STANDAARD- GARAGE & CARROSSERIE- BEDRIJVEN. voor garage- en carrosseriebedrijven



Vergelijkbare documenten
college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

BEKENDMAKING VAN HET OPENBAAR ONDERZOEK VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG KLASSE 1

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

Bijlage C5: CHECKLIST HORECA MILIEUREGELGEVING VLAREM Aangepast aan nieuwe indelingslijst d.d. 23/2/2017

college van burgemeester en schepenen Zitting van 29 januari 2016

Een auto: veel meer dan pk s... Afvalstoffen- & bodemwetgeving voor garages en carrosseriebedrijven

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012

Vlaamse overheid. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieuvergunningen. Jean Ferong Diensthoofd Limburg

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

Veelgestelde vragen Versie 21/04/2015

Openbaar onderzoek: 5 april 2005 tot en met 4 mei 2005.

Bepalingen voor de opslag van gevaarlijke producten

is materiaalbewust HANDEL EN WANDEL VAN DE SCHROOTHANDEL AFGEDANKTE VOERTUIGEN SAMEN MAKEN WE MORGEN MOOIER OVAM

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

OOK BEDRIJVEN MOETEN SORTEREN

OVAM EEN AUTO: VEEL MEER DAN PK S... AFVALSTOFFEN- & BODEMWETGEVING VOOR GARAGES EN CARROSSERIEBEDRIJVEN is materiaalbewust

Waar kan ik als zachte vloerbekleder terecht met mijn afval? Een uitgave van:

BEKENDMAKING VAN EEN BESLISSING OVER EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG

Begrippen enkel van toepassing voor particulieren met een tank groter dan 5000 liter of professionelen.

college van burgemeester en schepenen Zitting van 5 februari 2016

Met deze MilieuWegWijs willen we u wegwijs maken in de doolhof van de belangrijkste Vlaamse milieuwetgeving.

De milieuvergunnings- en meldingsplicht

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN

VLAREM I Bijlage 1 - rubriek Gevaarlijke producten

TITEL VAN HET DOCUMENT ONDERTITEL VAN DOCUMENT

Vragenlijst controle autobedrijven

Brudalex. TITEL III Bepalingen betreffende afvalbeheeroperaties enoperatoren. Inge Van Engeland Bérengère Paternostre

de omgevingsvergunning partim milieu

HET STARTFORFAIT U SORTEERT UW KARTONAFVAL? WIJ STEUNEN U HIERIN!

Begrippen enkel van toepassing voor particulieren met een tank groter dan 5000 liter of professionelen

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

Beheer van afvalstoffen

Etikettering en nieuwe indeling Enkele courante stoffen

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

college van burgemeester en schepenen Zitting van 14 augustus 2015

Opslag van gevaarlijke producten

VERGUNNINGEN OP DE WERF. Simon November VCB 12 maart 2014

AFVALBANDEN ONZE OPLOSSING VOOR UW ZORG

Vlaanderen is bodembewust. Beter voorkomen. dan saneren De goedkoopste weg naar een propere bodem SAMEN MAKEN WE MORGEN MOOIER OVAM

DE KRACHT ACHTER UW BEDRIJF!

Ook bedrijven moeten sorteren

INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVAL DAT VERGELIJKBAAR IS MET HUISHOUDELIJK AFVAL

Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld

VLAREM-trein 2013 een toelichting

PREMIES VOOR UW VERPAKKINGS- AFVAL, INTERESSE?

Selectieve afvalinzameling bij bedrijven: wat en hoe?

Onze VAL-I-PAC missie...

Milieubeheer. Preventieadviseur-coördinator

overslag van 200 ton oude metalen deel van de totale opslag van maximaal 2000 ton - en 60 ton

HOOFDSTUK I VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (VOS) EN SOLVENTEN

LSDC nv, Kempische Steenweg 311 bus 4.01 te 3500 Hasselt, heeft een aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een milieuvergunning voor het

BIJLAGE B : Voorbeeld van een ingevulde melding

RESULTATEN TERREINCONTROLES 2018 TEAM TERREINCONTROLE

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft

college van burgemeester en schepenen Zitting van 27 mei 2016

Instructienota voor de berekening van de inkuipingscapaciteit voor vaste houders voor de opslag van brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten

ADVERTENTIE MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG KLASSE 1

Infoblad. Onderhoud, nazicht en meetverplichtingen van stooktoestellen en andere branders

Inhoudsopgave VOORWOORD 9

Afvalstoffen Onderstaande tabel geeft een overzicht op jaarbasis van de omvang van de diverse activiteiten.

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

De impact van het Bodemdecreet. op scholen

CONTAINERS EN RECYCLAGE ACCEPTATIE VOORWAARDEN CONTAINERAFVAL ALGEMENE VOORWAARDEN

Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

1 Milieu Veilig en gezond werken Hygiëne en milieu Opslag van milieugevaarlijke stoffen Samenvatting 11

ADVERTENTIE MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG KLASSE 1

Departement Behandeld door Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Stedelijke Ontwikkeling Dennis De Caluwé DDC/17/0021/ddc 25/01/17

Belangrijke milieuvoorwaarden uit VLAREM 2: naar een duurzaam milieu

college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 augustus 2016

Gescheiden inzameling van papierafval, PMD-afval en huishoudelijk glasafval op de campus Jette

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Ook bedrijven moeten sorteren

WIST U DAT U PREMIES KAN KRIJGEN VOOR VERPAKKINGS- AFVAL?

Branchetoetsdocument: Milieuzorg 2

BIJLAGE C : Voorbeeld van een ingevulde milieuvergunningsaanvraag

SECTORAAL BEROEPSPROFIEL

Rubrieken : Rubrieknr. Omschrijving (wettelijke) Omschrijving (vrije)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht

Wijzigingen emissienormen

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav

Liersesteenweg 268 te 2800 Mechelen. Eikestraat 1 en 1A te 2800 Mechelen Afdeling 12402, sectie B, percelen 302 K, 302 L en 302 M

51. DE RESPONSABILISERING VAN DE PRODUCENTEN

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

Praktische gids voor de

Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren

Antwoorden AIM sessie Ate3vdc3jwm

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3

Uittreksel uit de notulen van Omgevingscollege van 13 november 2018

Bijlage 6 Aanvraag Oprichtingsvergunning Wabo Definitief

Bedrijfsmatige verpakkingen

Transcriptie:

GROND voor garage- en carrosseriebedrijven Garage- en carrosseriebedrijven worden op milieuvlak vooral geconfronteerd met bedrijfsafval, de opslag van gevaarlijke stoffen, de verdamping van organische oplosmiddelen en bodemverontreiniging. Een gemiddeld Vlaams garage- en/of carrosseriebedrijf produceert ca 500 à 600 kg afval per werknemer per jaar. Een antwoord op de meest gestelde milieuvragen binnen uw bedrijfssector! De gemiddelde milieukost loopt al snel op tot 1.500 euro per jaar! Met deze MilieuWegWijs willen we u wegwijs maken in de doolhof van de belangrijkste Vlaamse milieuwetgeving. STANDAARD- GARAGE & LUCHT VERGUNNING CARROSSERIE- BEDRIJVEN IDEZE FICHE GELDT N ET VOOR WATER Een initiatief van de Provincie Vlaams-Brabant auteur: Voka Kamers van Koophandel Vlaams-Brabant & FEDERAUTO partners: VVP, provincies Oost- en West-Vlaanderen, Limburg en Antwerpen Deze MilieuWegwijs is opgebouwd rond vijf delen: vragen én antwoorden rond AFVAL vragen én antwoorden aangaande MILIEUwetgeving PREVENTIEtips MilieuCHECKLIST Milieu op het WEB

Vragen en antwoorden rond afval A1 Welke bedrijfsafvalstoffen moet ik apart opslaan en laten ophalen? Het VLAREA (praktische uitwerking basisregels betreffende afvalbeheer in Vlaanderen) legt de verplichting op om volgende afvalstoffen apart op te slaan en te laten ophalen: specifiek garageafval: stof dat asbest in vrije vezel bevat; remschoenen, remschijven, remplaten, remblokken en koppelingsplaten die asbest bevatten; accu s en batterijen; vervuilde of onbruikbare solventen; destillatieresidu s van solventrecuperatie, resten van verf, lak en vernis, slib van spuitcabines; synthetische remvloeistof; afgewerkte olie; vervuilde of onbruikbare brandstoffen; koelvloeistoffen; koelmiddelen die ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen bevatten; vervuilde filters van spuitcabines, spuitbussen, verpakkingen die gevaarlijke stoffen met uitzondering van olie hebben bevat of door deze stoffen werden verontreinigd en niet meer gebruikt worden; oliehoudend afval, zoals oliefilters, brandstoffilters, gebruikt absorptiemateriaal, afval voortkomend uit de oliewaterafscheider, oliehoudende schokdempers, verpakkingen die olie hebben bevat of door olie werden verontreinigd en niet meer gebruikt worden; katalysatoren; chloorfluorkoolwaterstoffen die voorkomen in airconditioningssystemen (R14a); afvalbanden; bumpers; metaalschroot; afgedankte voertuigen; afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA); patronen van airbags die chemicaliën bevatten; brandblussers; houtafval (kisten, eenmalige paletten); glas (o.a. glazen flessen en bokalen); papier & karton; KGA; gevaarlijke afvalstoffen. A Door wie wordt mijn gescheiden afval opgehaald? Dit gebeurt door gespecialiseerde firma s, of voor afval vergelijkbaar met huishoudelijk afval, door intercommunales in sommige gemeenten. U moet nagaan of uw overbrenger, (vroeger heette deze ophaler) geregistreerd is en erkend is voor de afvalstoffen die hij komt ophalen en dit zowel voor niet-gevaarlijk als gevaarlijk afval. U vraagt uw overbrenger steeds een afgiftebewijs. Dit kan een identificatieformulier of een afgiftebon zijn. De lijst van de erkende overbrengers is te vinden op www.ovam.be. In Vlaams-Brabant kunt U op de mik-website nagaan of U terecht kunt op het containerpark van de gemeente voor bepaalde fracties. A Hoe moet ik mijn afvalstoffen opslaan? De verschillende afvalcontainers dienen geplaatst op een lekdichte ondergrond. Afgewerkte olie wordt verzameld in vaten, geplaatst op een lekbak of in een tank in inkuiping of dubbelwandige tank. Aan deze opslag zijn milieuvoorwaarden verbonden (zie M). De afvalbatterijen moeten verzameld worden in een lekdichte en zuurbestendige bak. Oliefilters moeten apart in een lekdichte container opgeslagen worden.

A4 Wat is aanvaardingsplicht? Er is een aanvaardingsplicht voor afvalbanden, afgewerkte olie, afvalbatterijen, afvalloodstartbatterijen, afgedankte voertuigen en afgedankte elektrische en elektronische apparaten. Dit houdt in dat u als eindverkoper bij de verkoop van een product dat valt onder de aanvaardingsplicht verplicht bent om gratis een overeenstemmende afvalstof te aanvaarden. Voor afgewerkte olie, afvalbatterijen, afvalloodstartbatterijen, AEEA, banden en afgedankte voertuigen geldt zelfs een aanvaardingsplicht zonder dat de klant zich een nieuwe batterij of voertuig aanschaft. De aanvaardingsplicht geldt ook voor de grossier en de producenten/invoerders. Deze laatste dragen de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de aanvaardingsplicht. Zij kunnen hun aanvaardingsplicht invullen via een milieubeleidovereenkomst (MBO) of een individueel afvalbeheersplan. Voor de meeste afvalstromen onderworpen aan de aanvaardingsplicht hebben de producenten/invoerders gekozen voor de weg van de MBO. In de MBO kan afgeweken worden van de gratis terugname indien de producent de gratis ontvangstname organiseert op de containerparken of andere inzamelpunten. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de afvalbanden, afgedankte elektronische apparaten en afgewerkte olie afkomstig van particulieren. Garagehouders die eindverkoper zijn van producten waarvoor een aanvaardingsplicht geldt, dienen op een zichtbare plaats in het verkoopspunt een informatieaffiche aan te brengen met als titel: AANVAARDINGSPLICHT AFGEWERKTE OLIËN, AFVALBANDEN, AFVALBATTERIJEN, AFVALLOODSTARTBATTERIJEN, AFGEDANKTE VOERTUIGEN en AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR. Eveneens dient de wijze waarop men voldoet aan de wettelijke bepalingen van de aanvaardingsplicht vermeld. Bedrijven aangesloten bij FEDERAUTO kunnen de nodige informatieaffiches gratis bekomen (A formaat). In onderstaande tabel worden de verschillende afvalstoffen, onderworpen aan de aanvaardingsplicht, samen met hun beheersorganisme weergegeven: Afvalstof Afgewerkte olie Afvalbatterijen en loodstartbatterijen Afgedankte voertuigen Afvalbanden Afgedankte elektrische en elektronische apparaten Batterijen Verpakkingsafval Beheersorganisme VALORLUB RECYBAT FEBELAUTO RECYTYRE RECUPEL BEBAT VAL-I-PAC en FOST Plus Site www.valorlub.be www.febelauto.be www.recytyre.be www.recupel.be www.bebat.be www.valipac.be www.fostplus.be A5 Welke afvalstoffen moet ik registreren en rapporteren? U moet alle facturen, afgifte- en ontvangstbewijzen en identificatieformulieren van alle opgehaalde afvalstoffen netjes bijhouden in één map met opschrift afvalstoffenregister. U dient dit afvalstoffenregister maandelijks te actualiseren. Enkel als u door OVAM gevraagd wordt uw afvalgegevens te melden, moet u de afvalstromen melden op de voorgeschreven formulieren. Zie integraal milieujaarverslag http://imjv.milieuinfo.be. A6 Wat met het verpakkingsafval? Paletten en folies, kartonnen dozen en plastieken bussen zijn verpakkingsafval. Bedrijven die hun bedrijfsmatig verpakkingsafval gesorteerd aanbieden, kunnen daarom rekenen op een financiële beloning van VAL-I-PAC. Verpakkingsafval wordt immers beter en gemakkelijker gerecycleerd als het al bij de bron gesorteerd is. VAL-I-PAC voorziet volgende premies: Een recyclagepremie is geldig voor kunststof en houten bedrijfsmatig verpakkingsafval dat door de ontpakker in homogene fracties wordt aangeboden. Anno 008 bedraagt de premie 40 euro per ton gerecycleerde kunststof en 10 euro per ton gerecycleerd hout. De containerpremie is geldig op bedrijfsmatig verpakkingsafval dat door de ontpakker in selectieve containers, zakken of andere inzamelsystemen ter recyclage wordt aangeboden. De hoogte van de premie hangt af van het type recipiënt. Zo bedraagt de premie voor de selectieve inzameling van piepschuim (EPS) 0,5 euro per zak > 500 liter. De premie voor een kleine rolcontainer (660 999 liter) bedraagt 60 euro per jaar (cijfers 008). OPGELET! Verpakkingen die gevaarlijke stoffen hebben bevat (met uitzondering van olie) of door deze stoffen werden verontreinigd en niet meer gebruikt worden, worden gecatalogeerd als gevaarlijke afvalstoffen.

A7 Wat is de terugnameplicht? In de drie Gewesten (Vlaanderen, Wallonië en Brussel) gelden de bepalingen van het Interregionaal Samenwerkingsakkoord voor de preventie en het beheer van verpakkingsafval. Dit samenwerkingsakkoord legt de verpakkingsverantwoordelijke een terugnameplicht en een informatieplicht op. Deze informatieplicht houdt in dat de verpakkingsverantwoordelijke dient aan te tonen aan de Interregionale Verpakkingscommissie hoe hij de bewijzen van recyclage en nuttige toepassing van de verpakkingen verkregen heeft. De verpakkingsverantwoordelijke (uw leverancier) kan een eigen systeem opzetten om te voldoen aan deze verplichtingen, of kan aansluiten bij de erkende organismen FOST Plus en/of VAL-I-PAC. A8 Kostprijs van dit alles? De kosten voor afvalverwijdering lopen snel op. Zij bestaan uit vier delen: huur container, transport- en ledigingskost, verwijderingkost en de milieuheffing. Afvalstromen die worden gerecycleerd zijn niet onderhevig aan een milieuheffing. De afvalkost voor gemengd afval klasse (restafval) is de laatste jaren sterk gestegen. De totale afvalkosten zijn echter meer dan alleen verwerkings- en ophaalkosten. Het is ook een verlies van grondstof. Verfresten zijn bijvoorbeeld grondstoffen die nuttig konden gebruikt en bijgevolg moeten deze grondstofverliezen ook meegerekend worden als afvalkost.

Vragen en antwoorden aangaande milieuwetgeving Op de website www.federauto.be ( Leden toegang ) vindt u een overzichtstabel terug waarmee u kunt nagaan of uw bedrijf al dan niet valt onder de criteria van een standaardgarage en/of standaardcarrosseriebedrijf. Bent u een standaardinrichting, dan dient u de brochure MilieuWegWijs voor standaardgarages en -carrosseriebedrijven te raadplegen. Indien u geen standaardinrichting bent is het onderstaande op uw bedrijf van toepassing. Niet-leden van Federauto kunnen ook nagaan of ze al dan niet tot een standaardgarage behoren op http://www.mina.be/integrale-voorwaarden.html of op http://www.mikkmo.be (mik-handleiding) M1 Welke garage- en carrosserieactiviteiten vallen onder het standaardregime? Houd er rekening mee dat onderstaande tabel niet volledig is. De volledige lijst van hinderlijke inrichtingen vindt u in Bijlage 1 van het Vlarem I (zie www.emis.vito.be/navigator). Hierna volgt een overzicht van de voornaamste hinderlijke activiteiten die op een gemiddeld vergunningsplichtig garage- en/of carrosseriebedrijf van toepassing zijn. Uw specifieke situatie kan hiervan afwijken. De indeling van uw bedrijf op het Gewestplan kunt u nagaan via de website www.geovlaanderen.be of via de technische dienst van uw gemeente. Vlaremrubriek Omschrijving klasse rubriek rubriek 4.. Het lozen van afvalwater: afhankelijk van het debiet, type afvalwater (Vlarem maakt onderscheid tussen huishoudelijk en bedrijfsafvalwater), graad van verontreiniging en zuiveringsinstallatie. Het mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van bedekkingmiddelen (o.a. verfspuitcabines): afhankelijk van het vermogen van de installatie, de verven waarmee gespoten wordt en de inplanting in het gewestplan. rubriek 1.. Transformatoren met en individueel nominaal vermogen van 100 kva t.e.m. 1.000 kva rubriek 1.. rubriek 15.1. rubriek 15.. rubriek 15.. rubriek 15.4. rubriek 15.6. Vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren (vb batterijladers) d.m.v. toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kw Het stallen van autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens: - van tot en met 5 - meer dan 5 Werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van: - minder dan 10 hefbruggen, volledig gelegen in een industriegebied - minder dan 4 hebruggen, in de andere gevallen Werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van: - meer dan 10 hefbruggen, volledig gelegen in een industriegebied - meer dan 4 hebruggen, in de andere gevallen Niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens waarin: - volledig gelegen in een industriegebied In de andere gevallen - minder dan 10 voertuigen en hun aanhangwagens per dag worden gewassen - 10 en meer voertuigen en hun aanhangwagens per dag worden gewassen Het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen van: Uitzondering: Het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen vallend onder toepassing van rubriek 15.5 is niet ingedeeld in onderhavige rubriek 15.6. Voor de toepassing van deze rubriek wordt onder geaccidenteerde voertuigen verstaan, motorvoertuigen, inclusief voertuigwrakken of afgedankte voertuigen ontstaan op de plaats van productie en/of ontstaan uit de aanvaardingsplicht, terugnameplicht of de vrijwillige terugname, die ten gevolge van een ongeval ernstige schade vertonen waardoor een risico bestaat dat vloeistoffen lekken en waarvan de opslag niet is ingedeeld in rubriek...d) of 15.5. g 1) of ). - maximaal 5 geaccidenteerde voertuigen - meer dan 5 geaccidenteerde voertuigen rubriek 16..1. Luchtcompressoren met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kw tot en met 00 kw rubriek 16..8. Opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in vaste reservoirs, uitgezonderd deze van drukvaten deeluitmakend van compressoren en uitgezonderd buffervaten (reserve aan koelmiddel in een opslagtank waarvan de afnameleiding afgesloten is van het koelcircuit valt hier niet onder), met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen: Opmerking : De opslagplaatsen vallend onder de toepassing van rubriek 15.5 en rubriek 19.8, zijn niet ingedeeld in onderhavige rubriek 16.8. - tot en met.000 l -.000 l t.e.m. 10.000 l - meer dan 10.000 l, of 1, of 1 1

Vlaremrubriek Omschrijving klasse rubriek 16.7. rubriek 17 rubriek 17... rubriek 17..4. Opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudvermogen - van 00 liter tot en met 1.000 liter - van 1.000 liter t.e.m. 10.000 liter Gevaarlijke producten Voor de toepassing van de indelingscriteria dient zowel rekening gehouden met de hoofdeigenschap (vb. irriterend, ontvlambaar, corrosief, etc) van het product als met het ontvlammingspunt ervan (zeer licht, licht ontvlambaar). Voor vloeibare brandstoffen dient enkel rekening gehouden met het ontvlammingspunt. Opslag van oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen (o.a. batterijzuur, koelvloeistof) - van 00 kg t.e.m. 10.000 kg gelegen in een industriegebied - meer dan 10.000 kg t.e.m. 50.000 kg gelegen in een industriegebied - van 00 kg t.e.m. 1.000 kg gelegen in een ander gebied - meer dan1.000 kg t.e.m. 50.000 kg gelegen in een ander gebied Opslag van zeer licht en licht ontvlambare vloeistoffen (o.a. benzine) - van 50 l t.e.m. 1.000 l gelegen in een industriegebied - meer dan 1.000 l t.e.m. 0.000 l gelegen in een industriegebied - van 50 liter t.e.m. 500 liter gelegen in een ander gebied - meer dan 500 liter t.e.m. 0.000 liter gelegen in een ander gebied rubriek 17..5. Opslag van ontvlambare vloeistoffen (o.a. lakken, verven ) - van 100 liter t.e.m. 5.000 liter - meer dan 5.000 liter t.e.m. 100.000 liter rubriek 17..6. rubriek 17..7. Opslag van vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 55 C, maar niet hoger dan 100 C (o.a. stookolie, diesel, afgewerkte olie) - van 100 liter t.e.m. 0.000 liter - meer dan 0.000 liter t.e.m. 500.000 liter Opslag van vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 100 C (o.a. olie) van 00 liter t.e.m. 50.000 liter meer dan 50.000 liter t.e.m. 5.000.000 liter rubriek 17..8. Opslag van meer dan 100 kg t.e.m. 1.000 kg milieugevaarlijke stoffen rubriek 17..9. rubriek 17.4. rubriek 6.4 Rubriek 4.1. rubriek 5.8.1 Brandstofverdeelinstallaties voor de verdeling van de maximaal 0.000 liter diesel met 1 verdeelslang Brandstofverdeelinstallaties voor de verdeling van maximaal 500.000 liter diesel met maximaal 1 verdeelslang en/of maximaal 0.000 liter benzine met maximaal 1 verdeelslang waarmee uitsluitend eigen bedrijfsvoertuigen worden bevoorraad Overige inrichtingen Opslagplaatsen van gevaarlijke stoffen in verpakkingen van maximaal 5 liter of 5 kg (kleinverpakkingen), voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter Opslag van rubberen banden met een capaciteit van meer dan 10 ton in een lokaal of van meer dan 100 ton in open lucht Verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproductie (stookinstallaties e.d.), voor de verwarming van gebouwen, met een totaal warmtevermogen van: - 00 kw tot en met.000 kw gelegen in een industriegebied - 00 kw tot en met 500 kw gelegen in een ander gebied - meer dan 000 kw tot 5.000kW in een industriegebied gebied - meer dan 500 kw tot en met 5.000 kw in een ander gebied Boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning, met een opgepompt debiet van: - minder dan 500 m³ per jaar - van 500 m³ tot 0.000 m³ per jaar 1

M Hoe bekom ik een vergunning? De inrichtingen die als hinderlijk worden beschouwd, worden ingedeeld in drie klassen. Tot klasse 1 behoren de voor de mens en het milieu meest belastende inrichtingen, tot klasse de minst belastende Een bedrijf dat onder de criteria valt van een standaardgarage- en/of standaardcarrosseriebedrijf behoort tot klasse. De rubriek met de meest hinderlijke activiteit bepaalt de klasse van uw bedrijf. In de tabel op de vorige pagina wordt in de derde kolom de klasse weergegeven. Voor een klasse -inrichting volstaat een melding bij de gemeentelijke overheid. Klasse en klasse 1 bedrijven zijn vergunningsplichtig. Een vergunning klasse dient aangevraagd te worden bij de gemeente, een vergunning klasse 1 bij de provincie. Zowel het melden van een klasse -inrichting als het aanvragen van een klasse en 1 - vergunning, dient te gebeuren aan de hand van daartoe voorziene formulieren. Deze kan u downloaden via www.mina.be/vlarem.html. Bij het indienen van uw vergunningsaanvraag (klasse 1 of ) wordt uw dossier bestudeerd op zijn volledigheid en ontvankelijkheid. Is deze positief, start de behandelingsprocedure met een openbaar onderzoek en het inwinnen van de adviezen bij verschillende overheidsinstanties (o.a. OVAM, VMM, LNE, AR-O). Deze procedure beslaat voor een klasse -aanvraag maanden, voor een klasse 1-aanvraag 4 maanden. M Wat zijn de verplichtingen voor de opslag van gevaarlijke vloeistoffen (stookolie, olie, afgewerkte olie, diesel, benzine, etc.)? Men spreekt over opslag wanneer men producten langer dan 4 uur op dezelfde plaats bewaart. De opslag in vaten gebeurt steeds op lekbakken, die minstens de inhoud van het grootste vat kunnen opvangen. Vaten en bussen die ontvlambare producten bevatten moeten ofwel buiten onder een afdak worden opgeslagen, ofwel in een afzonderlijk lokaal, ofwel in een veiligheidskast. De opslagplaats dient aan welbepaalde voorwaarden te voldoen: vervaardigd uit vuurvaste materialen (inclusief de deuren), de deuren moeten zich naar buiten openen en automatisch sluiten bij brand. Het lokaal moet voldoende verlucht worden. Er moet vonkvrije verlichting aanwezig zijn. De opslagruimte dient voorzien te zijn van een opvangkuip en de vloer moet een ondoordringbare laag hebben zodat verontreiniging van de bodem vermeden wordt bij accidenteel morsen. Rechtstreeks in de grond gegraven houders, zijn uitgevoerd in gewapende thermohardende kunststof, roestvrij staal, of zijn dubbelwandig indien uit metaal. Enkelwandige metalen houders zijn tevens toegelaten indien ze geplaatst zijn in een groeve. Ze zijn steeds voorzien van een overvulbeveiliging en indien nodig van een lekdetectie en een kathodische bescherming. Bovengrondse houders zijn dubbelwandig of enkelwandig geplaatst in een inkuiping en eveneens voorzien van een overvulbeveiliging. Vlarem II bevat een hele lijst van voorwaarden waaraan de opslag van gevaarlijke stoffen dient te voldoen. Deze worden aangeduid als sectorale voorwaarden en zijn te vinden onder Deel 5 - Hoofdstuk 5.17. (zie www.emis.vito.be/navigator). M4 Dienen opslagtanks gekeurd te worden? Al vóór het plaatsen van de houder dient de houder gecontroleerd te worden. Na de installatie maar vóór de eerste vulling van de houder, dient gecontroleerd te worden of de houder, de leidingen en de toebehoren, het waarschuwing- of beveiligingssysteem tegen overvulling, het lekdetectiesysteem en de aanwezige voorzieningen ten behoeve van damprecuperatie en de kathodische bescherming, voldoen aan de Vlarem-voorschriften. Deze controles dienen te gebeuren door een erkend milieudeskundige, bevoegde deskundige of een erkend technicus (verwarming gebouwen). Houders die voldoen krijgen een attest en een groen plaatje. Alleen houders waarvan op de vulleidingen een groene klever of plaat is aangebracht, mogen worden gevuld. Houders die na controle voorzien worden van een oranje plaatje, mogen gedurende 6 maanden worden bijgevuld, maar moeten in deze periode opnieuw gecontroleerd worden. Houders voorzien van een rood plaatje mogen niet worden bijgevuld. Houders dienen enerzijds onderworpen te worden aan een beperkt onderzoek anderzijds aan een algemeen onderzoek. Beperkt onderzoek: Voor ondergrondse houders gelegen binnen waterwinningsgebied of een beschermingszone is dit jaarlijks, voor ondergrondse houders buiten deze zones is dit om de twee jaar. Bovengrondse houders dienen om de jaar (met een maximale tussenperiode van 40 maanden) onderworpen te worden aan een beperkt onderzoek. Algemeen onderzoek: Voor ondergrondse houders gelegen binnen waterwinningsgebied of een beschermingszone is dit 10-jaarlijks, voor ondergrondse houders buiten deze zones is dit om de 15 jaar. Bovengrondse houders dienen om de 0 jaar onderworpen te worden aan een algemeen onderzoek. De exploitant moet beschikken over de nodige keurings- en controledocumenten en houdt ze ter beschikking van de toezicht-houdende ambtenaar M5 Wat moet ik doen indien de houder niet meer gebruikt wordt? Bij de definitieve buitengebruikstelling moet de houder geledigd worden, gereinigd en binnen een termijn van 6 maanden verwijderd worden. Is dit technisch onmogelijk dan moet de houder gevuld worden met zand, schuim of een ander inert materiaal. Dit dient in overleg met een erkend milieudeskundige, bevoegd deskundige te gebeuren of een erkend technicus (verwarming van gebouwen).

M6 Wanneer moet ik een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren? Volgende veel voorkomende garage- en carrosserie activiteiten dienen onderworpen te worden aan een bodemonderzoek: Vlareborubriek Omschrijving Categorie rubriek 4.. Het mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van ( o.a. verfspuitcabines): A afhankelijk van het vermogen van de installatie én de aanwezigheid van een filterinstallatie. rubriek 15.. Werkplaatsen voor het herstellen van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) A rubriek 15.. Werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen A met gebruik van meer dan één schouwput of brug (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) rubriek 15.6. Het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen van: Uitzondering: Het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen vallend onder toepassing van rubriek 15.5 is niet ingedeeld in onderhavige rubriek 15.6. Voor de toepassing van deze rubriek wordt onder geaccidenteerde voertuigen verstaan, motorvoertuigen, inclusief voertuigwrakken of afgedankte voertuigen ontstaan op de plaats van productie en/of ontstaan uit de aanvaardingsplicht, terugnameplicht of de vrijwillige terugname, die ten gevolge van een ongeval ernstige schade vertonen waardoor een risico bestaat dat vloeistoffen lekken en waarvan de opslag niet is ingedeeld in rubriek...d) of 15.5. g 1) of ). - maximaal 5 geaccidenteerde voertuigen - meer dan 5 geaccidenteerde voertuigen A B rubriek 17.. Opslag van gevaarlijke stoffen en ontvlambare vloeistoffen: afhankelijk van de gevaarseigenschap, A ontvlammingspunt en opgeslagen hoeveelheid rubriek 17..9. Brandstofverdeelinstallaties voor de verdeling van de maximaal 0.000 liter diesel met 1 verdeelslang Brandstofverdeelinstallaties voor de verdeling van maximaal 500.000 liter diesel met maximaal 1 verdeelslang en/of maximaal 0.000 liter benzine met maximaal 1 verdeelslang waarmee uitsluitend eigen bedrijfsvoertuigen worden bevoorraad Overige inrichtingen A B De hoogste categorie bepaalt de categorie van de volledige inrichting: O : Er dient een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd bij overdracht, sluiting van de inrichting of stopzetting van de activiteit; A : Om de 0 jaar of bij overdracht, onteigening, sluiting, faillissement en vereffening; B : Om de 10 jaar of bij overdracht, onteigening, sluiting, faillissement en vereffening.. OPMERKING: De volledige lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken, is gevoegd als bijlage 1 bij het Vlarebo (zie www.emis.vito.be/navigator). Een gemiddeld garagebedrijf met een klasse vergunning moest uiterlijk tegen 1 december 00 een eerste oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd hebben. Vervolgens moet een onderzoek elke 0 jaar herhaald worden. De meeste carrosseriebedrijven moesten een oriënterend bodemonderzoek hebben gedaan voor 1 december 001. Zij dienen dit onderzoek om de 10 jaar te herhalen. Een bodemonderzoek is echter ook vereist in geval van overdracht, sluiting of stopzetting. Met een oriënterend onderzoek wordt nagegaan of er een ernstig vermoeden van bodemverontreiniging is. Wijst het oriënterend bodemonderzoek uit dat deze kans bestaat, dan dient het garage- of carrosseriebedrijf een beschrijvend onderzoek te laten uitvoeren om de vastgestelde verontreiniging beter in kaart te brengen. Indien het beschrijvend bodemonderzoek aangeeft dat de bodemsaneringsnorm overschreden is, moet een bodemsaneringsproject opgesteld worden, en zal gesaneerd moeten worden.! Bodemsaneringsfonds voor gesloten én bestaande benzinetankstations: de Gewesten, de federale Staat en de beroepsverenigingen die de petroleumsector vertegenwoordigen (waaronder FEDERAUTO) hebben afspraken gemaakt om een bodemsaneringsfonds voor tankstations op te zetten. Dit fonds moet, voor diegene die een aanvraag indienden, naargelang het geval, de bodemsanering bij tankstations uitvoeren, bekostigen of begeleiden, dit zowel voor open blijvende takstations als voor tankstations die gesloten zijn. Meer gedetailleerde informatie vindt u op www.bofas.be.

M7 Mag afgewerkte olie nog gebruikt worden voor de verwarming van ruimtes? Sinds 8 december 005 is het verboden gelijk welke afvalstof zelf te verbranden. Dus ook het gebruik van afgewerkte olie voor de verwarming van gebouwen, is verboden. Afgewerkte olie zal nog enkel kunnen verbrand worden in een daarvoor vergunde verbrandingsinrichting die aan zeer strenge voorwaarden voldoet. M8 Welke afvalwaters ontstaan door garage- en carrosserieactiviteiten? In een garage- of carrosseriebedrijf wordt water gebruikt voor de reiniging van wagens of onderdelen en de werkplaats, al dan niet onder de vorm van stoom en met detergenten. Dit afvalwater kan vervuild zijn met olie, solventen en metaaldeeltjes. Dit afvalwater is bedrijfsafvalwater. Hemelwater dat in contact komt met parking wordt enkel beschouwd als bedrijfsafvalwater indien de rubriek 15.1. (stallen van voertuigen andere dan personenwagens) in de melding of vergunning werd opgenomen. Het lozen van bedrijfsafvalwater moet opgenomen worden in de melding of vergunning. Dit afvalwater (behalve het afvalwater afkomstig van de carrosserieafdeling) mag slechts geloosd worden via een afwateringssysteem voorzien van een oliewaterafscheider en slibvangput. Nieuwe koolwaterstofafscheiders moeten voldoen aan de norm EN858. Vraag aan de installateur naar een certificaat van conformiteit met de norm. Het water dat gebruikt wordt voor sanitaire doeleinden en in de keuken, wordt ingedeeld als huishoudelijk afvalwater. Dit afvalwater is ongevaarlijk en mag rechtstreeks op riool worden geloosd. Het regenwater afkomstig van daken is niet vervuild en kan men opvangen in een regenwatertank en hergebruiken als waswater. één liter olie kan één miljoen liter drinkwater bederven! Vermijd dat sanitair en niet-verontreinigd regenwater via de oliewaterafscheider worden geloosd. Zorg er ook voor dat de koolwaterstofafscheider gemakkelijk toegankelijk is. De exploitant controleert éénmaal per jaar de koolwaterstofafscheider en ledigt deze indien nodig. Het slib dient te worden verwijderd door een daartoe erkend overbrenger tegen afgiftebewijs. Zowel de Vlaamse als provinciale wetgeving bepaalt dat bij nieuwbouw het hemelwater van daken en verharde oppervlakken dient te worden opgevangen. Voor bestaande bedrijven is dit verplicht bij uitbreiding (vanaf een bepaalde grootte). Dit wordt ook opgelegd bij vernieuwing van de milieuvergunning. M9 Wat wordt bedoeld met VOS-emissie? VOS staat voor Vluchtige Organische Stoffen. Organische verwijst naar hun moleculaire structuur (minstens 1 koolstofatoom). In de praktijk gaat het om alle koolwaterstoffen en hun derivaten. De componenten zijn vluchtig omdat ze een bepaalde hoeveelheid dampen lozen bij kamer- of werktemperatuur. Tal van producten voldoen aan deze omschrijvingen. Ze worden dan ook veel gebruikt in diverse beroepssectoren. De oplosmiddelen zijn het meest bekend en kennen de grootste toepassing: in drukkerijen, oppervlaktebehandeling, reiniging, ontvetting, coating, impregnatie, droogkuis, lijmen, rubberbewerking, pesticiden, geneesmiddelen, verven, inkten, Met het gebruik van VOS en gaan tal van risico s gepaard. Een eerste risico is te situeren op gezondheidsvlak. De effecten verschillen naar gelang de aard van de producten en de manier van blootstelling. Op vlak van het milieu liggen VOS op verschillende niveaus aan de oorsprong van zware verontreinigingsproblemen, zoals fotochemische smog en troposferische ozon, het broeikaseffect en het global warming effect. Richtlijn 004/4/EG inzake de beperking van emissies van VOS ten gevolge van gebruik van organische oplosmiddelen in bepaalde verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen(omgezet in Belgisch recht door het KB van 7 oktober 005) regelt dit probleem. De wetgeving bepaalt dat na 1 januari 007 producten voor voorbehandeling en reiniging, vulmiddelen en plamuur, primers en (speciale aflakken) uitsluitend op de markt mogen gebracht worden indien het VOS-gehalte van het product een maximale grenswaarde niet overschrijdt. Dit geldt zowel voor het overspuiten van personenwagens, als bestelwagens, autobussen, touringcars, vrachtwagens, De maximale grenswaarden gelden niet voor de carrosseriebouwbedrijven en eerste montage. Ook voor het overspuiten van klassieke voertuigen (oldtimers) geldt voorlopig een vrijstelling.

In de tabel hieronder worden de maximale grenswaarden opgenomen. Productsubcategorie Coatings VOS g/l gebruiksklaar product (*) Sinds 1 januari 007 a) Voorbehandeling en reiniging Voorbehandeling Oppervlaktereiniger b) Vulmiddelen en plamuur/stopmiddelen Alle types 50 c) Primers Surfacer/vulmiddel en algemene (metaal-)primers Washprimers d) Aflakken Alle types 40 e) Speciale aflakken Alle types 840 Bovenstaande producten moeten sinds 1 januari 007 tevens voorzien zijn van een etiket waar de VOS grenswaarde en het maximale VOS-gehalte in gebruiksklare vorm in gram per liter worden opgenomen. Sinds 1 januari 007 mag de exploitant van een spuitcabine bijgevolg enkel VOS-conforme lakken gebruiken die bijvoorbeeld als volgt zijn geëtiketteerd. 850 00 540 780 Dit pictogram duidt erop dat de uitleg in het technisch informatieblad te vinden is. In het technisch informatieblad staat volgende tekst :De Europese grenswaarde voor VOS in het gebruiksklare product (subcategorie (d) van bijlage IIB van de Richtlijn 004/4/EG) bedraagt maximum 40 g/l. Het VOSgehalte van dit gebruiksklare product bedraagt maximum 410 g/l. Carrosserieherstelbedrijven dienen sinds 1 januari 007 geen oplosmiddelenboekhouding meer bij te houden. Deze verplichting geldt wel nog voor de carrosseriebouwbedrijven (omdat zij niet onder het toepassingsgebied vallen van richtlijn 004/4). Wanneer solventgedragen verven en lakken worden gebruikt voor het overspuiten van voertuigen, dan dienen de afvalgassen van de spuitcabine te voldoen aan de geldende emissienorm. De voornaamste emissienorm is dat in de afvalgassen het aandeel stofdeeltjes niet meer dan 10 mg/nm³ mag bedragen. De exploitant heeft voor elke spuitcabine een verslag afgeleverd door een deskundige of de leverancier dat de cabine conform is. Alle spuitwerk moet worden uitgevoerd met hoogvolume/lagedruk toestellen die een aanbrengrendement hebben van tenminste 65 %. Tijdens het spuiten wordt de luchttoevoer ingesteld zodat een druk van 70 kpa aan de luchtkap van het pistool niet overschreden wordt. Daarnaast dienen deze pistolen steeds in een gesloten spoelbak gereinigd te worden. Ook stookinstallaties dienen aan emissienormen te voldoen. Vlarem bevat normen voor verwarmingsinstallaties van meer dan 00 kw (warmtevermogen). De emissies van deze installaties dienen elke 5 jaar te worden gemeten. OPGELET! De emissiemetingen op stookinstallaties verschillen van de jaarlijkse technische controle van de branders. 10

M10 Wat zijn de belangrijkste te nemen milieu- en veiligheidsvoorzorgen? De vloer van garages en herstellingswerkplaatsen dient effen, ondoordringbaar en onbrandbaar te zijn. De vloeistofdichte vloer zorgt ervoor dat er geen vloeistoffen in de bodem of het grondwater terecht kunnen komen. Absorptiemateriaal, overmaatse vaten, persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, brillen,...), enz., moeten aanwezig zijn om in geval van lekkages, ondeugdelijke verpakking, morsen, en andere incidenten dadelijk te kunnen ingrijpen. Opvanggoten mogen niet in directe verbinding staan met de openbare riolering. Na elk ongeval waarbij vloeistoffen gemorst zijn moet men de eventuele opvanggoten reinigen en de ontstane afvalstroom op een aangepaste manier verwijderen. Er dienen blustoestellen of met droog zand gevulde emmers in de garage en herstelwerkplaats aanwezig te zijn. Deze dienen dicht bij de werkposten en de uitgangen geplaatst te worden. De ruimte dient voorzien te worden van vluchtdeuren die langs buiten opendraaien, de doorgangen dienen van elke hindernis vrijgehouden. De omgevingstemperatuur in de opslagruimtes voor verf en solvent moet zo laag mogelijk gehouden worden. Hierbij moet uiteraard rekening gehouden worden met de voorwaarden die door de fabrikant/leverancier worden opgegeven. Er moeten brandvrije muren tussen de opslagplaats en de werkplaats worden voorzien. De verwarming van de lokalen waarin de installaties voor het aanbrengen van bedekkingsmiddelen zijn ondergebracht, mag enkel geschieden door middel van toestellen waarvan de plaatsing en het gebruik voldoende waarborgen bieden om elk brand- en ontploffingsgevaar te voorkomen. De vluchtdeuren moeten langs buiten opendraaien en de doorgangen dienen van elke hindernis vrijgehouden te worden. Alle spuitwerkzaamheden dienen te gebeuren in een spuitcabine. Dit is een volledig gesloten ruimte waarvan de afgezogen lucht via filters naar buiten wordt afgezogen. Het verspuiten van grondverven in een voorbehandelingsruimte is tevens toegestaan. Dit laatste enkel indien de grondlagen nog nageschuurd moeten worden en het spuitwerk zich beperkt tot één onderdeel per voertuig. De lucht uit de voorbehandelingsruimte moet ook via stoffilters naar buiten worden geleid. Alle werkzaamheden die aanleiding kunnen geven tot emissie van geur, rook of stofdeeltjes moeten worden uitgevoerd in een gebouw. Tijdens de werkzaamheden moeten ramen en deuren gesloten zijn. Alle metalen delen van afzuiginstallaties van brandbare producten dienen geaard te zijn om vonkvorming te voorkomen. Spuitcabines dienen ook geaard te zijn. De schoorstenen en lozingskanalen van de opgezogen solventdampen en nevels dienen van onbrandbaar materiaal te zijn. De plaatsen waar geaccidenteerde of andere niet-rijklare voertuigen worden gestald, zijn uitgerust met een vloeistofdichte vloer, aangesloten op een lekdicht afwateringssysteem, voorzien van een oliewaterafscheider en slibvangput. Bovengenoemde opsomming van milieuvoorwaarden is zeker niet volledig. De milieuvoorschriften waaraan een garage- en carrosseriebedrijf dienen te voldoen zijn enerzijds de algemene voorwaarden (opgesomd in Deel 4 van Vlarem II) en anderzijds voorwaarden specifiek voor de sector. Deze sectorale voorwaarden zijn opgesomd binnen Deel 5, subafdeling 5.4.. (overspuiten van voertuigen) en hoofdstuk 5.15 van het Vlarem II. U kunt deze nalezen via www.emis.vito.be/navigator. 11

Preventietips Preventie is het voorkomen of beperken van het ontstaan van afval en emissies door reductie aan de bron of door intern hergebruik. In praktijk komt preventie vaak neer op het zorgvuldiger en zuiniger omspringen met grond- en hulpstoffen. Preventie is belangrijk aangezien een verminderd verbruik van grondstoffen, water en energie niet enkel voor het milieu goed is, maar u ook veel kosten kan besparen. P1 Milieuvriendelijke grondstoffen Koop veel producten in grootverpakking. Veel producten worden aangeboden in hervulbare retourverpakkingen; Vervang ontvetters op basis van (gechloreerde of niet-gechloreerde) koolwaterstoffen door milieuvriendelijke detergenten. Maak gebruik van een milieuvriendelijk reinigingsmiddel (zonder aromaten), vb. een alkalische ontvetter; Beperk het gebruik van antivries in de zomer, indien antivries apart wordt toegevoegd; Gebruik enkel solventen die voldoen aan de VOS-richtlijn en vermijd het gebruik van gechloreerde solventen (zoals dichloormethaan, trichloormethaan, trichloroethyleen, perchloroethyleen, 1,-dichloroethaan, trichloroethaan). Deze stoffen zijn immers kankerverwekkend; Vervang de minerale motorolie door (half)synthetische motorolie. Het gebruik van de kwalitatief betere (half)synthetische motoroliën maakt verlenging van de verversingstermijn mogelijk. Hierdoor hoeft minder olie ververst te worden en ook minder afgewerkte olie te worden afgevoerd. Bovendien treedt ook minder slijtage op aan de motor. P Pas efficiënte verftechnieken toe Pas een efficiënte verftechniek toe om de hoeveelheid overspray te beperken (het gebruik van verfpistolen met een hoog aanbrengrendement van tenminste 65 %).; Tijdens het spuiten heeft men een overspray die met de uitgaande lucht wordt meegenomen. Deze lucht wordt over een filter geleid waardoor een groot gedeelte van de verf in deze lucht wordt afgevangen. De verfdeeltjes worden het best afgevangen door droge filters (paint-stop-filter) of watergordijn. Het meest gebruikte systeem zijn de droge filters. Zij zijn gemakkelijk te onderhouden en geven een aanvaardbaar milieuresultaat; P Good housekeeping Leid schilders/spuiters goed op; Stel de spuitdruk juist in en stel het spuitmondstuk juist af; Voorzie regelmatig onderhoud van de apparatuur; Inspecteer werkstukken vooraf; Werk met voorverwarmde verf, hierdoor is minder oplosmiddel nodig; Maak alleen de hoeveelheid verf aan die nodig is; Sluit de verfblikken goed af om verdamping te voorkomen; Ledig verfblikken maximaal; Beperk kleurwisselingen zoveel mogelijk, werk van licht naar donker; Blaas de leidingen zoveel mogelijk leeg alvorens te reinigen met oplosmiddelen; Gebruik voor de eerste reiniging vervuild spoelmiddel; Leg poetsdoeken altijd op dezelfde plaats terug voor hergebruik. Liefst in een afgesloten kast om verdamping tegen te gaan. P4 Zuinig energieverbruik Het droogproces na het spuiten vraagt veel energie (warmte). Energieverlies kan verminderd worden door de verwarmde lucht te recirculeren en infrarooddrogers te gebruiken (voor kleine oppervlakten); Onder de hefbrug is verlichting aanwezig. Monteer een contactschakelaar waardoor de hefbrugverlichting wordt uitgeschakeld als de hefbrug in zijn laagste stand staat. Zet de ventilator pas aan bij het begin van het spuiten. Dit kan eigenlijk automatisch gebeuren; Doe de verlichting pas aan als er in de cabine gewerkt wordt. Doof het licht tijdens de pauzes. Stel de spuitcabine zo af dat tijdens het drogen de verlichting uit is; Kies bij vervanging van verlichting voor energiezuinige systemen: energiezuinige armaturen (optimaal gebruik makend van reflectie); TL-lampen met elektronische voorschakelapparatuur (balasten), etc. 1

P5 Zuinig gebruik en intern hergebruik van grondstoffen Hergebruik oplosmiddel na interne of externe destillatie (destillatie is de scheikundige techniek waarmee of meerdere stoffen gescheiden worden) of indien u met weinig kleuren werkt kan u het spoelmiddel hergebruiken om de verf te verdunnen bij de eerstvolgende spuitbeurt; Hergebruik koelvloeistof. Met behulp van een installatie voor regeneratie van vervuilde halogeenhoudende koelvloeistoffen kan koelvloeistof hergebruikt worden voor het koelen van de motor; Hergebruik karton als absorptie- of beschermmateriaal; U kunt auto-onderdelen die nog geschikt zijn, hergebruiken (zie www.hergebruik.be, www.auto-onderdelen.com); P6 Afvalpreventie Poetsvodden: Gebruik herbruikbare vodden die je kan laten wassen door een gespecialiseerde firma. Gebruik papieren (poets)vodden van gerecycleerd materiaal. Hergebruik poetsvodden meermaals. Hergebruik mengpotten. Maak niet te veel verf aan. Computergestuurd mengen kan een uitweg bieden. Maak gebruik van een blikkenpers om het volume aan verfpotten te reduceren; Indien mogelijk kan men nog bruikbare stukken papier (en plakband) hergebruiken. Gebruik uw producten op een rationele manier; Koop producten in grootverpakking of in bulk (vb motorolie in tanks, antigel in vaten); Vraag uw leverancier te leveren in herbruikbare verpakking (vb levering van kleine onderdelen in kunststofbakken); Denk na over de verpakking bij inkoop; Verminder het verbruik van papier op de vloer en in kantoor. Afgedankt (herbruikbaar) kantoormateriaal en afgedankt pc-materiaal kunnen een tweede leven krijgen in een kringloopwinkel (zie www.kringwinkel.be, www.kringloop.net of www.ecopc.be). 1

P7 Voorkomen van luchtemissies Tijdens het mengen van verf, het spuiten, het drogen van de verf en het reinigen van de pistolen is er emissie van vluchtige organische stoffen (VOS). De grootste uitstoot ontstaat bij het spuiten en het drogen. Deze emissie kan gedeeltelijk gereduceerd worden door het solventgehalte in de aangebrachte verf te verlagen. Bij gebruik van lakken op waterbasis kan een langere droogtijd nodig zijn, maar komen geen VOS vrij. De VOS-emissies die tijdens het droogproces ontstaan, kunnen gereduceerd worden door nageschakelde technieken. Een goede maar dure nageschakelde techniek is het gebruik van een actief koolfilter; Vervang de traditionele solventhoudende verven en lakken door verven en lakken met een (veel) lager solventgehalte, (watergedragen lak, High-Solid lakken, etc. ); Sluit vaten met solventen goed af bij niet gebruik; Reinig spuitpistolen in een gesloten systeem; Voor deuken waarbij geen lakbeschadiging is opgetreden kunnen de deuken met speciale uitdeuktechnieken hersteld worden zonder overspuiten. P8 Voorkomen bodemverontreiniging Probeer de hoeveelheid opgeslagen (gevaarlijke) stoffen en producten zo klein mogelijk te houden, om risico s op ongevallen en dergelijke te beperken; Plaats onderdelen zoals motoronderdelen, radiators, etc. die mogelijk kunnen lekken steeds op een opvangbak; Gebruik absorberend materiaal voor het opruimen van gemorste vloeistoffen; Laat periodiek uw houders controleren. P9 Regelmatige controles Voorzie periodiek onderhoud van uw arbeidsmiddelen. Inspecteer werkstukken vooraf. Test regelmatig de werking en efficiëntie van de gebruikte toestellen en voorzieningen. P10 Voorkomen waterverontreiniging Gebruik zaagmeel of absorberende korrels om een bevuilde vloer te reinigen. Gebruik kort-emulgerende detergenten. Deze ontvettingsmiddelen bevatten geen oplosmiddelen, maar een speciale oppervlakte actieve stof die dezelfde werking heeft. Deze detergenten verliezen hun emulgerende werking zodra ze door het spoelwater tot onder % van de oplossing worden verdund. Doordat de middelen hun emulgerende werking verliezen functioneert de oliewaterafscheider beter. P11 Hergebruik regenwater Voorzie een regenwaterput en gebruik regenwater voor het wassen van de wagens en als kuiswater. 14

milieuchecklist Hierna volgt een overzicht van waarop men moet letten in en rond het garage- en carrosseriebedrijf. Op alle vragen zijn slechts drie antwoorden mogelijk ja, neen en niet van toepassing. Ingeval van neen is aanpassing van de bestaande situatie nodig, men is immers niet volledig in orde met de geldende wetgeving. 1 afval a Volgende bedrijfsafvalstoffen dient u conform het Vlarea apart op te slaan (zie A1). Voldoet u aan die verplichting? stof dat asbest in vrije vezel bevat JA NEEN NVT remschoenen, remschijven, remplaten, remblokken en koppelingsplaten die asbest bevatten JA NEEN NVT accu's en batterijen JA NEEN NVT vervuilde of onbruikbare solventen JA NEEN NVT destillatieresidu's van solventrecuperatie, resten van verf, lak en vernis, JA NEEN NVT slib van spuitcabines JA NEEN NVT synthetische remvloeistof JA NEEN NVT afgewerkte olie JA NEEN NVT vervuilde of onbruikbare brandstoffen JA NEEN NVT koelvloeistoffen JA NEEN NVT koelmiddelen die ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen bevatten JA NEEN NVT vervuilde filters van spuitcabines, spuitbussen, verpakkingen die gevaarlijke stoffen met uitzondering van olie hebben bevat of door deze stoffen werden verontreinigd en niet meer gebruikt worden JA NEEN NVT oliehoudend afval, zoals oliefilters, brandstoffilters, gebruikt absorptiemateriaal, etc. JA NEEN NVT afval voortkomend uit de olie-waterafscheider JA NEEN NVT verpakkingen die olie hebben bevat of door olie werden verontreinigd en niet meer gebruikt worden JA NEEN NVT katalysatoren JA NEEN NVT CFK's in airconditioningsystemen JA NEEN NVT patronen van airbags die chemicaliën bevatten JA NEEN NVT schroot JA NEEN NVT afgedankte voertuigen JA NEEN NVT banden JA NEEN NVT papier-karton JA NEEN NVT bumpers JA NEEN NVT glas JA NEEN NVT hout JA NEEN NVT KGA JA NEEN NVT gevaarlijke afvalstoffen JA NEEN NVT ACTIE: Maak een actieplan op voor die afvalstromen waarvoor u nog niet voldoet aan de bepalingen van het Vlarea. datum uitgevoerd: b Worden uw bedrijfsafvalstoffen opgehaald door erkende afvaloverbrengers (zie A)? c Ontvangt u afgiftebewijzen (zie A)? JA NEEN d Heeft u op een goed zichtbare plaats in uw verkooppunt een informatieaffiche over de aanvaardingsplichten aangebracht (zie A4)? JA NEEN e Houdt u een afvalstoffenregister bij? (zie A5) JA NEEN f Controleert u regelmatig de werking van de filters in de spuitcabine (worden ze regelmatig vervangen) JA NEEN JA NEEN 15

verpakkingsafval a Voldoen uw leveranciers aan de informatie- en terugnameplicht? (zie A6) (m.a.w. zijn ze aangesloten bij bij VAL-I-PAC en/of FOST Plus?) JA NEEN b VAL-I-PAC voorziet een containerforfait voor bedrijven die verpakkingsmateriaal apart inzamelen. Maakt u daar gebruik van? (zie A7) JA NEEN milieuvergunning a Voor volgende activiteiten dient u conform VLAREM te beschikken over een melding te doen. Is dit het geval? (zie M1) Het lozen van afvalwater (rubriek ) JA NEEN NVT Een verfspuitcabine e.d. (rubriek 4..) JA NEEN NVT Het stallen van of meer bedrijfsvoertuigen (rubriek 15.1.) JA NEEN NVT Een herstelwerkplaats motorvoertuigen (rubriek 15.. of 15..) van 100 kva t.e.m. 1.000 kva (rubriek 15.5..c) JA NEEN NVT Het wassen van voertuigen (rubriek 15.4.) JA NEEN NVT Het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen (rubriek 15.6.) JA NEEN NVT Het gebruik van luchtcompressoren (rubriek 16..1.) JA NEEN NVT Het gebruik van opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen (vb. lpg-opslagtanks, propaantanks e.a.) (rubriek 16..8.) JA NEEN NVT Het opslaan van gassen in verplaatsbare recipiënten (volle en lege gasflessen) (rubriek 16.7.) JA NEEN NVT Het opslaan van oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen (>00kg) (rubriek 17...) JA NEEN NVT Het opslaan van benzine (vanaf >50 l: rubriek 17..4.) JA NEEN NVT Het opslaan van lakken en verven (rubriek 17..5.) JA NEEN NVT Het opslag van stookolie, diesel, afvalolie, etc. (rubriek 17..6.) JA NEEN NVT Het opslaan van nieuwe olie (rubriek 17..7.) JA NEEN NVT Het opslaan van gevaarlijke stoffen in kleinverpakking (17.4.) JA NEEN NVT Het opslaan van meer dan 10 ton rubber banden (rubriek 6.4.) JA NEEN NVT Het oppompen van grondwater (rubriek 5.8.) JA NEEN NVT Beschikt u niet over een milieuvergunning, dekt uw bestaande vergunning niet alle Vlaremactiviteiten of heeft u geen melding gedaan van uw klasse- activiteiten, onderneem dan de nodige stappen om uw bedrijf conform Vlarem te stellen. Voor bijstand voor het opmaken van uw milieuvergunningsaanvraag kunt u steeds terecht bij de milieuambtenaar van uw gemeente, bij FEDERAUTO, bij VLAO of bij de milieucel van uw provincie. U vindt de nodige contactgegevens achteraan deze folder. 16

4 milieuvoorwaarden a Heeft u de nodige voorzorgen genomen om verontreiniging naar milieu en bodem te voorkomen (zie M)? Gebeurt de opslag in vaten op lekbakken? JA NEEN Bevinden de (zeer) (licht) ontvlambare producten zich in een afzonderlijke ruimte/veiligheidskast, of buiten onder afdak? JA NEEN Zijn de ondergrondse houders conform VLAREM? JA NEEN Zijn de bovengrondse houders conform VLAREM? JA NEEN Bekijk ook de verschillende preventie-initiatieven (zie P8) b Laat u verplichte controles uitvoeren op ondergrondse en bovengrondse houders? Beschikt u over de nodige keuringsattesten? (zie M4) voor de plaatsing van de houder JA NEEN voor de ingebruikname door een erkend of bevoegd deskundige JA NEEN periodiek onderzoek JA NEEN c Heeft u reeds een verplichte oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren op uw terrein? (zie M6) Is dit niet het geval contacteer dan een bodemsaneringsdeskundige. JA NEEN d Gebruikt u afgewerkte olie voor gebouwenverwarming? (zie M7) JA NEEN Zo ja, stop er dan mee, dit is immers verboden. e Onderwerpt u uw stookinstallatie periodiek aan een verplichte technische controle? (zie M9) f Wanneer u gebruik maakt van verven en lakken, voldoet u dan aan de voorwaarden? (zie M9) g Neemt u bij het gebruik van gevaarlijke stoffen (ontvetter, verven, lakken) de nodige veiligheidsmaatregelen? (zie M10) JA NEEN JA JA NEEN NEEN In geval u voor verschillende punten niet voldoet aan de milieuvoorwaarden en -voorschriften, maakt u best een actieplan op met daaraan gekoppeld een timing. Mocht u bij het doornemen van deze checklist bijkomende vragen hebben, mag u steeds contact opnemen met de milieucel van uw provincie, u vindt de contactgegevens achteraan deze folder. 17

Milieu op het web website www.argusmilieu.be www.eco-carrosserie.be www.eco-efficientie.be www.emis.vito.be www.emis.vito.be/navigator www.envirodesk.com www.energiesparen.be bib.felnet.be www.fostplus.be www.ivcie.be www.ivp-coatings.be www.milieuwinst.be www.milieuwinst.nl www.milieuwinst.be www.milieulink.be www.milieuinfo.be wegwijzer.milieuinfo.be www.lne.be omschrijving Milieuinfopunt van de KBC. Interessante site voor het zoeken van milieuinformatie per thema. (geeft links van artikels en websites per milieuthema) Info over kosten- en milieubesparende maatregelen, subsidiemogelijkheden en relevante wetgeving Overkoepelende website van OVAM i.v.m. het begrip eco-efficiëntie Met o.a. algemene uitleg, enkele bedrijfsvoorbeelden, overzichten van publicaties en links. Vlaams Energie- en Milieu Informatiesysteem, met o.a.: * databanken van o.a. milieubedrijven, bodemsaneringstechnieken, waterzuiveringstechnieken, erkende deskundigen, * BBT-kenniscentrum met links naar andere BBT-informatiebronnen (o.a. BBT-studie koetswerkherstelbedrijven) * kalender milieuevenementen, nieuwsberichten, nieuwe wetgeving Gecoördineerde versies van actuele milieuwetgeving Deze site omvat o.a. recente wetgeving, een afvalstoffenbeurs, een interessante nieuwsbrief (EnviroZine) wekelijks via e-mail Welke subsidies bestaan er voor uw bedrijf op vlak van energiebesparing? Flanders Environmental Library Network : het samenwerkingsverband van de belangrijkste milieudocumentatiecentra in Vlaanderen (OVAM, VMM,...). Interessante site voor het opzoeken van publicaties en andere infobronnen rond milieu en natuur Info over huishoudelijke verpakking, verpakkingsverantwoordelijke,... IVCIE: Interregionale verpakkingscommissie; wetgeving rond verpakkingsafval Informatie over lakken conform de VOS-wetgeving Zowel de Vlaamse als de Nederlandse site bieden opties en cases rond AEP, adressen van leveranciers en praktijkvoorbeelden van milieuvriendelijke technologieën, en links naar gelijkaardige sites. Milieuvriendelijke maatregelen + groot aantal praktijkvoorbeelden voor o.a. garage- en carrosseriebedrijven Goede startpagina voor een milieucoördinator, met o.a.: * Milieu Quick Link voor snelle links naar Vlaamse en Federale milieuwebsites via (OVAM, Ifest, Ondernemen, Emis, ) * Internet milieugids (interessante links) * Aparte deelsite voor de milieucoördinator (VMD-VMC), De portaalsite van beleidsdomein leefmilieu en natuur Deze site maakt je op een eenvoudige wijze wegwijs in de milieuwetgeving Website van LNE (de Vlaamse milieuadministratie) met informatie over de verschillende afdelingen. Ook veel praktische info: lijsten erkende deskundigen, formulieren milieucoördinator, 18

imjv.milieuinfo.be www.milieukalender.com www.ondernemen.vlaanderen.be www.ovam.be www.valipac.be www.vlaanderen.be/ecologiepremie www.vmm.be Wetgeving IMJV, inhoud IMJV, downloaden in te vullen documenten Op deze site krijgt u gratis een chronologische kalender van de periodiek te vervullen milieuverplichtingen voor uw bedrijf + de mogelijkheid om ervan tijdig per e-mail gewaarschuwd te worden Helpt ondernemingen bij vervullen van formaliteiten en procedures, hoe een milieuvergunning in te vullen, bodemattest,... OVAM: Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest. Informatie gericht op bodem en afval, met aparte deelsites voor overheden, ondernemingen en bodemsaneringsdeskundigen. Bevat o.a. wetgeving en info i.v.m. afval en bodem, vergunde ophalers en verwerkers van afvalstoffen, links met STIP, Presti, etc. Info over verpakkingsverantwoordelijke, ontpakkers, wetgeving,... Website rond welke energie- en milieubesparende maatregelen in aanmerking komen voor subsidie via de ecologiepremie. (vb. gesloten reinigingsapparaat verfpistolen). VMM: Vlaamse Milieumaatschappij. Informatie gericht op lucht en water, meetdatabanken water en lucht, databank waterkwaliteit, ; deelsite i.v.m. heffing op afvalwater (info en formulieren) Contact Deze MilieuWegWijs voor garage- en carrosseriebedrijven is de eerste uit een serie van bedrijfsmilieufiches. Voor meer informatie over dit initiatief van de 5 Vlaamse provincies, inhoudelijke of provinciespecifieke vragen kan u steeds terecht bij: Uw gemeentelijke milieudienst Federauto Jules Bordetlaan 164 1140 Evere Tel.: 0-778 6 00 fax: 0-778 6 5 Martine Vanheers, Bart Vantorre Provincie Antwerpen Bevoegde beleidsverantwoordelijke: Jos Geuens, gedeputeerde voor Leefmilieu Voor meer informatie kan u terecht bij: Dienst Milieu en Natuurbehoud (DMN) Koningin Elisabethlei, 018 Antwerpen, tel. 0-40 57 19, fax. 0-40 57 5; dmn@admin.provant.be VLAO Antwerpen, Marc Meeus, Lange Lozanastraat, 018 Antwerpen tel. 0-60 87 15, fax 0-60 87 07 infoant@vlao.be Nuttige links/adressen voor de bedrijven uit de provincie Antwerpen: www.prokmo.be www.vlao.be www.pomantwerpen.be 19

Provincie Limburg Bevoegde beleidsverantwoordelijke: Frank Smeets, gedeputeerde voor Leefmilieu Voor meer informatie kan u terecht bij Afdeling Milieu en Natuur - sectie Planning en Beleid Universiteitslaan 1, 500 Hasselt, tel. 011-8 8, fax 011-8 10, minaplanning@limburg.be Nuttige links/adressen voor de Limburgse bedrijven: www.limburgtegenafval.net (onder "KMO info"): Inventarisatie van de gemeentelijke inzamelkanalen voor KMO-afval www.bedrijfsgoederen.be: www.infrax.be (onder Bedrijf Premies ): een overzicht per gemeente wordt gegeven Informatie over en contactgegevens voor de ophaling van herbruikbaar KMO-afval door de Limburgse kringloopcentra Overzicht van de premies die bedrijven klanten kunnen aanvragen in het kader van rationeel energieverbruik Provincie Oost-Vlaanderen Bevoegde beleidsverantwoordelijke: Jozef Dauwe, gedeputeerde voor leefmileu Voor meer informatie kan u terecht bij Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek, Caroline Vercoutere Godshuizenlaan 95, 9000 Gent, tel. 09-67 89 0, fax 09-67 89 11, caroline.vercoutere@oost-vlaanderen.be VLAO Oost-Vlaanderen, Piet Coessens Huis van de Economie, Seminariestraat, 9000 Gent, tel. tel. 09-67 40 00, fax 09-67 40 60, infoovl@vlao.be Nuttige links/adressen voor bedrijven uit de provincie Oost-Vlaanderen: www.vlao.be www.oost-vlaanderen.be Provincie Vlaams-Brabant Bevoegde beleidsverantwoordelijke: Jean-Pol Olbrechts, gedeputeerde voor Leefmilieu, 016-6 70 jean-pol.olbrechts@vlaamsbrabant.be Voor meer informatie kan u terecht bij MiK - Milieu informatiepunt voor de KMO - Het milieusamenwerkingsproject voor de KMO van de Provincie Vlaams- Brabant en Voka - Kamers van Koophandel Vlaams-Brabant Voka - Kamer van Koophandel arrondissement Leuven www.kvkleuven.voka.be (onder projecten - uw bedrijf en het milieu) An Maes, Tiensevest 170, 000 Leuven, tel. 016-6 89, an.maes@kvkleuven.voka.be, Lieven Dehandschutter, tel. 0486-4 6 01, lieven.dehandschutter@scarlet.be Voka - Kamer van Koophandel arrondissement Halle-Vilvoorde www.kvkhv.voka.be (onder diensten en projecten - MiK): Els Heyvaert, Medialaan 6, 1800 Vilvoorde, tel. 0-55 0 5, els.heyvaert@.voka.be Provincie Vlaams-Brabant www.vlaamsbrabant.be/wonen-milieu/milieu-en-natuur/afval/bedrijfsafval/milieuwegwegwijzers/ Dienst Leefmilieu - Afvalbeleidscel Pierre Faché, Provincieplein 1, 010 Leuven, 016-6 7 64 of Gunter De Ryck, 016-6 7 8, afvalbeleid@vlaamsbrabant.be Provincie West-Vlaanderen Bevoegde beleidsverantwoordelijke: Jan Durnez, gedeputeerde voor Leefmilieu Voor meer informatie kan u terecht bij: VLAO West-Vlaanderen Caroline Pollet, Jan Breydellaan 107 bus 1, 800 Brugge, tel. 050-50 of (4), fax 050-50 01 - infowvl@vlao.be POM West-Vlaanderen, Helene De Rore, Koning Leopold III-laan 66, 800 Sint-Andries/Brugge tel. 050-40 1 66 - Helene.de_rore@westvlaanderen.be Provincie West-Vlaanderen, Dienst Milieu, Natuur en Waterbeleid (Minawa) Leopold III-laan 41, 800 Sint-Andries/Brugge - tel. 050-40 90 peter.norro@west-vlaanderen.be Nuttige links/adressen voor de bedrijven uit de provincie West-Vlaanderen: www.vlao.be www.pomwvl.be www.west-vlaanderen.be OVAM dienst selectief ingezamelde stromen Lies Verlinden, tel. 015-8 4 74 - Simon Bostoen, tel. 015-8 41 6 0