EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 11.3.2014 B7-0263/2014 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement over de invasie van Oekraïne door Rusland (2014/2627(RSP)) Martin Callanan, Charles Tannock, Ryszard Antoni Legutko, Paweł Robert Kowal, Tomasz Piotr Poręba, Ryszard Czarnecki, Adam Bielan, Ruža Tomašić, Marek Henryk Migalski, Valdemar Tomaševski namens de ECR-Fractie RE\1022921.doc PE529.665v01-00 In verscheidenheid verenigd
B7-0263/2014 Resolutie van het Europees Parlement over de invasie van Oekraïne door Rusland (2014/2627(RSP)) Het Europees Parlement, gezien zijn eerdere resoluties over Oekraïne, gezien zijn resolutie van 12 december 2013 over de resultaten van de top van Vilnius en de toekomst van het Oostelijk Partnerschap, in het bijzonder wat Oekraïne betreft 1, gezien de gezamenlijke verklaring van de top van het Oostelijk Partnerschap in Vilnius op 29 november 2013, gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne, die op 1 maart 1998 in werking is getreden, en de op 30 maart 2012 geparafeerde nieuwe associatieovereenkomst, gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement, A. overwegende dat pro-russische milities en Russische soldaten een aantal belangrijke gebouwen in Simferopol, de hoofdstad van de Krim, hebben bezet alsmede belangrijke Oekraïense installaties en strategische doelen op de Krim, waaronder ten minste drie luchthavens; overwegende dat de meeste Oekraïense militaire eenheden op het schiereiland omsingeld zijn maar weigeren hun wapens neer te leggen; B. overwegende dat het Russische parlement op 1 maart 2014 heeft ingestemd met het verzoek van president Poetin om Russische troepen in Oekraïne in te zetten om de belangen van Rusland en Russisch-sprekenden op de Krim en in het land te beschermen; C. overwegende dat de Russische agressie op de Krim een inbreuk vormt op het internationale recht, met inbegrip van het VN-Handvest, ten minste drie uit 1997 daterende overeenkomsten tussen Oekraïne en Rusland over bilaterale betrekkingen, het memorandum van Boedapest van 1994 en de belangrijkste besluiten van de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa (OVSE); D. overwegende dat Rusland een grote troepenmacht heeft verzameld langs de oostgrens van Oekraïne en dat de Oekraïense regering als reactie daarop de mobilisatie van de strijdkrachten heeft verordend; E. overwegende dat het parlement van de Krim op 6 maart 2014 een beroep op de autoriteiten van de Russische Federatie heeft gedaan met het voorstel om de procedure voor de toetreding van de Krim tot Rusland op te starten en besloten heeft op de Krim een referendum te houden over dit onderwerp; 1 Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0595. PE529.665v01-00 2/5 RE\1022921.doc
F. overwegende dat de EU de tegoeden van 18 voormalige Oekraïense functionarissen heeft bevroren, waaronder die van de verdreven president Viktor Janoekovitsj; G. overwegende dat de Russische premier Dmitri Medvedev plannen heeft aangekondigd om de procedures voor het verkrijgen van het Russische staatburgerschap voor Russisch-sprekenden in het buitenland te vereenvoudigen; H. overwegende dat de Verenigde Staten visumbeperkingen hebben ingevoerd voor een aantal Oekraïense en Russische functionarissen en personen die verantwoordelijk zijn voor of betrokken zijn bij de aantasting van de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne; 1. veroordeelt de schending van de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne door Rusland en roept Rusland op onmiddellijk een einde te maken aan alle geweld jegens Oekraïne, niet langer steun te verlenen aan de zogenaamde 'zelfverdedigingstroepen' en zijn troepen terug te trekken naar de plaatsen waar deze permanent gestationeerd zijn; 2. spreekt zijn solidariteit uit met de Oekraïense natie en verklaart de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne volledig te eerbiedigen; erkent de legitimiteit van de nieuwe regering, die door het democratisch gekozen parlement is benoemd; 3. roept alle partijen en derde landen op om de eenheid en territoriale integriteit van Oekraïne te bewaren; roept alle lidstaten en derde landen op formeel hun afkeuring uit te spreken over het gebruik van geweld en de ontwrichting van de vrede in Europa, nu de Russische Federatie duidelijk bezig is de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne te schenden; 4. spreekt zijn voldoening uit over de beslissing van de Europese Raad om de associatieovereenkomst met Oekraïne te ondertekenen vóór de presidentsverkiezingen van 25 mei 2014; benadrukt dat de mogelijkheid voor Oekraïne om toe te treden tot de EU in beginsel wordt gewaarborgd volgens artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie; 5. is van mening dat het besluit van de Europese Raad om de bilaterale besprekingen met de Russische Federatie over visumkwesties en over de nieuwe overeenkomst op te schorten, niet toereikend is en dringt aan op concretere sancties tegen de Russische functionarissen en besluitvormers die verantwoordelijk zijn voor het recente geweld op de Krim, bijvoorbeeld visumweigering, inreisbeperkingen en bevriezing van tegoeden; roept ook op tot een in de hele EU geldend handelsverbod op wapens en militaire technologie; 6. roept Frankrijk in dit verband op om de verkoop van vliegdekschepen van de Mistralklasse aan Rusland stop te zetten; 7. is ingenomen met het besluit van de Commissie om een hulppakket voor Oekraïne voor te stellen, bestaande uit verschillende soorten financiële instrumenten, voor een bedrag van niet minder dan 11,175 miljard EUR in de komende twee jaar; herhaalt in dit verband zijn oproep aan VV/HR Catherine Ashton en de Europese dienst voor extern RE\1022921.doc 3/5 PE529.665v01-00
optreden om een internationale donorconferentie te organiseren die zo snel mogelijk, bij voorkeur vóór eind maart, moet plaatsvinden zodat er aanvullende middelen beschikbaar komen om de nieuwe Oekraïense regering te helpen bij het overwinnen van de financiële en budgettaire crisis waarmee het land momenteel geconfronteerd wordt; 8. roept zijn Voorzitter op alle politieke betrekkingen met de Russische Staatsdoema en den Federale Raad op te schorten totdat de Russische strijdkrachten in Oekraïne zich hebben teruggetrokken naar de plaatsen waar zij permanent gestationeerd zijn, overeenkomstig de bestaande overeenkomsten; 9. steunt het besluit van de Europese Raad om unilaterale maatregelen te nemen die Oekraïne in staat stellen te profiteren van de voordelen welke de diepe en brede vrijhandelszone biedt, met inbegrip van de verlaging van douanetarieven en de opening van tariefcontingenten; 10. onderstreept de noodzaak om de energievoorziening voor Oekraïne en de lidstaten die door eventuele stopzetting van gas- en aardolieleveringen uit Rusland getroffen zouden worden, te waarborgen; 11. herinnert eraan dat de huidige grenzen van Oekraïne door de Verenigde Staten, de Russische Federatie en het Verenigd Koninkrijk zijn gewaarborgd in het memorandum van Boedapest betreffende veiligheidsgaranties, toen Oekraïne overging tot nucleaire ontwapening en partij werd bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens; herinnert de Russische Federatie eraan dat zij zich, samen met de twee andere bovengenoemde landen, in het memorandum heeft verbonden tot het achterwege laten van economische dwang bedoeld om het eigen belang te laten prevaleren boven de uitoefening door Oekraïne van de rechten die voortvloeien uit de soevereiniteit van het land, en zo op enige wijze voordeel te behalen; 12. veroordeelt Rusland ten strengste vanwege het feit dat het land de toegang van het team van militaire waarnemers van de OVSE tot de Krim heeft belemmerd; 13. is ten zeerste verontrust over de berichten dat Russische troepen mijnen zouden aanbrengen op de landbrug tussen het schiereiland van de Krim en het vasteland, en dringt aan op onafhankelijk onderzoek en controle door de OVSE van deze ernstige schending van het internationale recht; benadrukt andermaal de ondeelbaarheid en territoriale integriteit van Oekraïne; 14. herhaalt zijn oproep aan de EU-instellingen en de lidstaten om zich ruim open te stellen voor de Oekraïense samenleving, in het bijzonder door onverwijld een overeenkomst over visumvrijstelling te sluiten; is van mening dat het visumtarief met onmiddellijke ingang drastisch moet worden verlaagd voor jonge Oekraïners, in combinatie met nauwere samenwerking op onderzoeksgebied, uitbreiding van uitwisselingsprogramma's voor jongeren en grotere beschikbaarheid van studiebeurzen; 15. spreekt zijn bezorgdheid uit over het lot van ten minste vijf Oekraïense activisten en journalisten die zich tegen de Russische invasie van de Krim hebben uitgesproken en die nu op het schiereiland verdwenen zijn; PE529.665v01-00 4/5 RE\1022921.doc
16. herinnert eraan dat krachtens artikel 73 van de Oekraïense grondwet over elke wijziging van het grondgebied van Oekraïne uitsluitend wordt beslist op basis van een referendum in heel Oekraïne en waarschuwt dat de afscheiding van de Krim op basis van een plaatselijk referendum als illegaal zal worden beschouwd; 17. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de lidstaten, de president van Oekraïne, de regeringen en parlementen van de landen van het Oostelijk Partnerschap en van de Russische Federatie, de Parlementaire Vergadering EuroNest, en de parlementaire vergaderingen van de Raad van Europa en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. RE\1022921.doc 5/5 PE529.665v01-00