Leidraad Instructeurs Bij de 24 e druk van Het Oranje Kruis boekje. Het Oranje Kruis juni 2003.



Vergelijkbare documenten
Competenties Eerste Hulp

Eindtermen voor het diploma eerste hulp ( vastgesteld door het College van Deskundigen op 6 maart 2006)

Eerste Hulp aan Kinderen: eindtermen (vastgesteld door het College van Deskundigen in mei 2006) Doelgroep

x E5.001 hoe een leerproces verloopt;

Examenreglement voor het examen Eerste Hulp Vastgesteld augustus 2010

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING AANVULLINGEN OP PTA KADERBEROEPSGERICHT COHORT : Voorwoord. Het Westeraam.

Eindtermen Jeugd Eerste Hulp

Handleiding examinatoren Eerste Hulp aan kinderen

Handleiding examinatoren Eerste Hulp aan kinderen

Eindtermen Certificaat Eerste Hulp bij Sportongevallen van. Het Oranje Kruis. 18 december 2012

Dit is een door het CCV goedgekeurd lesplan

EINDTERMEN EERSTEHULPVERLENER LPEV

Opening seizoen, jaarvergadering en lezing. De Regenboogschool Les 1 Communicatie en overdracht. De Regenboogschool

Uitvoeringsbepalingen

Aanpassingen in het examen Eerste Hulp

Eindtermen Jeugd Eerste Hulp

Wijzigingen in de Eerste Hulp (september 2011)

Behandeling van wonden en letsels

Programma training: Klant: PI-420: Herhaling Eerste Hulp en Verbandleer en kleine ongevallen oneven jaar (1 dag) Diverse

Voorbeeldplan CBR. Algemeen gedeelte. 1. CBR registratienummer en naam opleidingsinstituut 0000A0, CBR Voorbeeld

EINDTERMEN INSTRUCTEUR LPEV

Voorbeeld. Naam opleider en registratienummer CBR, registratienummer 0000H0. Versienummer en datum Opleidingsplan versie 2; 18 juni 2015

Programma training: Klant: PI-421: Herhaling Eerste Hulp en Verbandleer en kleine ongevallen (2 dagen) Diverse

Programma training: Klant: PI-411: Opleiding Eerste hulp Oranje Kruis. Diverse

Opleidingscatalogus: Bedrijfshulpverlening

Referentie kader. of werktijd Hele periode

Opleidingscatalogus: Bedrijfshulpverlening V15.1

Examenseries diploma Eerste Hulp van

Handboek Lotusopleiding

Bij voldoende deelname starten wij een cursus bedrijfshulpverlening twee dagen of vier dagdelen morgens van uur tot 13.

2014 EHBO-K. Theorievragen versie 006. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 7

Bijlage A Profiel Bedrijfshulpverlener Basis en Basis Plus

Examenseries Diploma Eerste Hulp

KBC-Preventie. Ongevallen thuis. we hebben het voor u

FAQ Het Oranje Kruis 2016

Cursus Bedrijfshulpverlening - Inleiding in de BHV

Stichting Landelijk Protocol Eerstehulp Verlening BASIS OPLEIDING EERSTEHULPVERLENER-LPEV

Examenseries Diploma Eerste Hulp. van. Het Oranje Kruis

Examenreglement Lotus. Het Oranje Kruis

Formulier programma nascholing Instructeurs Eerste Hulp (IEH)

ARBO, kwaliteitszorg en hulpverlening geschikt voor niveau 4

Examenseries Diploma Eerste Hulp. van. Het Oranje Kruis

Examinering & certificering volgens de nieuwste eindtermen (2016) 1 januari 2017 (definitieve invoering) DIPLOMA EERSTE HULP

Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp

Infofiche Junior Helper

Inschrijfnummer Kamer van Koophandel: Bank ING: NL10INGB

Informatieblad. Opleiding herhaling kinder-ehbo

Competentieprofiel instructeurs

Vijf belangrijke punten

Examenreglement. Diploma Jeugd Eerste Hulp (DJEH)

Toets Ziekteleer Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

Examenreglement. Diploma Jeugd Eerste Hulp (DJEH)

OEFENVRAGEN BHV. 1. Met welke methode beademt u een slachtoffer onder normale omstandigheden? A. De dokter Phil methode. B.

Stichting Raad van Eerste Hulp Diploma versie

Algemeen Reglement van de Certificering voor instructeurs in het toepassingsgebied van de bedrijfsnoodorganisatie

H o c k e y E H B O. Woensdag 30 november MHC Goirle. Door Paul van den Broek

Onderdeel nascholing: 2, 4 of 5 (als er meerdere onderdelen in 1 bijeenkomst aan bod komen, dient u deze op een aparte regel aan te geven)

ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

Voorwoord: Meppel, augustus 2012.

Trainingen & Opleidingen

Informatieblad. Opleiding kinder-ehbo

Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties

AG eerste hulp opleidingen 47 vragen met antwoorden.

Aanpassingen Het Oranje Kruis Jeugdboekje i.v.m. Richtlijnen Eerste Hulp Het Oranje Kruis 2017

NIEUWSBRIEF De nieuwsbrief die hier voor je ligt is samengesteld door het bestuur van de EHBO vereniging afdeling Smilde.

ORANJE KRUIS JEUGDBOEKJE

Theorie wordt de gehele dag afgewisseld met praktijkopdrachten. Er is plek voor maximaal 16 deelnemers waardoor er voldoende ruimte is voor vragen.

Voorwoord: Meppel, juni 2010.

Overstappen. Voordelen LPEV, opleidingen LPEV, overstappen, overstapplan, en wat kost het Stichting LPEV

EHBO-VERENIGING ST.BERNARDUS UDENHOUT. Seizoen Hart van Brabant

Branchetoetsdocument: Basis Bedrijfshulpverlening incl. herhaling

Aanbieder / rayon: CR028 programma 2018/2019. Onderwerp(en ) In steekwoorden. Leerdoel(en) Smart

ARBO, kwaliteitszorg en hulpverlening geschikt voor niveau 2

DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING

Informatieblad. Opleiding reanimatie & AED

EHBO-VERENIGING ST.BERNARDUS UDENHOUT

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

3. Eindtermen voor het diploma eerste hulp

Informatieblad. Opleiding herhaling kinder-ehbo

Instructeur Bedrijfshulpverlener opleiding Eerste Hulp Conform de richtlijnen van het Nederlands Instituut Bedrijfshulpverlening (NIBHV)

Lesfiche : EHBO & Reanimatie

TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland

C u r s u s i n f o r m a t i e

Training. EHBO voor PW

Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs

Examenreglement. Diploma Eerste Hulp (DEH)

Inkijkexemplaar. Inhoud

Stappenplan voor competentiebeoordelingen instructeurs Eerste Hulp

Informatieblad. Opleiding EHBO

Start / Introductie HARTELIJK WELKOM

Locatie Opleidingen worden landelijk gegeven of indien gewenst eigen locatie.

Sterk in maatwerk. Amsterdam-Amstelland. Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig

De belangrijkste verschillen tussen de 25 e en de 26 e druk van het Oranje Kruisboekje

Cursus Reanimatie en AED

Voor een eigenwijze kijk op certificatie. Uw partner voor al uw certificatie

U kunt een aanvraag doen per bijeenkomst, maar ook voor meerdere bijeenkomsten (b.v. uw hele rayonprogramma) in 1 keer.

Antwoorden 2014 EHBO-K. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 5. Theorievragen versie 006

FAQ HULPVERLENING DUIKEN

Transcriptie:

Leidraad Instructeurs Bij de 24 e druk van Het Oranje Kruis boekje Het Oranje Kruis juni 2003.

Colofon: 1. Colofon en inhoudsopgave Uitgave van Het Oranje Kruis April 2003 Redactie: Wiebe de Vries Edwin Roovers De Stichting Koninklijke Nationale Organisatie voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken Het Oranje Kruis is gevestigd in het dr. C.J. Mijnlieff-huis. Bezoekadres: Scheveningseweg 44 2517 KV Den Haag Correspondentieadres: Postbus 16462 2500 BL Den Haag telefoon: 070 338 32 32 telefax: 070 338 41 51 email: ok@ehbo.nl internet: www.ehbo.nl Inhoudsopgave Pagina: 1. Colofon en inhoudsopgave 2 2. Inleiding 3 3. Doelstelling 4 4. Organisatie en betrokkenen 4 5. Onderwijskundige visie 6 6. Competentiegericht onderwijs 9 7. Onderwijskundige principes 9 8. Opbouw van de lesstof 11 9. Verwachtingen 14 10. Resumé 16 11. Literatuur 16 12. Bijlagen 16 2

2. Inleiding Het Oranje Kruis is in ontwikkeling. Een ontwikkeling die gevolgen heeft voor het eerste hulponderwijs. Deze leidraad instructeurs is bedoeld om u een duidelijk beeld te geven van de gevolgen van de ontwikkelingen van het onderwijs in de eerste hulp. U vraagt zich af waarom we gaan veranderen? Het ging toch prima? De ontwikkelingen in de samenleving nodigen ons uit te veranderen. De vragen van potentiële cursisten en het optreden van andere spelers op de markt van de hulpverleningsopleidingen houden het gevaar van wildgroei in. De markt en de afnemers vragen om een betere controle op de kwaliteit om te voorkomen dat mensen het risico lopen niet de optimale hulpverlening te krijgen waar ze recht op hebben. Hierop moet adequaat ingespeeld worden, dat verwacht u van ons en verwachten wij van u. U zult dat toch ook aan de basis willen ondersteunen? Samen moeten we daaraan vormgeven. Binnen opleidingsinstituten en verenigingen is al enige tijd de roep hoorbaar dat het met het huidige systeem van opleidingen niet werkt. Vooral signalen als het demotiverende karakter, de inflexibiliteit, het dooddrukken van eigen initiatief en dergelijke geluiden duiden er op dat het huidige onderwijssysteem zijn langste tijd heeft gehad. Hebben we het dan altijd verkeerd gedaan? Neen, maar de maatschappij vraagt momenteel andere zaken en een ander plan van aanpak. Na een korte introductie van de organisaties en betrokkenen komen de doelstellingen, de visie en onderwijskundige principes aan de orde. Daarna zult u een overzicht vinden van de opbouw van de leerstof die ons voor ogen staat. Afgesloten wordt met een kort resumé en een overzicht van de documenten die de basis voor deze leidraad hebben gevormd. Onderwijs sluit aan bij maatschappij en mensbeeld. Die zijn steeds weer aan veranderingen onderhevig, waardoor het onderwijs zich aanpast aan huidige normen. Het is een voortdurend (vernieuwend) proces. Wij hopen met deze leidraad een aanzet te kunnen geven in de richting van uniformiteit, duidelijkheid, uitwisselbaarheid en door iedereen gedragen onderwijs in eerste hulp aan leken. Voor suggesties houden wij ons uiteraard ten allen tijde aanbevolen. Het Oranje Kruis NB in de teksten zal worden gesproken in de mannelijke vorm, hetgeen geen voorkeur uitspreekt maar slechts is gekozen ten behoeve van de leesbaarheid. 3

3. Doelstelling Het uitgeven van een leidraad instructeurs impliceert dat er een doelstelling aan dit document is te stellen. De doelstellingen die wij voor ogen hebben zijn de volgende: - het stimuleren van een bredere verspreiding van het gedachtegoed van de doctrine. - het verduidelijken van de achtergronden van het ontstaan van de doctrine; - het realiseren van een brede en gedragen implementatie van de doctrine; - het stimuleren van de eenduidige wijze van uitdragen van de doctrine; en - het bekendmaken van de onderwijskundige visie van de organisatie; 4. Organisatie en betrokkenen De Koninklijke Nationale Bond voor EHBO en Reddingwezen Het Oranje Kruis is per 28 september 2002 omgevormd tot de Stichting Koninklijke Nationale Organisatie voor Reddingwezen en Eerst Hulp bij Ongelukken Het Oranje Kruis. Een structuurwijziging die de verdere ontwikkeling van reddingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken een extra stimulans zal geven. Het zal tot een versnelling gaan leiden op het vlak van het adequaat inspelen op innovatieve ontwikkelingen op het vlak van educatie en medische zaken. Een structuurwijziging naar een stichting waarin de deskundigheid zijn invloed zal vinden in het College van Deskundigen, de opleiders en betrokkenen in de Raad van Advies en welke stichting bestuurd wordt door een onafhankelijk bestuur. De Raad van Advies bestaat uit vertegenwoordigers van opleidende instituten, waaronder ook b.v. landelijke koepels met de plaatselijke EHBO-verenigingen vallen. In het College van Deskundigen zijn de beroepsverenigingen voor spoedeisende medische hulpverlening actief. Het Oranje Kruis blijft de certificerende organisatie ten behoeve van eerste hulpcompetenties. Het Oranje Kruis beschrijft standaarden en eindtermen, draagt zorg voor de examinering en dus de certificering en zal een initiërende rol hebben in de curriculumontwikkeling, alsmede in de ontwikkeling van didactische materialen. Het Oranje Kruis kende al een College van Deskundigen, welke personen zich actief betrokken inzetten voor het realiseren van de eerste hulp doctrine en uitspraken doen met betrekking tot de vorm en achtergronden van het onderwijs in de doctrine. Dit College van Deskundigen is in zijn laatstelijk bekende samenstelling en vorm overgestapt in hun nieuwe weinig veranderde functie in de nieuwe organisatiestructuur. Dit impliceert dat de genomen besluiten logischerwijs in de uitvoering zullen worden doorgezet en garandeert een brede implementatie in het werkveld. 4

Huidige situatie Het Oranje Kruis Het Oranje Kruis staat voor de ontwikkeling van de leerstof voor het diploma eerste hulp en de daarbij behorende aantekeningen/modules. Daarbinnen vallen activiteiten als: examinering, ondersteuning van het didactische proces, volgen van de wetenschappelijke ontwikkelingen, (inter)nationale afstemming, veelvuldig overleg met de organisaties in het werkveld, registratie van bevoegdheden, controle en toezicht op het kwaliteitsniveau, et cetera. De organisatie werd gezien als een star geheel waar slechts regels werden gehanteerd en waarin via afwijking van de regels weinig ontwikkelingsmogelijkheden bestonden. Dat is in beweging gekomen en heeft geleid tot een stapsgewijze vooruitgang van de organisatie in de richting van een meer certificerende instelling. Wij luisteren naar de markt. In die ontwikkeling zijn de eerste stappen reeds gezet. Het Oranje Kruis heeft afgezien van de interne organisatie van de instructeursopleidingen op het moment dat anderen in staat bleken te zijn deze opleidingen zelf te organiseren. Daarbij blijft het Oranje Kruis zich richten op de controle van de kwaliteit van al haar opleidingen en op de bewaking van de doctrine. Niet meer direct betrokken in de uitvoering. Maar wel ondersteuning biedend en een wakend oog op de inhoudelijke correctheid van de cursussen houdend. Oftewel acterend op het vlak van de kwaliteitsbewaking. Die doctrine is het geheel waar het om draait in de activiteiten van de organisatie. Immers de kwaliteit en in mindere mate ook de kwantiteit van de hulpverlening is hetgeen waarop de organisatie zich steeds meer richt. De doelstelling om zo veel mogelijk mensen tot adequate eerstehulpverlener op te leiden blijft bestaan. Het College van Deskundigen heeft daarin uiteraard de belangrijke taak om de eindtermen vast te stellen en uitspraken te doen omtrent de wenselijkheid en methode van het implementeren van nieuwe medische ontwikkelingen in de eerstehulp door leken. De toekomst van Het Oranje Kruis? Ondersteund door de structuurwijziging zal er een andere wijze van redeneren komen met betrekking tot de positie en de taken van Het Oranje Kruis. De kerntaken het bewaken van de doctrine en het certificeren en toezicht houden op alle opleidingen op het gebied van de eerstehulpverlening zullen blijven bestaan. Echter met de nieuwe structuur zal Het Oranje Kruis zich meer en krachtiger gaan positioneren als: - het kenniscentrum voor inhoudelijke ontwikkelingen op het gebied van eerste hulp en reddingwezen, - het platform voor de uitwisseling van kennis en vaardigheden op dat gebied, - het centrum voor onderzoek op zijn vakgebied, en - het centrum van innovatie en ontwikkeling op het gebied van didactische materialen ten behoeve van verantwoorde opleidingen in dit vakgebied. Hiertoe heeft een structurering van de werkzaamheden intern plaatsgevonden waardoor een voor deze activiteiten relevante afdeling Onderzoek en Ontwikkeling is gevormd die nauw samenwerkt met het College van Deskundigen. Samenwerking met de deskundige partners in het veld is daarbij van een groot belang en de ontwikkeling richting de nieuwe media kan zo goed worden vormgegeven. 5

5. Onderwijskundige visie De huidige situatie (2002) Instructeurs EHBO verzorgen onder de vlag van Het Oranje Kruis opleidingen. Dit op vrijwillige basis binnen verenigingen, maar ook op commerciële basis in het bedrijfsleven en bij onderwijsinstellingen, al dan niet gerelateerd of gecombineerd met cursussen bedrijfshulpverlening. Het gaat om een beperkt aantal modules dat gegeven wordt en waartoe in het geval van de opleidingen voor het eenheidsdiploma EHBO de inzet van een arts-docent of equivalent opgeleide persoon noodzakelijk was. Alle instructeurs hebben gelijkluidende bevoegdheden op basis van een beperkt aantal vaststaande modules. Er is controle op de uitvoering van de opleidingen en dus op de lesmethode en de weg die naar het eenheidsdiploma EHBO wordt doorlopen. Leidraad zijn daarbij onder andere de volgende zaken: - de lesboeken die Het Oranje Kruis voorschreef; - het aantal uren dat Het Oranje Kruis voor een opleiding voorschreef; - de herhalingsfrequentie die Het Oranje Kruis voorschreef; - voorschriften over de opleidingslocatie; - de opleidingssituatie die volgens voorschrift ingericht moest worden; - het gebruik van gestandaardiseerde lesmethoden; - en zo maar voort. Een situatie die werkt naar een jaarlijkse vaste cyclus van lessen. Voor opleidingsinstituten, opleiders en cursisten een duidelijke situatie die tot weinig vragen aanleiding geeft, maar ook het eigen initiatief in de kiem smoort. Rustig maar beperkt, een stabiele status die jaarlijks terugkeert en een zekerheid bood aan iedereen die in dat veld actief is. Daarbij vallen steeds meer kritische opmerkingen te beluisteren en ontwikkelen zich alternatieve trajecten. Problemen spelen echter in het veld als het gaat om de flexibiliteit en daarmee het bereiken van grotere groepen mensen om de latente hulpverleningsgedachte te stimuleren. Voor de goede orde: u hebt het altijd prima gedaan. De tijd en de maatschappij hebben zich echter ondertussen ontwikkeld lees maar veranderd en het wordt dus tijd om daar ook bij het eerstehulponderwijs op in te spelen. Het Oranje Kruis heeft haar visie op het opleiden vastgelegd om deze inzichtelijk te maken voor diegenen die betrokken zijn bij het eerstehulponderwijs. Het gaat daarbij zowel om degenen, die een opleiding volgen (cursisten) als om degenen die deze geven (instructeurs). Met de publicatie van deze visie wordt duidelijk vanuit welke achtergrond Het Oranje Kruis haar beleid bepaalt. Het heeft betrekking op alle opleidingen die onder verantwoordelijkheid oftewel onder auspiciën van Het Oranje Kruis vallen. Uitgangspunt is de cursist als zelfstandig individu met zijn eigen verantwoordelijkheid. Binnen het opleiden betekent dit, dat de cursist verantwoordelijk is voor zijn eigen leerrendement, terwijl de instructeur verantwoordelijk is voor een optimaal leerklimaat waarbinnen dit rendement behaald kan worden. Eerstehulponderwijs is competentiegericht. Dat wil zeggen dat steeds (dat wil zeggen regelmatig terugkerend) getoetst zal worden of een eerstehulpverlener nog over de juiste competentie beschikt. De competentie wordt gevormd door het geheel van vaardigheden, gedrag, kennis en attitude die iemand nodig heeft om een bepaalde taak te verrichten. De eigen verantwoordelijkheid voor de cursist komt voort uit de grote verscheidenheid aan beginsituaties die onderscheiden zal worden, zoals: - kandidaten zonder enige voorkennis; - kandidaten met beperkte voorkennis (bijvoorbeeld alleen reanimatie); - kandidaten met uitgebreide voorkennis uit de zorgsector (bijvoorbeeld anatomie, verbandkennis); - gediplomeerde EHBO'ers; 6

- gediplomeerde BHV 'ers. De motivatie van een aantal cursisten zal extern zijn. Zij gaan een cursus volgen omdat zij door hun werkgever gestuurd worden, of omdat zij het certificaat nodig hebben voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden. Een niet onaanzienlijk deel van de cursisten zal echter een sterke interne motivatie voelen om vanuit de behoefte de medemens te helpen en niet machteloos hoeven toe te kijken. Voor allen geldt dat zij competent dienen te zijn met betrekking tot het verlenen van eerste hulp. De competentie kan ontleend worden aan: bezit van diploma's en/of certificaten; aantoonbare bekwaamheden/ervaringen; toetsing op eindtermen (toetstermen). De weg naar de eindtoets staat ieder vrij. Een ieder kan zich aanmelden om zijn vaardigheden en kennis te laten testen. Met betrekking tot de eigen verantwoordelijkheid van de lesgever verandert er in deze visie het nodige. Onder lesgevers wordt iedereen verstaan die het leerproces van de cursist faciliteert. De meest bekende zijn de artsdocent, de reanimatie-instructeur, de verpleegkundige-docent, de kaderinstructeur en het lotusslachtoffer. Het is aan de opleidingsinstanties (EHBO-verenigingen, opleidingsinstituten, trainingscentra, bedrijven en dergelijke) om zorg te dragen voor de optimale opleidingsomstandigheden. De structuur van het leerklimaat is sterk afhankelijk van de doelgroep. Het is vanzelfsprekend dat bij het leren bepaalde kennisaspecten beheerst dienen te worden, alvorens de vaardigheden op de juiste wijze, op het juiste tijdstip en met de juiste attitude kunnen worden uitgevoerd. Instructeurs dienen de cursist behulpzaam te zijn bij het principe van priming 1 en advanced organizers 2. Goed georganiseerde en verzorgde opleidingen zullen een positieve invloed uitoefenen op de motivatie van de cursist. Het Oranje Kruis hecht er aan de huidige opvattingen over "leren leren" te volgen en terug te laten komen in het eerstehulponderwijs (zie verderop). Dat betekent dat het onderwijs competentiegericht dient te zijn en middels geschiktheidtesten wordt vastgesteld of iemand competent is. Dergelijke geschiktheidtesten vinden bij voorkeur regelmatig plaats tijdens de opleiding. Bij zowel een kandidaat voor een begincursus als voor een eventuele vervolgopleiding, maar ook voor buitenstaanders is het onderstaande stappenschema mogelijk: bepalen beginsituatie (motivatie, achtergronden); bepalen van reeds aanwezige kennis/vaardigheden (competenties); eventueel verlenen van vrijstelling(en) op competenties; bepalen opleidingsprogramma; afsluitende toetsing. Het opleidingsprogramma dient zeer gestructureerd te zijn, aangezien kandidaten soms slechts een gedeelte van de leerstof behoeven te volgen. Het advies lijkt gerechtvaardigd om de leerstof in te delen in "blokken", bijvoorbeeld: stoornissen in de vitale functies; bloedingen en shock; plaatselijk letsel; verbandleer. De vrijstellingen dienen verleend te worden voor een heel "blok". 1 Priming is het verschijnsel dat bij het oproepen van een feit of begrip, onbewust andere (geassocieerde) feiten of begrippen mee worden geladen in het werkgeheugen. Vraag iemand aan een koe te denken en de begrippen melk, gras, zwart-wit worden meegeladen. 2 Advanced organizers zijn hulpmiddelen om informatie beter te onthouden. Daarbij kan gedacht worden aan relaties die al vroeg zijn geleerd, zoals ABC, 123, en dergelijke, aan ezelsbruggetjes, aan steekwoorden in de kantlijn, het vooraf benoemen van lesdoelen, enzovoort. 7

De uitvoering van de hiervoor beschreven zaken door Het Oranje Kruis worden vormgegeven door de volgende vaststelling: Het Oranje Kruis is de certificerende instelling voor eerstehulpopleidingen. Het Oranje Kruis beschrijft standaarden en eindtermen voor de eerste hulp en regelt de eindtoetsing. Een eerstehulpverlener kan niet eerder gecertificeerd worden dan nadat deze aangetoond heeft competent te zijn. In de praktijk zal dat betekenen dat hij in staat is adequate eerste hulp te verlenen en weet welke handelingen, die de situatie zouden verslechteren, moeten worden nagelaten, daarbij een attitude gebruikend die getuigt van respect voor de medemens en begrip voor de situatie waarin deze verkeert. Om dit zo objectief mogelijk te laten geschieden is het nodig de criteria waarop dit gebeurt bekend te maken. Deze zijn gesteld in de vorm van eindtermen. Eindtermen zijn kwalificatie-eisen, waaraan iemand moet voldoen om een eerstehulpcertificaat of - diploma te verwerven. Eindtermen moeten toetsbaar zijn. Zij moeten concreet en gedetailleerd zijn. Eindtermen bieden de mogelijkheid tot het maken van onderwijsprogramma s en toetsen. Ze gelden landelijk en geven richting aan de inhoud van de eerstehulpopleiding. Zij doen tevens dienst als ijkpunt voor de beoordeling van de kwaliteit van eerste hulp. De eindtermen zijn gerelateerd aan de beschrijving van de eerstehulpverlener. Daar waar deze eindtermen zijn geconstrueerd tot geschiktheidstesten dienen voor cursisten, lesgevers, instructeurs en consulenten de criteria en resultaten overzichtelijk vastgelegd te zijn en niet voor meerdere interpretatie vatbaar. Heldere standaarden en een correcte kwaliteitscontrole kunnen een positieve invloed uitoefenen op de motivatie van de cursist. 8

6. Competentiegericht onderwijs De methode van leren die volgt op het principe van de vooraf beschreven onderwijskundige visie dient verder ontwikkeld te worden. Curriculumontwikkeling vormt een basis. Met betrekking tot curriculumontwikkeling heeft het College heeft zich de afgelopen jaren uitgebreid bezig gehouden met de voorwaarden die geschapen moeten worden om in deze tijd op passende en verantwoorde wijze de educatie van Eerste Hulp gestand te doen. Daartoe dienen de volgende stappen doorlopen te worden: A. Wat dient de eerstehulpverlener te beheersen? Dit leidt tot eindtermen (of competentieprofiel) B. Hoe dient de eerstehulpverlener dit te leren? Dit leidt tot een visie van opleiden C. Hoe dient dit de eerstehulpverlener aangeboden te worden? Dit leidt tot een visie op onderwijs Nadat deze vragen zijn beantwoord, kan er overgegaan worden tot het construeren van leerstof en eventuele toetsvormen. 7. Onderwijskundige principes Met betrekking tot de onderwijskundige principes is het duidelijk dat wordt gestreefd naar het competentiegericht leren. Onderdelen van dit leerproces die we onderscheiden zijn: Skills Vaardigheden Heeft iemand zich de benodigde praktische vaardigheden eigen gemaakt? Behaviour Gedrag Vertoont iemand het gewenste gedrag in een noodsituatie? Knowledge Kennis Heeft iemand de benodigde kennis paraat ten behoeve van de hulpverlening? Attitude. Instelling Heeft iemand de gewenste persoonlijkheid om hulp te verlenen? Deze vier aspecten dienen te allen tijde onderdeel van het onderwijsproces uit te maken. Immers pas bij een goede score op deze vier aspecten zal van een goed getrainde en goede eerstehulpverlener gesproken kunnen gaan worden. Binnen de reeds jarenlange traditie van EHBO-lessen hebben vooral de vaardigheden en de kennis de boventoon gevoerd en is minder aandacht geweest voor de instelling en het gedrag van de persoon. Met de nieuwe opzet zal hierin meer evenwicht gerealiseerd worden. Deze principes vormen bij alle lesonderdelen een basis die een houvast zal geven voor de instructie van de verschillende handelingen. Daarnaast zal ook de toetsing op deze aspecten plaats gaan vinden, hetgeen een logisch gevolg is van de gekozen principes. 9

Toekomst voor de instructeurs Er zal een grote verscheidenheid aan opleidingen en cursussen ontwikkeld worden waardoor opleidingen op maat kunnen worden gegeven. U staat vanwege uw betrokkenheid aan de basis van die veranderingen en uw steun is daarbij onontbeerlijk. Start situatie blijft het diploma eerste hulp waarvoor de eindtermen bekend zijn (bijlage). Dit is een module die iedere instructeur EHBO met inzet van een arts-docent kan verzorgen. Dat is en blijft een geruststellende houvast voor iedereen. Verder zal bij iedere groep cursisten onderzocht moeten worden wat de beginsituatie is met betrekking tot competenties, met betrekking tot de doelstellingen die de personen zich gesteld hebben en met betrekking tot de definieerbare behoeften van de cursisten. Op basis hiervan zal pas een opleidingsplan opgesteld kunnen worden dat door de grote diversiteit van cursisten een persoonlijk opleidingsplan genoemd kan worden. Onhanteerbaar zult u denken? U staat aan de basis en u kunt daaraan dus sturing geven. U krijgt het heft in handen om datgene te doen wat u zelf wenselijk acht. Bovendien kunt u zelf kiezen of u aan extra modules uw medewerking wenst te gaan geven. Er komt dus voor ons een in de onderwijsmarkt buiten het reguliere onderwijs al normale en goed werkende situatie waarin op basis van vraag en aanbod gewerkt zal gaan worden. Potentiële cursisten willen een opleiding? Dan zal daar een bevoegde instructeur voor gezocht moeten worden en een organiserende instantie. Op basis van uw specialisatie kunt u gevraagd worden om aanvullende cursussen in het land te gaan geven. Niet verplicht, u zult zelf daarin leidend zijn, welke onderdelen u wilt doen bepaalt u zelf. Maar u bent natuurlijk wel zo handig dat u op basis van de vraag in de markt gaat bepalen wat het meest wenselijk en nuttig zal gaan zijn. En dat maakt het nog eens extra leuk ook. Zie het als een uitdaging. De vereniging en het opleidinginstituut Verder zult u als instructeur minder vastzitten aan een vereniging zoals dat nog vaak aan de orde is. Uitwisseling van de instructeurs op basis van verschillende interesses en deskundigheden zal gestimuleerd moeten worden. Als dat niet al automatisch door de vragen uit de markt op gang zal komen. Veel instructeurs werken al op basis van samenwerking met verschillende opleidingsinstituten, dus die situatie zal in de toekomst alleen maar verder groeien. In de nieuwe methodiek is de cursist verantwoordelijk voor zijn/haar eigen leerrendement. De instructeur is faciliterend en helpt de cursist bij het verkrijgen van de juiste competentie voor het verlenen van Eerste Hulp. De instructeur belooft zich daartoe tot het maximum in te spannen. De cursist beloofd zijn/haar best te doen de aangeboden lesstof via training, zelfstudie en verwerkingsmogelijkheden eigen te maken om zo een competent Eerstehulpverlener te worden. In de vereniging gaat spelen dat men een aanbod kan doen van verschillende opleidingen. Mag, en niet verplicht, want plaatselijk bepaalt u samen wat u aan gaat bieden. Dat geeft een extra administratieve rompslomp, dat zien wij ook. Maar door specifieke brokken aan te bieden zullen alleen echt geïnteresseerden zich inschrijven. Voor instructeurs een zegen van de eerste orde. Alleen met echt geïnteresseerde cursisten is het voor een instructeur ideaal werken, want die mensen hebben niet voor niets die keuze gemaakt. Af dus van het verplicht volgen van lessen. Ook in de bijscholingen zult u dat effect kunnen merken. Samenwerking tussen de verenigingen is gewenst. Immers als er te weinig cursisten zijn voor een bepaalde module dan kan de koppeling met één of meerdere verenigingen in de directe omgeving gelegd worden. Samen kan dan aan die vraag tegemoet worden gekomen. Nogmaals: ook voor de instructeurs gaat er veel veranderen. Immers door een modulaire opzet zal ook een modulaire bevoegdheid van de instructeurs aan de orde zijn. Deze differentiatie van de instructeurs kan verworven worden afhankelijk van de inhoudelijke basis van de modules door: 10

- zelfstudie (voor enkele modules); - bijscholing tijdens de reguliere instructeursbijscholingen; - extra te volgen opleidingen voor instructeurs; - incidentele activiteiten. Het Oranje Kruis heeft hierin een initiërende en controlerende functie en zal de eindtermen en normeringen bewaken zodat de doctrine gehandhaafd zal blijven. Echter eigen initiatieven na tijdige terugkoppeling met Het Oranje Kruis blijven zeker ook aan de orde. Tijdens de opleidingen zal een tussentijdse competentiemeting regelmatig aan de orde komen zodat de instructeur gegevens krijgt omtrent de voortgang van de cursist. Hiermee ontstaat dan de mogelijkheid bij te sturen in het verdere verloop van de cursus. De toetsing na afloop van de cursus kan plaatsvinden afhankelijk van de gestelde normeringen en methode door het College van Deskundigen - door een onafhankelijk examenteam vanuit Het Oranje Kruis, door een door de instructeur geregeld onafhankelijk examenteam of door de instructeur zelf. Het onderscheid zal er uit gaan bestaan dat er gesproken wordt over een diploma dat iets anders is als een certificaat of bewijs van deelname. Dit wordt mede gebaseerd op de inhoud van de module en de methode van examinering. De registratie zal van alle modules plaatsvinden bij het Centraal Bureau van Het Oranje Kruis. 11

8. Opbouw van de leerstof Met betrekking tot aspecten rond de opbouw van de leerstof en de wijze van instructie en kwaliteitsbewaking is hierna een overzicht opgenomen aangaande overwegingen die hebben plaatsgevonden en/of plaats moeten vinden. 1. Vooraf vast te stellen: 1.1. Vaststellen van de functieprofielen EHBO er wordt eerstehulpverlener Opleider Specialisaties 1.2. Vaststellen van de eindtermen / doelstellingen Welke eindtermen Indelingsprincipes (taxonomie) 1.3. Mogelijk te hanteren indeling is de indeling volgens Romiszowski: Cognitief gericht op kennis en inzicht. Interactief gericht op communiceren en samenwerken. Reactief waarbij houding een rol speelt Productief als het gaat om vaardigheden, reproductief en productief. 2. Leerstof vaststellen: 2.1. Theoretische informatie Herleiden van de eindtermen Voorwaardelijke kennis Extra informatie 2.2. Praktische vaardigheden Diagnose, interventie en evaluatie Protocolmatig handelen (handelingsschema s) Checklisten voor controle en evaluatie Profilering 2.3. Gedragsaspecten vaststellen. Criteria vaststellen Toetsmethode ontwikkelen 2.4. Gewenste attitude vaststellen Criteria vaststellen Toetsmethodes in beeld brengen 3. Uitvoering van de leerstof: 3.1. Basis leerstof Theorie Vaardigheden Gedrag Attitude 3.2. Extra leerstof Theorie Vaardigheden Gedrag Attitude 3.3. Specialistische leerstof Theorie Vaardigheden Gedrag Attitude 3.4. Ondersteunende leerstof 12

Theorie Vaardigheden Gedrag Attitude 4. Aanbieding van leerstof: 4.1. De drager van de boodschap Papieren media (Vormgeving, uitvoering, begeleidend materiaal, statisch) Multimediale ontwikkelingen (CD-rom, audio, video, interactiviteit, statisch/dynamisch) Ontwikkeling internet / intranet (Virtueel, interactief, onderhoud, snelheid, dynamisch) 4.2. De wijze van overdracht Modulair systeem Georiënteerd op het probleem Competentiegericht Georiënteerd op de vaardigheden Oriëntatie op gedrag Oriëntatie op attitude Cursistgerichte opzet 5. Toetsing: 5.1. Degenen die de toetsing doen De onafhankelijke examinator De instructeur van de cursus zelf De opleidingen en controle rond de examinering 5.2. Realisatie van de toetsing Centraal of decentraal Duur van de toetsing Pretoetsing, tussentijdse toetsing, voortgangstoetsen en eindexaminering Beoordelingsformulieren Kwaliteitsborging, geldigheid en terugkoppeling Gericht op kennis, vaardigheden, gedrag en attitude Mogelijkheden van hertoetsing 5.3. Materialen en voorzieningen Didactische materialen Materialen voor de hulpverlening Vereisten aan de locatie Begeleiding van de kandidaten 5.4. Kwaliteitsborging en uniformiteit Onafhankelijkheid en toezicht op examinatoren Wederkerende training van de examinatoren Registratie van examinatoren Goedkeuring door College van Deskundigen Klachtenprocedure 6. Ontwikkeling: 6.1. Ontwikkeling kenniscentrum Nationaal of internationaal Medisch en inhoudelijk Didactische veranderingen Materialen 6.2. Partnerships Ontwikkeling zelfstandig binnen Het Oranje Kruis Ontwikkeling samen met deskundige partners 13

Ontwikkeling extern, waarna keuring bij Het Oranje Kruis kan plaatsvinden 6.3. Internationale ontwikkelingen Deskundige personen Samenwerking met organisaties Internationale context 9. Verwachtingen Wat gaat er allemaal veranderen? Het Oranje Kruis gaat zich profileren als het centrum dat innovatief de ontwikkeling van de leerstof op het vakgebied zal stimuleren. De vorm kan verschillend zijn: - Het Oranje Kruis neemt zelf het initiatief en zal de leerstof, didactische hulpmiddelen enzovoorts zelf ontwikkelen. - Het Oranje Kruis zoekt deskundige partners die in samenwerking de leerstof voor een module ontwikkelen. - Deskundigen in het veld ontwikkelen zelfstandig lesmateriaal en leggen modules ter verificatie/goedkeuring voor aan het College van Deskundigen. De goedkeuring door het College van Deskundigen blijft dus prominent bepalend over het al dan niet onder de noemer van goedgekeurde opleidingen van Het Oranje Kruis mogen geven van cursussen en uitgeven van materialen. De bijscholingen van de instructeurs zullen wijzigen om aan de toenemende en gedifferentieerde vraag vanuit de markt een antwoord te kunnen bieden. Als instructeur kunt u zich op bepaalde vakgebieden verder gaan specialiseren. Het zal immers bijna onmogelijk zijn om op alle verschillende modules in te gaan spelen. Maar door die specialisatie zorgt u er ook voor dat u breder ingezet zult kunnen worden bij een groot aantal opleidingsinstituten en binnen de plaatselijke afdelingen en verenigingen. Differentiatie zal een substantiële groei van het aantal eerstehulpverleners in de toekomst tot stand brengen. De verenigingen en opleidingsinstituten zullen zich gaan richten op het zoeken, opleiden en bijscholen van instructeurs voor de voor hen relevante modules en kunnen zich daarmee in de brede markt van eerstehulp geïnteresseerden onderscheiden. Wat verwachten we? Wel zal het Oranje Kruis door middel van testen controleren of de opleidingstrajecten effectief zijn en of aan de eindtermen wordt voldaan. Met andere woorden: de weg waarop (tijdsduur, wijze van onderwijs) is een zaak van de opleider. Het eindresultaat voor Het Oranje Kruis des te meer. En dan vooral en bijzonder op de verschillende competenties (kennis, vaardigheden, gedrag en attitude). Instructeurs zullen in samenwerking met opleidingsinstituten en verenigingen moeten bepalen wat volgens hun inzicht toepasbaar is voor iedere specifieke cursus en doelgroep. Het aanbieden van de juiste leerstof in een juiste leeromgeving, met de juiste inzet van middelen en op een didactisch verantwoorde wijze zal bijdragen aan het welslagen van de cursus. Kwaliteit in opleiden en een kwalitatief betere hulpverlening kan zo gerealiseerd worden. Wat bieden we (Hoe??)? Het College van Deskundigen heeft de eindtermen van het diploma eerste hulp vastgesteld en daarmee is een handreiking voorhanden voor hetgeen de cursisten bij het examen voor deze basismodule dienen te beheersen. Op basis daarvan worden het leerboek (Oranje Kruis Boekje) en de ondersteunende materialen op didactisch gebied ontwikkeld. Met betrekking tot de examinering zijn beoordelingsformulieren samengesteld (zie bijlage). Examenteams worden geformeerd om een onafhankelijke toetsing voor de modules waarbij dat aan de orde dient te zijn te realiseren. 14

Zowel instructeurs als examinatoren zullen door middel van voorlichting en instructie geïnstrueerd worden over de nieuwe methodiek zodat vanaf de start een goede implementatie zal gaan worden. Begeleiding van de instructeurs heeft daarbij een grote prioriteit en zal derhalve sterk gestimuleerd worden. Gedurende al deze stappen is een voortdurend contact van de afdeling Onderzoek en Ontwikkeling met het veld aan de orde. Enerzijds om de ontwikkelingen en de toekomst toe te lichten, anderzijds omdat de terugkoppelingen en de vragen uit het werkveld en vooral de antwoorden en suggesties daarbij - een bijdrage kunnen en zullen leveren aan een gedragen en goede implementatie van de nieuwe opzet. Stapsgewijs zullen er de komende jaren meerdere modules gaan verschijnen. De markt van de eerste hulp zal zich ontwikkelen in de richting waarvoor nu de aanzet wordt geleverd. De totale leerstof zal dus niet direct beschikbaar zijn, de basismodule wel. In dit model zal een constante ontwikkeling en aanvulling op de eerstehulpleerstof aan de orde blijven. Daarmee wordt de actualisatie, het volgen van de medische wetenschap en een voortdurende verbetering van de kwaliteit gerealiseerd. In het belang van het slachtoffer zal zo de beste eerste hulp verleend worden. Volgende onderdelen zullen ontwikkeld worden. Om een dergelijke ontwikkeling te ondersteunen zullen er verschillende middelen ontwikkeld moeten worden. Om een beeld te schetsen hierbij een overzicht welke niet volledig kan zijn en slechts indicatief is. A. Lesmaterialen B. Oefenmaterialen C. Verwerkingsmaterialen D. Instructiematerialen E. Testformulieren (normatief/formatief) 15

10. Resumé Met het overzicht en het inzicht dat hiermee wordt gegeven inzake de nieuwe ontwikkeling die Het Oranje Kruis voorstaat zal in de toekomst een meer eenduidig en duidelijk beeld inde markt ontstaan. Een beeld van een professionele organisatie die zich in de markt zal laten gelden als de organisatie op het gebied van ontwikkeling van de eerste hulp en de materialen op inhoudelijk, didactisch en praktisch gebied in Nederland. 11. Literatuur a. Onderwijskundige visie als vastgesteld door het College van Deskundigen van de Koninklijke Nationale Bond voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken Het Oranje Kruis via elektronisch overleg dd 15 april 2002. b. Besluit genomen op basis van de besluitnotitie voor de vergadering van het College van Deskundigen van Het Oranje Kruis dd 17.12.2001. c. Opbouw lesstof versie d. Opzet competentiegericht onderwijs e. Handleiding Instructeurs lespakket: Instructie in het gebruik van gelaatsdoekjes en mondmaskers, oktober 2002.. 12. Bijlagen Hierna treft u enkele bijlagen aan: Pagina Voorbeeld toetsingsformulier competenties 17 Overzicht modules 18 Eindtermen Diploma Eerste Hulp 19 16

Bijlage Slachtoffer met een ernstige bloeding aan het onderbeen. Competenties competent nog niet niet gedaan competent Benader de situatie en zorg voor veiligheid - Let op gevaar. - Ga na wat er gebeurd is. Benader het slachtoffer - Herkennen ernstig uitwendig bloedverlies? - Laat slachtoffer liggen Druk op de plaats van de wond - Gebruik verbandmaterialen - Druk op de plaats van de wond - Snelheid van ingrijpen Aanleggen snelverband - Aanleggen snelverband - Knoop naast de wond Aanleggen wonddrukverband - Aanleggen synthetische watten - Aanleggen ideaalzwachtel - Watten buiten de laatste slagen Alarmeren - Naam en functie van de melder. - Plaats en oorzaak. - Slachtoffer(s), letsel(s) en (evt.) leeftijden Zorg voor het slachtoffer - Communiceert met het slachtoffer. - Blijft bij het slachtoffer. - Onderneemt geen onnodige acties. - Handelt met begrip en distantie. 17

Bijlage Overzicht modules Basismodule Eerste Hulp Verbandleer en kleine ongevallen (in ontwikkeling, verwacht september 2003) Eerste Hulp bij sport (in ontwikkeling, verwacht voorjaar 2004) Eerste Hulp bij wandelletsels (in ontwikkeling, verwacht najaar 2003) Eerste Hulp bij kinderen (in ontwikkeling, verwacht najaar 2003) Eerste Hulp bij verdrinking en onderkoeling (in ontwikkeling, verwacht in 2004) Overzicht lespakketten Eerste Hulp aan stembandlozen Eerste Hulp met beademingshulpmiddelen Eerste Hulp bij gebitsproblemen (in ontwikkeling verwacht september 2003) Steeds zullen uitbreidingen plaatsvinden. Raadpleeg hiervoor regelmatig onze website www.ehbo.nl en/of het tijdschrift Reddingwezen. 18

Bijlage EE/021153/hg 11 oktober 2002 Diploma Eerste Hulp: eindtermen 1. Definities Wie is het slachtoffer? Een slachtoffer is iemand die een acuut optredende, al of niet levensbedreigende stoornis in zijn 3 lichamelijke en/of geestelijke gezondheidstoestand heeft en naar zijn oordeel of dat van zijn omgeving hulp nodig (een hulpvraag) heeft. Wat is eerste hulp? Eerste hulp is de noodzakelijke hulp die al of niet in afwachting van de georganiseerde professionele hulp naar het oordeel van de eerstehulpverlener aan een slachtoffer moet worden verleend op een wijze die aansluit bij de professionele hulpverlening. Het College van Deskundigen realiseert zich dat Eerste Hulp Bij Ongelukken (EHBO) een ingeburgerde term is in de Nederlandse samenleving. Niettemin beperkt deze term zich tot de eerste hulp aan ongevalsslachtoffers, terwijl eerste hulp zowel kwalitatief als kwantitatief voor meer slachtoffers in aanmerking komt. Het College van Deskundigen adviseert dan ook voortaan de voor alle acuut optredende stoornissen geldende term EERSTE HULP te gebruiken. Hierdoor vindt voor het Nederlandse taalgebied bovendien afstemming plaats met België, waar deze term wel al ingeburgerd is en met het Engelse en Franse taalgebied, waar de termen FIRST AID respectievelijk PREMIER SECOURS worden gebruikt. Om dezelfde reden adviseert het College de EHBO'er voortaan eerstehulpverlener te noemen. In geschriften kan voorlopig nog worden geschreven "eerstehulpverlener (EHBO'er)". 3 Overal waar "hij", "hem", of "zijn" staat, kan ook "zij" of "haar" worden gelezen. 19

Wie en wat is de eerstehulpverlener? Een eerstehulpverlener is diegene die in staat en bereid is met zijn beschikbare kennis, vaardigheden en ervaring een slachtoffer de noodzakelijke eerste hulp te verlenen. Hierbij moet vanzelfsprekend rekening worden gehouden met zijn mogelijkheden en de omstandigheden waarin hij zich bevindt. Een eerstehulpverlener met een erkend diploma heeft de noodzakelijke kennis en vaardigheden voor het verlenen van eerste hulp. Ervaring wordt opgebouwd met het daadwerkelijk en regelmatig deelnemen aan oefeningen. 2. Wat moet de eerstehulpverlener kunnen en kennen? met inachtneming van zijn eigen veiligheid voorkómen dat er nog meer slachtoffers vallen; beoordelen of georganiseerde professionele hulp, al dan niet met spoed, moet worden ingeschakeld; op de juiste wijze de georganiseerde professionele hulp (laten) alarmeren en deze zonodig assisteren / begeleiden; ervoor zorgen dat een slachtoffer in zo goed mogelijke conditie aan de zorg van professionele deskundigen wordt overgedragen door verergering en uitbreiding van stoornissen en letsels, soms zelfs overlijden, te voorkómen en de kans op complicaties te verkleinen; eenvoudige letsels zelf, dat wil zeggen definitief behandelen. De eerstehulpverlener weet: dat de eerste hulp, zoals voorgeschreven door Het Oranje Kruis, in overeenstemming is met hetgeen onder de beroepsbeoefenaren te doen gebruikelijk is en niet verder gaat dan de hulp die een leek, gezien vanuit geneeskundig oogpunt verantwoord kan geven; dat het verlenen van eerste hulp soms tot psychische nood kan leiden, zowel bij slachtoffers als bij hulpverleners, en dat dan opvang en begeleiding noodzakelijk zijn; dat hij zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de door hem verleende eerste hulp. 20

3. Eindtermen voor het diploma eerste hulp Bij het examen en geschiktheidstesten moet de eerstehulpverlener aan de volgende eisen voldoen om in het bezit te komen en te blijven van het diploma eerste hulp. 1. Vijf belangrijke punten bij het verlenen van eerste hulp de vijf belangrijke punten toepassen. maatregelen te nemen om de veiligheid van zichzelf, medehulpverleners, omstanders en slachtoffer(s) te waarborgen; een slachtoffer in een gevaarlijke situatie met de noodvervoersgreep van Rautek te verslepen naar een veilige plaats; een slachtoffer te benaderen en gegevens te verzamelen op grond waarvan kan worden geconcludeerd wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert; op de juiste wijze professionele hulp te (laten) alarmeren en deze zonodig te assisteren / begeleiden; te vertellen waarom het belangrijk is met een slachtoffer te praten en hem zo mogelijk te helpen op de plaats waar hij zich bevindt. 2. Stoornissen in het bewustzijn het bewustzijn beoordelen; drie bewustzijnsniveaus (ongestoord bewustzijn, verminderd bewustzijn, bewusteloosheid) herkennen / vaststellen. het bewustzijn te beoordelen door aanspreken en voorzichtig schudden; iemand met een bewustzijnsstoornis, die op zijn buik ligt, op zijn rug te draaien; op het juiste tijdstip professionele hulp te (laten) waarschuwen; aan te geven welke volgende vitale functie (na het bewustzijn) moet worden beoordeeld; een (dreigende) flauwte te herkennen, bewustzijnsverlies te voorkómen en bij bewustzijnsverlies de juiste eerste hulp te verlenen; aan te geven wat de oorzaken van een flauwte zijn en hoe een flauwte kan worden voorkómen. 21

3. Stoornissen van de ademhaling de ademhaling beoordelen; een vrije, bedreigde en belemmerde luchtweg herkennen / vaststellen; een normale, afwijkende, onvoldoende en afwezige ademhaling herkennen / vaststellen; de ademhaling veiligstellen en bewaken; bij stilstand van de ademhaling deze kunstmatig op gang brengen en houden. de ademhaling te beoordelen door kijken, voelen en luisteren en aan de hand van zijn waarnemingen de juiste conclusie te trekken met betrekking tot het al dan niet voldoende zijn van de ademhaling; bij een slachtoffer met een bewustzijnsstoornis en een bedreigde luchtweg de luchtweg vrij te houden door hem in de stabiele zijligging te brengen; bij een slachtoffer met een bewustzijnsstoornis en een belemmerde luchtweg de luchtweg vrij te maken door de mond te openen en zonodig leeg te maken; bij een slachtoffer met een belemmerde luchtweg, dat bij bewustzijn is de luchtweg vrij te maken door het toepassen van de daartoe geëigende handgrepen, waaronder de handgreep van Heimlich; bij een slachtoffer met een afwezige of onvoldoende ademhaling de mond-op-mond /- neusbeademing toe te passen; de verschillen aan te geven tussen het beademen van volwassenen, kinderen (1 tot 8 jaar) en jonge kinderen (0 tot 1 jaar) ; op het juiste tijdstip professionele hulp te (laten) waarschuwen. 4. Stilstand van de bloedsomloop een stilstand van de bloedsomloop herkennen / vaststellen; bij stilstand van de bloedsomloop kunstmatig circulatie opwekken. bij een slachtoffer de bloedsomloop te beoordelen aan de halsslagader; alleen én samen met een andere eerstehulpverlener een slachtoffer met een geconstateerde stilstand van de bloedsomloop te reanimeren; de verschillen aan te geven tussen het reanimeren van volwassenen, kinderen (1 tot 8 jaar) en jonge kinderen (0 tot 1 jaar); op het juiste tijdstip professionele hulp te (laten) waarschuwen. 22

5. Ernstige uitwendige bloedingen ernstige uitwendige bloedingen herkennen / vaststellen; ernstige uitwendige bloedingen stelpen; op het juiste tijdstip professionele hulp (laten) waarschuwen. een ernstige uitwendige bloeding te stoppen door bhet getroffen lichaamsdeel omhoog te brengen; bdruk op de plaats van de wond uit te (laten) oefenen. 6. Shock (dreigende) shock herkennen / vaststellen; het ontstaan en/of verergering van shock voorkómen. aan te geven wat de oorzaken van shock zijn, voorzover relevant voor de te verlenen eerste hulp; zo mogelijk de oorzaak van de (dreigende) shock te bestrijden; algemene maatregelen te nemen om verergering en/of ontstaan van shock te voorkómen; op het juiste tijdstip professionele hulp te (laten) waarschuwen. 7. Uitwendige wonden een uitwendige wond herkennen / vaststellen; op grond van plaats, oorzaak, grootte en diepte van de wond en de kans op infectie en tetanus bepalen of het verantwoord is dat de eerstehulpverlener zelf de definitieve hulp verleent; verontreiniging en besmetting van de wond en bloedverlies beperken. de definitieve behandeling aan een slachtoffer met een eenvoudige wond te geven: bwond reinigen; bwond ontsmetten; bwond hygiënisch afdekken; bzo nodig steun en rust geven aan het gewonde lichaamsdeel; eerste hulp te verlenen aan een slachtoffer met een uitwendige wond in afwachting van professionele hulp: b wond hygiënisch afdekken met een (wond)snelverband; b zo nodig rust en steun geven aan het gewonde lichaamsdeel; eerste hulp te verlenen aan een slachtoffer met een doordringende borstwond; eerste hulp te verlenen aan een slachtoffer met een doordringende buikwond. 23

8. Brandwonden eerste-, tweede- en derdegraads brandwonden herkennen / vaststellen; op grond van plaats, uitgebreidheid en diepte van de verbranding bepalen of het verantwoord is dat de eerstehulpverlener zelf de definitieve hulp verleent; uitbreiding, verontreiniging en besmetting van brandwond(en) beperken. brandwonden te koelen, bij voorkeur met zacht stromend, lauw (leiding)water; brandwonden hygiënisch af te dekken; een slachtoffer met een mogelijk verbrande luchtweg te helpen bij het vinden van een zo comfortabel mogelijke houding; brandwonden door bijtende stoffen langdurig te spoelen met veel lauw (leiding)water. 9. Kneuzing en verstuiking een kneuzing en verstuiking herkennen / vaststellen; verdere schade aan het getroffen lichaamsdeel voorkómen; pijn en ongemak voor het slachtoffer beperken. het getroffen lichaamsdeel te koelen; rust en steun te geven aan het getroffen lichaamsdeel. 10. Ontwrichting en botbreuken een ontwrichting en gesloten en open botbreuken herkennen / vaststellen; verdere schade aan het getroffen lichaamsdeel voorkómen; pijn en ongemak voor het slachtoffer beperken; bij open botbreuken: verontreiniging en besmetting beperken. bij een ontwrichting en een botbreuk het getroffen lichaamsdeel onbeweeglijk te houden; rust en steun te geven aan een ontwricht / gebroken lichaamsdeel; bij een open botbreuk de wond af te dekken; een slachtoffer met mogelijk wervelletsel zo min mogelijk te (laten) bewegen; een slachtoffer met een botbreuk van de ribben te helpen bij het vinden van een zo comfortabel mogelijke houding. 24

11. Oogletsels oogletsels herkennen / vaststellen; bepalen of het verantwoord is dat de eerstehulpverlener zelf de definitieve hulp verleent; indien toelaatbaar de oorzaak van het oogletsel opheffen en verergering en/of verlies van het gezichtsvermogen voorkómen. een loszittend vuiltje uit het oog te verwijderen; bij een slachtoffer dat een bijtende stof in het oog heeft gekregen en bij een slachtoffer met een verbrand oog het getroffen oog langdurig met lauw leidingwater te spoelen; aan te geven dat bij een doordringende oogverwonding het voorwerp niet uit het oog mag worden verwijderd en dat het slachtoffer niet in het oog mag wrijven; aan te geven dat een slachtoffer met lasogen en een slachtoffer met stomp oogletsel professionele hulp behoeven. 12. Vergiftiging vergiftiging via spijsverteringskanaal, luchtweg en longen en huid herkennen / vaststellen; inwerking van het gif beperken. Hij is in staat om eerste hulp te verlenen aan een slachtoffer dat: een niet bijtend gif via het spijsverteringskanaal in het lichaam heeft gekregen; een bijtend gif via het spijsverteringskanaal in het lichaam heeft gekregen; een petroleumproduct via het spijsverteringskanaal in het lichaam heeft gekregen; een giftige stof via de luchtweg en longen in het lichaam heeft gekregen; een giftige stof via de huid in het lichaam heeft gekregen. 13. Elektriciteitsongevallen elektriciteitsongevallen herkennen en de situatie veiligstellen; de gevolgen van elektrische stroom door het lichaam beperken / bestrijden. aan te geven dat bij een elektriciteitsongeval het slachtoffer pas kan worden benaderd nadat de stroomtoevoer is onderbroken; aan een slachtoffer met een stoornis in de vitale functies of brandwonden als gevolg van een elektriciteitsongeval eerste hulp te verlenen overeenkomstig de punten 2, 3, 4 en 8. 25

14. Letsels door koude algehele onderkoeling en bevriezing herkennen / vaststellen; verdere afkoeling voorkómen; de vitale functies veiligstellen; bij bevriezing: uitbreiding, verontreiniging en besmetting beperken. aan te geven dat een onderkoeld slachtoffer op een beschutte plaats moet worden gebracht en moet worden toegedekt; een onderkoeld slachtoffer met een stoornis in de vitale functies te helpen overeenkomstig de punten 2, 3 en 4; aan te geven dat een slachtoffer met een eerste-, tweede- of derdegraads bevriezing op een droge en beschutte plaats moet worden gebracht en dat de getroffen lichaamsdelen voorzichtig met lichaamswarmte moeten worden opgewarmd. 15. Letsels door warmte hittekrampen, warmteuitputting en hitteberoerte herkennen / vaststellen; de lichaamstemperatuur normaliseren / verdere stijging voorkómen; de vitale functies veiligstellen. aan te geven dat een slachtoffer met een warmteletsel in een koele omgeving moet worden gebracht en actief moet worden afgekoeld; aan te geven dat een slachtoffer met hittekrampen of warmteuitputting, dat bij bewustzijn is, zout en water te drinken kan worden gegeven; bij een stoornis in de vitale functies als gevolg van een te hoge lichaamstemperatuur eerste hulp te verlenen overeenkomstig de punten 2, 3 en 4. 16. Vervoer over korte afstand aangeven wanneer het noodzakelijk is iemand over korte afstand te vervoeren; iemand over korte afstand vervoeren. iemand met behulp van de noodvervoersgreep van Rautek te verslepen; een slachtoffer, dat nog op één been kan staan door ondersteuning over korte afstand te verplaatsen. 26

17. Verband- en hulpmiddelen omschrijven welk verbandmateriaal en andere hulpmiddelen het best kunnen worden gebruikt bij het verlenen van de hierboven beschreven eerste hulp. 18. Het menselijk lichaam globaal de bouw en werking van het menselijk lichaam beschrijven, voorzover nodig om te begrijpen welke eerste hulp bij de verschillende hierboven genoemde stoornissen en letsels moet worden verleend en waarom. N.B. Iemand die aan de in deze eindtermen beschreven eisen voldoet is een volwaardig eerstehulpverlener. Aan hem wordt het diploma eerste hulp toegekend. Afhankelijk van zijn omstandigheden en belangstelling kan hij aanvullende modules volgen en de daarbij behorende certificaten behalen. 27