1 Totale waarde van de in de handel gebrachte productie van de PO/UPO (EUR) = Xb



Vergelijkbare documenten
4. Indiening van de gegevens voor berekening van de indicatoren

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012

NL BIJLAGE " BIJLAGE I

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1, en 2, a), en artikel 29, 1, 1 ;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds artikelen 13, eerste lid, onderdeel b, 15 en 19, eerste lid, van de Landbouwwet;

6r/ - '. C~~ Circulaire. Handleiding (inclusief bijlage) 17 augustus Geachte heer, mevrouw,

B1 Het operationele programma slechts gedeeltelijk uit te voeren

(2) De uitvoeringsbepalingen inzake nationale financiële bijstand in de sector groenten en fruit moeten worden bijgewerkt.

Informatieblad. Wat betekent GMO voor telers Erkenning als producentenorganisatie Overzicht van de belangrijkste criteria

ANNEX BIJLAGE. bij de. Verordening van de Commissie

Publicatieblad van de Europese Unie L 160/71

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Nationale Strategie voor toepassing van de Gemeenschappelijke Marktordening voor groenten en fruit in Nederland

HANDLEIDING BIJ DE INDIENING 2014

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

02017R0891 NL

Registratie-Verlengingsformulier

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nationale Strategie voor toepassing van de Gemeenschappelijke Marktordening voor groenten en fruit in Nederland. Periode

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1369 VAN DE COMMISSIE

Ondersteuning van de brede weersverzekering: STEUNVERLENINGSLOGICA EN DE BIJDRAGE TOT DE AANDACHTSGEBIEDEN EN HORIZONTALE DOELSTELLINGEN

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector

(Voor de EER relevante tekst) (3) Verordening (EG) nr. 1221/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

EUROPEES PARLEMENT. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

RICHTSNOEREN VOOR TESTS, DOORLICHTINGEN OF EXERCITIES DIE KUNNEN LEIDEN TOT STEUNMAATREGELEN EBA/GL/2014/ september 2014

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

LEIDRAADNOTA INKOMSTEN DOELSTELLING 2013 januari 2012 LEIDRAADNOTA INKOMSTEN

Copro 16105C. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Mededeling GMO Groenten en fruit : WAP 2014 bijlage III

RICHTSNOEREN BETREFFENDE BEROEPSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING UIT HOOFDE VAN PSD2 EBA/GL/2017/08 12/09/2015. Richtsnoeren

Ondersteuning van de brede weersverzekering:

Regeling model rapportageformulier Besluit glastuinbouw

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Impact vernieuwde GLB voor de sierteelt

Broeikaseffect van tuinbouwproducten

Werkinstructie voor het invullen van de detailstaat betalingen/ afschrijvingen kwartaal- en jaardeclaratie 2011 versie april 2011

MEER INZICHT BETER RESULTAAT

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds artikelen 13, eerste lid, onderdeel b, 15, en 19, eerste lid, van de Landbouwwet;

I. Sinds augustus 2014 Rusland de invoer van groenten en fruit vanuit Europa boycot;

Richtsnoeren. Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD ESMA/2013/611

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toelichting Aanvraag subsidie Marktintroductie energie-innovaties

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

Mechanische bestrijdingsmethoden in de landbouw per gewas,

VERORDENINGEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Bijlage 6 Model voor de rapportage, behorend bij artikel Jaarlijks voor 1 mei inleveren, lees voor invullen eerst de toelichting.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Regeling model rapportageformulier Besluit glastuinbouw

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Ontwerp. VERORDENING (EG) Nr. /2008 VAN DE COMMISSIE

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het voorstel van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing vzw, gedaan op 23 juni 2017;

7482/1/19 REV 1 dep/sv 1 LIFE.1

Paarden 6 mnd., kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal

JC May Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

Publicatieblad van de Europese Unie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. / VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE

Uitrijden effluent binnen MAP 5

GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER

REGLEMENT SUIKERSYSTEEM. van Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. gevestigd te Breda

Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft. (ter consultatie)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS

Uitrijden effluent binnen MAP 5

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 151/9

Richtsnoeren EBA/GL/2018/01 16/01/2018. Bijlage Circulaire NBB_2018_07

Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw. Toelichting landbouwers en land- en tuinbouwscholen

CONTROLEDIENST VOOR DE ZIEKENFONDSEN

(Voor de EER relevante tekst)

Besluit van 21 maart 1997 betreffende toegang van het publiek tot documenten van het Europees Milieuagentschap (97/C 282/04)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EG) Nr. /2005 VAN DE COMMISSIE

Uitrijden effluent binnen MAP 5

De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 1 mei 2006 tegemoet.

VOORBEELD LOGBOEK. Voorbeeld logboek versie 2.1 1

De economische kansen van de glastuinbouw Workshop - G. Datum 05 april 2011

Rapport 16 oktober 2014

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

AANVRAAGFORMULIER VOOR DOOR DE EU GECOFINANCIERDE AFZETBEVORDERINGSPROGRAMMA'S 1 2

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

BIJLAGE BIJ EASA-ADVIES NR. 06/2012. VERORDENING (EU) nr.../.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

1. Energieverbruik op uw bedrijf

Doelstelling scope 2: IDDS wil in 2020 ten opzichte van %

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/699 VAN DE COMMISSIE

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Vergroeningseisen. Agenda. Aan vergroeningseisen voldoen voor uitbetaling Basispremie Vergroeningspremie

Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2147(INI) Ontwerpadvies Julia Pitera (PE v02-00)

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie:

Bijlage b) 2012 Definities prestatie-indicatoren Bijlage VI Definities van de uitgangssituatie-indicatoren Algemeen De uitgangssituatie-indicatoren worden normaliter berekend als een gemiddelde over de drie aan het nieuw te starten operationeel programma voorafgaande jaren. Stel dat een producentenorganisatie in 2009 begonnen is aan een nieuw operationeel programma van drie jaar, dan dienen de uitgangssituatie-indicatoren gebaseerd te zijn op de jaren 2006, 2007 en 2008. Indien geen gegevens beschikbaar zijn, moeten zij worden berekend aan de hand van gegevens over ten minste één jaar (2008). Producentenorganisaties (PO s) moeten in ieder geval de uitgangssituatie-indicatoren melden die relevant zijn voor de maatregelen die in het kader van het operationele programma (alle operationele jaarplannen) door de betrokken organisatie zijn geselecteerd. De relevantie wordt bepaald op basis van de logische koppelingen tussen de onderscheidene maatregelen en mogelijke specifieke dan wel algemene doelen van de operationele programma s, zoals uitgewerkt in schema 7.1 op pag. 27 van de Handleiding bij de indiening 2012. Voor onderstaande indicatoren geldt dat alleen die producten worden meegeteld (a) die door de PO/UPO in de handel worden gebracht, (b) waarvoor de PO/UPO wordt erkend, en (c) die worden geproduceerd door de eigen leden van PO/UPO. N.B. 1 Onderstaande uitgangssituatie indicatoren zijn op onderdelen gewijzigd ten opzichte van de uitgangssituatie-indicatoren die opgenomen zijn in bijlage VI op pag. 41 van de Handleiding bij de indiening 2012. Voor de indicatoren 1 t/m 15, 17, 18 en 20 betreft dit geen inhoudelijke wijzigingen. Indicator 19 vervalt. Aan de indicatoren 16, 21 en 22 is een nadere invulling gegeven. N.B. 2 Tenzij anders aangegeven (indicator 20) hebben de uitgangssituatie-indicatoren betrekking op de uitgangssituatie van in het operationeel programma uitgevoerde acties op PO niveau. Dus van alle (lid)bedrijven en niet alleen van de aan de acties deelnemende (lid)bedrijven. b verwijst naar de periode (3 jaren, in voorkomende gevallen het laatste jaar) voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (uitgangssituatie). 1 Totale waarde van de in de handel gebrachte productie van de PO/UPO (EUR) = Xb Xb = Het gemiddelde van de waarde van de in de handel gebrachte productie in EUR over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar) (b). 2 Aantal groente- en fruitproducenten dat actief lid ( 1 ) is van de PO/UPO (aantal) = Lb Lb = Het gemiddelde van het aantal leden van de producentenorganisatie over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar) (b). 3 Totaal groente- en fruitteeltareaal van de leden van de PO/UPO (ha) = Ab Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 1 van 20

Ab = Het gemiddelde van het totaal groente- en fruitareaal van de leden van de producentenorganisatie in ha over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar) (b). 4 Hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie die voldoet aan de voorschriften van een specifieke kwaliteitsregeling ( 2 ), naar de voornaamste types kwaliteitsregeling (ton) = Qb Qb = Het gemiddelde van de hoeveelheid in de handel gebrachte productie in ton die voldoet aan de voorschriften van een specifieke kwaliteitsregeling over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar) (b). In voetnoot 2 wordt het begrip voorschriften van een specifieke kwaliteitsregeling nader gespecificeerd. Als voorbeeld kan dienen de in de handel gebrachte productie van door Skal gecertificeerde biologisch telende bedrijven, of van alle deelnemers aan GlobalGAP en/of Milieukeur. 5 Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie van de PO/UPO (ton) = Vb Vb = Het gemiddelde van de hoeveelheid in de handel gebrachte productie in ton over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar) (b). Voor zover de hoeveelheid in ton niet bekend is, wordt een omrekeningsfactor gehanteerd. Keukenkruiden worden hierbij uitgezonderd en niet meegerekend. 6 Hoeveelheid van de productie die tegen minder dan 80% van de gemiddelde, door de PO/UPO ontvangen prijs in de handel is gebracht (ton) Deze indicator is per OJ 2012 vervallen. De indicator hoeft niet meer te worden ingediend. 7 Totale waarde van de in de handel gebrachte productie / Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie (EUR/kg). Rb = Xb / (Vb * 1000) Rb = De gemiddelde waarde van de in de handel gebrachte productie in Eur per kg van de in de handel gebrachte productie wordt berekend als Xb (EUR) / (Vb (ton) * 1000). Xb = Totale waarde van de in de handel gebrachte productie in EUR bij aanvang van het operationeel programma (b). Komt overeen met de waarde van indicator 1 in deze bijlage. Vb = Totale hoeveelheid van in de handel gebrachte productie in ton bij aanvang van het operationeel programma (b). Komt overeen met de waarde van indicator 5 in deze bijlage. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 2 van 20

8 Aantal mensen dat de afgelopen drie jaar alle opleidingsactiviteiten / het volledige opleidingsprogramma heeft gevolgd (aantal) = Ob Ob wordt berekend als het gemiddelde aantal mensen dat de opleidingsactiviteiten volledig heeft gevolgd over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar) (b). Het betreft de deelnemers aan opleidingen die in het operationeel programma zijn opgenomen. 9 Aantal bij een PO/UPO aangesloten bedrijven dat gebruik maakt van adviesdiensten (aantal) = Db Db wordt berekend als het gemiddelde aantal bij de PO/UPO aangesloten bedrijven dat gebruik maakt van adviesdiensten over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar) (b). Het betreft de bedrijven die gebruik maken van adviesdiensten die in het operationeel programma zijn opgenomen. 10 Fruit- en groenteareaal dat met bodemerosie wordt bedreigd ( 3 ), waarvoor erosiebestrijdingmaatregelen worden genomen (ha) Het areaal in ha dat bij de start van het operationeel programma onder de Verordening PT bestrijding erosie Zuid Limburg 2009 valt. 11 Fruit- en groenteareaal met verlaagd gebruik of beter beheer van meststoffen (ha) In het geval van meststoffen zijn de bepalingen van het Besluit Glastuinbouw Milieubeheer, het Besluit Landbouw Milieubeheer of het Landbouw Activiteiten Besluit van toepassing. Voor de glastuinbouw worden emissienormen van kracht en voor de vollegrondsteelten gelden gebruiksnormen. Als indicator dient de PO/UPO het gehele areaal in ha bij de start van het operationeel programma op te geven, daar het gehele areaal valt onder de wettelijke normen, die als doel hebben de belasting van het milieu met mineralen uit meststoffen te reduceren. 12 Fruit- en groenteareaal met waterbesparingsmaatregelen (ha) In het geval van waterbesparing geldt voor de substraatteelt in de glastuinbouw, dat recirculeren en opvang van regenwater in bassins wettelijk verplicht zijn (Besluit Glastuinbouw). Voor teelten in de grond onder glas gelden soms andere verplichtingen ter vervanging van de recirculatieverplichting (watergeven/bemesten naar behoefte d.m.v. DAC systeem of fertigatie). Het gehele areaal teelt onder glas in ha bij de start van het operationeel programma, dient dan ook door de PO/UPO bij deze indicator te worden opgegeven. Voor vollegrondsteelten kunnen beperkende maatregelen gelden voor gebruik van grondof oppervlaktewater, tijdstip, duur en hoeveelheid van beregenen. De beperkingen zijn soms alleen van kracht bij langdurige droogte. De regelgeving en afkondiging van beperkingen vallen onder verantwoordelijkheid van de provincies of waterschappen. De PO/UPO dient bij de leden na te gaan of zij met deze beperkingen te maken hebben. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 3 van 20

13 Areaal met biologische groente- en/of fruitproductie (ha) = Yb Yb betreft het areaal in ha van gecertificeerde biologische teeltbedrijven bij de start van het operationeel programma (b). Biologische teelt is gedefinieerd in Verordeningen (EG) nr. 834/2007 (Raad) en nr. 889/2008 (Commissie). In Nederland houdt de Stichting Skal door middel van inspectie en certificatie toezicht op de biologische productie. 14 Areaal met geïntegreerde groente- en/of fruitproductie (ha) = Ib Ib betreft het areaal in ha van gecertificeerde geïntegreerde teeltbedrijven bij de start van het operationeel programma (b) Geïntegreerde teelt = geïntegreerde gewasbescherming: gedefinieerd in Richtlijn 91/414/EEG, artikel 2, lid 13. De afdeling Regelingen van het Productschap Tuinbouw gaat ervan uit dat bedrijven die voldoen aan GlobalGAP normen of Milieukeur normen vallen onder de definitie van geïntegreerde teelt. 15 Areaal waarop andere acties ter bescherming van habitat en biodiversiteit worden toegepast (ha) Het betreft het areaal in ha dat bij de start van het operationeel programma onder de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), Natura 2000 etc. valt De PO/UPO dient bij de leden na te vragen welk deel van hun bedrijf onder een dergelijke regeling valt. 16 Geraamd jaarlijks energieverbruik voor kasverwarming, per energiebron (ton/liter/m 3 /kwh per ton in de handel gebrachte productie) = (Eg / Vg)b Het PT heeft besloten deze indicator van toepassing te verklaren op energie-intensieve teeltbedrijven in de glasgroenteteelt, champignonteelt en witloftrek. (Eg / Vg)b = Geraamd totaal energieverbruik voor energie-intensieve teelten, in normaal m3 (Nm3) aardgasequivalent per ton in de handel gebrachte productie bij aanvang van het operationeel programma (b). (Eg / Vg)b = (Eg)b / (Vg)b (Eg)b = Geraamd totaal energieverbruik voor energie-intensieve teelten, in Nm3 aardgasequivalent bij aanvang van het operationeel programma (b). (Vg)b = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton uit energie-intensieve teelten bij aanvang van het operationeel programma (b) De indicator wordt berekend op basis van het gemiddelde van het totale jaarlijks energieverbruik van het betrokken gewas over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar). Deze indicator mag worden geraamd op basis van de kengetallen per ha voor energieverbruik per gewas uit de Kwantitatieve Informatie voor de Glastuinbouw (KWIN 2010 en KWIN 2008). Voor elk betrokken jaar wordt het energieverbruik per betrokken gewas als volgt berekend: Areaal PO/UPO * energieverbruik per ha KWIN. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 4 van 20

Vervolgens wordt het totale energieverbruik voor alle betrokken gewassen over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar) berekend (= (Eg)b in Nm3 aardgasequivalent). Daarnaast wordt de in de handel gebrachte productie (in ton) voor elk van de betrokken gewassen over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma vastgesteld en getotaliseerd (= (Vg)b in ton) (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar). De indicator (Eg/Vg)b is de uitkomst van (Eg)b / (Vg)b (in Nm3 aardgasequivalent per ton productie). Indien de PO/UPO beschikt over cijfers met betrekking tot het energieverbruik per gewas per ha uit de UMR of het CO2 sectorsysteem mogen deze eveneens gebruikt worden ter bepaling van (Eg/Vg)b. Voor cijfers in andere energie eenheden wordt een omrekeningsfactor gehanteerd. Deze indicator heeft betrekking op de maatregelen 7 Milieuacties en 8 Andere acties en wordt vergeleken bij de resultaat- en impactindicatoren. Opmerking: Het PT berekent deze indicator aan de hand van kengetallen, de door de PO op te geven arealen per gewasgroep en de door de PO/UPO op te geven totale hoeveelheid in de handel gebrachte productie voor de betrokken gewasgroepen. Zie bijlage Excel format Indicatoren 2009-2011 tabel 3 Energie-intensieve teelten). 17 Geraamd jaarlijks energieverbruik voor intern vervoer ( 4 ), per energiebron (liter/m 3 /kwh per ton in de handel gebrachte productie) Het gemiddelde van het jaarlijks energieverbruik voor intern vervoer van de producentenorganisatie per ton in de handel gebrachte productie over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar). Indien van toepassing kan deze indicator worden geraamd door het volgende per teler in kaart te brengen: Afstand in kilometer van het bedrijf tot de centrale locatie * 2 * aantal aanvoermomenten per jaar * brandstofverbruik per kilometer Telers die rechtstreeks aan een afnemer leveren, kunnen buiten beschouwing worden gelaten. 18 N.v.t. Door PT toegevoegde indicatoren In tabel 5 Gemeenschappelijke uitgangssituatie-indicatoren van bijlage VIII van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn voor een aantal vermelde algemene en specifieke doelstellingen nog geen indicatoren benoemd (bijv. voor de algemene doelstelling Behoud en bescherming van het milieu). Voor deze doelstellingen zijn wel indicatoren gespecificeerd in schema 7 Interventielogica op pag. 27 van de Handleiding bij de indiening 2012 ( en in de gemeenschappelijke resultaat- en impactindicatoren van bijlage VIII van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, respectievelijk tabel 3 en 4). Zoals eerder aangegeven in paragraaf 3.3 en 7.1 van de Handleiding bij de indiening 2012 dient bij de beoordeling van veranderingen in resultaten en impact als referentie de uitgangssituatie genomen te worden. Om deze reden heeft het PT besloten om een viertal indicatoren uit de gemeenschappelijke resultaat- en impactindicatoren toe te voegen aan de uitgangssituatieindicatoren die door de producentenorganisaties dienen te worden ingediend. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 5 van 20

19 Aantal nieuwe technieken, procedés en/of producten = Tb De waarde voor deze indicator bij de start van het operationeel programma is per definitie 0. De indicator Tb hoeft niet te worden opgegeven. 20 Totale waarde van het verzekerde risico (EUR) = Fb Fb = Het gemiddelde van de waarde van het verzekerde risico (oogstverzekering) van de producentenorganisatie over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar). Voor deze indicator moet de op de polis vermelde waarde van alle deelnemers bij elkaar opgeteld worden. Deze indicator heeft betrekking op maatregel 6 crisispreventie en crisisbeheer en wordt vergeleken bij de resultaatindicatoren. 21 Totale hoeveelheid geproduceerd afval (ton per ton in de handel gebrachte productie) = (Wk / Vk)b Het PT heeft besloten deze indicator van toepassing te verklaren op het geproduceerde afval van de bij de PO/UPO aangesloten teeltbedrijven in de glasgroenteteelt. (Wk / Vk)b = Totale hoeveelheid geproduceerd afval op glasgroentebedrijven in ton per ton in de handel gebrachte productie bij aanvang van het operationeel programma (b). (Wk / Vk)b = (Wk)b / (Vk)b (Wk)b = Totale hoeveelheid geproduceerd afval op glasgroentebedrijven in ton bij aanvang van het operationeel programma (b). (Vk)b = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton op glasgroentebedrijven bij aanvang van het operationeel programma (b). De indicator wordt berekend op basis van het gemiddelde van de totale jaarlijks hoeveelheid geproduceerd afval van het betrokken gewas over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar). Deze indicator heeft betrekking op maatregel 7 milieuacties en wordt vergeleken bij de resultaat- en impactindicatoren. Opmerking: Het PT berekent deze indicator aan de hand van kengetallen, de bij het PT al beschikbare data en de door de PO op te geven arealen en productiecijfers per product. Zie bijlage Excel format Indicatoren 2009-2011 tabel 2 en 3. (Wk)b wordt berekend als het netto geproduceerde afval. Dit is het verschil tussen het geproduceerde afval en het voor recycling afgevoerde afval x 80 %. Voor zover de hoeveelheid in ton niet bekend is, wordt een omrekeningsfactor gehanteerd. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 6 van 20

22 Totale hoeveelheid verbruikt verpakkingsmateriaal ( in ton per ton in de handel gebrachte productie) = (P / V)b (P / V)b = Totale hoeveelheid verbruikt verpakkingsmateriaal in ton per ton in de handel gebrachte productie bij aanvang van het operationeel programma (b). (P / V)b = Pb / Vb Pb = Het gemiddelde van de hoeveelheid verbruikt verpakkingsmateriaal van de producentenorganisatie over de drie jaren voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (in voorkomende gevallen het voorafgaande jaar). Vb = Totale hoeveelheid van in de handel gebrachte productie in ton bij aanvang van het operationeel programma (b). Komt overeen met de waarde van indicator 5 in deze bijlage. Deze indicator heeft betrekking op maatregel 7 milieuacties en wordt vergeleken bij de resultaat- en impactindicatoren. Opmerking: De indicator wordt berekend op basis van de opgave voor de verpakkingsbelasting. Het PT berekent deze indicator aan de hand van de door de PO/UPO in te vullen bijlage Excel format Indicatoren 2009-2011 tabel 4. Voetnoten 1 Actieve leden zijn leden (natuurlijke of rechtspersonen) die producten leveren aan de PO/UPO. 2 Onder voorschriften inzake "kwaliteit" wordt hier verstaan: een reeks nadere voorschriften voor de productiemethoden: a) waarbij een onafhankelijke controle-instantie controleert of deze worden nageleefd en b) die leiden tot een eindproduct waarvan de kwaliteit: i) duidelijk uitstijgt boven de in de handel gangbare normen inzake de volksgezondheid, plantengezondheid en milieu en ii) aansluit bij de bestaande en te verwachten afzetmogelijkheden. De voornaamste "kwaliteitsregelingen"zijn onder meer: a) gecertificeerde biologische productie, b) beschermde geografische aanduidingen en beschermde oorsprongsbenamingen, c) gecertificeerde geïntegreerde productie, d) particuliere gecertificeerde kwaliteitsregelingen voor producten. 3 Met bodemerosie bedreigd perceel wordt bedoeld: de bodemerosie die dreigt op schuin aflopende percelen met een helling van meer dan 10%, ongeacht of erosiebestrijdingsmiddelen (zoals bodembedekking en vruchtwisseling) zijn getroffen. Lidstaten die over de relevante informatie beschikken, mogen in plaats daarvan de volgende definitie gebruiken: als een met bodemerosie bedreigd perceel wordt beschouwd elk perceel dat op voorspelbare wijze meer bodem verliest dan op een natuurlijke manier wordt gevormd, ongeacht of erosiebestrijdingmaatregelen (zoals bodembedekking en vruchtwisseling) zijn getroffen. 4 Met "intern vervoer" wordt bedoeld het vervoer van producten van aangesloten bedrijven voor levering aan de PO/UPO. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 7 van 20

Bijlage VII Definities van de resultaatindicatoren Algemeen a) Resultaatindicatoren mogen pas worden meegedeeld wanneer de resultaten bekend zijn. De achterliggende gedachte is dat een producentenorganisatie (PO) of unie van PO s (UPO) elk jaar moet proberen te ramen (in de zin van: een schatting maken van de waarde, kwaliteit en hoeveelheid ) welke resultaten de in het kader van het operationeel programma uitgevoerde acties (activiteiten, subactiviteiten) zullen hebben. Voor dit doel zullen de daarmee corresponderende indicatoren moeten worden berekend. b) De indicator hoeft pas te worden ingevuld vanaf het jaar waarin de eerste resultaten van het uitgevoerde operationele programma bekend worden. De jaren daarna moet de indicator jaarlijks ingevuld worden. Het is namelijk mogelijk dat een operationeel programma na de eerste resultaten die in een bepaald jaar merkbaar worden de volgende uitvoeringsjaren weer resultaten oplevert. Deze resultaten kunnen het gevolg zijn van de acties die in deze volgende jaren worden uitgevoerd, maar ook van reeds uitgevoerde acties die over een hele reeks van jaren resultaten opleveren. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de aankoop van vaste activa. De daarmee samenhangende resultaatindicatoren moeten worden ingevuld voor alle jaren waarin resultaten kunnen worden geraamd (waarbij het niet uitmaakt of de desbetreffende actie in het jaar waarover gerapporteerd wordt al dan niet uitgevoerd wordt). c) Alleen de resultaatindicatoren die relevant zijn voor de uitgevoerde acties moeten worden meegedeeld (en dus geraamd). Voorbeeld: resultaatindicatoren met betrekking tot afval hoeven alleen maar te worden geraamd en meegedeeld als het operationeel programma ook acties voor het terugbrengen van de afvalproductie omvat. d) De referentie moet altijd de situatie bij het begin van het operationeel programma weergeven (meestal de uitgangssituatie indicator). e) Voor onderstaande indicatoren geldt dat alleen die producten worden meegeteld (a) die door de PO/UPO in de handel worden gebracht, (b) waarvoor de PO/UPO wordt erkend, en (c) die worden geproduceerd door de eigen leden van PO/UPO. f) n is het jaar waarover gerapporteerd wordt; b verwijst naar de periode (3 jaren, in voorkomende gevallen het laatste jaar) voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (uitgangssituatie). N.B. 1 Onderstaande resultaatindicatoren zijn gewijzigd ten opzichte van de resultaatindicatoren die opgenomen zijn in bijlage IV op pag. 33 van de Handleiding bij de indiening 2011. N.B. 2 Behalve waar anders aangegeven (indicatoren 5 t/m 7, 10, 11 en 14) hebben de resultaatindicatoren betrekking op de resultaten van in het operationeel programma uitgevoerde acties op PO/UPO niveau. Dus van alle (lid)bedrijven en niet alleen de aan de acties deelnemende (lid)bedrijven. 1 Verandering in de totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie (ton). ΔV(n) = Vn - Vb Δ V(n) = De verandering in de totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) 4. ΔV(n) = Vn - Vb Vn = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) 4. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 8 van 20

Vb = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton bij aanvang van het operationeel programma (b) 4 (uitgangssituatie-indicator 5). De hier in te vullen waarde is dezelfde voor acties die gericht zijn op de productieplanning (maatregel 1), acties die gericht zijn op verbetering van de afzet (maatregel 3) en andere acties (maatregel 8). Als een operationeel programma een aantal van deze maatregelen omvat, worden deze maatregelen geacht samen bij te dragen tot de resultaten van het operationeel programma. Ook andere maatregelen kunnen een bijdrage leveren aan deze resultaten (bijvoorbeeld maatregel 2). 2 Verandering in de waarde per eenheid product van de totale in de handel gebrachte productie (EUR/kg). ΔR(n) = Rn - Rb ΔR(n) = De verandering in de waarde per eenheid product van de totale in de handel gebrachte productie in EUR per kg in het jaar waarover gerapporteerd wordt. ΔR(n) = Rn - Rb Rn = Totale waarde van de in de handel gebrachte productie in EUR in het jaar waarover gerapporteerd wordt (Xn) / Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton in het jaar waarover gerapporteerd wordt (Vn 4 * 1000). Rn = Xn (EUR) / (Vn (ton) * 1000) Rb = Totale waarde van de in de handel gebrachte productie in EUR bij aanvang van het operationeel programma (Xb) / Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton bij aanvang van het operationeel programma (Vb) 4 * 1000). Rb = Xb (EUR) / (Vb (ton) * 1000) (uitgangssituatie indicator 7). De hier in te vullen waarde is dezelfde voor acties die gericht zijn op de productieplanning (maatregel 1), acties, die gericht zijn op verbetering of behoud van de productkwaliteit (maatregel 2), acties die gericht zijn op verbetering van de afzet (maatregel 3) en andere acties (maatregel 8). Als een operationeel programma een aantal van deze maatregelen omvat, worden deze maatregelen geacht samen bij te dragen tot de resultaten van het operationeel programma. Ook andere maatregelen kunnen een bijdrage leveren aan deze resultaten. 3 Verandering in de totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie die voldoet aan de voorschriften van een specifieke kwaliteitsregeling (ton) ( 1 ). ΔQ(n) = Qn - Qb ΔQ(n) = De verandering in de totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton die voldoet aan de voorschriften van een specifieke kwaliteitsregeling 1. ΔQ(n) = Qn - Qb Qn = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton die voldoet aan de voorschriften van een specifieke kwaliteitsregeling 1 in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) 4. Qb = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton die voldoet aan de voorschriften van een specifieke kwaliteitsregeling 1 bij aanvang van het operationeel programma (b) 4 (uitgangssituatie indicator 4). Deze indicator heeft betrekking op acties, die gericht zijn op verbetering of behoud van de productkwaliteit (maatregel 2). Ook andere maatregelen kunnen een bijdrage leveren aan deze resultaten (bijvoorbeeld maatregel 7 Milieuacties ). Voetnoot 1 geeft nadere uitleg over wat onder voorschriften inzake kwaliteit" moet worden verstaan. Hiervoor komen in aanmerking de productie van GlobalGAP gecertificeerde teeltbedrijven, de Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 9 van 20

productie van door Skal gecertificeerde biologisch telende bedrijven of de productie van Milieukeur gecertificeerde teeltbedrijven. 4 Geraamde impact op de productiekosten (EUR/kg). ΔC(n) = (C / (V * 1000))n - (C / (V * 1000))b ΔC(n) = Geraamde verandering in productiekosten in EUR per kg productie in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) als gevolg van acties die gericht zijn op verbetering of behoud van de productkwaliteit en/of andere acties die in het kader van het operationeel programma worden uitgevoerd en waarvan mag worden aangenomen dat ze een impact op de productiekosten zullen hebben. ΔC(n) = (C / (V * 1000))n - (C / (V * 1000))b Cn = Geraamde productiekosten in EUR in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n). Vn = Totale hoeveelheid in de handel gebrachte productie in ton in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) 4. (C / (V * 1000))n = Cn / (Vn * 1000) Geraamde productiekosten in EUR per kg productie in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n). Cb = Geraamde productiekosten in EUR bij aanvang van het operationeel programma (b). Vb = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte in ton bij aanvang van het operationeel programma (b) 4. (C / (V * 1000))b = Cb / (Vb * 1000) Geraamde productiekosten in EUR per kg productie bij aanvang van het operationeel programma (b). De betekenis die de term productiekosten hier heeft, kan verschillen afhankelijk van de soort acties die in het kader van het operationeel programma van de betrokken producentenorganisatie (PO) of unie van producentenorganisaties (UPO s) worden uitgevoerd. De term productiekosten kan dus verwijzen naar de kosten die voortvloeien (a) uit de productie in beperkte zin (d.w.z. het telen van groente en/of fruit met de bedoeling om zo verkoopbare producten te verkrijgen), (b) uit elke andere volgende fase in het proces dat uitmondt in de verkoop van de producten (d.w.z. intern vervoer, opslag, eerste verwerking, extern vervoer, in de handel brengen), (c) uit een aantal van die fasen tezamen of (d) uit al die fasen tezamen (d.w.z. het gehele proces, ofwel productie in ruime zin). Zo kunnen productiekosten ook verwijzen naar één product, naar een aantal producten, of zelfs naar een heel gamma producten dat door de betrokken PO of UPO in de handel wordt gebracht. Daar komt bij dat er verschillende soorten kosten kunnen worden onderscheiden (bijvoorbeeld specifieke kosten, overheads, afschrijvingen, huur, arbeidskosten, kosten voor vervoer of opslag, enzovoorts). Bij het berekenen van deze indicator moeten alleen die fasen van het productieproces, die producten en die kostensoorten worden meegeteld waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ze door de uitgevoerde acties worden beïnvloed. De hier in te vullen waarde is dezelfde voor acties die gericht zijn op verbetering of behoud van de productkwaliteit (maatregel 2) en andere acties (maatregel 8). Als een operationeel programma een aantal van deze maatregelen omvat, worden deze maatregelen geacht samen bij te dragen tot de resultaten van het operationeel programma. Ook andere maatregelen kunnen een bijdrage leveren aan deze resultaten. Opmerking: Het PT berekent deze indicator aan de hand van kengetallen en de door de PO/UPO op te geven arealen en productiecijfers per product. Zie bijlage Excel format Indicatoren 2009-2011 tabel 2 en 3. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 10 van 20

5 Aantal nieuwe technieken, procedés en/of producten sinds het begin van het operationele programma = Tn Tn = Het aantal nieuwe technieken, procedés en/of producten dat tot en met het rapportagejaar(n) is gerealiseerd sinds het begin van het operationele programma. Opgegeven wordt het aantal nieuwe technieken, procedés en/of producten dat in het operationeel programma is opgenomen en is gerealiseerd. Het type technieken (dus niet het aantal toepassingen) wordt in kaart gebracht. Hetzelfde geldt voor procédes en/of producten. Een inschatting wordt gemaakt van de vernieuwingen hierin. Het totaal van deze vernieuwingen in technieken, procedés en producten wordt bij elkaar opgeteld en geldt als indicator. Deze indicator heeft betrekking op Onderzoek en experimentele productie (maatregel 4). De referentie is per definitie 0. 6 Aantal mensen dat alle opleidingsactiviteiten/ het volledige programma heeft gevolgd = On en (Os)n On respectievelijk (Os)n wordt berekend als het aantal mensen dat de opleidingsactiviteiten volledig heeft gevolgd in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n). Er wordt opgegeven hoeveel deelnemers een certificaat, diploma of andere bevestiging van het succesvol afronden van de opleiding hebben. Deze indicator heeft betrekking op Opleidingsacties (behalve in verband met crisispreventie en - beheer) (maatregel 5) en Opleidingsacties in het kader van Crisispreventie- en crisisbeheersmaatregelen (maatregel 6). Onder indicator 6 wordt het aantal mensen On opgegeven, dat betrekking heeft op maatregel 5. Onder indicator 6s wordt het aantal mensen (Os)n opgegeven, dat betrekking heeft op maatregel 6. De referentie is uitgangssituatie indicator 8 (alle opleidingsacties samen). 7 Aantal bedrijven dat gebruik maakt van adviesdiensten = Dn Dn wordt berekend als het aantal bij de PO/UPO aangesloten bedrijven dat gebruik gemaakt heeft van adviesdiensten in het jaar in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n). Deze indicator heeft betrekking op Acties, die gericht zijn op bevordering van de toegang tot adviesdiensten (maatregel 5). De referentie is uitgangssituatie indicator 9. 8 Geraamde verandering in het jaarlijkse verbruik van minerale meststoffen/hectare, per minerale meststof (N en P 2 O 3 ) (ton) Deze indicator wordt niet beïnvloed door acties die in de operationele programma s van de telersverenigingen zijn opgenomen. Volgens het LEI staan de milieuacties niet in een causale relatie met het verbruik van de meststoffen, waardoor de indicator geen enkele toegevoegde waarde heeft. Voor deze indicator hoeft u daarom geen gegevens in te vullen. Deze indicator hoeft niet te worden opgegeven. Deze indicator zal ook niet in de GMO Connection verschijnen. 9 Geraamde verandering in het totale waterverbruik/hectare (in m 3 /ha) Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 11 van 20

Deze indicator wordt niet beïnvloed door acties die in de operationele programma s van de telersverenigingen zijn opgenomen. Volgens het LEI staan de milieuacties niet in een causale relatie met het verbruik van het water, waardoor de indicator geen enkele toegevoegde waarde heeft. Voor deze indicator hoeft u geen gegevens in te vullen. Deze indicator hoeft niet te worden opgegeven. Deze indicator zal ook niet in de GMO Connection verschijnen. 10 Geraamde verandering in het jaarlijkse energieverbruik, per energiebron of brandstof (liter/m 3 /kwh per ton in de handel gebrachte productie) ( 2, 3 ) ΔEg / Vg(n) = (Eg / Vg)n - (Eg / Vg)b Het PT heeft besloten deze indicator van toepassing te verklaren op het energieverbruik van de bij de PO/UPO aangesloten energie-intensieve teeltbedrijven in de glasgroenteteelt, champignonteelt en witloftrek. ΔEg / Vg(n) = Geraamde verandering in het jaarlijkse verbruik van energie voor energie-intensieve teelten, in normaal m3 (Nm3) aardgasequivalent per ton in de handel gebrachte productie in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) als gevolg van in het kader van het operationeel programma uitgevoerde milieuacties waarvan men verwacht dat ze een impact zullen hebben op het energieverbruik. ΔEg / Vg(n) = (Eg / Vg)n - (Eg / Vg)b (Eg / Vg)n = (Eg)n / (Vg)n Geraamd jaarlijks energieverbruik voor energie-intensieve teelten, in Nm3 aardgasequivalent per ton in de handel gebrachte productie in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n). (Eg)n = Geraamd totaal energieverbruik voor energie-intensieve teelten, in Nm3 aardgasequivalent in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n). (Vg)n = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton uit energie-intensieve teelten in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) 4. (Eg / Vg)b = (Eg)b / (Vg)b Geraamd jaarlijks energieverbruik voor energie-intensieve teelten, in Nm3 aardgasequivalent per ton in de handel gebrachte productie bij aanvang van het operationeel programma (b) (uitgangssituatie indicator 16). (Eg)b = Geraamd totaal energieverbruik voor energie-intensieve teelten, in Nm3 aardgasequivalent bij aanvang van het operationeel programma (b). (Vg)b = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton uit energie-intensieve teelten bij aanvang van het operationeel programma (b) 4. De hier in te vullen waarde is dezelfde voor alle in het kader van het operationeel programma uitgevoerde milieuacties die gericht zijn op het terugbrengen van het energieverbruik voor dezelfde energiebron of brandstof. Als een operationeel programma een aantal van deze maatregelen omvat, worden deze maatregelen (met name maatregelen 7 Milieuacties en 8 Andere acties ) geacht samen bij te dragen tot de resultaten van het operationeel programma. Opmerking: Het PT berekent deze indicator aan de hand van de door de PO/UPO op te geven arealen en de totale hoeveelheid in de handel gebrachte productie per gewasgroep en het door de PO/UPO op te geven totaal van het netto energieverbruik van alle teeltbedrijven in de gewasgroep op basis van de jaaropgave van de energieleverancier per teeltbedrijf. Zie bijlage Excel format Indicatoren 2009-2011 tabel 3 Energie-intensieve teelten. Voor waarden in andere energie eenheden wordt een omrekeningsfactor gehanteerd. Zie voetnoot 2 van het format tabel 3. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 12 van 20

Onder netto energieverbruik wordt verstaan aangevoerde fossiele energie (aardgas en electriciteit) minus aan derden geleverde energie (warmte en electriciteit). N.B. Op het teeltbedrijf aangewende duurzame energie uit zonnecollectoren, windmolens, biobranders, aardwarmte, warmtepompen/warmtewisselaars/warmte- en koudebuffering/acquifers behoeft niet te worden opgegeven. 11 Geraamde verandering in de jaarlijkse hoeveelheid geproduceerd afval (ton per ton in de handel gebrachte productie) ΔWk / Vk(n) = (Wk / Vk)n - (Wk / Vk)b Het PT heeft besloten deze indicator van toepassing te verklaren op het geproduceerde afval van de bij de PO/UPO aangesloten teeltbedrijven in de glasgroenteteelt. ΔWk / Vk(n) = Geraamde verandering in de jaarlijkse hoeveelheid geproduceerd afval op glasgroentebedrijven in ton per ton in de handel gebrachte productie in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) als gevolg van in het kader van het operationeel programma uitgevoerde milieuacties waarvan men verwacht dat ze een impact zullen hebben op de productie van afval. ΔWk / Vk(n) = (Wk / Vk)n - (Wk / Vk)b (Wk / Vk)n = (Wk)n / (Vk)n Geraamde totale hoeveelheid geproduceerd afval op glasgroentebedrijven in ton per ton in de handel gebrachte productie in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n). (Wk)n = Geraamde totale hoeveelheid geproduceerd afval in ton op glasgroentebedrijven in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n). (Vk)n = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton van glasgroentebedrijven in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) 4. (Wk / Vk)b = (Wk)b / (Vk)b Geraamde totale hoeveelheid geproduceerd afval op glasgroentebedrijven in ton per ton in de handel gebrachte productie bij aanvang van het operationeel programma (b) (uitgangssituatie indicator 21). (Wk)b = Geraamde totale hoeveelheid geproduceerd afval in ton op glasgroentebedrijven bij aanvang van het operationeel programma (b) (Vk)b = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton van glasgroentebedrijven bij aanvang van het operationeel programma (b) 4. Deze indicator heeft betrekking op Milieuacties (maatregel 7). Deze indicator betreft het geproduceerde afval, dat achterblijft na de teelt of de verwerking van de oogst op de bij de PO/UPO aangesloten teeltbedrijven in de glasgroenteteeelt. Opmerking: Het PT berekent deze indicator aan de hand van kengetallen, de bij het PT al beschikbare data en de door de PO op te geven arealen en productiecijfers per product. Zie bijlage Excel format Indicatoren 2009-2011 tabel 2 en 3. (Wk)n en (Wk)b worden berekend als het netto geproduceerde afval. Dit is het verschil tussen het geproduceerde afval en het voor recycling afgevoerde afval x 80 %. Voor zover de hoeveelheid in ton niet bekend is, wordt een omrekeningsfactor gehanteerd. 12 Geraamde verandering in het jaarlijkse verbruik van verpakkingsmateriaal (ton per ton in de handel gebrachte productie) = ΔP / V(n) = (P / V)n (P / V)b ΔP / V(n) = Geraamde verandering in het jaarlijkse verbruik van verpakkingsmateriaal in ton per ton in de handel gebrachte productie in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) als gevolg van in het kader van het operationeel programma uitgevoerde milieuacties waarvan men verwacht dat ze een impact zullen hebben op het gebruik van verpakkingsmateriaal; ΔP / V(n) = (P / V)n (P / V)b Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 13 van 20

(P / V)n = (Pn / Vn) Pn = Geraamde totale hoeveelheid verbruikt verpakkingsmateriaal in ton in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n). Vn = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) 4. (P / V)b = (Pb / Vb) Pb = Geraamde totale hoeveelheid verbruikt verpakkingsmateriaal in ton bij aanvang van het operationeel programma (b) (uitgangssituatie indicator 22). Vb = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton bij aanvang van het operationeel programma (b) 4. Deze indicator heeft betrekking op Milieuacties (maatregel 7). Opmerking: De indicator wordt berekend op basis van de opgave voor de verpakkings belasting. Het PT berekent deze indicator aan de hand van de door de PO/UPO in te vullen bijlage Excel format Indicatoren 2009-2011 tabel 4 Verpakkingsmateriaal. 13 Geraamde verandering in de hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie van producten waarvoor afzetbevordering/ communicatieactiviteiten hebben plaatsgevonden (ton) ΔZ(n) = (Vn - Vb) * ( M6 / M3) Deze indicator heeft betrekking op Afzetbevordering en communicatie in het kader van Crisispreventie- en crisisbeheersmaatregelen (maatregel 6). De referentie is 0. De geraamde verandering van de in de handel gebrachte productie wordt verdeeld over acties die gericht zijn op verbetering van de afzet (maatregel 3) en afzetbevordering en communicatie in het kader van Crisispreventie- en crisisbeheersmaatregelen (maatregel 6) naar rato van de ingebrachte kosten van afzetbevordering- en communicatieactiviteiten in elk van beide maatregelen. De hier in te vullen waarde wordt ook beïnvloed door acties die gericht zijn op de productieplanning (maatregel 1) en andere acties (maatregel 8). Als een operationeel programma een aantal van deze maatregelen omvat, worden deze maatregelen geacht samen bij te dragen tot de resultaten van het operationeel programma. Ook andere maatregelen kunnen een bijdrage leveren aan deze resultaten. ΔZ(n) 4 = Geraamde verandering in de totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) als gevolg van afzetbevordering- en communicatieactiviteiten zoals die zijn uitgevoerd in het kader van het operationeel programma voor crisispreventie en beheer. ΔZ(n) = (Vn - Vb) * ( M6 / M3) Vn = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) 4. Vb = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie in ton bij aanvang van het operationeel programma (b) 4. M6 = de gedeclareerde kosten van afzetbevordering- en communicatieactiviteiten in maatregel 6, activiteit 58. M3 = de gedeclareerde kosten van afzetbevordering- en communicatieactiviteiten in maatregel 3, activiteiten 22 en 23 Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 14 van 20

14 Totale waarde van het verzekerde risico (EUR) = Fn Fn = De totale waarde van het verzekerd risico in EUR in het jaar waarover gerapporteerd wordt. De op de polis vermelde waarde van alle deelnemers wordt bij elkaar opgeteld. Deze indicator heeft betrekking op Oogstverzekering in het kader van Crisispreventie- en crisisbeheersmaatregelen (maatregel 6). De referentie is uitgangssituatie indicator 20. 15 Totale waarde van het opgerichte onderlinge fonds (EUR) De totale waarde van de opgerichte onderlinge fondsen. Deze indicator heeft betrekking op Steun voor de administratieve kosten van de oprichting van onderlinge fondsen in het kader van Crisispreventie- en crisisbeheersmaatregelen (maatregel 6). De referentie is 0. 16 Totale hoeveelheid uit de markt genomen product (ton) = Un Un = De totale hoeveelheid uit de markt genomen product in ton in het jaar waarover gerapporteerd wordt. Deze indicator heeft betrekking op Uit de markt nemen van producten in het kader van Crisispreventie- en crisisbeheersmaatregelen (maatregel 6). De referentie is 0. Deze indicator hoeft alleen te worden opgegeven voor het jaar 2011. 17 Totale oppervlakte voor groen oogsten en niet oogsten (ha) = Hn Hn = De totale oppervlakte groen of niet-geoogst product in ha in het jaar waarover gerapporteerd wordt. Deze indicator heeft betrekking op Groen oogsten of niet oogsten van groenten en fruit in het kader van Crisispreventie- en crisisbeheersmaatregelen (maatregel 6). De referentie is 0. Deze indicator hoeft alleen te worden opgegeven voor het jaar 2011. Voetnoten 1. Onder voorschriften inzake "kwaliteit" wordt hier verstaan: een reeks nadere voorschriften voor de productiemethoden: a) waarbij een onafhankelijke controle-instantie controleert of deze worden nageleefd en b) die leiden tot een eindproduct waarvan de kwaliteit: i) duidelijk uitstijgt boven de in de handel gangbare normen inzake volksgezondheid, plantengezondheid en milieu en ii) aansluit bij de bestaande en te verwachten afzetmogelijkheden. De voornaamste "kwaliteitsregelingen" zijn onder meer a) gecertificeerde biologische productie, b) beschermde geografische aanduidingen en beschermde oorsprongsbenamingen, c) gecertificeerde geïntegreerde productie, d) particuliere gecertificeerde kwaliteitsregelingen voor producten. 2. Met inbegrip van niet-productieve investeringen die verbonden zijn met de in het kader van andere milieuacties aangegane verbintenissen. 3. Met inbegrip van andere vormen van verwerving van vaste activa, die verbonden zijn met de in het kader van andere milieuacties aangegane verbintenissen. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 15 van 20

4. V, Q en Z = Totale hoeveelheid van de in de handel gebrachte productie. Voor zover de hoeveelheid in ton niet bekend is, wordt een omrekeningsfactor gehanteerd. Keukenkruiden worden hierbij uitgezonderd en niet meegerekend. Alleen die producten worden meegeteld (a) die door de PO/UPO in de handel worden gebracht, (b) waarvoor de PO/UPO wordt erkend, en (c) die worden geproduceerd door de eigen leden van PO/UPO. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 16 van 20

Bijlage VIII Definities van de impactindicatoren Algemeen a) Impactindicatoren mogen pas worden meegedeeld wanneer de impact bekend is. De achterliggende gedachte is dat een producentenorganisatie (PO) of unie van PO s (UPO) elk jaar moet proberen te ramen (in de zin van: een schatting maken van de waarde, kwaliteit en hoeveelheid ) welke impact de in het kader van het operationeel programma uitgevoerde acties (activiteiten, subactiviteiten) zullen hebben. Voor dit doel zullen de daarmee corresponderende indicatoren moeten worden berekend. b) De indicator hoeft pas te worden ingevuld vanaf het jaar waarin de eerste impact van het uitgevoerde operationele programma bekend wordt. De jaren daarna moet de indicator jaarlijks ingevuld worden. Het is namelijk mogelijk dat een operationeel programma na de eerste impact die in een bepaald jaar merkbaar wordt de volgende uitvoeringsjaren een vervolgimpact oplevert. Deze impact kan het gevolg zijn van de acties die in deze volgende jaren worden uitgevoerd, maar ook van reeds uitgevoerde acties die over een hele reeks van jaren een impact opleveren. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de aankoop van vaste activa. De daarmee samenhangende impactindicatoren moeten worden ingevuld voor alle jaren waarin impact kan worden geraamd (waarbij het niet uitmaakt of de desbetreffende actie in het jaar waarover gerapporteerd wordt al dan niet uitgevoerd wordt). c) Alleen de impactindicatoren die relevant zijn voor de uitgevoerde acties moeten worden meegedeeld (en dus geraamd). Voorbeeld: resultaatindicatoren met betrekking tot afval hoeven alleen maar te worden geraamd en meegedeeld als het operationeel programma ook acties voor het terugbrengen van de afvalproductie omvat. d) De referentie moet altijd de situatie bij het begin van het operationeel programma weergeven (de uitgangssituatie indicator). e) Voor onderstaande indicatoren geldt dat alleen die producten worden meegeteld (a) die door de PO/UPO in de handel worden gebracht, (b) waarvoor de PO/UPO wordt erkend, en (c) die worden geproduceerd door de eigen leden van PO/UPO. N.B. Behalve waar anders aangegeven (indicatoren 6 en 7) hebben de impactindicatoren betrekking op de impact van in het operationeel programma uitgevoerde acties op PO niveau. Dus van alle (lid)bedrijven en niet alleen de aan de acties deelnemende (lid)bedrijven. 1 Geraamde verandering in de totale waarde van de in de handel gebrachte productie (EUR) ΔX(n) = Xn - Xb Xn = Totale waarde van de in de handel gebrachte productie in EUR in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n) Xb = Totale waarde van de in de handel gebrachte productie in EUR bij aanvang van het operationeel programma (b) (uitgangssituatie indicator 1). n is het jaar waarover gerapporteerd wordt; b verwijst naar de periode (3 jaren, in voorkomende gevallen het laatste jaar) voorafgaand aan het eerste jaar van het operationeel programma (uitgangssituatie). De hier in te vullen waarde is dezelfde voor acties die gericht zijn op de productieplanning (maatregel 1), acties, die gericht zijn op verbetering of behoud van de productkwaliteit (maatregel 2), acties die gericht zijn op verbetering van de afzet (maatregel 3) en andere acties (maatregel 8). Als een operationeel programma een aantal van deze maatregelen omvat, worden deze maatregelen geacht samen bij te dragen tot de resultaten van het operationeel programma. Ook andere maatregelen kunnen een bijdrage leveren aan deze resultaten. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 17 van 20

2 Verandering in het totale aantal groente- en fruitproducenten dat actief lid is van de betrokken PO/UPO (aantal) ΔL(n) = Ln - Lb Ln = actieve leden in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n); Lb = actieve leden bij aanvang van het operationeel programma (b) (uitgangssituatie indicator 2). Actieve leden zijn leden (natuurlijke of rechtspersonen) die producten leveren aan de PO/UPO. 3 Verandering in het totale groente- en fruitteeltareaal van de leden van de betrokken PO/UPO (ha) ΔA(n) = An - Ab An = totale groente- en fruitteeltareaal in ha in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n). Ab = totale groente- en fruitteeltareaal in ha bij aanvang van het operationeel programma (b) (uitgangssituatie indicator 3). 4 Geraamde verandering in het totale verbruik van minerale meststoffen/hectare, per minerale meststof (N en P 2 O 3 ) (ton) Deze indicator wordt niet beïnvloed door acties die in de operationele programma s van de telersverenigingen zijn opgenomen. Volgens het LEI staan de milieuacties niet in een causale relatie met het verbruik van de meststoffen, waardoor de indicator geen enkele toegevoegde waarde heeft. Voor deze indicator hoeft u daarom geen gegevens in te vullen. Deze indicator hoeft niet te worden opgegeven. Deze indicator zal ook niet in de GMO Connection verschijnen. 5 Geraamde verandering in het totale waterverbruik (m3) Deze indicator wordt niet beïnvloed door acties die in de operationele programma s van de telersverenigingen zijn opgenomen. Volgens het LEI staan de milieuacties niet in een causale relatie met het verbruik van het water, waardoor de indicator geen enkele toegevoegde waarde heeft. Voor deze indicator hoeft u geen gegevens in te vullen. Deze indicator hoeft niet te worden opgegeven. Deze indicator zal ook niet in de GMO Connection verschijnen. 6 Geraamde verandering in het totale energieverbruik, per energiebron of brandstof (ton/liter/m3/kwh) ΔE(n) = (Eg)n - (Eg)b Het PT heeft besloten deze indicator van toepassing te verklaren op het energieverbruik van de bij de PO/UPO aangesloten energie-intensieve teeltbedrijven in de glasgroenteteelt, champignonteelt en witloftrek. ΔE(n) = Geraamde verandering in het jaarlijkse verbruik van energie voor energie-intensieve teelten, in normaal m3 (Nm3) aardgasequivalent in het jaar waarover gerapporteerd wordt, als gevolg van milieuacties in het kader van het operationeel programma, waarvan men verwacht dat ze een impact zullen hebben op het gebruik van energie. ΔE(n) = (Eg)n - (Eg)b Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 18 van 20

(Eg)n = Geraamd totaal energieverbruik voor energie-intensieve teelten, in Nm3 aardgasequivalent in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n). (Eg)b = Geraamd totaal energieverbruik voor energie-intensieve teelten, in Nm3 aardgasequivalent bij aanvang van het operationeel programma (b). De hier in te vullen waarde is dezelfde voor alle in het kader van het operationeel programma uitgevoerde milieuacties die gericht zijn op het terugbrengen van het energieverbruik voor dezelfde energiebron of brandstof. Als een operationeel programma een aantal van deze maatregelen omvat, worden deze maatregelen (met name maatregelen 7 en 8) geacht samen bij te dragen tot de resultaten van het operationeel programma. Opmerking: Het PT berekent deze indicator aan de hand van de door de PO/UPO op te geven arealen per gewasgroep en het door de PO/UPO op te geven totaal van het netto energieverbruik van alle teeltbedrijven in de gewasgroep op basis van de jaaropgave van de energieleverancier per teeltbedrijf. Zie bijlage Excel format Indicatoren 2009-2011 tabel 3 Energie-intensieve teelten. Voor waarden in andere energie eenheden wordt een omrekeningsfactor gehanteerd. Zie voetnoot 2 van het format tabel 3. Onder netto energieverbruik wordt verstaan aangevoerde fossiele energie (aardgas en electriciteit) minus aan derden geleverde energie (warmte en electriciteit). N.B. Op het teeltbedrijf aangewende duurzame energie uit zonnecollectoren, windmolens, biobranders, aardwarmte, warmtepompen/warmtewisselaars/warmte- en koudebuffering/acquifers behoeft niet te worden opgegeven. 7 Geraamde verandering in de totale hoeveelheid geproduceerd afval (ton) ΔW(n) = (Wk)n - (Wk)b Het PT heeft besloten deze indicator van toepassing te verklaren op het geproduceerde afval van de bij de PO/UPO aangesloten teeltbedrijven in de glasgroenteteelt. ΔW(n) = Geraamde verandering in de jaarlijkse hoeveelheid geproduceerd afval in ton in het jaar waarover gerapporteerd wordt, als gevolg van milieuacties in het kader van het operationeel programma, waarvan men verwacht dat ze een impact zullen hebben op de productie van afval. ΔW(n) = (Wk)n - (Wk)b (Wk)n = Geraamde totale hoeveelheid geproduceerd afval in ton op glasgroentebedrijven in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n). (Wk)b = Geraamde totale hoeveelheid geproduceerd afval in ton op glasgroentebedrijven bij aanvang van het operationeel programma (b). Deze indicator heeft betrekking op Milieuacties (maatregel 7). Deze indicator betreft het geproduceerde afval, dat achterblijft na de teelt of de verwerking van de oogst op de bij de PO/UPO aangesloten teeltbedrijven in de glasgroenteteeelt. Opmerking: Het PT berekent deze indicator aan de hand van kengetallen, de bij het PT al beschikbare data en de door de PO op te geven arealen en productiecijfers per product. Zie bijlage Excel format Indicatoren 2009-2011 tabel 2 en 3. (Wk)n en (Wk)b worden berekend als het netto geproduceerde afval. Dit is het verschil tussen het geproduceerde afval en het voor recycling afgevoerde afval x 80 %. Voor zover de hoeveelheid in ton niet bekend is, wordt een omrekeningsfactor gehanteerd. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 19 van 20

8 Geraamde verandering in het verbruik van verpakkingsmateriaal (ton) ΔP(n) = Pn - Pb ΔP(n) = Geraamde verandering in het jaarlijkse verbruik van verpakkingsmateriaal in ton in het jaar waarover gerapporteerd wordt, als gevolg van milieuacties in het kader van het operationeel programma, waarvan men verwacht dat ze een impact zullen hebben op het verbruik van verpakkingsmateriaal. ΔP(n) = Pn - Pb Pn = Geraamde totale hoeveelheid verbruikt verpakkingsmateriaal in ton in het jaar waarover gerapporteerd wordt (n). Pb = Geraamde totale hoeveelheid verbruikt verpakkingsmateriaal in ton bij aanvang van het operationeel programma (b). Deze indicator heeft betrekking op Milieuacties (maatregel 7). Opmerking: De indicator wordt berekend op basis van de opgave voor de verpakkings belasting. Het PT berekent deze indicator aan de hand van de door de PO/UPO in te vullen bijlage Excel format Indicatoren 2009-2011 tabel 4. Handleiding 2012 prestatie-indicatoren 26-01-2012 pagina 20 van 20