Sociale Index 2014. De sociale kwaliteit van Utrecht en haar (sub)wijken in beeld gebracht. Utrecht.nl. Utrecht, december 2014



Vergelijkbare documenten
Analyse veiligheidsbeleving 2015

Overgewicht. Trends overgewicht (inclusief obesitas) in percentages (Bron: Digitaal Dossier JGZ)

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

Samenvatting WijkWijzer 2017

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek

Referendum Europese Grondwet. Uitslag Utrecht. Uitslag Utrecht. Uitslag Nederland. Utrechtse wijken vergeleken. Uitslag per wijk en subwijk

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Binnenstad. Wijk- en buurtmonitor 2016

Leeswijzer Psychiatrisch Casusregister tabellen

WijkWijzer 2015 Utrecht

Wijkanalyses Assen. Inleiding wijkanalyse. Inleiding wijkanalyse

Leeswijzer Achmea Health Database tabellen

Vraagprognose buitenschoolse opvang voor de gemeente Utrecht

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Naar een klimaatneutrale stad: Een procesopgave CONCEPT. Hier komt tekst Anne-Jo Visser. enorme verandering. Utrecht.nl

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

WijkWijzer 2014 Utrecht

Leeswijzer Achmea Health Database tabellen

Leeswijzer Achmea Health Database tabellen

Leeswijzer Achmea Health Database tabellen

Wijkenmonitor Westerkoog

Inschatting van de eigen kracht van ouders van 0 tot 4-jarigen. Resultaten over 2013 en 2014

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Muntel/Vliert. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2018

Vinkel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Wijkenmonitor. Westerkoog

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Achmea Health Database tabellen

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN

Noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

West. Wijk- en buurtmonitor 2016

Binnenstad. Wijk- en buurtmonitor 2018

Stand van Stad 1. en Veiligheid) en de Wijkkompassen 2015.

Wijk- en buurtmonitor 2018 Nuland

Buurt voor Buurt 2012

rapport WistUdata, Zuid bij de Hand In dit wijkbeeld worden gegevens van de wijk Zuid gepresenteerd over diverse onderwerpen.

bron: Geoinformatie Kies een thema Wijkatlas Kattenbroek Wijkatlas Kattenbroek: aanleiding, kleurgebruik en peiljaren

Buurt voor Buurt 2012

Graafsepoort. Wijk- en buurtmonitor 2016

Wijk- en buurtmonitor 2016 Opzet

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Wipstrik

Krachtwijkenmonitor 2014

Schildersbuurt. Concept Maatschappelijk Index, versie Maatschappelijke index 6

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Nuland. Wijk- en buurtmonitor 2016

de Makassarbuurt De Staat van

Maaspoort. Wijk- en buurtmonitor 2016

Bevolkingsprognose 2018

Leren van de wijkaanpak

Zuidoost. Wijk- en buurtmonitor 2018

Toelichting Basismonitor gemeente Groningen (prototype)

Dordrecht in de Atlas 2013

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Armoede in Utrecht Factsheet

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Leeswijzer levensverwachting tabellen

Utrecht bij de hand Utrecht.nl

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Meerjarenprognose peuterspeelzalen, voorscholen, dagopvang en buitenschoolse opvang gemeente Utrecht

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Bevolkingsprognose 2015

3.5 Voorzieningen in de buurt

Utrecht en hoogopgeleiden

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Gemeente rapportage Nederweert Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016

Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de InwonersenquĂȘte van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

- Buitengebied-Noord bestaat uit vier buurten met elk een laag inwonersaantal; Langenholte, Haerst, Bedrijventerrein Hessenpoort en Tolhuislanden.

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting

Maaspoort. Wijk- en buurtmonitor 2018

Sportparticipatie Volwassenen

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Analyse deelgebied Maaspoort 2016

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Wijken en specifiek beleid

Wijkanalyse Noordoost

Gebiedsprofielen. gemeente Ede 2017

Transcriptie:

Sociale Index 2014 De sociale kwaliteit van Utrecht en haar (sub)wijken in beeld gebracht Utrecht, december 2014

Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht van Maatschappelijke Ontwikkeling Gemeente Utrecht internet www.utrecht.nl/onderzoek rapportage Veronique Linssen Geerte van Rije informatie Veronique Linssen (030 286 04 19) bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: afdeling Onderzoek, gemeente Utrecht. omslagfoto Ruth Catsburg

Inhoudsopgave Hoofdstuk pagina Inleiding 4 De Utrechtse wijken vergeleken 11 West 17 Oog in Al, Welgelegen 20 Lombok, Leidseweg 21 Nieuw Engeland, Schepenbuurt 22 Noordwest 23 Pijlsweerd 26 Ondiep, 2e Daalsebuurt 27 Zuilen-west 28 Zuilen-noord en oost 29 Overvecht 30 Taagdreef, Wolgadreef 33 Zamenhofdreef, Neckardreef 34 Vechtzoom, Klopvaart 35 Zambesidreef, Tigrisdreef 36 Noordoost 37 Votulast 40 Tuindorp, Voordorp 41 Wittevrouwen, Zeeheldenbuurt 42 Oost 43 Oudwijk, Buiten Wittevrouwen 46 Abstede, Gansstraat 47 Wilhelminapark, Rijnsweerd 48

Inhoudsopgave Hoofdstuk pagina Binnenstad 49 Binnenstad city- en winkelgebied 52 Binnenstad woongebied 53 Zuid 54 Lunetten 57 Oud-Hoograven, Tolsteeg 58 Nieuw-Hoograven, Bokkenbuurt 59 Zuidwest 60 Dichterswijk, Rivierenwijk 63 Transwijk 64 Kanaleneiland 65 Leidsche Rijn 66 Terwijde, De Wetering 69 Het Zand 70 Parkwijk, Langerak 71 Vleuten De Meern 72 Vleuten, Haarzuilens 75 Veldhuizen, Vleuterweide 76 De Meern 77 Bijlage 1 Opbouw Index en beschrijving indicatoren 79 Bijlage 2 Berekening en visualisatie indexscores 87 Bijlage 3 Overzicht indexcijfers (sub)wijken per aspect 89 Bijlage 4 Overzicht indexcijfers (sub)wijken per thema 92 Bijlage 5 Overzicht wijk- en subwijkindeling 132

HOOFDSTUK 1 INLEIDING p.4

Inleiding De Sociale Index: een signaleringsinstrument voor sociale kwaliteit Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) heeft in 2013 aangegeven een update te willen van de eerste Sociale Index uit 2010. Voor u ligt de rapportage van deze update: de Sociale Index 2014. De Sociale Index geeft een beeld van de 'sociale kwaliteit' van de stad Utrecht en haar (sub)wijken. Sociale kwaliteit beschouwen we als 'de mate waarin burgers in staat zijn om mee te doen aan het sociale, economische en culturele leven' (de definitie is ontleend aan de European Foundation on Social Quality, 2009). De Sociale Index, gemaakt naar Rotterdams voorbeeld, geeft in één oogopslag weer waar het in de stad goed gaat op sociaal gebied en waar het minder goed gaat. De index heeft een signalerende functie en biedt aanknopingspunten voor beleid en actie. Bovendien is het mogelijk om de ontwikkeling van de sociale kwaliteit door de jaren heen te volgen. De Sociale Index stipt een groot aantal verschillende beleidsterreinen binnen de gemeente Utrecht aan. Om de thema s te beschrijven zijn keuzes gemaakt met betrekking tot de (onderliggende) indicatoren. Sommige thema s zijn breder dan de door Onderzoek gekozen indicatoren. Het thema Gezondheid is hier een voorbeeld van. De Gemeente Utrecht beschouwt zaken als psychische problemen, chronische aandoeningen en regie op eigen leven ook als een onderdeel van het thema Gezondheid. Deze indicatoren zitten nu niet of elders binnen een ander thema in de Sociale Index. Als de lezer behoefte heeft aan een verdieping op één van de thema s, dan wordt deze geadviseerd zich te wenden tot het betreffende organisatieonderdeel of de bronhouder (zoals vermeld in bijlage 1, bijv. de Volksgezondheidsmonitor Utrecht voor het thema Gezondheid). Opbouw sociale kwaliteit Sociale kwaliteit is opgebouwd uit de vier aspecten in de middenring -Capaciteiten, Meedoen, Leefomgeving en Welbevinden -en de dertien thema's (met achterliggende indicatoren) in de buitenring. Aspecten Capaciteiten hebben betrekking op persoonlijke voorwaarden voor deelname aan de samenleving, zoals een goede opleiding en gezondheid. Welbevinden geeft inzicht in de mate waarin mensen zich thuis voelen in de samenleving. Leefomgeving gaat over de buurt waarin mensen wonen. Meedoen gaat over feitelijke participatie in de samenleving, door werk, opleiding, vrijwilligerswerk en sociale contacten. Thema s en indicatoren Elk van de dertien thema's is weer opgebouwd uit een aantal indicatoren (in totaal 47 indicatoren). Zo bestaat het thema Wonen uit drie indicatoren: individuele woonbeleving, algemeen buurtoordeel en de mediane verkoopprijs van woningen. De resultaten van deze indicatoren zijn afkomstig uit de Utrechtse Inwonersenquête, de Gezondheidspeiling (van Volksgezondheid) en diverse registraties. Bijlage 1 geeft een overzicht van alle gebruikte indicatoren en informatiebronnen. p.5

Inleiding Berekening indexcijfers In de Sociale Index van 2010 is gewerkt met rapportcijfers. Hierbij werd niet alleen gekeken naar de gegevens van (sub)wijken, maar ook naar gegevens van de G4 (vier grootste Nederlandse gemeenten) en Nederland als totaal. Deze methode sloot destijds aan bij een G4 benchmark, waarbij indicatoren, thema s en aspecten werden vertaald naar rapportcijfers. Inmiddels heeft de gemeente Rotterdam gekozen voor een andere methode, waarbij de G4-benadering is losgelaten en waarbij indexcijfers in plaats van rapportcijfers worden berekend. Utrecht heeft zich bij deze methodiek aangesloten. Het gevolg van deze veranderde werkwijze is dat het rapport van 2014 niet éénop één vergeleken kan worden met het rapport van vier jaar geleden. Om toch de ontwikkeling tussen 2010 en 2014 in kaart te brengen zijn ontwikkeldiagrammen opgenomen in de huidige rapportage. Bij de nieuwe methode worden wijken en subwijken vergeleken met Utrecht als geheel door middel van indexcijfers (zie bijlage 2 voor meer informatie over de berekeningswijze). De berekende indexcijfers worden gepositioneerd op een schaal van 0 tot 200. De stad Utrecht krijgt het indexcijfer 100 en de wijken en subwijken worden afgezet tegen dit stedelijk gemiddelde. Een score onder de 100 betekent dat een (sub)wijk beneden gemiddeld scoort en een score boven de 100 duidt op een bovengemiddelde score. De scores zijn gevisualiseerd in kleuren (zie het schema op de volgende pagina). Groene kleuren wijzen op een bovengemiddelde score en oranje kleuren op een benedengemiddelde score (in bijlage 2 staat meer informatie over de toekenning van de kleuren). Het resultaat is een gebruikersvriendelijk signaleringsinstrument dat snel visueel inzicht geeft in de ontwikkelingen op sociaal gebied in de wijken en subwijken van Utrecht. Het biedt aanknopingspunten voor beleid en kan tevens dienen als basis voor diepgaander onderzoek. Sommige indicatoren zijn positief geformuleerd (aandeel jongeren met startkwalificatie, aandeel bewoners met hoog buurtoordeel). Dit wil zeggen: hoe hoger deze indicatoren scoren, hoe beter het gaat met de sociale kwaliteit van die wijk. Andere indicatoren zijn negatief geformuleerd (aantal aangiftes van woninginbraak, aandeel inwoners met overgewicht). Bij deze indicatoren geldt: hoe hoger ze scoren, hoe minder gunstig de sociale kwaliteit van de wijk. Om de indicatoren onderling te kunnen vergelijken zijn de negatieve indicatorenomgedraaid, zodat alle indicatoren eenzelfde richting hebben. Nu geldt dus voor alle indicatoren: een hogere score betekent een betere sociale kwaliteit van de wijk. Dit is conform de werkwijze uit 2010. p.6

Inleiding Kleurenindeling indexscores Categorie en bijbehorende kleuraanduiding Indexscore Wijken Subwijken Zeer beneden gemiddeld 0-69 Overvecht Zuid-West Taagdreef/Wolgadreef, Zamenhofdreef/Neckardreef, Vechtzoom/Klopvaart, Zambesidreef/Tigrisdreef Kanaleneiland Nieuw Hoograven Beneden gemiddeld 70-89 Noordwest Ondiep/2 e Daalsebuurt, Zuilen-noord/-oost Transwijk Gemiddeld 90-109 West Zuid Lombok/Leidseweg, Nieuw Engeland Lunetten Pijlsweerd, Zuilen-west Terwijde/De Wetering, Parkwijk/Langerak Dichterswijk/Rivierenwijk Boven gemiddeld 110-129 Noordoost Oost Binnenstad Vleuten De Meern Leidsche Rijn Votulast, Tuindorp/Voordorp, Wittevrouwen/Zeeheldenbuurt Abstede/Gansstraat, Wilhelminapark/Rijnsweerd City- en winkelgebied, Woongebied Vleuten/Haarzuilens, Veldhuizen/Vleuterweide, De Meern Het Zand Oog in Al/Welgelegen Oud Hoograven Zeer boven gemiddeld 130-200 Oudwijk/Buiten Wittevrouwen p.7

Inleiding Ontwikkeling ten opzichte van 2010 Berekeningswijze In 2010 is de vorige versie van de Sociale Index uitgebracht. In de Sociale Index van 2014 laten we de verandering zien van de verschillende thema's en aspecten ten opzichte van vier jaar geleden. Deze ontwikkeling hebben we in kaart gebracht met behulp van dezelfdeformule als de standcirkels. Daarbij hebben we score van een indicator in 2014 omgerekend naar een indexcijfer op basis van het gemiddelde en de standaarddeviatie van 2010. Zo kun je het indexcijfer voor 2014 vergelijken met dat van 2010, omdat ze geijkt zijn op hetzelfde gemiddelde (namelijk dat van 2010). Het verschil tussen die twee indexcijfers is de ontwikkeling van de indicator in de afgelopen vier jaar. Grafiek De ontwikkelingen van aspecten en thema s over de afgelopen vier jaar, zijn per wijk en subwijk weergegeven in een grafiek. De ontwikkeling van de thema s is weergegeven in pijlen en de ontwikkeling van de aspecten in blokken. De lengte van de pijlen en blokken zegt niets over een absolute toe/afname, maar geeft een relatieve ontwikkeling weer (t.o.v. het stedelijke gemiddelde 2010). Daarom is er op de x-as ook geen schaal weergegeven. De verschillende kleuren zeggen iets over de richting van de ontwikkeling: groen is een positieve ontwikkeling, oranje een negatieve. Dit zegt niets over het (beneden-of boven gemiddeld) resultaat. Met andere woorden, bij een groene pijl kan het betreffende thema in 2014 nog steeds benedengemiddeld scoren, maar het (negatieve) verschil met het stedelijk gemiddelde is in dat geval kleiner geworden. Inkomen Opleiding Onafhankelijkheid Tevredenheid Werk&school Vrijwillige inzet Soc.isolement* Soc/cult activ. Netheid&veiligheid Voorzieningen Wonen Soc.samenhang p.8

Inleiding Kanttekeningen bij Sociale Index De Sociale Index is een beleidsinstrument. De indicatoren die ten grondslag liggen aan de scores op de Sociale Index zijn gekozen op basis van hun beschikbaarheid. Deze indicatoren zijn dus noch uitputtend, noch uitsluitend. Resultaten op indicatorniveau moeten met enige voorzichtigheid worden behandeld. Bij kleinere subwijkenis de betrouwbaarheid van data niet altijd even groot. Om deze reden (lage inwonersaantallen) zijn de relatief nieuwe subwijkenvan Utrecht LeidscheRijn Centrum, LeidscheRijn Zuid en Rijnenburg net als bij de vorige Sociale Index niet weergegeven in de rapportage op subwijkniveau. Verder kan er voor de subwijkenoog in Al, Nieuw-Engeland, Pijlsweerd, Vleuten-Haarzuilens en De Meerngeen uitspraak worden gedaan over het thema gezondheid, omdat er voor de onderliggende indicatoren (van Volksgezondheid) een te lage respons is in voornoemde subwijken. De Sociale Index biedt verder geen verklaringen voor opvallende uitkomsten en geen inzicht in de verbanden tussen indicatoren. De Index is een signaleringsinstrument en zal soms vragen opwerpen, waarbij interpretatie door bestuurders en beleidsmakers of nader onderzoek gewenst is. Vergeleken met 2010 worden een aantal gegevens niet meer geregistreerd. Hierdoor zijn diverse indicatoren niet meer te achterhalen, zoals de indicatoren voor Taal. Het aandeel volwassenen dat moeite heeft met Nederlands lezen, schrijven en/of spreken wordt niet meer geregistreerd en het aandeel kinderen met een lage taalscore op de logopedische screening wordt slechts op een beperkt aantal scholen geregistreerd. Hetzelfde geldt voor de indicatoren bijzonderheden in de opvoeding van kinderen, aantal kinderen lid van een sportclub en aandeel volwassenen dat geen contact heeft met andere bevolkingsgroepen (worden alle drie niet meer of beperkt geregistreerd).deze vijf indicatoren komen dus niet meer terug in de Sociale Index van 2014 omdat er geen alternatieve indicatoren voor gevonden zijn. Ook de gegevens betreffende algemeen maatschappelijk werk (AMW) worden sinds 2013 niet meer geregistreerd. Voor de AMW-data is wel een alternatief gevonden, te weten het aantal toekenningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Verder is het thema opleidingen verrijkt met een nieuwe indicator, te weten het aandeel 1.2 gewichtenleerlingen (zie bijlage 1 voor definities). Zowel het aantal Wmo-toekenningen als de 1.2 gewichtenleerlingen zijn ook voor 2010 opgevraagd, zodat er een vergelijking in de tijd gemaakt kan worden. p.9

Inleiding Kanttekeningen bij ontwikkelingen binnen Sociale Index In de ontwikkelingsdiagrammen zijn de NWW-gegevens (niet-werkende werkzoekenden) niet meegenomen. Dit vanwege het verschil in registratiemethode vergeleken met 2010. Sinds 2014 schrijft het UWV WERKbedrijfmensen met een uitkering automatisch in als niet werkend werkzoekend, wat van invloed is op de hoogte van het aantal NWW ers. Het thema gezondheid (Capaciteiten) is weggelaten uit de ontwikkelingsdiagrammen, met name omdat de onderliggende indicator ervaren gezondheid door een veranderde vraagstelling niet goed in de tijd vergeleken kan worden. In een vergelijking met 2010 blijkt bijvoorbeeld dat de ervaren gezondheid in vrijwel elke (sub)wijk is afgenomen. Deze afname heeft waarschijnlijk voor een groot deel te maken met een veranderde vraagstelling 1, maar ook met een gewijzigde informatiebron (in 2010 Inwonersenquête, in 2014 Gezondheidspeiling van Volksgezondheid). De resterende indicatoren (overgewicht en alcoholconsumptie) zijn onvoldoende dekkend voor het thema gezondheid. Vandaar dat is besloten het hele thema weg te laten uit de ontwikkelingsdiagrammen. De indicator frequent contact met familie en/of vrienden blijkt in bijna alle (sub)wijken toegenomen. Ook voor deze indicator geldt een gewijzigde informatiebron en een gewijzigde vraagstelling 2. Er is echter besloten om niet het hele thema sociale contacten weg te laten, omdat de resterende indicator sociaal isolement een belangrijke indicator is voor de opdrachtgever (Maatschappelijke Ontwikkeling). In principe staan de pijlen in alle ontwikkelingsdiagrammen (wijken en subwijken) dus voor thema s, behalve de pijl voor sociaal isolement (die staat voor één indicator). Voor beide indicatoren (ervaren gezondheid enfrequent contact met familie en/of vrienden) geldt dat de veranderde vraagstelling en gegevensbron géén gevolgen heeft voor de stand van zaken anno 2014 (de cirkels). Leeswijzer Hoofdstuk 2 bespreekt de resultaten voor de stad Utrecht als geheel in 2014 en belicht opvallende veranderingen ten opzichte van 2010. De hoofdstukken 3 tot en met 12 staan in het teken van de wijken en subwijken. Per wijk en subwijk worden de belangrijkste uitkomsten besproken en wordt gekeken naar de ontwikkeling ten opzichte van vier jaar geleden (2010). In de bijlagen tot slot, vindt u gedetailleerde informatie over de opbouw van de Index en een beschrijving van de indicatoren en hun bronnen. Ook vindt u hier tabellen met indexcijfers. 1 Van zeer goed, goed, gaat wel, slecht, zeer slecht naar uitstekend, zeer goed, goed, matig, slecht. 2 In 2010 was er sprake van één vraag (hoe vaak contact met familie en/of vrienden) en in 2014 twee aparte vragen (hoe vaak contact met familie en hoe vaak met vrienden). p.10

HOOFDSTUK 2 SAMENVATTING: DE UTRECHTSE WIJKEN VERGELEKEN p.11

SAMENVATTING UTRECHTSE WIJKEN Stand van zaken 2014 De cirkel voor Utrecht als geheel kleurt lichtgeel, omdat Utrecht het gemiddelde weergeeft (indexcijfer 100). De wijken met de hoogste Sociale Index zijn Noordoost, Oost en Binnenstad (indexcijfers van rond de 125), op de voet gevolgd door Vleuten De Meern (120). Wijken die iets minder scoren, maar nog steeds een goed resultaat laten zien, zijn Leidsche Rijn en West (110 resp. 109). De wijk Zuid scoort met een indexcijfer van 98 gemiddeld en Noordwest scoort met een indexcijfer van 83 benedengemiddeld. Er zijn twee wijk ver beneden het gemiddelde scoren, te weten Zuiswest (indexcijfer 68) en Overvecht (indexcijfer 50). Toch ligt de subwijk met de laagste Sociale Index niet in Overvecht, maar in Zuidwest; Kanaleneiland heeft met een score van 45 de laagste Sociale Index van alle subwijken. De subwijken Wittevrouwen, Zeeheldenbuurt (Noordoost) en Oudwijk, Buiten Wittevrouwen (Oost) scoren met een indexcijfer van 130 het hoogst van alle subwijken. p.12

SAMENVATTING UTRECHTSE WIJKEN Stand van zaken 2014 Capaciteiten in de subwijken Subwijken waar het aspect Capaciteiten bovengemiddeld scoort zijn grotendeels te typeren als rijke (gezins)subwijken (Gemeente Rotterdam, 2008). In Utrecht zijn dit met name subwijken in het noordoosten en oosten van de stad (Wittevrouwen/Zeeheldenbuurt, Oudwijk/Buiten Wittevrouwen en Wilhelminapark/Rijnsweerd). Daarnaast scoren de subwijken Binnenstad city- en winkelgebied en Tuindorp/Voordorp hoog op Capaciteiten. De meeste van deze subwijken hebben gemeen dat het opleidingsniveau van de inwoners hoog is en dat inwoners gemakkelijk kunnen rondkomen. Leefomgeving in de subwijken Subwijken waarbij de Leefomgeving bovengemiddeld scoort zijn met name rustige en groene wijken, waar over het algemeen weinig vervuiling en overlast is, de huisvesting goed wordt gewaardeerd, de voorzieningen voldoende zijn en waar sprake is van een grote sociale samenhang (weinig verhuisbewegingen, grote tolerantie en sociale cohesie). In Utrecht is dit vooral het geval voor de oude dorpskernen Vleuten/Haarzuilens en De Meern, maar ook voor de wat nieuwere wijk Veldhuizen/Vleuterweide. Andere subwijken die hoog scoren op Leefomgeving zijn Oudwijk/Buiten Wittevrouwen, Wilhelminapark/Rijnsweerd, Oud Hoograven/Tolsteeg en Het Zand. Meedoen in de subwijken Bij Meedoen gaat het om deelname aan werk en school, vrijwillige inzet, sociale contacten en deelname aan sociale en culturele activiteiten (sporten, uitgaan etc.). De wijk die bovengemiddeld scoort op Meedoen is de Binnenstad. Dit geldt voor zowel City als Woongebied. Ook de subwijken Wittevrouwen/Zeeheldenbuurt en Oudwijk/Buiten Wittevrouwen springen hier positief in het oog. Beide subwijken liggen vrij dicht bij het centrum. Welbevinden in de subwijken Wijken die bovengemiddelde indexscores hebben voor Welbevinden zijn Noordoost, Vleuten De Meern, de Binnenstad en West. Subwijken die hierbij positief opvallen zijn Veldhuizen/Vleuterweide, Oog in Al/Welgelegen, Votulast en Het Zand. Over het algemeen zijn dit subwijken met hoge scores op het persoonlijk en maatschappelijk welbevinden en de zelfredzaamheid van inwoners; subwijken waar bewoners over het algemeen goed in hun vel zitten. p.13

SAMENVATTING UTRECHTSE WIJKEN Indexscores aspecten Meedoen Wijken SI 2014 Classificatie 2014 Capaciteiten Leefomgeving Welbevinden 1 West 109 Gemiddeld 105 89 118 122 2 Noordwest 83 Benedengemiddeld 88 65 90 88 3 Overvecht 50 Zeer benedengemiddeld 44 72 54 28 4 Noordoost 125 Bovengemiddeld 138 115 121 127 5 Oost 125 Bovengemiddeld 143 123 120 114 6 7 Binnenstad 126 Bovengemiddeld 130 106 146 123 Zuid 98 Gemiddeld 97 104 97 92 8 Zuidwest 68 Zeer benedengemiddeld 72 68 70 64 9 Leidsche Rijn 110 Bovengemiddeld 111 115 109 105 10 Vleuten- De Meern 120 Bovengemiddeld 106 147 101 125 p.14

SAMENVATTING UTRECHTSE WIJKEN Indexscores aspecten Aspecten Top 3 van subwijken die bovengemiddeld scoren Capaciteiten Wittevrouwen/Zeeheldenbuurt Wilhelminapark/Rijnsweerd Oudwijk/Buiten Wittevrouwen Leefomgeving Vleuten/Haarzuilens Veldhuizen/Vleuterweide De Meern Meedoen Binnenstad Winkelgebied en Woongebied Oudwijk/Buiten Wittevrouwen Wittevrouwen/Zeeheldenbuurt Welbevinden Veldhuizen/Vleuterweide Oog in Al/Welgelegen Votulast Het Zand p.15

SAMENVATTING UTRECHTSE WIJKEN Ontwikkeling ten opzichte van 2010 Als we kijken naar de ontwikkeling van het aspect Capaciteiten over de afgelopen vier jaar, dan zien we dat dit aspect binnendemeeste (sub)wijken is gedaald. Dit wordt vooral veroorzaakt door de negatieve ontwikkeling van het thema inkomen. Over het algemeen steeg het aandeel huishoudens met een laag inkomen, evenals het aandeel huishoudens dat moeilijk kan rondkomen. Het aandeel bewoners in de schuldhulpverlening nam in de meeste wijken toe. Ook Welbevinden laat in grote lijnen een negatieve tendens zien. De ontwikkeling van het thema onafhankelijkheid wisselt per subwijk, maar het thema tevredenheid laat over het algemeen een negatieve trend zien. Dit komt vooral door een afname van het aandeel inwonersmet een hoog maatschappelijk welbevinden. Op werk en school na, laat Meedoen een redelijk positief beeld zien. Over het algemeen is de vrijwillige inzet toegenomen. Hierbij valt vooral de toename in het aandeel niet-overbelaste mantelzorgers op, evenals de groei in het aandeel bewoners dat actief is in de buurt.het thema sociaal/culturele activiteiten laat een wisselend beeld zien. Het aandeel bewoners dat minimaal eenmaal per jaar een culturele activiteit bezoekt daalde, terwijl het aandeel bewoners dat minimaal eenmaal per maand uitgaat (naar restaurant, café, film, etc.) juist steeg. Het thema werk en school ontwikkelde zich over het algemeen negatief, maar laat per wijk een wisselend beeld zien. Met name Overvecht laat hier een ongunstige ontwikkeling zien. Dit komt hoofdzakelijk doordat het aandeel bijstandscliënten dat middels een re-integratietraject actief op zoek is naar werk, is afgenomen. Dat is overigens voor een deel het gevolg van het feit dat de gemeente Utrecht minder externe trajecten inkoopt/aanbiedt. De Binnenstad ontwikkelde zich juist positief voor wat betreft het thema werk en school. De ontwikkeling binnen Leefomgeving is over het algemeen negatief te noemen, waarbij de sociale samenhang nog de minst negatieve verandering laat zien. Dit komt vooral door een positieve ontwikkeling van het aandeel bewoners met een hogere tolerantie. De meeste thema s binnen Leefomgeving fluctueren overigens sterk per wijk. Alleen het thema netheid en veiligheid laat binnen vrijwel elkesubwijk een negatieve ontwikkeling zien. Hoewel het aantal aangiftes van woninginbraken over het algemeen daalde, nam de buurtoverlast en de jongerenoverlast toe. Ook de gevoelens van onveiligheid namen in de meeste wijken toe. In de volgende hoofdstukken worden de resultaten voor de wijken en betreffende subwijken nader toegelicht. p.16

HOOFDSTUK 3 WEST p.17

WIJK WEST (Oog in Al, Welgelegen/Lombok, Leidseweg/Nieuw Engeland, Schepenbuurt) Stand van zaken 2014 De wijk West laat als geheel een licht bovengemiddeld beeld zien (Sociale Index van 109). Het aspect Meedoen scoort boven het Utrechts gemiddelde met een indexcijfer van 118. West heeft relatief veel inwoners die wekelijks contact hebben met familie en/of vrienden (index 148). Van de andere kant zijn er in West gemiddeld minder volwassenen die vrijwilligerswerk doen (index 67). Ook het aspect Welbevinden scoort bovengemiddeld met een indexcijfer van 122. Deze score wordt positief beïnvloed door het hoge aandeel wijkbewoners dat zich geaccepteerd voelt in de samenleving (hoog maatschappelijk welbevinden, index 129). Bovendien worden er in de wijk weinig opvoedproblemen ervaren (index 140). Binnen het aspect leefomgeving dat met een indexcijfer van 89 net onder het Utrechts gemiddelde ligt valt het thema netheid en veiligheid op. Dit thema scoort met 76 punten benedengemiddeld, wat met name komt door een relatief hoog aantal woninginbraken en een bovengemiddeld ervaren buurtoverlast. Relatief veel bewoners van West voelen zich dan ook onveilig (indexcijfer 51). Binnen Capaciteiten (index 105) laten de achterliggende cijfers van het thema gezondheid een wisselend beeld zien. Zo zijn er binnen de wijk relatief veel inwoners met een hoge alcoholconsumptie (indexcijfer 55), maar is de ervaren gezondheid bovengemiddeld goed (125) en het aandeel volwassenen en kinderen met overgewicht laag (resp. 114 en 126). Vanwege een lage onderzoek basis per subwijk kan er voor de subwijken binnen West geen uitspraak worden gedaan over het thema gezondheid. p.18

WIJK WEST Ontwikkeling ten opzichte van 2010 CAPACITEITEN: In de wijk West is de inkomenssituatie in de afgelopen vier jaar achteruit gegaan, met name door een stijging van het aantal mensen in de schuldhulpverlening. WELBEVINDEN: Over het geheel is het aspect Welbevinden iets afgenomen. Binnen het thema onafhankelijkheid is er een dalend aandeel ouders met opvoedproblemen te zien. De zelfredzaamheid daarentegen ontwikkelde zich negatief. Binnen het thema tevredenheid laten alle indicatoren een afname zien, met name het maatschappelijk welbevinden. MEEDOEN: Het aspect Meedoen laat over het algemeen een positieve ontwikkeling zien. Dit komt vooral door een toename van de vrijwillige inzet in West (veroorzaakt door een relatief forse toename van het aandeel niet-overbelaste mantelzorgers). De situatie rondom werk en school is verslechterd, vooral doordat het aandeel bijstandscliënten dat actief werk zoekt (middels een re-integratietraject), is afgenomen. Verder gaan meer inwoners van West minimaal eenmaal per maand uit (wat een positieve invloed heeft op het thema sociaal/culturele activiteiten). LEEFOMGEVING: De leefomgeving binnen West heeft zich in de afgelopen vier jaar over het algemeen negatief ontwikkeld. Dit ligt met name aan een toename van de ervaren overlast en de gevoelens van onveiligheid, een afname van het aantal voorzieningen en een lagere tevredenheid over de fysieke voorzieningen in de buurt (winkels, parkeerplaatsen, speelplekken, groen, etc.). Inkomen Opleiding Onafhankelijkheid Tevredenheid Werk & school Vrijwillige inzet Sociaal isolement* Soc/cult activ. Netheid & veiligheid Voorzieningen Wonen Soc.samenhang Let op: grafiek laat relatieve ontwikkeling zien. Zie ook inleiding en bijlage 2 voor toelichting. *Sociaal isolement is 1 indicator. Dit in tegenstelling tot de andere pijlen (thema s), die allemaal zijn opgebouwd uit meerdere indicatoren (geldt voor zowel wijken als subwijken). p.19

Subwijk Oog in Al, Welgelegen Stand van zaken 2014 Ontwikkeling ten opzichte van 2010 Inkomen Opleiding Onafhankelijkheid Tevredenheid Werk&school Vrijwillige inzet Sociaal isolement* Soc/cult activ. Netheid&veiligheid Voorzieningen Wonen Soc.samenhang De subwijk Oog in Al scoort sociaal gezien bovengemiddeld (121) en een aantal thema s zelfs zeer bovengemiddeld, zoals sociale contacten (163) en vrijwillige inzet (132). In Oog in Al zijn er relatief weinig volwassenen die zich van anderen geïsoleerd voelen (153). Bewoners zijn bovengemiddeld actief in de buurt (index 144) en er zijn relatief veel vrijwilligers (index 137). Ook de sociale samenhang scoort bovengemiddeld (136). Mensen in Oog in Al kennen elkaar over het algemeen goed en gaan prettig met elkaar om (sociale cohesie scoort zeer hoog met 187). De tevredenheid over het eigen leven scoort eveneens bovengemiddeld (133), wat vooral wordt veroorzaakt door een hoog maatschappelijk welbevinden (resp. 141). Het enige benedengemiddeldscorende thema is opleiding (84). In Oog in Al zijn er relatief weinig jongeren met een startkwalificatie (index 48) en relatief veel voortijdig schoolverlaters (67). Het aspect Capaciteiten laat in Oog in Al, Welgelegen een licht negatieve tendens zien. Dit heeft met name te maken met een toename van de schuldhulpverlening en een gemiddeld lagere opleiding. De ontwikkelingen op het gebied van Welbevinden zijn gematigd positief. Het toegenomen aandeel bewoners met een hoog persoonlijk welbevinden valt hier op, evenals een toegenomen aandeel dat bijna nooit opvoedproblemen ervaart. Meedoen laat een positieve ontwikkeling zien. Het aandeel bewoners in een sociaal isolement nam af. Verder gaan meer bewoners uit en doen ze meer aan sport dan vier jaar geleden. De leefomgeving van Oog in Al laat een negatieve tendens zien. Bewoners zijn minder tevreden over de fysieke voorzieningen in de buurt (winkels, parkeerplekken, groen, etc.) en de gevoelens van onveiligheid zijn toegenomen. p.20

Subwijk Lombok, Leidseweg Stand van zaken 2014 Ontwikkeling ten opzichte van 2010 Inkomen Opleiding Onafhankelijkheid Tevredenheid Werk&school Vrijwillige inzet Sociaal isolement* Soc/cult activ. Netheid&veiligheid Voorzieningen Wonen Soc.samenhang Lombok, Leidseweg heeft een gemiddelde Sociale Index van 101. Het meest positief scorende thema is sociale contacten (138), omdat inwoners meer dan gemiddeld contact hebben met familie en/of vrienden. Ook onafhankelijkheid scoort hoog (132). Het aandeel inwoners van Lombok dat bijna nooit opvoedproblemen ervaart is relatief hoog (indexscore van 143). De ervaren zelfredzaamheid is bovengemiddeld (112): inwoners hebben het idee alles goed aan te kunnen en vinden dat ze goed voor zichzelf kunnen zorgen. Het aantal Wmo-verstrekkingen is relatief laag (index 128). De minst positief scorende thema s zijn voorzieningen (60) en netheid & veiligheid (66). Dit laatste wordt vooral veroorzaakt door een relatief hoge ervaren buurtoverlast (benedengemiddelde indexscore van 45) en een gevoel van onveiligheid (55). Wat voorzieningen betreft valt vooral de lage tevredenheid over de fysieke voorzieningen in de buurt op (12). Binnen Capaciteiten valt op dat bewoners van Lombok, Leidseweg moeilijker kunnen rondkomen dan vier jaar geleden en dat de schuldhulpverlening is toegenomen. Binnen het thema opleiding is te zien dat het aantal 1.2 gewichtenleerlingen is afgenomen. Het aspect Meedoen ontwikkelt zich overwegend positief, vooral door een toename in vrijwillige inzet (toename aandeel mantelzorgers en actieve buurtbewoners). Bewoners gaan meer uit (café, uit eten, etc.), maar het bezoek aan culturele activiteiten nam af. De thema s netheid&veiligheiden voorzieningen laten een negatieve ontwikkeling zien. Dit ligt hoofdzakelijk aan de groeiende overlast binnen Lombok (jongerenoverlast en buurtoverlast algemeen). Het aandeel bewoners dat zich onveilig voelt nam toe. Verder daalde het aantal bewoners dat tevreden is over de fysieke voorzieningen in de buurt (parkeerplaatsen, speelplekken, groen, etc.). p.21

Subwijk Nieuw Engeland, Schepenbuurt Stand van zaken 2014 Ontwikkeling ten opzichte van 2010 Inkomen Opleiding Onafhankelijkheid Tevredenheid Werk&school Vrijwillige inzet Soc.isolement* Soc/cult activ Netheid&veiligheid Voorzieningen Wonen Soc.samenhang Nieuw Engeland, Schepenbuurt heeft een gemiddelde Sociale Index (109). De aspecten Meedoen, Welbevinden en Capaciteiten scoren boven-gemiddeld(resp. 119, 112 en 111). Opvallend positief binnen Meedoen zijn het hoge aandeel dat minstens één keer per maand uitgaat (128) en het bovengemiddeld hoge aandeel bijstandscliënten dat via een re-integratietraject actief op zoek is naar werk (index 143). De vrijwillige inzet scoort benedengemiddeldin Nieuw Engeland, wat vooral komt door het lage aandeel bewoners dat vrijwilligerswerk doet (index van 62). Dit ligt in lijn met de benedengemiddeldescore voor het aandeel bewoners dat actief is in de buurt (index van 70). Ook de tevredenheid over de sociale-en welzijnsvoorzieningen in de subwijk, zoals scholen, sport, huisarts en bibliotheek, scoort (ver) benedengemiddeld(index van 65). In de subwijk Nieuw Engeland, Schepenbuurt is vooral de inkomenssituatie achteruit gegaan. Dit komt door een groeiend aandeel bewoners met een laag inkomen en een toename van de schuldhulpverlening in de subwijk. Binnen Welbevinden valt op dat het aandeel bewoners dat zichzelf zelfredzaam vindt is afgenomen. In iets mindere mate geldt hetzelfde voor het aandeel bewoners met een hoog persoonlijk welbevinden. Vergeleken met vier jaar geleden gaan meer bewoners van West uit (film, disco, restaurant). Werk&schoollaat een kleine min zien doordat het aandeel bijstandscliënten dat (via een re-integratietraject) actief op zoek is naar een baan daalde. De leefomgeving van Nieuw Engeland, Schepenbuurt is redelijk stabiel gebleven. Het enige opvallende is dat het aantal aangiften voor woninginbraak (per 1.000 woningen) daalde. p.22

HOOFDSTUK 4 NOORDWEST p.23

WIJK NOORDWEST (Pijlsweerd/Ondiep, 2 e Daalsebuurt/Zuilen-west/Zuilen-noord en oost) Stand van zaken 2014 De wijk Noordwest heeft een Sociale Index van 83 en komt daarmee onder het gemiddelde van Utrecht uit. Dit komt met name door de lagere index van het aspect Leefomgeving (index 65). Alle onderliggende thema s van dit aspect laten benedengemiddelde scores zien. Verspreid over de thema s van Leefomgeving is er een aantal indicatoren die ver benedengemiddelde indexscores laten zien: het hoge aantal woninginbraken (index van 30), een lage ervaren netheid in de wijk (43) en een lage tevredenheid over de sociale-en welzijnsvoorzieningen zoals scholen, kinderopvang en sport-of cultuurvoorzieningen (53). Ook de indicatoren van het thema wonen scoren allemaal ver beneden gemiddeld (ca. 57). De indexscore voor het thema sociale contacten is met een indexcijfer van 116 bovengemiddeld. Relatief veel wijkbewoners van Noordwest hebben frequent contact met familie en/of vrienden. De thema s opleiding en werk&school scoren gemiddeld (indexscores 97 resp. 92). Het aandeel jongeren met een startkwalificatie is nl. bovengemiddeld (111) en verder is ook het aandeel schoolgaande jeugd relatief hoog (110). p.24

WIJK NOORDWEST Ontwikkeling ten opzichte van 2010 CAPACITEITEN: Over het geheel genomen zijn de capaciteiten in de wijk Noordwest licht achteruit gegaan. Dit komt met name door een toename van het aandeel mensen in de schuldhulpverlening, waardoor de inkomenssituatie verslechterde. Het thema opleiding ontwikkelde zich daarentegen positief. Het aandeel voortijdig schoolverlaters nam af, evenals het aandeel bewoners met een lagere opleiding. WELBEVINDEN: De onafhankelijkheid van de inwoners is achteruit gegaan, vooral door een toename van het aandeel ouders dat wel eens opvoedproblemen heeft. Het aandeel bewoners met een hogere zelfredzaamheid daalde. MEEDOEN: Het aspect Meedoen ontwikkelde zich positief. Over het geheel genomen doen wijkbewoners meer mee; het aandeel vrijwilligers en actieve buurtbewoners nam toe. Wat betreft de sociaalculturele activiteiten gaan meer inwoners uit en doen ze meer aan sport. Het bezoek aan culturele activiteiten daalde. Verder verslechterde de situatie rondom werk en school, vooral doordat het aandeel bijstandscliënten dat via een re-integratietraject actief op zoek is naar werk daalde. LEEFOMGEVING: De leefomgeving in Noordwest is over het geheel genomen licht achteruit gegaan. Dit komt vooral door een grotere ontevredenheid over de fysieke voorzieningen in de buurt (winkels, speelplekken, groen, etc.). Ook de mediane verkoopprijs van woningen daalde. De sociale samenhang in Noordwest verbeterde, met name door een groter aandeel inwoners met een hoge tolerantie. Inkomen Opleiding Onafhankelijkheid Tevredenheid Werk&school Vrijwillige inzet Soc. isolement* Soc/cult activ. Netheid&veiligheid Voorzieningen Wonen Soc.samenhang Let op: grafiek laat relatieve ontwikkeling zien. Zie ook inleiding en bijlage 2 voor toelichting. *Sociaal isolement is 1 indicator. Dit in tegenstelling tot de andere pijlen (thema s), die allemaal zijn opgebouwd uit meerdere indicatoren (geldt voor zowel wijken als subwijken). p.25

Subwijk Pijlsweerd Stand van zaken 2014 Ontwikkeling ten opzichte van 2010 Inkomen Opleiding Onafhankelijkheid Tevredenheid Werk&school Vrijwillige inzet Soc.isolement* Soc/cult activ. Netheid&veiligheid Voorzieningen Wonen Soc.samenhang Pijlsweerdlaat een gevarieerd beeld zien op sociaal gebied (index 94), waarbij het aspect Leefomgeving het verst beneden het stedelijk gemiddelde ligt (61). Het laagst scorende thema is voorzieningen (38), waarbij vooral de tevredenheid over de sociale-en welzijnsvoorzieningen (sport, cultuur, scholen, kinderopvang) in negatieve zin opvalt (index van 1), gevolgd door de tevredenheid over de fysieke voorzieningen (26). De sociale samenhang scoort wat beter, maar is met een indexcijfer van 61 nog steeds ver beneden het gemiddelde. Dit komt vooral door de relatief hoge mutatiegraad (45). Een ver bovengemiddeld resultaat is te zien voor het aandeel volwassenen dat aan sport doet (index 133). Verder zijn er relatief weinig bewoners met een laag inkomen (index 135). De subwijk Pijlsweerdlaat qua ontwikkeling een vrij gematigd beeld zien. Het thema opleiding ontwikkelde zich overwegend positief; het aandeel voortijdig schoolverlaters nam af. Binnen Welbevinden steeg het thema tevredenheid, doordat het aandeel bewoners met een hoog persoonlijk welbevinden toenam. Meedoen laat een licht positieve tendens zien in Pijlsweerd. Vooral de toename van het aantal inwoners dat uitgaat naar disco, café, restaurant valt hier op. Ook het aandeel bewoners dat aan sport doet groeide. De leefomgeving van Pijlsweerdontwikkelde zich negatief de afgelopen vier jaar. De onvrede over fysieke buurtvoorzieningen nam toe. De mediane verkoopprijs van woningen daalde en het aantal verhuizingen steeg. p.26

Subwijk Ondiep, 2 e Daalsebuurt Stand van zaken 2014 Ontwikkeling ten opzichte van 2010 Inkomen Opleiding Onafhankelijkheid Tevredenheid Werk&school Vrijwillige inzet Soc.isolement* Soc/cult activ. Netheid&veiligheid Voorzieningen Wonen Soc.samenhang De Sociale Index van de subwijk Ondiep, 2e Daalsebuurt ligt beneden het stedelijk gemiddelde (87). Net als in het naastgelegen Pijlsweerd scoort het aspect Leefomgeving ver beneden het Utrechts gemiddelde (63). Binnen Leefomgeving laat het merendeel van de achterliggende indicatoren een ver benedengemiddelde score zien, waarbij de lage tevredenheid over de sociale-en welzijnsvoorzieningen het meest opvalt (index van 13), gevolgd door een lage individuele woonbeleving (40). Enkele positieve resultaten zijn bovengemiddeld hoge indexcijfers voor het contact van bewoners met familie en/of vrienden (index 182), het aandeel bewoners dat geen discriminatie ervaart (121), het aandeel met betaald werk (117), het aandeel jongeren met een startkwalificatie en het aandeel schoolgaande jeugd (beiden 113). In Ondiep, 2e Daalsebuurtontwikkelde het thema inkomen zich negatief, door een toenemend aantal inwoners in de schuldhulpverlening. Wat opleiding betreft zijn er in 2014 minder voortijdig schoolverlaters en zijn bewoners gemiddeld hoger opgeleid dan in 2010. Welbevinden ontwikkelde zich over het algemeen negatief in Ondiep. Naast een afname in zelfredzaamheid en maatschappelijk welbevinden, zijn er meer gezinnen met opvoedproblemen. Meedoen laat een positieve tendens zien. Een groeiend aantal bewoners is actief in de buurt, bijvoorbeeld als vrijwilliger. Het aandeel bewoners dat zich verantwoordelijk voelt voor de buurt groeide eveneens. Verder gaan meer bewoners uit en doen meer bewoners aan sport. Binnen Leefomgeving valt vooral het dalende aantal voorzieningen op. Positief is dat de tolerantie in Ondiep (bijv. tussen Nederlanders en allochtonen) toegenomen is. p.27

Subwijk Zuilen-west Stand van zaken 2014 Ontwikkeling ten opzichte van 2010 Inkomen Opleiding Onafhankelijkheid Tevredenheid Werk&school Vrijwillige inzet Soc.isolement* Soc/cult activ. Netheid&veiligheid Voorzieningen Wonen Soc.samenhang De subwijk Zuilen-west ligt met een Sociale Index van 98 dicht bij het Utrechts gemiddelde. Net als in heel Noordwest is ook hier de Leefomgeving het minst sterke aspect (88). Binnen Leefomgeving bevinden zich ook de twee negatieve uitschieters: een relatief hoge woninginbraak (71) en een lage individuele woonbeleving (59). De sociale contacten binnen Zuilen-west scoren bovengemiddeld. Bewoners hebben relatief vaak contact met familie en/of vrienden (index 125). Bovendien ervaren relatief weinig bewoners een sociaal isolement (122). Voor wat betreft werk & school is te zien dat de subwijk een relatief hoog aandeel schoolgaande jeugd kent (index 118). Het thema opleiding scoort met een index van 105 ruim gemiddeld. Het aandeel jongeren met een startkwalificatie is relatief hoog (index 121) en het aandeel voortijdige schoolverlaters juist laag (index 112). Binnen Zuilen-west laat de inkomensontwikkeling een negatief beeld zien. Bewoners kunnen moeilijker rondkomen en doen relatief vaker een beroep op schuldhulpverlening. Het aandeel bewoners met een hoog persoonlijk en maatschappelijk welbevinden nam af. Ook het aandeel bewoners met een hoge zelfredzaamheid daalde. Meedoen ontwikkelde zich positief in Zuilen-west. Het aandeel bewoners dat uitging nam toe. Ook het aantal bibliotheeklidmaatschappen steeg. Het aandeel vrijwilligers en mantelzorgers groeide en het aandeel inwoners in een sociaal isolement nam af. Vergeleken met de andere subwijkenbinnen Noordwest heeft het thema wonen zich in Zuilen-west negatiever ontwikkeld. Dit geldt voor zowel individuele woonbeleving, het buurtoordeel als de mediane verkoopprijs. Het thema voorzieningen ontwikkelde zich wisselend; de tevredenheid met sociale/welzijnsvoorzieningen groeide, maar het aantal fysieke voorzieningen en de tevredenheid daarover daalde. p.28

Subwijk Zuilen-noord en -oost Stand van zaken 2014 Ontwikkeling ten opzichte van 2010 Inkomen Opleiding Onafhankelijkheid Tevredenheid Werk&school Vrijwillige inzet Soc.isolement* Soc/cult activ. Netheid&veiligheid Voorzieningen Wonen Soc.samenhang De Sociale Index van de subwijk Zuilen-noord en -oost ligt met 74 het laagst van alle subwijken binnen de wijk Noordwest. Alle aspecten scoren benedengemiddeld (index variërend van 71 tot 82). Opvallend bij het thema inkomen (index 66) is dat alle achterliggende indicatoren ruim benedengemiddeld scoren. Bewoners van Zuilen-noord en oost kunnen over het algemeen moeilijk rondkomen en relatief veel bewoners hebben te maken met bijstand en/of schuldhulpverlening. Binnen het thema onafhankelijkheid blijkt dat er relatief weinig bewoners vinden dat ze goed voor zichzelf kunnen zorgen of dat ze alles goed aankunnen (index zelfredzaamheid is 64). Ook de tevredenheid met het eigen leven behoeft aandacht. Het persoonlijk en maatschappelijk welbevinden scoort namelijk ver benedengemiddeld (resp. 63 en 64). De enige positieve uitschieter is de relatief lage alcoholconsumptie (index 121) onder bewoners van de subwijk. Binnen Zuilen-noord en oost zijn er anno 2014 meer inwoners met een laag inkomen en wordt er vaker een beroep gedaan op schuldhulpverlening. Daarentegen ontwikkelde zich alle indicatoren van het thema opleiding zich positief, met name het gemiddelde opleidingsniveau. Welbevinden ontwikkelde zich negatief. Er zijn minder mensen die een hoge zelfredzaamheid ervaren en meer gezinnen hebben te maken met opvoedproblemen. Het thema werk&schoolontwikkelde zich negatief, doordat het aandeel bijstandscliënten dat actief werkzoekend is daalde. De vrijwillige inzet daarentegen steeg, door een groeiend aandeel actieve bewoners. Ondanks de verslechterde inkomenssituatie in de subwijk, gingen meer bewoners minimaal 1x per maand uit. Binnen Leefomgeving steeg de tevredenheid met de sociale/welzijnsvoorzieningen, maar over de fysieke voorzieningen in de buurt zijn bewoners minder tevreden. Verder zijn mensen in de subwijk toleranter ten opzichte van elkaar. p.29

HOOFDSTUK 5 OVERVECHT p.30

WIJK OVERVECHT (Taagdreef, Wolgadreef/Zamenhofdreef, Neckardreef/Vechtzoom, Klopvaart/Zambesidreef, Tigrisdreef) Stand van zaken 2014 Met een indexscore van 50 heeft Overvecht de laagste Sociale Index van alle wijken binnen de gemeente Utrecht. Het zijn vooral de aspecten Capaciteiten en Welbevinden die een negatief resultaat laten zien (resp. 44 en 28). Bewoners van de wijk Overvecht kunnen over het algemeen moeilijk rondkomen en hebben een lager maatschappelijk en persoonlijk welbevinden. Bovendien zijn ze relatief weinig zelfredzaam (index 15) en is het aandeel bewoners dat discriminatie ervaart relatief hoog (index 13). Meedoen heeft een iets hogere score van 54 wat voornamelijk te danken is aan het hoge aandeel actieve bewoners (index 149). Ook het aandeel niet/nauwelijks belaste mantelzorgers is bovengemiddeld (113). Het feit dat het thema vrijwillige inzet met een index van 80 toch benedengemiddeld scoort komt door het lage aandeel vrijwilligers (index 34) en het lage aandeel bewoners dat zich verantwoordelijk voelt voor de buurt (24). De Leefomgeving van de wijk Overvecht (en van al haar subwijken) scoort nog het minst negatief (index 72). Het thema voorzieningen is het enige thema dat gelijk is aan het Utrechts gemiddelde. Dit komt met name door de bovengemiddelde tevredenheid met de fysieke buurtvoorzieningen (index 127), zoals winkels, openbaar vervoer, speelplekken, groen, etc. Het totale aantal voorzieningen in de wijk scoort wat lager, evenals de tevredenheid met de sociale/welzijns-voorzieningen, zoals scholen, sport en cultuur (beiden index van 79). p.31

WIJK OVERVECHT Ontwikkeling ten opzichte van 2010 CAPACITEITEN: De capaciteiten in de wijk zijn over het geheel genomen achteruit gegaan. Bewoners van Overvecht kunnen moeilijker rondkomen dan vier jaar geleden en het aandeel bewoners in de schuldhulpverlening nam in Overvecht meer toe dan in de andere wijken. Daarentegen nam het opleidingsniveau van de beroepsbevolking in Overvecht meer dan gemiddeld toe, evenals het aandeel jongeren met een startkwalificatie. WELBEVINDEN: De onderliggende factoren van onafhankelijkheid laten een divers beeld zien. De ervaren zelfredzaamheid daalde, maar toch zijn er minder opvoedproblemen en minder Wmo aanvragen. Binnen het thema tevredenheid daalde het maatschappelijk welbevinden. MEEDOEN: Werk en school laat een achteruitgang zien, wat met name komt doordat het aandeel bijstandscliënten dat actief op zoek is naar werk (middels re-integratietrajecten) is afgenomen. De vrijwillige inzet nam toe, met name door meer mantelzorgers en mee actieve buurtbewoners. Wat betreft de sociaal/culturele activiteiten valt op dat het aantal culturele uitstapjes is afgenomen (concert, toneel, dans, museum), terwijl het uitgaan juist is toenam (film, disco, café, restaurant). LEEFOMGEVING: De leefomgeving van Overvecht heeft positief ontwikkeld. Dit komt voornamelijk door een toegenomen tolerantie onder de inwoners. De tevredenheid over de fysieke buurtvoorzieningen is echter afgenomen. Inkomen Opleiding Onafhankelijkheid Tevredenheid Werk&school Vrijwillige inzet Soc.isolement* Soc/cult activ. Netheid&veiligheid Voorzieningen Wonen Soc.samenhang Let op: grafiek laat relatieve ontwikkeling zien. Zie ook inleiding en bijlage 2 voor toelichting. *Sociaal isolement is 1 indicator. Dit in tegenstelling tot de andere pijlen (thema s), die allemaal zijn opgebouwd uit meerdere indicatoren (geldt voor zowel wijken als subwijken). p.32

Subwijk Taagdreef, Wolgadreef Stand van zaken 2014 Ontwikkeling ten opzichte van 2010 Inkomen Opleiding Onafhankelijkheid Tevredenheid Werk&school Vrijwillige inzet Soc. isolement* Soc/cult activ. Netheid&veiligheid Voorzieningen Wonen Soc.samenhang Taagdreef, Wolgadreef is de best scorende subwijk binnen Overvecht, maar komt met een index van 68 benedengemiddeld uit. Met name de thema s sociale/culturele activiteiten (index van 48) en tevredenheid eigen leven (50) scoren benedengemiddeld. Culturele activiteiten, uitgaan en vooral sportbeoefening komen in deze subwijk relatief weinig voor. Het aandeel bewoners dat discriminatie ervaart is relatief hoog. Ook het thema inkomen (index 53) behoeft extra aandacht. Inwoners van deze subwijk kunnen relatief moeilijk rondkomen en maken vaker gebruik van schuldhulpverlening. De vrijwillige inzet van bewoners scoort goed. Ze zijn meer dan gemiddeld actief in de buurt (index 111) en een relatief groot aandeel bewoners geeft mantelzorg (index 111), zonder hierdoor overbelast te worden. Opvallend positief scorende indicatoren zijn het lage aandeel bewoners dat buurtoverlast ervaart (index 116) en het hoge aandeel dat vindt dat Nederlandse en allochtone wijkbewoners goed met elkaar omgaan (118). In 2014 doen relatief meer bewoners van Taagdreef, Wolgadreef een beroep op schuldhulpverlening dan in 2010. De indicatoren van het thema opleiding ontwikkelden zich allemaal licht positief. Binnen het thema werk&school valt op dat het aandeel bijstandsontvangersdat actief een baan zoekt, daalde. Positief is dat meer bewoners actief zijn in de buurt en dat er relatief meer mantelzorgers zijn. Verder gaan meer bewoners uit (café, film), maar nam het bezoek aan culturele activiteiten af. De sociale samenhang heeft zich in de afgelopen vier jaar binnen alle subwijkenvan Overvecht goed ontwikkeld. Binnen Taagdreef, Wolgadreef is dit vooral te danken aan het toegenomen aandeel bewoners met een hoge tolerantie. Verder valt op dat de thema s wonen en netheid&veiligheidzich beter ontwikkelden dan bij de andere subwijken van Overvecht. p.33

Subwijk Zamenhofdreef, Neckardreef Stand van zaken 2014 Ontwikkeling ten opzichte van 2010 Inkomen Opleiding Onafhankelijkheid Tevredenheid Werk&school Vrijwillige inzet Soc.isolement* Soc/cult activ. Netheid&veiligheid Voorzieningen Wonen Soc.samenhang De Sociale Index van de subwijk Zamenhofdreef, Neckardreef ligt met een index van 62 (ver) beneden het stedelijk gemiddelde. Leefomgeving is het minst negatieve aspect (index 74). Dit is te danken aan het thema voorzieningen, dat met een index van 110 een bovengemiddelde score laat zien. Het totale aantal voorzieningen in de hele subwijk (voor jongeren, ouderen, cultuur en sport/welzijn) is vrij hoog (110), evenals de tevredenheid met de fysieke buurtvoorzieningen (spelen, parkeren, groen index van 124). De tevredenheid met de sociale-en welzijnsvoorzieningen is gemiddeld (97). De vrijwillige inzet in de subwijk ligt onder het gemiddelde (78), wat hoofdzakelijk komt doordat maar weinig bewoners zich verantwoordelijk voelen voor de buurt (30). Het aantal bewoners dat vrijwilligerswerk doet of actief is in de buurt ligt rond het stadsgemiddelde (resp. 97 en 108). Bewoners van Zamenhofdreef, Neckardreefkunnen moeilijker rondkomen dan vier jaar geleden en relatief meer bewoners doen een beroep op schuldhulpverlening. Binnen Welbevinden valt vooral op dat het aandeel bewoners dat geen discriminatie ervaart meer dan gemiddeld toenam. Wat Meedoen betreft zijn er meer bewoners actief in de buurt, vooral als vrijwilliger. Het aandeel bewoners dat veel netheid in de wijk ervaart is gedaald. Bovendien ervaart een groter aandeel bewoners buurtoverlast. Net als in heel Overvecht is ook in Zamenhofdreef, Neckardreefsprake van een toegenomen tolerantie. p.34