) hoe beter het GSM signaal. Een hoger aantal pulsen (9) wijst op een ontoereikend signaal of de slechte plaatsing of werking van de SIM kaart. Elke groep pulsen wordt gescheiden van volgende door een langere onderbreking. DE TELEFOON VERBINDINGEN (telefoon, telemelder, enz.) Het telefoonmateriaal, telemelder, de controle-eenheid of andere compatibele apparatuur (alleen werkend met DTMF), kunnen aan de speciale RJ connector, geplaatst op de hoofdprint, aangesloten worden. Om een verbinding tot stand te brengen (de telefoon wordt opgenomen, de telemelder wordt geactiveerd of de alarmdetectiecentrale is in alarm) wordt een kiestoon opgewekt of krijgt een bezettoon omdat de CTC interface bezig is (bijvoorbeeld een automatische SMS die om de 30 seconden leest, een SMS verstuurd, up- of download, enz). De bezettoon kan eveneens op één van de volgende fouten wijzen: dat de GSM module niet met het GSM netwerk wordt verbonden, het systeem werkt niet, de processor is nog altijd aan het initialiseren, de print voert geprogrammeerde instellingen uit (leest berichten, stuurt SMS berichten uit, of een andere instelling). 12

Als alles in orde is om een telefoonoproep te beginnen dan wordt een kiestoon opgewekt door de print en wacht de module de DTMF tonen om het telefoonnummer te vormen. Uitsluitend DTMF tonen komen hiervoor in aanmerking. Het nummer dat gevormd wordt, wordt verzonden wanneer een pauze tussen een cijfer en het volgende langer is dan 3 seconden. Dus als de GSM interface is gekoppeld met een automatische telefoonkiezer (telefoon of alarmcentrale) programmeer dan geen pauze in de samenstelling van het telefoonnummer, het nummer zelf mag bestaan uit maximum 12 cijfers. Bestaat het telefoonnummer uit meer dan 12 cijfers, dan zal de interface na het 12 e getal een bezettoon genereren. Opgelet: verbindt slechts de twee telefoongeleiders van de controle-eenheid met de telefoonstop, omdat de andere twee aansluitingen uitsluitend voor de seriële poort van de PC dienen. HET DECODEREN VAN HET SMS BERICHT De SMS berichten die via het GSM netwerk worden ontvangen worden gecontroleerd en gedecodeerd ongeveer om de 30 seconden. De uitlezing van het opdracht en de activering van de relaisuitgangen kan uitsluitend uitgevoerd en gedecodeerd worden na de juiste controle van een vier cijferige gebruikerscode (de standaard gebruikerscode is: 1234). Elk SMS bericht dat geen geldige gebruikers- of installateurscode bevat zal naar telefoonnummer 3, geprogrammeerd bij het virtuele ingangskanaal 8, worden verzonden. N.B.: SMS berichten die standaard in de GSM van de gebruiker zijn geprogrammeerd, om bijvoorbeeld de relaisuitgangen te bedienen of de status op te vragen van de in- en uitgangen, kunnen vooraf ingesteld worden, bestaande uit de code plus het type uit te voeren actie (zie de paragraaf RELAISUITGANGSSTURING). RELAIS 1 FUNCTIES De twee relais op de hoofdprint kunnen met SMS berichten geactiveerd worden. In de programmeermode wordt het relais als volgt opgeroepen: Rel R=0 de relaisfuncties worden door SMS berichten aangestuurd: Rel R=1 Relais 1 wordt actief wanneer de GSM lijn of de SIM kaart afwezig is. Het relais wordt geactiveerd als de GSM lijn na ongeveer 3 minuten afwezig is en het relais komt in rust wanneer het GSM signaal gedurende drie minuten van goede kwaliteit is. Wanneer het ontbreken van het signaal te wijten is aan een slecht contact van de SIM kaart of de afwezigheid hiervan, dan wordt dit ogenblikkelijk gesignaleerd. Dit relais kan ook geactiveerd worden, indien de aangesloten telefoon of telemelder de lijn voor meer dan 60 seconden bezet houdt zonder een telefoonnummer te vormen. Het relais kan ook door een Smartkey functie geschakeld worden, zoals hierboven beschreven. 13

INGANGSKANAAL 1 FUNCTIE Ingangskanaal 1 heeft twee verschillende functies op basis van configuratie van de systeem- en installatievereisten: Wanneer deze functie als een gewone functie wordt geprogrammeerd (A= -) zal deze ingang werken zoals elke andere ingang en de oproep en berichten verzenden zoals dit werd ingesteld. indien geprogrammeerd als blok om oproepen en berichten te verzenden (A=A) gedraagt het zich als oproepblok voor de andere ingangen en de ingang 2 zal enkel de oproep verzenden als de ingang 1 geactiveerd werd (verbonden met de -). Zelfs met deze actieve functie is het nochtans mogelijk om de oproep en de SMS te verzenden. Arm. A=A Het SMS bericht verzendt blok toegelaten. De SMS berichten van de andere ingangen worden niet verzonden wanneer deze ingang niet met (-) wordt verbonden. Door het sluiten of het verbinden van de negatief (-) aan de ingang 1, kunnen de oproepen van de ingangskanalen 1 en 2 verzonden worden, die aan de (-) verbonden zijn of actief zullen worden. Arm. A=- Ingang 1 werkt als een normale ingang, dus niet gekoppeld aan andere ingangen. GEBRUIKERACTIES MET GSM (door middel van gebruikerscode) Het maximum aantal karakters dat achter de gebruikerscode kan worden gevormd is 8. Na de code mogen geen spaties worden gelaten wanneer de actie instructie uit alle 8 karakters bestaat. Vóór de code kan een omschrijving van de actie die wordt opgestuurd worden ingevoerd, zonder beperking van het aantal karakters (slechts het maximum aantal karakters die in een SMS bericht kan worden ingevoerd, dient gerespecteerd te worden). Voorbeeld van een actie Inschakeling van een boiler (relais 1) Inschakeling van de boiler: 1234O1 De actie omschrijving kan vòòr de code worden ingevoerd, terwijl achter de code de actie met maximum 8 karakters wordt weergegeven, incl. Spaties. 14

Uitschakeling van de boiler (relais 1) Uitschakeling van de boiler: 1234F1 Nu het uitschakelen van de boiler (relais 1), het inschakelen van de verwarming (relais 2) en het geven van een SMS bericht met in- en uitgangsstatus Omschrijving van de actie: 1234F1O2S Antwoord: InputA- Inp. 1(=actief); inp.2(=rust) RelayINSDIS Outp.1(=actief); outp.2(=rust) Figuur 5 RELAISUITGANGSSTURING De uitgangen kunnen gereset worden als de data verzonden of ontvangen wordt van de PC of als de data veranderd is door de up- en downloading. Wanneer de voeding voor een korte tijd wordt onderbroken dan wordt de status op het moment van de onderbreking gehandhaaft. Hieronder, worden de voorbeelden van soorten opdrachten en de reacties gegeven die door een GSM worden uitgewisseld, die eerder door de gebruiker in de GSM werden opgeslagen. Schrijf de berichten van klant op de volgende manier in de GSM: (gebruikerscode) <opdracht><uitgang><s> 15

De opdracht activeert de uitgang op de volgende manier: Opdracht Uitschakelen = F - Schakelt de uitgang uit OFF (relais niet bekrachtigd) Inschakelen= O - Schakelt de uitgang in ON (relais bekrachtigd) Puls= P - Schakelt de uitgang in en uit voor ongeveer 1 seconde. Uitgang 0 tot 8 - Nummer van te sturen uitgang (wanneer het een 0 is, dan worden alle uitgangen aangestuurd). S -Vraagt een bericht terug te zenden met de nieuwe in- en uitgang status. Bijvoorbeeld: als men in zijn GSM een SMS bericht wil opslaan om op afstand zijn boiler in te schakelen met behulp van relais 2 en de gebruikerscode is 1452, dan dient hij de volgende boodschap samen te stellen: boiler thuis inschakelen 1452O2 boiler thuis uitschakelen 1452F2 Waarbij het omschrijvende gedeelte niet verplicht is maar wel in kleine letters geschreven moet worden, terwijl de gebruikerscode met 4 cijfers en de opdracht in hoofdletters wordt geschreven tussen de omschrijving en de gebruikerscode moet een spatie geplaatst worden. In hetzelfde bericht kunnen diverse opdrachten verzonden worden en dient als volgt te worden uitgevoerd: (gebruikerscode)<opdracht><uitgang><uitgang><opdracht><uitgang ><opdracht><uitgang ><uitgang > (tot maximaal 8 opdrachten) Bijvoorbeeld: als men in zijn GSM een SMS bericht wil opslaan om op afstand uitgang 1 wil inschakelen en uitgang 2 wil uitschakelen, de gebruikerscode is 2580 en een bericht terug wil ontvangen, dan dient het volgende bericht te worden samengesteld: 2580O1F2S Wanneer de opdracht wordt verstuurd om een relaiscontact met een puls te schakelen, dan wordt het relais bekrachtigd voor een tijd, welke in de programmatie werd vastgelegd (van 1 tot 9 seconden). CONTROLE EN OPDRACHT VAN RELAIS STATUS Om de status van het relais te controleren, dient men als volgt te werken: (gebruikerscode)<opdracht><n.uitgang><aanvraag><n.uitgang> Aanvraag N - Het omkeren van de uitgang S - Verstuur het SMS bericht met in- en uitgangstatus. T - Bevestig de oproeper de ontvangst van het bericht. N.B.: Het voorgaande bericht dient in de GSM met hoofdletters te worden ingebracht. 16

Voorbeeld: de standaard gebruikerscode is 1234, men wenst de uitgang 1 in te schakelen en uitgang 2 om te keren en een bericht te ontvangen van de in- en uitgangsstatus. Het volgende SMS bericht dient verstuurd te worden: 1234O1N2S (maximum 8 instructie opdrachten na de code) De opeenvolging van de opdrachten kan ook op de volgende manier (de volgorde van de bevelen is niet belangrijk) worden geschreven: 1234N2O1S Wanneer de module interface een SMS ontvangt met de S opdracht, dan zal de interface het telefoonnummer welke het SMS bericht verstuurde antwoorden met het volgende bericht: INPUT<Status ingang 1<Status ingang 2>.<Status ingang N> RELAY<Status uitgang 1<Status uitgang 2>.<status uitgang N> Waarbij N het maximaal getal weergeeft, die beschikbaar is op de interface, dat wil zeggen dat de status van alle geprogrammeerde en aanwezige in- en uitgangen worden weergegeven. Als wij, met dezelfde code, de status van, alle uitgangen wensen om te keren, dienen wij het volgende SMS bericht door te sturen: 1234N0 Omschrijving van de ingangsstatus: A - Geactiveerde ingang, verbonden met de negatief, of niet verbonden positief (gesloten contact). - - Niet actieve ingang, geen alarmtoestand, verbonden met positief (open contact). Omschrijving van de uitgangsstatus: INS - Gesloten uitgang (geactiveerd relais) DIS - Open uitgang (relais in rust) CONTROLE EN OPVRAGEN VAN DE IN- EN UITGANGSSTATUS Wenst men de status te kennen, stuur het volgend bericht: (Gebruikerscode)S Antwoord Het maximaal aantal karakters na de code bedraagt 8 met inbegrip van de spaties. 17

KREDIET CONTROLE EN OPVRAGEN Wanneer een SIM kaart zonder abonnement wordt gebruikt, dan kan men met behulp van de volgende opdracht het resterend tegoed opvragen.; de provider stuurt een SMS bericht door middel van het oproepen naar het telefoonnummer welke geprogrammeerd werd in kanaal 8, het derde telefoonnummer: (Gebruikerscode) K Antwoord De interface module zal een aanvraag van krediet sturen naar de provider (telefoonnummer 4 van de virtuele ingang 8) en stuurt de ontvangen boodschap door naar telefoonnummer 3 van kanaalingang 8. PROGRAMMEREN VANAF EEN GSM Stuur een SMS bericht met volgende informatie: CodeR0 4567R0 Ontvangen van SMS bericht naar oproepende GSM Verander de data W=4567G (install.code) User.U=1234 (gebr.code) exp.e=1 arm.a=a delay.z=00 test T=12 Sens.S=04 rel.r=0 puls P=1 microf.m=3 Speek.N=5 Verstuur het nieuwe programma en wacht op het SMS bericht met de nieuwe instellingen Figuur 6 18

OPVRAGEN VAN INGANG/ KANAAL 1 UPLOAD met GSM Verzend een SMS bericht met he t volgende info: CodeR1 4567R1 Ontvangen van het SMS bericht op de oproepende GSM 4567 ingr.g;.-.;.-.;.-.;.-.;text; Verander de data Verzend het nieuwe programma en wacht op het SMS bericht met de nieuwe instellingen Figuur 7 Het opvragen van de gegevens van ingang of kanaal 1 om de telefoonnummers en de SMS tekst te veranderen. Dezelfde procedure geldt voor de andere ingang(en). HET LEZEN EN VERZENDEN VAN HET DATA GEHEUGEN VANAF EEN GSM TOESTEL HET OPVRAGEN VAN DE CONFIGURATIE EN DE CODES Het uitlezen van de gegevens met behulp van een installateurs GSM staat de programmering zelfs zonder de hulp van PC toe en maakt het de installateur eveneens mogelijk om de telefoonnummer(s) te veranderen zonder bij de eindgebruiker langs te gaan. Het overseiningsbericht dat toegang tot de hoofdprint mogelijk maakt is het volgende: <installateurscode>r<n> (N= een getal van 0 tot 7) 19

R - door deze letter (die door de correcte installateurscode van 4 cijfers wordt voorafgegaan), naar de hoofdprint te sturen, zal automatisch een SMS bericht teruggestuurd worden naar de oproepende GSM met de in de EEPROM opgeslagen gegevens. Wordt na de letter R een 0 ingevoerd, dan worden de algemene gegevens geladen (code, uitbreidingen, relais, enz.) en wordt een cijfer van 1 tot N ingevoerd, dan worden de gegevens met betrekking tot de telefoonnummers en de ingangskanalen ingeladen. Om de Upload procedure vanaf een GSM toestel te activeren voer het volgende in (Het SMS bericht die verstuurd wordt vanaf een GSM toestel om de algemene gegevens te ontvangen): 4567R0 Na ontvangst van deze opdracht verzendt de interface een samengestelde SMS bericht: (huidige installateurscode) 4567G inst.i=xxxx clien.u=.yyyy exp.e=& arm.a=a delay Z=rr test T=ct sens.s=ss rel.r=w puls P=p microf.m=q speek.n=z Waarbij: xxxx - 4 cijfers van 0 tot 9 voor de installateurscode yyyy - 4 cijfers van 0 tot 9 voor de gebruikerscode & - een getal van 0 tot 9 die het uitbreiding type aangeeft. Standaard = 0 (geen) a - A - Ingang 1 heeft een dubbele functie (gekoppelde functie) - - - Ingang 1 is een normale functie Waarbij = A de sturing aan ingang 1 bepaald of het SMS bericht gestuurd door ingang 2 worden verzonden of niet. Indien ingang 1 aan negatief, wordt SMS van ingang 2 verstuurd. rr - een getal van 01 tot 99 ingangsvertraging van zone 3 (niet beschikbaar) ct - een getal 0 tot 31 geeft de autotest cyclus aan die het SMS bericht, verbonden aan ingang 7, zal verzenden. ss - een getal van 01 tot 99 die de vertraging van de activering van de ingang aangeeft. ss = vermenigvuldigingsfactor van 50 ms (zie De gevoeligheid instellen). w - een getal van 0 tot 3 die op de functie van relais 1 en 2 betrekking heeft. w = 1: relais 1 actief wanneer GSM netwerk onvoldoende. p - een getal van 1 tot 9 die op de impulsduur voor elk relais weergeeft, die op een puls geprogrammeerd is. p = getal van 1 tot 9, de tijd dat een relaiscontact aangetrokken (ON) wordt, wanneer een SMS bericht wordt gestuurd. Opmerking: De microf.m= 3 en speek.n=5 is een niet te gebruiken informatie voor een microfoon en luidspreker. Alleen veranderingen aanbrengen van de onderlijnde gegevens en verzendt vervolgens het nieuwe bericht naar de interface. Telkens als het bericht wordt verzonden en door de interface gedecodeerd wordt, zal een SMS bevestigingbericht naar de oproepende GSM verzonden worden met de recentste wijzigingen. 20

OPVRAGEN VAN DE INGANGSCONFIGURATIE SMS bericht versturen voor het opvragen van de gegevens van ingang 1 vanaf een GSM toestel: 4567R1 Na het ontvangen van deze opdracht verzendt de interface het volgende samengesteld SMS bericht: De allereerste keer ontvangt men: 4567ingr.G1;.-.;.-.;.-.;.-.;; Vul aan tot: 4567 ingr.g1;t -(tel. num.1); t -(tel. num. 2); t -(tel. num. 3); t -(tel. num. 4); SMS tekst; (verander slechts de onderstreepte gegevens) Bij het aanvullen of veranderen van de gegevens, dient op de plaats van de t één van de drie oproepentypes te worden ingegeven, gevolgd door een middenstreepje en vervolgens het telefoonnummer, afgesloten met een punt-komma. Aan het eind van de boodschap wordt het SMS bericht ingeschreven, welke verstuurd wordt naar de voorgaande telefoonnummers; het SMS bericht heeft maximum 50 karakters en wordt eveneens afgesloten door een punt-komma. Verander niet alle andere geschreven gegevens omdat de interface dit nodig heeft om de ingangsprogrammering te decoderen: t - een getal van 1 tot N dat het type van verzending aanduidt: 1: alleen SMS bericht 2: het waarschuwingsoproep + SMS 3: alleen waarschuwingsoproep tel.num. - op te roepen telefoonnummer 1, 2, 3 en 4. Telefoonnummer voorafgegaan door een getal en -, bestaande uit maximaal 12 tekens (voor internationale nummers geef het + teken in voor de internationale prefix)..-. indien geen telefoonnummer:.-. = (punt, streep, punt) SMS tekst - tekst van het SMS bericht voor het kanaal/ingang (max. 50 karakters). SMS- tekst; Te verzenden bericht Schrijft de tekst van het bericht om bij elke activering van de eerder vermelde input te verzenden. Het maximum aantal letters en cijfers dat voor elk bericht kan worden ingevoerd is 50. Herhaal dezelfde procedure voor ingang 2, door het SMS bericht als volgt te versturen: 4567R2 21

HET SAMENSTELLEN VAN DE SMS TEKST Opgelet: gebruik geen grafische symbolen, interpuncties of speciale karakters in de samenstelling van de SMS berichten, omdat zij niet gedecodeerd kunnen worden. Gebruik alleen kleine letters en cijfers. Per alarmingang of kanaal kan men maximaal 50 karakters gebruiken. Alle verrichtingen die hierboven voor ingangskanaal 1 worden beschreven, moeten of kunnen voor alle actieve alarmingangen in de volledige configuratie van het systeem worden herhaald. Plaats geen interpuncties tussen de cijfers of letters in een SMS bericht. Het dubbelpunt : -teken tussen de 50 karakters zorgt er voor dat het SMS bericht in twee delen gesplitst wordt, waarvan het eerste gedeelte verzonden wordt wanneer de ingang actief gemaakt wordt, terwijl het tweede gedeelte verzonden wordt wanneer de ingang wederom in rust komt. Als een bericht in twee verdeeld wordt om een activering van het ingangskanaal aan te geven en het oproeptype 2 of 3 (het waarschuwingsoproep én SMS of oproep alleen) is ingevoerd, dan wordt geen waarschuwingsoproep verzonden als de ingang in rust toestand komt, en wordt pas verstuurd als de ingang wederom wordt geactiveerd. Bij het totaal van maximum 50 karakters dient eveneens rekening gehouden te worden met het dubbelpunt teken. Het overschrijden van het maximum aantal kan tot gevolg hebben, dat het tot verlies of verandering van de gegevens kan leiden. De correcte opslag van de verzonde n gegevens kan met het bericht van bevestiging worden gecontroleerd. Opmerking: SICURIT behoudt zich het recht om wijzigingen aan dit handboek te maken zonder voorafgaand bericht. 22