Milieugids - Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Vergelijkbare documenten
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties

Reglement Administratieve Sancties. Politiezone HEKLA. Gemeente EDEGEM

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Milieugids - Vlaamse Gewest

REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

Administratieve verplichtingen. Niet-juridische presentatie Milieuvergunningen en aangiftes (niet de verplichtingen inzake EPB)

ONTWERP VAN DECREET. tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

HOOFDSTUK 9 MILIEUVERGUNNINGEN, AANGIFTES, REGISTRATIES EN ERKENNINGEN

De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015.

ASBESTWERVEN: ADMINISTRATIEVE GIDS

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Middagen van Stedelijke Ontwikkeling 23/09/2014 Inspectie & Administratieve Sancties

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

college van burgemeester en schepenen Zitting van 29 januari 2016

AANVRAAG TOT ERKENNING ALS OPHALER VAN GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN, AFVALOLIEN EN/OF PCB/PCT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGLEMENTERING

FORMULIER EERSTE AANVRAAG VERGOEDING/VERLENGING VERGOEDING

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Liersesteenweg 268 te 2800 Mechelen. Eikestraat 1 en 1A te 2800 Mechelen Afdeling 12402, sectie B, percelen 302 K, 302 L en 302 M

ASBEST. Wijzigingen in de asbestwetgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

Aanvraag van een vergunning voor de uitbating van een toeristisch logies

Politieverordening inzake preventie van brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen

FORMULIER EERSTE AANVRAAG VERGOEDING/VERLENGING VERGOEDING

Hoofdstuk I : Toepassingsgebied en definities

VERGUNNINGEN OP DE WERF. Simon November VCB 12 maart 2014

AKTENAME MELDING. Het college van burgemeester en schepenen heeft de melding ingediend door Ghys bvba, Kamiel Wautersstraat 4, 9140 Temse ontvangen.

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten. Stap voor stap

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

De milieuvergunnings- en meldingsplicht

Een sociaaleconomische vergunning aanvragen

MLAV1/ /MV/lydr.

HORECAREGLEMENT. Dit geldt eveneens bij de overname van een bestaande drankgelegenheid.

Hoofdstuk I. Toepassingsgebied, vaststellingsmodaliteiten en aangewezen ambtenaar Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5.

STAD RONSE - Reglement betreffende de uitbating van nachtwinkels, privaat bureaus voor telecommunicatie, club-vzw s en automatenshops

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)

MILIEUVERGUNNINGEN IN BRUSSEL :

Milieubeheer. Preventieadviseur-coördinator

Doel van het formulier

Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij de uitbating van horecazaken

Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij uitbating van horecazaken

Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B

REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE. GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 12 december 2018)

Omgevingsvergunning - meldingsakte

Bijzondere politieverordening over de organisatie van activiteiten tijdens het Europees Kampioenschap voetbal 2016 BIJLAGE

Inspectiestrategie. en procedure voor de inbeslagname van dieren. Dienst Dierenwelzijn Bertrand LHOEST en Marie-Astrid MASSA

Aanvraag van een vergunning voor de uitbating van een toeristisch logies

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied

Grondbank vzw. Certificatiereglement

MLAV1/ /MV/bd

Hoofdstuk III. Bepalingen betreffende de inrichtingen van klasse I.B. Afdeling I. Indiening van de aanvraag

Wordt ook gepubliceerd in de BVDA nieuwsbrief jaargang 11 nr 1

Besluit van de Deputatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

BEKENDMAKING VAN HET OPENBAAR ONDERZOEK VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG KLASSE 1

Opleiding Duurzaam Gebouw : BOUWAFVAL

Artikel 1 1. Artikel 2

Subsidiereglement Buurt beweegt gezond voor de ondersteuning van sport-en bewegingsactiviteiten

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

De sancties die door de Federale Bemiddelingscommissie kunnen opgelegd worden, zijn:

Melding van de overname van een vergunde inrichting

Juridische aspecten. Ansy Poelman VCB

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Veelgestelde vragen Versie 21/04/2015

"Tijdelijke politieverordening van kracht op 06/07/2015 nav de doortocht Tour de France"

Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer. Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid art. 117, 119bis en 135, 2;

De melding ingediend door Herbosch Kiere, Sint-Jansweg 7, 9130 Beveren, werd per beveiligde zending verzonden op 4 augustus 2017.

AANVRAAGFORMULIER VOOR DE VERLENGING VAN EEN MILIEUVERGUNNING

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

college van burgemeester en schepenen Zitting van 14 augustus 2015

Algemeen reglement op de gemeentelijke administratieve sancties

Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE. GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 22 juni 2015)

PROCEDURES COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR

AANVRAAGFORMULIER TOT HET VERKRIJGEN VAN EEN HINDERATTEST

ADVIES. Ontwerp van Milieuovereenkomst betreffende de afgedankte voertuigen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW

Subsidiereglement Bedrijf en buurt

MELDINGEN VAN INRICHTINGEN GERANGSCHIKT ONDER KLASSE III VOOR INSTALLATIES ONDERWORPEN AAN DE MILIEUVERGUNNING DOKUMENTEN OVER TE MAKEN

In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon.

MLAV1/ /RP/si

Bepalingen voor de opslag van gevaarlijke producten

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen

Vlaamse Regering :~~~= ~ = ',.. "~ AMV/ /1001

Transcriptie:

Milieugids - Brussels Hoofdstedelijk Gewest BELGISCH INSTITUUT DER TRANSPORTORGANISATOREN vzw Archimedesstraat 5 1000 BRUSSEL Tel : 02.230.30.43 E-mail : info@bito-ibot.be Fax : 02.230.30.53 Website : www.bito-ibot.be

D/2008/10.552/3 Uitgegeven in 2008 door het Belgisch Instituut der Transportorganisatoren De auteur streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie waarvoor hij echter niet aansprakelijk gesteld kan worden. Niets uit deze publicatie mag worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrievalsysteem, en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze dan ook, elektronisch, mechanisch of door middel fotokopieën, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.

Inhoudstafel Inhoudstafel WOORD VOORAF 6 DEEL 1 DE MILIEUVERGUNNING 7 Hoofdstuk 1 Milieuvergunning 8 1. Omstandigheden die een milieuvergunning vereisen 8 2. Tot welke klasse behoort een bedrijf? 10 3. Het milieugetuigschrift voorafgaand aan de milieuvergunning 11 4. De vergunningsplicht (klasse 1A, 1B en 2) 12 A. Wanneer is een inrichting van klasse 1A, 1B of 2 onderhevig aan de vergunningsplicht? 12 B. Waar het aanvraagformulier voor een milieuvergunning vinden? 12 C. Hoe een aanvraagdossier opstellen? 12 D. Hoe een aanvraagdossier indienen? 14 E. Welke procedure volgt de melding? 14 F. Welke beroepsprocedure? 22 G. Welke zijn de rechtsgevolgen van de vergunning en van het beroep? 24 5. De meldingsplicht (klasse 3) 24 A. Wanneer is een inrichting van klasse 3 onderhevig aan de meldingsplicht? 24 B. Waar het meldingsformulier vinden? 25 C. Hoe het meldingsdossier indienen? 25 D. Welke procedure volgt het meldingsdossier? 25 E. Beroep? 27 F. De integrale voorwaarden 27 Hoofdstuk 2 Bouwvergunning 28 Hoofdstuk 3 De uitvoering van de vergunning 29 Hoofdstuk 4 De inspectie van de vergunning 30 1. Welke zijn de plichten van de exploitant? 30 2. Wie is belast met de inspectie? 31 3. Welke maatregelen kunnen genomen worden? 31 A. Toezichtsmaatregelen 31 B. Administratieve sanctiemaatregelen 31 C. Strafsancties 32 Hoofdstuk 5 De geldigheidsduur van de vergunning 33 1. Wat is de duur van de geldigheid? 33 A. De vergunningen van de klasse 1A, 1B en 2 33 B. De vergunningen van de klasse 3 33-3 -

Inhoudstafel 2. Welke zijn de redenen van de nietigverklaring? 34 Hoofdstuk 6 Bijlage : de rubrieklijst van de als hinderlijke ingedeelde inrichtingen voor de logistieke sector 35 DEEL 2 EXPLOITATIEVOORWAARDEN 38 Hoofdstuk 1 De verschillende soorten exploitatievoorwaarden 39 1. De algemene milieuvoorwaarden 39 2. De sectorale milieuvoorwaarden 39 3. De specifieke milieuvoorwaarden 40 Hoofdstuk 2 De toepassingstermijnen 41 Hoofdstuk 3 De inhoud van de exploitatievoorwaarden 42 1. De algemene milieuvoorwaarden 42 2. De sectorale milieuvoorwaarden 43 A. Tankinstations 43 B. Installaties voor overspuiten van voertuigen of voertuigeonderdelen die gebruik maken van oplosmiddelen 51 DEEL 3 BODEMSANERING 55 Hoofdstuk 1 De beheersprocedure voor verontreingde gronden 56 Hoofdstuk 2 Inventaris van de verontreingde gronde 57 Hoofdstuk 3 Verkennend bodemonderzoek 58 Hoofdstuk 4 De risicostudie 59 Hoofdstuk 5 Beschermende, toezichts-, waarborg- en behandelingsmaatregelen 60 Hoofdstuk 6 De saneringsmiddelen 61 Hoofdstuk 7 De sancties 63 DEEL 4 BEHEER EN VERVOER VAN AFVALSTOFFEN 64 Hoofdstuk 1 De verschillende afvalcategoriëen 65 1. De niet-gevaarlijke afvalstoffen 65 2. De gevaarlijke afvalstoffen 65 3. De afvalcatalogus 66-4 -

Inhoudstafel Hoofdstuk 2 De plichten inzake afval 67 1. De afvalaangifte 67 A. De gevaarlijke afvalstoffen 67 B. De niet-gevaarlijke afvalstoffen 68 2. De gevaarlijke afvalstoffen 68 A. De gevaarlijke afvalstoffen 68 B. De niet-gevaarlijke afvalstoffen 69 Hoofdstuk 3 De verplichte terugname van de relevante afvalstoffen voor de logistieke sector 70 1. De verplichte terugname van versleten banden 71 A. Principe 71 B. De voorwaarden 71 2. De verplichte terugname van afgedankte voertuigen 71 A. Principe 71 B. De voorwaarden 71 3. De verplichte terugname van verbruikte oliën 72 A. Definitie 72 B. Principe 72 C. De voorwaarden 72 4. De verplichte terugname van afvalloodstatbatterijen 72 5. De erkende centra voor de terugname van afvalstoffen 73 Hoofdstuk 4 Toezicht inzake afval 74 Hoofdstuk 5 Bijlage : de afvalcatalogus 75 DEEL 5 MILIEUSUBSIDIES 77 Hoofdstuk 1 Milieu-investeringen 78 1. Voorwaarden 78 2. Subsidie 79 3. Procedure 79 Hoofdstuk 2 Premie uitvoering bodemonderzoek 80 1. Voorwaarden 80 2. Subsidie 81 3. Procedure 81 Hoofdstuk 3 Lijst van de categoriëen waartoe de industriële investeringen moeten behoren om aanvaard te worden ten titel van rationeel energieverbruik 82-5 -

Woord vooraf In het laatste decennium is de bezorgdheid rond duurzaam ondernemen sterk gegroeid. Met de uitgave van de milieugidsen wil vzw BITO bijdragen tot het verbeteren van het ecologisch beleid in de sector Transport en Logistiek. De gidsen zijn in de eerste plaats een bundeling van de geldende reglementering op het gebied van de milieuwetgeving. Ze kunnen ook beschouwd worden als een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsinterne milieuzorg, waarbij gestreefd wordt om de milieu-impact van de bedrijfsprocessen te beheersen en om aan groen strategisch management te doen. Standaarden hiervoor zijn o.a. : EMAS : Environnemental Management and Audit Scheme (EU-verordening 1836/93 EMAS II - en EU-verordening 761/01 EMAS II). Zie www.inem.org Iso 14001 volgens de International Standaard Organisatie. Zie www.iso.ch Milieucharters in uw provincie. Het is de bedoeling van BITO om deze gidsen up-to-date te houden en verder uit te breiden met praktische en nuttige informatie. Suggesties van de lezer zijn dan ook welkom. Luc Van Cappellen Directeur BITO - 6 -

Deel 1 De milieuvergunning DEEL 1 - DE MILIEUVERGUNNING - 7 -

Deel 1 De milieuvergunning Hoofdstuk 1 Milieuvergunning De milieuvergunning is een voorafgaande schriftelijke en administratieve toestemming om een als hinderlijke ingedeelde inrichting te mogen exploiteren. De wettelijke bepalingen rond de milieuvergunning zijn in het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest ingesteld door de Ordonnantie van 5 juni 1997, inwerking getreden op 6 juli 1997. De milieuvergunning omvat de vroegere toelatingen inzake milieu, zoals de lozings- en afvalvergunning. Deze vergunningen die vroeger afzonderlijk door verschillende overheden werden verleend zijn nu samengebracht in één enkel administratief dossier die in te dienen is bij één enkele instantie en die éénzelfde procedure volgt. In dit deel wordt een overzicht gegeven van de na te leven administratieve verplichtingen om een milieuvergunning zowel te verkrijgen als te behouden. De link tussen de milieuvergunning en de stedebouwkundige vergunning komt hier tevens aan bod. 1. Omstandigheden die een milieuvergunning vereisen De bedrijven en hun activiteiten worden in 4 klassen ingedeeld volgens de graad van mogelijke hinder voor mens en milieu. Klasse 1A en 1B: inrichtingen en activiteiten die als het meest hinderlijk beschouwd worden; Klasse 2: inrichtingen en activiteiten die als hinderlijk beschouwd worden; Klasse 3: inrichtingen en activiteiten die als het minst hinderlijk beschouwd worden. De inrichtingen en activiteiten zijn volgens de klasse waartoe ze behoren onderhevig aan een verschillende administratieve procedure: voor de activiteiten van klasse 1A en 1B of van klasse 2, moet een milieuvergunning aangevraagd worden. voor de activiteiten van klasse 3, moet een melding verzonden worden. Voor iedere aanvraag van een milieuvergunning moet een milieueffectendossier ingediend worden. Dit dossier stelt de bevoegde overheid in staat om de te verwachten gevolgen voor het milieu in beschouwing te nemen. - 8 -

Deel 1 De milieuvergunning Voor de activiteiten van klasse 1A bestaat dit dossier uit een effectenstudie terwijl voor de activiteiten van klasse 1B een vereenvoudigd effectenrapport volstaat. In sommige uitzonderlijke gevallen kan een activiteit van klasse 1B onderworpen worden aan een effectenstudie indien de overheid dit noodzakelijk acht. De effectenstudie moet verplicht verricht worden door een studieadviseur erkend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het effectenrapport wordt daarentegen opgesteld door de exploitant. Deze formaliteit maakt niet deel uit van de procedure voor de toekenning van de milieuvergunning maar moet verplicht voorafgaandelijk vervult worden, want iedere milieuvergunning verleend zonder een effectenstudie of rapport wordt gestraft met een absolute nietigverklaring! Inrichtingen en activiteiten Klasse 1A 1B Klasse 2 Klasse 3 Belangrijke impact op milieu Middelmatige impact op milieu Weinige impact op milieu Milieuvergunning + effectenstudie 1A + effectenrapport 1B Milieuvergunning Melding - 9 -

Deel 1 De milieuvergunning 2. Tot welke klasse behoort een bedrijf? Om te bepalen tot welke klasse zijn bedrijf behoort, moet de aanvrager de nomenclatuur van de ingedeelde inrichtingen raadplegen die zich bevinden in de bijlagen van: de Ordonnantie van 22 april 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse 1A; het Besluit van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse 1B, 2 en 3. Als het bedrijf verschillende activiteiten heeft, die ieder van een verschillende klasse zijn, wordt het bedrijf beschouwd als behorend tot de klasse die het meest hinderend is voor mens en milieu. Met andere woorden wordt de klasse waartoe het bedrijf behoort als volgt afgeleid: alle installaties en activiteiten zijn in klasse 3 het bedrijf is in klasse 3 één of meerdere installaties en activiteiten zijn in klasse 2 en anderen in klasse 3 het bedrijf is in klasse 2 één of meerdere installaties en activiteiten zijn in klasse 1A of 1B en anderen in klasse 2 het bedrijf is in klasse 1A of 1B De tabellen, opgenomen in bijlage van hoofdstuk 6, zijn opgeplitst in verschillende kolommen: de kolom rubriek verwijst naar het nummer van de nomenclatuur van de bedoelde inrichting of activiteit; de kolommen benaming en sleutelwoord duiden het type en de betekenis van de bedoelde inrichting of installatie aan; de kolom klasse geeft de klassecategorie van de bedoelde inrichting of installatie aan.! De toepasselijke rubriekenlijst voor de logistieke sector kan in bijlage van dit hoofdstuk geraadpleegd worden. - 10 -

Deel 1 De milieuvergunning 3. Het milieuattest voorafgaand aan de milieuvergunning Voor de inrichtingen van klasse 1A een aanvraag van een milieuattest moet ingediend worden vóór de aanvraag van de milieuvergunning. Voor de inrichtingen van klasse 1B een aanvraag van een milieuattest mag ingediend worden vóór de aanvraag van de milieuvergunning. De aanvraag is dus hier facultatief. Voor de inrichtingen van klasse 2 en 3 geen enkele aanvraag moet ingediend worden. Het milieuattest is een document dat 2 jaar geldig blijft en dat aanduidt of de bedoelde inrichting verondersteld is een vergunning te verkrijgen en onder welke voorwaarden.! Het milieuattest verleent noch een toelating tot exploitatie noch een vrijstelling om achteraf een milieuvergunning te bekomen, maar geeft aan de aanvrager een duidelijk beeld van de vereisten, die hij kan verwachten van de bevoegde overheid, voor het verlenen van de milieuvergunning. Deze informatie is voor de exploitant zeer hulpzaam om onnodige dossierkosten te vermijden voortvloeiend uit een onvolledig project dat aangepast moet worden en dat bovendien uiteindelijk geweigerd kan worden.! Het aanvraagsformulier voor het milieuattest bevindt zich in het Bijlagendossier geannexeerd aan deze Gids. - 11 -

Deel 1 De milieuvergunning 4. De vergunningsplicht (klasse 1A, 1B en 2) A. Wanneer is een inrichting van klasse 1A, 1B of 2 onderhevig aan de vergunningsplicht? De milieuvergunning is vereist in de volgende gevallen: voor de uitbating van een nieuwe inrichting van klasse 1A, 1B of 2; bij een wijziging, uitbreiding of toevoeging van een inrichting: - wanneer deze de toepassing van een andere rubriek tot gevolg heeft die behoort tot een klasse 1A, 1B of 2; - waarbij de geplande verandering geen indeling van de inrichting in de hogere klasse tot gevolg heeft; maar waarbij de verandering een risico inhoudt voor mens en milieu of de bestaande risico vergroot; voor de uitbating van een inrichting die na haar ingebruikname door wijziging of aanvulling van de rubriekenlijst door de overheid een inrichting wordt van klasse 1A, 1B of 2; bij een heringebruikname van een oorspronkelijke vergunde inrichting, na vernietiging of buitengebruikstelling als gevolg van gevaren, hinder of ongemakken die voortkomen uit de uitbating en waarmee geen rekening gehouden werd bij de afgifte van de oorspronkelijke vergunning; bij het verderzetten van de uitbating van een inrichting waarvan de vergunning vervalt. B. Waar is het aanvraagformulier voor een milieuvergunning te vinden? Het aanvraagformulier is beschikbaar: ofwel bij de gemeente; ofwel op de site van het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) http://www.ibgebim.be! Het formulier bevindt zich in het Bijlagendossier geannexeerd aan deze gids. C. Hoe een aanvraagdossier opstellen? Inhoud van het aanvraagdossier Het aanvraagdossier voor een inrichting van klasse 1A moet de volgende gegevens vermelden: de milieueffectenstudie; het voorgeschreven aanvraagformulier; de vereiste bijlagen die de aanvraag kunnen verduidelijken; het bewijs van betaling van de dossiertaks. - 12 -

Deel 1 De milieuvergunning Het aanvraagdossier voor een inrichting van klasse 1B moet de volgende gegevens vermelden: de milieueffectenrapport; het voorgeschreven aanvraagformulier; de vereiste bijlagen die de aanvraag kunnen verduidelijken; het bewijs van betaling van de dossiertaks. Het aanvraagdossier voor een inrichting van klasse 2 moet de volgende gegevens vermelden: het voorgeschreven aanvraagformulier; de vereiste bijlagen die de aanvraag kunnen verduidelijken; het bewijs van betaling van de dossiertaks.! Bij moeilijkheden om de formulieren in te vullen kan volgende dienst geraadpleegd worden: Brussels agentschap voor de onderneming Milieudesk Turn & Taxis Helihavenlaan 86C, b211 1000 Brussel Tel. + 32 (0)2 422 00 20 Dossierkosten De dossierkosten moeten gestort worden vóór het indienen van het dossier op rekening van het Ministerie van het Gewest Brussel-Hoofdstad: n 091-2310961-62. De te storten bedragen zijn: 625 voor een aanvraag van getuigschrift voor een inrichting van klasse 1A; 1.250 voor een aanvraag van vergunning voorafgegaan door een aanvraag van getuigschrift voor een inrichting van klasse 1A; 2.500 voor een aanvraag van vergunning niet voorafgegaan door een aanvraag van getuigschrift voor een inrichting van klasse 1A; 250 voor een aanvraag van getuigschrift of vergunning voorafgegaan of niet door een aanvraag van een getuigschrift, voor een inrichting van klasse 1B; 125 voor een aanvraag van getuigschrift voor een inrichting van klasse 2. - 13 -

Deel 1 De milieuvergunning D. Hoe een aanvraagdossier indienen? Waar? Het dossier moet ingediend worden bij het College van Burgemeester en Schepenen (CBS) van de gemeente op het grondgebied waarvan het belangrijkste gedeelte van het project moet worden uitgevoerd. Hoe? Het dossier moet aangetekend ingediend worden of bij afgifte tegen ontvangstbewijs. Het dossier moet in verschillende exemplaren neergelegd worden: aanvraagdossier van getuigschrift voor een inrichting van klasse 1A of 1B: 7 exemplaren; aanvraagdossier van vergunning voor een inrichting van klasse 1A of 1B voorafgegaan van een aanvraag van getuigschrift: 3 exemplaren; aanvraagdossier van vergunning voor een inrichting van klasse 1A of 1B niet voorafgegaan van een aanvraag van getuigschrift: 7 exemplaren; aanvraagdossier van vergunning voor een inrichting van klasse 2: 3 exemplaren. E. Welke procedure volgt het aanvraagdossier? Naargelang het om een aanvraag voor een milieugetuigschrift of een milieuvergunning gaat en naargelang het een inrichting van klasse 1A, 1B of 2, met of zonder voorafgaandelijke verkrijging van een getuigschrift, betreft, is de procedure telkens verschillend. De procedures worden hierna schematisch weergegeven. Opgelet: De proceduretermijnen worden in kalenderdagen uitgedrukt! - 14 -

Deel 1 De milieuvergunning Procedure milieuattest klasse 1A Ontvangst van het dossier door het CBS zending van het dossier naar het BIM (Brussels Instituut voor Milieubeheer) Binnen de 20 dagen neemt het BIM een beslissing: Dossier is volledig Dossier is niet volledig melding van de tekortkomingen + termijn voor de vervollediging van het dossier Binnen de 30 dagen stelt het BIM het ontwerp op van de effectenstudie verzending van het project aan het CBS Het CBS organiseert binnen de 15 dagen een openbaar onderzoek voor een duur van 15 dagen Binnen de 45 dagen na het einde van het onderzoek het Begeleidingscomité (BC) keurt het project goed verwezenlijking van het effectenstudie Verzending van het effectenstudie naar het BC binnen de 30 dagen neemt het BC een beslissing: - studie onvolledig BC deelt een termijn mee waarbinnen aanvullende studies of wijzigingen worden bezorgd - studie volledig verzending naar het BIM voor een 2 de openbaar onderzoek van een duur van 15 dagen Binnen de 75 dagen na het einde van het onderzoek en nooit meer dan 450 dagen na de beslissing dat het aanvraagdossier volledig is het BIM VERLEENT AL DAN NIET HET GETUIGSCHRIFT - 15 -

Deel 1 De milieuvergunning Procedure vergunning klasse 1A (voorafgegaan door een attest) Ontvangst van het dossier door het CBS zending van het dossier naar het BIM Binnen de 45 dagen (of 90 dagen mits motivatie) VERLEENT HET BIM DE VERGUNNING Opgelet! als het BIM geen beslissing neemt binnen de termijn het attest geldt als vergunning uitgereikt voor een periode van 15 jaar - 16 -

Deel 1 De milieuvergunning Procedure vergunning klasse 1A (niet voorafgegaan door een attest) De procedure is gelijkaardig aan die voor de aanvraag van de attestaanvraag! Binnen de 75 dagen na het einde van het 2 de openbaar onderzoek en nooit meer dan 450 dagen na de beslissing dat het aanvraagdossier volledig is het BIM VERLEENT DE VERGUNNING Opgelet! Als het BIM geen beslissing neemt binnen de gestelde termijn wordt de vergunningsaanvraag geweigerd! de beroepsprocedure wordt geopend (dit wordt hierna in punt F besproken) - 17 -

Deel 1 De milieuvergunning Procedure attest klasse 1B Ontvangst dossier door het CBS verzending dossier naar het BIM Binnen de 20 dagen neemt het BIM een beslissing: Dossier is volledig Dossier is onvolledig melding van de tekortkomingen + termijn voor de vervollediging van het dossier Binnen de 15 dagen organiseert het CBS een openbaar onderzoek voor een duur van 15 dagen Binnen de 75 dagen na het einde van het openbaar onderzoek en nooit meer dan 160 dagen na de beslissing dat het aanvraagdossier volledig is het BIM VERLEENT AL DAN NIET HET ATTEST - 18 -

Deel 1 De milieuvergunning Procedure vergunning klasse 1B (voorafgegaan door een attest) Ontvangst dossier door het CBS verzending dossier aan het BIM Binnen de 45 dagen (of 90 dagen mits motivatie) het BIM VERLEENT AL DAN NIET DE VERGUNNING Opgelet! als het BIM geen beslissing neemt binnen de gestelde termijn het attest geldt als vergunning uitgereikt voor een periode van 15 jaar! - 19 -

Deel 1 De milieuvergunning Procedure vergunning klasse 1B (niet voorafgegaan door een milieuattest) De procedure is gelijkaardig aan die voor de getuigschriftaanvraag! Binnen de 75 dagen na het einde van het openbaar onderzoek en nooit meer dan 160 dagen na de beslissing dat het dossier volledig is het BIM VERLEENT AL DAN NIET DE VERGUNNING Opgelet! Als het BIM geen beslissing neemt binnen de gestelde termijn wordt de vergunningsaanvraag geweigerd geacht! de beroepsprocedure wordt geopend (dit wordt hierna in punt F besproken) - 20 -

Deel 1 De milieuvergunning Procedure vergunning klasse 2 Ontvangst dossier door het CBS Binnen de 10 dagen het CBS neemt een beslissing: Dossier is volledig Dossier is onvolledig melding van de tekortkomingen + termijn voor de vervollediging van het dossier Binnen de 15 dagen organiseert het CBS een openbaar onderzoek voor een duur van 15 dagen Binnen de 60 dagen na het einde van het onderzoek en nooit meer dan 60 dagen na de beslissing dat het dossier volledig is het CBS VERLEENT AL DAN NIET DE VERGUNNING Opgelet! Als het CBS geen beslissing neemt binnen de gestelde termijn wordt de vergunningsaanvraag geweigerd geacht! de beroepsprocedure wordt geopend (dit wordt hierna in punt F besproken) - 21 -

Deel 1 De milieuvergunning F. Welke beroepsprocedure? Wie? de aanvrager; ieder natuurlijke of rechtspersoon die doet blijken van een belang; de verlenende overheid. In welk geval? Tegen de beslissing genomen door de overheid betreffende: de afgifte van een milieuattest of -vergunning; de wijziging, schorsing of intrekking van een milieuattest of vergunning; de verlenging van een milieuvergunning. Er bestaan 2 niveau s van beroep: een eerste beroep kan ingediend worden bij het Milieucollege; indien deze zich niet uitspreekt binnen de gestelde termijn of indien de genomen beslissing tegensprekelijk is, kan een hoger beroep ingediend worden bij de Gewestelijke overheid. Wanneer? Het beroep moet ingediend worden binnen een termijn van 30 kalenderdagen te rekenen: voor de aanvrager van de ontvangst van de beslissing; voor derden van de eerste dag van bekendmaking van de beslissing; in geval er geen beslissing werd genomen vanaf het verstrijken van de termijn toegekend aan de overheid om een beslissing te nemen; ingeval van hoger beroep bij de Gewestelijke overheid tegen de beslissing van het Milieucollege vanaf de ontvangst van de beslissing. Waar? Het beroep wordt neergelegd, naargelang het geval, bij: Milieucollege: CCN Vooruitgangstraat 87 1030 Brussel Gewestelijk overheid: Ministerie van milieu van het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest Guledelle 100 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe - 22 -

Deel 1 De milieuvergunning Hoe? Het dossier wordt opgesteld aan de hand van een eenvoudige brief die aangetekend opgestuurd moet worden of bij afgifte tegen ontvangstbewijs. Hierbij moet een betalingsbewijs toegevoegd worden van dossierkosten voor een bedrag van 125 voorafgaandelijk gestort op het rekeningnummer 091-2310961-62 van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De brief moet de volgende elementen bevatten: het gemotiveerd beroep tegen de beslissing of tegen de afwezigheid van beslissing; een kopie van de beslissing indien er één is; een eventuele aanvraag om gehoord te worden door het Milieucollege of de Gewestelijk overheid; de kopie van het betalingsbewijs van de dossierkosten. Procedure? Het Milieucollege deelt zijn beslissing mee aan de aanvrager binnen een termijn van - 60 dagen te rekenen van de datum vanaf neerlegging van het aangetekend schrijven van het beroep bij het postkantoor; - 75 dagen te rekenen van de datum vanaf neerlegging van het aangetekend schrijven van het beroep bij het postkantoor indien de partijen gehoord zijn geweest. Indien het Milieucollege de aanvrager niet informeert binnen deze termijnen, wordt de bestreden beslissing geacht bevestigd te zijn. De Gewestelijke overheid deelt zijn beslissing mee aan de aanvrager binnen een termijn van - 60 dagen te rekenen van de datum vanaf neerlegging van het aangetekend schrijven van het beroep bij het postkantoor; - 75 dagen te rekenen van de datum vanaf neerlegging van het aangetekend schrijven van het beroep bij het postkantoor indien de partijen gehoord zijn geweest. Indien de Gewestelijke overheid de aanvrager niet informeert binnen deze termijnen, mag de aanvrager een 2 de oproep doen per aangetekend schrijven indien de overheid na 30 dagen na de datum van neerlegging van het aangetekend schrijven bij het postkantoor nog steeds geen beslissing genomen heeft, wordt de bestreden beslissing geacht bevestigd te zijn. - 23 -

Deel 1 De milieuvergunning G. Welke zijn de rechtsgevolgen van de vergunning en van het beroep? De beslissing de milieuvergunning te verlenen is uitvoerbaar vanaf de dag volgend op die van het afloop van het beroepstermijn. Het beroep zelf schorst de omstreden beslissing niet. Dit houdt in dat: het beroep niet toelaat om de inrichting uit te baten indien de overheid besloten heeft om geen getuigschrift of vergunning te verlenen; het door een derde ingediend beroep de exploitant, die zijn getuigschrift of vergunning behaald heeft, niet belet uit te baten.! Het beroep kan wel een schorsende werking hebben wanneer: ze door een ernstig gevaar of onherstelbare schade is gemotiveerd; het beroep ingediend is door: - het CBS voor een inrichting van klasse 1A of 1B; - het BIM voor een inrichting van klasse 2; 5. De meldingsplicht (klasse 3) De inrichtingen van klasse 3 genieten van een vereenvoudigde procedure. Deze houdt enkel een neerlegging in van een melding van het voornemen te exploiteren. A. Wanneer is een inrichting van klasse 3 onderhevig aan de meldingsplicht? De melding wordt verplicht in de volgende gevallen: voor de uitbating van een nieuwe inrichting van klasse 3; bij een verplaatsing, een wijziging of een uitbreiding van een inrichting van klasse 1A, 1B of 2 wanneer dit de toepassing van een nieuw rubriek van klasse 3 tot gevolg heeft; bij een verbouwing of een uitbreiding van een inrichting van klasse 3 voor zover zij niet tot gevolg heeft dat de inrichting in een hogere klasse moet worden ondergebracht; bij het heropstarten van een inrichting waarvan de uitbating gedurende twee opeenvolgende jaren werd onderbroken; bij het heropstarten van de uitbating van een vernielde inrichting of een inrichting die tijdelijk buiten gebruik werd gesteld; bij de verderzetting van de uitbating van een inrichting die oorspronkelijk niet vergunningsplichtig was maar die achteraf ingedeeld is geworden in een rubriek van klasse 3. - 24 -

Deel 1 De milieuvergunning B. Waar het meldingsformulier vinden? Het formulier is te verkrijgen: ofwel bij de gemeentelijke administratie; ofwel op de site van het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) http://www.ibgebim.be! Het meldingsformulier bevindt zich in het Bijlagendossier geannexeerd aan deze gids. C. Hoe het meldingsdossier indienen? Waar? Het dossier moet verstuurd worden naar het CBS van de gemeente op wiens grondgebied de inrichting gelegen is. Hoe? Het dossier moet in 1 enkel exemplaar neergelegd worden. Het dossier moet verzonden worden per aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs. Kosten aanvraagdossier Dossierkosten moeten betaald worden bij iedere melding. Deze moeten gestort worden vóór de indiening van de melding op rekening van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: n 091-2310961-62. Het te betalen bedrag is 125. D. Welke procedure volgt het meldingsdossier? Opgelet: De termijnen moeten berekend worden vanaf de eerste dag na ontvangst van de melding. - 25 -

Deel 1 De milieuvergunning Melding klasse 3 Ontvangst van de melding door het CBS Het CBS licht de aanvrager toe binnen de 20 dagen dat de melding: - onontvankelijk is de melding moet opnieuw neergelegd worden - ontvankelijk exploitatie Bij gebrek aan een beslissing van het CBS binnen de 21 dagen: de melding wordt ontvankelijk beschouwd exploitatie - 26 -

Deel 1 De milieuvergunning E. Beroep? Wie? Enkel de aanvrager kan een beroep indienen. In welk geval? Tegen de beslissing genomen door het CBS betreffende de voorschrijving van specifieke exploitatievoorwaarden. Procedure? De beroepsprocedure voor een instelling van klasse 3 is identiek aan die voor de inrichtingen van klasse 1A, 1B en 2. F. De integrale voorwaarden De inrichtingen van klasse 3 kunnen onderworpen worden aan integrale voorwaarden opgelegd bij Besluit van de overheid. Voor deze inrichtingen verliest het CBS haar bevoegdheid om specifieke exploitatievoorwaarden voor te schrijven. (Dit wordt in deel 2 nader toegelicht.) - 27 -

Deel 1 De milieuvergunning Hoofdstuk 2 Bouwvergunning Sommige ondernemingen moeten bij hun vestiging een aantal werken uitvoeren die bouwvergunningsplichtig zijn. De bouwvergunning is een administratieve beslissing van het CBS die de uitvoering van werken toelaat zoals de bouw, de afbraak of de wijziging van gebouwen of gronden.! Als een aanvraag een gemengd project betreft waarvoor een milieuvergunning vereist wordt evenals een bouwvergunning, moeten deze beiden tegelijkertijd ingediend worden, waar, bij ontstentenis, de dossiers onvolledig zullen beschouwd worden en dus onontvankelijk. - 28 -

Deel 1 De milieuvergunning Hoofdstuk 3 De uitvoering van de vergunning De overheid die de vergunning verleent, bepaalt de termijn binnen dewelke deze moet uitgevoerd worden. Deze termijn mag 2 jaar niet te bovengaan. De uitvoeringstermijn neemt aanvang vanaf de dag waar de beslissing om de vergunning te verlenen in werking treedt.! De exploitant kan evenwel een verlenging aanvragen van 1 jaar op voorwaarde de aanvraag in te dienen minstens 3 maanden vóór de afloop van de uitvoeringstermijn. - 29 -

Deel 1 De milieuvergunning Hoofdstuk 4 De inspectie van de vergunning 1. Welke zijn de plichten van de exploitant? Vóór en na de verkrijging van de vergunning moet de exploitant een aantal verplichtingen naleven om te voorkomen bestraft te worden. De overtredingen die aanleiding geven tot administratieve sancties: indien de exploitant tot de exploitatie van een ingedeelde inrichting overgaat zonder vergunning of zonder een melding te hebben gedaan; indien de exploitant de algemene of bijzondere exploitatievoorwaarden niet observeert die door de overheid voor of tijdens de exploitatie worden vastgesteld; indien de exploitant geen vergunningsaanvraag heeft ingediend in geval van verandering, uitbreiding of vernieling; indien de exploitant de overheid van de datum niet heeft verwittigd die voor de toepassing van zijn vergunning is vastgesteld, minstens 15 dagen van tevoren; indien de exploitant zijn register van veranderingen en uitbreidingen niet heeft gehouden of heeft overgebracht; indien de exploitant de overheid niet in kennis heeft gesteld van de stopzetting van de activiteiten; indien de exploitant niet aan de voorziene plaats het geheel van zijn vergunningen, verklaringen en exploitatievoorwaarden heeft. De overtredingen die aanleiding geven tot strafsancties: indien de exploitant een ingedeelde instelling exploiteert zonder vergunning of zonder melding te hebben gedaan; indien de exploitant de algemene of bijzondere exploitatievoorwaarden niet observeert die door de overheid voor of tijdens de exploitatie worden vastgesteld; indien de exploitant de overheid niet in kennis heeft gesteld van de stopzetting van de activiteiten en waardoor een risico voor mens en milieu ontstaat; indien de exploitant de uitvoering van de taak van toezicht op de installaties belemmert; indien de exploitant de vereiste hulp niet levert om de bevoegde personen toe te laten hun taak van toezicht tot een goed eind te brengen. - 30 -

Deel 1 De milieuvergunning 2. Wie is belast met de inspectie? De volgende personen zijn bevoegd om de goede naleving van de wettelijke verplichtingen betreffende de milieuvergunning te controleren: de officieren van de gerechtelijke politie; de ambtenaren en de agenten van de Milieu-inspectiedivisie van het BIM voorzien van hun rechtvaardigingskaart; de ambtenaren en de agenten van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid; de gemeentelijke ambtenaren aangeduidt door het CBS. 3. Welke maatregelen kunnen genomen worden? A. Toezichtsmaatregelen De bevoegde personen mogen de volgende toezichtsmaatregelen treffen: binnendringen aan elk uur van de dag en de nacht, overal, zelfs in gesloten plaatsen, wanneer zij ernstige redenen hebben om te geloven dat zich er een overtreding van de wettelijke verplichtingen begaat. Wanneer het om een instelling gaat die als hoofdwoonplaats wordt gebruikt, is een voorafgaande toestemming van de instructierechter vereist; de bijstand vragen van de lokale of federale politie; op basis van ernstige overtredingsvermoedens, tot alle onderzoeken en controles overgaan, en alle inlichtingen inwinnen geacht vereist om zich ervan te overtuigen dat de wettelijke verplichtingen worden nageleefd; stalen afnemen; analyses laten uitvoeren; de voertuigen tegenhouden die voor het vervoer dienen en hun lading controleren. B. Administratieve sanctiemaatregelen De bevoegde personen kunnen al de nodige maatregelen nemen om ieder hinder voor mens en milieu te voorkomen, te verminderen of te bestrijden: een waarschuwing geven aan de overtreder en hem een termijn toekennen om hem toe te laten zich in regel te zetten; een proces-verbaal opstellen die - tot bewijs van tegendeel - de overtreding vaststelt het proces-verbaal wordt vervolgens opgestuurd aan de Procureur des Koning van het parket van Brussel een kopie van het proces-verbaal wordt aan de overtreder verzonden binnen de 10 dagen; de toestellen onder zegels plaatsen; de opschorting van de activiteiten bevelen; overgaan tot de tijdelijke of onmiddelijke sluiting van de onderneming. - 31 -

Deel 1 De milieuvergunning Al de maatregelen kunnen mondeling bevolen worden maar opdat ze behouden worden moeten ze per aangetekende brief bevestigd worden binnen de 10 dagen. De maatregelen worden beperkt tot de activiteiten en de toestellen die noodzakelijk zijn om de vastgestelde situatie te verhelpen. De exploitant kan bij het Milieucollege een beroep indienen tegen iedere genomen maatregel en dit binnen de 10 dagen volgend op de kennisgeving van de bevestiging van de beslissing. Het Milieucollege betekend zijn beslissing aan de exploitant binnen de volgende 15 dagen. Als het parket beslist niet te vervolgen of als het parket haar beslissing niet bekendmaakt aan de bevoegde personen voor de controle binnen de 6 maanden na het verzenden van het procesverbaal, kunnen deze bevoegde personen beslissen om een administratieve geldboete op te leggen aan de exploitant. De beslissing wordt binnen de 10 dagen per aangetekende brief bekendgemaakt. De exploitant kan dan kiezen tussen: de boete betalen de betaling dooft de strafvordering; de boete niet betalen en een beroep indienen bij het Milieucollege. Deze deelt zijn beslissing mee aan de exploitant binnen de volgende 2 maanden. De geldboete mag een totaal bedrag van 125.000 niet overschrijden. C. Strafsancties Voor de zwaardere overtredingen kan de rechtbank gevangenistraffen toepassen gaande van 8 dagen tot 12 maanden. Meestal zullen geldboetes opgelegd worden in functie van de ondernemingen die het voorwerp is van de overtreding: klasse 2: van 500 tot 500.000; klasse 1B: van 500 tot 2.500.000; klasse 1A: van 500 tot 5.000.000.! Het bedrag van de boetes kan verdubbeld worden als: bewezen wordt dat de overtreding bewust of met winstoogmerk werd gepleegd; ingeval van herhaling binnen de 3 jaar volgend op de bekendmaking van het procesverbaal van de overtreding. - 32 -

Deel 1 De milieuvergunning Hoofdstuk 5 De geldigheidsduur van de vergunning 1. Wat is de duur van de geldigheid? A. De vergunningen van klasse 1A, 1B en 2 De vergunningen 1A, 1B et 2 zijn toegekend voor een maximale duur van 15 jaar. Deze termijn wordt berekend vanaf de dag waarop de exploitatie van de installaties start. Deze datum is die van de bekendmaking door de exploitant aan de bevoegde overheidt minstens 15 dagen voor het starten van de exploitatie. Bij gebrek aan deze bekendmaking, wordt het vetrekpunt beschouwd zijn de dag waarop de overheid de vegunning verleend heeft. De overheid kan een kortere geldigheidsduur opleggen aan de door haar aangeduide ondernemingen. Wanneer de vergunning de wijziging of de uitbreiding van de onderneming als voorwerp heeft, eindigt de geldigheid van deze ten laatste op dezelfde datum als de vergunning verleend voor de onderneming in zijn oorspronkelijke staat. De geldigheidstermijn is evenwel éénmaal verlengbaar voor een nieuwe periode van 15 jaar. De exploitant moet hiertoe een verlengingsaanvraag indienen per aangetekende brief voor het einde van de vergunning binnen een termijn van: klasse 1A: 18 maanden; klasse 1B: 12 maanden; klasse 2: 6 maanden. Indien de aanvraag niet binnen de gestelde termijn wordt ingediend moet de exploitant opnieuw een volledige aanvraag indienen om een nieuwe milieuvergunning te krijgen. De bevoegde overheid stuurt haar beslissing om een verlenging te verlenen of niet minstens 6 maanden voor het afloop van de vergunning. De overheid kan eventueel haar beslissing koppelen aan nieuwe exloitatievoorwaarden. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing wordt genomen kan de exploitant een herinnering aantekenen bij de overheid. Als deze niet reageert binnen de 2 maanden na de aantekening van de herinnering wordt de milieuvergunning stilzwijgend verlengd voor een nieuwe periode van 15 jaar. B. De vergunningen van klasse 3 Voor de vergunningen van klasse 3 bestaan er geen geldigheidstermijnen. - 33 -

Deel 1 De milieuvergunning 2. Welke zijn de redenen van de nietigverklaring? Een geldig verleende vergunning kan nietigverklaard worden als: de vergunde onderneming niet uitgebaat wordt gedurende 2 opeenvolgende jaren; de vergunde onderneming niet uitgevoerd werd voor de afloop van de termijn vastgelegd door de overheid. - 34 -

Deel 1 De milieuvergunning Hoofdstuk 6 Bijlage : de rubrieklijst van de als hinderlijke ingedeelde inrichtingen voor de logistieke sector Rubriek Benaming Klasse Sleutelwoord 3. 12. 13. 40. 45.a 45.b Stationaire batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, vermenigvuldigd met de spanning uitgedrukt in V, hoger ligt dan 10.000. Vaste inrichtingen voor de heroplading van accumulatoren met behulp van toestellen met een vermogen van meer dan 5kW Inrichtingen voor het wassen van voertuigen of van hun aanhangwagens : - manueel wassen(met inbegrip van het manueel wassen met behulp van een hogedrukreiniger) met uitzondering van «zelfbedieningsinrichtingen» - manueel wassen in het kader van «zelfbediening», automatisch of mechanisch wassen, het weghalen van de beschermingslaag (ontparaffineren, ontwaxen) Werkplaatsen voor het plaatsen van hulpstukken voor voertuigen (open dak,beglazing, schokdempers, alarminstallaties, air-conditioning, hifi, ), werkplaatsen voor het onderhoud (olieverversing, afstellen van de motor,afstellen van de stuurgeometrie,vervangen van banden, schokdempers,...), voor het uittesten, het demonteren, het herstellen van motorvoertuigen, met een drijfkracht: - kleiner dan of gelijk aan 20kW - groter dan 20 Kw Verbrandingsinrichtingen (met uitzondering van inrichtingen vermeld in de rubrieken 31, 42, 43, 50, 216 en 219) met een nominaal warmtevermogen: - van 300 kw tot 1 MW wanneer ze voor het verwarmen van lokalen zijn bestemd - van 300 kw tot 30 MW wanneer ze niet voor het verwarmen van lokalen zijn bestemd - van meer dan 1 MW to 30 MW wanneer ze voor het verwarmen van lokalen zijn bestemd - van meer dan 30 MW tot 300 MW Opslagplaatsen voor: - ongevaarlijke en niet-inerte afvalstoffen (niet-inerte afvalstoffen uit de industrie, uit de landbouw,...) doch geen elektrische en elektronische apparatuur met een voor opslag bestemde totaaloppervlakte tussen 100 tot en met 2.000 m 2 - gevaarlijke afvalstoffen (met uitzondering van de afvaloliën uit rubriek 80 en van de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) met een capaciteit tussen 100 tot en met 500 kg - ongevaarlijke en niet-inerte afvalstoffen (niet-inerte afvalstoffen uit de industrie, uit de landbouw,...) doch geen elektrische en elektronische apparatuur met een voor opslag bestemde totaaloppervlakte groter dan 2.000 m - gevaarlijke afvalstoffen (met uitzondering van de afvalolie uit rubriek Nr 80 en van de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) met een capaciteit groter dan 500 kg tot en met 500 ton - opslagplaats voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van meer dan 1.000 kg buiten het toepassingsgebied van de terugnameplicht 3 3 2 2 1B 3 2 2 1B 2 2 1B 1B 1B Elektrische accumulatoren Auto's (wassen) Auto's (herstellingen) Verbranding (inrichtingen) Gevaarlijke en niet inerte afvalstoffen (opslagplaats) - 35 -

Deel 1 De milieuvergunning Rubriek Benaming Klasse Sleutelwoord 45.c 47. 53. 55. 68. Opslagplaats voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur: - van 40 kg tot 1 000 kg, buiten het toepassingsgebied van de terugnameplicht; - van meer dan 350 kg, binnen het toepassingsgebied van de terugnameplicht Opslagplaatsen voor inerte ongevaarlijke afvalstoffen (namelijk papier, karton, schroot, kunststof, opveegsel, glas, lompen, bouwafval,...) met een voor opslag bestemde totaaloppervlakte: - tussen 100 en 2.000 m 2 - groter dan 2.000 m² Opslagplaatsen voor stoffen, producten, materiaal dat niet in andere rubrieken is opgenomen, met een voor opslag bestemde totaaloppervlakte: - van 500 tot en met 5.000 m² - groter dan 5.000 m² Elektriciteit : generatoren, ontvangers met een nominaal vermogen: - van 100 tot en met 250 kva - groter dan 250 kva tot en met 1000 kva - groter dan 1000 kva Garages, overdekte parkeerplaatsen waar motorvoertuigen worden geparkeerd voor: - 10 tot en met 24 wagens of aanhangwagens - 25 tot en met 200 wagens of aanhangwagens 3 3 2 1B 2 1B 3 2 1B 2 1.B Inerte afvalstoffen (opslagplaatsen) Opslagplaatsen (algemeen) Elektriciteit Garages (overdekte) 80. Opslagplaatsen voor afvaloliën, met een capaciteit: - van 60 tot en met 2.000 liter - groter dan 2.000 liter 3 2 Afvaloliën (opslagplaatsen) 81. 88. Inrichtingen voor de verwijdering, de regeneratie, de verwerking van afvaloliën met inbegrip door verbranding 1. Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 21 C: - opslagplaatsen tot en met 500 liter bij ingegraven tank - opslagplaatsen van 50 tot en met 500 l in de andere gevallen - opslagplaatsen voor meer dan 500 l 1B 2 2 1B Afvaloliën (verwerking) Ontvlambare vloeistoffen (opslagplaatsen) 138. 151. 152. 2. Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 21 C maar niet hoger dan 55 C: - opslagplaatsen tot en met 500 liter bij ingegraven tank - opslagplaatsen van 100 tot en met 500 l in de andere gevallen - opslagplaatsen voor meer dan 500 l tot en met 10.000 l - opslagplaatsen voor meer dan 10.000 l 3. Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 55 C maar niet hoger dan 100 C: - opslagplaatsen tot en met 10.000 liter bij ingegraven tank - opslagplaatsen van 3.000 tot en met 10.000 l in de andere gevallen - opslagplaatsen voor meer dan 10.000 l tot en met 50.000 l - opslagplaatsen voor meer dan 50.000 l 4. Opslagplaatsen voor zware stookolie, minerale of synthetische olie en voor gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt in een volgens de norm NBN 52017 gesloten recipiënt van meer dan 100 C: - opslagplaatsen tot en met 10.000 liter bij ingegraven tank - opslagplaatsen van 3.000 tot en met 10.000 l in de andere gevallen - opslagplaatsen van meer dan 10.000 tot en met 100.000 liter - opslagplaatsen van meer dan 100.000 liter Werkplaats voor mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen Opslagplaatsen voor gebruikte voertuigen of afgedankte voertuigen, tentoonstellingsruimten voor gebruikte voertuigen (met uitzondering van al dan niet overdekte parkeerterreinen), met plaats voor: - 3 tot en met 50 voertuigen - meer dan 50 voertuigen Openluchtparkeerterreinen voor motorvoertuigen buiten de openbare weg met plaats voor: - 10 tot en met 50 auto s of aanhangwagens - 51 tot en met 200 auto s of aanhangwagens 3 3 2 1B 3 3 2 1B 3 3 2 1B 1B 2 1B 2 1B Oppervlakte (aanbrenging) Tweedehandswa gens (opslagplaatsen) Voertuigen (parkeren) - 36 -

Deel 1 De milieuvergunning Rubriek Benaming Klasse Sleutelwoord 214. 224. 233. Opslagplaatsen voor gevaarlijke afvalstoffen (met uitzondering van afvaloliën uit rubriek 80) met een capaciteit van meer dan 500 ton. Garages, overdekte parkeerplaatsen waar motorvoertuigen worden geparkeerd met meer dan 200 voertuigen of aanhangwagens. Parkeerterreinen in open lucht voor motorvoertuigen van meer dan 200 plaatsen. 1A 1A 1A Gevaarlijke afvalstoffen (opslagplaatsen) Garages Voertuigen (parkeren) - 37 -

Deel 2 Exploitatievoorwaarden DEEL 2 - EXPLOITATIEVOORWAARDEN - 38 -

Deel 2 Exploitatievoorwaarden De ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn ingekaderd door een systeem van exploitatievoorwaarden bepaald door de overheid. Eens ze hun meldingsplicht hebben nageleefd of hun milieuvergunning hebben ontvangen, moeten de ondernemingen zich conform stellen aan deze voorwaarden. Er bestaan verschillende soorten exploitatievoorwaarden die hierna worden toegelicht. Hoofdstuk 1 De verschillende soorten exploitatievoorwaarden 1. De algemene milieuvoorwaarden De algemene milieuvoorwaarden zijn uitbatingsvoorwaarden die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden besloten en die van toepassing zijn op alle ondernemingen en activiteiten van klasse 1 A, 1 B, 2 en 3. Deze wettelijke voorschriften moeten niet in de vergunning zelf worden opgenomen. Deze zijn automatisch van toepassing op alle ondernemingen gelegen op het grondgebied van het gewest. 2. De sectorale milieuvoorwaarden De sectorale milieuvoorwaarden zijn bijzondere uitbatingsvoorwaarden die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden besloten en die van toepassing zijn op alle ondernemingen en activiteiten van een bepaalde sector klasse 1 A, 1 B of 2. De sectorale milieuvoorwaarden vullen de algemene milieuvoorwaarden aan en kunnen, mits motivatie, ervan afwijken. Deze wettelijke voorschriften moeten niet in de vergunning zelf worden opgenomen. Ze zijn automatisch van toepassing op alle ondernemingen van een bepaalde sector gelegen op het grondgebied van het gewest. - 39 -

Deel 2 Exploitatievoorwaarden 3. De specifieke milieuvoorwaarden De specifieke milieuvoorwaarden zijn uitbatingsvoorwaarden die door de bevoegde overheid worden bepaald bij haar vergunningsverlenende besluit of bij ontvangst van de melding. Deze specifieke voorwaarden kunnen bepaald worden voor alle ondernemingen en activiteiten van klasse 1 A, 1 B, 2 en 3. De specifieke milieuvoorwaarden vullen de algemene en sectorale milieuvoorwaarden om hun leemtes in te vullen of om hun bepalingen nader te bepalen.! Deze kunnen evenwel niet minder streng zijn dan de algemene en sectorale voorwaarden behalve in de gevallen en binnen de perken die erin voorzien zijn. In dit geval moet het verwachte resultaat voor de bescherming van mens en milieu minstens gelijkwaardig zijn aan het resultaat dat bekomen zou zijn zonder deze uitzondering. - 40 -

Deel 2 Exploitatievoorwaarden Hoofdstuk 2 De toepassingstermijnen Wanneer de overheid de algemene, sectorale en specifieke milieuvoorwaarden bepaalt, wijzigt of aanvult, moet zij de termijn bepalen waarin deze nieuwe voorwaarden van toepassing zijn op de bestaande ondernemingen. Bij gebreke zijn de nieuwe voorwaarden enkel van toepassing op de ondernemingen vergund of gemeld na hun inwerkingtreding. - 41 -

Deel 2 Exploitatievoorwaarden Hoofdstuk 3 De inhoud van de exploitatievoorwaarden 1. De algemene milieuvoorwaarden Het geluid veroorzaakt door de als hinderlijke ingedeelde inrichtingen De toegelaten geluidsdrempels zijn een belangrijk milieuaspect in een verstedelijkt gebied zoals Brussel. Het Besluit van 21 november 2002 bepaalt de algemene voorwaarden voor geluidsemissies buiten de ondernemingen en afkomstig van de ondernemingen. a) De criteria De toegelaten geluidsdrempels worden volgens 2 criteria bepaald. Enerzijds het type van zone naargelang de bestemming van het grondgebied en anderzijds de periodes naargelang de dagen en uren. De zones Zone 1 Zone 2 Zone 3 Zone 4 de residentiële woonzones, de groene zones, de zones met hoge biologische waarde, de parkzones, de zones van begraafplaats en de boszones de woonzones de gemengde zones, de sportzones of van vrije tijd in volle lucht, de landbouwzones en de zones van installaties van collectief belang of openbare dienst de zones van regionaal belang en de sterk gemengde zones Zone 5 Zone 6 de administratieve zones de zones van stadsindustrieën en de zones van vervoer en van havenactiviteit, de zones van Spoorwegen en de zones van regionaal belang met uitgestelde aanpassingen Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag Feestdagen 07:00 19:00 A A A A A B C C 19:00 22:00 B B B B B C C C 22:00 07:00 C C C C C C C C - 42 -

Deel 2 Exploitatievoorwaarden b) De geluidsnormen Wanneer de geluidshinder die door een ingedeelde instelling wordt gecreëerd, aan de vrije lucht wordt waargenomen, zijn de geluidsnormen in de tabel hieronder van toepassing: ZONES PERIODES A B C Zone 1 72 db 66dB 60dB Zone 2 72dB 66dB 66dB Zone 3 78dB 72dB 72dB Zone 4 84dB 78dB 78dB Zone 5 90dB 84dB 84dB De wetgeving verplicht niet om metingen van de veroorzaakte geluidshinder te nemen. Deze worden slechts verwezenlijkt indien een klacht wordt ingediend. Als een overtreding wordt vastgesteld, kan de bevoegde agent, ofwel een waarschuwing richten en een termijn bepalen om de afgekeurde installatie in orde te brengen, ofwel een proces-verbaal opstellen. In dit laatste geval kunnen straf- of administratieve sancties opgelopen worden. 2. De sectorale milieuvoorwaarden De bestaande sectorale exploitatievoorwaarden toepasselijk voor de logistieke sector kunnen in 2 categorieën worden hernomen: de tankstations; de verfinstallaties voor voertuigen die oplosmiddelen gebruiken. A. Tankstations De sectorale exploitatievoorwaarden betreffende de vestiging en het gebruik van tankstations worden bepaald door het Besluit van 21 januari 1999 (in werking getreden op 3 april 1999). - 43 -

Deel 2 Exploitatievoorwaarden a) Welke installaties worden beoogd? Het geheel van de voorschriften is van toepassing op: nieuwe tankstations vanaf 3/04/1999; niet hernieuwde tankstations, onder gebouw, met een debiet hoger dan 1.000.000 liter per jaar vanaf 1/01/2001; niet hernieuwde tankstations, onder gebouw, met een debiet lager dan 1.000.000 liter per jaar en niet hernieuwde tankstations voorzien van reservoirs met éénvoudige wanden van vóór 1975 vanaf 1/01/2004; andere niet hernieuwde tankstations vanaf 1/01/2006; hernieuwde tankstations vanaf 1/01/2007. b) Algemene beheersbepalingen van de houders Een identificatieplaat moet op de houder aan een gemakkelijk toegankelijke plaats aangebracht worden. Deze vermeldt: de naam van de constructeur; het vervaardigingsjaar; het vervaardigingsnummer; de naam van de installateur; de datum van de installatie; de capaciteit in water van het reservoir; het opgeslagen product; de gevaarscode. c) Vestiging van de houders 1) Houders ingegraven in de grond of in een opvangbak ingegraven in de grond De volgende voorwaarden zijn van toepassing voor de constructie van de houders: de houders moeten uitgerust zijn met een dubbele wand maar voor de bestaande installaties kan een afwijking toegestaan worden voor de houders met enkelvoudige wand die in een opvangbak geplaatst zijn; het bovenste gedeelte van de houders, het zogenaamde deksel van het mangat, dient ten minste 50 cm onder het niveau van de omliggende bodem te liggen; de bezoekkamers van de houders moeten ondoorlatend zijn voor koolwaterstoffen; de vloeistoffen die zich erin ophopen moeten opgevangen en verwijderd worden; de houders met dubbele wand zijn aan de buitenzijde uitgerust met een - eventueel gedeeltelijk - omhulsel dat een gesloten ruimte creëert; in deze ruimte kan een vloeistof circuleren die bestemd is voor het opsporen van eventuele lekken van de binnenste wand of van het omhulsel aan de buitenzijde; de nodige maatregelen moeten genomen worden teneinde de stabiliteit van de houders te waarborgen in alle weersomstandigheden of in geval van overstromingen. - 44 -