Na-isolatie van spouwmuren door insitu vullen van de luchtspouw Kwaliteitsborging Jörg Wijnants Afdeling Technisch Advies WTCB 1 Het Energierenovatieprogramma 2020 van de Vlaamse overheid Het programma voorziet dat in 2020: Alle daken thermisch geïsoleerd zijn; Alle enkel glas wordt vervangen door isolerend glas; Verouderde verwarmingsketels uit de Vlaamse woningen worden verbannen. Het programma ondersteunt : Buitenisolatie bij buitenmuren Spouwmuurisolatie en vloerisolatie Vervanging van elektrische verwarming Het programma ontmoedigt daarentegen: Luchtkoeling en elektrische weerstandsverwarming 2 1
Mogelijke isolatietechnieken voor muren en hun voor- en nadelen 3 Premies voor energiebesparing in Vlaanderen De premie van de netbeheerder bedraagt 6 euro per m² spouwmuur die geïsoleerd werd, met een maximum van 800 euro. De spouw moet minstens 5 cm bedragen en de -waarde van het isolatiemateriaal mag maximaal 0,065 W/mK bedragen. Deze werken moeten worden uitgevoerd door een vakman. Belangrijk is een degelijk vooronderzoek van de bestaande spouw en het gevelmetselwerk. Voor werken die worden uitgevoerd na 30 juni 2012 moeten de gebruikte materialen, plaatsingstechnieken en plaatsers volledig voldoen aan de van toepassing verklaarde STS. 4 2
De BUtgb/BCCA aanpak voor de na-isolatie van spouwmuren 5 Verklaring van overeenkomstigheid De installateur moet over iedere bouwplaats informatie verlenen aan BCCA (via internet) zodat hij een verklaring van overeenkomstigheid kan afleveren. Verklaring door de installateur, ter beschikking gesteld door BCCA, mits aan de gestelde eisen werd voldaan. De klant kan de echtheid van de verklaring nagaan. Aanmelding bouwplaats + inspectieverslag Planning, zodat inspecties kunnen plaatsvinden Verslag van de werken waaruit de conformiteit ervan blijkt Verklaring van overeenkomstigheid 6 3
Voor de gebruiker Na-isolatie met in-situ producten is een betrouwbare techniek, mits geschikte producten en bekwame installateurs. Gebruikgeschiktheidsverklaringen en certificatie bieden geen garantie, maar werken met goedgekeurde producten/systemen en gecertificeerde installateurs vergroot de betrouwbaarheid. Eenvoudige boodschap: Vraag naar een verklaring van overeenkomstigheid met STS 71-1. 7 Inhoud van de Technische Voorlichting 1 INLEIDING 1.1 Doel en toepassingsgebied 1.2 Aard van de werken 1.3 Veiligheidsvoorwaarden tijdens de uitvoering van de werken 2 BOUWKUNDIGE VOORWAARDEN EN AANDACHTSPUNTEN 2.1 Types spouwmuren die in aanmerking komen voor een na-isolatie 2.2 Bouwkundige voorwaarden voor het na-isoleren van spouwmuren 2.3 Bouwkundige aandachtspunten bij de uitvoering van de na-isolatie 3 VOORAFGAANDELIJKE INSPECTIE 3.1 Beoordeling van de geschiktheidsvoorwaarden 3.2 Beoordeling van de aandachtspunten bij de uitvoering 3.3 Voorafgaandelijke herstelling 4 ISOLATIEPRODUCTEN 4.1 Productfamilies 4.2 Verpakking, opslag en etikettering van de materialen 4.3 Thermische prestaties 5 UITVOERINGSRICHTLIJNEN 5.1 Voorbereidende werken 5.2 Vulopeningen 5.3 Het opvullen van de spouw 5.4 Nazorg 6 OPVOLGING 6.1 Controle van de volledige opvulling van de spouw 6.2 Controle van de dichtheid van het aangebrachte isolatiemateriaal 6.3 Verslag van de uitgevoerde werken 6.4 Nevenverschijnselen 8 4
Beoordeling van de geschiktheid van een spouwmuur m.b.t. de na isolatie van de luchtspouw door in situ vullen KENMERKEN VAN HET GEBOUW IN RELATIE TOT DE VOCHTBELASTING VAN DE GEVELS Spouwbreedte < 50 mm B1 50 mm Terreinruwheidscategorie O of I II III IV Maximale gevelhoogte h 4 m < h 8 m > 8 m 12 m < h 25 m > 25 m 18 m < h 25 m 4 m 12 m 18 m A1 B2 A1 B2 A1 Aanwezig A2 Niet aanwezig B3 > 25 m B2 Afscherming van de gevels Eventueel extra dakoversteken of balkons: L H/4 L < H/4 A2 Binnenklimaat I II DE EIGENSCHAPPEN VAN DE MATERIALEN VAN HET BUITENSPOUWBLAD EN DE TOESTAND VAN DE SPOUW III IV B4 Doorlatendheid van het gevelmetselwerk Metselstenen met gesloten structuur, voegen gevuld Baksteen Metselstenen met open structuur of open voegen tussen de metselstenen B5 Conform NBN EN 771-1, Zeer vorstbestand volgens NBN B27-009/A2 Geen gegevens A3 Niet vorstbestand / reeds vorstschade en/of afschilfering zichtbaar B6 Gevelsteen Betonblok Conform NBN EN 771-3, vorstbestand Geen gegevens, gesloten structuur A3 Niet vorstbestand / reeds vorstschade en/of afschilfering zichtbaar. Betonblokken met open structuur B6 Stelmortel Conform NBN EN 998-2 of gelijkwaardig Kwaliteit van de stelen voegmortel Geen gegevens, grijze kleur en Zuivere kalkmortel of samengesteld uit zavel (gele kleur) of fijn scherp zand A3 zand Voegmortel Reeds vorstschade / zwelling / scheurtjes zichtbaar B7 Conform NBN EN 998-2 of gelijkwaardig Recent hervoegd (reden hervoegen opvragen) A3 Geen gegevens A3 Reeds vorstschade / uitstoten voegen zichtbaar B7 Gevels met een dampremmende afwerking Geen Hydrofuge A4 Buitenbepleistering A4 Dampopen verf A4 Dampdichte of onbekende verf, geëmailleerde baksteen B8 Spouwankers Corrosiebestendig/geen zichtbare corrosie, minimaal 5/m² Onvoldoende spouwankers en/of corrosie zichtbaar B9 De luchtspouw Afgestreken aan binnenzijde, geen DE DETAILLERING VAN DE SPOUWMUUR Plaatselijk uitpuilende mortel, geen contactbruggen A5 Uitpuilende mortel, spouwafval of andere contactbruggen B10 Spouwdrainering Luchtdichtheid ZICHTBARE SCHADE Membraan en open stootvoegen aanwezig onderaan de gevel en aan gevelopeningen Binnenbepleistering aanwezig of cementering van de spouwzijde van het Niet (overal) aanwezig B11 Zichtbaar metselwerk voor het binnenspouwblad zonder bepleistering of luchtdichtheid B12 Gevels met tekenen van vochtschade Onderaan het gevelmetselwerk B13 In de lopende delen B13 Rond gevelopeningen B13 Scheuren in gevels Enkel in het gevelmetselwerk, scheurbreedte 0,1 à 0,3 mm A6 Enkel in het gevelmetselwerk, scheurbreedte > 0,3 mm A6 Ook in draagmuren B14 OPMERKINGEN 9 Besluiten A. De spouwmuur komt in aanmerking voor het na-isoleren. Deze gegevens zijn gebaseerd op de huidige kennis van de techniek en kunnen in de toekomst, op basis van de opgedane ervaringen, worden verstrengd of versoepeld. A.1. De gebouwhoogte in relatie tot de terreinruwheidscategorie bepaalt de blootstelling aan slagregen. Een 'bescherming' van de gevel (zie A.2) kan de blootstelling eventueel reduceren. A.2. Wanneer de gevels niet 'beschermd' zijn dient men rekening te houden met de belasting door (slag-)regen. Het na-isoleren van de spouw zal de vorstbelasting op de gevel doen toenemen en kan ook een invloed hebben op de vochthuishouding. B. De spouwmuur komt, zonder aanvullende werken, niet in aanmerking voor na-isolatie. Deze gegevens zijn gebaseerd op de huidige kennis van de techniek en kunnen in de toekomst, op basis van de opgedane ervaringen, worden verstrengd of versoepeld. B.1. De hoogte van de gevel is te groot, rekening houdend met de terreinruwheidscategorie. Een sterke blootstelling aan slagregen verhoogt het risico op infiltraties. De spouwmuur kan in aanmerking komen voor na-isolatie wanneer aanvullend een regendichte bekleding (buitenbepleistering op isolatie, bebording ) wordt aangebracht naderhand. Het vullen van de spouw kan ook een eerste stap zijn bij het aanbrengen van een buitenisolatie en bekleding. B.2. De bovenzijde van de gevels dient doeltreffend tegen neerslag te worden beschermd, teneinde de hoeveelheid spouwwater te beperken en ook de vorst- en vochtbelasting van het metselwerk te beperken. B.3. Dampdichte verven of afwerkingen (bijvoorbeeld geëmailleerde bakstenen) vertragen de droging van het metselwerk, zodat de droging enkel nog via de spouw kan geschieden. Na-isoleren zou de droging van het metselwerk dan te sterk beperken. De spouwmuur kan in aanmerking komen voor na-isolatie wanneer aanvullend een regendichte bekleding (buitenbepleistering op isolatie, bebording ) wordt aangebracht. Het vullen van de spouw kan ook een eerste stap zijn bij het aanbrengen van een buitenisolatie en bekleding. 10 5
Bouwkundige voorwaarden voor het na-isoleren van spouwmuren Kenmerken van het gebouw in relatie tot de vochtbelasting van de gevels Spouwbreedte Maximale gevelhoogte Afscherming van de gevels Binnenklimaat 11 Kenmerken van het gebouw in relatie tot de vocht- en vorstbelasting van de gevels: Maximale gevelhoogte 12 6
Kenmerken van het gebouw in relatie tot de vocht- en vorstbelasting van de gevels: Maximale gevelhoogte In terreinruwheidscategorie III bedraagt de maximale gevelhoogte 25 m. 13 Kenmerken van het gebouw in relatie tot de vocht- en vorstbelasting van de gevels: Maximale gevelhoogte 14 7
Kenmerken van het gebouw in relatie tot de vocht- en vorstbelasting van de gevels: Maximale gevelhoogte 15 Bouwkundige voorwaarden voor het na-isoleren van spouwmuren De eigenschappen van de materialen van het buitenspouwblad en de toestand van de spouw Doorlatendheid van het gevelmetselwerk Gevelsteen Kwaliteit van de stel- en voegmortel Gevels met een dampremmende afwerking Spouwankers De luchtspouw 16 8
De eigenschappen van de materialen van het buitenspouwblad en de toestand van de spouw: Gevelsteen 17 Kenmerken van het gebouw in relatie tot de vocht- en vorstbelasting van de gevels: Bescherming van de gevels 18 9
De eigenschappen van de materialen van het buitenspouwblad en de toestand van de spouw: Kwaliteit van de stel- en voegmortel 19 De eigenschappen van de materialen van het buitenspouwblad en de toestand van de spouw: Kwaliteit van de stel- en voegmortel 20 10
De eigenschappen van de materialen van het buitenspouwblad en de toestand van de spouw: De luchtspouw 21 De eigenschappen van de materialen van het buitenspouwblad en de toestand van de spouw: De luchtspouw 22 11
gevels L H/4 L < H/4 A2 Binnenklimaat I II DE EIGENSCHAPPEN VAN DE MATERIALEN VAN HET BUITENSPOUWBLAD EN DE TOESTAND VAN DE SPOUW III IV B4 Doorlatendheid van het gevelmetselwerk Metselstenen met gesloten structuur, voegen gevuld Metselstenen met open structuur of open voegen tussen de metselstenen B5 Baksteen Conform NBN EN 771-1, Zeer vorstbestand Geen gegevens A3 volgens NBN B27-009/A2 B6 Bouwkundige voorwaarden voor het na-isoleren van spouwmuren Gevelsteen Betonblok Niet vorstbestand / reeds vorstschade en/of afschilfering zichtbaar Conform NBN EN 771-3, vorstbestand Geen gegevens, gesloten structuur A3 Niet vorstbestand / reeds vorstschade en/of afschilfering zichtbaar. Betonblokken met open structuur B6 Stelmortel De detaillering van de spouwmuur Kwaliteit van de stelen voegmortel Conform NBN EN 998-2 of scherp zand A3 Spouwdrainering gelijkwaardig Luchtdichtheid Conform NBN Recent hervoegd (reden EN 998-2 of hervoegen opvragen) A3 Zichtbare gelijkwaardig schade Gevels met een dampremmende afwerking Geen gegevens, grijze kleur en Hydrofuge Gevels Geen met tekenen van vochtschade A4 Scheuren in gevels Zuivere kalkmortel of samengesteld uit zavel (gele kleur) of fijn Reeds vorstschade / zwelling / scheurtjes zichtbaar B7 zand Voegmortel Geen gegevens A3 Buitenbepleistering A4 Dampopen verf A4 Reeds vorstschade / uitstoten voegen zichtbaar B7 Dampdichte of onbekende verf, geëmailleerde baksteen B8 Spouwankers Corrosiebestendig/geen zichtbare corrosie, minimaal 5/m² Onvoldoende spouwankers en/of corrosie zichtbaar B9 De luchtspouw DE DETAILLERING VAN DE SPOUWMUUR Afgestreken aan binnenzijde, geen Plaatselijk uitpuilende mortel, geen contactbruggen A5 Uitpuilende mortel, spouwafval of andere contactbruggen B10 Spouwdrainering Membraan en open stootvoegen aanwezig onderaan de gevel en aan gevelopeningen Niet (overal) aanwezig B11 Luchtdichtheid ZICHTBARE SCHADE Binnenbepleistering aanwezig of cementering van de spouwzijde van het Zichtbaar metselwerk voor het binnenspouwblad zonder bepleistering of luchtdichtheid B12 Gevels met tekenen van vochtschade Onderaan het gevelmetselwerk B13 In de lopende delen B13 Rond gevelopeningen B13 Scheuren in gevels OPMERKINGEN Enkel in het gevelmetselwerk, scheurbreedte 0,1 à 0,3 mm A6 Enkel in het gevelmetselwerk, scheurbreedte > 0,3 mm A6 Ook in draagmuren B14 23 De detaillering van de spouwmuur: Luchtdichtheid 24 12
De detaillering van de spouwmuur: Spouwdrainering 25 Zichtbare schade: Scheuren 26 13
Vormen koudebruggen een tegenargument voor na-isolatie? 27 Voorbereidende werken 28 14
Voorbereidende werken 29 Controle 30 15
Besluit Na-isolatie van spouwmuren werd al in de jaren 70 en 80 toegepast, ten tijde van de eerste energiecrisis. Door problemen in de beginfase en het dalen van de energieprijzen kwam de techniek wat op de achtergrond. De verbetering van de materialen en de uitvoeringstechnieken laat toe de techniek weerom op grote schaal toe te passen, teneinde de energetische prestaties van het groot aantal bestaande woningen zonder gevelisolatie te verbeteren. Hoewel gebruiksgeschiktheidsverklaringen en certificatie op zich geen garantie bieden, vergroten ze wel de betrouwbaarheid. 31 16