Quattro Stagioni op kopvoorn (deel 2) 64 64 Quattro stagioni 6.indd 64 15-02-2007 12:28:59
In uitgave 25 van Witvis Totaal beschreef ik het gericht vissen op kopvoorn tijdens voorjaar en zomer. Wellicht heeft ook u inmiddels ervaren dat s zomers vooral het vissen met kersen erg succesvol kan zijn. Ik heb in elk geval een aantal prachtige zomersessies achter de rug, waarbij ik samen met een aantal visvrienden aan de Grensmaas dagen heb beleefd waarop we binnen een paar uur tijd tussen de 10 en 20 kopvoorns wisten te vangen. Een en ander bleek het afgelopen jaar overigens erg afhankelijk van het feit of de rivier al dan niet stroomde. Als het water stil stond, was het zoeken en peuteren om een kopvoorn te verschalken. Maar zodra er ook maar enige beweging was, dan waren de kopvoorns al heel snel van de partij. Het was tijdens de juiste omstandigheden dan verder vooral een kwestie van de vis lokaliseren, daarna was het vangen echt kinderspel. Doordat we het water vrij goed kennen, weten we de goede stekken blindelings te vinden. Ik had dit jaar besloten om vooral zo licht mogelijk te vissen en dat bleek erg succesvol tijdens de wat moeilijkere dagen. De meeste kopvoorns zijn gevangen op 16/00 nylon. Dobber In dit tweede en afsluitende artikel uit mijn tweeluik over de kopvoorn, zal ik graag uit de doeken doen hoe ik de kopvoorn in het najaar en de winter gericht belaag. Het geniet mijn voorkeur om de kopvoorn het hele jaar door met de dobber te belagen. Ik vind het een prettige manier van vissen. Met de dobber kun je 65
Een sterke dobber is in deze omstandigheden beslist een vereiste. een lange drift maken, daardoor een groter stuk water bevissen en de kopvoorn dus echt zoeken. Het is daarnaast een veel intensievere manier van vissen dan het vissen op zink en dat spreekt me erg aan. Vanaf de herfst worden mijn montages echter wél subtieler en ga ik met dunnere onderlijnen vissen, waarbij ik soms zelfs 14/00 gebruik. Ook de haak neem ik dan kleiner, al blijf ik wel kiezen voor haken met een ruime bocht. Je vangt in de regel de grotere exemplaren en met een te kleine en vaak ook te dunne haak zijn missers en vooral ook lossers absoluut aan de orde van de dag. In de herfst verdwijnt meestal het probleem van het speldaas. s Zomers vang je geregeld kleine vissen zoals bijvoorbeeld kleine roofblei die op de Maas erg lastig kunnen zijn. De maden hebben het water nog niet geraakt of er hangt al zo n kleine agressieveling aan je haak. Vandaar dat ik in de zomer mijn loodzetting graag groepeer om ervoor te zorgen dat de hele montage zo snel mogelijk aan de rivierbodem komt en ik daardoor vaak het kleine grut omzeil, zeker als ik met maden vis. In de herfst kan het allemaal veel subtieler en ik vis dan ook graag met een loodsysteem dat bestaat uit verschillende loodhagels die verdeeld over de lijn worden bevestigd. Herfstaas Als de herfst echt zijn intrede heeft gedaan en de bladeren goed beginnen te verkleuren, dan bevis ik de kopvoorn graag met luncheonmeat uit blik, die ik vooraf heb gebakken. Dat bakken gaat vrij eenvoudig. Je haalt het volledige stuk luncheonmeat uit de verpakking en snijd plakken van ongeveer 1 cm dik. Vervolgens wordt in een braadpan een beetje boter bruin gebakken. Hier- na worden de plakken in de pan gelegd. Draai de plakken een aantal malen om voor het beste resultaat. Zodra de buitenkant lekker bruin bakt, haalt u het geheel uit de pan en laat de plakken afkoelen. Na afkoeling in zilverfolie bewaren. Ik snijd de blokjes over het algemeen pas aan het water. De buitenkant van de luncheonmeat is nu lekker taai en perfect geschikt om als haakaas te functioneren. Tijdens het vissen voer ik ook regelmatig een aantal blokjes. Houd er rekening mee dat ook barbeel graag een stukje worst lust en wees dus voorbereid op een mogelijke aanbeet van de barbeel. Tijdens herfstsessies neem ik natuurlijk ook altijd maden mee. Twee liter dikke maden is een normale hoeveelheid voor een dagje kopvoornvissen. In tegenstelling tot vele collega vissers geef ik er de voorkeur aan om in de herfst een stek echt op te bouwen en dus de hele dag op eenzelfde strook te vissen. De echt dikke jongens arriveren namelijk vaak pas na een aantal uren op de stek. Een stek langs een hoofdstroom met een Houd de dobber in het verlengde van de hengel. Dat is erg belangrijk om de haak goed te kunnen zetten. 67
constante stroming geniet daarbij mijn speciale aandacht. In de herfst zijn ook de andere interessante vissoorten zoals barbeel, sneep en winde vaak ook nog goed te vangen en al ben ik uit op de kopvoorn, ik ervaar het nu ook weer niet als een straf als een van die soorten zich op de stek meldt Winter Zolang de watertemperatuur niet onder de 7 graden daalt, blijft het zinvol om gericht op kopvoorn te gaan vissen. We hebben zelfs kopvoorn gevangen bij een watertemperatuur van 5 graden, maar toen scheen er wel een lekker zonnetje op het ondiepe water. Dat zijn uitzonderingen en in een periode van vorst kun je net zo goed thuisblijven. Maar goed: stel dat we weer een kwakkelwinter krijgen en dat de watertemperatuur zo tussen de zeven en tien graden blijft hangen. Aan het water kan het dan knap koud zijn! Tref s winters dus altijd de juiste voorbereidingen en zorg voor een goed waadpak van neopreen, een comfortabel warmtepak en lekker warm drinken. Het allerbelangrijkste is echter dat je niet alleen gaat. Neem te allen tijde een vismaat mee. Mocht je uitglijden of door een andere oorzaak in het water terecht komen, dan heb je in elk geval iemand bij je om je te redden. De vismethode is exact hetzelfde als in de herfst. De aassoorten ook. De vangsten verschillen wel enorm met de vangsten in de herfst. Ga er maar van uit dat elke andere vis dan de kopvoorn niet meer zo actief is en zeker niet zo goed gevangen kan worden op de ondiepe stukken waar wij de kopvoorn belagen. Een stek langs de hoofdstroom met een constante stroming geniet mijn speciale aandacht. 68
Ga er te allen tijde samen met een vismaat opuit, want je weet maar nooit! Uitglijden in het koude water kan tot levensgevaarlijke situaties leiden Je moet je voorstellen dat de grindplaten waar wij op vissen niet dieper zijn dan één tot anderhalve meter. De enige vis die wij daar hartje winter tot nu toe naast de kopvoorn zijn tegengekomen, is de winde. De andere soorten verschuilen zich liever in de diepere gedeelten van de rivier. Belangrijk is om al tijdens de zomer de te bevissen winterstekken goed in je op te nemen. Ik maak zelfs foto s van de potentiële stekken. Foto s met als achterliggende gedachte dat de plaatjes me in de winter zullen helpen om de juiste beslissingen te nemen als het op stekkeuze aankomt. In de Maas zijn de omstandigheden namelijk bijna elk jaar weer anders. Er vinden behoorlijke grindverschuivingen plaats en ook de plantengroei verschilt per jaar. De rand van de plantengroei weten te vinden, is een van de kunstjes tijdens de winter. Het is namelijk de bedoeling dat Enkele liters maden en een emmer met gekiemde zaad kunnen aan de basis staan van een topdag. 69
Deze roofblei werd gevangen aan vier maden. je net buiten de rietkraag vist op de grindbank. De plek waar in de zomer net geen water meer staat. Als je het water ingaat, zie je de rietkraag meestal niet meer boven water uitsteken. De snelle stroming plus het verrotten van het riet zorgen ervoor dat het geheel onder water verdwijnt. Dan is het superhandig als je die strook dan alsnog kunt traceren aan de hand van eerder gemaakte foto s. Met de lente voor de deur Aan het einde van de winter, als de lente eigenlijk al aan de voordeur staat en het water nog een lekker hoog niveau heeft, maar al wel voorzichtig een paar graden is opgewarmd, is de Maas het strijdtoneel waar je spectaculaire dagen kunt beleven. Een paar liter maden en een emmer met gekiemde zaad kunnen dan aan de basis staan van een topdag. Gewapend met een matchhengel en een zware rivierdobber, vaak tot 10 gram, hebben we het afgelopen seizoen een aantal superdagen beleefd, met werkelijk supervangsten zoals ruim 60 vissen met twee man. Ik herinner me een van de laatste dagen van maart 2006. Samen met mijn broer Lambert trok ik naar de Grensmaas. We zochten een diepere strook water uit waar we perfect langs een sterke stroming konden vissen. De stroming was op het stuk vrij constant en we hadden een waterdiepte van ongeveer 1,5 meter. Op de gekozen stek begonnen we met voeren. Dit doen we altijd voordat we de spullen verder uitpakken. Een paar liter gekiemde hennep en tarwe verdwenen op de stek en ook de nodige maden werden al weggeschoten. We nemen de tijd voor het voeren, een half uur wordt er al snel voor uitgetrokken. Pas daarna begonnen we daadwerkelijk met vissen. Het eerste uur vis ik bijna altijd net boven de grond. Ik peil met de matchhengel een metertje of zes uit de oever om een gevoel te krijgen hoe diep het is, de rest ontdek ik tijdens het vissen. Meestal vis ik een meter of tien uit de kant als ik zelf tegen de oever sta. De kopvoorns die snel ter plekke zouden zijn, krijgen door het vissen boven de bodem direct de mogelijkheid om het aas te pakken. Zodra de kopvoornvangsten wegblijven of als ik het gevoel heb dat ik te lang moet wachten op kopvoorn, wordt de dobber bij elke drift iets dieper gezet. Dit herhaal ik net zolang totdat ik aan de grond kom met de montage. Ik ga uiteindelijk zo dicht mogelijk bij de rivierbodem vissen. Tijdens deze maartsessie vingen we al snel een aantal kopvoorns, stuk voor stuk mooie vissen van zo tussen de 40 en 50 cm. Na een paar uur bleven de kopvoorns weg. We vervolgden met een drietal windes, waarvan ik er eentje binnen een uur twee keer wist te vangen. Het was een goed herkenbare winde met een vervorming in de staart. Verder kwam er een aantal dikke wintervoorns binnen, een mooie sneep, een 63 cm lange barbeel en een behoorlijke hoeveelheid brasem en hybriden. We vingen ruim 50 vissen. Tot slot ving Lambert met vier maden op zijn haak een geweldige rooflblei van dik in de zestig centimeters. Natuurlijk was dit een toevalstreffer, maar het was de slagroom op de toch al rijkelijk gevulde taart. Veel verkassen Het gaat op bij het vissen op kopvoorn vaak zoals in de boven beschreven sessie. Ik bedoel dan niet zozeer de grote aantallen andere vis, maar meer het typische gedrag van de kopvoorn. De kopvoorns arriveren aan het eind van de winter meestal vrij snel en kunnen ook redelijk snel worden weggeplukt van de stek. Indien je kopvoorn wilt blijven vangen, dan zul je dus moeten verkassen. Een actie die je meerdere malen per dag zult moeten ondernemen. Het is hierbij aan te bevelen minimale bagage mee te nemen. Je hebt geen vracht aan visspullen nodig als je redelijk mobiel wilt vissen. Een goede montage en goed verzorgd aas des te meer. Ik blijf prediken dat maden die je direct uit de hengelsportzaak naar het water vervoert, zonder ze eerst te reinigen, te ontvetten en misschien te voorzien van een heerlijk geurtje, aanzienlijk minder vis opleveren dan maden die deze behandelingen wel hebben ondergaan. En ook de presentatie van het aas is een belangrijke schakel, dus besteed alle aandacht aan het samenstellen van een evenwichtige montage. Leon Haenen 71