Inhoudsopgave. Algemene tekst inzake de aansluiting van werkgevers bij sectoren voor de uitvoering van de sv-wetgeving. 2-5



Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit goedkeuring premiepercentages sectorfondsen 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 28, zesde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Herplaatsing van de publicatie in de Staatscourant van 2 november 2011, nr.

STAATSCOURANT. 25 november Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Informatie sociale verzekeringen naar sectoren

Informatie sociale verzekeringen naar sectoren 2011

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2018

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Premies sociale verzekeringen

WGA-instroom grote werkgevers in 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2017

1. Deze overeenkomst is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten van werknemers in dienst van een werkgever in een onderneming in de Metalektro.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 28, vijfde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Regeling indeling van het bedrijfs- en beroepsleven in sectoren

bevordering reïntegratie (AMBER)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

WGA-instroom grote werkgevers in 2014

WGA-instroom grote werkgevers in 2011

Informatie sociale verzekeringen naar sectoren 2007

WGA-instroom grote werkgevers in 2012

WGA-instroom grote werkgevers in 2013

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID


DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Tarieven, bedragen en percentages

Tarieven, bedragen en percentages

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aanvullende informatie over sociale verzekeringen naar sectoren

DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Bijlage 2: SBI codes 1993 FME CWM

Aanvullende informatie over sociale verzekeringen naar sectoren

Aanvullende informatie over sociale verzekeringen naar sectoren

Premievaststelling Sectorfondsen 2013

AFSTANDEN IN METERS. 141 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Premievaststelling. Sectorfondsen 2014

STAAT VAN BEDRIJVEN BESTEMMINGSPLAN KENNISWERF WEST; mei 2013 SBI-CODE OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES GROOTSTE AFSTAND

Aanvraag Verklaring toepasselijke sociale verzekeringswetgeving A1/(E)101 voor werknemers

Staat van Bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3.1)

Milieucategorieën en richtafstanden Woongebieden

SUtd'Uof^ftoei. inzake de indeling van bet bedrijfs- en beroepsleven in verband met de uitvoering der wettelijk geregelde werkloosheidsverzekering

Hoofdstuk (blz. 22): Eenmaal per jaar aanvragen/beëindigen WGA eigen risicodragerschap

Sectorale mobiliteit van werkzoekenden in het crisisjaar 2009

Financiële nota Sectorfondsen juni 2007

Aanvraag. Verklaring toepasselijke sociale verzekeringswetgeving (E)101/A1 voor werknemers. Verzekeringen. 1 Gegevens werkgever.

Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijfsverzamelgebouw

AFSTANDEN IN METERS. SBI-CODE Omschrijving CATEGORIE GROOTSTE AFSTAND GEVAAR GELUID GEUR STOF

Aanvraagformulier individueel pensioen

Aanvraag Verklaring toepasselijke sociale verzekeringswetgeving A1/(E)101 voor werknemers

Offerte Aanvraagformulier

Bijlage 1 Richtafstandenlijsten LIJST 1 - ACTIVITEITEN definitief

Pilot vrijstelling sollicitatieplicht voor oudere werkloze vrijwilligers of mantelzorgers

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

bestemmingsplan Dorpsstraat 22 Nieuw- Roden ontwerp

Wijziging verplichtstelling tot deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Bibliotheek Stromarkt

november 2017 de redactie

B i j l a g e 1 : S t a a t v a n b e d r i j f s a c t i - v i t e i t e n c a t e g o r i e 1 e n 2

van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2018 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST CAO-Aanvullend Invaliditeitspensioen Metaal en Techniek (AvIM)

Premievaststelling. Sectorfondsen 2015

Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten categorie 1 t/m 2

Bijlage 1: Fasering. Bestemmingsplan Snellerpoort Regels

Bijlage 1 Staat van bedrijven

Aanvraag. Verzekeringen. Verklaring toepasselijke sociale verzekeringswetgeving A1/Certificate of coverage voor werknemers

Consumptie-ijsfabrieken: 0645

Gemeente Leudal, bestemmingsplan Buitengebied

Lijst van bedrijfsactiviteiten bestemmingsplan Hoofddorp Hoofdweg tussen

Bijlage 2 Lijst van bedrijfsactiviteiten categorie 1 t/m 2

Bijlage 1. Staat van bedrijven

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds FOCWA, de Nederlandse vereniging van ondernemers in het Carrosseriebedrijf,

FKB-CAO VOOR DE TECHNISCHE GROOTHANDEL

0111, , 012, 013 Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) , 012, bedrijfsgebouwen 2

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Verplichtstellingsbeschikking

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Verplichtstellingsbeschikking

Uitleg van de werkingssfeer van cao s CAO S IN DE PRAKTIJK. Workshop. Mr. dr. Esther Koot-van der Putte

Verplichtstellingsbeschikking

CAO Aanvullend Invaliditeitspensioen Metaal en Techniek (AvIM)

Standaard bedri jfsindeling (S.B.I. 1970)

Bijlage 1. Staat van Bedrijven

Bijlage bij de voorschriften:

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

LIJST VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN

Transcriptie:

Inhoudsopgave Omschrijving pagina Algemene tekst inzake de aansluiting van werkgevers bij sectoren voor de uitvoering van de sv-wetgeving. 2-5 Bijlagen: 1. Regeling indeling van het bedrijfs- en beroepsleven in sectoren, (Indelingsregeling) 6-9 Bijlage bij de Indelingsregeling 10-34 Historisch overzicht wijzigingen Indelingsregeling 35-38 2. Voorwaarden voor een gesplitste aansluiting 40-42 3. Voorwaarden voor een groepsaansluiting 43-44 4. Het Uitzendbesluit (indeling uitzendbedrijven) 45-51 Systematiek Uitzendbesluit 52 Toepassing (voorbeelden) 53-55 Schematisch overzicht indeling uitzendbedrijven (voorbeelden) 56-57 5. Besluit datumbeleid indelingen 58 Zakelijke weergave Besluit datumbeleid indelingen 59-61 6. Overzicht uitvoering versus sectoren 61-63 7. Adreslijst van belang zijnde UWV-kantoren 64 Voorbehoud: Deze informatieset geeft slechts de hoofdlijnen van de aansluiting van werkgevers bij één (of meer) sector(en) weer. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend! Voor eventuele nadere informatie kunt u zich wenden tot uw UWV-kantoor of één van de in deze informatieset genoemde telefoonnummers bellen. WV/I & I, versie januari 2004 1

Algemeen. Aansluiting van werkgevers bij sectoren voor de uitvoering van de svwetgeving Als gevolg van een wetswijziging zijn de uitvoeringsinstellingen (UVI s) en het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) per 1 januari 2002 opgegaan in Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Met ingang van genoemde datum is de aansluiting van werkgevers voor de uitvoering van de sociale verzekering bij sectoren geregeld in de Werkloosheidswet (WW) en krachtens die wet uitgevaardigde nadere regelgeving. Deze informatiebrief gaat in op de indeling van een werkgever in een sector. Zij beoogt slechts een handreiking voor de werkgever te zijn en er kunnen daarom geen rechten aan worden ontleend. Voor alle duidelijkheid wordt eerst nog even stilgestaan bij de situatie voorafgaande aan 1 januari 2002. Situatie tot 1 januari 2002 Een werkgever is voor de uitvoering van een aantal sociale verzekeringswetten verplicht aangesloten bij een sector. De aansluiting van werkgevers bij een sector behoorde tot 1 januari 2002 primair tot de bevoegdheden van de UVI s zelf. Daarnaast had het Lisv tot genoemde datum een aantal bevoegdheden betreffende de aansluiting van werkgevers bij een sector. Het was onder meer mogelijk om bij het Lisv bezwaar in te stellen tegen een indelingsbeslissing van een UVI. Voorts kon het Lisv beslissen dat een groep van ondernemingen bij één sector werd aangesloten of dat een werkgever, die verschillende activiteiten verricht, bij twee of meer sectoren werd aangesloten. Situatie vanaf 1 januari 2002 Regeling indeling bedrijfs- en beroepsleven in sectoren De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op grond van (artikel 97k, eerste lid van) de WW de Regeling indeling bedrijfs- en beroepsleven in sectoren vastgesteld, de zogenaamde Indelingsregeling. Krachtens deze Indelingsregeling is het bedrijfs- en beroepsleven verdeeld in een aantal sectoren, elk omvattende één of meer takken van bedrijf of beroep of gedeelten daarvan. Voor de volledige tekst van de Indelingsregeling verwijzen wij u naar bijlage 1 Indeling in sectoren De verplichte aansluiting van werkgevers bij een bepaalde sector vindt plaats aan de hand van het vermelde in de bijlage van de hiervoor bedoelde Indelingsregeling. Bij welke sector een werkgever dient te zijn aangesloten is afhankelijk van de werkzaamheden die er daadwerkelijk worden verricht en van de functie van de werkgever in het maatschappelijk verkeer (functionele indeling). Uitgangspunt is dat werkgevers die dezelfde werkzaamheden verrichten bij dezelfde sector dienen te zijn aangesloten. WV/I & I, versie januari 2004 2

De uitvoering De uitvoering van de diverse sociale verzekeringswetten is vanaf 1 januari 2002 opgedragen aan UWV. Voor aansluiting bij een sector of overschrijving naar een andere sector kunt u zich in eerste aanleg wenden tot het UWV-kantoor in uw regio. Er bestaat in het kader van de indeling van werkgevers in sectoren een bundeling van vijf onderdelen binnenuwv, te weten: Agrarische, tabaksverwerkende en vleesverwerkende sector Sector bouwnijverheid Sectoren zorg en welzijn, detailhandel, reiniging en grootwinkelbedrijf Voor werkgevers van het voormalige gemeenschappelijk administratiekantoor Sectoren overheid en onderwijs Bevoegdheden UWV betreffende de aansluiting van werkgevers bij een sector Rechtsmogelijkheden (bezwaar en beroep) UWV beslist inzake de aansluiting van een werkgever bij een sector en de datum waarop de werkgever bij een sector is aangesloten. Tegen deze beslissing kan bezwaar worden gemaakt bij UWV, afdeling Indeling en Inschrijving, Postbus 8300, 1005 CA Amsterdam, waarna vervolgens nog beroep mogelijk is bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Het instellen van bezwaar of beroep heeft geen opschortende werking. Eventueel kan bij de CRvB een voorlopige voorziening worden aangevraagd. Aan de behandeling van verzoek- en bezwaarschriften door UWV zijn geen kosten verbonden. Gesplitste aansluiting (aansluiting bij meer dan één sector) Een werkgever die werkzaamheden verricht, die behoren tot verschillende sectoren wordt aangesloten bij de sector, waartoe de werkzaamheden behoren waarvoor die werkgever in de regel het grootste bedrag aan loon betaalt, dan wel vermoedelijk zal betalen. UWV kan evenwel op verzoek van een werkgever, die verschillende werkzaamheden verricht, beslissen dat hij bij meer dan één sector is aangesloten. Bijvoorbeeld: een werkgever die een loodgieterbedrijf en een horecabedrijf exploiteert kan voor het loodgieterbedrijf worden aangesloten bij sector 12. Metaal- en technische bedrijfstakken en voor het horecabedrijf bij sector 33. Horeca algemeen. Om voor een dergelijke gesplitste aansluiting in aanmerking te komen dient wel aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. Welke voorwaarden dit zijn kunt u lezen in bijlage 2 WV/I & I, versie januari 2004 3

Groepsaansluiting (aansluiting bij één sector van een groep werkgevers) UWV heeft tevens de bevoegdheid om nadere van de wet afwijkende regelen te stellen. Zo is er onder andere een besluit vastgesteld op grond waarvan een groep of groepen van werkgevers, hoewel behorende tot verschillende sectoren, toch bij één sector kunnen worden aangesloten (groeps- of concernaansluiting). Om voor zo een aansluiting in aanmerking te komen dient eveneens aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. Welke voorwaarden dit zijn kunt u lezen in bijlage 3. Uitzendbesluit (indeling uitzendbedrijven) Het Uitzendbesluit regelt de aansluiting van werkgevers die zich bezighouden met het ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan derden om onder hun leiding en toezicht werkzaamheden te verrichten. Voor een nadere uiteenzetting van dit besluit verwijzen wij u hier naar bijlage 4. Deelneming aan sociale regelingen of voorzieningen De aansluiting van werkgevers bij één sector (of meer sectoren) geschiedt op grond van het bepaalde in of krachtens de WW. De verplichte of vrijwillige deelneming aan een bepaalde Cao-, pensioen-, vutregeling of andere sociale regeling of voorziening (bijv. scholings- of verletfonds) is op zich niet relevant voor de aansluiting bij een sector, dit ondanks het gegeven dat er in de praktijk in een aantal gevallen een koppeling bestaat tussen de aansluiting bij een sector enerzijds en de hiervoor bedoelde andere regelingen of voorzieningen anderzijds. Deze koppeling is door het bedrijfs- en beroepsleven zelf tot stand gebracht en neergelegd in c.q. afhankelijk van de werkingssfeerbepalingen/omschrijvingen van bedoelde regelingen of voorzieningen. UWV mag ingevolge staande jurisprudentie bij het indelen van werkgevers in een sector resp. sectoren geen rekening houden met de toepassing van andere sociale regelingen en/of voorzieningen zoals hiervoor bedoeld. Indien UWV dit wel zou doen, zou hij onrechtmatig handelen. UWV is derhalve niet bevoegd ter zake van de eventuele toepasselijkheid van CAO s en andere hiervoor bedoelde sociale regelingen/voorzieningen een (corrigerende) beslissing te nemen. Verplichting werkgever Een werkgever is gehouden UWV schriftelijk te informeren omtrent de aanvang en het einde van het werkgeversschap en wijziging(en) in de loonsommen (loonsomverhouding) en de bedrijfsuitoefening. Het feit dat UWV (voor 1 januari 2002 Lisv of een UVI) reeds eerder heeft beslist omtrent de aansluiting bij een sector van een betrokken werkgever ontheft hem niet van deze verplichting. WV/I & I, versie januari 2004 4

Adressering Verzoekschriften (om een gesplitste aansluiting of een groepsaansluiting) en bezwaarschriften kunt u zenden aan: UWV Afdeling Indeling en Inschrijving Postbus 8300 1005 CA AMSTERDAM Fax 020-687 52 98 Eventuele telefonische informatie is te verkrijgen onder nummer 020-687 52 87 of 020-687 52 88 (afdeling Indeling en Inschrijving) of bij uw UWV-regiokantoor WV/I & I, versie januari 2004 5

Bijlage 1 Regeling indeling van het bedrijfs- en beroepsleven in sectoren. Krachtens overgangsrecht geldt deze - op grond van artikel 51, eerste lid van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 vastgestelde - Indelingsregeling sinds 1 januari 2002 als een regeling op grond van artikel 97k, eerste lid van de WW. De tekst van deze regeling: Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 februari 1997/ nr. SV/UB/97/0807, Stcrt. 1997, nr. 41 (inwerkingtreding op 1 maart 1997) tot vaststelling van een indeling op grond van artikel 51, eerste lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, zoals laatstelijk gewijzigd bij Besluit van 2 maart 2000/Nr. SV/UB/00/06120, Stcrt. 2000, nr. 51. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelet op artikel 51, eerste lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997; Besluit: Artikel 1 Het bedrijfs- en beroepsleven wordt verdeeld in de volgende sectoren, elk omvattende één of meer takken van bedrijf of beroep of gedeelten daarvan, zoals aangegeven in de bij deze regeling behorende bijlage: 1. Agrarisch bedrijf 2. Tabakverwerkende industrie 3. Bouwbedrijf 4. Baggerbedrijf 5. Houten emballage-industrie, houtwaren- en borstelindustrie 6. Timmerindustrie 7. Meubel- en orgelbouwindustrie 8. Groothandel in hout, zagerijen, schaverijen en houtbereidingsindustrie 9. Grafische industrie 10. Metaalindustrie 11. Elektrotechnische industrie 12. Metaal- en technische bedrijfstakken 13. Bakkerijen 14. Suikerverwerkende industrie 15. Slagersbedrijven 16. Slagers overig 17. Detailhandel en ambachten 18. Reiniging 19. Grootwinkelbedrijf 20. Havenbedrijven WV/I & I, versie januari 2004 6

21. Havenclassificeerders 22. Binnenscheepvaart 23. Visserij 24. Koopvaardij 25. Vervoer KLM 26. Vervoer NS 27. Vervoer posterijen 28. Taxi- en ambulancevervoer 29. Openbaar Vervoer 30. Besloten busvervoer 31. Overig personenvervoer te land en in de lucht 32. Overig goederenvervoer te land en in de lucht 33. Horeca algemeen 34. Horeca catering 35. Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen 36. (Vervallen) 37. (Vervallen) 38. Banken 39. Verzekeringswezen en ziekenfondsen 40. Uitgeverij 41. Groothandel I 42. Groothandel II 43. Zakelijke Dienstverlening I 44. Zakelijke Dienstverlening II 45. Zakelijke Dienstverlening III 46. Zuivelindustrie 47. Textielindustrie 48. Steen-, cement-, glas- en keramische industrie 49. Chemische industrie 50. Voedingsindustrie 51. Algemene industrie 52. Uitzendbedrijven 53. Bewakingsondernemingen 54. Culturele instellingen 55. Overige takken van bedrijf en beroep 56. Schildersbedrijf 57. Stukadoorsbedrijf 58. Dakdekkersbedrijf 59. Mortelbedrijf 60. Steenhouwersbedrijf 61. Overheid, onderwijs en wetenschappen 62. Overheid, rijk, politie en rechterlijke macht 63. Overheid, defensie 64. Overheid, provincies, gemeenten en waterschappen 65. Overheid, openbare nutsbedrijven 66. Overheid, overige instellingen 67. Werk en (re)integratie 68. Railbouw 69. Telecommunicatie WV/I & I, versie januari 2004 7

Artikel 2 Tot elke sector van het bedrijfs- en beroepsleven worden gerekend de werkzaamheden, verricht in de takken van bedrijf of beroep of gedeelten daarvan, welke in de bij deze regeling behorende bijlage zijn vermeld. Artikel 3 Werkzaamheden, verricht in takken van bedrijf en beroep, welke niet in de bijlage bij deze regeling zijn vermeld, worden geacht te behoren tot een sector van het bedrijfs- en beroepsleven, waartoe takken van bedrijf en beroep behoren, waarin werkzaamheden worden verricht, welke naar de aard het meest met de eerstbedoelde werkzaamheden overeenkomen. Artikel 4 1. Ondernemingen waarvan de bedrijfsuitoefening uitsluitend of in overwegende mate behoort tot de in de bijlage van deze regeling bij de sectoren metaalindustrie, elektrotechnische industrie en metaal- en technische bedrijfstakken genoemde takken van bedrijf of beroep waarop het tot 1 januari 1985 geldende criterium van het aantal werknemers van toepassing is en die als werkgever zijn ingedeeld bij de sector metaal- en technische bedrijfstakken, doch waarbij op genoemde datum gedurende een ononderbroken periode van 4, 3, 2 of 1 jaar, respectievelijk tenminste 30, 50, 100 of 150 werknemers ten behoeve van bedoelde bedrijfsuitoefening in dienst waren, blijven aangesloten bij de sector metaal- en technische bedrijfstakken. 2. Ondernemingen waarvan de bedrijfsuitoefening uitsluitend of in overwegende mate behoort tot de in de bijlage van deze regeling bij de sector metaalindustrie en de sector metaal- en technische bedrijfstakken genoemde takken van bedrijf of beroep waarop het tot 1 januari 1985 geldende criterium van het aantal werknemers van toepassing is en die als werkgever zijn ingedeeld bij de sector metaalindustrie doch waarbij op genoemde datum gedurende een ononderbroken periode van 4, 3, 2 of 1 jaar respectievelijk minder dan 30, 15, 10 of 5 werknemers ten behoeve van bedoelde bedrijfsuitoefening in dienst waren, blijven aangesloten bij de sector metaalindustrie. 3. Ondernemingen waarvan de bedrijfsuitoefening uitsluitend of in overwegende mate behoort tot de in de bijlage van deze regeling bij de sector elektrotechnische industrie en de sector metaal- en technische bedrijfstakken genoemde takken van bedrijf of beroep waarop het tot 1 januari 1985 geldende criterium van het aantal werknemers van toepassing is en die als werkgever zijn ingedeeld bij de sector elektrotechnische industrie, doch waarbij op genoemde datum gedurende een ononderbroken periode van 4, 3, 2 of 1 jaar respectievelijk minder dan 30, 15, 10 of 5 werknemers ten behoeve van bedoelde bedrijfsuitoefening in dienst waren, blijven aangesloten bij de sector elektrotechnische industrie. WV/I & I, versie januari 2004 8

4. In geval van rechtsopvolging van een werkgever als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid wordt voor de toepassing van het eerste, tweede of derde lid aangenomen dat sprake is van een zelfde aansluiting. Artikel 5 1. Een werkgever als bedoeld in artikel 4, of de ondernemingsraad die aan de onderne-ming van die werkgever is verbonden kan aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verzoeken te beslissen dat die werkgever is aangesloten bij die sector waarbij hij zonder het bepaalde in artikel 4, eerste, tweede en derde lid zou moeten zijn aangesloten geweest. 2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid, wordt ingewilligd indien tussen de werkgever en de aan zijn onderneming verbonden ondernemingsraad daarover overeenstemming bestaat en indien de werkgever voldoet aan alle voorwaarden welke zijn opgenomen in de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen gegeven nadere regelen tot vaststelling van het tijdstip van aansluiting van werkgevers uit de metaalsector bij een der betrokken sectoren. 3. Indien geen ondernemingsraad is verbonden aan de onderneming van de in het eerste lid bedoelde werkgever, treden de gezamenlijke werknemers in alle rechten van een ondernemingsraad wat betreft het in het eerste en tweede lid gestelde, met dien verstande dat als oordeel van de gezamenlijke werknemers geldt de met meerderheid van stemmen door hen ter zake uitgesproken mening. Artikel 6 Indien het bij koninklijke boodschap van 9 september 1996 ingediende voorstel van wet (Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, Kamerstukken II 1996/97, 24877) tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt deze regeling op hetzelfde tijdstip in werking. Artikel 7 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling indeling van het bedrijfs- en beroepsleven in sectoren. Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst. s-gravenhage, 25 februari 1997. De Staatssecretaris voornoemd, F.H.G. de Grave WV/I & I, versie januari 2004 9

Bijlage bij de Regeling indeling van het bedrijfs- en beroepsleven in sectoren 1. Agrarisch bedrijf, omvattende: 1. Akker- en weidebouw (inbegrepen vlasteelt, al dan niet samengaande met repelen van vlas en vlasknopbreken alsmede inbegrepen de werkzaamheden van de Staatslandbouwbedrijven van het Bureau Oogstvoorziening en soortgelijke instellingen). 2. Veehouderij en pluimveehouderij (waarbij onder veehouderij tevens wordt begrepen het houden van pelsdieren). 3. Tuinbouw: a. Groenteteelt. b. Fruitteelt. c. Bloembollen d. Boomkwekerij. e. Bloemisterij. f. Tuinbouwzaadteelt. g. Kruidenteelt. 4. Hoveniersbedrijf. 5. Bijenteelt. 6. Bosbouw (inbegrepen de werkzaamheden van het Staatsbosbeheer). 7. Griend- en rietcultuur. 8. Veenbedrijf: a. Veenderijen. b. Turfstrooiselfabrieken. 9. Loonondernemingen (ondernemingen, waarin de werkzaamheden uitsluitend of in hoofdzaak bestaan in het voor derden dorsen, ploegen, maaien, fraisen, eggen, schijfeggen, zaaien, kunstmeststrooien, vlastrekken, vlasknopbreken, sproeien of spuiten, dan wel het verrichten van andere oogst- en grondbewerkingswerkzaamheden). 10. Grasdrogerijen. 11. Aardappelsorteerinrichtingen. 12. Jacht. 13. Cultuurtechnische werken (inbegrepen objecten, uitgevoerd door de overheid). 14. Visteelt. 2. Tabakverwerkende industrie, omvattende: 1. Sigarenindustrie. 2. Sigarettenindustrie. 3. Kerftabakindustrie. 3. Bouwbedrijf, omvattende: 1. Burgerlijke en utiliteitsbouw. 2. Water- en wegenbouw, alsmede grondwerken. 3. De grondboring, buizenleggers- en kabelleggersbedrijven. 4. Het steenzetterbedrijf (glooiingen, kademuren, enz.). WV/I & I, versie januari 2004 10

5. Het dakdekkersbedrijf, voor zover worden verwerkt pannen, leien, riet, stro, betonplaten, asbestplaten en dergelijke grondstoffen, met uitzondering van bitumen, asfalt en kunststofmaterialen. 6. Andere bouwambachten. 7. Het ovenbouwbedrijf. 8. Fabrieksschoorsteenbouw. 9. Het heiersbedrijf. 10. Het slopersbedrijf, voor zover zich bezighoudende met het slopen van bouwwerken. 4. Baggerbedrijf, omvattende: De baggerbedrijven, inclusief de rijswerkersbedrijven en de zand- en grindwinning. 5. Houten emballage-industrie, houtwaren- en borstelindustrie, omvattende: 1. Houten emballage-industrie: a. Houtwolindustrie. b. Kistenindustrie. c. Botervatenindustrie. d. Vatenindustrie. e. Kuipersbedrijven. f. Sigarenkistenindustrie. 2. Vervaardiging van houten huishoudelijke artikelen en speelgoederen. 3. Klompenindustrie. 4. Kurkenindustrie. 5. Kurkplatenindustrie. 6. Parket en hardhoutvloerenindustrie. 7. Triplex- en fineerindustrie. 8. Borstelwarenindustrie. 9. Griendhout- en rietverwerkende industrie, inclusief hoepelmakerijen. 10. Kuiperij. 11. Biezenmattenmakerijen, biezensorteerderijen en mandenmakerijen. 12. Luciferindustrie. 13. Fabrieken van houten zonneschermen, houten rolluiken en dergelijke. 6. Timmerindustrie, omvattende: 1. Deurenindustrie. 2. Timmerfabrieken. 7. Meubel- en orgelbouwindustrie, omvattende: 1. Meubelindustrie, meubelmakersambacht, meubelstoffeerderijen, matrassenindustrie (uitgezonderd metalen), alsmede vervaardiging van kussens en het matrassenmakersambacht. 2. Orgelbouwersbedrijf. 3. Doodkistenmakerijen. WV/I & I, versie januari 2004 11

4. Lijstenfabrieken. 5. Biljartfabrieken. 8. Groothandel in hout, zagerijen, schaverijen en houtbereidingsindustrie, omvattende: 1. Groothandel in hout. 2. Houtzagerijen en -schaverijen (inbegrepen loonzagerijen en - schaverijen). 3. Houtbereidingsindustrie. 9. Grafische industrie, omvattende: 1. Het boekdrukkers- en rasterdiepdrukbedrijf. 2. Het boekbindersbedrijf en het papierwarenbedrijf (schoolschriften, notitieboekjes, cahiers in papieren omslag, met of zonder linnen rug of linnen band, alle soorten blocnotes, zowel gekramd als aan de kop gelijmd als gespiraleerd als op andere wijze vervaardigd). 3. Het lithografisch bedrijf. 4. Het chemigrafische bedrijf. 5. Het fotografisch bedrijf, al of niet verbonden met een detailhandel in fotoartikelen. 6. Lettergieterijen. 7. Lichtdrukkerijen en fotocopieerinrichtingen. 8. Copieerinrichtingen. 9. Kantoordrukinrichtingen. 10. Rubberstempelindustrie. 11. Enveloppenindustrie. 10. Metaalindustrie, omvattende: 1. Metallurgische industrie. 2. Scheepsbouw. 3. Machinebouw. 4. Staalbouw. 5. Plaatverwerkende industrie. 6. Draad-, draadwaren- en staaldraadkabelindustrie. 7. Scheepsslopersbedrijf. Gedetailleerde omschrijving van de metaalindustrie: I. Tot de metaalindustrie behoort - voor zover niet genoemd onder II. mits in de betrokken ondernemingen in de regel ten minste 30 werknemers werkzaam zijn -: 1. het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen, waaronder onder meer wordt verstaan: a. het aanleggen, assembleren, construeren, demonteren, draaien, emailleren, forceren, gieten, herstellen, lassen, monteren, onderhouden, persen, pletten, samenstellen, slopen, smeden, smelten, trekken, vervaardigen en walsen van metaal (waaronder onder meer te verstaan: aluminium, blik, brons, koper, lood, messing, staal, tin, ijzer, zink en legeringen of composities hiervan) of metalen apparaten, WV/I & I, versie januari 2004 12

drijfwerk, gereedschappen, machines, toestellen, voorwerpen en werktuigen (waaronder mede begrepen kracht- en arbeidswerktuigen, landbouwtractoren, machines en werktuigen), alles in de ruimste zin des woords, zoals appendages, automaten, automobielen, beelden, bliksemafleiders, blikwaren, bouten, brandkasten, bromfietsen, bruggen, buizen, capsules, draad, draadnagels, elektriciteitsmeters, elektroden, gaas, gasmeters, haarden, instrumenten (waaronder optische apparaten), jaloezieën, kachels, ketels, (o.a. voor centrale verwarming), kinderwagens, klinknagels, kroonkurken, matrassen, matrijzen, meubelen, moeren, motoren, motorrijwielen, muziekinstrumenten, ovens, radiatoren, ramen, reservoirs, rolhekken, rollend materiaal, rolluiken, rijwielen, schaatsen, schepen, schroeven, schuifhekken, sluitingen, stempels, tanks, taximeters, tuben, uurwerken, watermeters, zonweringen, sierhekken; b. het staalblazen en/of zandstralen; c. het verzinken en/of vertinnen, voor zover dit niet langs galvanotechnische weg geschiedt; d. het revideren van verbrandingsmotoren en onderdelen daarvan in de ruimste zin; 2. het elektrotechnische scheepsinstallatiebedrijf; 3. het elektrotechnische wikkel- en reparateursbedrijf, omvattende het wikkelen of herstellen van gebruiks- en verbruikstoestellen voor sterk- en zwakstroominstallaties. II. Ongeacht het aantal werknemers in de betrokken ondernemingen, behoort tevens tot de metaalindustrie: 1. het hoogovenbedrijf met inbegrip van zijn nevenbedrijven; 2. het walsen van staal; 3. het ijzer- en staalgietersbedrijf; 4. het vervaardigen en/of herstellen van vliegtuigen; 5. het vervaardigen en/of herstellen van liften. Onder vervaardigen, als bedoeld onder I en II, wordt eveneens verstaan het assembleren, monteren en samenstellen uit van derden betrokken onderdelen. Waar in deze omschrijving staat: mits in de betrokken ondernemingen in de regel ten minste 30 werknemers werkzaam zijn dient daarvoor in de plaats te rekenen van 1 januari 1985 te worden gelezen: mits in de betrokken onderneming, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, in de regel gedurende ten minste 1200 uren per week door bij die onderneming in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht. 11. Elektrotechnische industrie: Tot de elektrotechnische industrie behoort, mits in de betrokken ondernemingen in de regel ten minste 30 werknemers werkzaam zijn - met uitzondering van het elektrotechnische installateursbedrijf (voor zover niet betreffende het WV/I & I, versie januari 2004 13

elektrotechnische scheepsinstallatiebedrijf), het radio- en televisieïnstallateursen reparateursbedrijf, het neoninstallateursbedrijf en het elektrotechnische nettenbouwbedrijf -: het bedrijf van vervaardigen en/of herstellen van apparaten, installaties, stoffen, toestellen, voorwerpen, e.d., die elektrische energie of haar componenten afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, transformeren, verbruiken, verdelen, voortbrengen of waarneembaar maken, zoals: 1. producten, dienende tot het meten, muteren, schakelen, transformeren en voortbrengen van elektrisch arbeidsvermogen; 2. elektromotoren, elektrische huishoudelijke en industriële toestellen met en zonder elektrische beweegkracht, elektrische ovens, fornuizen, apparatuur voor het elektrisch lassen en accumulatoren; 3. producten, dienende tot het ondergronds transport van elektrisch arbeidsvermogen (grondkabel), en geïsoleerd draad; 4. installatiemateriaal, waaronder smeltveiligheden; 5. apparaten en instrumenten op het gebied van telefonie, telegrafie en andere telecommunicatiedoeleinden; 6. gloeilampen, gasontladingsbuizen voor hoge en lage spanningen en elektronenbuizen; 7. droge batterijen; 8. radio-, radar-, televisie-, zend, ontvang- en distributie-apparatuur en van alle overige elektronische apparatuur, daaronder begrepen elektro-medische toestellen en instrumenten. Onder vervaardigen wordt eveneens verstaan het assembleren, monteren en samenstellen uit van derden betrokken onderdelen. Waar in deze omschrijving staat: mits in de betrokken ondernemingen in de regel ten minste 30 werknemers werkzaam zijn dient daarvoor in de plaats te rekenen van 1 januari 1985 te worden gelezen: mits in de betrokken onderneming, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, in de regel gedurende ten minste 1200 uren per week door bij die onderneming in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht. 12. Metaal- en technische bedrijfstakken, omvattende: 1. Het bedrijf van het be- en/of verwerken van metalen - voor zover niet vallende onder de punten 2/t/m 19 -, mits in de betrokken ondernemingen in de regel minder dan 30 werknemers werkzaam zijn, waaronder onder meer wordt verstaan: a. het aanleggen, assembleren, construeren, demonteren, draaien, emailleren, forceren, gieten, herstellen, lassen, monteren, onderhouden, persen, pletten, samenstellen, slopen, smeden, smelten, trekken, vervaardigen, walsen van metaal (waaronder onder meer te verstaan: aluminium, blik, brons, koper, lood, messing, staal, tin, ijzer, zink en legeringen of composities hiervan) of van metalen voorwerpen, alles in de ruimste zin van het woord, zoals apparaten, appendages, automaten, automobielen, beelden, bliksemafleiders, blikwaren, bouten, brandkasten, bruggen, buizen, capsules, draad, draadnagels, drijfwerk, elektroden gaas, gemotoriseerde rijwielen, WV/I & I, versie januari 2004 14

gereedschappen, haarden, instrumenten (waaronder optische apparaten), jaloezieën, kachels, ketels, kinderwagens, klinknagels, knopen, kroonkurken, machines, matrassen, matrijzen, meters (o.a. gas-, elektriciteits-, water- en taximeters), meubelen, moeren, motoren, motorrijwielen, muziekinstrumenten, onderdelen, ovens, ramen, reservoirs, rolhekken, rollend materieel, rolluiken, rijwielen, schaatsen, schepen, schroeven, schuifhekken, sierhekken, sluitingen, stempels, stoomketels, tanks, toestellen, tuben, uurwerken, werktuigen (waaronder mede begrepen kracht- en arbeidswerktuigen, landbouwmachines, tractoren en - werktuigen) en zonweringen. b. het vervaardigen en/of herstellen van apparaten, installaties, stoffen, toestellen, voorwerpen, e.d. die elektrische energie of haar componenten afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, transformeren, verbruiken, verdelen. voortbrengen of waarneembaar maken; c. het staalblazen en/of zandstralen; d. het verzinken en/of vertinnen, voor zover dit niet langs galvanotechnische weg geschiedt. 2. Het galvanotechnisch bedrijf, waaronder wordt verstaan het door middel van elekrotechnische werkwijze of op andere wijze metaalneerslag uit oplossingen op voorwerpen aanbrengen, metalen oxideren of polijsten. 3. Het graveerbedrijf, waaronder wordt verstaan het hand- en machinegraveren in metaal of andere stoffen. 4. Het bedrijf van het lakken, moffelen slijpen en/of polijsten van metalen. 5. Het bedrijf van het herstellen van naaimachines. 6. Het bedrijf van het vervaardigen, aanbrengen of herstellen van kunstledematen, orthopedische apparaten (beugels en spalken), orthopedische korsetten en andere medische bandages. 7. Het modelmakersbedrijf, waaronder wordt verstaan het vervaardigen, repareren en wijzigen van gietmodellen, vormplaten en coquilles voor de metaalindustrie. 8. Het motorvoertuigenbedrijf, waaronder te dezen wordt verstaan het bedrijf waarin één of meer van de hieronder genoemde werkzaamheden worden uitgeoefend: 1. het verrichten van herstellingswerkzaamheden aan automobielen, auto-onderdelen toebehoren (inclusief banden), dan wel aan motorrijwielen, motorrijwielonderdelen of -toebehoren (inclusief banden); 2. het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan automobielen, auto-onderdelen of -toebehoren (inclusief banden), dan wel aan motorrijwielen, motorrijwielonderdelen of -toebehoren (inclusief banden; 3. het voorzien van automobielen of motorrijwielen van motorbrandstoffen of smeermiddelen; WV/I & I, versie januari 2004 15

4. het wassen van automobielen; 5. het stallen van automobielen of motorrijwielen; 6. het afleveringsklaarmaken en aan het publiek verkopen van automobielen of motorrijwielen. 9. a. Het vervaardigen, samenstellen, veranderen, onderhouden en/of herstellen van wagens, zoals aanhangwagens, opleggers, caravans en kampeerwagens, alsmede van carrosserieën, wisselcarrosserieën, carrosseriesegmenten, carrosserieplaatwerk, of delen daarvan. b. Het aanbrengen en/of herstellen - ongeacht de gebruikte materialen - van stofferingen aan onder a bedoelde objecten, alsmede aan c.q. in motorvoertuigen; het - ongeacht de gebruikte materialen - vervaardigen van producten die dienen ter stoffering of bekleding, zoals onder meer hoezen, cabrioletkappen en hemels. c. Het aanbrengen van beschermende lagen op onder a bedoelde objecten door onder meer spuiten, schilderen, lakken en dompelen. d. Het aanbrengen van teksten en reclame op onder a bedoelde zelfvervaardigde, samengestelde, veranderde, onderhouden en/of herstelde objecten. e. Het richten, meten, controleren en uitlijnen bij het herstellen van chassis en/of carrosserieën met behulp van richt- en meetapparatuur (richt- of meetbank, c.q. richtbank en mallen). f. Het verlengen, inkorten, versmallen en/of verbreden van carrosserieën. Ten deze worden verstaan onder: wagen: het gestel op wielen of glijvlakken om - anders dan langs spoorstaven - te worden voortbewogen, met uitzondering van rijwielen, bromfietsen, motorrijwielen, motorvoertuigen, kinderwagens, landbouwtrekkers en andere mechanische werktuigen, rijdende kranen, vorkheftrucks en bulldozers, alsmede caravans, woonwagens, directieketen en schaftwagens voor zover deze niet kunnen, mogen of bestemd zijn om te worden voortbewogen. carrosserie: de open of gesloten opbouw van een wagen c.q. motorvoertuig, onder meer ter verkrijging van een wagen c.q. motorvoertuig met een speciale bestemming, zoals bijvoorbeeld autobussen, brandweerwagens, geldtransportwagens, koelwagens, ladderwagens, legerwagens, politiewagens, spaarbankwagens, tandartswagens, winkelwagens en ziekenwagens. 10. a. Het centrale -verwarmingsbedrijf, omvattende het monteren of repareren van installaties of onderdelen daarvan voor centrale verwarming, warmwatervoorziening, luchtbehandeling, ventilatie en koeling; WV/I & I, versie januari 2004 16

b. het koeltechnisch bedrijf, omvattende het plaatsen en monteren of repareren van koel- en vriesinstallaties en installaties voor luchtbehandeling en ventilatie (deze laatste in koeltechnische zin). 11. a. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische zwak- en sterkstroominstallaties (elektrotechnisch installatiesbedrijf), met uitzondering van het elektrotechnisch scheepsinstallatiebedrijf, voor zover, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, in de regel in een dergelijke onderneming ten minste 1200 uren per week door bij die onderneming in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht. b. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische en elektronische installaties ten behoeve van signalisering van en/of beveiliging tegen onbevoegde toegang, kwaadwillig gedrag en persoonlijke en/of materiële schade (elektrotechnisch beveiligingsinstallatiebedrijf). c. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van installaties op het gebied van aarding en kathodische bescherming (aardingsbedrijf). d. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van radio- en televisieontvangtoestellen, radio- en televisieontvanginstallaties, elektronische geluidsversterkers, elektronische geluidsversterkerinstallaties, alsmede bijbehorende hulptoestellen of onderdelen (radio- en televisieïnstallatieen reparatiebedrijf). e. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van installaties ten behoeve van ontvangst en distributie van radio- en televisiesignalen, alsmede van overdracht van informatie (installatiebedrijf voor collectieve antennes, kabeltelevisie en overige (tele)-communicatie). Hieronder zijn niet begrepen het leggen van kabels met de daaraan verbonden laswerkzaamheden, alsmede de voorbereidende en afsluitende grondwerkzaamheden, ten behoeve van de hiervoor omschreven doeleinden, indien en voor zover die werkzaamheden geen uitvloeisel zijn van de normale bedrijfsuitoefening van het hiervoor omschreven installatiebedrijf. f. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, vervaardigen, onderhouden, of bedrijfsvaardig opleveren van lichtinstallaties met gasontladingsbuizen van hoge spanning, waaronder begrepen het monteren en WV/I & I, versie januari 2004 17

demonteren van deze buizen, alsmede algemene reclameverlichtingsinstallaties voor zover deze niet binnen een pand functioneren (lichtreclamebedrijf). g. Het aanleggen, herstellen, uitbreiden, demonteren, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van elektriciteitsdistributienetten, straat- en terreinverlichting, elektronische bewegwijzeringsinstallaties, elektrotechnische verkeersregel-, verkeersmeting- en verkeerscontroleinstallaties en elektrotechnische parkeerregelingsinstallaties (elektrotechnisch nettenbouw- en buiteninstallatiebedrijf). Hieronder zijn niet begrepen het leggen van kabels met daaraan verbonden laswerkzaamheden, alsmede de voorbereidende en afsluitende grondwerkzaamheden, ten behoeve van de hiervoor omschreven doeleinden, indien en voor zover die werkzaamheden geen uitvloeisel zijn van de normale bedrijfuitoefening van het hiervoor omschreven installatiebedrijf. h. Het aanleggen, ontwerpen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden en bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische en elektronische installaties, of onderdelen daarvan, ten behoeve van ontvangst, distributie, zichtbare en/of hoorbare overdracht van informatie alsmede informatieverwerking en regeling van industriële productieprocessen of andere mechanische bedrijfsvoorzieningen (communicatie- en industrieel automatiseringsinstallatiebedrijf). i. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische installaties ten behoeve van exposities, beurzen, evenementen of feestverlichting (het tentoonstellingsinstallatiebedrijf). j. Het met het oog op het gebruik van huishoudelijke elektrotechnische verbruikstoestellen bedrijfsmatig aanleggen, wijzigen, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van een aansluitpunt op een bestaande eindgroep van een sterkstroominstallatie (elektro-aansluitbedrijf). k. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische en elektronische installaties of onderdelen daarvan aan boord van zich op zee bevindende objecten welke niet over een eigen voortstuwing beschikken (elektrotechnische off-shore installatiebedrijf). l. Het wikkelen of herstellen van elektrotechnische machines en gebruiks- en verbruikstoestellen voor sterk- en zwakstroominstallaties (elektrotechnisch wikkelbedrijf). m. Het monteren en bedraden van elektrotechnische en elektronische apparatuur van bedienings-, schakel- en signaleringspanelen (elektrotechnisch paneelbouwbedrijf). WV/I & I, versie januari 2004 18

n. Het demonteren, repareren, monteren, vervangen, wijzigen, onderhouden en gebruiksgereed opleveren van apparaten, installaties, toestellen, voorwerpen e.d. die elektrische energie afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, transformeren, erbruiken, verdelen, voortbrengen of waarneembaar maken (elektrotechnisch reparatiebedrijf). Alles voor zover in de onder l, m en n bedoelde ondernemingen, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, in de regel gedurende minder dan 1200 uren per week door bij een dergelijke onderneming in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht. 12. De goud- en zilvernijverheid, waaronder wordt verstaan: a. het vervaardigen van: 1. gebruikvoorwerpen van edele metalen, al of niet samengaande met het vervaardigen van gebruiksvoorwerpen van andere non-ferrometalen: 2. sieraden en monturen van edele metalen, al of niet samengaande met het vervaardigen van sieraden en monturen van andere non-ferro-metalen; 3. medailles, insignes, enz. van edele metalen, al of niet samengaande met het vervaardigen van medailles, insignes, enz. van andere non-ferrometalen. b. het herstellen van, dan wel het verrichten van een deelbewerking aan of voor de onder a genoemde voorwerpen. 13. Het aanbrengen, herstellen, bekleden, afwerken en/of onderhouden van isolerende materialen - ter voorkoming of beperking van warmte- of koudeverlies, - tegen vuur, vocht, geluid en/of vibratie, bij industrieën, aan technische installaties en aan boord van schepen, zoals leidingen, apparaten, kanalen, tanks e.d., voorts in ruimten, zoals koel- en vriescellen, ketel- en machineruimten, studio s e.d. 14. Het bedrijf van: a. het aanleggen, veranderen, herstellen of onderhouden van huisrioleringen; b het vervaardigen, aanbrengen, herstellen of onderhouden van uit aluminium, zink, lood of koper bestaande dakbedekkingen of onderdelen daarvan, bekledingen aan of op bouwwerken, afvoerpijpen voor regenwater of onderdelen daarvan; c. het aanleggen, veranderen, herstellen of onderhouden van installaties voor gas- of watervoorziening of gedeelten daarvan; d. het aanleggen, veranderen, herstellen of onderhouden van brandleidingen, sprinklerinstallaties of sanitaire installaties of gedeelten daarvan. WV/I & I, versie januari 2004 19

15. Het motorenrevisiebedrijf, omvattende het revideren van verbrandingsmotoren en onderdelen daarvan in de ruimste zin, mits in de betrokken ondernemingen in de regel minder dan 30 werknemers werkzaam zijn. 16. Het rijwielkleinbedrijf, waaronder wordt verstaan: a. het herstellen, verkopen of verhuren van al dan niet gemotoriseerde rijwielen; b. het geven van gelegenheid tot stalling van al dan niet gemotoriseerde rijwielen. 17. Het bedrijf van het repareren en/of onderhouden van kantoormachines. 18. De diamantenindustrie, omvattende: a. het zagen, snijden, slijpen, overslijpen of kloven van sierdiamant; b. het bewerken van ruwe slijpdiamant tot geslepen sierdiamant; c. het vervaardigen van industriediamant. 19. Het bedrijf van: a. het vervaardigen en/of herstellen van vaartuigen in de ruimste zin van het woord, ongeacht het verwerkte materiaal, voor zover niet vallende onder de groep 1a: b. het verschaffen van ligplaats aan en/of gelegenheid geven tot stalling of berging van vaartuigen in jachthavens, boothuizen, loodsen of op de vaste wal, al dan niet samengaande met herstelwerkzaamheden aan vaartuigen: c. het verhuren van vaartuigen, al dan niet samengaande met herstelwerkzaamheden hieraan. Onder vervaardigen wordt eveneens verstaan het assembleren, monteren en samenstellen uit van derden betrokken onderdelen. Waar in deze omschrijving staat: mits in de betrokken ondernemingen in de regel minder dan 30 werknemers werkzaam zijn dient daarvoor in de plaats te rekenen van 1 januari 1985 te worden gelezen: mits in de betrokken onderneming, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, in de regel minder dan 1200 uren per week door bij die onderneming in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht. 13. Bakkerijen, omvattende: 1. Broodfabrieken. 2. Brood- en banketbakkerijen. 14. Suikerverwerkende industrie, omvattende: 1. Beschuit-, koek-, biscuit-, banket- en wafelfabrieken. 2. Suikerverwerkende industrie. 3. Vervaardiging en verwerking van cacaopoeder, cacaoboter, chocolademassa en couverture. 15. Slagersbedrijven WV/I & I, versie januari 2004 20