Legvoorschriften Parketbranche. Praktijknormen & Aanbevelingen. 2012 Editie 3



Vergelijkbare documenten
LEGVOORSCHRIFTEN PARKETBRANCHE

Parket en Vloerverwarming

Leginstructies. Natural Floor VOORAF. Europese Eik Europese Productie. Acclimatisering. Omgevingstemperatuur en Relatieve Luchtvochtigheid

Totaalaanbieder van vloersystemen

Zelf zwevend parket of laminaat leggen. Parket De voorbereidingen Zwevend parket leggen Kwaliteitseisen

VOORWAARDEN VOOR HET AANBRENGEN VAN "HARDE VLOERBEDEKKING"

STAP 1 STAP 2 STAP 3 OPTIONEEL STAP 4 STAP 5. 1e Plek bepalen dmv indicatiemeter² 2e Toestemming vragen voor destructief onderzoek 3e Carbidmeting³

eurocol lijmen en egaliseren Op calciumsulfaatgebonden gietvloeren eurocol - the strong connection

Handleiding vloerafwerking Huurwoningen. 3. Algemene richtlijnen bij aanbrengen vloerafwerking

Traditioneel parket op vloerverwarming.

Is er een maximumbreedte of dikte voor de vloerplanken? Kies het juiste verwarmingssysteem

LEGVOORSCHRIFTEN PARKETBRANCHE

Lesboek geprefabriceerde vloeren leggen

INSTALLATIE INSTRUCTIES

PROFILE SYSTEMS MICRODILATATIE VOOR VLOEREN. MicrAtec

Floorlife Parket Leginstructie

Parket- of tegelvloer

Parket op vloerverwarming (als hoofd- en bijverwarming)

PVC click I4F clicksysteem Leginstructie

PVC visgraat click Leginstructie

Ambiant PVC dryback Leginstructie

Vier soorten parket: 1. Laminaat 2. Lamellen parket 3. Gelijmd parket 4. Massieve delen

INSTALLATIE INSTRUCTIES

Houtenvloeren op Vloerverwarming

Veel voorkomende gebreken of aandachtspunten betreffende de ondervloer zijn:

Zwaluwstaart platen. Frank Treuren BV. Februari Voor prijzen en info:

PVC click Leginstructie

Ambiant PVC click Leginstructie

Handleiding PVC-kliktegels. Leginstructies Reiniging en onderhoud

Algemene richtlijnen voor het installeren

Parket / laminaat. Nummer 15

Installatie instructies

voor de montage van ter Hürne vloerlamellen

VOORDELEN LAMINAATVLOEREN

ALU 3,6 mm or PE 2 mm. or X ± = Y 10. max 10m. 10mm

NL Leginstructies Uniclic Multifit parket ALGEMEEN VOORAF

NL Leginstructies Quick Step Uniclic Multifit parket ALGEMEEN VOORAF

Beamix Vloervlak Egalisatie 770

Primer Surface P1500. Product. Volumes. Eigenschappen

Fabrieksprijslijst 2018 Inclusief BTW

LEGWIJZER TRADITIONEEL/VEROUDERD PARKET

Leginstructie Visgraat Parket Zwevend leggen meerlaags parketvloeren (mes en groef)

Installatierichtlijnen voor IVC tapijttegels

Parket op vloerverwarming

Randvoorwaarden en Verantwoordelijkheid klanten bij Legopdracht Lab21

[303] DRY-BACK CREATION 30 / CREATION 55 / CREATION 70

Tarievenonderzoek parketlegger

Zelf een wand betegelen. Wandtegels De voorbereidingen De wandtegels aanbrengen Kwaliteitseisen

Portfolio. Visgraat Eiken 1 Bis 12x60 cm met band. Door: Simon Sijmonsma

Marmoleum click. Välinge Innovation kliksysteem. Wigsysteem

Floorlife Visgraat Parket Leginstructie

Balletvloeren 9.0. ballet- en dansvloeren. sportvloeren.nl

eurocol calciumsulfaatgebonden gietdekvloeren in sanitaire ruimten eurocol - the strong connection

Randvoorwaarden en Verantwoordelijkheid klanten bij Legopdracht LAB21

Opstartprotocol. voor vloerverwarming in dekvloeren

1 Voorbereiden van de werkplek.

Fabrieksprijslijst 2018 Inclusief BTW

Handleiding Comfort Mat

Inhoud. 1. Montagemogelijkheden. 2. Algemene vereisten aan de ondergrond

DOE HET ZELF PARKET LEGGEN

Stap 1. Algemene controle bij het coaten van een betonvloer met epoxy vloercoating

Beoordelingsgrondslag voor vulmiddelen

Zelf uw woning aanpassen PARKET/LAMINAAT OF BETIMMERING

Design and Quality IKEA of Sweden KOOPHULP VLOEREN. laminaat

Estillon bv P.O. box 121 NL 6600 AC WIJCHEN Tel: +31 (0) Website:

Voor de toepassing van : Isomar Eurokoumé multiplex Isogarant 20 jaar Eurokoumé multiplex Isoprime Eurokoumé multiplex Isopaint 20 jaar Eurokoumé

Handleiding verwerking Beton Flow

235 Parketnadenlijm. Product. Volumes. Eigenschappen

Handleiding verwerking Beton Floor Plus/Brut

WTH Electrotherm Elektrische vloerverwarming

Tegelen op hout.

Voorbehandeling van vloeren 1341

Vloerverwarming. Lager energieverbruik. 25 april 2013 INFORMATIE OVER VLOERVERWARMING

Met de cementdekvloer heeft ú het voor het zeggen

Technisch Merkblad advies verlijming op vloerverwarming

DISCLAIMER Select Vloeren, alle rechten voorbehouden.

Handleiding verwerking BaseBeton

glue NL Plaatsingsinstructies Algemeen Acclimatisatie- en bewaringsomstandigheden Ondergrond

Wand- en plafondafwerking Hoogwaardig multifunctioneel spuitpleistersysteem

tec Profile Systems Building Movement Solutions & Systems MicrAtec Microdilatatieprofielen voor vloeren T : +31 (0) W :

PVC click Leginstructie

Quality Heating elektrische vloerverwarming

doe het zelf: tegeltechniek

Aanpassingen in de inrichting van de woning

WTH Vareno NP11 (art.nr. H700A)

DOE HET ZELF KURKVLOER LEGGEN

Balletvloeren 9.0. ballet- en dansvloeren. sportvloeren.nl

Collectie Parketvloeren. Karakteristieke natuurlijke vloeren voor ieder interieur

Houten vloer kopen? Hier moet u op letten!

241 Alcohol. Product. Volumes. Eigenschappen

DE MOOISTE VLOEREN, MET DE ZEKERHEID VAN DE VAKMAN. 49, 95. Eiken vloeren vanaf. /m 2 CO L L E C T I E.

MONTAGEHANDLEIDING. :metselwerk of beton

Tussenwand plaatsen of verwijderen. Dit heeft u nodig

Construction. Oplosmiddelvrije, elastische parketlijm voor volvalkverlijming. Product Omschrijving. Productinformatie. Vorm.

ALGEMENE VOORWAARDEN HANDS-ON COMPANY

ShopVIP Algemene Voorwaarden

1. Algemeen !!!LET OP!!!

- installatiekit (slagijzer, afstandsblokjes (1-8 mm) en een voor Unilink geschikt stootblok) - ondervloersysteem (Quick Step screen) - onderhoudskit

Plaatsen van een Visgraatvloer

Installatie voorschriften Rigid Core XL. Ga voor meer informatie naar:

Transcriptie:

Legvoorschriften Parketbranche Praktijknormen & Aanbevelingen 2012 Editie 3

3 e editie, maart 2012 Van kracht verklaard door: Commissie parket Uitvoering: Hoofdbedrijfschap Ambachten Postbus 895 2700 AW Zoetermeer R. Boom A. van der Bruggen W. Esch K.C. van Kesteren J.M.E. van der Kroef A.J.C. van der Meulen G. Oltmans G. Roorda J.C.B. van Noort, rapporteur HBA-publicatiereeksnr.: 499 ISBN: 978-90-5774-217-0 Prijs: 20,- excl. verzendkosten Dit is een publicatie van het Hoofdbedrijfschap Ambachten Lay-out: Optima Forma bv, Voorburg Drukwerk: FWA Drukwerk, Zoetermeer Fotografie: A. van der Riet, J. Middleton Copyright 2012 HBA Behoudens uitzonderingen door de wet ge steld mag, zonder schriftelijke toestemming van het Hoofdbedrijfschap Ambachten, niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of ge deeltelijke bewerking. Voorbehoud aansprakelijkheid Aan deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor eventuele (druk)fouten en onvolledighe den aanvaarden auteur(s) en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich gaarne aanbevolen. 2 Legvoorschriften parketbranche

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Leeswijzer 8 1. Communicatie en procesketen 10 1.1. Andere informatiebronnen 10 1.2. Communicatie 11 1.3. Stappen en klacht 11 2. Levering materialen aan en door de parketteur 13 2.1. Inleiding 13 2.2. Levering aan het bedrijf van de parketteur 14 2.3. Levering door de parketteur op het werk 14 3. De werkvloer 15 3.1. Inleiding en typologie 15 3.2. Inspectie werkvloer 16 4. Inspectie en aanpassing werkvloer 18 4.1. Inleiding 18 4.2. Wanneer, waarop/wat inspecteren 19 en welke verbeteringen aanbrengen 4.2.1. Zandcement-dekvloer 20 4.2.2. Gegoten anhydrietdekvloer 21 4.2.3. Monolietvloer 22 4.2.4. Tegelvoer/marmervloer/granietvloer 22 4.2.5. Siergrindvloer 23 4.2.6. Houten vloer 24 4.2.7 Magnesietvloer 25 4.3. Legvoorschriften inspectie vlakheid 26 4.4. Inspectie vochtpercentage 28 4.5. Inspectie consistentie (vastheid, sterkte, scheurvorming 30 e.d. van steenachtige vloeren) Legvoorschriften parketbranche 3

4.6. Inspectie afmetingen 31 4.7. Inspectie en instructie in verband met vloerverwarming 31 en verwarmingsleidingen 5. Tussenvloer 34 5.1. Inleiding en leeswijzer 34 5.2. Algemeen 35 5.3. Tussenvloeren voor tapis 38 5.4. Tussenvloeren voor los (zwevend) gelegde vloeren 38 6. Afwerkvloeren 40 6.1. Inleiding 40 6.2. Algemeen 40 7. Parket 42 7.1. Inleiding 42 7.2. Algemeen 43 7.3. Tapis 43 7.4. Lamelparket 44 7.5. Fineerparket 45 7.6. Tweelaagsparket 46 7.7. Mozaïekparket/hoogkantparket/planchettes/kopshoutparket 46 7.8. Massief parket 48 7.9. Overige parketsoorten 49 8. Vloerdelen 50 8.1. Inleiding en typologie 50 8.2. Vloerdelen vast leggen 50 8.3. Vloerdelen los (of zwevend) leggen 51 9. Kurk 53 9.1. Inleiding en typologie 53 10. Laminaat 55 10.1. Inleiding en typologie 55 4 Legvoorschriften parketbranche

11. Afwerking en oplevering 56 11.1. Inleiding en typologie 56 11.1.1. Schuren, stoppen en voegen van de afwerkvloer 57 11.1.2. Eisen met betrekking tot vlakheid van de op te leveren vloer 58 11.1.3. Behandeling en de oplevering van de afwerkvloer 59 12. Onderhoud afwerkvloer 60 12.1. Inleiding en typologie 60 12.2. Behandeling oppervlak 60 12.3. Algemeen 61 13. Materialen en middelen 62 13.1. Inleiding en typologie 62 13.2. Legvoorschriften 63 Bijlagen Dragende organisaties Opname- en opleveringsformulier Adres Geschillencommissie Adreslijst te raadplegen organisaties Index Legvoorschriften parketbranche 5

6 Legvoorschriften parketbranche

Voorwoord Deze derde editie van de legvoorschriften Parketbranche is wederom tot stand gekomen door de inbreng van de Alliance van Parketfabrikanten en Importeurs, de CBW-Mitex, de Vereniging van Parketvloeren Leveranciers (VPL), de Vereniging van Parketvloerenleggersbedrijven (VPVB), de Coöperatieve Parketmeester, Platform Parketbranche (PPb) en het Bouw en Interieur College van ROC Midden Nederland. Deze organisaties hebben hun deskundigheid ingebracht in de Technische Commissie Legvoorschriften, die is ingesteld door de Commissie Parket van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA). Maar ook natuurlijk dank aan de meelezers die hun bijdrage hebben geleverd aan deze derde editie. Verder verwachten wij dat ook deze uitgave weer een bijdrage levert aan het verbeteren van het leggen van de vloeren. De uitgave is ook opgezet als een hulpmiddel voor leerling en vakman. De legvoorschriften zijn een kompas voor de beoordeling van de kwaliteit van geleverd werk bij klachten en geschillen. Bij het gebruik van een uitgave als deze moet men altijd bedenken, dat inzichten veranderen en dat de techniek voortschrijdt. Daarom roep ik u graag op om, indien u meent dat verbetering van de inhoud van deze legvoorschriften mogelijk is, hierover een bericht te zenden aan het Hoofdbedrijfschap Ambachten (hba@hba.nl). Wij wensen u veel plezier van deze legvoorschriften. Gerard Oltmans, Voorzitter Commissie parket van het Hoofdbedrijfschap Ambachten Legvoorschriften parketbranche 7

Leeswijzer Opzet van de legvoorschriften Stapsgewijs geeft deze derde editie legvoorschriften, richtlijnen en aanbevelingen voor de levering en het leggen van parket, vloerdelen, laminaat en kurk. Het oogmerk is steeds het handhaven van de kwaliteit en het voorkomen van klachten. Loop bij klachten alle voorgaande stappen door om de oorzaak te achterhalen en verbeter dan uw werkproces. Definities: Praktijknormen (C) en Aanbevelingen (J) Praktijknormen zijn de richtlijnen die de branche als juist bestempelt. Praktijknormen zijn aangegeven met een duimpje. Wie de richtlijnen niet in acht neemt, doet dat op goede gronden of riskeert het om een geschil te verliezen. Aanbevelingen zien toe op nog betere resultaten. Het is naar eigen inzicht om aanbevelingen op te volgen. 8 Legvoorschriften parketbranche

Enkele omschrijvingen: Afwerkvloer is de zichtbare vloerlaag van parket, houten vloerdelen, laminaat, PVC of kurk. Consistentie is de samenhang van materiaal. Dekvloer is de afwerklaag op een houten of steenachtige ondergrond. Dilatatievoeg is een naad bedoeld om uitzetting en krimp op te vangen. Expansie is het uitzetten van vloeren. Klant is zakelijke of particuliere opdrachtgever. Parketteur is degene die parket, vloerdelen, 2 laags parket, laminaat, PVC en kurk legt. Hier behoren tevens bij voorbereidingshandelingen als voorbereiden van de werkvloer en het leggen van tussenvloeren. Vochtmeting is het bepalen van de vochtigheidsgraad. (zie toelichting) Vloerveld is het veld waarin de vloer wordt opgebouwd of zich bevindt. Werkbon is de opdrachtbon voor de parketteur. Werkvloer is de vloer waarop de afwerkvloer wordt gelegd. Toelichting: Indien in dit document bij steenachtige vloeren vochtpercentages worden genoemd zijn dit percentages die voortvloeien uit de Carbid meting. Als u een andere meter gebruikt zal de fabrikant van de door u gebruikte meter aan moeten geven welke getalswaarde overeenkomt met de in dit document genoemde waarde. Voorbeeld: In de documentatie bij een vochtmeter van het merk Gann (type RTU 600) zit de volgende tabel bijgevoegd voor de Sonde B50 / B60: Anzeige (Digits) 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 Zement-estrich Gew % dto. 1 CM % 1,8 0,7 2,2 1,0 2,7 1,4 3,2 1,8 3,6 2,1 4,1 2,5 4,5 2,9 5,0 3,2 5,5 3,6 5,9 4,0 Anhydritestrich Gew % Dto. 2 CM % 0,1 0,1 0,3 0,3 0,6 0,6 1,0 1,0 1,4 1,4 1,8 1,8 2,2 2,2 2,5 2,5 2,9 2,9 3,3 3,3 Uit deze tabel blijkt dat een vochtpercentage van 1,8 % volgens de Carbid meting (CM%) op deze meter bij zandcement-vloeren een uitlezing geeft van 70. 1. Zement-estrich dto = cementdekvloer 2. Anhydritestrich dto = anhydrietdekvloer Legvoorschriften parketbranche 9

1. Communicatie en procesketen 1.1. Andere informatiebronnen De 2 e editie van Code van het parketbedrijf (HBA-publicatiereeksnr. 452), om deze legvoorschriften de goede plek te geven binnen de bedrijfsvoering. Branchecode Online via www.hba.nl De goede vakbekwaamheid uit vakopleiding, bijscholing en ervaring die nodig is om de legvoorschriften juist uit te voeren. De aanwijzingen van fabrikanten en leveranciers gaan, tenzij ze in strijd zijn met de wet, boven deze legvoorschriften. Toepassing van de Code van het parketbedrijf is van groot belang. Dit geldt in het bijzonder voor de praktijknormen met een A over veilig en gezond werken. Voor de digitale versie van de Code kunt u via www.hba.nl met uw Kamer van Koophandelnummer inloggen op Branchecode Online. Na te hebben ingelogd, kiest u de digitale versie van de Code. Vervolgens kunt u met de zoekfunctie normen selecteren. C 8001 TECHNIEK: Voor alle praktijknormen C en aanbevelingen J geldt dat uitdrukkelijke schriftelijke aanwijzigen van leveranciers/fabrikanten gevolgd moeten worden ook al geven praktijknormen of aanbevelingen een andere uitleg! 10 Legvoorschriften parketbranche

Toelichting: Fabrikant en leverancier zijn juridisch verantwoordelijk voor correcte informatieverschaffing. De leverancier heeft de verplichting werk- en informatiebladen over zijn product in het Nederlands aan te leveren. De leverancier is aansprakelijk indien later blijkt dat de verstrekte informatie onjuist was en daardoor een klacht is ontstaan. 1.2. Communicatie Communicatie met de klant is essentieel voor een goed product. C 8002 COMMUNICATIE: Neem geen opdracht aan of voer geen op dracht uit als de klant een oplossing blijft verlangen die in strijd is met de Praktijknormen (zie ook C 8003). C 8003 COMMUNICATIE: Maak de klant mogelijke voor- en nadelen be kend van een in overweging genomen keuze en leg deze specificaties (eventueel in de vorm van een aangehecht protocol) vast in het contract (zie ook C 8004). Toelichting: Maar let op: zelfs als de klant instemt met een riskante oplossing en hij terdege op de hoogte is gesteld van de risico s, kan de parketteur - mochten er problemen optreden zoals door hem voorspeld zijn - nog steeds in het ongelijk worden gesteld door rechter of Geschillencommissie. C 8004 COMMUNICATIE: Geef in de situaties, bedoeld in C 8002 en/of C 8003, informatie en advies over andere, technisch in aanmerking komende, opties die volgens de praktijknormen wél toelaatbaar zijn. Leg eventuele meerkosten van zulke opties vast in een schriftelijke offerte en laat deze door uw klant ondertekenen. 1.3. Stappen en klacht Leveren en leggen van parket, houtenvloerdelen, PVC, laminaat en kurk geschiedt in een keten van stappen. Iedere stap is essentieel voor een goed eindproduct. J 8005 ORGANISATIE: Kijk na de melding van een klacht altijd naar alle stappen die vóór de melding doorlopen zijn. Verwerk wat u geleerd heeft in uw eigen bedrijfsproces en probeer met de klant tot overeenstemming te komen. Legvoorschriften parketbranche 11

Toelichting: Een goed opgeloste klacht draagt bij aan een positieve beeldvorming over uw bedrijf en branche. Als u niet meteen een oplossing kunt bieden, houd uw klant dan op de hoogte van de stappen die u neemt. De klant krijgt hierdoor het gevoel serieus genomen te worden en een gevoel van erkenning. Dit voorkomt vaak een geschil. Geschillen demotiveren en kosten tijd, energie en geld. Direct aandacht besteden aan het oplossen van een klacht loont bijna altijd. Deze legvoorschriften zien toe op de meest voorkomende situaties. Niet alle knelpunten, die zich in de praktijk voordoen, worden afgedekt. Voor deze knelpunten is het juridische kader van redelijkheid, billijkheid, verwijtbaarheid, aansprakelijkheid, verplichting en dergelijke van toepassing. N.B.: De relatie tussen parketbedrijf en klant is ongelijk. Bij geschillen is het wettelijke uitgangspunt dat de minder deskundige of ondeskundige klant wordt ontzien. Slechts indien de klant overduidelijk instructies niet heeft opgevolgd, ontstaat een andere situatie. 12 Legvoorschriften parketbranche

2. Levering materialen aan en door de parketteur 2.1. Inleiding Controleer of de specificaties op de orderbevestiging van de leverancier overeenkomen met de opdrachtbevestiging van uw klant. Controleer bij levering of het materiaal voldoet aan bedoeling en verwachtingen bij ontvangst door parketteur, klant of door legger vóór het begin van het werk. De controle gaat zowel om de omvang van de levering, het nalopen van lever- en werkbonnen als om materiaalinspectie. Immers, materiaal zoals hout en bijmateriaal maakt bij transport en opslag (onder invloed van extreme temperatuurwisselingen) mogelijk een verandering door. Ook kleur, legpatroon of sortering kan een bron van teleurstelling opleveren. Legvoorschriften parketbranche 13

2.2. Levering aan het bedrijf van de parketteur C 8006 TECHNIEK: Controleer bij ontvangst van de goederen het vocht percentage van het hout en ook de verdere kwaliteit/sortering van het hout en van de overige goederen. Een aandachtspunt na lang transport bij vriesweer (of bijvoorbeeld een weekend opslag onder zulke condities: vrijdag laden, maandag lossen ) is voorts controle van de kwaliteit van watergedragen producten, zoals bepaalde lijmen en lakken. Sterk afgekoeld hout, lijm en lakken zal bij aflevering in een warme ruimte blootstaan aan condensvorming en vervorming! Let ook op schimmel en aantasting door houtvretende insecten. 2.3. Levering door de parketteur op het werk C 8007 COMMUNICATIE: Ga na of in de ruimte waar materialen voor de vloeren worden geleverd en verwerkt, geen nat werk (zoals stucwerk of gietvloeren) aanwezig is of nog moet worden verricht. J 8008 TECHNIEK: Lever de materialen ten minste zo n 24-48 uur - indien het materiaal onder de juiste condities is opgeslagen kan deze termijn korter zijn - voor het begin van de werkzaamheden af bij de klant, en wel in de ruimte waar het gelegd/verwerkt zal worden. Sla de materialen vrij van de werkvloer op, bijvoorbeeld op pallets in ongeopende verpakking. Toelichting: Alle materialen moeten acclimati seren, vooral aan de temperatuur. J 8009 ORGANISATIE: Lever de materialen af bij de klant in coördinatie met de eventueel noodzakelijke voorbereidingen, bedoeld in de hoofdstuk ken 3 en 4 (inspecteren en bewerken van de werkvloer). C 8010 COMMUNICATIE: Ga samen met de klant na of de kleur en kenmerken, zoals het afgesproken legpatroon, kloppen met de bestelling en laat de klant tekenen voor goede ontvangst. C 8011 ORGANISATIE: Informeer de klant nadrukkelijk dat hij/zij verantwoordelijk is voor goed beheer en dus aansprakelijk voor schade zoals, brand, aantasting door vocht of diefstal. 14 Legvoorschriften parketbranche

3. De werkvloer 3.1. Inleiding en typologie De werkvloer is de basis voor het werk van de vloerenlegger. Het is de vloer die hij aantreft in het gebouw, ter voorbereiding van zijn werk. In nieuwbouwprojecten is de werkvloer de vloer, zoals door de bouwer opgeleverd. In bestaande bouw, zoals renovatieprojecten, is de werkvloer de vloer zoals die in de loop der tijd door gebruik en allerlei ingrepen is ontstaan. In beide gevallen is inspectie vereist (zie normnr. 8012 en verder, en hoofdstuk 4). Typologie Er bestaan veel typen werkvloeren. Deze vloer bestaat uit een dragende ondergrond, met daarop vrijwel altijd een dekvloer en/of een afwer klaag. Het is altijd de bovenste laag die als werkvloer dient; een monolitisch afgewerkte draagvloer is ook zonder bovenste laag al een werkvloer. Het komt voor dat de werkvloer al belegd is met an der materiaal. Inspectie (zie hoofdstuk 4) moet dan uitwijzen of deze boven ste materiaallaag kan dienen als werkvloer, of verwijderd dient te worden. Legvoorschriften parketbranche 15

De voornaamste werkvloeren zijn: 1. Zandcement-dekvloeren en cementgebonden gietvloeren; 2. Calciumsulfaatgebonden gietvloeren (Anhydriet); 3. Monolietvloeren; 4. Keramische tegelvloeren; 5. Natuursteenvloeren zoals marmer, travertin en graniet; 6. Terazzovloeren; 7. Epoxygebonden siergrindvloeren; 8. Houten vloeren of (vezelgebonden) droogbouwplaten; 9. Kurkvloeren; 10. Vloeren met asbesthoudende bedekking/toplaag; 11. Gipsgebonden droogbouwplaten (Fermacell); 12. Magnesiet vloeren. N.B. Bij asbest in de werkvloer zijn er grote gezondheidsrisico s. Handel dan volgens de normen van de Code van het parketbedrijf (zie hoofdstuk 1, par. Verwijdering vloerbedekking). Via www.hba.nl kunt u met uw Kamer van Koophandelnummer inloggen op Branchecode Online. Na te hebben ingelogd, kiest u de digitale versie van de Code. Vervolgens kunt u met de zoekfunctie alle normen selecteren met het woord asbest. 3.2. Inspectie werkvloer C 8012 TECHNIEK: Inspecteer de werkvloer, voor de start van de werkzaam heden en leg de bevindingen vast in het opnameformulier (zie bijlage II). De inspectie kan uitwijzen dat er aanpassingen (en werkaf spraken met de klant) nodig zijn die afwijken van de aan de klant bij bestel ling van de afwerkvloer (en de eventueel gedachte tussenvloer) verstrekte offerte. Raadpleeg hierbij verder C 8013 t/m C 8015 en de leg voorschriften van hoofdstuk 4. Neem ook de aanbevelingen uit normnr. 8002 t/m 8004 ter harte. C 8013 TECHNIEK: Ga na of de werkvloer ingestorte verwarmingsleidingen of vloerverwarming bevat. Wijs de klant op de mogelijke gevolgen voor de gekozen vloer (zie ook C 8025, C 8040 t/m C 8042, C 8044 t/m C 8045 en J 8043, J 8046 en J 8047). 16 Legvoorschriften parketbranche

C 8014 COMMUNICATIE: Wijs de klant erop dat, indien hij een bestelling plaatst zonder eerst inspectie toe te laten, het risico van een verkeerde beslis sing voor de klant is. Wijs de klant er ook op dat er geen verwerking van materiaal plaatsvindt dan ná inspectie. C 8015 TECHNIEK: Stel via inspectie (zie hoofdstuk 4) vast of de werk vloer aan de technische vereisten voldoet, zo niet, welke aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn voor het door de klant gekozen systeem. J 8016 COMMUNICATIE: Wijs de klant, gelet op de consequenties van C 8013 t/m C 8015, op eventuele alternatieven. C 8017 TECHNIEK: Schuur of straal calciumsulfaat-ge bonden werkvloeren altijd voor je gaat leggen. In nieuwbouw wordt veelal aangegeven dat de vloer geschuurd is, schuur of straal desondanks zo n vloer alsnog (zie ook C 8022 bij A. en B.). Toelichting: Het schuren van andere soorten werkvloeren kan ook noodzakelijk zijn, om bijvoorbeeld stucresten of andere vervuiling te verwij deren of omdat er onvoldoende geschuurd is. Legvoorschriften parketbranche 17

4. Inspectie en aanpassing werkvloer 4.1. Inleiding Inspecteer de werkvloer en verbeter deze zo nodig vóór het leggen van tussen- en/of afwerkvloer. De parketteur is na inspectie en eventuele aanpassingen technisch én juridisch verantwoordelijk voor tussen- en/of afwerkvloer. Dit blijkt uit de eisen verderop in dit hoofdstuk. De klant is vaak geen deskundige, de parketteur wel. En dus doet de parketteur al datgene wat hij vanuit zijn verantwoordelijkheid be hoort te doen. De parketteur bouwt voort op het werk van alle eerdere producenten: nieuwbouw met gietvloeren en zandcement-vloeren bestaande situaties met eerdere afwerkvloeren, houten draagvloeren, tegelvloeren, grindvloeren. Zowel Bouwbesluit als NEN-normen kunnen eisen stellen waaraan een werkvloer moet voldoen. De parketteur treft een situatie aan, die al gerealiseerd is - dus ook als het om nieuwbouw zou gaan - tenzij hij in dat laatste geval door de aannemer van een bouwproject in de arm is genomen voor de afbouwfase ( klantgericht bouwen ). 18 Legvoorschriften parketbranche

C 8018 COMMUNICATIE: Raadpleeg bij problemen desgewenst de instan ties zoals vermeld in Bijlage IV. Als leidingen van de vloerverwarming zijn ingefreesd, volg dan de instructies op van fabrikant. 4.2. Wanneer, waarop/wat inspecteren en welke verbeteringen aanbrengen C 8019 TECHNIEK: Inspecteer een werkvloer vóór aanvang van de werkzaamheden en waar mogelijk vóór het afspreken van de bestelling van materiaal volgens C 8020 t/m C 8022 en breng vóór het begin van de werkzaamheden de verbeteringen aan, die gelet op de gewenste afwerkvloer noodzakelijk zijn, mede gelet op C 8020. Het komt voor dat de werkvloer al belegd is met ander materiaal. Inspectie moet dan uitwijzen of deze bovenste laag materiaal kan dienen als werkvloer, of verwijderd dient te worden. Toelichting: Let op: Bij het aanbrengen van verbeteringen door de parketteur ligt de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de werkvloer hierna bij de parketteur. C 8020 COMMUNICATIE: Wijs de klant/gebruiker vóór het begin van de werkzaamheden op de aanpassingen van de werkvloer die, gelet op de door hem gekozen afwerking, noodzakelijk zijn en die eventueel gewenst zijn, en maak daar prijsafspraken over. Wijs de klant ook op eventueel nood zakelijke wijzigingen bij de afwerking, zoals lijmen in plaats van spijkeren (zie ook C 8025), of om in de nieuwbouw een vochtscherm aan te brengen (zie ook C 8034 en J 8035). C 8021 TECHNIEK: Voor alle werkvloeren geldt dat ze vlak, droog en vormvast moeten zijn (dit laatste geldt met name als er een vast te leggen - verlijmde of verankerde - tussenvloer en/of afwerkvloer op komt). Kleine oneffenheden, zoals gaatjes, kuiltjes en bobbeltjes, worden geëgaliseerd als de nagestreefde kwaliteit van de aan te brengen vloer dat vraagt. Met name bij geplakt kurk/pvc is gladheid van groot belang omdat ook kleine oneffenheden snel doortekenen. Laat dergelijke kleine oneffenheden buiten beschouwing bij vlakheidmeting over grote vloeroppervlakken (zie C 8028 t/m C 8032). Legvoorschriften parketbranche 19

C 8022 TECHNIEK: Volg onderstaande legvoorschriften voor hieronder genoemde soorten werkvloeren. Deze betreffen eigenschappen, eisen, in spectiemethoden, noodzakelijke bewerkingen en mogelijk gewenste verbe teringen. Als ook maar één van de geïnspecteerde eigenschappen niet in orde is, moet de parketteur de werkvloer voor het leggen van de gewenste vloer bedekking afkeuren. Er resten hem dan twee opties: A. De werkvloer wordt alsnog deugdelijk hersteld of aangepast zo dat deze alsnog voldoet aan de eisen. Leg dit vast in het opnameformulier (zie bijlage II); B. Er wordt een ander systeem toegepast waarvoor de geconsta teerde tekortkomingen niet bezwaarlijk zijn. Maak een (alsnog) goedgekeurde werkvloer vrij van lijm- en cementresten en dergelijke, en maak hem, als er gelijmd moet worden, ook schoon en stofvrij. Zeer harde vloeren en vloeren met ingestorte leidingen zijn in beginsel niet spijkerbaar. Als leidingen van de vloerverwarming zijn ingefreesd, volg dan de instructies op van de fabrikant van de vloerverwarming. 4.2.1. Zandcement-dekvloer Speciale eisen voor parketteurs: De totale dekking boven ingestorte leidingen moet boven ingegoten leidingen van vloerverwarming 25 mm bedragen en boven ingegoten verwarmingsbuizen (CV, stadsverwarming) minimaal 30 mm zijn; zie praktijknorm C 8025 en de daarin genoemde legvoorschriften. Klop de vloer af op delen met een holle klank, consistentie en scheuren controleren volgens kras- en slagproeven etc., uitgelegd in praktijknorm C 8037. Vlakheid 5 mm volgens vlakheidmeting met de rei (uitgelegd in praktijknormen C 8028 t/m C 8032). Vochtpercentage 2% gemeten conform praktijknorm C 8034. De werkvloer dient weerstand te kunnen bieden aan een trekkracht van minimaal 0,7N/ mm2. Bij vochtgevoelige houtsoorten en/of massieve vloerendelen advies vragen aan uw leverancier. Informeer uw klant dat de zandcement-dekvloer een minimale treksterkte nodig heeft van 0,7 N/mm2. Indien uw leverancier aangeeft een hogere waarde te wensen, geef deze waarde dan door aan uw klant. 20 Legvoorschriften parketbranche

Opmerking: Het is voor de parketteur in de regel niet mogelijk een vloer op treksterkte te controleren. Het zorgvuldig uitvoeren van de krastest (Praktijknorm C 8037) geeft u een goed beeld. Bij twijfel kunt u uw leverancier vragen de treksterkte te controleren. Toelichting; Een aannemer heeft vaak de opdracht gekregen een vloer te realiseren conform NEN2741/A1;2008. Hierin is hechting aan de ondergrond niet meer vanzelfsprekend en zijn minimale waarden genoemd t.b.v. treksterkte welke slechts van toepassing zijn indien voor het plaatsen van deze zandcement-dekvloer kenbaar wordt gemaakt aan de aannemer dat hechting gewenst is. De dan opgelegde grenswaarden (ondergrens 0,255 N/mm2) zijn overigens voor toepassing onder vast verlijmd parket onvoldoende. 4.2.2. Gegoten anhydrietdekvloer Speciale eisen voor parketteurs: De totale dekking boven ingestorte leidingen moet voldoende zijn, dat wil zeggen boven ingegoten leidingen van vloerverwarming 25 mm dekking en boven ingegoten verwarmingsbuizen (CV, stadsverwarming) minimaal 30 mm; zie C 8025 en de daarin genoemde legvoorschriften; Dikte ca 50 mm; normaal bij direct gieten op de constructievloer is een dikte van ten minste 25 mm en bij gieten op een onderlaag (met vochtschermfolie) minimaal 35 mm; Vlakheid 5 mm volgens vlakheidmeting met de rei (uitgelegd in C 8028 t/m C 8032); Vochtpercentage: 0,5%; Consistentie en scheuren: volgens kras- en slagproeven etc. (uitgelegd in C 8037). De werkvloer dient weerstand te kunnen bieden aan een trekkracht van minimaal 0,7N/mm2. Bij vochtgevoelige houtsoorten en/of massieve vloerendelen advies vragen aan uw leverancier. Voer de volgende inspecties uit: Vlakheidmeting (uitgelegd in C 8028 t/m C 8032); Vochtmeting (uitgelegd in C 8034); Kras & Slagproef (uitgelegd in C 8037). Legvoorschriften parketbranche 21

Bewerkingen (zie ook C 8026 en J 8027): De werkvloer altijd eerst afschuren of stralen om de bindmiddelhuid of korst te verwijderen, totdat er een geruwd op pervlak ontstaat; Egaliseren - ook van de uitgekapte plekken en na verwijdering van kleine prominente oneffenheden - door eerst de vloer voor te strijken en vervolgens te behandelen met een speciaal voor anhydriet bestemde egaline (zie C 8133); De werkvloer voor het lijmen altijd voorstrijken met hechtprimer, tenzij de lijmfabrikant/ leverancier anders voorschrijft. Bovenstaande geldt ook als de anhydriet-dekvloer als zwevende dekvloer is aangebracht. 4.2.3. Monolietvloer Speciale eisen voor parketteurs: Vlakheid 5 mm volgens vlakheidmeting met de rei (uitgelegd in C 8028 t/m C 8032); Vochtpercentage: 2%; Consistentie en scheuren: volgens kras- en slagproeven etc. (uitgelegd in C 8037). Voer de volgende inspecties uit: Vlakheidmeting (uitgelegd in C 8028 t/m C 8032); Vochtmeting (uitgelegd in C 8034). Bewerkingen (zie ook C 8026 en J 8027): De werkvloer altijd schuren of parelstralen. Indien de monolietvloer is behandeld met curing compound dan altijd parelstralen. Bij overige technieken: volg de instructies van de fabrikant/leverancier. Wel een vochtscherm aanbrengen, of onderscheid maken tussen een zwevende en vastgelegde vloer. 4.2.4. Tegelvoer/marmervloer/granietvloer Het risico van tegel-, marmer- of granietwerkvloeren is dat tegels of platen na het aanbrengen van de afwerkvloer loslaten. Indien de voorinspectie correct is uitgevoerd, is dit risico voor de klant. 22 Legvoorschriften parketbranche

Speciale eisen voor parketteurs: Tegels/stenen platen moeten vastliggen; Vlakheid 5 mm volgens vlakheid meting met de rei (uitgelegd in C 8028 t/m C 8032); Vochtpercentage: 2%. Voer de volgende inspecties uit: Controleren op scheuren en op vastliggen van tegels/stenen pla ten (kloppen) - zie ook C 8037; Vlakheidmeting (uitgelegd in C 8028 t/m C 8032); Vochtmeting met oppervlaktemeting (uitgelegd in C 8034). Bewerkingen (zie ook C 8026 en J 8027): Alle losliggende tegels/stenen platen vastmaken, oppervlak ont vetten, aanschuren en nogmaals ontvetten en met juiste vloerlijm lijmen; Indien de vloer te onvlak is of voegen van tegels/stenen platen te diep liggen en/of te breed zijn: eerst egaliseren. 4.2.5. Siergrindvloer Als stukken siergrind loskomen, geeft dit risico s bij het vastleggen van tussen- of afwerkvloer. Indien de voorinspectie correct is uitgevoerd, is dit risico voor de klant. Speciale eisen voor parketteurs: Er mag geen materiaal los liggen; Vlakheid 5 mm volgens vlakheidmeting met de rei (uitgelegd in C 8028 t/m C 8032). Voer de volgende inspecties uit: Controleren op vastliggen van materiaal en op scheuren (zie C 8037); Controleren op structuur: open dan wel dicht ; Vlakheidmeting (uitgelegd in C 8028 t/m C 8032). Bewerkingen (zie ook C 8026 en J 8027): Al het losliggende materiaal vast maken; Oppervlak van het korreltapijt ontvetten voor verdere bewerking. Indien het siergrind niet is afgecoat (erg open structuur), kan deze worden afgedicht met epoxy om te voorkomen dat de lijm in de open structuur van het siergrind wegzakt. Legvoorschriften parketbranche 23

4.2.6. Houten vloer Speciale eisen voor parketteurs: Vlakheid 5 mm volgens vlakheidmeting met de rei (uitgelegd in C 8028 t/m C 8032); Vochtpercentage: 12% volgens vochtmeting (uitgelegd in C 8034). Voer de volgende inspecties uit: Controleren op rotte plekken en losse planken/delen; Controleren op kraken van de vloer; Vlakheidmeting (uitgelegd in C 8028 t/m C 8032); Vochtmeting (uitgelegd in C 8034); Controleer of er aan de oppervlakte duidelijke sporen van houtvretende insecten zichtbaar zijn. Bewerkingen (zie ook C 8026 en J 8027): Rotte en kapotte delen vervangen; Werkvloer (in overleg met de klant) kraakvrij maken (planken vastschroeven op balklaag, spijkers doordrevelen); Indien er sporen van houtvretende insecten zijn geconstateerd, adviseer uw klant maatregelen te treffen. Indien de houten werkvloer onvoldoende vlak is (hol en/of bol staan van de vloerdelen), kan deze door schuren worden gecorrigeerd. C 8023 TECHNIEK: Ga na of zich onder een werkvloer met bijbehorende draagconstructie een toegankelijke kruipruimte bevindt. Zo ja: inspecteer die op vochtigheid en voldoende ventilatie. Vochtig wil hier zeggen: bij toegang tot de kruipruimte is direct een muffe lucht waarneembaar. Voldoende ven tilatie wil hier zeggen dat er in de tegenover elkaar gelegen gevels, niet-geblokkeerde of vervuilde ventilatieroosters aan wezig zijn, die in open verbinding staan met de kruipruimte. Pas boven te vochtige kruipruimtes en bij afwezige of onvoldoende ventila tie van de kruipruimte, een vochtscherm toe. Maak de klant kenbaar dat zij direct maatregelen moeten treffen om de ventilatievoorziening in orde te brengen. Handel evenzo als de werkvloer kruipruimteloos op het zand is geplaatst. 24 Legvoorschriften parketbranche

C 8024 TECHNIEK: Indien de werkvloer na inspectie niet blijkt te voldoen aan de eisen: tref indien mogelijk passende maatregelen om de gebreken te verhelpen of weiger anders een tussenvloer en/of afwerkvloer te leggen. C 8025 COMMUNICATIE: Wijs de klant er op dat de aanwezigheid van ingestorte leidingen in de werkvloer problemen kan geven: bij spijkeren, maar (bij aanwezigheid van verwarmingsleidingen en vloerverwarming) ook problemen met krimp van de op de werkvloer te leggen tussenvloer/afwerk vloer. Neem hiertoe zo nodig in offerte of leveringsvoorwaarden een clau sule op (zie verder C 8041 t/m C 8042, C 8044 t/m C 8045 en J 8043, J 8046 en J 8047). C 8026 COMMUNICATIE: Maak voor de klant een inspectierapport, waar in alle bevindingen worden vermeld en neem ook alle noodzakelijke be werkingen van de werkvloer in dit rapport op. Formuleer dit zó duidelijk en ondubbelzinnig dat er achteraf geen discussie kan ontstaan over bevindin gen en bedoelingen. Maak de klant duidelijk dat dit rapport gevolgen heeft (en welke) voor prijs en garanties (zie C 8025 en de daarin genoemde legvoorschriften), en laat de klant voor akkoord ondertekenen. Het model-opnameformulier (bijlage II) mag hierbij (onder verantwoordelijkheid van de parketteur) worden gebruikt. J 8027 COMMUNICATIE: Indien zich bij of naar aanleiding van de inspec tie van de werkvloer, vóór de aanvang van de verdere werkzaamheden, onduidelijkheden voordoen bij de klant, opdrachtnemer of andere be langhebbenden: neem contact op met de betreffende branchevereniging of instantie genoemd in bijlage IV. 4.2.7. Magnesietvloer Speciale eisen voor parketteurs: Vlakheid 5 mm volgens vlakheidmeting met de rei (uitgelegd in C 8028 t/m C 8032); Vochtpercentage: 3 tot 12% (afhankelijk van het aandeel organische bestanddelen; vraag bij twijfel advies aan uw leverancier) volgens vochtmeting (uitgelegd in C 8034). Magnesiet is een bros materiaal met een lage treksterkte. Pas hierdoor bij voorkeur een zwevende afwerkvloer toe. Legvoorschriften parketbranche 25

Ten behoeve van het plaatsen van vast parket kan in enkele gevallen volstaan worden met voorstrijken om de toplaag te versterken, maar ook het aanbrengen van spaanplaat platen en deze doorschroeven tot in de houten draagconstructie is een mogelijkheid. Let echter wel op! Een magnesietvloer wordt in de regel aangebracht ten behoeve van de geluidsreductie welke door het doorschroeven wordt verminderd. U dient uw klant hiervoor te waarschuwen. Vraag voor het aanbrengen van vast parket op een magnesietwerkvloer advies aan uw fabrikant. 4.3. Legvoorschriften inspectie vlakheid C 8028 TECHNIEK: Meet de vlakheid van een vloer met een volkomen rechte rei ter lengte van 2,00 m waarbij 5 mm de norm voor parket is volgens C 8029 t/m C 8032. Tenzij de fabrikant anders voorschrijft. Toelichting: Iedere werkvloer kán onvoldoende vlak zijn, ook als deze op het oog volkomen vlak lijkt. Onvlakheden zijn vast te stellen met een rei. Te grote onvlakheden kunnen de kwaliteit van de te leggen vloer aantasten. C 8029 TECHNIEK: Leg de rei bij een vlakheidmeting van een werkvloer gedeelte steeds zó neer (en in de praktijk dus vaak op diverse manieren), dat de ongunstigste situatie in de meting wordt gevangen. Handel hierbij volgens de praktijknormen voor dalen (zie C 8030), toppen (zie C 8031) en hellende vlakken (zie C 8032). Als de vloer niet volkomen vlak is, raakt de rei de vloer niet overal. Meet de grootste afstand tussen rei en vloer. Deze afstand mag niet meer dan 5 millimeter bedragen. Een grotere af stand betekent dat de werkvloer niet vlak genoeg is, en dient te worden geëgaliseerd met een geschikte egaline, geschikt voor werkvloer en afwerkvloer. Figuur 1. 26 Legvoorschriften parketbranche

C 8030 TECHNIEK: Leg bij meting van dalen in de werkvloer de rei neer volgens figuur 1 en wel over het te bemeten dal. Doe dit zo nodig op diverse wijzen (zie C 8028), opdat het diepste punt van het dal gemeten wordt. Met diverse wijzen is hier bedoeld: leg het midden van de rei boven het diepst gelegen punt, plus: herhaal dit bij twijfel voor enkele andere leg richtingen en (boven het dal gelegen) legplaatsen van de rei. C 8031 TECHNIEK: Leg bij meting van toppen in de werkvloer de rei neer volgens figuur 2 en wel op de te bemeten top, zo nodig op diverse wijzen (zie praktijknorm C 8028), opdat het hoogste punt van de top ge meten wordt. Met diverse wijzen is hier bedoeld: leg het midden van de rei op de top, plus: herhaal dit bij twijfel voor enkele andere legrichtingen en (op de top gelegen) legplaatsen van de rei. Voorts dient de rei zodanig te worden gelegd en met de hand bijgestuurd dat beide vrije uiteinden steeds dezelfde afstand tot de vloer hebben, want dat is de te meten afstand. Figuur 2. C 8032 TECHNIEK: Leg bij meting van hellende vlakken in de werkvloer de rei neer volgens figuur 3 en wel op één van beide vlakken, zo nodig op diverse wijzen (zie C 8028), opdat de afstand tussen de rei en de vloer aan het vrije uiteinde van de rei gemeten wordt. Met diverse wijzen is hier bedoeld: leg het midden van de rei op de ontmoeting van beide vlakken loodrecht op de ontmoetingslijn van beide vlakken en herhaal dit, bij twijfel, voor enkele andere legrichtingen van de rei. Toelichting: Ontmoetingen van twee hellende vlakken zijn te ver wachten bij op elkaar aansluitende vloervelden en vooral bij uitbreiding van ruimten (door aanbouw van een nieuwe ruimte of samenvoeging met een bestaande ruimte). Legvoorschriften parketbranche 27

Figuur 3. J 8033 TECHNIEK: Adviseer bij uitbreiding van een ruimte, waarin een zandcementdekvloer is gelegen, zo n 20 cm van de onderliggende werkvloer vrij te maken, of voer dit zelf uit. Hierdoor kan de aannemer een zo vlak moge lijke, dat wil zeggen knikvrije aansluiting maken tussen deze bestaande werkvloer en de werkvloer van de uitbreiding. 4.4. Inspectie vochtpercentage C 8034 TECHNIEK: Meet het vochtpercentage van een vloer met daarvoor geëigende apparatuur. Gebruik, indien de werkvloer leidingen bevat die niet te traceren zijn, een elektronische aanlegmeter/oppervlaktemeter (om penetratie van de vloer te vermijden). In andere gevallen verdienen de andere, hieronder genoemde meetmethoden de voorkeur. Voor zandcement-dekvloeren en anhydrietvloeren is de CM-meting (Carbid meting) het meest nauwkeurig. Gebruik voor werkvloeren van hout of houtachtig materiaal een elektroni sche indicatiemeter (tenzij de leverancier anders aangeeft). Gebruik de speciale slagpen met 2 meetpennen en sla de slagpen dwars op de houtrichting tot de helft in het te inspecteren materiaal. Bij steenachtige vloeren zoals zandcement of anhydriet moeten de meetpennen zo diep als de fabrikant van het meetinstrument aangeeft en in de regel 100 mm uit elkaar geplaatst worden. Bij monolitische of keramische vloeren, evenals vloeren van siergrind of natuursteen, is het niet altijd mogelijk een nauwkeurige vochtmeting uit te voeren. 28 Legvoorschriften parketbranche

Toelichting: Iedere werkvloer bevat vocht. Het vochtpercentage is on der meer van invloed op lijmhechting en krimp/uitzetting van het hout en daarmee op de kwaliteit van de afwerkvloer. Een bijkomend voordeel van de CM-meting is dat hiermee een goede in druk van de consistentie ( vastheid ) van de geïnspecteerde zandcement- dekvloer of anhydrietdekvloer wordt verkregen, bijvoorbeeld: te zanderig ; zie J 8035 en C 8037. Een ander voordeel is dat indicatiemeting soms op de noodzaak van een vochtscherm wijst, waar dat strikt genomen (een CM-meting wijst dat uit) overbodig is: zie J 8035 met toelichting. J 8035 TECHNIEK: In nieuwbouwsituaties is het niet altijd nodig om een vochtscherm op de dekvloer aan te brengen. Als indicatiemeting uitwijst dat de werkvloer te vochtig is, kan er, indien deze werkvloer te vochtig blijft, een vloeibaar vochtscherm worden toegepast. Vraag zonodig advies aan de leverancier van de werkvloer en de lijmleverancier. Maar als CM-meting uitwijst dat de dekvloer droog genoeg is, kan zo n vochtscherm achterwege blijven. Bij zandcement-dekvloer met vloerverwarming geen water gedragen vochtscherm toepassen. Toelichting: Door vochtinsluiting in combinatie met hoge temperaturen kan een hoge dampspanning ontstaan met als gevolg schade. C 8036 COMMUNICATIE: Raadpleeg vloer- of lijmfabrikant vóór het aanbrengen van een vloeibaar vochtscherm op een anhydrietvloer. Toelichting: Bij CM-meting wordt de dekvloer (van anhydriet of zandcement) uitgehakt tot op de onderliggende bouwvloer. Van het uitge hakte materiaal wordt het vochtpercentage gemeten. Voordeel van deze metho de is dat de vochtmeting de gehele dikte van de dekvloer beslaat. Tevens is bij deze methode de vastheid van het dekvloermateriaal te beoordelen. Indicatiemeting beperkt zich tot het bovenste laagje van de dekvloer zelf. Legvoorschriften parketbranche 29

4.5. Inspectie consistentie (vastheid, sterkte, scheurvorming e.d. Van steenachtige vloeren) C 8037 TECHNIEK: Het gaat bij inspectie van de consistentie met name om de krasproef en de slagproef. Zie voor consistentie ook de toelichting bij C 8034. Bij de krasproef worden met een geëigende kraspen met instelba re druk in ruitpatronen krassen in de zandcement-dekvloer of anhydrietvloer gemaakt; zie figuur 4. Zijn de kraslijnen scherp en blijven na vegen de op staande kantjes van de krassen staan, dan is de vloer in orde. In het andere geval is de werkvloer niet vast genoeg en moet hij, vóór verlijming met een andere vloerlaag, worden gegrond (voorgestreken) - zie ook C 8022. Figuur 4. Bij de slagproef wordt een hamer van 500 gram (zie figuur 5) dwars en scheef op de strijkrichting van het zandcement geslagen (of als die niet zichtbaar is: scheef op het oppervlak). Er mag niets afbrokkelen of breken: dan is de vloer goed. Scheurvorming is met het blote oog vast te stellen. Stervormige scheuren duiden vaak op losliggende stukken. Bij scheuren de vloer afkloppen: een holle klank betekent dat er een stuk dekvloer, een tegel, siergrind of wat dan ook verwijderd of uitgehakt moet worden; daarna het gat repareren met een reparatiemortel (houd rekening met extra droogtijd). 30 Legvoorschriften parketbranche

Figuur 5. 4.6. Inspectie afmetingen C 8038 TECHNIEK: Bepaal de vorm, de omtrek en de oppervlakte van de werkvloer door opmeting (al dan niet vanaf bouwtekening) en/of schat ting. Verhoog het te verwachten materiaalverbruik en de legkosten voor de hierop te leggen tussenvloer en/of afwerkvloer, afhankelijk van de vorm van het te beleggen en af te werken oppervlak. Verhoog het netto gemeten op pervlak met het te verwachten zaagverlies. J 8039 COMMUNICATIE: Maak de klant in leveringsvoorwaarden of via het orderformulier duidelijk dat er afwijkingen kunnen optreden ten opzichte van het geraamde materiaalverbruik. Oorzaken kunnen zijn foutieve opgaven door de klant, het niet rekening houden met zaagverlies door uitsparingen, kolommen etc. Het bovenstaande kan meer- of minderwerk en meer- of minderkosten veroorzaken. 4.7. Inspectie en instructie in verband met vloerverwarming en verwarmingsleidingen C 8040 COMMUNICATIE: Ga zo goed mogelijk na of er leidingen van vloer verwarming en andere warmwaterleidingen (zoals CV of stadsverwarming) in de werkvloer zijn gelegd en zo ja: waar. Legvoorschriften parketbranche 31

C 8041 COMMUNICATIE: Laat de klant altijd weten dat de aanwezigheid van concentraties van aanvoerleidingen van warm water (vloerverwarming, CV, stadsverwar ming en dergelijke) in de werkvloer problemen kan geven met het gedrag van de afwerkvloer en de eventueel te leggen tussenvloer. Vermeld deze risico s in de leveringsvoorwaarden en laat de klant weten dat de parketteur daarvoor niet garant staat. C 8042 TECHNIEK: Bij vele, vooral oudere, vloerverwarmingssyste men zijn de aanvoerleidingen van kunststof doorgaans zonder ommanteling ingestort in de dekvloer. Pas daarom bij aanwezigheid van deze vloerverwarming altijd een niet watergedragen vochtscherm op de dekvloer toe. Toelichting: Aangezien oude kunststofleidingen in de regel niet diffusiedicht zijn, staan ze vocht af. C 8043 TECHNIEK: Indien een vloerverwarmingssysteem tevens is voorzien van een koelinstallatie dan altijd een vochtscherm aanbrengen. C 8044 ORGANISATIE: Temper vóór het leggen van tussenvloer en afwerk vloer de vloerverwarming volgens het stookprotocol van de installateur. Daar na ten minste 48 uur voor aanvang van de werkzaamheden de temperatuur terugbrengen naar 15 tot 18 graden Celsius. Gedurende het leggen wordt deze instelling niet gewijzigd. Na het leggen wordt de installatie opgestart volgens het stookprotocol van de installateur, onder inachtneming van C 8042/8043. C 8045 COMMUNICATIE: Laat de klant weten dat, als er vloerverwarming en/of vloerkoeling is, de omstandigheden blijvend aan de volgende eisen moeten voldoen: maximum watertemperatuur volgens thermostaatinstelling: 40-45 C; minimum watertemperatuur volgens thermostaatinstelling: 19 C; instelling van de installatie moet zodanig zijn dat de watertemperatuur in het systeem nooit meer dan 4 graden onder de ruimtetemperatuur kan komen; instelling van de installatie zodanig dat de oppervlaktetempera tuur van de afgewerkte vloer nooit boven 27 C stijgt; stookregime zodanig dat de installatie s nachts niet wordt uitge zet; opstarten na het warme seizoen volgens stookprotocol van de leverancier. Uitzetten eveneens volgens stookprotocol van de leverancier (dit houdt in dat de watertemperatuur maar met 5 graden per dag vermeerderd of verminderd mag worden). 32 Legvoorschriften parketbranche

Toelichting: De parketteur kan het gedrag van de klant van bijvoorbeeld het stookregime niet controleren. Adviezen dienen dus vrijblijvend te zijn en de leveringsvoorwaarden dienen elk risico voor de parketteur uit te sluiten (zie C 8041). J 8046 COMMUNICATIE: Adviseer de klant, ingeval er warmwateraan voerleidingen van CV in de werkvloer liggen, de ketelthermostaat niet hoger in te stellen dan 65 à 70 C. J 8047 COMMUNICATIE: Adviseer de klant, indien de watertemperatuur van de aanvoerleidingen in de werkvloer (zoals bij stadsverwarming) regel matig boven de 70 C stijgt, akkoord te gaan met een zo dik mogelijke tus senvloer in combinatie met een los (zwevend) te leggen afwerkvloer, of wijs hem op de mogelijk te verwachten negatieve invloed van deze leidingen. Legvoorschriften parketbranche 33

5. Tussenvloer 5.1. Inleiding en leeswijzer De tussenvloer vormt de laag tussen de werkvloer en de afwerkvloer. Er zijn tussenvloeren die dienen voor verlijming of spijkeren van de afwerkvloer. Verder draagt de tussenvloer bij aan geluidsisolatie, vochtiso latie en egalisatie. Sommige soorten afwerkvloer hebben geen tussenvloer nodig en zijn op de werkvloer te verlijmen. De tussenvloeren worden hieronder ingedeeld volgens de soort afwerk vloer die erop komt te liggen. Omdat de meeste tussenvloeren geschikt zijn voor diverse afwerkvloeren, kunnen op veel plaatsen in dit hoofdstuk gelijkluidende Praktijknormen en Aanbevelingen worden gegeven. Uit efficiëntieoverwegingen zijn de algemeen of althans breed toepasbare leg voorschriften bij elkaar gezet in de paragraaf Algemene Legvoorschriften. De paragrafen, gewijd aan de diverse tussenvloer/afwerkvloercombinaties, zullen hier steeds naar verwijzen en geven daarnaast slechts specifieke legvoorschriften voor de combinatie in kwestie. 34 Legvoorschriften parketbranche

5.2. Algemeen C 8048 TECHNIEK: Raadpleeg schema 5.1 en vervolgens C 8049, J 8050 en C 8051. Schema 5.1. Voorgeschreven bevestiging/plaatsing van afwerk vloer op tussenvloer. Afwerkvloer Los (Zwevend) Vast (Met Tussenvloer) Parket & Vloerdelen x x x* Laminaat x - - Kurk x x x PVC x x x Direct (Verlijmd Op Werkvloer) * Bij vloerdelen alleen onder inachtneming van 8090. C 8049 TECHNIEK: Gebruik tussenvloeren en afwerkvloeren in de aangekruiste combinaties volgens schema 5.1. J 8050 TECHNIEK: Gebruik geen tussenvloeren en afwerkvloeren in de aangestreepte combinaties volgens schema 5.1. C 8051 TECHNIEK: Leg de elementen van een tussenvloer niet in dezelfde richting als de elementen van de afwerkvloer. Dit om het samenvallen van naden of kieren van de beide vloerlagen te voorkomen. Maar indien de tus senvloer uit kleinere elementen bestaat, zoals plakfriezen of mozaïekparket, is diagonaal leggen niet per se noodzakelijk. Bij mozaïekparket de blokpatronen laten verspringen, zodat doorgaande lijnen in de richting van de elementen van de afwerkvloer voorkomen worden. C 8052 TECHNIEK: Raadpleeg nu schema 5.2, en vervolgens C 8053 en J 8054. C 8053 TECHNIEK: Gebruik tussenvloeren op werkvloeren in de combi naties, zoals ingevuld in schema 5.2. Legvoorschriften parketbranche 35

J 8054 TECHNIEK: Gebruik geen tussenvloeren op werkvloeren in de aangestreepte combinaties, zoals ingevuld in schema 5.2. Bij ongelijke houten werkvloeren kan de parketteur eventueel kiezen voor vlakschuren of plaatmateriaal aanbrengen. C 8055 TECHNIEK: Raadpleeg nu schema 5.3, en vervolgens C 8056, J 8057 en C 8058. Schema 5.2. Bevestiging van tussenvloer aan werkvloer. Bevestiging Tussenvloer Aan Werkvloer Werkvloer Lijmen Spijkeren/Schroeven Zandcement-dekvloer P, M P Anhydrietvloer M - Monolietvloer M* - Tegel/Marmer/Graniet M* - Siergrindvloer M* - Houtenvloer P P (Zie ook C 8052) P Plaatmaterialen M Mozaïekparket/(Plak)Friezen - Combinatie komt niet in aanmerking * Bij tegel/marmer/graniet kunnen in plaats van mozaïekparket of plakfriezen ook grote platen worden gelegd die gelijmd, geplugd en geschroefd moeten worden. Spijkeren en boren in de werkvloer is alleen mogelijk indien u er zeker van bent dat er geen leidingen in de werkvloer liggen. Kies zonodig een ander systeem. 36 Legvoorschriften parketbranche

Schema 5.3. Voorgeschreven bevestiging van afwerkvloeren aan een tussenvloer van plaatmateriaal. Afwerkvloer Lijmen Spijkeren Zwevend (=Los) Tapis 6-9Mm X X - Lamel-/Fineerparket Tweelaagsparket 10-22Mm X X X Mozaïekparket/Hoogkant/Planchettes 8-10Mm/ X - - Kopshoutparket Massief Parket (2 Cm Dik En 9 Cm Breed) X X X Vloerdelen / 2 Laags X X X* Laminaat - - X Kurk / PVC X - X * met inachtname van 8090 C 8056 TECHNIEK: Gebruik tussenvloeren van plaatmateriaal en afwerk vloeren in de aangekruiste bevestigingscombinaties volgens schema 5.3. J 8057 TECHNIEK: Gebruik geen tussenvloeren van plaatmateriaal en af werkvloeren in de aangestreepte bevestigingscombinaties volgens schema 5.3. C 8058 TECHNIEK: Dilatatievoegen in de bouwvloer moeten in de tus senvloer en de afwerkvloer worden doorgezet met uitzondering van zwevende vloeren. C 8059 TECHNIEK: De werkvloer kan bij renovatie ook uit underlayment platen bestaan. Indien de elementen van de afwerkvloer in dezelfde richting worden gelegd als dit underlayment, bevestig dan eerst een tussenvloer van dun plaatmateriaal diagonaal ten opzichte van de naden van het under layment, om te voorkomen dat naden van de geplande afwerkvloer samen vallen met die van het underlayment. Legvoorschriften parketbranche 37

5.3. Tussenvloeren voor tapis Het gaat om multiplex, spaanplaat en soortgelijke plaatmaterialen, beves tigd op de werkvloer volgens schema 5.2. Een andere oplossing is mozaïekparket. C 8060 TECHNIEK: Als de werkvloer een plankenvloer is: bevestig de platen van de tussenvloer (met spijkers, schroeven of nieten) diagonaal of dwars op de lengterichting van de planken, afhankelijk van het te leggen patroon van de afwerkvloer. C 8061 COMMUNICATIE: Indien de werkvloer al afgetimmerd is met plaat materiaal, beoordeel deze vloerlaag op bruikbaarheid als ondergrond voor tapis en wel op de aspecten vlakheid, vochtpercentage en het vastliggen van de platen. C 8062 ORGANISATIE: Neem, na het verlijmen van plakfriezen of mozaïek parket, 12-24 uur droogtijd in acht of volg het advies van de lijmfabrikant, alvorens de vloer te schuren; deze elementen moeten bij het schuren stevig aan de ondergrond gehecht zijn. J 8063 TECHNIEK: Leg op een werkvloer met ingestorte verwarmingslei dingen bij voorkeur geen tussenvloer van vochtgevoelige houtsoorten, zoals o.a. beuken mozaïek. C 8064 TECHNIEK: Voor tussenvloeren van andere parketsoorten die ver lijmd moeten worden en van vloerdelen: zie C 8060 t/m C 8062; J 8063. 5.4. Tussenvloeren voor los (zwevend) gelegde vloeren Typologie Het betreft tussenvloeren voor (los = zwevend): lamelparket tweelaagsparket fineerparket massief parket laminaat kurk PVC 38 Legvoorschriften parketbranche