NIBE-SVV OEFENEXAMEN BUITENLANDBEDRIJF



Vergelijkbare documenten
Contactgegevens en instructies voor aanlevering trade-transacties.

Contactgegevens en instructies voor aanlevering trade-transacties.

documentair betalingsverkeer en garanties

NIBE-SVV OEFENEXAMEN CASHMANAGEMENT

1 Financieringsmogelijkheden

Exportkredietverzekering namens de Staat

ABN AMRO Voorwaarden SEPA Incasso

Dutch Good Growth Fund (DGGF) Dutch Good Growth Fund (DGGF)

Financieringsstromen

voorwaarden Juni 2014 Informatie Beleggen SEPA Incasso november 2011 ABN AMRO

Keuze van het juiste betaalmiddel en de geschikte bankgaranties

Informatiewijzer Verwerkingsduur en doorlooptijd van overboekingen

Informatiewijzer Verwerkingsduur en doorlooptijd van overboekingen

Voorwaarden voor Incasso-acceptanten

De bankoverstapdienst. Voor een vlotte overdracht van uw betalingsverkeer

Algemene voorwaarden. 1. Voorwaarden. Artikel 1. Definities. Artikel 2. Toepassingsgebied. Artikel 3. Aanvaarding van de opdracht door Credit Collect

voorwaarden November 2015 Informatie Beleggen SEPA Incasso november 2011 ABN AMRO

Triodos Bank. Dit zijn onze Bepalingen inzake de Europese Incasso-overeenkomst (per 1 september 2013)

Deutsche Bank Tarieven Zakelijk Betalingsverkeer

Maten, gewichten, afbeeldingen en technische gegevens

Algemene Voorwaarden. Verzekeren van garanties Algemene Voorwaarden nr. 366/08 Buitenland

Algemene Voorwaarden

Overeenkomst. Voorschriften. die uitsluitend bestemd is

Deutsche Bank Tarieven Zakelijk Betalingsverkeer

Dutch Good Growth Fund (DGGF) Dutch Good Growth Fund (DGGF)

ALGEMENE INCASSO VOORWAARDEN

Algemene voorwaarden Kroep Gerechtsdeurwaarder en Incasso

Wij willen ons graag aan u voorstellen en u informeren over onze werkwijze.

NIBE-SVV 2012 OEFENEXAMEN WONINGFINANCIERING 1

ALGEMENE VOORWAARDEN. Algemene voorwaarden van Stellema verzekeringen

Overeenkomst Periodieke schenking

Dutch Good Growth Fund (DGGF) Koen Hamers Tim van Galen Oscar Boot

Overzicht notariële werkzaamheden bij aankoop van een woning

Algemene voorwaarden. versie Algemene Voorwaarden van Eveas Verzekeringen 1

Koper De natuurlijke- of rechtspersoon die aan Stichting omgaan met parkinson de opdracht heeft gegeven tot de levering van producten.

ALGEMENE VOORWAARDEN EUROPESE INCASSO (B2B) (SEPA Business to Business Direct Debit)

Internationalisering van KMO s. Bescherming tegen de risico s verbonden aan de buitenlandse transacties.

HOOFDLIJNEN EKG REGELING OBLIGATIE STRUCTUUR

Algemene voorwaarden NCMO HR

VERKLARING t.b.v. GARANTIESTELLING DOOR CARDIF (ondertekening door adviseur)

Een zekere keuze! NATIONALE WAARBORG

VOORDELIGE ENERGIETARIEVEN

1 Gegevens huidige subsidieontvanger

Voorwaarden Cash2Account

3 FINANCIERINGSSTROMEN

Centrale rekening: De bank- en/of effectenrekening op naam van de stichting bij een financiële instelling.

Info-books. Toegepaste Informatica. Deel 31: Dubbel boekhouden HO31. E. Goossens T. Janssens

Partijen: Wij verrichten onze werkzaamheden op basis van een tussen u en Arnold Jansen assurantiën afgesloten abonnement.

REGLEMENT BELEGGERSGIRO HJCO. vastgesteld op 24 juli 2014

ALGEMENE INCASSO VOORWAARDEN

Deutsche Bank Global Transaction Banking. Internet Bankieren. Beheren.

Formulier wijziging subsidieontvanger organisaties. 1 Gegevens huidige subsidieontvanger. 2 Gegevens nieuwe subsidieontvanger

Toelichting op de overeenkomst tot periodieke schenking.

Documentair krediet en documentair incasso. Betaalinstrumenten voor uw internationale handelsverrichtingen

Algemene Voorwaarden Overboekservice Effecten

Deutsche Bank Nederland N.V. Algemene Voorwaarden Europese Incasso

ABN AMRO betaalt declaraties uit op uw bankrekening: Factuurnummer van aannemer of leverancier

Deutsche Bank Tarieven Zakelijk Betalingsverkeer 2012

OVEREENKOMST VAN GELDLENING

KAS BANK N.V. OVEREENKOMST VAN BEHEER EN BEWARING INZAKE BELEGINGSFONDS

Girale betaling in en rond datum faillissement

OVEREENKOMST VOOR DERDENREKENING GERECHTSDEURWAARDERS SPECIMEN

ontvangstverklaring 0% btw Duitsland

ToekomstPlan/StudiePlan

Deutsche Bank Global Transaction Banking. Internet Bankieren. Betalingen en incasso s invoeren.

Algemene Voorwaarden

INTERNATIONALE OVERBOEKING PRODUCTINFORMATIE

Administratieve uitvoering overeenkomst spaarloonregeling

Periodieke schenkingsovereenkomst EXEMPLAAR SCHENKER

Aanvraagformulier Avéro Achmea

NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN WONINGFINANCIERING 1

Aanvraagformulier SPD / VGZ

3.2 De verplichtingen van Factor Horsten gaan nooit verder dan door opdrachtgever en Factor Horsten schriftelijk zijn bevestigd.

Algemene voorwaarden - v2

TOELICHTING. op de ALGEMENE BANKVOORWAARDEN 2009

Trends & Ontwikkelingen

HUUROVEREENKOMST WOONRUIMTE

NIBE-SVV, 2013 OEFENEXAMEN ALGEMENE OPLEIDING BANKBEDRIJF

Admicon Hypotheken en Verzekeringen ABONNEMENT FINANCIEEL ADVIES EN BEMIDDELING PARTICULIERE SCHADEVERZEKERING. Serviceabonnementen

VEELGESTELDE VRAGEN OVERSTAPSERVICE

Artikel 3: Maten, gewichten, afbeeldingen en technische gegevens

Bescherming tegen de risico s verbonden aan buitenlandse transacties

Toelichting op de overeenkomst tot periodieke schenking

Voorwaarden van Re-Effect Flevoland vanaf 1 september 2012

Mededeling van de Commissie. van

Deze algemene verkoopvoorwaarden van ITH Connect B.V., gevestigd te Beverwijk, zijn gedeponeerd bij de KvK te Haarlem.

KAS BEWAARDER KLANTENVERMOGEN BND B.V.

ALGEMENE VOORWAARDEN VAN JACOSOL NEDERLAND B.V.

=================================================================== 1. Definitiebepalingen. Artikel 1

Algemene Voorwaarden

De BTW-administratie en de dossieropbouw van Fiscaal vertegenwoordiger moeten bevatten:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Aanvraagformulier SPD / De Amersfoortse

Amstel Incasso ALGEMENE VOORWAARDEN

Aanvraagformulier Ontslag Hoofdelijke Aansprakelijkheid

Veel gestelde vragen wijzigen incassocontracten. Algemeen gebruik. gewijzigd per 23 juli 2015

Algemene Voorwaarden

ALGEMENE VOORWAARDEN kinderopvang Keiki Holo Holo. Artikel 1 Begripsbepaling

Om de overname spoedig te laten verlopen vragen wij uw aandacht voor het volgende:

Transcriptie:

NIBE-SVV OEFENEXAMEN BUITENLANDBEDRIJF

1. Bij welke van de onderstaande transacties is vanuit Nederlands gezichtspunt sprake van transitohandel? A. Exportex BV uit Rotterdam koopt een partij hout uit Canada en verscheept het hout rechtstreeks naar Griekenland. B. Exportex BV uit Rotterdam koopt een partij hout uit Canada en verscheept het hout via Rotterdam naar Griekenland. C. Exportex BV uit Rotterdam koopt een partij hout uit Canada en verscheept het hout naar Rotterdam waar het na bewerking tot planken wordt doorgestuurd naar Griekenland. D. British Exports Ltd. uit Liverpool koopt een partij hout uit Canada en verscheept het hout via Rotterdam naar Griekenland. 2. Welke van de onderstaande beweringen over handelsinformatie door banken is JUIST? A. Handelsinformatie is veelal gesteld in algemene bewoordingen. B. Handelsinformatie is meestal gebaseerd op eigen research van de bank. C. Handelsinformatie betreft meestal algemene informatie over landen en sectoren, die wordt gepubliceerd in een Handelsbulletin. D. Banken zijn aansprakelijk voor de juistheid van door hen verstrekte handelsinformatie. 3. Welke van de onderstaande regels uit de Incoterms geldt voor iedere wijze van vervoer (dus NIET alleen voor zee- en binnenvaartvervoer)? A. CPT. B. CFR. C. CIF. D. FOB. 4. Welke van de onderstaande beweringen over het transferrisico voor zakelijke cliënten is JUIST? A. Het transferrisico ligt uitsluitend bij de koper. B. Het transferrisico maakt onderdeel uit van het debiteurenrisico. C. Het transferrisico is het risico van beperkende overheidsmaatregelen op financieel gebied. D. Het transferrisico is het risico van beschadiging, vernietiging of ontvreemding van de goederen tijdens de overtocht naar het bestemmingsland. 5. Wat is een kenmerk van een vrachtbrief? Een vrachtbrief A. heeft onderpandswaarde. B. is slechts een bewijs van een vervoerscontract. C. wordt vooral gebruikt voor goederenvervoer overzee. D. wordt meestal uitgeschreven in twee originele exemplaren, zodat de houder met elk van beide exemplaren beschikkingsmacht over de goederen kan uitoefenen. NIBE-SVV 2

6. Hieronder volgen twee beweringen over het certificaat van oorsprong. I. Een certificaat van oorsprong wordt in Nederland uitgegeven door de consul van het importerende land. II. Een certificaat van oorsprong kan dienen om aan te tonen dat de importeur recht heeft op toepassing van een verlaagd tarief van invoerrechten. Wat is JUIST? A. Alleen I is juist. B. Alleen II is juist. C. I en II zijn juist. D. Geen van beide is juist. 7. Welke van de onderstaande beweringen over een cheque met een incasso-endossement is JUIST? A. Een cheque met een incasso-endossement heeft het karakter van een toondercheque. B. Bij een incasso-endossement vindt GEEN eigendomsoverdracht van de cheque plaats. C. Een cheque met een incasso-endossement kan uitsluitend via een akte van cessie worden overgedragen. D. Het incasso-endossement bestaat alleen uit de handtekening van de nemer op de achterzijde van de cheque. 8. Welke van de onderstaande beweringen over brutosettlement (gross settlement) is JUIST? A. Brutosettlement wordt vooral toegepast bij bulkbetalingen. B. Bij brutosettlement treedt GEEN systeemrisico op. C. Bij brutosettlement worden de verschuldigde bedragen steeds aan het einde van de dag verrekend. D. Bij brutosettlement hoeven banken minder saldo of onderpand bij de settlementinstelling aan te houden dan bij nettosettlement. 9. Met ingang van 1 april 2003 zijn de nieuwe rapportagevoorschriften van DNB voor buitenlandse betalingen van banken en ondernemingen in werking getreden. Wat betekent dit onder meer voor ondernemingen? A. Rapportages van ondernemingen vinden voortaan uitsluitend op maandelijkse basis plaats. B. De rapportageplicht geldt voortaan alleen nog maar voor een geselecteerde groep ondernemingen. C. Ondernemingen moeten voortaan hun ingevulde deviezenformulieren rechtstreeks opsturen naar DNB. D. Ondernemingen hoeven GEEN deviezenformulieren meer in te vullen, maar zij moeten nog wel rapporteren over hun buitenlandse bankrekeningen. NIBE-SVV 3

10. Hieronder volgen drie beweringen over de rekening die de London Discount Bank aanhoudt bij haar correspondent, de Handelsbank in Amsterdam en waarvoor de meest gebruikelijke voorwaarden gelden. I. Voor de London Discount Bank is dit een lororekening. II. De London Discount Bank voert het beheer over de rekening. III. De Handelsbank berekent debetrente voor tekorten op de rekening. Welke van deze beweringen zijn JUIST? A. Uitsluitend I en II zijn juist. B. Uitsluitend I en III zijn juist. C. Uitsluitend II en III zijn juist. D. I, II en III zijn juist. 11. Kunnen ondernemingen in bepaalde gevallen hun niet-ingezetenenrekeningen in verschillende landen aansturen via hetzelfde EB-pakket en zo ja, bij welk soort financiële instellingen is dat mogelijk? A. Nee. B. Ja, uitsluitend bij buitenlandse kantoren van een netwerkbank. C. Ja, uitsluitend bij buitenlandse kantoren van een netwerkbank en bij banken die samen met de huisbank een strategische alliantie vormen. D. Ja, bij buitenlandse kantoren van een netwerkbank, bij banken die samen met de huisbank een strategische alliantie vormen en bij onafhankelijke correspondentbanken. 12. Welke van de onderstaande beweringen over de MT 202 van S.W.I.F.T. is JUIST? A. Dit is een bericht met een overboekingsopdracht waarbij uitsluitend banken betrokken zijn. B. Dit is het standaardbericht voor het uitvoeren van een overboeking ten behoeve van een cliënt. C. Er is een uitgebreide versie van dit bericht ontwikkeld voor straight-through processing (STP). D. Dit is een bericht van een bank aan haar correspondent dat zij de rekening van die correspondent gedebiteerd of gecrediteerd heeft. 13. Welke van de onderstaande beweringen over de verrekening onder gewoon voorbehoud (o.g.v.) van door cliënten aangeboden cheques is JUIST? A. Verrekening o.g.v. vindt plaats als de cheque een vormgebrek vertoont. B. Bij verrekening o.g.v. ziet de bank af van regres op de nemer van de cheque. C. Verrekening o.g.v. mag alleen plaatsvinden als de aanbiedingstermijn van de cheque verstreken is. D. Bij verrekening o.g.v. crediteert de bank de rekening van de nemer direct na het aanbieden van de cheque. NIBE-SVV 4

14. Wat is een verschil tussen de Amerikaanse clearing- en settlementsystemen Fedwire en CHIPS? A. CHIPS kan chequebetalingen verwerken en Fedwire NIET. B. Fedwire verwerkt vooral interbancaire betalingen en CHIPS NIET. C. Bij Fedwire vindt de verrekening van betalingen direct plaats en bij CHIPS NIET. D. Bij CHIPS moeten uitgaande betalingen uiterlijk één werkdag voorafgaand aan de gewenste settlementdatum worden aangeboden en bij Fedwire NIET. 15. Welke van de onderstaande beweringen over een documentair incasso is JUIST? Bij een documentair incasso A. hebben de betrokken banken uitsluitend te maken met financiële documenten. B. heeft de exporteur zekerheid dat een geaccepteerde wissel zal worden betaald. C. zijn de betrokken banken in feite slechts in opdracht handelende tussenpersonen. D. is er sprake van een gelijk oversteken van goederen tegen betaling of acceptatie van wissels. 16. Hieronder volgen twee beweringen over de incassovoorwaarden D/P en D/A. I. Bij D/A is een wissel vereist en bij D/P NIET. II. Bij D/P moet de importeur de aangeboden documenten steeds direct betalen en bij D/A NIET. Wat is JUIST? A. Alleen I is juist. B. Alleen II is juist. C. I en II zijn juist. D. Geen van beide is juist. 17. Wat moet de remitterende bank volgens de URC controleren bij een documentair incasso? A. Uitsluitend of zij de documenten heeft ontvangen die zijn opgesomd in de incasso-opdracht. B. Of zij de originele exemplaren van de documenten heeft ontvangen die zijn opgesomd in de incasso-opdracht. C. Of zij de documenten heeft ontvangen die zijn opgesomd in de incassoopdracht en of die documenten waar nodig zijn ondertekend en geëndosseerd. D. Of zij de documenten heeft ontvangen die zijn opgesomd in de incassoopdracht en of die documenten onderling geen tegenstrijdigheden bevatten. NIBE-SVV 5

18. Welke van de onderstaande beweringen over de betalingsverplichting van de confirmerende bank jegens de begunstigde bij een documentair krediet is JUIST? De confirmerende bank A. neemt door haar confirmatie de betalingsverplichting jegens de begunstigde over van de kredietopenende bank. B. krijgt door haar confirmatie samen met de kredietopenende bank een betalingsverplichting jegens de begunstigde. C. krijgt bij betalingsonvermogen van de kredietopenende bank een betalingsverplichting jegens de begunstigde. D. krijgt na ontvangst van de dekking van de kredietopenende bank een betalingsverplichting jegens de begunstigde. 19. Wat is een kenmerk van een subsidiair krediet? Het is een A. bankgarantie in de vorm van een documentair krediet. B. documentair krediet waarbij een eerder geopend documentair krediet als zekerheid dient. C. documentair krediet dat, nadat het door de begunstigde is benut, in dezelfde vorm 'herleeft'. D. documentair krediet waarbij begunstigde de mogelijkheid krijgt om voorschotten op te nemen. 20. Bij een documentair krediet rekent de aangewezen bank de bij haar aangeboden documenten af onder intern voorbehoud. Welke conclusie valt hieruit te trekken? De aangewezen bank A. heeft het documentair krediet NIET geconfirmeerd. B. mag het uitbetaalde bedrag terugvorderen van de kredietopenende bank. C. heeft één of meer afwijkingen in de documenten geconstateerd, die zij meedeelt aan de kredietopenende bank. D. heeft één of meer afwijkingen in de documenten geconstateerd, die zij NIET meedeelt aan de kredietopenende bank. 21. Construct BV heeft op basis van een open inschrijving de opdracht tot de bouw van een melkfabriek in Polen gekregen. Na elke bouwfase zal de Poolse opdrachtgever een evenredig deel van de aanneemsom betalen. De opdrachtgever verlangt een garantie van 5% van de overeengekomen aanneemsom. Hoe heet deze garantie? A. Advance payment bond. B. Bid bond. C. Performance bond. D. Tender bond. NIBE-SVV 6

22. Bij welke van de onderstaande polissen van Atradius is het fabricatierisico in elk geval gedekt? Bij een A. omzetpolis. B. speciale polis. C. voor- en na-polis. D. polis voor één transactie. 23. Vanaf welk tijdstip gaat bij kortlopende polissen van Atradius voor wat betreft het kredietrisico de wachttermijn in? Vanaf A. de vervaldag van de verzekerde vordering. B. het moment dat er sprake is van voortgezette non-betaling. C. het moment dat de leverancier uitstel van betaling verleent. D. het moment dat Atradius ongunstige informatie over de debiteur of diens land ontvangt. 24. Wie is de begunstigde van de directe garantie van Atradius? A. Een exporteur van kapitaalgoederen die leverancierskrediet verstrekt. B. Een bank die wissels of promessen van een exporteur van kapitaalgoederen verdisconteert. C. Een buitenlandse afnemer die een garantie ontvangt van de exporteur van kapitaalgoederen. D. Een bank die een lening verstrekt aan de buitenlandse afnemer van een exporteur van kapitaalgoederen. n NIBE-SVV 7

Antwoorden oefenexamen Buitenlandbedrijf 1. B 2. A 3. A 4. C 5. B 6. B 7. B 8. B 9. B 10. C 11. C 12. A 13. D 14. C 15. C 16. A 17. A 18. B 19. B 20. D 21. C 22. C 23. A 24. B U dient 16 van de 24 vragen goed te hebben om te slagen. NIBE-SVV 8