auteursrechten gaat...



Vergelijkbare documenten
OVER AUTEURSRECHT. deauteurs. Deel 9 Wat zijn de uitzonderingen op het auteursrecht? Dé partner voor Nederlandstalige auteurs

Cyberlaw en auteursrechten

DOSSIER: LEENRECHT.

Wie, wat en hoe: waarover gaat het auteursrecht? 15

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

JOURNALISTEN & AUTEURSRECHT

Handboek Auteursrecht

Auteursrecht: basisbegrippen. VVJ JAM 8 februari 2016

auteursrechten gaat...

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet van 30 juni betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Bijgewerkt en gecoördineerd t/m 30 januari 2012

Publiceren van familiedocumenten

Wet van 30 juni betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Bijgewerkt en gecoördineerd t/m 1 april 2010

Didier Deneuter. Edmond Tollenaerestraat Brussel. [T] 02/ [F] 02/

Auteursrechten en digitale muziek. NVMB-netwerkbijeenkomst

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 oktober 2003 *

(B.S., 14 november 1998)

Inleiding tot het auteursrecht. Lucie Guibault 30 september 2011

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 juni 2011 (*)


Didier Deneuter modo Advocaten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wetten van 10 en 19 april 2014 houdende invoeging van boek XI, «Intellectuele eigendom» in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging

Bureau M.F.J Bockstael Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten:

auteursrechten gaat...

Verhuurrichtlijn RICHTLIJN 2006/115/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

GECOÖRDINEERDE WET betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (1) (2) (3) (4) (5)

Gery Bessemans Nationaal Adviseur Beëdigd

AANVRAAG TOT LIDMAATSCHAP IN HOEDANIGHEID VAN UITGEVER EN OPGAVE VAN DE WERKEN

In 1. De aard van het auteursrecht wordt na artikel 2 een artikel toegevoegd, dat luidt:

Verdelingsreglement Thuiskopie

User-Generated Content na Deckmyn

DE NIEUWE EU AUTEURSRECHTRICHTLIJN J. Deene

Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. (Belgisch Staatsblad, 27 juli 1994)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

auteursrechten gaat...

WETBOEK ECONOMISCH RECHT

1. Auteursrecht. Hoofdstuk V. (De reproductie voor privé-gebruik. ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk

GECOÖRDINEERDE WET betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (1) (2) (3) (4) (5)

LIDMAATSCHAPSAANVRAAG VAN DE UITGEVER EN OVERZICHT VAN WERKEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AUTEURSRECHTEN EN INTERNET

Datum van inontvangstneming : 17/06/2016

WETBOEK ECONOMISCH RECHT. De bepalingen betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

Wetten van 10 en 19 april 2014 houdende invoeging van boek XI, «Intellectuele eigendom» in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging

auteursrechten gaat...

aanvulling roerende inkomsten

Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

auteursrecht 14 oktober 2011 toepassing in de praktijk G.L. Ballon gewoon hoogleraar emeritus K.U. Leuven

AANVRAAG TOT LIDMAATSCHAP IN HOEDANIGHEID VAN AUTEUR EN OPGAVE VAN DE WERKEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Bijlage 7. Algemene beschrijving van het type dossiers dat behandeld worden door de Controledienst voor de beheersvennootschappen

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement Ontwerpadvies Helga Stevens. PE v01-00

Datum van inontvangstneming : 10/12/2013

Auteursrecht voor Wikipedianen. WCN 2013 Sjo Anne Hoogcarspel Klos Morel Vos & Schaap

ACI Adam in de Nederlandse Thuiskopiepraktijk. Jochem Donker

Auteursrecht van beeldend kunstenaars

SAMENVATTING WET BETREFFENDE HET AUTEURSRECHT EN DE NABURIGE RECHTEN 30 JUNI 1994

VvA Ledenvergadering KNAW, 27 mei 2011 Flexibel auteursrecht

Duurrichtlijn RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

Auteursrechterlijke verplichtingen van een onderwijsinstelling

Deze PowerPoint is bedoeld voor het onderwijs. Alle informatie in deze Powerpoint, in welke vorm dan ook (teksten, afbeeldingen, animaties,

Digitale uitputting ook in het auteursrecht

'OPEN HARDWARE' LICENTIE VOOR COLLABORATIEVE ONTWIKKELING

Overeenkomst SEMU Hogescholen en Kunstsecundair Onderwijs. Datum :... SEMU-nr. :...

VR DOC.0975/3

Verdeelbarema. Leenrecht

Datum 17 april 2014 Onderwerp Arrest ACI Adam B.V. e.a. tegen Stichting de Thuiskopie en Stichting Onderhandelingen Thuiskopie vergoeding.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz, enz, enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Inleiding. Auteurs- en naburige rechten. Inleiding. Inleiding. Een (gunstig) fiscaal regime: Enkele aandachtspunten. Sinds Wet 16 juli 2008

auteursrechten gaat...

Portretrecht: 10 basisprincipes onder Belgisch recht

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

Intellectuele rechten

Rolnummer Arrest nr. 127/2009 van 16 juli 2009 A R R E S T

BINDU DE KNOCK INLEIDING MUZIEKRECHT

Vertaling C-360/13-1. Zaak C-360/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Supreme Court of the United Kingdom (Groot-Brittannië)

auteursrechten gaat...

Gebruiksafspraken Bibliotheekportalen catalogus rijke API

Terugbetaling door Auvibel van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik van geluidswerken en audiovisuele werken

Nieuwsflits praktijkgroep Technologie, Media en Entertainment

Auteursrecht Een introductie in het (NL) auteursrecht. Judith Blijden

Wet van 23 september 1912, houdende nieuwe regeling van het auteursrecht

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Isabella Adinolfi namens de EFDD-Fractie

OVER AUTEURSRECHT. deauteurs. Deel 3 Welke werken worden niet beschermd door het auteursrecht? Dé partner voor Nederlandstalige auteurs

Recht en innovatie - Video in het onderwijs -

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Hoe onderhandel je een auteursrechtelijk contract?

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

De zakelijke kant van muziek

Aanleveren data voor machinevertalingen : juridische aspecten. Joris DEENE Advocaat (associated partner Everest Law) Gastdocent Universiteit Gent

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers.

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

De nieuwe auteurswet: uitvoerende kunstenaars beter beschermd

Flexibel ter beschikking stellen van leerinhouden

Back to basics - Intellectuele eigendomsrechten : «Auteursrecht»

Transcriptie:

Als het over auteursrechten gaat... Dé partner voor Nederlandstalige auteurs www.deauteurs.be Over auteursrecht Hebt u een vraag of wilt u zich graag aansluiten bij deauteurs, neem dan contact op met de Auteursdienst (02/551.03.42) of mail naar auteursdienst@deauteurs.be deauteurs Huis van de Auteurs Koninklijke Prinsstraat 87-1050 Brussel Tel.+32(0)2 551 03 20 / Fax +32 (0)2 551 03 25 info@deauteurs.be / www.deauteurs.be regisseurs scenaristen literaire auteurs animatiefilmers documentairemakers reportagemakers theaterauteurs choreografen stand-upcomedians illustratoren striptekenaars circusartiesten... deel 9 - Wat zijn de uitzonderingen op het auteursrecht?

Wat zijn de uitzonderingen op het auteursrecht? De auteur beschikt over exclusieve rechten en het komt hem toe om toestemming te geven voor elke exploitatiewijze van zijn werk. Teneinde een soort evenwicht in te bouwen tussen de rechten van de gebruiker en de rechten van de auteur werden bepaalde uitzonderingen voorzien in de auteurswet: een limitatief omschreven aantal handelingen kunnen gesteld worden zonder voorafgaandelijk de toestemming te vragen aan de auteur. Boek XI van het Wetboek Economisch Recht voorziet een gesloten systeem van uitzonderingen. Enkel de uitzonderingen die uitdrukkelijk voorzien zijn in de auteurswet kunnen ingeroepen worden door de gebruikers zonder eerst de toestemming te vragen aan de auteurs. De wet voorziet ook in een restrictieve of strikte interpretatie van de uitzonderingen. Artikel XI.193 WER ( vroeger artikel 23bis AW) bepaalt bovendien dat de uitzonderingen van dwingend recht zijn, wat betekent dat men de uitzonderingen hoe dan ook moet respecteren en dat men hiervan contractueel niet kan afwijken. In de on-demand omgeving (online) is dit dwingend karakter niet meer van toepassing en zou men dus wel van deze uitzonderingen kunnen afwijken. De uitzonderingen zullen steeds de driestappentoets (de zogenaamde driestappentoets was reeds terug te vinden in artikel 9, lid 2 van de Berner Conventie van 9 september 1886 en artikel 13 van de TRIPS overeenkomst van 15 april 1994) moeten doorstaan. Artikel 5.5. van de Europese richtlijn auteursrecht in de informatiemaatschappij bepaalt dat de uitzonderingen: in bijzondere gevallen mogen worden toegepast mits daarbij geen afbreuk wordt gedaan aan de normale exploitatie van werken of ander materiaal en de wettige belangen van de rechthebbende niet onredelijk worden geschaad. Deze driestappentoets moet voor ogen worden gehouden bij de bespreking van de uitzonderingen. De driestappentoets werd niet letterlijk opgenomen in de Belgische auteurswet maar de uitzonderingen moeten deze test wel doorstaan.

Citaatrecht Bloemlezing voor het onderwijs Tijdelijke / technische reproductiehandelingen Het informatief citaatrecht Occasionele achtergrondinformatie Kosteloze privé-uitvoering in familiekring of in het kader van schoolactiviteiten Reprografie Reproductie ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek naar andere dan papieren drager Mededeling voor onderwijs of wetenschappelijk onderzoek via gesloten netwerken Privékopie of thuiskopie Karikatuur, parodie en pastiche Kosteloze uitvoeringen op een publiek examen Reproductie door bibliotheken, archieven, instellingen of musea Tijdelijke opnamen door omroeporganisaties Reproductie en mededeling voor gehandicapten Reproductie en mededeling voor reclamedoeleinden Reproductie van uitzendingen voor gevangenissen, ziekenhuizen en instellingen Uitzonderingen voor databanken ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek Openbare uitlening Citaatrecht Er is geen toestemming van de auteur vereist voor citaten indien aan de volgende, cumulatieve voorwaarden wordt voldaan: enkel uit werken die op geoorloofde wijze openbaar zijn gemaakt het citeren moet geschieden overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken (hangt af van geval tot geval) met welbepaalde doeleinden: met het oog op kritiek, polemiek, recensie, onderwijs of in het kader van wetenschappelijke werkzaamheden bronvermelding en aanduiding van de naam van de auteur is verplicht, tenzij dit niet mogelijk blijkt

Wanneer men bij het citeren niet aan voormelde voorwaarden voldoet, heeft men de uitdrukkelijke toestemming nodig van de auteur in kwestie. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer men een citaat gebruikt in het kader van reclame. Bloemlezing voor het onderwijs Een bloemlezing is een verzameling van uittreksels (geen integrale werken) uit het werk van één of meer auteurs, waarbij het samenbrengen van deze uittreksels gebeurt vanuit een weloverwogen (wetenschappelijke) methode, structuur of opvatting. Voor bloemlezingen die bestemd zijn voor het onderwijs dat niet het behalen van een direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreeft, is de toestemming van de auteur enkel vereist als de auteur nog in leven is. Indien de auteur overleden is, is geen toestemming meer vereist van rechthebbenden, indien de morele rechten van de auteur gerespecteerd worden en indien er een billijke vergoeding wordt betaald aan de rechthebbenden. Voor bloemlezingen die niet bestemd zijn voor het onderwijs is altijd de toestemming vereist van de auteur of de rechthebbenden. Tijdelijke / technische reproductiehandelingen Deze uitzondering is sinds mei 2005 nieuw in de Belgische wet en is een omzetting van artikel 5 lid 1 van de Europese Richtlijn auteursrecht in de informatiemaatschappij. Voormeld artikel betreft de enige uitzondering die de lidstaten verplicht in hun nationale wetgeving moesten opnemen. Het betreft reproducties die zich binnen computers, netwerken of ander apparatuur kunnen voordoen en die een louter functionele betekenis hebben. Zonder deze beperking zou reeds het functioneren en het normaal gebruik van apparatuur onder het auteursrecht vallen. Aangezien er in de digitale context heel wat tijdelijke reproductiehandelingen worden verricht (bv. het opladen in het RAMgeheugen van een PC om een gedigitaliseerd werk te kunnen gebruiken) wordt een verplichte uitzondering voorzien voor tijdelijke reproductiehandelingen.

De auteur kan zich niet meer verzetten tegen tijdelijke reproductiehandelingen van voorbijgaande of bijkomstige aard die een integraal en essentieel onderdeel vormen van een technisch procédé dat wordt toegepast met als enig doel: de doorgifte in een netwerk tussen derden door een tussenpersoon of een rechtmatig gebruik van een beschermd werk, waarbij die handelingen geen economische waarde bezitten. Onder rechtmatig gebruik moet in de eerste plaats het eindgebruik, het consumeren (het lezen, beluisteren, browsen) van beschermd materiaal worden begrepen. In een digitale omgeving gaat dit consumeren dikwijls met tijdelijke kopieerhandelingen gepaard. Deze handelingen moeten van het reproductierecht worden uitgezonderd indien het beoogde gebruik rechtmatig is. Het informatief citaatrecht Het is mogelijk om zonder toestemming van de auteur korte fragmenten uit werken of bij beeldende kunst integrale werken te laten zien of te laten horen met het oog op informatie en in een verslag over actuele gebeurtenissen. Bijvoorbeeld een verslag over de onthulling van een standbeeld, vernissage van een tentoonstelling of achtergrondmuziek bij de aankomst van een belangrijk persoon. Wanneer je een beroep wil doen op deze uitzondering, moet dit uit een oogpunt van voorlichting gerechtvaardigd zijn. Bovendien moet de bron en de naam van de auteur vermeld worden, tenzij dit niet mogelijk blijkt. Occasionele achtergrondinformatie Er is geen toestemming vereist voor de reproductie of de mededeling aan het publiek van een werk tentoongesteld in een voor het publiek toegankelijke plaats, wanneer het doel van de reproductie of mededeling niet het werk zelf is. Het betreft hier een toevallige en zeer bijkomstige publieke mededeling. Bijvoorbeeld een familiefoto met op de achtergrond een standbeeld of achtergrondmuziek in een reportage over dancings. De uitzondering geldt niet meer van zodra men gaat focussen op een bepaald beschermd werk en dit als aandachtspunt van de foto, reportage, etc. naar voor brengt. In dit geval moet toestemming worden gevraagd.

Een postkaart met een algemeen stadszicht van Brussel valt onder het toepassingsgebied van deze uitzondering, maar wanneer men een postkaart wil maken van het atomium, zal men de toestemming moeten vragen aan de rechthebbenden. Zo is de afbeelding van het beeldhouwwerk La mer van George Grard (beter gekend als Dikke Mathilde ) op bieretiketjes en bierviltjes geen incidenteel of toevallig gebruik en kan men zich niet op de uitzondering van publieke monumenten beroepen. Kosteloze privé-uitvoering in familiekring of in het kader van schoolactiviteiten Er is geen toestemming vereist wanneer de uitvoering kosteloos plaats vindt in familiekring. Om een beroep te doen op de uitzondering moet voldaan zijn aan de hiernavolgende voorwaarden: het moet gaan om een uitvoering: een exploitatie in niet tastbare vorm. Bijvoorbeeld het opvoeren van een toneelstuk, muziek draaien op een fuif, het vertonen van een film. kosteloos: de toegang moet gratis zijn. de mededeling moet in familiekring plaats vinden. Personen waartussen een band bestaat, die gelijk gesteld kan worden met een familiale band, vallen ook onder dit criterium (meer uitleg hierover vind je bij Wat zijn vermogensrechten?). Bovenstaande voorwaarden zijn cumulatief, wat betekent dat ze alle drie samen moet vervuld zijn. Wanneer de uitvoering kosteloos plaats vindt in het kader van schoolactiviteiten, is de toestemming evenmin vereist. Voor de omschrijving van schoolactiviteiten kan worden verwezen naar de gelijkaardige bepaling bij de naburige rechten (artikel XI.217, 3 WER, vroeger artikel 46, 3 AW). Schoolactiviteiten omvatten op grond van het KB inzake de billijke vergoeding voor de naburige rechten: "Activiteiten van onderwijs en van opleiding, inzonderheid op het stuk van tewerkstelling, beroepsopleiding en socio-professionele integratie. De schoolactiviteit wordt niet gedefinieerd ten opzichte van een bepaald type van instelling. Het kan gaan om een al dan niet gesubsidieerde openbare of private onderwijsinstelling die al dan niet een diploma uitreikt, al dan niet tot de verenigingssector behoort en al dan niet gericht is op tewerkstelling, alsook om enig ander type van instelling of voorziening, zulk op voorwaarde dat daadwerkelijk onderwijs wordt verstrekt." (KB van 8 november 2001 houdende de algemeen bindend verklaring van de

beslissing van 5 november 2001 inzake de billijke vergoeding verschuldigd voor de mededeling van fonogrammen in polyvalente zalen, jeugdhuizen en culturele centra evenals bij gelegenheid van tijdelijke activiteiten binnen en buiten, genomen door de commissie bedoeld in artikel XI.123 WER, vroeger artikel 42 AW, BS, 29 november 2001). Het gebruik van een powerpointpresentatie met illustraties uit beschermde werken aan een hogeschool zal onder de uitzondering voor schoolactiviteiten vallen (zie voorbereidende werken, parl. st., kamer, 2003-2004, nr. 51-1137/013, 32-33). Een vereniging van uitgevers die een studiedag organiseert en dezelfde illustraties wenst te gebruiken, valt niet onder het begrip schoolactiviteiten en zal toestemming moeten vragen. Reprografie De toestemming van de auteur en/of uitgever is niet vereist voor het kopiëren voor privégebruik, intern gebruik binnen een onderneming of organisatie of voor didactisch gebruik en wetenschappelijk onderzoek op voorwaarde dat: het gaat om werken die op geoorloofde wijze zijn bekend gemaakt; het gaat om werken die op een grafische of soortgelijke drager zijn vastgelegd; de kopie bedoeld is voor privégebruik of wetenschappelijke/didactische doeleinden; de kopie geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk. Artikelen en werken van beeldende kunst mogen volledig worden gekopieerd en uit andere werken zoals boeken en muziekpartituren mogen korte fragmenten worden gekopieerd. Bijvoorbeeld een persoverzicht binnen de onderneming, een kopie van een schilderij ter illustratie van de les esthetica, In ruil voor deze uitzondering moet een vergoeding worden betaald. Dit is het principe van de wettelijke licentie. Deze materie wordt geregeld in de auteurswet en in het KB van 30 oktober 1997. De auteurswet en het KB over de reprografie voorzien twee soorten vergoedingen: forfaitaire vergoedingen op apparaten; evenredige vergoedingen per kopie. De vergoeding wordt geïnd door Reprobel, die de vergoeding zal verdelen onder de auteurs en uitgevers (elk 50 %). Zie op http://www.reprobel.be voor uitgebreide informatie hieromtrent.

De wet van 22 mei 2005 bevat een grondige wijziging van deze reprografieregeling. Wanneer de nieuwe uitvoeringsbesluiten in werking zullen treden, wordt het criterium omgedraaid: het is dan niet meer de drager van het te kopiëren werk (werken die op een grafische of soortgelijke drager zijn vastgelegd) maar wel de drager van de kopie die doorslaggevend wordt (op papier of soortgelijke drager). Niet de aard van de oorspronkelijke drager (op papier), maar de aard van de bestemming waarop de kopie wordt vastgelegd (naar papier) wordt het criterium. Het kopiëren van werken, ook digitale werken, naar een papieren drager wordt dan toegelaten. Bijvoorbeeld het uitprinten van een tekst die wordt gedownload van een website en het kopiëren van een hoofdstuk van een boek via een kopieermachine. Korte fragmenten uit bladmuziek (muziekpartituren) kunnen zonder toestemming van de rechthebbenden worden gekopieerd ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek. Wanneer men voor privégebruik een kopie wil maken van (een kort fragment van) bladmuziek, zal steeds de toestemming vereist zijn van de rechthebbenden want bladmuziek zal niet meer onder de uitzondering van reprografie van privégebruik vallen. Reproductie ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek naar andere dan papieren drager De uitzondering ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek wordt hernomen, maar dit keer voor reproducties naar nietpapieren dragers. Bijvoorbeeld het inscannen van een artikel, het downloaden van het internet, Deze uitzondering is op 27 mei 2005 in werking getreden. De vergoedingsregeling is echter nog steeds niet in werking getreden. Mededeling voor onderwijs of wetenschappelijk onderzoek via gesloten netwerken De mededeling van alle werken is toegestaan, wanneer deze mededeling wordt verricht ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek door instellingen die daartoe door de overheid officieel zijn erkend of opgericht en in de mate deze mededeling verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling en plaatsvindt in het kader van de normale activiteiten van de instelling.

Bovendien geldt deze uitzondering enkel voor mededelingen die uitgevoerd worden door de gesloten transmissienetwerken van de instellingen en in de mate geen afbreuk gedaan wordt aan de normale exploitatie van het werk en in de mate de bron, waaronder de naam van de auteur, wordt vermeld, tenzij dit niet mogelijk blijkt. Het betreft hier de mededelingen van werken en prestaties via netwerken waarbij een voorafgaande toegangsidentificatie wordt gevraagd in het kader van bijvoorbeeld onderwijs op afstand. Dit kan concreet via een login gebeuren (gebruikersnaam en paswoord). Privékopie of thuiskopie De toestemming van de auteur is niet vereist voor de reproductie van geluidswerken en audiovisuele werken: als deze reproductie in familiekring geschiedt; én bestemd is voor die familiekring. Bijvoorbeeld een tv-programma opnemen op video om dit vervolgens thuis te bekijken. In ruil hiervoor moet een vergoeding betaald worden aan Auvibel, die het geld op haar beurt zal verdelen onder de auteurs, uitvoerende kunstenaars en producenten (elk 1/3de). De wet van 22 mei 2005 wijzigt de bepalingen inzake de privékopie. Wanneer de nieuwe uitvoeringsbesluiten in werking zullen treden, wordt deze uitzondering uitgebreid naar alle werken (niet enkel geluids-en audiovisuele werken) op voorwaarde dat de kopie op een niet-papieren drager wordt opgeslagen (voor kopieën naar papieren drager geldt immers reeds de uitzondering van de reprografie - artikel 22, 1, 4 van de Auteurswet). Het inscannen van een document zal dan wel onder deze uitzondering vallen, net als het opslaan op een harde schijf of andere digitale drager van teksten op internet. Ook na deze wijziging van de uitzondering van de privékopie zal reproductie van mp3- of videobestanden mogelijk blijven, alsook het kopiëren van een muziek- of data-cd, zij het dat deze kopieën enkel voor gebruik in familiekring toegelaten zijn. Op 23 december 2009 werd het Koninklijk Besluit van 17 december 2009 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Door juridische spitstechnologie werd hierdoor de uitzondering nog niet uitgebreid naar alle soorten werken. Enkele de tarieven werden aangepast. Op 1 februari 2010 zijn

deze nieuwe tarieven in werking getreden. Vanaf nu is er ook een thuiskopie vergoeding op I-phone, I-pod, digicorders, enz. De nieuwe tarieven worden bepaald aan de hand van een forfaitair bedrag per eenheid. De percentages gelinkt aan de verkoopprijs van apparaten worden geschrapt. Voor computers geldt nog steeds een nultarief! De uitbreiding van de thuiskopievergoeding naar nieuwe producten heeft voor de traditionele producten geleid tot het vaststellen van een forfaitair bedrag met dikwijls een tariefverlaging als gevolg: bijvoorbeeld de DVD, de audio CD, de audiocasette, Sinds 1 december 2013 is het koninklijk besluit van 18 oktober 2013 in werking getreden. Dit koninklijk besluit bepaalt nieuwe tarieven en breidt de bestaande categorieën rechthebbenden uit. Voortaan zijn het niet enkel meer de geluids-en audiovisuele werken die onder het toepassingsgebied van de thuiskopievergoeding vallen maar ook de werken van letterkunde en fotografische werken. Auvibel, die de thuiskopievergoeding int, moet de vergoeding voortaan ook delen met de nieuwe rechthebbenden, namelijk de auteurs en uitgevers van literaire en fotografische werken voor o.a reproducties van e-books. deauteurs vertegenwoordigt binnen Auvibel zowel de audiovisuele als de literaire auteurs. De bestaande verdeelsleutel tussen de categorieën van rechthebbenden blijft gelden. Voor audiovisuele werken en geluidswerken krijgen de auteurs, uitvoerende kunstenaars en producenten elk 1/3 van de geïnde vergoeding Voor literaire en fotografische werken wordt de vergoeding in gelijke helften verdeeld tussen auteurs en uitgevers. Het KB voorziet ook in een aanpassing van de tarieven met als grote nieuwigheid dat de reeds bestaande tarieven voor mp3/mp4-spelers (en mobiele telefoons met een mp3 en/of mp4 functie) nu ook worden toegepast op tablets. Zie op http://www.auvibel.be voor uitgebreide informatie hieromtrent. Karikatuur, parodie en pastiche De toestemming van de auteur of de rechthebbenden is niet vereist, indien men voldoet aan volgende voorwaarden: rekening houden met de eerlijke gebruiken de karikatuur, parodie of pastiche moet zelf een originele creatie zijn en moet de draak steken met het geparodieerde werk

een humoristisch karakter hebben geen verwarring stichten met het oorspronkelijke werk geen aantasting zijn van de eer of goede naam van de oorspronkelijke auteur Het Europees Hof van Justitie heeft in een recentelijk arrest van 3 september 2014 (het Deckmyn-arrest) deze parodie-exceptie echter opengetrokken en gesteld dat slechts aan twee voorwaarden voldaan moet zijn om zich op deze uitzondering te kunnen beroepen. Zo stelt het Hof dat: Er duidelijke verschillen moeten zitten tussen het originele en het parodiërende werk En dat het parodiërende werk humor of spot moet bezitten Illustraties uit de rechtspraak Voorbeeld 1: Nijntje De nabootsing van Nijntje op de cover het tijdschrift Deng, met verwijzing naar cocaïnegebruik, werd in een vonnis van 12 mei 2005 beoordeeld als een inbreuk op de auteursrechten van Mercis BV en Dick Bruna (zie illustratie). Het vonnis benadrukt dat er geen betwisting kan zijn over de reproductie van de figuur Nijntje: de vorm, de typische lijnvorming en het gebruik van kleuren, met name een wit hoofd met zwarte omlijning op een felkleurige achtergrond. Vastgesteld wordt dat er aan deze reproductie slechts twee minimale elementen zijn toegevoegd, namelijk een rode druppel en een subtiel lijntje. Om van een parodie te kunnen spreken moet sprake zijn van een boertige nabootsing of een povere zwakke nabootsing, waarbij essentieel is dat het oorspronkelijke werk niet volledig conform wordt weergegeven. Er moet dus minstens sprake zijn van een vervormde weergave van het oorspronkelijke werk, waarbij de kenmerken van het oorspronkelijke werk dienen beperkt te blijven tot de elementen die noodzakelijk zijn om te kunnen parodiëren. Aan deze basisvoorwaarde is in voorliggende zaak niet voldaan. Het vonnis verduidelijkt dat de uitzondering van de parodie in het auteursrecht beperkt is tot het vervormd weergeven van het oorspronkelijk werk, maar dat men een beschermd werk niet mag gebruiken om andere dingen te parodiëren, zeker niet zonder dat werk duidelijk te onderscheiden van het origineel. Het gebruik van

het onschuldige figuurtje Nijntje, als symbool in confrontatie met het druggebruik in de maatschappij, is volgens de rechter geen parodie, pastiche of karikatuur, maar het gebruik van een beschermd beeld om de aandacht te trekken en dus met als voornaamste doel een commercieel gebruik, wat zeker niet kan zonder voorafgaandelijke toestemming van de auteur en de houder van auteursrechten. Het vonnis voegt er nog aan toe dat door dit gebruik van de figuur Nijntje de rechten van de eisende partij zeker geschaad zijn. Er is overigens niet enkel een schending vastgesteld van het reproductierecht en publiek mededelingsrecht van Dick Bruna, ook diens morele rechten zijn geschaad, m.n. door de associatie van zijn schepping met druggebruik en de publicatie op grote schaal van Nijntje als druggebruiker. De auteursrechtinbreuk en het verspreidingsverbod van de ongeoorloofde parodie van Nijntje op de Deng-cover is bevestigd in een arrest van het hof van beroep te Antwerpen, helemaal in lijn met het vonnis. Het hof benadrukt dat de grafische voorstelling van het konijn op de gewraakte cover onvoldoende verschilt van het origineel van Dick Bruna en zelf geen blijk geeft van voldoende originaliteit. Het gaat om een slaafse reproductie, de exacte verhoudingen zijn behouden, er is de typische wijze van aanduiding van mond en ogen, de dikte van de gebruikte lijnen is dezelfde en er zijn identieke felle contrasterende kleuren gebruikt. De minimale toevoegingen (het lijntje cocaïne en de bloeddruppel) zijn onvoldoende om aan de cover van Deng de vereiste originaliteit te verschaffen. Het hof bevestigt het stakingsbevel. Naast de inbreuk op de materiële rechten van Bruna (reproductie, publieke mededeling) stelt het hof ook de inbreuk vast op diens morele rechten. In een gelijkaardige zaak in Nederland waar Nijntje werd geassocieerd met drugs, seks en terrorisme, oordeelde het Gerechtshof te Amsterdam op 13 september 2011 dan weer dat deze parodieën niet zonder meer onrechtmatig zijn. Zo stelde het hof (LJN: BS7825, Gerechtshof Amsterdam, 200.054.943/01) dat de bedoeling van deze afbeeldingen, die in combinatie met de bijbehorende teksten in schril contrast staan met de oorspronkelijke figuur Nijntje, onmiskenbaar het opwekken van de lachlust is, waaraan niet afdoet dat lang niet iedereen de gewraakte afbeeldingen even grappig of gepast zal vinden. Het gaat hierbij om parodiërend gebruik, immers om nabootsingen in een enigszins gewijzigde vorm waardoor de figuur Nijntje tot voorwerp van de lachlust wordt gemaakt en waardoor de teneur van het oorspronkelijke werk op humoristische, overwegend ironische wijze wordt veranderd. Dat contrast

wordt versterkt door de combinatie met de begeleidende teksten. Waar de teksten van Dick Bruna bij uitstek kindvriendelijk en geweldloos zijn, zijn de teksten bij de gewraakte afbeeldingen veelal grof en agressief. Voorbeeld 2: Jommeke Het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 11 oktober 2000 bevestigde de inbreuk op het auteursrecht, net als de vier cumulatieve voorwaarden waaraan de parodie moet voldoen om zich als legitieme uitzonderingsgrond op het auteursrecht te rechtvaardigen. Die vier voorwaarden werden samengevat als a) originaliteit, b) kritische bestemming, c) humoristisch en d) geen verwarring mogelijk. Het hof was stellig van oordeel dat het gederiveerde werk niet als een origineel werk was te beschouwen omdat geen persoonlijke stempel aan het nagebootste werk was toegevoegd. Het Pommeke-album bevatte volgens het hof geen uitdrukking van een intellectuele schepping van de auteur. Het gewraakte album had evenmin een kritische bestemming, maar kaderde enkel in een louter commercieel opzet. Omdat geen beroep kon worden gedaan op de parodie-exceptie van art. XI.190, 10 WER (vroeger art. 22, 1, 6 AW) was volgens het hof sprake van een misdrijf van namaking (art. XI.291 WER, vroeger art. 80 AW). De hoofdbeklaagde in deze zaak werd veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van acht dagen, met uitstel van uitvoering voor een termijn van drie jaar en tot een geldboete, alsook tot het betalen van een morele schadevergoeding van ca. 3.800 euro aan de auteur van de Jommeke-albums. Kosteloze uitvoeringen op een publiek examen Wanneer de uitvoering kosteloos is en het doel van de uitvoering niet het werk zelf is, maar het beoordelen van de uitvoerder of de uitvoerders ervan én de uitvoering geschiedt tijdens een publiek examen, met het oog op het verlenen van een kwalificatiegetuigschrift, diploma of titel binnen een erkende onderwijsvorm, dan is de toestemming van de auteur of de rechthebbende niet vereist. Bijvoorbeeld de uitvoering van een muziekstuk tijdens examen viool in het muziekonderwijs. Reproductie door bibliotheken, archieven, instellingen of musea

Bibliotheken, musea en archieven (waaronder het Koninklijk Belgisch Filmarchief) moeten geen toestemming vragen aan de rechthebbenden om de werken te bewaren. De reproductie moet wel beperkt zijn tot een aantal kopieën, bepaald in functie van en gerechtvaardigd door het voor de bewaring van het culturele en wetenschappelijke patrimonium gestelde doel, door voor het publiek toegankelijke bibliotheken, musea of door archieven die niet het behalen van een direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreven. Er mag geen afbreuk worden gedaan aan de normale exploitatie van het werk, noch onredelijke schade worden berokkend aan de wettige belangen van de auteur. Hiermee krijgen bibliotheken de mogelijkheid om problemen op te vangen die verband houden met beschadiging of veroudering van de dragers van werken. Het commercialiseren van deze kopieën of het gebruik van deze kopieën voor publicitaire doeleinden is verboden. De materialen die aldus worden vervaardigd blijven eigendom van deze instellingen, die zichzelf ieder commercieel of winstgevend gebruik ervan ontzeggen. De auteur kan hiertoe toegang krijgen, onder strikte inachtneming van de bewaring van het werk en tegen een billijke vergoeding van het werk verricht door deze instellingen. Tijdelijke opnamen door omroeporganisaties Tijdelijke opnamen van werken, gemaakt door omroeporganisaties met hun eigen middelen, met inbegrip van de middelen van een persoon die optreedt namens en onder de verantwoordelijkheid van de omroeporganisaties, ten behoeve van eigen uitzendingen wordt toegestaan. Uiteraard hebben omroeporganisaties wel de toestemming nodig voor het uitzenden van de opnamen. Reproductie en mededeling voor gehandicapten De reproductie en mededeling aan het publiek van werken ten behoeve van mensen met een handicap, die rechtstreeks met deze handicap verband houden en van niet-commerciële aard zijn en in de mate het wegens de betrokken handicap noodzakelijk is, wordt toegestaan, voor zover hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan de normale

exploitatie van het werk en geen onredelijke schade wordt berokkend aan de wettige belangen van de auteur. Deze uitzondering is bedoeld voor mensen die door een handicap worden belemmerd om van de werken zelf gebruik te maken en met bijzondere aandacht voor een toegankelijk formaat, bijvoorbeeld reproducties van boeken in een groter lettertype of naar brailleschrift voor slechtzienden. Reproductie en mededeling voor reclamedoeleinden De reproductie en de mededeling aan het publiek voor reclamedoeleinden, voor openbare tentoonstellingen of openbare verkopen van artistieke werken is toegelaten, in de mate het noodzakelijk is voor de promotie van die gebeurtenissen, met uitsluiting van enig ander commercieel gebruik. Deze uitzondering laat veilingzalen of musea toe om affiches of reclameblaadjes (on line of off line) te verspreiden waarop hun verkopen of tentoonstellingen worden meegedeeld. Een ander commercieel gebruik, zoals bijvoorbeeld catalogi, is niet toegelaten. Reproductie van uitzendingen voor gevangenissen, ziekenhuizen en instellingen De reproductie van uitzendingen door erkende ziekenhuizen, gevangenissen en instellingen voor jeugd- of gehandicaptenzorg wordt toegelaten, in de mate deze instellingen geen winstoogmerk nastreven en deze reproductie voorbehouden is voor het exclusieve gebruik van de daar verblijvende natuurlijke personen. Tegenover deze uitzondering staat een vergoedingsrecht voor de rechthebbenden. Deze vergoeding wordt gekoppeld aan de vergoedingsregeling voor de privékopie, maar momenteel is deze nieuwe vergoedingsregeling nog niet in werking getreden. Uitzonderingen voor databanken ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek De auteurs van auteursrechtelijk beschermde databanken kunnen zich tegen bepaalde soorten gebruik niet verzetten.

Onder de uitzonderingen van de databanken bevinden zich bijvoorbeeld het gebruik van databanken ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek. Openbare uitlening Er is geen voorafgaande toestemming vereist, maar er moet wel een vergoeding betaald worden als de uitlening geschiedt: met educatief of cultureel doel; door een instelling met dat doel door de overheid opgericht of erkend. Het leenrecht geldt voor volgende categorieën van werken: werken van letterkunde, databanken, foto s en muziekpartituren; geluids- en audiovisuele werken, maar pas na een periode van twee maanden na de release, de eerste verspreiding van het werk onder het publiek. Diegenen die recht hebben op een vergoeding van het leenrecht zijn: auteurs (70 %) en uitgevers (30 %) van werken van letterkunde, databanken, foto s en muziekwerken; auteurs, uitvoerende kunstenaars en producenten voor geluids-en audiovisuele werken (elk 1/3de). Het KB van 25 april 2004 regelt de modaliteiten van de vergoeding in het geval van openbare uitlening (KB van 25 april 2004 betreffende de vergoedingsrechten voor openbare uitlening van de auteurs, vertolkende of uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en producenten van eerste vastleggingen van films, BS, 14 mei 2004). Dit KB bepaalt als vergoeding een forfaitair bedrag van 1 euro per jaar en per volwassen persoon en een forfaitair bedrag van 0,50 euro per jaar en per minderjarig persoon, indien hij tenminste één uitlening heeft genoten in het voorbije jaar. Personen die in meer dan één uitleeninstelling zijn ingeschreven, moeten deze vergoeding slechts één maal betalen. Onderwijsbibliotheken, bibliotheken van wetenschappelijke onderzoeksinstellingen of zorginstellingen, en officiële erkende instellingen ten behoeve van blinden, slechtzienden, doven en slechthorenden zijn vrijgesteld van betaling. De vergoeding wordt geïnd door Reprobel, die daartoe een akkoord heeft gesloten met Auvibel, teneinde representatief te zijn (KB van 7 april 2005

tot het belasten van een vennootschap met de inning en de verdeling van de vergoeding voor openbare uitlening, BS, 13 april 2005). Het KB van 13 december 2012 wijzigt de voorwaarden voor de billijke vergoeding in geval van openbare uitlening en stelt twee criteria voorop:de beschikbare collectie van de bibliotheken. Dit is een nieuw criterium; het aantal uitleningen. Dit criterium vervangt het criterium van het aantal ingeschreven leners uit het oude K.B. van 2004. Het geeft een objectiever vergoedingsbasis aan de rechthebbenden voor de ontleningen op basis van de opgelegde wettelijke licentie. Ondanks aandringen van de rechthebbenden zijn verlengingen volgens het KB geen ontlening. Meer info over het kb vindt u op http://www.deauteurs.be/lobby/nieuwe-k-b-leenrecht/