Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE



Vergelijkbare documenten
Zantingh Total Eco rookgascondensor. Minimale investering, maximaal rendement.

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

GEBRUIKERSHANDLEIDING

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

Nefit Economy cv-boilers

Showersave QB1-21 QB1-16 QB1-12. Installatiehandleiding

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op we

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

----BBK KETEL ONDERHOUDS,- EN BEDIENINGSVOORSCHRIFT----

AANSLUITSCHEMA BUFFERVAT - VOOR CV HOUTKACHELS MET BUFFERVAT Aansluitschema voor de aansluiting van een CV houtkachel op een buffervat

Augustus 2013 Pagina 1

MONTAGE EN GEBRUIKSVOORSCHRIFT ZANTINGH ROOKGASCONDENSOR ZRC

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS

Installatievoorschriften. Bel-Ro-combi CLV systeem

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

CV module Plus Installatievoorschriften

Gebruikershandleiding Woonhuisventilator MVS type: MVS-10P

Showersave. QB1-21D (dubbele douchepijp wtw) Installatiehandleiding

AANSLUITSCHEMA 1 - VOOR CV HOUTKACHELS Aansluitschema voor de aansluiting van een CV houtkachel op een bestaand cv systeem

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

Electrische Boiler. Installatie, gebruik en onderhoud TNC 10 TNC 15 TNC 30 TNC 50 TNC 80 TNC 80 H TNC 100 TNC 100 H TNC 150 TNC 150 H

Woonhuisventilator type: Compact-10P

Showersave. QB1-21D QB1-21D-HE (High Efficient) (dubbele douchepijp wtw) Installatiehandleiding

Showersave QB1-21C. Installatiehandleiding

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Gebruikershandleiding Woonhuisventilator MVS

Gebruik en functies van de 6 wegklep voor filtersets FS350- FS400- FS450- FS500- FS650

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

Algemene handleiding. - Montage handleiding - Gebruikers handboek - Garantie bepaling

Woonhuisventilator type: Compact-8/14p

KICKSPACE 500, 600 & 800.

Gebruikers- en montagehandleiding Pijpdakventilator MPV

Indirecte warmwaterbereider. Modellen: CP- B25 CP- B200

Quick Guide Artel Mono Block schema 1

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

Installatievoorschriften. CRB systeem

CO2 DOSEERINSTALLATIE MONTAGE

Cascade-opstelling Nefit EcomLine HR pakket L2A. Lijnopstelling

Nederlands 11/10/06 GSR 330 N. Gasketel 30 C. Gebruiksaanwijzing.

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

Gebruikers- en montagehandleiding Pijpdakventilator MPV

/2000 NL Voor de vakman. Montagevoorschrift. Snelmontagesysteem voor verwarmingskring Logano G115. Zorgvuldig lezen vóór de montage

Inbedrijfstelling van de installatie

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

vanderbeyl IGB-200S, IGB-300S, IGB-500S Installatie- en montagehandleiding

Flamco. Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2. Installatie- en bedieningsvoorschrift. 2002, Flamco

GEBRUIKSAANWIJZING 1/8 LUCHTGORDIJN ECONOMIC B

Alfamix (wasmachines) Handleiding

Handleiding AZEZ. Type Eenheid

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

EcoAir 60. Gebruiksaanwijzing


DROOGPLATEAU. Handleiding

ALGEMENE VOORSCHRIFTEN VOOR BEDIENING EN ONDERHOUD VAN HOROS LUCHTBEHANDELINGSAPPARATEN

GROHE MINTA TOUCH. installatie instructie

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen

Reparatievoorschriften Demonteren van het CF500 besturingsventiel

LAADZUIL ELEKTRISCHE. MONTAGE EN GEBRUIK. Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met passysteem LAADPAS LAADPAS

VIESMANN. Montageaanwijzing VITOROND 200. voor de vakman. Vitorond 200 Type VD2A, 125tot270kW Verwarmingsketel op olie of gas

Installatievoorschriften

Gebruiksaanwijzing HEETWATERAPPARAAT

1. Installatie van de e-thermostaat Installatie van de hub 8

Golfplatendak montage

Flamco. Flamcovent. Montage- en bedieningshandleiding. Flamcovent microbellen luchtafscheiders /A/2002, Flamco

Installatie & Onderhoudsinstructies

Nederlands. Montage zie blz. 33. Veiligheidsinstructies. Symboolbeschrijving Gebruik geen zuurhoudende silicone! Safety Function (zie blz.

Product informatie 3. Technische specificaties 4. Installatie / onderhoud 5. Thermometer BKM waterkoeler 6. Aansluitschema thermometer 7

Nederland nl. Installatievoorschriften Remeha voorraadvat HWST-A 300. prof.remeha.nl

Hotto boilerkraan plaatsen

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B

Installatiehandleiding Scale Control. Lees voor het installeren eerst deze handleiding

Composiet verdeler met pompgroep

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel

4 INSTALLATIE. 4.1 Inbouwmaten Toestel met leidingen naar onderen aangesloten: Brink Climate Systems BV 10. Toestel + montagebeugel

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

*HEUXLNVDDQZLM]LQJ. :LQWHUKDOWHU*DVWURQRP*PE+ 3RVWIDFK '0HFNHQEHXUHQ 7HOHIRRQ 7HOHID[ LQIR#ZLQWHUKDOWHUGH /99

Bedrijfsvoorschriften

Handleiding. Easy Clean Cleanflows serie SECE,

the lighting company Onderhoudsprotocol LED december

CEEPEE 15 K / G / M. Montagevoorschrift condenswaterpomp

Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie

Gebruiksaanwijzing HEETWATERAPPARAAT HEETWATERAPPARAAT HWA 20

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp

APPENDAGES. Safety Valves. - ½ x ½. Safety by PenTec APPENDAGES

HANDLEIDING HYDRO DISPLAY BEDIENEN (NEDERLANDS)

Installatiehandleiding. Pannendak montage SUNKIT ZONNESTROOMSYSTEEM VOOR MONTAGE OP PANNENDAK SUNKIT. Zonnestroomsysteem

: Straat : Postcode / plaats : Nederland. Order nummer : Project naam : Adres : Installatie instructies Flexxobag (mestzak)

Prijslijst houtkachels 8/2014 Introductie prijzen geldig tot 30/11/2014

Itho Daalderop Zonneboilers en zonnecollectoren. product-

Transcriptie:

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage condensaat afvoer 2.7 Montage waterzijdig 2.8 Beveiligingen 2.8.1 Beveiliging tegen oververhitting 2.8.2 Beveiliging tegen vervuiling 2.8.3 Beveiliging tegen overdruk IN BEDRIJFSTELLING 3.1 Inschakelen 3.2 Uitschakelen STORINGEN 4.1 Algemeen 4.2 Storingsmeldingen ONDERHOUD 5.1 Algemeen 5.2 Reinigen 5.3 Controle beveiligingen 1

WERKING Algemeen De rookgascondensor wordt achter een gasgestookte ketel gemonteerd. Alle rookgassen worden door de condensor geleid waarin ze gekoeld worden. Bij de koeling komt warmte vrij waarmee water kan worden verwarmd. De rookgascondensor wordt voor het afleveren getest op dichtheid met koud water Werking De rookgassen worden via het omloopkanaal door de rookgascondensor gestuurd. De branderventilator moet de daarbij optredende drukverliezen overwinnen. De ventilatorcapaciteit is dan ook van belang voor de keuze van de rookgascondensor. De optredende drukval in de condensor wordt beveiligd met een drukschakelaar. De circulatiepomp zorgt voor het watertransport door de condensor. Bij onvoldoende watertransport kan oververhitting optreden. De temperatuur wordt beveiligd met een maximaal thermostaat. De beveiligingen zijn opgenomen in het startvoorwaardecircuit van de brander. Waterzijdig wordt een overstortventiel op de condensor gemonteerd om overdruk te begrenzen. De rookgascondensor heeft geen bewegende delen. De rookgascondensor is een gesloten apparaat dat gaszijdig voorzien is van een luik voor inspectie en reiniging. Voor een goede werking moet de voorgeschreven hoeveelheid water gebruikt worden. De flenzen op de waterbakken zijn op deze hoeveelheid aangepast. INSTALLATIE 2.1 Aflevering De rookgascondensor wordt standaard geleverd met een rookgas-inteekanaal, contraflens en een vuilvangvat met sifon voor de afvoer van het condensaat. Verder kunnen als toebehoren geleverd worden: Schoorsteen Dakdoorvoer Beveiligingapparatuur 2.2 Voorschriften Het installeren dient te geschieden door een erkende verwarmingsinstallateur overeenkomstig het geldende VISA voorschrift DEEL B-6 en DEEL E november 1989. Het elektrische installatievoorschrift is NEN 1010. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met plaatselijke bepalingen. De condenswaterafvoer en de rookgasafvoer moeten tevens voldoen aan wat is bepaald in NEN 3028. 2

2.3 Opstelling De condensor dient zo opgesteld te worden dat de bereikbaarheid voor inspectie en onderhoud goed is. De vrije ruimte aan de bedienings- en inspectiezijde is tenminste 80 cm. De contraflens moet horizontaal op de warmtewisselaar worden gelast. Het inlaatkanaal moet op exact gelijke hoogte gebracht worden met de contraflens. De condensor is een zelfdragende constructie. Hierdoor is het mogelijk de condensor met een heftruck of kraan te verplaatsen. Als er voldoende montageruimte is, dan kan de condensor met een heftruck op hoogte worden gebracht. 2.4 Montagebeveiligingen Monteer de eindschakelaar(s), drukschakelaar, thermostaat, overstortventiel en thermometers op de aangegeven plaatsen. 2.5 Montage rookgasafvoer - Montage verloopstuk: Het verloop moet zo geplaatst worden dat de schoorsteen midden boven de warmtewisselaar staat. De boutgaten zijn zo aangebracht dat montage maar in één stand mogelijk is. Voorzie de flens van het verloopstuk van een rups siliconenkit (binnen de boutgaten), plaats het verloopstuk op de condensor en monteer de bouten. - Montage schoorsteen: Plaats de schoorsteen zo dat de rookgasthermometer afleesbaar is ( bij voorkeur aan de zijden waar de wateraansluiting zit) en dat de eventuele CO2-aansluiting aan de gewenste kant zit. Monteer de meegeleverde tuiband op de gewenste hoogte en monteer bovendaks of onderdaks de benodigde tuidraden of stangen. - Montage dakdoorvoer: Monteer de dakdoorvoer met de regenrand. De verbinding tussen dak, dakdoorvoer, tuien, schoorsteen en regenrand afkitten met siliconenkit. Bij een golfplatendak de bovenzijde van de dakplaat inknippen en vouwen volgende het golfpatroon en met popnagels vastzetten. - Voorschriften: De schoorsteenlengte hangt af van de plaatselijke voorschriften. 3

2.6 Montage condensaatafvoer Voor de afvoer van het condensaat wordt een sifon meegeleverd. Schroef de gietijzeren koppeling (2 ) in de sok (2 ) op de bodem van de condensor. Draai de meegeleverde pijpnippel (2 ) in de koppeling. Verleng de pijpnippel met een stuk meegeleverde slang zodat de slang in de sifonbak terecht komt. Zet de sifonbak precies in het midden van de rookgascondensor. Sluit de condensaatafvoer aan. Schuif een PVC sok van 40 mm. over de afvoer en sluit de afvoerleiding aan. 2.7 Montage waterzijdig Zorg voor een deugdelijke aansluiting van het overstortventiel op het riool of de condensaatafvoer via een open verbinding. Sluit het leidingwerk aan op de condensor, waarbij de moer aan de condensorzijde bevestigd wordt. De condensor dient waterzijdig zo aangesloten te worden dat er altijd overdruk is in de condensorinstallatie. De zuigzijde van de pomp mag dus niet direct op de condensor aangesloten worden tenzij de minimum overdruk in de installatie hoger dan 1.5 bar is. 2.8 Beveiligingen De condensor moet beveiligd worden volgens de VISA eisen Deel B-6. De werking van de beveiliging is in hoofdstuk 2 beschreven. 2.8.1 Beveiliging tegen oververhitting Met een maximaal thermostaat wordt de installatie beveiligd tegen oververhitting. Oververhitting treedt op bij pompstoring en onvoldoende stroming door de condensor. 2.8.2 Beveiliging tegen vervuiling Het is mogelijk dat de rookgaszijdige weerstand van de condensor sterk toeneemt door vervuiling. Door te hoge weerstand wordt de werking van de brander beïnvloed. De weerstand wordt beveiligd door een maximumdrukschakelaar. De schakelaar moet 100 Pa. boven de maximale werkdruk ingesteld worden. 2.8.3 Overdruk De condensor moet voorzien worden van een overstortventiel afgesteld op 3 bar (maximum werkdruk is 3 bar). De benodigde capaciteit hangt af van het vermogen van de condensor. 4

IN BEDRIJFSTELLING 3.1 Inschakelen van de installatie Voor het inschakelen van de installatie moet gecontroleerd worden: 1. Is de installatie met water gevuld? 2. Is de installatie ontlucht? 3. Functioneren de druk- en temperatuurbeveiliging? 4. Is de vuilvangput gevuld met water? 5. Is er waterzijdig stroming door de condensor en staan de afsluiters in de goede stand? Bij elektrische stroring van de beveiliging(en) de storing opheffen en resetten. Meet de gaszijdige druk ter plaatse van de maximumdruk schakelaar en stel de drukschakelaar in op de gemeten druk van + 100 Pa. 3.2 Uitschakelen van de installatie De rookgascondensor maakt deel uit van de rookgasafvoer en mag niet buiten bedrijf worden gesteld. (Dit kan wel door de hele installatie uit te zetten). STORINGEN 4.1 Algemeen Optredende storingen zijn zichtbaar op het beveiligingspaneel. Er branden één of meerdere rode lamp(en). Na het oplossen van de storingsoorzaak en het indrukken van de resetknop is de installatie weer gereed voor bedrijf. 4.2 Storingsmeldingen Storing Mogelijke oorzaak Actie T-max Pompstoring Opheffen Wateraansluitingen dicht Openen Bypassafsluiters (watercircuit) open Sluiten Thermostaat defect Vervangen Draadbreuk of los contact Opnieuw monteren Thermostaat te laag ingesteld Stand wijzigen P-max Warmtewisselaar vervuild Reinigen Drukschakelaar defect Vervangen Water in drukschakelaar Montagestand wijzigen Draadbreuk of los contact Opnieuw monteren Drukschakelaar te laag ingesteld Stand wijzigen ES Eindschakelaar defect Vervangen Draadbreuk of los contact Opnieuw monteren Condensaat schoonmaken Te veel vuil in vuilvangvat via inspectieluik condensor reinigen Inspectie Afvoer verstopt via inspectieluik condensor reinigen 5

ONDERHOUD 5.1 Algemeen Door de zelfreinigende werking van het neervallend condensaat treedt weinig vervuiling op. Een groot gedeelte van de rookgascondensor bestaat uit cortenstaal. Tijdens bedrijf ontstaat een beperkte hoeveelheid ijzeroxiden die op de bodem van de condensor vallen en gedeeltelijk afgevoerd worden naar de vuilvangvat. 5.2 Reinigen Het vuilvangvat moet regelmatig (ca. 4 keer per jaar) geleegd worden. De op de bodem van de condensor liggende oxiden en vuil moet één keer per jaar verwijderd worden. Als de warmtewisselaar vervuild is dan moet die gereinigd worden. De mate van vervuiling kan bepaald worden uit de toename van de weerstand. De condensor is daarom voorzien van een inspectieluik dat eenvoudig gemonteerd en gedemonteerd kan worden. 5.3 Controle beveiligingen Tenminste één keer per jaar moeten de beveiligingen getest worden, zo mogelijk in combinatie met het onderhoud van de brander. 6