Stamboom familie Lambregts Johan Lambregts (1955)

Stamboom familie Lambregts Johan Lambregts (1955) Genealogie van de familie Lambregts uit Princenhage door drs. P. Nouwt Inleiding De onderstaande genealogie is het resultaat van een onderzoek naar de familie Lambregts, die twaalf generaties lang in Princenhage woonde. De voornaam Lambregt (Lambrecht) werd in deze katholieke familie van landbouwers aanvankelijk van grootvader op kleinzoon doorgegeven, totdat het patroniem Lambregts in de zeventiende eeuw tot een blijvende familienaam werd. Enkele leden van de familie Lambregts bekleedden het schepenambt in Princenhage, maar voor zover bekend gebruikten zij geen wapenzegel. Aan het eind van de negentiende eeuw vestigde de familie zich in Etten-Leur. Bij het onderzoek, dat door mij werd verricht op verzoek van drs. J.A.M. Lambregts te Roermond, is de stamreeks gevolgd, waarbij de zijtakken niet nader zijn uitgewerkt. Genealogie I. Jan Lambrechtsz. Uit hem: 1. Lambrecht, volgt II. 2. Daem Jan Lam(brecht)sz., vermeld in 1552; huwde N.N. Hieruit nageslacht. II. Lambrecht Jan Lam(brecht)sz., vermeld in 1548, gegoed te Princenhage, 1548/52; huwde Marie Peter Jannisz. dr. van Overvelt. 12 dec. 1548. Jan Daem Jan Lams zoon verkoopt aan zijn oom Lambrecht Jan Lams zoon de helft van een stuk beemden, in het geheel groot omtrent 2 bunder, gelegen in Halle, waarvan zijn broer Anthonis Daem Jan Lams zoon de wederhelft bezit. [1] 2 jan. 1552. Anthonis Daem Jan Lams zoon, wonend te Etten, oud omtrent 22 of 23 jaar, geassisteerd met zijn vader Daem Jan Lams zoon, verkoopt aan Marie Peter Jannis dochter van Overvelt, weduwe van Lambrecht Jan Lams zoon, de helft van een stuk beemden, in het geheel groot omtrent 2 bunder, gelegen in Halle achter de Plassen, waarvan Marie de wederhelft bezit. [2] 1. Jan Lambrecht Jan Lam(brecht)sz., vermeld 1552-1582, gegoed te Princenhage, schepen aldaar in 1582, 1582/85; huwde Anneken. 14 mei 1552. Jan Lambrecht Jan Lams zoon verkoopt aan Cornelis Godert Jan Cheeuws zoon een erfcijns van 12 gulden en 10 stuivers uit een stuk erf, zijnde land en weide, groot omtrent 2 bunder, gelegen in het Overveld onder Princenhage. Zijn moeder Marie Peter Jannis dochter, weduwe van Lambrecht Jan Lams zoon stelt als extra onderpand een stuk beemden, groot omtrent 2 gemeten,

gelegen in de Werft. [3] 14 mei 1552. Anthonis Adriaen Rombouts Graeuwen zoon, schepen, verkoopt aan Jan en Adriaen, broers, zonen van Lambrecht Jan Lams zoon, mede voor hun broer Peter, een huizing, schuur, kooi, bakhuis, hof en erf met hun toebehoren en verschillende percelen land, weide en bos, tesamen groot omtrent 5 bunder, waarvan omtrent 2½ bunder leengoed. [4] 20 jan. 1573. Kathelyn Peter Jans Hanen dochter, weduwe van Peter Anthonis zoon van Eyssel, en haar kinderen verkopen aan Jan Lambrecht Jan Lambrechts zoon een huis en erf met zijn toebehoren en land, groot omtrent 2½ bunder, genaamd de Bijster. [5] 22 sept. 1573. Naes Adriaen Naes zoon en zijn huisvrouw Sophie Rombout Adriaen Rombouts Graeuwen dochter verkopen aan Jan Lambrecht Jan Lambrechts zoon de helft van een stuk beemden, groot in het geheel omtrent 1 bunder, gelegen in Ooiendonk; en een stuk beemden, groot omtrent 2 gemeten, deels leengoed en deels cijns- of eigen goed, gelegen in de Werft. [6] 25 april 1575. Claes Jan Leyten zoon verkoopt aan Jan Lambrecht Jan Lambrechts zoon een stuk weiden, groot omtrent 4 gemeten, gelegen in de Strijpen onder Princenhage. [7] 11 dec. 1577. Rombout Rombout Graeuwen zoon verkoopt aan Jan Lambrecht Jan Lams zoon de helft van een stuk beemden, in het geheel groot omtrent 2 gemeten, zoals vermeld in een schepenakte van 10 maart 1565. [8] 9 juli 1585. Jan Aerts zoon van Loon, namens de erfgenamen van Jan Lambrecht Jans zoon, wordt in het bezit gesteld van de door Naes Adriaen Naes zoon onder Princenhage nagelaten goederen, die hij heeft verwonnen wegens een schuld van 100 gulden en de gerechtskosten. [9] 2. Adriaen Lambrecht Jan Lam(brecht)sz., vermeld in 1552. 3. Peter Lambrecht Jan Lam(brecht)sz., vermeld in 1552. 4. Claes, volgt III. III. Claes Lambrecht Jan Lam(brecht)sz., vermeld 1570-1581, gegoed te Princenhage, 1581/85; huwde 1e N.N.; huwde 2e Maeyken (= Maria) Geeryt Jacob Willemsz. dr. Zij hertrouwde vóór 1602 Jacob Adriaen Cornelisz. 21 maart 1570. Anne Adriaen Anthonis Tacx dochter, gehuwd met Henrick Rombout Jans Grauwen zoon, verkoopt aan Jan en Claes, broers, zonen van wijlen Lambrecht Jan Lambrechts zoon, een stuk weiden, groot omtrent 3 bunder, gelegen in het Overveld onder Princenhage. [10] 21 maart 1570. Jan en Claes, broers, zonen van wijlen Lambrecht Jan Lambrechts zoon, erkennen aan Henrick Rombout Jans Graeuwen zoon en zijn huisvrouw Anne Adriaen Anthonis Tacx dochter wegens de koop van het voornoemde stuk weiden 160 gulden schuldig te zijn (boven een gelijk bedrag dat contant is betaald). [11] 24 febr. 1574. Kerstiaen Adriaen Henrick Dyrven zoon en Lynken, minderjarige dochter van hem en wijlen Lysbeth Claes Peter Jannis dochter, verkopen aan Jan en Claes, zonen van Lambrecht Jan Lambrechts zoon, een stede, huizing, hof en erf met toebehoren en land, groot omtrent 4 bunder en 71 roeden, gelegen in het Overveld onder Princenhage. [12] 4 april 1581. Jan Gielis Jan Dyrven zoon en Jacob Adriaens zoon van den Kyeboom verkopen aan Claes Lambrecht Jan Lams zoon een stuk beemden, groot omtrent 2 bunder, gelegen in Halderdonk,

in de Plassen onder Princenhage. [13] 4 april 1581. Claes Lambrecht Jan Lams zoon erkent aan Jan Gielis Jan Dyrven zoon wegens de koop van diens 2/3 deel van het voornoemde stuk beemden de somma van 294 gulden schuldig te zijn. [14] 9 juli 1585. Jan Aerts zoon van Loon, namens de kinderen en erfgenamen van Claes Lambrecht Jans zoon, wordt in het bezit gesteld van de door Naes Adriaen Naes zoon onder Princenhage nagelaten goederen, die hij heeft verwonnen wegens een schuld van 100 gulden en de gerechtskosten. [15] 20 maart 1602. Marie Geeryt Jacop Willems dochter en haar man Jacob Adriaen Cornelis zoon verkopen met haar broers en met Adriaen Claes Lambrechts zoon en Peeter Geeryt Jacobs zoon, als voogd en toeziender van haar dochter Maeyken Claes Lambrechts dochter aan Jan Peeters zoon van Herck een stuk erf, zijnde weide, beemd en moer, tesamen groot omtrent 2 bunder, op de Emeren in Princenhage, dat zij van hun vader en grootvader Geeryt Jacop Willems zoon hebben geërfd. [16] Uit het eerste huwelijk: 1. Adriaen Claes Lambrecht Jan Lam(brecht)sz., gegoed te Princenhage, schepen aldaar 1604-1606; huwde Cornelia Jan Mertensz. Haenen dr. Hieruit nageslacht. 27 april 1601. Anneken Claes Lambrecht Jan Lams zoons dochter en haar man Cornelis Steven Adriaens van Bedaff zoon, molenaar, verkopen aan haar broer Adriaen Claes Lambrecht Jan Lams zoon een stuk beemd, groot omtrent 1½ bunder, in Wijmeren onder Princenhage, dat Anneken van haar ouders heeft verkregen na deling met de mede-erfgenamen. [17] 27 april 1601. Adriaen Claes Lambrechts zoon en zijn huisvrouw Cornelie Jan Mertens Haenen dochter erkennen aan Adriaen Merten Willem Spierincx zoon, bakker, wegens een geldlening 243 carolusgulden schuldig te zijn ad 8% rente jaarlijks. [18] 27 april 1601. Cornelie Jan Martens Haenen dochter en haar man en voogd Adriaen Claes Lambrechts zoon verkopen mede namens haar broers en zuster aan Adriaen Aert Adriaens zoon een huis en erf met toebehoren, groot omtrent ½ bunder, op de Heuvel onder Princenhage. [19] 4 april 1606. Maeyken Claes Lambrechts dochter en haar man Claes Henrick Cornelis zoon doen ten behoeve van Adriaen, Lambrecht, Peeter en Cornelis, broers, wijlen Claes Lambrechts zonen, en eerstgenoemde mede als oom en voogd van de kinderen van Anneken Claes Lambrechts dochter, afstand van de door haar halfbroer Jacop Claes Lambrechts zoon nagelaten erfgoederen. Diens volle broers en zuster zullen daarvoor aan Maeyken en haar man 60 gulden uitkeren op St.-Jansdag in juni 1606. [20] 4 april 1606. Adriaen, Lambrecht, Peeter en Cornelis, broers, wijlen Claes Lambrechts zonen, en Sebastiaen Rombout Sgraeuwen zoon en Goris Anthonis Dyrven zoon namens de kinderen van wijlen Cornelis Stevens molenaar en wijlen Anneken Claes Lambrechts dochter, verdelen de door hun broer Jacop Claes Lambrechts zoon nagelaten erfgoederen na uitkoop van hun halfzuster Maeyken Claes Lambrechts. Cornelis en de voornoemde weeskinderen ontvangen een stuk beemden, groot omtrent 4 gemeten, in de Halle onder Princenhage. Adriaen en Peeter ontvangen een stuk weide, genaamd de Tacxweide, groot omtrent 1 bunder, in het Overveld onder Princenhage. Lambrecht ontvangt twee stukken zaailand, zijnde leengoed, groot omtrent ½ bunder, in de Steenakker onder Princenhage. Verder verdelen zij verschillende jaarrenten. [21] 2. Lambrecht, volgt IV.

3. Peter Claes Lambrechtsz.; huwde Anneken Joachim Mathijsz. dr., dochter van Joachim Mathijsz. en Maria Peter Eeuwoutsz. dr. Hieruit nageslacht. 25 maart 1603. Marie Peeter Eeuwouts dochter, weduwe van Joachim Matthijssen, verkoopt met haar zonen en dochter aan Peeter Claes Lambrechts zoon en zijn huisvrouw Anneken Joachim Mathijs dochter een stuk land, genaamd de Grote Schootakker, zijnde een cijnsgoed, met een stuk weide eraan, genaamd de Schootse Weide, zijnde een leengoed, tesamen groot omtrent 4 gemeten, aan de Schootsestraat in het Overveld. [22] 25 maart 1603. Peeter Claes Lambrechts zoon erkent wegens de koop van de voornoemde twee stukken erf aan de weduwe en kinderen van Joachim Mathijssen 200 carolusgulden schuldig te zijn. [23] 4. Cornelis Claes Lambrechtsz.; huwde N.N. Hieruit nageslacht. 5. Anneken Claes Lambrecht Jan Lamsz. dr., vóór 1606; huwde Cornelis Steven Adriaensz. van Bedaff, molenaar. 27 april 1601. Anneken Claes Lambrecht Jan Lams zoons dochter en haar man Cornelis Steven Adriaens van Bedaff zoon, molenaar, verkopen aan haar broer Adriaen Claes Lambrecht Jan Lams zoon een stuk beemd, groot omtrent 1½ bunder, in Wijmeren onder Princenhage, dat Anneken van haar ouders heeft verkregen na deling met de mede-erfgenamen. [24] 6. Jacop Claes Lambrechtsz., vóór 1606. Uit het tweede huwelijk: 7. Maeyken Claes Lambrechtsz. dr.; huwde 1602/06 Claes Henrick Cornelisz. 20 maart 1602. Marie Geeryt Jacop Willems dochter en haar man Jacob Adriaen Cornelis zoon verkopen met haar broers en met Adriaen Claes Lambrechts zoon en Peeter Geeryt Jacobs zoon, als voogd en toeziender van haar dochter Maeyken Claes Lambrechts dochter aan Jan Peeters zoon van Herck een stuk erf, zijnde weide, beemd en moer, tesamen groot omtrent 2 bunder, op de Emeren in Princenhage, dat zij van hun vader en grootvader Geeryt Jacop Willems zoon hebben geërfd. [25] 2 april 1602. Adriaen Claes Lambrechts zoon, als voogd van zijn halfzuster Maeyken Claes Lambrechts dochter, verkoopt met de broers van haar moeder Maeyken Geeryt Jacob Willems dochter en overige erfgenamen aan Jan Jan Onincx zoon een stuk erf, zijnde beemd en weide, tesamen groot omtrent 1 gemet, in Effen onder Princenhage, dat zij van Jan Jacobs zoon Venloet hebben geërfd. [26] 4 april 1606. Maeyken Claes Lambrechts dochter en haar man Claes Henrick Cornelis zoon doen ten behoeve van Adriaen, Lambrecht, Peeter en Cornelis, broers, wijlen Claes Lambrechts zonen, en eerstgenoemde mede als oom en voogd van de kinderen van Anneken Claes Lambrechts dochter, afstand van de door haar halfbroer Jacop Claes Lambrechts zoon nagelaten erfgoederen. Diens volle broers en zuster zullen daarvoor aan Maeyken en haar man 60 gulden uitkeren op St.-Jansdag in juni 1606. [27] IV. Lambrecht (= Lambertus) Claes Lambrechtsz.; huwde vóór 1605 Cathelyn (= Catharina) Cornelis Peter Hoeymans dr. 20 sept. 1605. Cathelyn wijlen Cornelis Peeter Hoeymans dochter en haar man Lambrecht Claes Lambrechts zoon verkopen met haar broers en zusters aan Margriete Peeters van Meerle dochter,

weduwe van Cornelis Henrick Askens, een vierde van een stuk land met een schuur, groot in het geheel groot omtrent 3/4 bunder, waarvan Margriet de rest bezit, op de Molengracht onder Breda. [28] 1. Maria, gedoopt Princenhage 22 juli 1607. 2. Catharina, gedoopt Princenhage 13 juni 1610. 3. Claes, volgt V. V. Claes (= Nicolaus) Lambrecht Claes Lambrechtsz., gedoopt Princenhage 11 febr. 1613, 1642/43; huwde Princenhage (RK) 26 nov. 1634 Jenneken (= Joanna) Adriani Dirven, gedoopt Princenhage 26 nov. 1612, dochter van Adrianus Christiani Dirven en Maria Bartholomei. Zij hertrouwde Princenhage (RK) 14 april 1644 Joannes Petri Lambregs. 5 april 1645. Boudewijn Cornelis Doncquers legt namens zijn zoon Cornelis verantwoording af van zijn financieel beheer over de jaren 1643-1645 als voogd van de drie minderjarige weeskinderen van wijlen Nicolaes Lambrecht Claes Lambrechts en Jenneken Adriaen Christiaen Dyrven dochter. De voogdijrekening wordt gepresenteerd aan hun moeder Jenneken Adriaen Dyrven en haar man Jan Peeter Jan Lambrechts, aan Cornelis Adriaen Dyrven als toeziender, aan Jan Adriaen Oninckx en Frans Wouter Fransen als schepenen, en aan Claes Adriaen Claes Lambrechts en Bartholomeeus Adriaen Dyrven als neef en oom van de kinderen. [29] 12 febr. 1661. Cornelis Bouwen Cornelis Doncquers zone legt verantwoording af van zijn financieel beheer over de jaren 1645-1661 als voogd van de twee minderjarige weeskinderen van wijlen Nicolaes Lambrecht Claes Lambrechts en Jenneken Adriaen Christiaen Dyrven dochter, tegenwoordige huisvrouw van Jan Peeter Jan Lambrechts. De voogdijrekening wordt gepresenteerd aan Bartholomeeus Adriaen Dyrven als oom en toeziender, aan hun moeder Jenneken Adriaen Dyrven en haar man Jan Peeter Jan Lambrechts, aan Maeyken en Claes (oud 24 en 17 jaar) als zoon en dochter van Claes Lambrecht Claessen, aan Joan Backx als schout, en aan Cornelis Claes Huybrechts van Duern en Cornelis Adriaen Leyten als schepenen in Princenhage. [30] 1. Maeyken (= Maria) Claes Lambrecht Claesz., gedoopt Princenhage 7 nov. 1635; huwde Princenhage (schepenbank) 5 april 1664 Nicolaes Claes Adriaen Claes Naelden. 2. Anna, gedoopt Princenhage 1 jan. 1640, 1645/61. 3. Claes, volgt VI. VI. Claes (= Nicolaus) Claesz. Lambrechts, gedoopt Princenhage 13 maart 1643 (postuum), 1686/90; huwde Princenhage (schepenbank) 18 febr. 1680 Elisabeth Gerit Claes Pebergh, geboren Princenhage, wsch. dochter van Gerit Claes Jacobs (Pebergh) en Peerken Jan Adriaen Oonincx. Zij hertrouwde Princenhage (schepenbank) 17 sept. 1690 Jan Adriaensz. van Keessel, geboren Princenhage. 1. Pieternella (= Petronella) Claes Lambrechts, gedoopt Princenhage 15 juni 1681; huwde

Princenhage (schepenbank) 3 april 1701 Hendrik Jan Bunsaers, geboren Princenhage, wsch. zoon van Jan Henrick Peter Bunsaers en Adriaentjen Adriaen Claes Lambrechts dr. 2. Joanna, gedoopt Princenhage 25 nov. 1682. 3. Claes, volgt VII. 4. Gertrudis, gedoopt Princenhage 3 juli 1687. VII. Claes (= Nicolaus) Claesz. Lambregts, gedoopt Princenhage 4 jan. 1684, schepen van Princenhage 1733-1734 [31], wonend in Westrik, wsch. begraven Princenhage 5 april 1758; huwde 1e Princenhage (schepenbank) 21 nov. 1706 Maria Goris Dirven, wsch. gedoopt Princenhage 9 april 1684, 1722/29, dochter van Gregorius Jan Goris Adriaen Dirven en Margriet Jan Adriaen Cornelis Lodders; huwde 2e Princenhage (NG) 28 aug. 1729 Barbara Jan Vincenten, geboren Princenhage, begraven aldaar 13 jan. 1780. Uit het eerste huwelijk: 1. Elisabeth, gedoopt Princenhage 12 sept. 1707. 2. Goris, volgt VIII. 3. Nicolaus, gedoopt Princenhage 4 febr. 1711, 1711/15. 4. Cornelia Nicolaas Lambregts, gedoopt Princenhage 5 jan. 1713, begraven aldaar 14 mei 1765; huwde Princenhage (schepenbank) 23 okt. 1740 Adriaan (= Adrianus) Frans Nooren, gedoopt Princenhage 21 jan. 1705, begraven aldaar 3 dec. 1766, zoon van Franciscus Nooren en Geertrudis Eyckmans, en weduwnaar van Cornelia van Beeck. 5. Nicolaus Lambregts, gedoopt Princenhage 7 jan. 1715, 1715/29. 6. Joannes, gedoopt Princenhage 12 april 1717, 1717/22. 7. Adrianus, gedoopt Princenhage 8 aug. 1719. 8. Joannes, gedoopt Princenhage 20 okt. 1722, 1722/31. Uit het tweede huwelijk: 9. Nicolaus, gedoopt Princenhage 16 okt. 1729, 1729/33. 10. Joannes, gedoopt Princenhage 10 april 1731. 11. Nicolaus, gedoopt Princenhage 30 dec. 1733, wonend in Westrik, wsch. begraven Princenhage 8 april 1768. 12. Jenneken (= Joanna) Nicolaas Lambregts, gedoopt Princenhage 11 jan. 1737, aldaar 20 jan. 1810. 13. Cornelius, gedoopt Princenhage 11 sept. 1741.

VIII. Goris (= Gregorius) Claesz. Lambregts, gedoopt Princenhage 12 febr. 1709, begraven aldaar 14 febr. 1773; huwde Princenhage (NG) 26 april 1739 Cornelia Joannis Meuwsen, gedoopt Princenhage 30 jan. 1708, begraven aldaar 10 nov. 1779, dochter van Joannes Meuwsen en Jacoba van Ijsel. 1. Adriaan, volgt IX. 2. Jenneke (= Joanna) Goris Lambregts, gedoopt Princenhage 17 dec. 1742, wonend op het Moleneind, begraven Princenhage 20 febr. 1784; huwde Princenhage (schepenbank) 22 febr. 1767 Frans (= Franciscus) Jacob Nooren, gedoopt Princenhage 26 dec. 1737, landbouwer, aldaar 5 mei 1815, zoon van Jacobus Francisci Nooren en Jacoba Cornelii Leyten. Hij hertrouwde Princenhage (schepenbank) 12 dec. 1784 Cornelia Laurijs van Rooy, gedoopt Princenhage 24 febr. 1741, aldaar 1 maart 1814, dochter van Laurentius Petri van Roy en Dympna Petri Wouters. 3. Cornelius, gedoopt Princenhage 6 jan. 1748. 4. Marinus Goris Lambregts, gedoopt Princenhage 27 juli 1750, aldaar 27 juni 1827; huwde Princenhage (RK, schepenbank) 20/22 febr. 1778 Anthonetta (= Antonia) Smits, gedoopt Princenhage 30 maart 1748, aldaar 25 sept. 1832, dochter van Adrianus Smidts en Joanna van Welt. Hieruit nageslacht. IX. Adriaan (= Adrianus) Goris Lambregts, gedoopt Princenhage 19 febr. 1740, wonend op de Beek, Princenhage 14 juli 1818; huwde 1e Princenhage (schepenbank) 20 sept. 1767 Adriana Hendrik van Raack, gedoopt Princenhage 20 juni 1741, begraven aldaar 8 april 1774, dochter van Henricus van Raack en Elisabetha Joannis Lijten, en weduwe van Peter Antonii Dirven; huwde 2e Princenhage (schepenbank, RK) 23 nov. 1777 Maria Oomen, geboren Rijsbergen, begraven Princenhage 14 mei 1782, wsch. dochter van Walterus Adriani Ooms en Jenneken Marynis Geers. Uit het eerste huwelijk: 1. Jan (= Joannes) Lambregts, gedoopt Princenhage 2 juli 1768, wonend op de Beek, ongehuwd aldaar 17 april 1833. 2. Peter, volgt X. 3. Jacoba, gedoopt Princenhage 10 jan. 1773. Uit het tweede huwelijk: 4. Marynus, gedoopt Princenhage 2 febr. 1778. 5. Cornelia Lambregts, gedoopt Princenhage 26 jan. 1780, aldaar 21 maart 1846; huwde Antonius (Antonie) van Dorst, gedoopt Princenhage 9 nov. 1776, landbouwer, aldaar 31 maart 1846, zoon van Joannes Peter van Dorst en Catharina Pauwelse. 6. Georgius, gedoopt Princenhage 22 april 1782. Kinderen van Adriaan Lambregts werden begraven Princenhage 20 sept. 1780, 2 juli 1782 en 26 aug. 1782. X. Peter (= Petrus) Lambregts, gedoopt Princenhage 23 maart 1771, landbouwer, wonend op de Beek, aldaar 20 jan. 1829; huwde Princenhage 3 febr. 1812 Cornelia Bastiaanssen, gedoopt

Princenhage 4 mei 1778, aldaar 3 juni 1818, dochter van Bastiaan Bastiaanssen en Adriana Hermens. 1. Adriaan, volgt XI. XI. Adriaan (= Adrien, Adrianus) Lambregts, geboren Princenhage 12 dec. 1812, landbouwer, wonend op de Beek, Princenhage 13 sept. 1891; huwde Princenhage 25 aug. 1831 Emerentiana Dirven, gedoopt Princenhage 15 dec. 1809, aldaar 13 maart 1895, dochter van Joannes Dirven, landbouwer, en Digna de Vroom. 1. Petrus Lambregts, geboren Princenhage 2 sept. 1832, landbouwer, ongehuwd aldaar 31 jan. 1917. 2. Cornelia Lambregts, geboren Princenhage 7 aug. 1834, aldaar 26 aug. 1834. 3. Johannes Lambregts, geboren Princenhage 25 aug. 1835, aldaar 7 febr. 1838. 4. Anna Cornelia Lambregts, geboren Princenhage 21 sept. 1837, landbouwster, ongehuwd aldaar 27 okt. 1859. 5. Dingena Lambregts, geboren Princenhage 26 okt. 1839, aldaar 25 jan. 1848. 6. Johannes, volgt XII. 7. Maria Lambregts, geboren Princenhage 9 nov. 1844, ongehuwd aldaar 23 maart 1933. 8. Catharina Lambregts, geboren Princenhage 9 april 1847, Etten en Leur 3 dec. 1918; huwde Princenhage 22 jan. 1873 Antonie Luijten, geboren Etten en Leur 6 juni 1840, landbouwer, aldaar 17 okt. 1907, zoon van Cornelis Luijten, landbouwer, en Adriana van de Riet. 9. Gregorius Lambregts, geboren Princenhage 13 jan. 1849, landbouwer, Etten en Leur 25 febr. 1900; huwde Etten en Leur 13 jan. 1876 Maria Catharina Luijten, geboren Etten en Leur 4 juni 1849, aldaar 19 okt. 1897, dochter van Cornelis Luijten, landbouwer, en Adriana van de Riet. Hieruit nageslacht. 10. Dymphna Lambregts, geboren Princenhage 8 april 1851, ongehuwd aldaar 20 sept. 1899. 11. Emerentiana Lambregts, geboren Princenhage 13 aug. 1856, aldaar 15 nov. 1936; huwde Princenhage 1 juni 1881 Lambertus van der Pas, geboren Princenhage 8 febr. 1858, landbouwer, aldaar 28 nov. 1940, zoon van Jacobus van der Pas, landbouwer, en Anna Cornelia Tak. XII. Johannes Lambregts, geboren Princenhage 9 juli 1842, landbouwer, Etten en Leur 15 nov. 1918; huwde 1e Etten en Leur 11 mei 1870 Elisabeth Luijten, geboren Etten en Leur 22 sept. 1842, aldaar 6 dec. 1877, dochter van Cornelis Luijten, landbouwer, en Adriana van de Riet; huwde 2e Etten en Leur 21 aug. 1878 Dingena Bartels, geboren Etten en Leur 25 nov. 1849, aldaar 11 aug. 1916, dochter van Antonie Bartels, landbouwer, en Anna Catharina Oonincx.

Uit het eerste huwelijk: 1. Adriana Marijnta Lambregts, geboren Etten en Leur 1 maart 1871, aldaar 2 aug. 1964; huwde Etten en Leur 1 febr. 1899 Hendrik Boot, geboren Rijsbergen 28 jan. 1860, landbouwer, Etten en Leur 10 dec. 1913, zoon van Cornelis Boot, landbouwer, en Cornelia Verheijen. 2. Adrianus Cornelis, volgt XIII. 3. Cornelis Josephus Lambregts, geboren Etten en Leur 22 maart 1873, aldaar 21 aug. 1873. 4. Maria Cornelia Lambregts, geboren Etten en Leur 30 dec. 1874, Oudenbosch 15 sept. 1952; huwde Etten en Leur 30 okt. 1902 Christiaan Marijnus Kuijstermans, geboren Oudenbosch 10 nov. 1868, landbouwer, aldaar 5 maart 1951, zoon van Christiaan Kuijstermans, landbouwer, en Maria Rommens. 5. Cornelis Antonius Lambregts, geboren Etten en Leur 14 april 1876, aldaar 20 okt. 1876. 6. Cornelis Antonius Lambregts, geboren Etten en Leur 20 okt. 1877, landbouwer, ongehuwd aldaar 28 febr. 1955. Uit het tweede huwelijk: 7. Elisabeth Cornelia Lambregts, geboren Etten en Leur 23 mei 1879, Oudenbosch 5 febr. 1937; huwde Oudenbosch 5 mei 1909 Cornelis Godefridus van de Lindeloof, geboren Oudenbosch 2 mei 1872, landbouwer, aldaar 9 dec. 1953, zoon van Cornelis van de Lindeloof, landbouwer, en Paschasia Buijs. 8. Anna Cornelia Lambregts, geboren Etten en Leur 29 juli 1880, aldaar 19 sept. 1960; huwde Etten en Leur 29 april 1909 Adriaan Otjens, geboren Etten en Leur 17 aug. 1877, landbouwer, aldaar 30 mei 1961, zoon van Adriaan Otjens, landbouwer, en Joanna Dielemans. 9. Antonius Lambregts, geboren Etten en Leur 8 okt. 1881, landbouwer, Rucphen 10 jan. 1965; huwde Etten en Leur 19 mei 1917 Martijna Brouwers, geboren Etten en Leur 25 juni 1888, aldaar 14 juni 1960, dochter van Martinus Brouwers en Anna Cornelia van Oorschot. Hieruit nageslacht. 10. Emerentiana Josephina Lambregts, geboren Etten en Leur 9 maart 1883, Rucphen 26 maart 1968; huwde Etten en Leur 20 juni 1912 Petrus Mulders, geboren Rucphen en Sprundel 11 nov. 1885, landbouwer, Oudenbosch 22 sept. 1971, zoon van Johannes Baptist Mulders, landbouwer, en Johanna Hennekam. 11. Johanna Lambregts, geboren Etten en Leur 19 april 1884, Roosendaal 2 april 1937; huwde 1e Etten en Leur 9 nov. 1905 Jacobus Mulders, geboren Rucphen en Sprundel 4 mei 1878, landbouwer, Roosendaal 15 juni 1920, zoon van Johannes Baptist Mulders, landbouwer, en Johanna Hennekam; huwde 2e Roosendaal 27 jan. 1925 Cornelis van Dongen, geboren Roosendaal 9 jan. 1869, landbouwer, aldaar 18 dec. 1930, zoon van Cornelis van Dongen, arbeider, en Johanna Mens, en weduwnaar van Cornelia van Hees. 12. Petrus Lambregts, geboren Etten en Leur 26 aug. 1885, landbouwer, aldaar 29 sept. 1968; huwde Etten en Leur 8 jan. 1920 Anna Cornelia Boot, geboren Etten en Leur 3 dec. 1889, aldaar 7 nov. 1955, dochter van Adrianus Cornelius Boot, landbouwer, en Adriana Bouwens. Hieruit nageslacht. 13. Dimphena Lambregts, geboren Etten en Leur 28 okt. 1886, aldaar 1 febr. 1888.

14. Catharina Lambregts, geboren Etten en Leur 1 juni 1889, aldaar 29 mei 1959; huwde Etten en Leur 22 mei 1919 Johannes Gerardus van de Riet, geboren Etten en Leur 5 jan. 1888, landbouwer, aldaar 24 april 1965, zoon van Adriaan van de Riet, landbouwer, en Willemijna Coevoets. 15. Johannes Lambregts, geboren Etten en Leur 1 maart 1891, landbouwer, aldaar 18 nov. 1959; huwde Etten en Leur 8 febr. 1923 Adriana Aarts, geboren Etten en Leur 25 juli 1897, Nijmegen 28 febr. 1957, dochter van Joannes Aarts, arbeider, en Maria van den Broek. Hieruit nageslacht. XIII. Adrianus Cornelis Lambregts, geboren Etten en Leur 26 febr. 1872, landbouwer, aldaar 31 jan. 1957; huwde 1e Etten en Leur 22 okt. 1903 Petronella Maria van der Sanden, geboren Etten en Leur 15 febr. 1873, aldaar 14 sept. 1916, dochter van Petrus van der Sanden en Catharina Oonincx; huwde 2e Etten en Leur 24 april 1918 Maria Johanna Dielemans, geboren Rucphen en Sprundel 6 juli 1879, Etten en Leur 14 dec. 1953, dochter van Franciscus Dielemans, landbouwer, en Willemijna van Steen. Uit het eerste huwelijk: 1. Petrus Johannes Lambregts, geboren Etten en Leur 8 april 1906, aldaar 17 febr. 1930. 2. Johannes Cornelis Lambregts, geboren Etten en Leur 29 jan. 1912, aldaar 28 dec. 1912. Uit het tweede huwelijk: 3. Johannes Franciscus Petrus, volgt XIV. 4. Wilhelmina Petronella Jacoba Lambregts, geboren Etten en Leur 12 nov. 1921; huwde Etten en Leur 21 juni 1949 Josephus Jacobus Lambertus Verbaten, geboren Princenhage 8 juli 1916, landbouwer, Bergen op Zoom 6 aug. 1995, zoon van Petrus Jacobus Verbaten en Anna Cornelia van der Pas.

XIV. Johannes Franciscus Petrus Lambregts, geboren Etten en Leur 5 okt. 1919, landbouwer, veehouder, aldaar 27 juni 1989; huwde Etten en Leur 7 jan. 1947 Dymphena Elisabeth Leijten, geboren Terheijden 30 dec. 1917, Etten-Leur 27 aug. 1997, dochter van Antonius Leijten, landbouwer, en Cornelia Segers. 1. Adrianus Antonius Maria Lambregts, geboren Etten en Leur 7 nov. 1947, landbouwer; huwde Oudenbosch 25 sept. 1979 Lamberdina Antonia Cornelia Maria van Poppel, geboren Etten en Leur 12 juli 1954, tuinarchitecte, dochter van Adrianus van Poppel en Petronella Hagens. a. Antonius Johannes Cornelis Maria, geboren Breda 14 mei 1989. b. Petronella Johanna Helena Maria, geboren Breda 25 mei 1994. 2. Antonius Adrianus Maria Lambregts, geboren Etten en Leur 3 febr. 1949, manager

Volkshuisvesting; huwde Rotterdam 14 sept. 1992 Maria Anna Theresia Zimmerman, geboren Rotterdam 29 juli 1957, kunstenares, dochter van Antonius Johannes Gerardus Zimmerman en Anna Maria Smits. a. Timo Roma, geboren Rotterdam 27 jan. 1993. b. Lisa Sonia, geboren Rotterdam 1 april 1996. c. Rhea Yasmin, geboren Rotterdam 1 april 1996. 3. Rumoldus Johannes Adrianus Lambregts, geboren Etten en Leur 19 sept. 1950, grondwerker; huwde Oud- en Nieuw-Gastel 16 aug. 1974 Anna Cornelia Johanna Maria Scheepers, geboren Ouden Nieuw-Gastel 12 dec. 1950, gezinsverzorgster, dochter van Wilhelmus Jacobus Adrianus Scheepers en Elisabeth Maria Dingemans. a. Jan Willem Rumold, geboren Roosendaal 15 mei 1977. b. Adrianus Wilhelmus Franciscus, geboren Roosendaal 7 juli 1979. c. Frederik Adrianus Cornelis, geboren Roosendaal 28 april 1981. 4. Maria Cornelia Johanna Lambregts, geboren Etten en Leur 19 sept. 1950, personeelsconsulente; huwde 1e Etten-Leur 10 nov. 1971 Cornelis Theodorus Maria Maas, geboren Etten en Leur 6 aug. 1946, journalist; huwde 2e Breda 25 april 1991 Petrus Joannes Keesom, geboren Rotterdam 16 jan. 1932, fotograaf, zoon van Willem Antonius Keesom en Christina Maria de Jong. 5. Cornelia Wilhelmina Maria Lambregts, geboren Etten en Leur 15 nov. 1953, doktersassistente; huwde Etten-Leur 22 aug. 1973 Jacobus Adrianus Maria van Loenhout, geboren Wouw 18 nov. 1950, hovenier, zoon van Cornelis Johannes van Loenhout en Johanna Maria van Tilburg. 6. Johannes Adrianus Maria Lambregts, geboren Breda 14 dec. 1955, verpleegkundige/adviseur; partner (geregistreerd Amsterdam 11 febr. 2000) van Frank Oscar van Veen, geboren Rotterdam 6 mei 1960, beleggingsadviseur, zoon van Nijsbert van Veen en Jaantje Timmers. Bronvermeldingen Vestprotokollen van Princenhage 1. Stadsarchief Breda, archief schepenbank Breda, nr. 710, fol. 183vso 2. Ibidem, nr. 711, fol. 126vso 3. Ibidem, nr. 711, fol. 158-158vso 4. Ibidem, nr. 711, fol. 158vso-159 5. Ibidem, nr. 715, fol. 86-86vso 6. Ibidem, nr. 715, fol. 105 7. Ibidem, nr. 715, fol. 175 8. Ibidem, nr. 715, fol. 253 9. Ibidem, nr. 715, fol. 156 10. Ibidem, nr. 715, fol. 16vso-17 11. Ibidem, nr. 715, fol. 17 12. Ibidem, nr. 715, fol. 122 13. Ibidem, nr. 716, fol. 92 14. Ibidem, nr. 716, fol. 92-92vso 15. Ibidem, nr. 715, fol. 156 16. Ibidem, nr. 718, fol. 180vso-181 17. Ibidem, nr. 718, fol. 150-150vso 18. Ibidem, nr. 718, fol. 150vso-151 19. Ibidem, nr. 718, fol. 151-151vso 20. Ibidem, nr. 719, fol. 9-9vso 21. Ibidem, nr. 719, fol. 9vso-10 22. Ibidem, nr. 718, fol. 219vso-220

23. Ibidem, nr. 718, fol. 220 24. Ibidem, nr. 718, fol. 150-150vso 25. Ibidem, nr. 718, fol. 180vso-181 26. Ibidem, nr. 718, fol. 182vso-183 27. Ibidem, nr. 719, fol. 9-9vso Vestprotokollen van Breda 28. Stadsarchief Breda, archief schepenbank Breda, nr. 504, fol. 127 Voogdijrekeningen van Princenhage 29. Stadsarchief Breda, archief schepenbank Princenhage, nr. 68/31 30. Ibidem, nr. 68/31 Benoemingsakten van schepenen van Princenhage 31. Stadsarchief Breda, archief dorpsbestuur Princenhage, nr. 542 Bijgewerkt t/m november 2007