Herstel natuur West Zeeuws-Vlaanderen Ossenwei



Vergelijkbare documenten
Natuurherstel West Zeeuws-Vlaanderen Sint Kruiskreek, 2 e fase De Plate

Herstel natuur West Zeeuws-Vlaanderen Linie Oost (2 e fase)

Herstel natuur West Zeeuws-Vlaanderen Strijdersgatpolder (2 e fase)

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

Archeologie en cultuurhistorie

Herbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Projectplan GOB. Datum: Oktober /16

Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure

Natuurontwikkeling Schor van Ossenisse

Figuur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

1' \2-c>~ ~ IO'('U. ~'s CS~~O_ V. fzdq,-v-o. ().e-.~~~.;a

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.

LANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN ACCOMODATIE DE KASTANJES

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan


Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Ruimtelijke onderbouwing Vossenstraat 81 Doetinchem Ihkv functieverandering agrarisch naar natuur.

Inpassingsplan Kavel B (zuidelijke kavel) Leiweg VM aanleg 3000 m 2 natuur

Pierikstraat 16 Gaanderen

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Gemeente Middelburg. Ramsburg Oost. Flora- en faunatoets ir. J.J. van den Berg. auteur(s):

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Archeologische Quickscan

Harderbos en Harderbroek verbonden

Nieuwe bedrijfslocaties

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat (QSnr ) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat

VAN ERVE NATUURONDERZOEK

Inpassingsplan Zelhemseweg 37, Hummelo. Opdrachtgevers: De heer A.G. Weijers en Mevrouw M.F. Weijers-Robben Zelhemseweg DP Hummelo

Bermenplan Assen. Definitief

Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch

Verslag Solabio Dijkendag Assenede (B) 24 juni 2011

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

Wijzigingsplan; Buitengebied Aalten Pasdijk 12

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Bestemmingsplan Enkelbestemming Beoordeling

4 Archeologisch onderzoek

Aanvullend onderzoek aanleg woonwijk Hazenburg te Arnemuiden AANVULLEND ONDERZOEK AANLEG WOONWIJK HAZENBURG TE ARNEMUIDEN

Motivatie wijzigingsplan

Gebied: De Drie Polders

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Notitie. Inrichting bufferzone voor de Das. 1. Inleiding. 2. Das in het plangebied

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Inrichtingsplan natuurontwikkeling

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld

Agrarisch natuurbeheer op uw bedrijf

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Zaaknummer: PBAB18. compensatie flora en fauna Herptsestraat Herpt

percelen cultuurgrond

Eindrapportage Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder bij Kolhorn

Landschappelijke Inpassing Zonnepark Ceresweg in Tholen

: Landschappelijke verantwoording Delst 30 te Nistelrode

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

Bos en natuurontwikkeling Westkapelle vroon

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

Inrichtingsplan natuurontwikkeling

GEMEENTE HULST. Bijlagenboek voorontwerpbestemmingsplan Herontwikkeling locatie Rabobank Sint-Jansteen

1. Uitbreiding EHS met 73 ha door particuliere natuurrealisatie

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Natuurontwikkeling Schellach

Kaart 1 - Landgebruik

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Denkrichtingen en ideeën

Figuur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS)

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

Nieuwe natuur Nummer één

KOEWACHT-OVERSLAG-ZUIDDORPE. 1e wijziging

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Natuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen 2013

Ruimtelijke onderbouwing. Project Eede

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016

Verzoek tot aanwijzing ter onteigening ex artikel 78 Onteigeningswet. Bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch, van de gemeente Dordrecht,

Advies Archeologie Rimburg School Palenbergerweg (gem. Landgraaf) Advies Archeologie Rimburg School Palenbergerweg gemeente Landgraaf

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen

Landschapsplan varkenshouderij Laarstraat

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht

Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012

Natuurontwikkelingsplan 2014

Eindrapport TOETSING NATUURONTWIKKELING TEN NOORDEN VAN DE N201 AAN HET PROVINCIAAL NATUURBELEID

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38

Provincie Zeeland. Zeeuwse bermen steeds bonter

Oplegnotitie Mitigatie en Compensatieplan

Blad 2. Beoordeling verzoek

VISIE INRICHTING EN BEHEER VAN DE ROSANDEPOLDER

Projectvoorstel. Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard

Dossiernummer: Projectnummer:

Transcriptie:

Herstel natuur West Zeeuws-Vlaanderen Ossenwei Versie 21 maart 2010 Opdrachtgever: Dienst Landelijk Gebied Adviesbureau Wieland Liniestraat 13 4561 ZS Hulst 1

Inhoud 1 Informatie over het plangebied... 4 1.1 Landschap en grondgebruik... 8 1.2 Archeologie... 9 1.3 Oppervlaktewaterpeilen...10 1.4 Geologie en bodem...10 1.5 Hoogteligging...10 1.6 Huidige natuur- en recreatiewaarden...11 2 Beleid...13 3 Inrichting...14 3.1 Natuurdoeltypen...14 3.2 Maatregelen...15 3.3 Recreatie...15 3.4 Nabuurschap/Beheer...15 2

Inleiding In het kader van de 3 e uitvoeringsmodule van het Gebiedsplan West Zeeuws-Vlaanderen kunnen op korte termijn recent verworven deelgebieden ingericht worden. In dit rapport worden het natuurstreefbeeld en de inrichtingsmaatregelen ten gunste van natuur en recreatie voor het deelgebied Ossenwei uitgewerkt. Het gebied grenst aan reeds ingericht percelen en vormt na inrichting een aantrekkelijk gebied voor recreanten. 3

1 Informatie over het plangebied Het plangebied is gelegen in het polderlandschap ten zuiden van Zuidzande. Het terrein is circa 4 hectare groot en is eigendom van bureau beheer landbouwgronden. Na inrichting zal het perceel beheerd worden door stichting Het Zeeuwse Landschap. Grenzend aan het plangebied ligt de Oude Zeedijk en de Austerlitzpolder. Kaart 1. Ligging van het plangebied in de omgeving. 4

Kaart 2. Kadastrale ligging van het plangebied. 5

Kaart 2. Luchtfoto van het plangebied. De begrenzing van de Oude Zeedijk en de Austerlitzpolder is opgenomen in het Natuurgebiedsplan Zeeland (2009). Weilanden en lager gelegen gronden in de Austerlitzpolder zijn begrensd als natuurgebied en zijn recent ingericht. Het plangebied is gelegen in het Nationaal Landschap West Zeeuws-Vlaanderen. 6

Kaart 3. Ligging van het plangebied in Natuurgebiedsplan. 7

Foto 1. Huidige situatie. 1.1 Landschap en grondgebruik Het plangebied is op dit moment in gebruik als landbouwgebied, akkerbouw. Rond 1910 was het terrein in gebruik als weiland. Het terrein stond als zeer nat te boek. Het is diverse malen opgehoogd met grond, ondanks dit is de landbouwkundige functie nog steeds niet optimaal. Kaart 4. Ligging van het gebied in 1910 en 1972. 8

1.2 Archeologie Het gebied komt niet voor als gewaardeerd terrein op de Archeologische Monumentenkaart. Ten oosten bevindt zich de Hans Vriezeschans Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) is voor het plangebied een zeer lage verwachtingswaarde aangegeven. Dit wil zeggen dat er een zeer lage kans bestaat op het aantreffen van archeologische waarden. In de nationale archeologische database Archis en in het Zeeuws Archeologisch Archief zijn geen vindplaatsen bekend ter plaatse of in de directe omgeving van het plangebied. Het gaat om vindplaats met waarnemingsnummer 236 123. Deze bevindt zich echter aan de buitenzijde van de Oude Zeedijk, buiten het plangebied. Het is daarom niet noodzakelijk om voorafgaand aan de werkzaamheden archeologisch onderzoek uit te voeren. Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden evenwel archeologische sporen of vondsten worden aangetroffen, dienen deze te worden gemeld aan de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ). Het plangebied bevindt zich ter hoogte van een oude geul. Om die reden valt niet uit te sluiten dat er gedurende de werkzaamheden mogelijk archeologische scheepsresten worden aangetroffen. Indien dit het geval is dienen de werkzaamheden onverwijld te worden stilgelegd en contact opgenomen te worden met de adviseur archeologie van de SCEZ, mevr. N.J.G. van Jole en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. 9

1.3 Oppervlaktewaterpeilen Streefpeilen -0,80/-0,90 m NAP Waterloop westzijde: primaire waterloop, bodemhoogte ongeveer -0,90 mnap Waterloop zuidzijde Oude Zeedijk: secundaire waterloop, bodemhoogte ongeveer -0,50 m NAP. 1.4 Geologie en bodem De geologische opbouw van het gebied bestaat uit Duinkerke IIIb afzetting. De bodem bestaat uit kalkrijke poldervaaggrond. De laagste grondwaterstand is > 120 cm maaiveld, de hoogste grondwaterstand is tussen de 40 en 80 cm - maaiveld. 1.5 Hoogteligging De laagste terreindelen zijn gelegen tegen de Oude Zeedijk en in het midden van het perceel, zie kaart 5. Ten opzichte van de omgeving ligt het perceel laag. De natuurlijke hoogteligging kan anders geweest zijn, het terrein is in het verleden diverse malen opgehoogd. 10

Kaart 5. Hoogteligging van het plangebied. 1.6 Huidige natuur- en recreatiewaarden Het plangebied is in gebruik als akkerland. Het is zeer nat, hierdoor is het aantal te telen gewassen beperkt. Door de geringe grote van het perceel en door het huidige gebruik, zijn de natuurwaarden op dit moment niet hoog. Grenzend aan het plangebied ligt de Oude Zeedijk. Deze dijk en de aangrenzende weilanden zijn broedgebied voor soorten van het agrarisch landschap: Patrijs, Veldleeuwerik, Kneu, Roodborsttapuit, Steenuil, Grasmus en Europese Tortel. De Oude zeedijk wordt begraasd door de schaapskudde. Verspreid over de 11

dijk staan zeer veel knotbomen, ook is er veel struweel en staan er opgaande lindes. De dijk is voorzien van semi-verharding en is hierdoor niet aantrekkelijk voor auto s. Daarom is de dijk zeer in trek bij wandelaars. Vanaf de dijk is het plangebied goed te overzien. 12

2 Beleid In het Natuurbeleidsplan (NBP) wordt de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) aangegeven als middel voor de versterking van de natuurwaarden in Nederland. Biodiversiteit en natuurlijkheid zijn leidende principes bij de uitvoering van het natuurbeleid. Dit houdt in dat de aandacht primair uitgaat naar soorten en ecosystemen van nationale en internationale betekenis en dat natuurontwikkeling en behoud zoveel mogelijk plaats dient te vinden door het bevorderen van natuurlijke processen. Naast het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur is voor een aantal soorten extra aandacht vereist. De extra bescherming en maatregelen voor de meest kwetsbare en bedreigde planten- en diersoorten, die onvoldoende kunnen profiteren van het gangbare beleid voor natuur, zijn uitgewerkt in de provinciale Nota Soortenbeleid. Op dit moment wordt dit beleid vormgegeven in de Leefgebiedenbenadering. Voor de meest urgente soorten zijn ook landelijk beschermingsplannen opgesteld. In de omgeving van het plangebied gaat het om soorten als: Boomkikker, Kamsalamander en Steenuil. De laatste decennia zijn vogels van het agrarisch cultuurlandschap sterk in aantal achteruitgegaan. In de directe omgeving van het plangebied komen deze nog in redelijke aantallen voor. 13

3 Inrichting Voor de inrichting van dit deelgebied is vooral gekeken naar de mogelijkheden die hier liggen voor het ontwikkelen van natuurwaarden voor diersoorten die hier in de omgeving voorkomen. De landschappelijke ontwikkeling sluit aan bij omliggende terreinen. Het van oudsher, en nog steeds, in beperkte mate, aanwezige drassige, reliëfrijke karakter van dit perceel wordt versterkt. Dit wordt gerealiseerd door plaatselijk het maaiveld 5 tot 20 centimeter te verlagen. De vrijkomende grond wordt op de aanwezige hoge dele uitgespreid. Indien grondafzet in de omgeving mogelijk is kan deze verlaging dieper uitgevoerd worden. Een poel als voortplantingslocatie voor amfibieën kan aangelegd worden, diepte circa 1,5 meter onder maaiveld. Langs de noordzijde van het perceel worden knotbomen (wilg) geplant. Deze optimaliseren het jachtgebied voor de Steenuil en vormen op termijn potentieel broedbiotoop. Aan de zuidzijde worden een tweetal meidoornheggen geplant die het oorspronkelijke karakter van deze polder benadrukken. Deze vormen broedgebied voor struweelvogels en biotoop voor zoogdieren en insecten. Na inrichting zal beweiding met schapen plaatsvinden. Hiervoor dient het perceel uitgerasterd te worden. Aan de voet van de zeedijk, ter hoogte van de dam, wordt het raster en hek een eindje naar achteren geplaatst, waardoor een rustpunt voor voorbijgangers in de vorm van een picknickplaats gerealiseerd wordt. 3.1 Natuurdoeltypen Hieronder volgt een korte beschrijving van de in het gebied voorkomende natuurdoeltypen en de in het gebied te verwachten doelsoorten. Deze beschrijving is gebaseerd op het Handboek Natuurdoeltypen, 2 e herziene editie, met vertaling naar de specifieke Zeeuwse situatie. 3.38 Bloemrijk grasland van het zeekleigebied De matig vochtige, bloemrijke graslanden ontwikkelen zich onder invloed van begrazing tot kamgrasweiden. De dijken en graslanden met een klei en zavelige ondergrond kunnen zich ontwikkelen tot Glanshaverhooiland. Doelsoorten: Gewone agrimonie, Dubbelkelk, Kattendoorn, Kamgras, Klavervreter, IJzerhard, Patrijs, Steenuil, Torenvalk, Koninginnepage, Vijfvlekkige Sint Jansvlinder, Veldspitsmuis. 3.53 Zoom, mantel en droog struweel van de hogere gronden Hoge kruiden en braam, meidoorn- en sleedoornstruwelen. Plaatselijk aanwezig. Doorsoorten: Veldspitsmuis, Grasmus, Kneu, Patrijs, Roodborsttapuit, Steenuil, Kamsalamander. 14

3.2 Maatregelen Rondom het perceel wordt een schapenraster geplaatst (inclusief damhek). Plaatselijk wordt het perceel ontgraven. Er wordt een poel aangelegd, inhoud circa 500 m 3. Grond wordt bij voorkeur afgevoerd uit het plangebied, indien dit niet mogelijk is wordt de grond verwerkt op het perceel. Er worden 2 hagen aangelegd met Eenstijlige meidoorn, deze worden uitgerasterd. Er worden knotbomen aangeplant, deze worden voorzien van bescherming. Er wordt een picknickplaats aangelegd en een fietsenrek geplaatst. Het perceel wordt ingezaaid met gras. Aanwezige drainage wordt verstoord. 3.3 Recreatie Het terrein biedt goede mogelijkheden voor extensieve recreatie. In de omgeving wordt veel gewandeld en gefietst. Door het aanleggen een rustpunt kunnen de recreanten op deze locatie hier genieten van de rust en het landschap. Het terrein is verder zeer goed te overzien vanaf de Oude Zeedijk. 3.4 Nabuurschap/Beheer Bij de inrichting worden geen hydrologische maatregelen voorgesteld die invloed hebben op de grondwaterstand van de omliggende landbouwpercelen. De voorgestelde ontgravingen hebben geen effect op het gebruik van aangrenzende gronden. Aan te planten struweel of (knot)bomen komen op voldoende afstand van de erfgrens. De overlast van overwaaiende onkruiden wordt zoveel mogelijk voorkomen. Tijdens de ontwikkeling wordt eventueel een aangepast beheer gevoerd (hogere begrazingsdruk, aanvullend maaien). Eventuele faunaschade kan worden voorgelegd aan de faunabeheereenheid. 15