geschiedenis geschiedenis



Vergelijkbare documenten
Eindexamen geschiedenis havo I

Eindexamen geschiedenis vwo I

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

geschiedenis geschiedenis

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis havo II

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis vwo II

geschiedenis geschiedenis

geschiedenis geschiedenis

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

geschiedenis geschiedenis

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis havo II

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis havo I

Eindexamen geschiedenis havo 2008-II

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

geschiedenis geschiedenis

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Eindexamen geschiedenis havo I

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-I

Eindexamen geschiedenis vwo II

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

geschiedenis (nieuwe stijl)

Examen HAVO. geschiedenis

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

geschiedenis (nieuwe stijl)

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen geschiedenis vwo I

Examen HAVO Arabisch. tijdvak 1 woensdag 24 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een antwoordblad.

Examen VWO Grieks. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

geschiedenis geschiedenis

De patriotten hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen geschiedenis havo II

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO Historisch Overzicht

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 woensdag 24 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een antwoordblad.

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Examen HAVO. aardrijkskunde Compex. Vragen 1 tot en met 23. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Examen HAVO Arabisch. tijdvak 1 vrijdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen geschiedenis havo I

Ontstaan van de Gouden Eeuw ( )

De Republiek in een tijd van vorsten, Kennistoets bij hoofdstuk 3 Havo

Examen HAVO. geschiedenis (nieuwe stijl)

Examen VWO. geschiedenis

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 vrijdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO Arabisch. tijdvak 1 dinsdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 vrijdag 1 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS

Eindexamen geschiedenis pilot havo II

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 donderdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Antwoorden oefenopgaven HC Rep. Der Nederlanden

Examen VWO. geschiedenis

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

1. Het begrip kan weg, omdat de overgebleven begrippen. Het begrip kan ook weg, omdat de overgebleven begrippen

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Eindexamen geschiedenis vwo II

geschiedenis (nieuwe stijl)

DINGEN DIE JE MOET WETEN

Uitwerkbijlage VMBO-BB

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 12 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Examen VMBO-GL en TL 2006

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl)

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 dinsdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Eindexamen geschiedenis nieuwe stijl havo 2008-II

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 dinsdag 29 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een antwoordblad.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen geschiedenis n.s.havo 2007-II

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Dynamiek en stagnatie in de Republiek

Eindexamen geschiedenis nieuwe stijl havo 2008-I

Transcriptie:

Examen HAVO 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 9.00-12.00 uur tevens oud programma geschiedenis geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. 923-1021-a-HA-1-o

Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de Coalitieoorlogen voerde de Franse regering de dienstplicht in. 2p 1 Leg uit dat zij hiermee de betrokkenheid van Franse burgers bij de staat kon vergroten. Gebruik bron 1. Von Brandt beschrijft het Spaanse verzet tegen Napoleon als een guerrillaoorlog. 4p 2 Noem twee aspecten van een guerrillaoorlog en geef per aspect aan hoe dit in de bron naar voren komt. De oorlogvoering in Frankrijk tijdens de oorlog van 1870-1871 lijkt op de manier van oorlogvoeren zoals Von Brandt die beschrijft. 2p 3 Beargumenteer of dit juist is voor de periode vóór de Slag bij Sedan of voor de periode ná de Slag bij Sedan. Met het Congres van Wenen begon in Frankrijk een periode van restauratie op politiek én op militair gebied. 2p 4 Geef van beide een voorbeeld. Tsaar Nicolaas I gebruikte in 1853 een godsdienstig argument als voorwendsel voor zijn imperialistische politiek. 2p 5 Noem dit argument en geef aan wat Nicolaas daarmee wilde bereiken. Gebruik bron 2. Stel: je werkt tijdens de Krimoorlog bij het Britse Ministerie van Oorlog en je krijgt deze foto van Roger Fenton onder ogen. Je moet bepalen of deze foto bruikbaar zou kunnen zijn voor de Britse propaganda. 3p 6 Bepaal de bruikbaarheid van deze foto voor de Britse propaganda door: de aanleiding te noemen voor het laten maken van deze foto en uit te leggen welk politiek effect je met deze foto wil bereiken. Kort na de oorlogsverklaring aan Pruisen op 19 juli 1870 waren in de Franse boekhandels de landkaarten van Duitsland al snel uitverkocht. 3p 7 Geef commentaar op deze gebeurtenis door: uit te leggen welk verband er bestaat tussen de grote verkoop van die kaarten en de Franse verwachting over de komende strijd en één militaire reden te noemen waarom deze verwachting op dat moment niet realistisch was. 923-1021-a-HA-1-o 2 lees verder

Gebruik bron 3. Stel: je weet niet dat deze bron uit 1871 is. Toch kun je uit de inhoud ervan opmaken dat de beschrijving gaat over de afloop van de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871. 3p 8 Toon aan dat in dit fragment: niet de afloop van de Krimoorlog wordt beschreven, maar wel de afloop van de Frans-Duitse oorlog en niet de afloop van de Eerste Wereldoorlog. De volgende gebeurtenissen staan in willekeurige volgorde: 1 Frankrijk staat Elzas-Lotharingen af aan het Duitse keizerrijk. 2 Duitsland staat Elzas-Lotharingen af aan Frankrijk. 3 Napoleon III eist neutraliteit van Pruisen bij de Spaanse troonopvolging. 4 In Parijs wordt de Commune bloedig onderdrukt. 5 Napoleon I verliest de Slag bij Waterloo. 6 Franse troepen capituleren na de Slag bij Sedan. 2p 9 Zet deze gebeurtenissen in de juiste volgorde van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers. De oorlog die in juli 1914 uitbrak, begon als regionaal conflict, maar liep al snel uit op een wereldoorlog. 2p 10 Ondersteun deze bewering door: aan te geven waarom de eerste fase van deze oorlog regionaal genoemd wordt en een verklaring te geven voor de uitbreiding van het conflict naar een wereldoorlog. Gebruik bron 4. Uit dit fragment blijkt dat keizer Wilhelm een onrealistisch beeld geeft van het Duitse optreden in de oorlog tot dat moment. 2p 11 Toon dat aan. Gebruik bron 4. Stel: je doet een onderzoek naar het lot van vrouwen en kinderen in de Eerste Wereldoorlog. Na bestudering kom je tot de conclusie dat deze bron niet betrouwbaar genoeg is en dat je beter andere bronnen kunt zoeken. 4p 12 Licht dit toe door: uit te leggen waardoor deze bron niet betrouwbaar genoeg is en (zonder bron) twee soorten primaire bronnen te noemen en per bron uit te leggen waarom die wel betrouwbaar genoeg zou zijn voor je onderzoek. Gebruik bron 5. De winkel die op deze foto zichtbaar is, heeft waarschijnlijk nog zwaarder te lijden gehad van de oorlog dan de meeste andere winkels in Berlijn. 2p 13 Geef hiervoor de verklaring. 923-1021-a-HA-1-o 3 lees verder

Gebruik bron 5. Deze foto past bij de grote maatschappelijke veranderingen die in de Eerste Wereldoorlog plaatsvinden. 3p 14 Noem een verandering op sociaaleconomisch gebied die bij de foto past en leg uit (zonder bron) welk gevolg die verandering had voor de positie van vrouwen. Lloyd George, in de Eerste Wereldoorlog premier van Groot-Brittannië, schreef in de jaren 1930 dat het gevaarlijk is om in oorlogstijd de regering ondergeschikt te maken aan de legerleiding. 2p 15 Leg uit wat dit gevaar was. Dynamiek en stagnatie in de Republiek In 1544 regelden Karel V en de Deense koning in een verdrag de doorvaart door de Sont voor schepen uit de Nederlanden. 2p 16 Leg uit waarom dit zo belangrijk was voor de Hollandse steden. Gebruik bron 6. In de eerste helft van de 17e eeuw was de bloei van de moedernegotie een oorzaak van technische vernieuwing in de scheepsbouw en was technische vernieuwing in de scheepsbouw een oorzaak van de verdere bloei van de moedernegotie. 4p 17 Toon met de bron aan, dat beide onderdelen van de bewering juist zijn. Gebruik bron 7. Uit dit reglement van het schoenmakersgilde kun je afleiden dat het gilde een economische én een sociale functie heeft gehad. 2p 18 Toon dit met de bron aan. Gilden speelden geen rol in de meeste trafieken die in de zeventiende eeuw in Holland ontstaan. 3p 19 Geef hiervoor de verklaring door: eerst een omschrijving te geven van een trafiek met een voorbeeld en daarna een reden te geven waarom gilden geen rol speelden in de meeste trafieken. De Hollandse nijverheid en handel profiteerden van de verovering van Antwerpen door het Spaanse leger. 3p 20 Noem drie voordelen voor de Hollandse nijverheid van de Spaanse verovering van Antwerpen. 923-1021-a-HA-1-o 4 lees verder

Gebruik bron 8. Een interpretatie: Uit dit schilderij blijkt, dat de schilder Amsterdam ziet als het centrum van de wereld. 4p 21 Ondersteun deze interpretatie door: met twee elementen uit het schilderij uit te leggen dat de schilder Amsterdam als centrum van de wereld afbeeldt en (zonder bron) twee argumenten te noemen waaruit blijkt dat dit beeld van Amsterdam in de zeventiende eeuw terecht is. Gebruik bron 9. Dit soort plannen past goed bij de Gouden Eeuw in de Republiek. 3p 22 Leg dit uit door met de bron aan te geven: welke verandering wordt voorgesteld en welke technische vernieuwing daarvoor wordt gebruikt en waarom dit past bij de economische ontwikkeling van Holland. Gebruik bron 9. Er was één beroepsgroep in deze omgeving lange tijd tegen deze droogmakerij. 2p 23 Noem die beroepsgroep en geef hun bezwaar weer. De gebeurtenissen en ontwikkelingen hieronder hebben te maken met de internationale handel: 1 Brugge wordt de belangrijkste handelsstad van de Nederlanden. 2 Cornelis de Houtman bereikt als eerste Nederlandse koopman Indië. 3 De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) wordt opgericht. 4 De Vierde Engelse Oorlog maakt de invoer van Aziatische producten onmogelijk. 5 De West-Indische Compagnie (WIC) wordt opgericht. 6 Portugese kooplieden beginnen met de invoer van specerijen uit Indië in Europa. 2p 24 Zet deze gebeurtenissen en ontwikkelingen in de juiste volgorde, van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers. Gebruik bron 10. De achttiende eeuw wordt wel de "Eeuw van de Verlichting" genoemd. 2p 25 Leg uit of deze bron een voorbeeld is van Verlichtingsdenken. Boeren in het westen en noorden van de Republiek werden na 1670 getroffen door een economische crisis. 3p 26 Noem een oorzaak van deze crisis en leg uit waarom de boeren in het oosten van het land minder last ondervonden van deze crisis. Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina. 923-1021-a-HA-1-o 5 lees verder

Gebruik bron 11. Uit deze tabel blijken veranderingen in de werkgelegenheid in de zeevaart en visserij tussen 1680 en 1770. 2p 27 Noem de grootste verschuiving en geef daarmee aan dat deze verschuiving de economie van de Republiek kwetsbaarder maakte. Gebruik bron 11. Deze tabel zou door patriotten gebruikt kunnen zijn ter ondersteuning van hun politieke opvattingen. 2p 28 Leg dit met de tabel uit. In de loop van de achttiende eeuw veranderde de positie van vrouwen in de Republiek in vergelijking met de zeventiende eeuw. 2p 29 Geef een voorbeeld waaruit dit blijkt en verklaar die verandering. In de achttiende eeuw gaat de Republiek er economisch gezien op achteruit. 2p 30 Noem een binnenlandse en een buitenlandse oorzaak van deze achteruitgang. Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd. 923-1021-a-HA-1-o* 6 lees verder einde