Demografische gegevens



Vergelijkbare documenten
Mondeling interview: FAMILIESTUDIE

Interview WAVE 6. Wilt u hier de invuldatum invullen? Interviewnummer:

INTERVIEW Tweede meting

Medisch interview NESDA. Nederlandse Studie naar Depressie en Angst. Wave 5. Wilt u hier de invuldatum invullen? Onderzoeksassistente:

Datum: VRAGENLIJSTEN (1) Naam: Geboortedatum:

Appendix. Deel 1: Vertaalde PSYCHLOPS deel 1 en deel 2 (zie hoofdstuk 5) Deel 2: Vertaalde PHQ (zie hoofdstuk 2)

COMPOSITE INTERNATIONAL DIAGNOSTIC INTERVIEW (CIDI) BASIS VERSIE LIFETIME -

General information of the questionnaire

COMPOSITE INTERNATIONAL DIAGNOSTIC INTERVIEW (CIDI) BASIS VERSIE MAANDEN -

Vier Dimensionale Klachtenlijst (4DKL)

Dagelijkse Vermelding van de Ernst van Problemen bij Premenstruele Dysfore Stoornis

Alvast bedankt voor het invullen!

Vragenlijst Depressie

Gestructureerd Slaapklachten Interview 1. Demografische informatie. Geslacht: M / V. Burgerlijke staat: Telefoon: 1. Aard van de slaapklacht

ZELFINVULLIJST DEPRESSIEVE SYMPTOMEN (INVENTORY OF DEPRESSIVE SYMPTOMATOLOGY: IDS-SR) 1 (In te vullen door patiënt)

Vragenlijst CVS. datum: voornaam en naam: geboortedatum: Multidisciplinair diagnostisch centrum voor chronisch vermoeidheidssyndroom

In te vullen door de onderzoeker:

Ruimte voor adressticker. Datum ontvangst (invullen door SIvsG) Voorletters + Naam (+ meisjesnaam) Straat en huisnummer. Postcode en woonplaats

VRAGENLIJST. Zorgvrager, vervolgmeting

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

IHDL INVLOED VAN HUIDAANDOENINGEN OP HET DAGELIJKS LEVEN VRAGENLIJST UMC RADBOUD NIJMEGEN MEDISCHE PSYCHOLOGIE

Kwaliteit van Leven vragenlijst

Angststoornissen. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over angst

Vragenlijst naar Belastende Gebeurtenissen

Vragenlijst voor patiënt en mantelzorger

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Achternaam. Meisjesnaam. Roepnaam. Initialen. Geboortedatum. man / vrouw / anders, namelijk.. Straat en huisnr. Postcode. Woonplaats. Telefoonnr.

4DKL KLACHTENLIJST. Intake klacht :... :... Diagnose :... Medicatie :... Opmerkingen :... Versie: Uitgave 2004: Stichting Flow, Alkmaar

Zet een duidelijk kruis in het antwoordvakje bij het goede antwoord, dit gaat bijvoorbeeld zo:

Instructies voor het invullen van de SWAL-QoL (NL)-vragenlijst

Intake C O U N S E L L I N G. Biografische gegevens

Terrorisme en dan verder

Tevredenheid van familieleden en mantelzorgers met casemanagement bij dementie

Patiëntnummer: 3. Wat is uw postcode? Datum van invullen: / / man vrouw 1. U bent: 2. Hoe oud bent u?. jaar

Vragenlijst geheugenpolikliniek

TABELLEN ALCOHOLGEBRUIK JONGEREN STAPHORST

Partner. Werk en opleiding. Ik wil graag: Ik wil graag:

General information of the questionnaire

EEN DIERBARE VERLIEZEN

Depressie. Meer dan een somber gevoel. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over depressie

Short Form Project - ziekenhuis ID: Volgnummer: VRAGENLIJST. Zorgvrager

Depressie bij ouderen

Het verlies van een dierbare

Meten van Addicties voor Triage en Evaluatie Versie: MATE-Uitkomsten-Q-nl 2.1. d d m m j j

VRAGENLIJSTEN GEZIN & OPVOEDING

VRAGENFORMULIER revalidatieprogramma Herstel & Balans voor kankerpatiënten

Een dierbare verliezen

een dierbare verliezen

Terrorisme en dan verder Wat te doen na een aanslag?

Schriftelijke Vragenlijst II. Nederlandse Studie naar Depressie en Angst. Basis meting

PANDORA. Vragenlijst. Kwaliteit van leven bij patiënten met een neuroendocriene tumor van de alvleesklier. Studie nummer: Ziekenhuis: Versie: Datum:

Bijlage 4. Signaleringsvragenlijsten

VRAGENLIJST. Zorgvrager

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Depressie bij ouderen

Hospital ABCD studie Pinnummer: H 3. Ontslag. Extra benodigdheden: - Horloge - Pen - Leeg A4 vel - MMSE formulier

Short Form Project - ziekenhuis ID: Volgnummer: VRAGENLIJST. Zorgvrager

Project - ziekenhuis ID: Volgnummer: Naam zorgverlener: Soort polikliniek: geheugenpolikliniek anders

Schriftelijke Vragenlijst. Nederlandse Studie naar Depressie en Angst. Tussen meting

Kwaliteit van leven vragenlijst

Vragenlijst. Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis

Telefoon / Privé : Werk: 1. Wat verstaat u onder duizeligheid en/of evenwichtsstoornis? (max. 2 aankruisen)

Voormeting kandidaat

VERLIES VAN EEN DIERBARE INFORMATIE OVER ROUWVERWERKING FRANCISCUS VLIETLAND

Hoe ontstaat hyperventilatie?

rtms vragenlijst voor depressie BDI-II-NL

Testuitslag SCL-90-R

2)Waarvoor heeft u hulp gezocht? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk; u kunt alle antwoorden aankruisen die op u van toepassing zijn.

Hyperventilatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Symptom Questionnaire SQ-48. V. Kovács! M. de Wit! M. Lucas! LUMC Psychiatrie

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl cent per minuut

Formulier paniekaanval

Vragenlijst patiëntgerapporteerde uitkomsten en ervaringen Zwangerschap en Geboorte Meetmoment 4: 6 weken na de bevalling

U gaat de vragenlijst Kansen in Kaart (KiK) invullen. Voordat u begint is het goed een aantal dingen te weten.

Stappenplan depressie

Vragenlijst Hoofdpijnpolikliniek TweeSteden ziekenhuis

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Mini International Neuropsychiatric Interview. Nederlandse Versie DSM-IV

VERWERKING NA EEN INGRIJPENDE GEBEURTENIS 1

Hospital ABCD studie Pinnummer: P 2. 2 maanden na ontslag (telefonisch)

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

Hospital ABCD studie Pinnummer: P 3. 3 maanden na ontslag (telefonisch)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

Pijnkliniek AZ Klina. Dr. M. Dingens Dr. B. Ickx Dr. K. Lauwers

Vragenlijst. Ervaringen met de Kraamzorg

Lesbrief. De familieblues Yvonne Kroonenberg

SRA. Subjects Reactie op Antipsychoticagebruik. H.A. Wolters H. Knegtering D. Wiersma R.J. van den Bosch Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG)

VOORLEGGER (graag verwijderen wanneer u de vragenlijst aan de zorgvrager voorlegt of opstuurt)

Mijn mond zat vol aarde

Mijn hersenletsel. Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting: Toelichting:

Anamnese Formulier Pijn

Vragenlijst Instituut voor Slaapgeneeskunde Woerden

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Verslaving. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over verslaving. Als iemand niet meer zonder... kan

Diagnostiek volgens het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders

Eerst wat algemene gegevens. Vragen over je lichaam. 1. In welke klas zit je?

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010

De Lastmeter. Hoeveel last heeft u van problemen, klachten en zorgen? Oncologie

Thuiszorgcafé. Depressie. Astrid Petiet, verpleegkundig specialist GGZ Heleen Steunenberg, Coördinator deskundigheidsbevordering

Vragenlijst multiproblematiek I

Transcriptie:

Demografische gegevens We beginnen met een aantal vragen over enkele achtergrondgegevens van u en uw eventuele naasten. Daarbij komen verschillende onderwerpen aan de orde zoals, opleiding, beroep, partner enzovoort. Een aantal vragen hebben we reeds in het vorige interview gevraagd, maar willen we graag nalopen om na te gaan of er veranderingen zijn opgetreden. Observatie INTERVIEWER: is de respondent een vrouw of een man? 1. vrouw 2. man 1. Wat is op dit moment uw burgerlijke staat? Interviewer lees de antwoordalternatieven voor. Bent U.. 1. Nooit gehuwd geweest. naar vraag 2 2. Gehuwd, sinds (dag, maand, jaar) naar vraag 2 c 3. Gescheiden van tafel en bed, sinds (dag, maand, jaar. naar vraag 2 4. Voor de wet gescheiden, sinds (dag, maand, jaar). naar vraag 2 5. Weduwe/ weduwnaar, sinds (dag, maand, jaar) naar vraag 2 Indien ongehuwd, gescheiden of weduwe (1,3,4,5): 2. Heeft u momenteel iemand die u als een vaste partner beschouwt? Onder een partner verstaan we iemand van het andere dan wel hetzelfde geslacht met wie wordt samengewoond. Of iemand met wie u niet samenwoont maar bijvoorbeeld een LAT relatie heeft als uw partner beschouwt. 1. Ja 2. Nee ga naar vraag 4 2a. Zo ja, is uw partner een man of een vrouw? 1. Man 2. Vrouw 2b. Sinds wanneer heeft u deze partner? Sinds (jaartal ) maand- jaar 2c. Observatie INTERVIEWER: is dit een nieuwe partner? INTERVIEWER: Check de interviewdatum op het RCF formulier. Indien later dan de interviewdatum scoor dan 2. 1. Geen nieuwe partner naar vraag 3 c 2. Nieuwe partner 1

3a. Indien gehuwd, ongehuwd, gescheiden of weduwe (1,2, 3,4,5) en nieuwe partner Wat is de hoogste opleiding die uw nieuwe partner met een diploma heeft afgerond? 1. Geen diploma of enkele jaren lagere school 2. Basisonderwijs / lagere school 3. VSO (voortgezet speciaal onderwijs) 4. VBO/LBO (huishoud-, ambacht-, technische school, of interne bedrijfsopleiding), MBO-kort 5. Leerlingwezen, ULO 6. MAVO, MULO, VMBO 7. MBO-lang, of interne bedrijfsopleiding op MBO niveau 8. HAVO, VWO, Gymnasium, HBS, MMS 9. HBO of interne bedrijfsopleiding op Hbo-niveau 10. Wetenschappelijk onderwijs, universiteit 11. Anders, nl 12. Weet niet 13. Niet van toepassing 3c. Indien getrouwd, partner en nieuwe partner Wat is de huidige werksituatie van uw partner? 1. Betaald werk, 12 uur per week of meer 2. Betaald werk, maar minder dan 12 uur per week 3. Werk in eigen huishouden 4. Werkloos / werkzoekend 5. Arbeidsongeschikt (WAO, AAW) 6. Ziektewet 7. Gepensioneerd of in de VUT 8. Scholier, student 9. Werkzaam als vrijwilliger 10. Anders 4. Op antwoordkaart 1 staan een aantal gebeurtenissen die de samenstelling van een familie beïnvloeden Is er in het sinds het vorige interview een verandering opgetreden in uw familiesamenstelling (meerdere antwoorden mogelijk)? U mag meerdere antwoorden aangeven. Wilt u mij de gebeurtenissen noemen die van toepassing zijn 1. Er is een kind of kleinkind geboren 2. Er is een kind of kleinkind getrouwd 3. Er is een kind of kleinkind gescheiden 4. Er is een kind of kleinkind overleden 5. Er is een broer of zus getrouwd. 6. Er is een broer of zus gescheiden. 7. Er is een broer, zwager of (schoon)zus overleden 8. Vader is overleden 9. Moeder is overleden 10. Vader is opnieuw getrouwd 11. Moeder is opnieuw getrouwd 12. Een van de schoonouders is overleden 13. Een van de schoonouders is opnieuw getrouwd 2

Indien 4.8.: 4.8.a Wanneer is uw vader overleden? Maand. Jaar. 4.8.b Wat was de leeftijd van uw vader toen hij overleed? jaar 999= weet niet. Indien 4.9 4.9.a Waneer is uw moeder overleden? Maand.. Jaar. 4.9.b Wat was de leeftijd van uw moeder toen zij overleed? jaar 999= weet niet 5. Uit hoeveel mensen bestaat het huishouden waar u in woont, uzelf meegerekend?... 5a. Indien meer dan 1, Kunt u aangeven welke mensen dat zijn? Interviewer: meerdere antwoorden mogelijk, omcirkel de antwoorden die van toepassing zijn. 1. Partner 2. Vader 3. Schoonvader 4. Moeder 5. Schoonmoeder 6. Kinderen, aantal... 7. Zus(sen), aantal... 8. Schoonzussen, aantal.. 9. Broer(s), aantal... 10. Zwagers, aantal.. 11. Neven, nichten, aantal 12. Anderen, namelijk... 6. Bent u het sinds het vorige interview verhuisd? 1. Nee ga verder met vraag 7 ga verder met vraag 6a 6a. Waaruit bestaat uw huidige huisvesting? 1. Koopwoning 2. Huurwoning 3. Ouderlijk huis (inwonend bij ouders) 4. Op kamers 5. Beschermd wonen project 6. Pension / kosthuis 7. Zwervend / dakloos /tehuis voor dak- en thuislozen / sociaal pension 8. Woongroep 9. Anders, namelijk 3

6b. Uit hoeveel vertrekken bestaat uw woning dan wel huisvesting. Telt u de badkamer, keuken, open zolder, hal en gang niet mee. Een open keuken met een vloeroppervlakte van 4 vierkante meter of meer en zolderkamers met een eigen deur of raam moet u wel meetellen. Als de respondent met anderen, bijvoorbeeld in een woongroep woont, dan gaat het hier om alle kamers die de leden van de woongroep of het huishouden in totaal bewonen. Aantal kamers 6c. Hoe lang woont u al op dit adres?...maanden 7. Heeft u sinds het vorige interview een opleiding met een diploma afgerond? 1. Nee Zo ja, welke (antwoordkaart)? 1. VSO (voortgezet speciaal onderwijs) 2. VBO/LBO (huishoud-, ambacht-, technische school, of interne bedrijfsopleiding), MBO-kort 3. Leerlingwezen 4. MAVO, VMBO 5. MBO-lang, of interne bedrijfsopleiding op MBO niveau 6. HAVO, VWO, Gymnasium 7. HBO of interne bedrijfsopleiding op Hbo-niveau 8. Wetenschappelijk onderwijs, universiteit 9. Anders. 8. Wat is uw huidige werksituatie? 1. Betaald werk, 12 uur per week of meer 2. Betaald werk, maar minder dan 12 uur per week 3. Werk in eigen huishouden 4. Werkloos / werkzoekend 5. Arbeidsongeschikt (WAO, AAW) 6. Ziektewet 7. Gepensioneerd of in de VUT 8. Scholier, student 9. Werkzaam als vrijwilliger 10. Anders 9. De volgende vragen gaan over uw financiele situatie Mag ik u vragen om ongeveer aan te geven hoeveel geld er netto per jaar binnenkomt bij uw huishouden? Het gaat om het schone of netto inkomen, dus wat overblijft na aftrek van belastingen en premies. Als er meer dan 1 persoon in uw huishouden een inkomen heeft, wilt u dan alle netto inkomens bij elkaar optellen. Het betreft hier het inkomen inclusief eventuele uitkeringen zoals WW, bijstand, rentes, maar zonder vakantiegeld en eventuele onkostenvergoedingen. Kiest u het nummer op de kaart (INTERVIEWER: antwoordkaart 2)dat het huishoudinkomen het beste weergeeft. 4

Interviewer: Kies het cijfer bij het bedrag dat het meest met het antwoord overeen komt. (nieuwe antwoordkaart met meer categorieen) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 netto maandinkomen minder dan 600 euro 601-800 euro 801-1000 euro 1001-1200 euro 1201-1400 euro 1401-1600 euro 1601-1800 euro 1801-2000 euro 2001-2200 euro 2201-2400 euro 2401-2600 euro 2601-2800 euro 2801-3000 euro 3001-3200 euro 3201-3400 euro 3401-3600 euro 3601-3800 euro 3801-4000 euro 4001-4200 euro 4201-4400 euro 4401-4600 euro 4601-4800 euro 4801-5000 euro > 5000 euro 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 netto jaarinkomen minder dan 7,200 euro 7,201-9,600 euro 9,601-12,000 euro 12,001-14,400 euro 14,401-16,800 euro 16,801-19,200 euro 19,201-21,600 euro 21,601-24,000 euro 24,001-26,400 euro 26,401-28,800 euro 28,800-31,200 euro 31,201-33,600 euro 33,601-36,000 euro 36,001-38,400 euro 38,401-40,800 euro 40,801-43,200 euro 43,201-45,600 euro 45,601-48,000 euro 48,001-50,400 euro 50,401-52,800 euro 52,801-55,200 euro 55,201-57,600 euro 57,601-60,000 euro > 60,000 euro 10. Uit welke bronnen ontvangt uw huishouden het inkomen? (Antwoordkaart 3) 1. Loon of salaris 2. Winst uit eigen bedrijf 3. Pensioen(en) 4. Sociale uitkering(en) 5. Andere bezittingen (bv. rente) 6. Andere inkomensbronnen Indien meer dan 1 bron: 10 a. Welk van deze is de grootste bron van inkomsten? 1. Loon of salaris 2. Winst uit eigen bedrijf 3. Pensioen(en) 4. Sociale uitkering(en) 5. Andere bezittingen (bv. rente) 6. Andere inkomensbronnen 11. Hoeveel personen in uw huishouden hebben een eigen regulier inkomen? U moet eventuele zaterdag- of vakantiebaantjes buiten beschouwing laten. personen 5

SECTIE D SOC10A1 SOC4A D33 Ik wil u nu wat vragen over situaties waarin u angstig of bang zou kunnen zijn. Sommige mensen hebben een sterke angst om dingen te doen in het bijzijn van anderen, of wanneer veel aandacht op hen gericht is. GEEF RESPONDENT KAART 4. Kijk naar de situaties op KAART 4. Heeft u sinds het vorige interview een ongewoon sterke angst gehad voor één van de situaties op deze lijst, of heeft u één van deze situaties sinds het laatste interview vermeden? NEE (GA NAAR D43). 1 A. Heeft u een ongewoon sterke angst gehad voor: NEE JA 1. eten of drinken waar iemand u kan zien? 1 5 2. praten met mensen omdat u niets te zeggen zou hebben of dom zou lijken? 1 5 3. schrijven terwijl iemand toekijkt? 1 5 4. deelnemen aan, of spreken tijdens een vergadering of cursus? 1 5 5. naar een feestje of andere uitstapje gaan? 1 5 6. een toespraak houden of spreken in het openbaar? 1 5 7. Heeft u een ongewoon sterke angst gehad voor een andere situatie waarin veel aandacht op u gericht zou kunnen zijn? 1 5 ALS CODE 1, GA DAN NAAR D34; VRAAG ANDERS: Kunt u mij een voorbeeld geven van zo n situatie waar u bang voor bent, waar veel aandacht op u gericht zou kunnen zijn? VOORBEELD: Omcirkel op kaart 5 elk item met een 5-code SOC10A2 SOC4D D34 Heeft u sinds het vorige interview vaak situaties, zoals op KAART 5 staan, vermeden, situaties dus waarin veel aandacht op u gericht zou kunnen zijn? NEE... 1 JA... 5 Als code 5, vraag: welke? (nog andere?) ga door met vragen tot R nee zegt. Omcirkel op kaart 5 de door R genoemde items die nog niet omcirkeld waren. Als D 33a.1-7 en D 34 alle 1, ga dan naar D43 6

SOC4G SOC4H D35 Heeft u met een dokter gesproken over uw (angst voor/ vermijden van) situaties, zoals omcirkeld op KAART 5, situaties waarin veel aandacht op u gericht zou kunnen zijn? VOT: 2 3 4 5 Ga verder met doorvragen; angst samenhangend met spraakproblemen, trillen tijdens lichamelijke ziekte en eetproblemen worden beschouwd als lichamelijke ziekte. ARTS: ANDER: SOC10A SOC4A D36 (Was u bang voor/vermeed u) situaties waarin veel aandacht op u gericht kon zijn, situaties zoals omcirkeld op KAART 5, omdat u daarin angst zou kunnen vertonen of zich op een manier zou kunnen gedragen, waar u zich voor schaamt? NEE... 1 JA... 5 INDIEN NEE: dus u was niet bang voor of vermeed de genoemde situaties niet, omdat u angst zou kunnen tonen? INDIEN NEE: en u was ook niet bang voor of vermeed de genoemde situaties niet, omdat u zich beschaamd zou voelen over uw gedragingen? INTERVIEWER: indien wel angst/vermijding om genoemde redenen, dan bij vraag d36: 5 scoren SOC10C SOC4C D37 Was uw (angst voor/vermijden van) één van deze situaties waarin veel aandacht op u gericht kon zijn, situaties zoals omcirkeld op KAART 5 overdreven, dat wil zeggen veel sterker dan bij andere mensen? NEE... 1 JA... 5 SOC10C SOC4C A. Was uw (angst voor/vermijden van) één van deze situaties waarin veel aandacht op u gericht kon zijn, situaties zoals omcirkeld op KAART 5, onredelijk, dat wil zeggen veel sterker dan dat zou moeten zijn? NEE... 1 JA... 5 SOC10C SOC4E B. Heeft u zich erg aan uzelf geërgerd vanwege (die angst voor/dat vermijden van) situaties waarin veel aandacht op u gericht kon zijn, situaties zoals omcirkeld op KAART 5? NEE... 1 JA... 5 SOC4E D38 Belemmerde (de angst voor/het vermijden van) één van deze situaties waarin veel aandacht op u gericht kon zijn, situaties zoals omcirkeld op KAART 5, uw leven of bezigheden in belangrijke mate? SOC4D D39 Als u in situaties was waarin veel aandacht op u gericht kon zijn, situaties zoals omcirkeld op KAART 5, of dacht dat u dat zou moeten, raakte u dan gewoonlijk erg van streek? NEE... 1 JA...5 NEE... 1 JA... 5 SOC10B SOC4B D40 Als u in een situatie was waarin veel aandacht op u gericht kon zijn, situaties zoals omcirkeld op KAART 5, of dacht dat u dat zou moeten, NEE JA 7

1. bloosde of beefde u dan? 1 5 2. was u misselijk of had u een onaangenaam gevoel in de buik, of dacht u dat u moest overgeven? 3. was u bang dat u de controle over uw darmen of blaas zou verliezen? A. Kijk onderaan de kaart. Als u in een situatie was waarin veel aandacht op u gericht kon zijn, situaties dus zoals omcirkeld op deze kaart, of dacht dat u dat zou moeten. (Begin vragen 1-13 te stellen, maar ga na twee vragen met een 5-code naar D 41), 1. had u dan hartkloppingen of een zeer snelle hartslag? 1 5 1 5 NEE JA 1 5 2. zweette u? 1 5 3. trilde of beefde u? 1 5 4. had u een droge mond? 1 5 5. had u het benauwd? 1 5 6. had u het gevoel alsof u stikte? 1 5 7. had u pijn of een onaangenaam gevoel op de borst? 1 5 8. was u duizelig of voelde u zich licht in het hoofd? 1 5 9. had u het gevoel dat u of de dingen om u heen onwerkelijk waren? 10. was u bang de controle over uzelf te verliezen, gekke dingen te gaan doen, of flauw te vallen? 1 5 1 5 11. was u bang dat u dood zou gaan? 1 5 12. had u opvliegers of koude rillingen? 1 5 13. had u een doof of tintelend gevoel? 1 5 SOC10ON SOC4ON SOC10R SOC4RE SOC4F D41 ONS: Wanneer was de eerste keer sinds het vorige interview dat u bang was voor situaties waarin veel aandacht op u gericht kon zijn, situaties zoals omcirkeld op KAART 4, of dat u deze situaties vermeed? ONS: 1 2 3 4 5 6 LFT ONS: / SOC10ON SOC4ON SOC10R SOC4RE SOC4F D41 REC: Wanneer was de laatste keer sinds het vorige interview dat u bang was voor situaties waarin veel aandacht op u gericht kon zijn, situaties zoals omcirkeld op KAART 4, of wanneer was de laatste keer dat u deze situaties vermeed? REC: 1 2 3 4 5 6 LFT REC: / Als R antwoordt dat dit LANGER DAN 1 MAAND GELEDEN IS: Klopt het dus dat u in de afgelopen maand niet bang bent geweest voor situaties waarin veel aandacht op u gericht kon zijn en dat u in de afgelopen maand geen situaties hebt vermeden? 8

Indien antwoord = NEE (dus respondent is in de afgelopen maand WEL BANG geweest of heeft WEL situaties vermeden) SCOOR 1 OF 2. SOC4A D42 Als u kijkt naar de periode tussen de eerste en de laatste keer, was deze (sterke angst voor/vermijding van) situaties waarin veel aandacht op u gericht kon zijn, situaties zoals omcirkeld op KAART 4 dan gewoonlijk aanwezig wanneer u in deze situaties terecht kwam, of dacht terecht te komen? AG10A AG4A D43 GEEF RESPONDENT KAART 5. Ik wil u nu iets vragen over andere situaties waarin u bang geweest zou kunnen zijn. Kijk naar de situaties op KAART 6. Heeft u sinds het vorige interview een sterke angst gehad voor één van de situaties op deze kaart, of heeft u één van deze situaties vermeden? NEE (GA NAAR D54). 1 A. Heeft u een gehad voor: NEE JA 1. alleen buitenshuis zijn? 1 5 2. reizen in een bus, trein of auto? 1 5 3. zich in een menigte bevinden of in een rij wachten? 4. zich in een openbare gelegenheid, zoals een winkel, bevinden? OMCIRKEL ELK ITEM MET EEN 5-CODE OP KAART 6 1 5 1 5 AG10A AG4B D44 Heeft u vaak situaties zoals op KAART 5 vermeden vanwege uw angst? Als 5 gecodeerd, vraag: Welke? (nog andere?) vraag door tot R nee antwoord. omcirkel op kaart 6 de door R genoemde en NOG NIET omcirkelde items ALS D43A1-4 EN D44 ALLE 1, GA DAN NAAR D54. AG4B D45 Is er een periode waarin u zo angstig was voor deze situaties dat u daarin niet alleen kon blijven? A. Kon u wel in de situaties zoals omcirkeld op KAART 5 blijven als een bekende u vergezelde? NEE (GA NAAR D46). 1 D46 Heeft u met een dokter gesproken over uw (angst voor/ vermijding van) situaties zoals omcirkeld op KAART 5? VRAAG DOOR. ARTS: ANDER: VOT: 2 3 4 5 AG4B D47 Als u zich in een situatie zoals omcirkeld op KAART 5 bevond, of dacht dat u dat zou moeten, raakte u dan gewoonlijk erg van streek? 9

AG10B D48 Als u zich in een situatie zoals omcirkeld bevond, of dacht dat u zou moeten (Begin 1 14 te stellen, maar ga na 2 ITEMS met een 5-code naar D 49) NEE JA 1. Had u dan hartkloppingen of een zeer snelle hartslag? 1 5 2. Zweette u? 1 5 3. Trilde of beefde u? 1 5 4. Had u een droge mond? 1 5 5. Had u het benauwd? 1 5 6. Had u het gevoel alsof u stikte? 1 5 7. Had u pijn of een onaangenaam gevoel op de borst? 1 5 8. Was u misselijk of had u een onaangenaam gevoel in de buik? 1 5 9. Was u duizelig of voelde u zich licht in het hoofd? 1 5 10. Had u het gevoel dat u of de dingen om u heen onwerkelijk waren? 11. Was u bang de controle over uzelf te verliezen, gekke dingen te gaan doen, of flauw te vallen? 1 5 1 5 12. Was u bang dat u dood zou gaan? 1 5 13. Had u opvliegers of koude rillingen? 1 5 14 Had u een doof of tintelend gevoel? ALS GEEN 5-CODE IN 1-14, GA DAN NAAR D52 1 5 AG4A D49 (Was u bang voor/vermeed u) de situaties zoals omcirkeld op KAART 6 omdat u niet zou kunnen ontsnappen als u plotseling één van deze klachten zou krijgen? AG4A D50 (Was u bang voor/vermeed u) de situaties zoals omcirkeld op KAART 6 omdat u geen hulp zou kunnen krijgen als u plotseling één van deze klachten zou krijgen? AG10ON AG4ON AG10RE AG4RE D52 ONS: Wanneer was de eerste keer sinds het vorige interview dat u bang was voor situaties zoals omcirkeld op KAART 6, of dat u deze situaties vermeed? ONS: 1 2 3 4 5 6 LFT ONS: / AG10ON AG4ON AG10RE AG4RE D52 REC: Wanneer was de laatste keer sinds het vorige interview dat u bang was voor situaties zoals omcirkeld op KAART 6, of wanneer was de laatste keer dat u deze situaties vermeed? REC: 1 2 3 4 5 6 LFT REC: / 10

Als R antwoord dat dit LANGER DAN 1 MAAND GELEDEN IS: Klopt het dat u in de afgelopen maand niet bang geweest bent voor de eerder genoemde situaties, of dat u in de afgelopen maand dergelijke situaties niet heeft vermeden? Indien antwoord = NEE (dus respondent is in de afgelopen maand wel bang geweest of heeft wel situaties vermeden) scoor 1 of 2. PAN10B1 PAN4A1 PAN10A D54 Nu zou ik u wat willen vragen over aanvallen van angst die overal zouden kunnen optreden. Heeft u sinds het vorige interview een aanval gehad waarin u zich plotseling bang, angstig of erg ongemakkelijk voelde? NEE (GA NAAR D63). 1 PAN10A D55 Trad één van deze aanvallen op in een situatie waarin u leven in gevaar was? A. Trad één van deze aanvallen op in een situatie waarin uw leven niet in gevaar was? NEE (GA NAAR D56)...1 JA..5 NEE (GA NAAR D63)...1 JA..5 PAN10A PAN4A1 D56 Denk bij het beantwoorden van de volgende vragen alléén aan die aanvallen die optraden in een situatie waarin uw leven niet in gevaar was. Heeft u meer dan eens zo n aanval gehad die totaal onverwacht optrad? NEE (GA NAAR D63). 1 MÉÉR DAN EENS...5 PAN10B4 PAN4A1 D57 Denk aan een erge aanval die u heeft gehad. Welke van deze klachten had u tijdens die aanval? (Begin 1-14 te stellen, maar ga NA 4 ITEMS met een 5-code naar D 58) 1. had u dan hartkloppingen of een zeer snelle hartslag? NEE JA 1 5 2. zweette u? 1 5 3. trilde of beefde u? 1 5 5. had u het benauwd? 1 5 6. had u het gevoel alsof u stikte? 1 5 7. had u pijn of een onaangenaam gevoel op de borst? 8. was u misselijk of had u een onaangenaam gevoel in de buik? 1 5 1 5 9. was u duizelig of voelde u zich licht in het hoofd? 1 5 10. had u het gevoel dat u of de dingen om u heen onwerkelijk waren? 11. was u bang de controle over uzelf te verliezen, gekke dingen te gaan doen, of flauw te vallen? 1 5 1 5 12. was u bang dat u dood zou gaan? 1 5 13. had u opvliegers of koude rillingen? 1 5 14. had u een doof of tintelend gevoel? 1 5 11

OMCIRKEL ALLE ITEMS MET EEN 5-CODE Als minder dan vier sx in 1-14 een 5-code hebben, ga dan naar D 63 PAN10B2 PAN10B3 PAN4A1 D58 Begonnen, tijdens die aanvallen waarin u zich bang of angstig voelde, deze klachten plotseling en werden zij in de eerste minuten van de aanval steeds heftiger? NEE (GA NAAR D63). 1 PAN4C A. Heeft u met een dokter gesproken over een dergelijke aanval? VOT: 2 3 4 5 VRAAG DOOR. ARTS: ANDER: D59 Was er, nadat u zo n aanval had gehad een periode van een maand of langer waarin u: PAN4A2A A. vaak bezorgd was dat u nog een aanval zou krijgen? PAN4A2B B. zich zorgen maakte dat de aanvallen ertoe zouden leiden dat er iets vreselijks zou gebeuren, zoals doodgaan, de zelfbeheersing verliezen of gek worden? PAN4A2C C. uw dagelijkse bezigheden veranderde uit angst voor de aanvallen? PAN10ON PAN4ON PAN10RE PAN4RE D61 ONS: Wanneer was de eerste keer sinds het vorige interview dat u één van deze plotselinge aanvallen had waarin u zich bang of angstig voelde? ONS: 1 2 3 4 5 6 LFT ONS: / PAN10ON PAN4ON PAN10RE PAN4RE D61 REC: Wanneer was de laatste keer sinds het vorige interview dat u dergelijke paniekaanvallen had, of situaties vermeed omdat u bezorgd was om een paniekaanval te krijgen? REC: 1 2 3 4 5 6 LFT REC: / ALS R ANTWOORDT DAT DIT LANGER DAN 1 MAAND GELEDEN IS: Klopt het dat u in de afgelopen maand geen paniekaanval heeft gehad en dat u in de afgelopen maand geen situaties heeft vermeden omdat u bezorgd was om een paniekaanval te krijgen? Indien antwoord = NEE (dus respondent is in de afgelopen maand wel bang geweest of heeft wel situaties vermeden) scoor 1 of 2. Als er GEEN situaties omcirkeld zijn op de kaarten 4 en 5, ga dan naar D 63. 12

D62 Kijk naar de KAARTEN 4 & 5. U heeft ook verteld dat u bang geweest bent voor sommige van de situaties op deze kaarten, of dat u sommige van die situaties heeft vermeden. Traden de plotselinge aanvallen waarin u zich bang of angstig voelde alléén op in deze situaties? Ja alleen in gevreesde situaties..1 Nee ook op andere momenten...5 GAD10A GAD4A D63 Nu zou ik u wat willen vragen over langere periodes waarin u zich bezorgd, gespannen of angstig voelde. Heeft u sinds het vorige interview een periode van een maand of langer gehad waarin u zich het merendeel van de tijd bezorgd, gespannen of angstig voelde over alledaagse problemen, zoals werk of familie? NEE (GA NAAR B)... 1 A. Hoe lang duurde de langste periode waarin u zich bezorgd, gespannen of angstig voelde? / MND Als D 63a zes maanden of meer, ga dan naar D 64. B. Mensen verschillen sterk in de mate waarin zij zich zorgen maken over dingen. Is er sinds het vorige interview een periode in uw leven geweest waarin u zich veel meer zorgen maakte dan de meeste mensen in uw situatie zouden doen? NEE (GA NAAR E1)... 1 C. Hoe lang duurde de langste van deze periodes die u heeft gehad? / MND Als D63c minder dan zes maanden, ga dan naar E1. D64 Tijdens die periode van zes maanden of langer waarin u zich bezorgd, gespannen of angstig voelde: GAD4A A. was uw bezorgdheid toen overdreven, dat wil zeggen, denkt u dat die bezorgdheid toen veel sterker was dan bij andere mensen? GAD10A GAD4A B. maakte u zich de meeste dagen zorgen over die dingen? GAD4B C. vond u het moeilijk uw bezorgdheid te stoppen? 13

GAD10A GAD4D D. waarover maakte u zich vooral zorgen? VOORBEELD: INTERVIEWER : Als voorbeeld uitsluitend zorgen over de gevolgen van de eigen psychische problemen betreft, vraag dan: waren er nog meer dingen? INTERVIEWER: Als R zich zorgen maakt over 1 ding, vraag dan: maakte u zich ook nog zorgen over andere dingen? (dus niet eigen psychische symptomen) R s zorgen over de gevolgen van de eigen psychische problemen...1 Alle overige zorgen...5 Als voorbeeld nog steeds geen andere zorgen betreft of maar 1 ding betreft, codeer 1 en ga naar E1. GAD10B GAD4C D65 Ik zou u nu wat willen vragen over klachten die sommige mensen hebben tijdens dergelijke periodes van bezorgdheid, gespannenheid en angst. Tijdens die periode van zes maanden of langer waarin u zich bezorgd, gespannen of angstig voelde: NEE JA 1. was u toen rusteloos? 1 5 2. voelde u zich opgewonden of geïrriteerd? 1 5 3. was u snel vermoeid? 1 5 4. had u moeite uw gedachten te houden bij waar u mee bezig was? 1 5 5. was u sneller geprikkeld dan gewoonlijk? 1 5 6. had u gespannen, gevoelige of pijnlijke spieren? 1 5 7. had u moeite met inslapen of doorslapen? 1 5 8. had u hartkloppingen of een zeer snelle hartslag? 1 5 9. zweette u? 1 5 10. trilde of beefde u? 1 5 11. had u een droge mond? 1 5 Als geen 5-code in 1-11, ga dan naar E1. Omcirkel bij 4 of meer 5-codes in 1-11 de items met een 5- code en ga naar D66. Stel anders vragen 12-24, maar ga naar D 66 op het moment dat in totaal 4 items in 1-24 een 5- code hebben. 12. had u het benauwd? 1 5 13. had u het gevoel alsof u stikte? 1 5 14. had u pijn of een onaangenaam gevoel op de borst? 1 5 15. had u pijn of een onaangenaam gevoel in de buik? 1 5 14

16. was u misselijk? 1 5 17. voelde u zich duizelig of licht in het hoofd? 1 5 18. had u het gevoel dat u of de dingen om u heen onwerkelijk waren? 19. was u bang de controle over uzelf te verliezen, gekke dingen te gaan doen of flauw te vallen? 1 5 1 5 20. was u bang dat u dood zou gaan? 1 5 21. had u opvliegers of koude rillingen? 1 5 22. had u een doof of tintelend gevoel? 1 5 23. had u het gevoel een brok in de keel te hebben? 1 5 24. schrok u snel? 1 5 OMCIRKEL ITEMS MET EEN 5-CODE ALS MINDER DAN 4 ITEMS OMCIRKELD, GA DAN NAAR E1 GAD10D GAD4F D66 Heeft u met een dokter gesproken over de lange periodes waarin u zich bezorgd, gespannen of angstig voelde en waarin u tegelijkertijd enige van de klachten had zoals hiervoor genoemd? VOT: 2 3 4 5 VRAAG DOOR. ARTS: ANDER: GAD4E D67 Heeft u zich erg aan uzelf geërgerd omdat u zich gedurende langere periodes bezorgd, gespannen of angstig voelde? GAD4E D68 Belemmerde de periode van bezorgdheid, gespannenheid of angst uw leven of bezigheden ernstig? NEE, NIET ERNSTIG... 1 JA, ERNSTIG... 5 GAD10ON GAD4ON D69 ONS: Wanneer begon de eerste periode sinds het vorige interview van zes maanden of langer waarin u zich bezorgd, gespannen of angstig voelde en waarin u ook eerder genoemde klachten had? ONS: 1 2 3 4 5 6 LFT ONS: / GAD10RE GAD4RE REC: Wanneer eindigde de laatste periode waarin u zich bezorgd, gespannen of angstig voelde en waarin u ook eerder genoemde klachten had? REC: 1 2 3 4 5 6 LFT REC: / 15

SECTIE E DEP10B1 DP4A1 E1 Ik zou u nu wat willen vragen over periodes waarin u zich somber, leeg of depressief voelde. Heeft u zich sinds het vorige interview in uw leven wel eens twee weken of langer bijna dagelijks het grootste deel van de dag somber, leeg of depressief gevoeld? DEP10B2 DP4A2 DEP10S1 E2 Heeft u in uw leven sinds het vorige interview 2 weken of langer gehad waarin u uw interesse verloor voor de meeste dingen, zoals werk, hobby s en andere dingen waar u gewoonlijk plezier aan beleefde? ALS E1 EN E2 BEIDE 1 GECODEERD, GA DAN NAAR E34. GEBREK AAN ENERGIE DEP10B3 DP4A6 E3 Had u, tijdens zo n periode van twee weken of langer waarin u (zich somber, leeg of depressief voelde/uw interesse voor dingen verloor), bijna dagelijks de gehele dag ]] een gebrek aan energie of voelde u zich moe, zelfs als u niet erg hard gewerkt had? VERANDERING IN EETLUST DEP10C7 DP4A3 DEP10S6 E4 En hoe zit het met andere klachten of problemen die u had tijdens zo n periode van twee weken of langer waarin u (zich depressief voelde/uw interesse in dingen verloor/zich altijd moe voelde). ]] Had u toen bijna dagelijks minder eetlust dan gewoonlijk? DEP10C7 DP4A3 E5 Tijdens één van die periodes, ]] viel u toen af zonder dat u dat probeerde, wel één kilo per week gedurende meerdere weken achtereen? ALS E5 1 GECODEERD, GA DAN NAAR E6 DEP10S7 A. Hoe veel viel u af? KG / DEP10C7 DP4A3 E6 Tijdens één van die periodes, ]] had u toen twee weken of langer bijna dagelijks een veel grotere eetlust dan gewoonlijk? CODEER 1 ALS ALLEEN TEN GEVOLGE VAN GROEISPURT OF ZWANGERSCHAP 16

DEP10C7 DP4A3 E7 Tijdens één van die periodes, ]] nam uw eetlust zodanig toe dat u in gewicht aankwam - wel één kilo per week gedurende meerdere weken achtereen? CODEER 1 ALS ALLEEN WEER AANGEKOMEN NA GEWICHTSVERLIES. ALS E7 1 GECODEERD, GA DAN NAAR E8. DP4A3 A. Hoeveel kwam u aan? KG / SLAAP PROBLEMEN DEP10C6 DP4A4 E8 Toen u (zich depressief voelde/uw interesse in dingen verloor/een gebrek aan energie had), had u toen ook gedurende twee weken of langer bijna elke nacht slaapproblemen - dat wil zeggen moeite met inslapen, midden in de nacht wakker worden of te vroeg wakker worden? ALS GEEN 5-CODE, GA DAN NAAR E9. DEP10S3 A. ]] Werd u 2 weken of langer dagelijks minstens twee uur eerder wakker dan u wilde? DEP10C6 DP4A4 E9 Tijdens zo n periode waarin u (zich depressief voelde/uw interesse in dingen verloor/een gebrek aan energie had), sliep u toen bijna dagelijks te veel? TRAAG/RUSTELOOS DEP10C5 DP4E E10 Tijdens één van die periodes, sprak of bewoog u toen twee weken of langer bijna dagelijks trager dan gewoon voor u is? ALS 1 GECODEERD, GA DAN NAAR E11. DEP10S5 DP4A5 A. ]] Hebben anderen gemerkt dat u trager sprak of bewoog? DEP10C5 DP4A5 ML4B4 E11 Tijdens één van die periodes, moest u toen steeds maar bewegen - dat wil zeggen dat u niet stil kon zitten en maar op en neer bleef lopen, of dat u uw handen niet stil kon houden als u zat? ALS 1 GECODEERD, GA DAN NAAR E12 DEP10S5 DP4A5 A. A. ]] Hebben anderen gemerkt dat u steeds bewoog? 17

WAARDELOOS/SCHULDIG DEP10C2 DP4A7 DP4E E12 Tijdens één van deze periodes, voelde u zich toen bijna dagelijks waardeloos? A. ]] Voelde u zich schuldig? ALS E12 EN E12A BEIDE 1, GA DAN NAAR E15. B. ]] Was er een speciale reden om u (waardeloos/schuldig) te voelen? ALS E12B 1 GECODEERD, GA DAN NAAR E15. NOTEER VOORBEELD: DP4A7 C. VOELDE R ZICH ALLEEN WAARDELOOS/SCHULDIG OVER (DE GEVOLGEN VAN) HET DEPRESSIEF ZIJN? JA... 1 NEE... 5 MOEITE MET DENKEN DEP10C4 DP4A8 E15 Tijdens één van deze periodes, had u toen veel meer moeite om u te concentreren dan gewoonlijk? A. ]] Vond u het moeilijk om dingen te lezen die u gewoonlijk interesseren, of televisieprogramma s of films te kijken die u gewoonlijk leuk vindt, omdat u uw aandacht er niet bij kon houden? DEP10C4 DP4A8 E16 ]] Vormden uw gedachten zich veel trager dan gewoonlijk of leken uw gedachten door elkaar te lopen? DEP10C4 DP4A8 E17 ]] Vond u het moeilijk om beslissingen te nemen over zaken waar u normaal zonder moeite over beslist? GEDACHTEN AAN DE DOOD DEP10C3 DP4A9 E18 ]] Dacht u veel aan de dood tijdens één van die periodes? DEP10C3 DP4A9 E19 ]] Voelde u zich zo terneergeslagen dat u er vaak over dacht zelfmoord te plegen? 18

ALS 1 GECODEERD, GA DAN NAAR E21. A. ]] Dacht u ook na over de manier waarop u dat zou kunnen doen? DEP10C3 DP4A9 E20 ]] Heeft u een zelfmoordpoging gedaan? E21 TEL HET AANTAL 5-CODES OP IN E1 EN E2, PLUS HET AANTAL BLOKKEN MET TEN MINSTE ÉÉN 5-CODE. IS HET TOTAAL OF MEER? ALS NEE, GA DAN NAAR E34. DEP10A DP4E DP4D E25 Heeft u, tijdens één van die periodes waarin u (zich somber, leeg of depressief voelde/uw interesse verloor), met een dokter gesproken over de problemen of klachten die u op dat moment had met (NOEM SX MET EEN 5-CODE IN E3-E20)? VRAAG DOOR. VOT: 2 3 4 5 ARTS: ANDER: ALS NIET VOT 5 GECODEERD, GA DAN NAAR E34. DP4A DEP10A DP4E E26 Hoe lang duurde de langste van dergelijke periodes die u heeft gehad? / / WEKEN ALS MIJN HELE LEVEN OF MEER DAN 19 JAAR, NOTEER DAN 996. JAREN x 52 = # WEKEN; MAANDEN x 4 = # WEKEN. EEN HALF JAAR = 26 WEKEN! ALS 0 TOT 13 DAGEN, CODEER DAN 001 EN GA NAAR E34. A. Belemmerde één van deze periodes van twee weken of langer u in belangrijke mate in uw functioneren op uw werk, of in het zorgen voor het huishouden, uw familie of uzelf? DP4ON DEP10ON DP4RE DEP10RE E27 ONS: Wanneer was de eerste keer sinds het vorige interview dat u een periode had van twee weken of langer waarin u (zich somber, leeg of depressief voelde/uw interesse verloor/een gebrek aan energie had) en tegelijkertijd enige van die problemen had zoals (NOEM SX MET 5-CODE IN E4-E20)? ONS: 1 2 3 4 5 6 LFT ONS: / DP4ON DEP10ON E27 REC: Wanneer eindigde de laatste periode van twee weken of langer waarin u (zich somber, leeg of depressief REC: 1 2 3 4 5 6 LFT REC: / 19

DP4RE DEP10RE voelde/uw interesse verloor/een gebrek aan energie had) en tegelijkertijd enige van die problemen had zoals (NOEM SX MET 5-CODE IN E4-E20)? GA4F E28 ALS E26 MINDER DAN 26 IS, GA DAN NAAR E29. ALS LFT ONS BIJ D69 LEEG IS OF LAGER DAN LFT ONS BIJ E27, GA DAN NAAR E29. VRAAG ANDERS: U heeft eerder verteld dat u een lange periode heeft gehad waarin u angstig was en zich zorgen maakte over verschillende dingen. Viel deze lange periode van u angstig voelen en zorgen maken in zijn geheel binnen één van de periodes waarin u (depressief was/uw interesse verloor)? DEP10RG1 MDR4A E29 Hoeveel verschillende periodes van twee weken of langer, heeft u gehad waarin u (zich depressief voelde/uw interesse in dingen verloor/een gebrek aan energie had) en tegelijkertijd sommige van die problemen had waarover we zojuist hebben gesproken? / # PERIODES ALS 01 INGEVULD, GA DAN NAAR E30. A. Voelde u zich tussen (enige van) die periodes waarin u (zich depressief voelde/geen interesse had in dingen/een gebrek aan energie had) een aantal maanden goed? B. Kon u, tussen deze periodes van depressie, net zo goed uw werk uitvoeren of plezier beleven aan het omgaan met andere mensen als vóór die tijd? C. Duurde deze periode waarin u zich goed voelde en plezier beleefde aan de omgang met andere mensen minstens 2 maanden? D. Hoeveel verschillende periodes waarin u (zich depressief voelde/geen interesse had in dingen/een gebrek aan energie had) heeft u gehad, als u alleen die periodes telt waarin u zich minstens 2 maanden tussen twee periodes goed voelde? NEE... (GA NAAR E30)...1 TUSSEN PERIODES GOED...5 NEE... (GA NAAR E30)...1 JA...5 NEE... (GA NAAR E30)...1 JA...5 / # PERIODES MET INTERVAL VAN 2 MAANDEN ALS E29D 1 GECODEERD, GA DAN NAAR E30 20

E. Hoe oud was u toen de eerste van dergelijke periodes eindigde - dat wil zeggen, toen u zich na die periode twee maanden goed voelde? DP4E E30 Trad (deze periode/één van deze periodes) van (depressie/interesseverlies) op vlak nadat iemand die u goed kende gestorven was? / LFT BIJ EINDE VAN EERSTE PERIODE NEE... (GA NAAR C)...1 JA...5 Als r zelf aangeeft dat deze periode meer dan 2 maanden na het overlijden begon, codeer dan 1 en ga naar c. A. Heeft u ook een periode gehad waarin u (zich depressief voelde/uw interesse verloor) en tegelijkertijd die andere problemen had zoals (NOEM 3 SX MET 5-CODE IN E3- E20) op een moment dat niet vlak daarvoor iemand die u goed kende gestorven was? NEE, ALLEEN NA OVERLIJDEN... (GA NAAR E34)...1 JA, OOK OP ANDER MOMENT...5 B. ALS DEPRESSIEVE PERIODE GEHAD IN LAATSTE JAAR (E27 REC=1-5), VRAAG DAN: En hoe zit het met die periode(s) die u in het afgelopen jaar had? (Trad die/traden die allemaal) op kort na het overlijden van iemand die u goed kende? JA, ALLEEN NA OVERLIJDEN...2 NEE, NIET ALLEEN NA OVERLIJDEN...5 C. ALS MAN OF GEEN KINDEREN, GA DAN NAAR E34. Begon (deze/één van deze) periode(s) binnen een maand na de geboorte van een kind? DY4A E34 Heeft u zich in de afgelopen twee jaar meestal depressief of somber gevoeld, ook al voelde u zich soms goed? NEE...1 JA...5 NEE... (GA NAAR J1)...1 JA...5 DYS10A DY4C A. Was het een periode, zonder onderbreking van 2 volledige maanden waarin u zich goed voelde? ALS NEE, CODEER VOT 1 EN GA NAAR J1. VOT: 1 2 3 4 5 Heeft u tijdens die periode waarin u zich depressief of somber voelde met een dokter gesproken over hoe u zich voelde? VRAAG DOOR. ARTS: ANDER: NEE JA 21

DYS10C2 DY4B2 E35 Had u in die lange periode waarin u zich depressief voelde slaapproblemen - dat wil zeggen moeite met inslapen, midden in de nacht wakker worden of te vroeg wakker worden? 1 5 DY4B2 E36 Sliep u in die periode van twee jaar of langer, waarin u zich depressief voelde, vaak te veel? DY4B1 E37 Had u in die periode van twee jaar of langer, waarin u zich depressief voelde, vaak erg weinig eetlust? DY4B1 E38 At u in die periode van twee jaar of langer, waarin u zich depressief voelde, regelmatig veel meer dan gewoonlijk? 1 5 1 5 1 5 DYS10C1 DY4B3 E39 Had u meestal een gebrek aan energie of voelde u zich moe, zelfs als u niet erg hard gewerkt had? 1 5 DYS10C3 DY4B4 E40 Voelde u zich in die periode van twee jaar, waarin u depressief was, vaak minder dan andere mensen? 1 5 DYS10C3 DY4B4 E41 Had u toen zo weinig zelfvertrouwen dat u niet eens probeerde ergens invloed op uit te oefenen? 1 5 DYS10C4 DY4B5 E42 Had u in die periode van twee jaar, waarin u zich depressief voelde, veel meer moeite met uw concentratie dan gewoon voor u is? 1 5 DY4B5 E43 Was u in die periode van twee jaar, waarin u zich depressief voelde, niet in staat beslissingen te nemen over zaken waar u normaal zonder moeite over zou beslissen? 1 5 DYS10C7 DY4B6 E45 Voelde u zich in die periode van twee jaar, waarin u zich depressief voelde, regelmatig hopeloos dat er geen uitzicht was dingen te verbeteren? 1 5 Als geen 5-codes in E35 - E45, codeer dan E52 VOT 1 en ga naar J1. DY4G E52 Heeft u met een dokter gesproken over de problemen of klachten die u had in die periode van depressie - problemen zoals (NOEM SX MET EEN 5-CODE IN E35-E51)? VOT: 1 2 3 4 5 VRAAG DOOR. 22

ARTS: ANDER: A Als VOT 5 gecodeerd, maar respondent zegt zelf dat sommige problemen uitsluitend veroorzaakt werden door lichamelijke ziekte, noteer dan deze problemen. Als VOT 5 gecodeerd, maar respondent zegt zelf dat sommige problemen uitsluitend veroorzaakt werden door medicijnen, drugs, of alcohol, noteer dan deze problemen. DY4ON DYS10ON E53 ONS: Wanneer begon uw eerste periode van twee jaar of langer, waarin u zich somber of depressief voelde en tegelijkertijd sommige van die andere problemen had zoals (SX met 5-code in E35 - E45 die niet uitsluitend toe te schrijven zijn aan lichamelijke ziekte of medicijnen, drugs of alcohol)? LFT ONS: / DY4RE DYS10RE REC: Wanneer eindigde de laatste van dergelijke periodes? REC: 1 2 3 4 5 6 LFT REC: / GA4F E54 ALS LFT ONS BIJ D69 LEEG OF LAGER DAN LFT ONS BIJ E53, GA DAN NAAR J1. NEE...1 JA...5 U vertelde eerder dat u een langere periode heeft gehad waarin u angstig was en zich zorgen maakte over verschillende dingen. Viel deze hele periode van zich angstig voelen en zorgen maken in zijn geheel binnen die periode waarin u het merendeel van de tijd depressief was? 23

Suïcidale gedachten gedurende de afgelopen week Nu zou ik graag willen weten of u gedurende de afgelopen week gedachten heeft gehad (of serieus heeft overwogen) om uzelf te vergiftigen/te beschadigen Interviewer: het gaat er hierbij om een indruk te krijgen van de wens om te leven/sterven van de respondent. Je hoeft niet alle vragen letterlijk te stellen. 1 vraag kan soms genoeg zijn om een indruk te krijgen, maar soms kan het nodig zijn om een aantal extra vragen te stellen. Het gaat bij deze vragen dus om uw inschatting over de suïcidale gedachten van de respondent. 1. Welke gevoelens had u de afgelopen week omtrent leven en dood. Wilde u leven en hoe sterk was deze wens? 2. Welke gevoelens had u de afgelopen week omtrent sterven. Wilde u sterven en hoe sterk was deze wens? 3. Welke gevoelens had u omtrent redenen om te leven of te sterven. Interviewer: als er respondent geen redenen heeft om te sterven, vul dan 0 in. Zo niet, stel dan bijvoorbeeld de volgende vraag: Wogen uw redenen om te leven zwaarder dan die om te sterven, waren ze ongeveer gelijk of wogen uw redenen om te sterven zwaarder dan die om te leven? 4. Had u de afgelopen week het verlangen om uzelf te beschadigen of te vergiftigen? Wens om te leven 0. Matig tot sterk 1. Zwak 2. Geen Wens om te sterven 0. Geen 1. Zwak 2. Matig tot sterk Redenen om te leven/sterven 0. Wogen zwaarder voor leven dan voor sterven 1. Ongeveer gelijk 2. Wogen zwaarder voor sterven dan voor leven Verlangen tot actieve suïcidepoging 0. Geen 1. Zwak 2. Matig tot sterk 5. Heeft u er de afgelopen week aan gedacht (of misschien gedaan) om de weg over te steken zonder op te letten, terwijl het u niet kon schelen of u zou worden overreden door een voertuig? Of heeft u dingen achterwege gelaten die nodig zijn om uw leven te redden of te behouden? Passieve suïcidepoging 0. Zou maatregelen nemen om leven te redden 1. Zou leven/sterven overlaten aan het toeval (bijv. onoplettend de straat oversteken) 2. Zou stappen vermijden die nodig zijn om leven te redden (bijv. als diabetespatiënt geen insuline nemen) 24

6. Heeft u sinds het laatste interview een serieuze poging ondernomen om uzelf van het leven te beroven, bijvoorbeeld door u te beschadigen, vergiftigen of te laten verongelukken? 1 ja 2 nee Zo ja: 6a. Hoe vaak heeft u zo n serieuze poging ondernomen? keer 6b. Wanneer heeft u sinds het laatste interview voor het laatst zo n poging ondernomen? 19_ 25

SECTIE F MAN10A MA4A HP4A HP10A F1 Heeft u sinds het vorige interview een periode van minstens vier dagen meegemaakt waarin u zo blij of opgewonden was dat u in moeilijkheden kwam, of dat uw familie of vrienden zich er zorgen over maakten of dat een dokter zei dat u manisch was? VOT: 1 3 4 5 ARTS: ANDER: ALS VOT 5 GECODEERD, GA DAN NAAR F3. MAN10A MA4A HP10A HP4A F2 Heeft u sinds het vorige interview een periode van minstens vier dagen meegemaakt waarin u zo ongewoon prikkelbaar was dat u klaagde, ruzie zocht, mensen uitschold of sloeg? VOT: 1 3 4 5 ARTS: ANDER: Als geen VOT 5-code in F1 of F2, ga dan naar de volgende sectie. MAN10B1 HP10B1 MA4B6 HP4B6 F3 Tijdens zo n periode van minstens vier dagen waarin u (blij of opgewonden/prikkelbaar) was, ]] was u toen zoveel actiever dan gewoonlijk dat uw familie of vrienden zich er zorgen over maakten? DEP10C7 DP4A3 DEP10S6 F4 Tijdens zo n periode van minstens vier dagen waarin u (blij of opgewonden/prikkelbaar) was, ]] kon u toen niet stil blijven zitten en bleef u maar op en neer lopen? MAN10B8 HP10B6 MA4B7 HP4B7 F5 Tijdens zo n periode van minstens vier dagen waarin u (blij of opgewonden/prikkelbaar) was, ]] gaf u toen zo buitensporig veel geld uit dat u of uw familie in financiële moeilijkheden kwam, of nam u toen dwaze beslissingen over geldzaken? MAN10B9 HP10B5 MA4B6 HP4B6 F6 Tijdens zo n periode van minstens vier dagen waarin u (blij of opgewonden/prikkelbaar) was, ]] was uw seksuele interesse toen zoveel groter geworden dan gewoonlijk dat u veel vaker seksueel contact wilde hebben of seksueel contact wilde met mensen in wie u normaal gesproken niet geïnteresseerd zou zijn? SX: een toegenomen seksuele interesse MA4B7 HP4B7 MAN10B9 HP10B6 A. Tijdens zo n periode van minstens vier dagen waarin u (blij of opgewonden/prikkelbaar) was, ]] werd u toen minder voorzichtig in uw seksuele activiteiten, benaderde u bijvoorbeeld mensen waarin u normaal niet geïnteresseerd zou zijn, of 26

sprak u over activiteiten waarover u het normaal gesproken niet met een ander over zou hebben? SX: minder voorzichtig worden in uw seksuele activiteiten MAN10B2 HP10B2 MA4B3 HP4B3 F7 Tijdens zo n periode van minstens vier dagen waarin u (blij of opgewonden/prikkelbaar) was, ]] praatte u toen zo snel dat mensen zeiden dat ze u niet konden volgen, of moest u steeds maar door blijven praten? MAN10B3 MA4B4 HP4B4 F8 Tijdens zo n periode van minstens vier dagen waarin u (blij of opgewonden/prikkelbaar) was, ]] gingen uw gedachten toen zo snel door uw hoofd dat u ze niet meer bij kon houden? SX: jagende gedachten MAN10B4 F9 Tijdens zo n periode van minstens vier dagen waarin u (blij of opgewonden/prikkelbaar) was, ]] zei of deed u toen dingen waar u zich normaal gesproken voor zou schamen? HP10B7 F10 Tijdens zo n periode van minstens vier dagen waarin u (blij of opgewonden/prikkelbaar) was, ]] ging u toen erg vriendschappelijk om met mensen waarmee u normaal gesproken niet vriendschappelijk om zou gaan? DEP10C6 DP4A4 F11 Tijdens zo n periode van minstens vier dagen waarin u (blij of opgewonden/prikkelbaar) was, ]] dacht u toen dat u speciale gaven of speciale krachten had om dingen te doen die anderen niet konden doen, of dacht u dat u een zeer belangrijk persoon was? ALS JA, vraag dan om een voorbeeld voordat u codeert. VOORBEELD: Als het voorbeeld aannemelijk is, codeer dan 1. Als niet 5 gecodeerd, ga dan naar F12. MAN10C MAN10C A. B. INTERVIEWER: Zegt R dat hij/zij werkelijk iemand is die hij/zij in werkelijkheid niet kan zijn (b.v. Jezus of minister)? Zegt R dat hij/zij over krachten of macht beschikt die hij/zij niet kan hebben (b.v. controle over buitenlandse politiek of gedachten lezen)? MAN10B5 HP10B4 MA4B2 HP4B2 F12 Tijdens zo n periode van minstens vier dagen waarin u (blij of opgewonden/prikkelbaar) was, ]] sliep u toen nauwelijks maar voelde u zich toch niet moe of slaperig? MAN10B7 HP10B3 F13 Tijdens zo n periode van minstens vier dagen waarin u (blij 27

MA4B5 HP4B5 of opgewonden/prikkelbaar) was, ]] was u toen zo snel afgeleid dat elke kleine onderbreking al voldoende was om u uit uw concentratie te halen? A. Bleef u tijdens zo n periode voortdurend uw plannen of bezigheden veranderen? F14 INTERVIEWER: Als slechts 1 of helemaal geen 5 codes in F3 - F13a, codeer dan VOT 1 en ga naar de volgende sectie. Heeft u sinds het vorige interview met een dokter gesproken over zo n periode waarin u zich (te opgewonden of te blij/prikkelbaar) voelde of over de manier waarop u zich tijdens dergelijke periodes gedroeg, zoals (SX MET 5 CODES IN F3-F13A)? VOT: 1 2 3 4 5 ARTS: ANDER: Als niet VOT 5 gecodeerd, ga dan naar de volgende sectie. MAN10A HP10A MA4A HP4A F15 Hoe lang duurde de langste periode die u sinds het vorige interview heeft gehad, waarin u zich (blij of opgewonden/prikkelbaar) voelde en tegelijkertijd enkele van die andere ervaringen had zoals (NOEM ENKELE ITEMS MET EEN 5 CODE IN F3-F13A)? Interviewer: / / # DAGEN Als meer dan 3 jaar, codeer dan 996. Als minder dan 4 dagen, ga naar de volgende sectie. Als minder dan 7 dagen ga naar F 17. MIX4A F16 INTERVIEWER: Als E 25 niet met VOT 5 gecodeerd, ga dan naar F17. U heeft verteld dat u sinds het vorige interview periodes heeft gehad waarin u zich (opgewonden/prikkelbaar) voelde en periodes waarin u (zich somber of depressief voelde/uw interesse verloor/een gebrek aan energie had). NEE.(GA NAAR G1) 1 JA... 5 Ik zou graag willen weten of deze twee soorten periodes elkaar snel opvolgden, of dat ze op verschillende momenten optraden. Trad zo n periode waarin u zich (opgewonden/prikkelbaar) voelde sinds het vorige interview vlak vóór of vlak na een periode van (depressie / interesseverlies / gebrek aan energie) op? A. Trad zo n periode waarin u zich (opgewonden/prikkelbaar) voelde telkens vlak vóór of vlak na een periode van (zich depressief voelen/interesseverlies/ gebrek aan energie) op? 28

B. Trad zo n periode van zich (depressief voelen/interesseverlies/gebrek aan energie) telkens vlak vóór of vlak na een periode waarin u zich (opgewonden/prikkelbaar) voelde op? MA4ON HP4ON MA10ON HP10ON F17 ONS: Wanneer was de eerste keer dat u een periode van vier dagen of langer had waarin u zich (blij of opgewonden/prikkelbaar) voelde en tegelijkertijd sommige van die andere gevoelens of ervaringen had zoals (SX MET 5-CODE IN F3-F13A)? ONS: 1 2 3 4 5 6 7 LFT ONS: / MA4RE HP4RE MA10RE HP10RE REC: Wanneer eindigde de laatste van dergelijke periodes van vier of meer dagen? REC: 1 2 3 4 5 6 7 LFT REC: / BIP10 B14A B24B F18 Hoeveel van dergelijke periodes heeft u sinds het vorige interview gehad die vier dagen of langer duurden? / AANTAL A. Hoeveel van dergelijke periodes duurden een week of langer? / AANTAL MAN10A MAN10B HP10B HP4E MA4D MA4A F19 Bent u sinds het vorige interview wegens één van deze periodes (dag en nacht) in een ziekenhuis opgenomen geweest? F20 INTERVIEWER: is er meer dan één periode gecodeerd in F18 of F18a? NEE..(GA NAAR G1)...1 JA... 5 F21 Nu zou ik willen ingaan op de periode waarin u zich (blij of opgewonden/prikkelbaar) voelde en tegelijkertijd van die andere ervaringen had. Hoe oud was u toen? (ALS R NIET KAN KIEZEN: Neem dan een slechte periode.) / LFT F22 Tijdens die periode waarin u (blij of opgewonden/prikkelbaar) was, welke van die andere ervaringen had toen? Bijvoorbeeld, in die periode (toen u / jaar was) 29

SECTIE J J1 Nu wil ik u enkele vragen stellen over uw gebruik van alcohol zoals wijn, bier of sterke drank. Is er sinds het vorige interview een periode geweest waarin u 5 of meer alcoholhoudende consumpties, zoals wijn, bier of sterke drank, nuttigde per keer? NEE, nooit 5 glazen of meer per keer gedronken GA NAAR DE VOLGENDE SECTIE..... 1 JA... (GA NAAR J2)... 5 J2 Heeft u in de afgelopen 12 maanden ten minste 12 alcoholhoudende consumpties gedronken? NEE...(einde sectie J...1 JA... (GA NAAR J3)... 5 J3 Hoe vaak dronk u in de afgelopen 2 jaar ten minste één glas? Was dat... (CODEER EERSTE JA) bijna elke dag?...1 3 of 4 dagen per week?... 2 1 of 2 dagen per week?... 3 1 tot 3 dagen per maand?... 4 minder dan eens per maand?... 5 J4 Op de dagen dat u alcohol gebruikte in de afgelopen 2 jaar, hoeveel glazen dronk u dan ongeveer gewoonlijk op één dag? NOTEER WOORDELIJK R S ANTWOORD / GEM. # GLAZEN IN 24 UUR AA4A1 J6 Is er sinds het vorige interview een tijd in uw leven geweest waarin uw alcoholgebruik of een kater herhaaldelijk uw werkzaamheden op school, op uw werk of thuis belemmerde(n)? NEE...1 JA...5 J7 Is er sinds het vorige interview een tijd geweest waarin u regelmatig betrokken was bij vechtpartijen als u alcohol gebruikte? NEE...1 JA...5 A. Kreeg u door uw alcoholgebruik herhaaldelijk problemen met familieleden of vrienden? NEE...1 JA...5 Als J7 en J7a beide code 1 hebben, ga dan naar J8. AA4A4 B. Ging u door met het gebruik van alcohol terwijl u wist dat het voor u problemen in de omgang met andere mensen veroorzaakte? NEE...1 JA...5 AA4A3 J8 Bent u opgepakt wegens verstoring van de NEE...1 30

openbare orde of wegens rijden onder invloed van alcohol? AA4A2 J9 Zijn er sinds het vorige interview periodes geweest waarin u onder invloed van alcohol was in situaties waarin u gewond kon raken, zoals bij het fietsen, het besturen van een auto, het bedienen van een machine, of iets dergelijks? JA...5 NEE...1 JA...5 J10 Als er geen 5-codes zijn in J6 - J9, ga dan naar J11. AA4ON AA4RE ONS/REC: Wanneer was de (eerste/laatste) keer dat (SX MET 5-CODES IN J6-J9)? ONS: 1 2 3 4 5 6 LFT ONS: / REC: 1 2 3 4 5 6 LFT REC: / AD41A AD10A4 J11 Is er sinds het vorige interview een tijd geweest waarin u veel meer moest drinken dan daarvoor om het door u gewenste effect te bereiken? NEE...1 JA... (GA NAAR J13)... 5* AD41B AD10A4 A. Merkte u dat dezelfde hoeveelheid alcohol minder effect op u had dan daarvoor? NEE... 1 JA... 5* AD43 AD10A2 J13 Is er een periode geweest waarin u vaak meer dronk dan u van plan was? NEE... 1 JA... (GA NAAR J14)... 5* AD43 AD10A2 A. Was er een periode waarin u vaak veel langer doordronk dan u van plan was? NEE... 1 JA... 5* AD44 AD10A2 J14 Heeft willen stoppen of minderen met drinken? NEE...( GA NAAR J15)... 1 JA... 5* AD44 AD102 A. Heeft u meer dan eens geprobeerd te stoppen of minderen en gemerkt dat dat niet lukte? NEE... 1 JA... 5* AD45 AD10A5 J15 Was er sinds het vorige interview een periode waarin u een groot deel van de tijd aan het drinken of aan het bijkomen van de effecten van alcohol besteedde? NEE... 1 JA... 5* AD46 AD10A5 J16 Had het drinken tot gevolg dat u belangrijke activiteiten - zoals sporten, naar school of werk gaan, of omgaan met familie of vrienden - opgaf of sterk verminderde? NEE... 1 JA... 5* 31