Informatiegids Beroepspraktijkvorming mborijnland. Cohort 2017

Vergelijkbare documenten
Praktijkovereenkomst (POK) voor de beroepsopleidingen van ROC Leiden. Algemene Voorwaarden

Praktijkovereenkomst Algemene voorwaarden

Praktijkovereenkomst (Algemene Voorwaarden) versie

Praktijkovereenkomst Deltion College

Bijlage 2: Algemene voorwaarden bij het voorblad praktijkovereenkomst

Algemene voorwaarden BPV-blad

Algemene voorwaarden Beroepspraktijkvormingsovereenkomst artikel 1 t/m 15

PRAKTIJKOVEREENKOMST ROC FRIESE POORT Algemene Voorwaarden (cohort )

Deze bepalingen van de praktijkovereenkomst behoren bij het bpv-blad van de praktijkovereenkomst ROC TOP.

Stageovereenkomst Algemene voorwaarden

Praktijkovereenkomst. ROC Menso Alting

BPV handboek 2017 Informatie Beroepspraktijkvorming BPV HANDBOEK ALGEMEEN

Algemene Voorwaarden praktijkovereenkomst

Informatiegids beroepspraktijkvorming

Informatiegids beroepspraktijkvorming

Algemene voorwaarden bij de praktijkovereenkomst (POK) van Helicon Opleidingen BBL-c (bedrijfsgerichte trajecten)

Algemene voorwaarden bij de praktijkovereenkomst (POK) van Helicon Opleidingen BOL en BBL-individueel

Stageovereenkomst Stageblad

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Ingaande schooljaar 2018/2019

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Ingaande schooljaar

Praktijkovereenkomst. Ondergetekenden: Komen het volgende overeen:

VOORBEELD VAN EEN LEER- WERKOVEREENKOMST MBO

Beroepspraktijkvormingsovereenkomst

Praktijkovereenkomst BOL

Praktijkovereenkomst BBL

Algemene voorwaarden. Beroepspraktijkvormingsovereenkomst

Naam cursist: <naam cursist> Handtekening:

Praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Ondergetekenden:

Praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Ondergetekenden:

Praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Ondergetekenden:

Informatiegids Beroepspraktijkvorming ROC ID College

Ondergetekenden: 1. De Stichting Clusius College, gevestigd te Alkmaar. Hierna te noemen de onderwijsinstelling.

Scalda Stichting voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Dienst Bestuurlijke Ondersteuning

VOORBEELD STAGEOVEREENKOMST

Lid 3. De OER is voor elke onderwijsdeelnemer op een toegankelijke plaats in te zien.

Praktijkovereenkomst (POK) voor de beroepsopleidingen van ROC Leiden. Algemene Voorwaarden

Vastgesteld door College van Bestuur, na verkregen instemming van de Studentenraad:

Overeenkomst voor de beroepspraktijkvorming

Praktijkovereenkomst BBL

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Ingaande schooljaar 2016/2017 Versie 1.1 d.d

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs. Ingaande schooljaar 2015/2016

overeenkomst voor de beroepspraktijkvorming

Examenovereenkomst mbo - Stichting STC-Group

ALGEMENE BEPALINGEN STAGEOVEREENKOMST ROC van FLEVOLAND

Artikelen van de PRAKTIJKOVEREENKOMST van de BEROEPSBEGELEIDENDE LEERWEG (BBL), BEROEPSOPLEIDENDE LEERWEG (BOL) en van de LEERWEG OVERIGE ONDERWIJS -

ALGEMENE BEPALINGEN STAGEOVEREENKOMST (BPV en andersoortige stages)

Praktijkovereenkomst. Versie september 2011

ALGEMENE BEPALINGEN STAGEOVEREENKOMST

Praktijkovereenkomst BBL Bedrijfsgroepen

Algemene voorwaarden praktijkovereenkomst. Graafschap College Doetinchem

(indien de leerling minderjarig is)

Onderwijsovereenkomst (OOK) voor de afdeling Educatie ROC Leiden

2. Voorbereiding. Voor BOL-studenten Vaardig op stage = Vaardig op bpv

ONDERWIJSOVEREENKOMST ROC FRIESE POORT Algemene Voorwaarden (cohort )

Onderwijsovereenkomst Educatie

1. Wat is beroepspraktijkvorming

PRAKTIJKOVEREENKOMST BEROEPSONDERWIJS BOL/BBL ALGEMENE VOORWAARDEN

De Algemene Voorwaarden vormen samen met het BPV-blad de praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel WEB.

Algemene voorwaarden

ONDERWIJSOVEREENKOMST ROC FRIESE POORT Algemene Voorwaarden (cohort )

SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV?

Onderwijsovereenkomst. NCVBBedrijfsopleidingen

Servicedocument Praktijkovereenkomst. Informatie en voorbeeldmodellen

Servicedocument Praktijkovereenkomst. Informatie en voorbeeldmodellen

Onderwijsovereenkomst

Servicedocument Praktijkovereenkomst. Informatie en voorbeeldmodellen

Onderwijsovereenkomst

Leerwerkovereenkomst. De Starter Naam Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Mobiel telefoonnummer Geslacht Geboortedatum BSN-nummer adres

Onderwijsovereenkomst : Algemene Voorwaarden

Bpv handboek voor de student

Onderwijsovereenkomst: opleidingsblad

Onderwijsovereenkomst MBO Stichting STC Group. Onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs

4 AARD VAN DE OVEREENKOMST

Examenreglement. Da Vinci College

Handleiding BPV Algemene Informatie

1.1 De deelnemersraad heeft ingestemd met de model onderwijsovereenkomst van het SOMA College.

ONDERWIJSOVEREENKOMST

Algemene voorwaarden praktijkovereenkomsten

4.8 De student en in het geval van minderjarigheid de ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) heeft altijd recht op inzage in het eigen dossier.

Examenreglement competentiegerichte opleidingen. Da Vinci College

Servicedocument Praktijkovereenkomst

dat aan de inschrijving van de student bij de instelling een overeenkomst tussen de instelling en de student ten grondslag dient te liggen;

Bepalingen onderwijsovereenkomst artikel 1 t/m 18

Examenreglement. Da Vinci College

Beroeps Praktijk Vormingsplan

Algemene voorwaarden Threewise Zorgacademie

BEROEPSPRAKTIJKVORMINGS-OVEREENKOMST VOOR STAGIAIRS

Onderwijsovereenkomst

Onderwijsovereenkomst / algemene voorwaarden

Commissie van beroep voor examens Commissie van beroep zoals bedoeld in de Regeling beroep tegen examenbeslissingen van MBO Utrecht.

Onderwijsovereenkomst. ROC Menso Alting

Onderwijs- en examenregeling

Naam Voor en achternaam Adres Geslacht Postcode en plaats Functie Postadres adres Postcode en plaats Telefoonnummer KVK nummer

Regeling bindend studieadvies

Onderwijsovereenkomst

ONDERWIJSOVEREENKOMST HKS COHORT

Reglement Erkenning Leerbedrijven Curaçao

Transcriptie:

Informatiegids Beroepspraktijkvorming mborijnland Cohort 2017 BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 1

Inhoud Inleiding 3 1. Wat is beroepspraktijkvorming? 4 2. Wettelijke kaders en landelijke afspraken 5 2.1 Accreditatie 5 2.3 Bpv protocol 5 2.4 Branchecode BBL 5 3. Voorbereiding beroepspraktijkvorming 6 3.1 Voorbereiding student 6 3.2 Keuzedelen 6 3.3 Keuze leerbedrijf 6 3.4 Praktijkovereenkomst 6 3.5 Einde praktijkovereenkomst 6 3.7 Aanvraagprocedure VOG 6 3.8 Kosten VOG 6 3.9 Screening 7 3.10 Studenten met een lichamelijke, verstandelijke en psychische beperking 7 4. Tijdens de beroepspraktijkvorming 8 4.1 Begeleiding 8 4.2 Afwezigheid student 8 4.3 Afwezigheid student wegens ziekte 8 4.4 Vakantie 8 4.5 Beroepspraktijkvorming tijdens vakantie 8 4.6 Beroepspraktijkvorming in de avond en het weekend 8 4.7 Stagevergoeding voor BOL-studenten 8 4.8 Identificatieplicht 8 4.9 Gedrag 8 4.10 Aansprakelijkheid en verzekeringen 9 4.11 Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming 9 4.12 Klachten over seksuele intimidatie, discriminatie of geweld in de beroepspraktijk 9 4.13 Geheimhouding 9 5. Beoordelen van de beroepspraktijkvorming 10 5.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen van de beroepsprakrijkvorming 10 5.2 Examineren in de beroepspraktijk 10 Starttoetsen taal en rekenen 10 5.3 Herkansing 10 6. Kosten 11 6.1 Subsidieregeling praktijkleren 11 6.2 Stagefonds zorg 11 7. Internationale bpv 12 7.1 Internationale bpv 12 7.2 Kosten 12 8. Bereikbaarheid en contact 12 9. Bijlagen 13 BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 2

Inleiding Dit is de Informatiegids Beroepspraktijkvorming van mborijnland. In deze gids geeft mborijnland algemene informatie over de beroepspraktijkvorming voor zowel de BOL - als de BBL-student. Opleidingsspecifieke informatie over beroepspraktijkvorming staat in het Bpv handboek voor de student per opleiding. Deze informatie is ook te vinden op www.mborijnland.nl. BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 3

1. Wat is beroepspraktijkvorming? Beroepspraktijkvorming gaat over het leerproces van de student dat plaats vindt door ervaring op te doen met en in de dagelijkse werkelijkheid van een beroep. Door het uitvoeren van reële beroepstaken, kan de student zich ontwikkelen tot beginnend beroepsbeoefenaar. Leren in de praktijk is een essentieel onderdeel van de opleiding. De student voert beroepstaken uit in een leerbedrijf. Deze beroepstaken maken onderdeel uit van authentieke leeractiviteiten; dit zijn reële leeractiviteiten in de beroepspraktijk. De opleiding van de student is opgebouwd uit authentieke leeractiviteiten, cursussen en trainingen. De cursussen en trainingen ondersteunen de authentieke leeractiviteiten door het aanbieden van kennis en vaardigheden, die de student nodig heeft om de activiteiten succesvol te kunnen uitvoeren. Deze activiteiten kennen een opbouw in complexiteit tot op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. De cursussen en trainingen worden op school georganiseerd. Voor het vormgeven en begeleiden van de beroepspraktijkvorming is een goede samenwerking tussen student, docent en leerbedrijf nodig. BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 4

2. Wettelijke kaders en landelijke afspraken 2.1 Accreditatie Beroepspraktijkvorming door studenten van mborijnland vindt plaats bij bedrijven en instellingen die geaccrediteerd zijn door stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Bedrijven en instellingen vragen deze accreditatie zelf aan bij de SBB. Om geaccrediteerd te kunnen worden, is een aantal criteria opgesteld waaraan het bedrijf of de instelling moet voldoen. Geaccrediteerde bedrijven en instellingen worden opgenomen in het landelijk register van geaccrediteerde leerbedrijven (www.stagemarkt.nl). 2.2 Urennorm Beroepsopleidende leerweg (BOL) en Beroepsbegeleidende leerweg (BBL) Wettelijk is vastgesteld hoeveel klokuren een student die een beroepsopleiding volgt minimaal aan beroepspraktijkvorming moet besteden. mborijnland hanteert op basis van het wettelijk kader de volgende advies normen: Opleiding Leerweg Minimaal aantal klokuren bpv Entree (1-jarig) BOL 400 Niveau 2 t/m 4 1e studiejaar Niveau 2 t/m 4 Elk 2e, 3e en 4e studiejaar BOL 300 BOL Entree (1-jarig) BBL 640 450, gemiddeld over studiejaar 2,3, en 4 2.3 Bpv protocol In 2009 hebben het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de werkgeversorganisatie VNONCW en MKB-Nederland, de MBO Raad en de samenwerkende Kenniscentra Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven afspraken gemaakt over de beroepspraktijkvorming. Deze afspraken zijn vastgelegd in een protocol. Alle afspraken die mborijnland maakt met bedrijfstakgroepen, branches en leerbedrijven zijn hierop gebaseerd. Het bpv protocol is te vinden op www.s-bb.nl/bpvprotocol. 2.4 Branchecode BBL Voor de BBL-opleidingen gebruikt mborijnland de branchecode BBL. Deze is vastgesteld door de MBO Raad in 2010. Hierin staan afspraken tussen bedrijfstakgroepen, branches en onderwijsinstellingen over o.a. verantwoordelijkheid met betrekking tot het onderwijsprogramma, de examinering, bekostiging en urennorm. Door een branchecode vast te stellen en verplicht te stellen voor alle leden van de MBO Raad, dus ook voor mborijnland, wordt geborgd dat BBL-studenten een opleiding krijgen onder directe verantwoordelijkheid van een onderwijsinstelling. De Branchecode BBL is te vinden op www.mboraad.nl. Niveau 2 t/m 4 BBL 640, per studiejaar BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 5

3. Voorbereiding beroepspraktijkvorming 3.1 Voorbereiding student Leren in de praktijk is een onderdeel van de opleiding van de student. De student bereidt zich voor op het uitvoeren van de beroepstaken tijdens de beroepspraktijkvorming. Voor de student is het belangrijk om te weten wat hij kan verwachten en waar hij beroepspraktijkvorming kan gaan uitvoeren. Informatie verzamelen, oriënteren op de branche en leerbedrijven, zich leren presenteren, dat zijn onderdelen van de voorbereiding. Een docent van school begeleidt de student bij de voorbereiding op de beroepspraktijkvorming. 3.2 Keuzedelen Keuzedelen zijn onderdelen van de opleiding, die de student zelf kan kiezen. De keuzedelen kunnen ook bij het leerbedrijf uitgevoerd worden. Dit kan tijdens de bpv-periode gedaan worden. Dit keuzedeel moet dan wel op de praktijkovereenkomst komen te staan. 3.3 Keuze leerbedrijf Er zijn verschillende manieren voor een student om aan een leerbedrijf te komen: Zelf een leerbedrijf zoeken; Een adres krijgen van school; Een leerplaats aangeboden krijgen van school. Het bedrijf moet wel een erkend leerbedrijf zijn en het leerbedrijf moet te vinden kunnen zijn op www.stagemarkt.nl Op deze site staan alle leerbedrijven die aan de eisen voldoen. Een BBL-student heeft meestal al een erkend leerbedrijf gevonden voordat hij met de opleiding start. Er zijn leerbedrijven die hun werknemers zelf inschrijven voor een opleiding. 3.4 Praktijkovereenkomst De praktijkovereenkomst (POK) is een wettelijk verplicht document waarin de afspraken over de beroepspraktijkvorming zijn vastgelegd. Deze praktijkovereenkomst wordt aangegaan en ondertekend door de student, het leerbedrijf en mborijnland. In deze overeenkomst staan de formele gegevens en de rechten en plichten van de student, het leerbedrijf en mborijnland. De praktijkovereenkomst wordt opgesteld, ondertekend door betrokken partijen en ingeleverd bij mborijnland voordat de student met beroepspraktijkvorming bij een leerbedrijf begint (zie bijlage). 3.5 Einde praktijkovereenkomst In de praktijkovereenkomst staat beschreven wanneer de overeenkomst eindigt. Er kunnen ook andere redenen zijn waarom de overeenkomst eindigt zoals: door het eindigen van de onderwijsovereenkomst tussen de student en mborijnland, door het verstrijken van de periode waarop deze praktijkovereenkomst van toepassing is bij onderling goedvinden van mborijnland, de student en het leerbedrijf, nadat dit schriftelijk door partijen is bevestigd, als de student zich, ondanks nadrukkelijke waarschuwing, niet houdt aan de gedragsregels zoals beschreven in deze overeenkomst, nadat dit schriftelijk is bevestigd door het leerbedrijf en/of mborijnland, als de student, het leerbedrijf of mborijnland op grond van zwaarwegende omstandigheden beëindiging van deze overeenkomst noodzakelijk acht en in redelijkheid niet verlangd kan worden de overeenkomst te laten voortduren, op het moment dat de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd (indien er sprake is van een arbeidsovereenkomst bij een beroepsbegeleidende leerweg). 3.6 Verklaring omtrent gedrag (VOG) Een Verklaring omtrent gedrag (VOG) is een verklaring waarin opgenomen is of een persoon wel of geen strafbare feiten op zijn/haar naam heeft staan. Heeft iemand strafbare feiten vermeld staan in zijn VOG dan beoordeelt Justis, namens het Ministerie van Justitie of deze feiten relevant zijn voor het doel waarvoor deze VOG is aangevraagd. Afhankelijk van deze beoordeling wordt er wel of geen VOG uitgereikt. Steeds vaker vragen leerbedrijven een Verklaring omtrent gedrag (VOG) aan de student. De branches die een VOG verplicht stellen zijn o.a. : Kinderopvang; Gezondheidszorg; Beveiliging; Financiële dienstverlening. 3.7 Aanvraagprocedure VOG: De student krijgt het aanvraagformulier via het leerbedrijf. Het formulier kan ook opgevraagd worden bij Jusitis (www.justis.nl). De student levert het formulier in bij de gemeente waar de student staat ingeschreven. Justis beslist binnen 4 weken of de student een VOG krijgt. Justis kent een bezwaar- en beroepsprocedure. 3.8 Kosten VOG: Een VOG kost ongeveer 30,- en wordt soms vergoed door het leerbedrijf. Een VOG heeft geen vaste geldigheid. Bij verandering van baan of bpv-plaats kan een leerbedrijf weer een nieuwe VOG vragen. BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 6

3.9 Screening Sommige leerbedrijven vragen een screening. De leerbedrijven die een screening vragen doen dit voordat de student aan de beroepspraktijkvorming begint. Tijdens de screening wordt beoordeeld of de student een veiligheidsrisico vormt voor het leerbedrijf. Vaak behoort een VOG tot de criteria. De screening duurt meestal twee tot vier weken. Bij een negatieve uitslag van de screening is het voor de student onmogelijk om in deze branche werkzaam te zijn. De gevolgen van een negatieve uitslag kunnen voor studenten leiden tot een andere beroepskeuze. Het veiligheidsrisico voor het leerbedrijf is dan te groot om een student met een negatieve uitslag toe te laten. 3.10 Studenten met een lichamelijke, verstandelijke en psychische beperking Een student met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking kan tijdens de beroepspraktijkvorming hiervan hinder ondervinden. Het Servicepunt Passend Onderwijs van mborijnland begeleidt de student bij het zoeken naar mogelijkheden in de beroepspraktijk. Op elke locatie is een Servicepunt Passend Onderwijs aanwezig. De begeleiding bestaat uit: een gesprek voeren over de mogelijkheden voor de student van het uitvoeren van beroepspraktijkvorming; de eventuele beperkingen moeten in kaart gebracht worden, zodat de student in staat gesteld wordt Met aanpassingen wel aan de eisen van een kwalificatie te kunnen voldoen; op tijd beginnen met het zoeken naar een geschikt leerbedrijf; het leerbedrijf informeren over de mogelijkheden en beperkingen van deze student en komen tot afspraken hierover; Eventueel een arbeidsdeskundige van het UWV of de eigen begeleider van de student vragen naar een advies over eventuele aanpassingen binnen het leerbedrijf. De eventueel benodigde aanpassingen en voorzieningen die van belang zijn voor het leerbedrijf worden opgenomen in een bijlage bij de onderwijsovereenkomst. Voor de student is het van belang om de behoefte aan eventuele aanpassingen bij de intake te bespreken. BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 7

4. Tijdens de beroepspraktijkvorming 4.1 Begeleiding MBO Rijnland wijst uit het docententeam een bpv-docent aan. Deze bpv-docent begeleidt de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De bpv-docent heeft minimaal drie keer per bpv-periode contact met het leerbedrijf en de student. Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider en/of werkbegeleider aan, die de student begeleidt tijdens de beroepspraktijkvorming in het leerbedrijf. 4.2 Afwezigheid student Als de student anders dan vanwege ziekte niet aan onderwijsactiviteiten (waaronder bpv) kan deelnemen, moet hij/zij bij de teamleider van zijn opleiding, twee werkdagen vooraf onder opgaaf van redenen verlof aanvragen. Het verlof wordt alleen gegeven als de aanwezigheid van de student niet kan worden vereist; De student die verlof heeft gekregen, heeft de inspanningsverplichting tot het inhalen van de onderwijsactiviteiten tenzij anders is afgesproken. De leerplichtige student is op de hoogte van de controle op afwezigheid en de consequenties daarvan. De student die studiefinanciering ontvangt, is op de hoogte van de controle op afwezigheid en de consequenties daarvan. 4.3 Afwezigheid student wegens ziekte Als de student, boven de 18 jaar, door ziekte geen onderwijsactiviteiten (waaronder bpv) kan volgen, moet hij dit zo snel mogelijk, maar uiterlijk voor 8.30 uur op de ziektedag melden via het Studentportaal van mborijnland en bij de praktijkopleider van het leerbedrijf als er sprake is van beroepspraktijkvorming. Verder volgt de student de op het leerbedrijf geldende procedure voor ziekmelding. Ziekmelden van studenten onder de 18 jaar, wordt gedaan door de ouders, ook naar het leerbedrijf. Als de student langdurig of veel ziek is, kan mborijnland vragen een bewijs van een arts te overleggen, waarin vermeld wordt dat de student niet in staat is wegens ziekte de onderwijsactiviteiten te volgen. Als de student langdurig of veel ziek is, kan mborijnland met de student een inhaaltraject afspreken. 4.4 Vakantie Op de website is de vakantieregeling te vinden: www.mborijnland.nl. Tijdens de stage kan in overleg met het leerbedrijf hiervan afgeweken worden. 4.5 Beroepspraktijkvorming tijdens vakantie Bij sommige opleidingen is het mogelijk om ook tijdens de vakantie aan de beroepspraktijkvorming te werken. Bij beroepspraktijkvorming in de vakanties, gelden de volgende uitgangspunten: De student kan wanneer zich een probleem voordoet waarvoor ondersteuning door de school gewenst is, binnen 24 uur contact krijgen met een contactpersoon van zijn onderwijsteam. De norm van 24 uur geldt alleen voor werkdagen. De afspraken over contact en begeleiding die gelden bij de normale beroepspraktijkvorming, zijn ook van toepassing wanneer de beroepspraktijkvorming tijdens de vakantie plaatsvindt. Iedere student is door het onderwijsteam geïnformeerd over de wijze waarop hij zijn/haar begeleider of diens vervanger kan bereiken. Deze afspraken, evenals de benodigde contactgegevens, zijn bekend bij de student. Er is een praktijkovereenkomst over de bpv-periode waarin de vakantie valt. 4.6 Beroepspraktijkvorming in de avond en het weekend Een leerbedrijf heeft eenzelfde zorgverplichting ten aanzien van Arbo wet- en regelgeving voor studenten als voor eigen werknemers. De werktijd is voor een student gelijk aan die van de werknemers van het leerbedrijf, tenzij daar andere afspraken over gemaakt zijn in de praktijkovereenkomst. In het weekend en in de avond werken kan voor een aantal branches gebruikelijk zijn, hier geldt dat de student ook ingezet mag worden. Het leerbedrijf houdt zich hierbij aan de arbeidstijden, waarbij voor jeugdigen (16- en 17- jarigen) aparte regels gelden. 4.7 Stagevergoeding voor BOL-studenten In een aantal branches komt het voor dat leerbedrijven volgens cao-bepalingen de student een stagevergoeding bieden. Branches die dit niet in de cao hebben staan, zijn echter vrij om te bepalen of een student een vergoeding krijgt. Er is geen recht op stagevergoeding. 4.8 Identificatieplicht Sinds 1994 geldt in Nederland de Wet op de identificatieplicht. Het doel van de wet is de bestrijding van fraude en criminaliteit. Bij de start van de bpv-periode kunnen leerbedrijven een student vragen om een kopie van een identiteitskaart, paspoort of verblijfsdocument. Een rijbewijs is geen geldig identiteitsbewijs in situaties waar de student zijn verblijfsstatus of nationaliteit moet aantonen. 4.9 Gedrag De student is verplicht zich te houden aan de gedragsregels, voorschriften en aanwijzingen van het leerbedrijf. BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 8

4.10 Aansprakelijkheid en verzekeringen Het leerbedrijf is conform artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk voor schade die de student lijdt of veroorzaakt, tijdens of in verband met de uitoefening van de werkzaamheden, tenzij er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de student. De student meldt letsel en schade direct bij de praktijkopleider en de bpv-docent. mborijnland adviseert leerbedrijven om te controleren hoe de aansprakelijkheid en de daarbij behorende verzekering geregeld is voordat zij een praktijkovereenkomst aangaan met een student. 4.11 Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming Als er zich problemen of conflicten voordoen dan probeert de student deze in eerste instantie op te lossen met de bpvdocent en/of praktijkopleider van het leerbedrijf. Als dit niet tot een bevredigende oplossing komt, dan volgt de student het klachtenreglement van mborijnland (dit reglement is te vinden op www.mborijnland.nl). 4.12 Klachten over seksuele intimidatie, discriminatie of geweld in de beroepspraktijk Seksuele intimidatie, discriminatie en/of geweld kan zich voordoen tussen studenten, de werkgever, werknemers, cliënten of klanten.het leerbedrijf beschermt de lichamelijke en geestelijke integriteit van de student en voorkomt vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld. Als een student in het leerbedrijf wordt geconfronteerd met seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld: heeft hij/zij het recht de werkzaamheden onmiddellijk te onderbreken zonder dat dit reden is voor een slechte beoordeling; moet de student het voorval melden bij de bpv-docent en/of de vertrouwenspersoon van de onderwijsinstelling en bij de praktijkopleider en/of de vertrouwenspersoon van het leerbedrijf. 4.13 Geheimhouding De student is verplicht alles geheim te houden wat hem/haar onder geheimhouding wordt toevertrouwd. Ook datgene waarvan de student het vertrouwelijke karakter moet begrijpen. BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 9

5. Beoordelen van de beroepspraktijkvorming 5.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen van de beroepsprakrijkvorming Beoordelen van de beroepspraktijkvorming is gericht op het functioneren van de student als beginnend beroepsbeoefenaar. Het oordeel moet voldoende zijn om een diploma te kunnen behalen. De praktijkopleider en de bpv-docent volgen en beoordelen de ontwikkeling van de student bij het leerbedrijf. Zij bespreken dit altijd met de student. De bpv-docent heeft minimaal 3 x contact met de praktijkopleider van het leerbedrijf. De student is bij de gesprekken aanwezig. Het kan zijn dat het contact via de mail of telefoon gaat, maar de bpv-docent komt in ieder geval 1 keer langs. De begeleiding en de gesprekken gaan over de ontwikkeling van de student als toekomstig werknemer en ook over de activiteiten die hij/zij moet uitvoeren. De bpv-docent maakt in het eerste gesprek met het leerbedrijf afspraken over de vorm, de inhoud, de begeleiding en de beoordeling door de praktijkopleider van de bpvperiode. Deze afspraken maken duidelijk wanneer de student met een voldoende de bpv-periode hebt afgerond. Dit eerste contact vindt plaats binnen 2 weken na de start van de bpv-periode. Ongeveer halverwege de bpv-periode volgt er een tussenbeoordeling. De praktijkopleider beoordeelt hoe de student zijn activiteiten uitvoert en hoe hij zich ontwikkelt als toekomstig werknemer. Dit bespreekt hij of zij met de student en de bpv-docent. De bpv-docent maakt een verslag hiervan en mailt dit naar het leerbedrijf en de student. De bpv-docent noteert alle afspraken en verslagen in het digitale dossier. De studieloopbaanbegeleider is op deze wijze op de hoogte van de ontwikkeling tijdens de bpv. Aan het eind van de bpv-periode vindt dan de eindbeoordeling plaats. De manier waarop dit plaatsvindt is hetzelfde als bij de tussenbeoordeling. 5.2 Examineren in de beroepspraktijk Tijdens de opleiding krijgt de student te maken met het afleggen van examens. Sommige examens worden niet op school afgenomen, maar in de beroepspraktijk. Omdat de student toch al beroepspraktijkvorming bij een leerbedrijf uitvoert, kan er soms tegelijkertijd een proeve van bekwaamheid uitgevoerd worden. Soms werkt het leerbedrijf hieraan mee door als examinator op te treden. Maar het resultaat hiervan zegt niets over de beroepspraktijkvorming. De beoordeling die de student krijgt van de praktijkopleider is van belang om een diploma te halen. De beoordeling van het examen of de proeve van bekwaamheid bepaalt of de student zijn kerntaken behaald heeft. Het leerbedrijf verklaart zich bereid examinering in de beroepspraktijk zo nodig in het leerbedrijf mogelijk te maken. 5.3 Herkansing Als een student de beroepspraktijkvorming niet met een voldoende heeft afgesloten, volgt een herkansing waarvoor tot een verlenging van de bpv-periode kan worden besloten. Verlenging van de bpv vindt alleen plaats na overeenstemming tussen de betrokkenen. BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 10

6 Kosten 6.1 Subsidieregeling praktijkleren Een werkgever kan een subsidie ontvangen voor een gerealiseerde praktijkleerplaats voor een student in het kader van een beroepsopleiding voor zover het de Beroepsbegeleidende Leerweg betreft. De subsidieregeling is te vinden op www.rvo.nl/subsidies-regelingen/subsidieregeling-praktijkleren. 6.2 Stagefonds zorg Met het stagefonds stimuleert het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de instroom van zorgpersoneel. De subsidie is beschikbaar voor de BOL- en BBL-opleidingen Verpleegkundige, Verzorgende, Helpende zorg en welzijn, Zorghulp, Medewerker maatschappelijke zorg (niv.3 en 4) en Pedagogisch medewerker (niv.3 en 4). De regeling Stagefonds is te vinden op www.rijksoverheid.nl. BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 11

7. Internationale bpv 7.1 Internationale bpv MboRijnland ziet internationale ervaringen als een waardevol onderdeel van de opleiding. De student krijgt de kans om kennis van andere culturen op te doen, burgerschapscompetenties te ontwikkelen, vaardigheden in vreemde talen te verbeteren, persoonlijke ontwikkeling door te maken en zelfstandigheid te vergroten. Door het opbouwen en onderhouden van de contacten met onderwijsinstellingen, bedrijven en instellingen in het buitenland creëert mborijnland voor de student mogelijkheden om ervaring op te doen in het buitenland. 8 Bereikbaarheid en contact Contactgegevens van bpv-docenten staan vermeld in het opleidingsspecifieke deel van het bpv handboek voor de student. Algemene contactgegevens: Mail: info@mborijnland.nl Telefoon: 088 222 17 77 7.2 Kosten Voor beroepspraktijkvorming in Europa heeft mborijnland subsidies bij de EU (Erasmus) aangevraagd en gekregen. Zo kunnen de kosten tot een minimum beperkt blijven. Voor stages buiten Europa is helaas geen subsidie beschikbaar. De subsidie bestaat uit: vergoedingen voor de reiskosten van de heen- en terugreis, tegemoetkoming in de verblijfkosten. Deze varieert per land. Meer informatie vind u op de volgende sites www.erasmusplus.nl en www.wilweg.nl. BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 12

9. Bijlagen Bijlage 1: voorbeeld praktijkovereenkomst ID College (voor ROC Leiden is de teskt en de algemene voorwaarden identiek. Ondergetekenden: a. De onderwijsinstelling: : ID College gevestigd te : te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door: naam team : in de persoon van : b. De student: volledige achternaam : roepnaam : initialen: adres : postcode en woonplaats : geboren op : te: m/v : studentnummer : Bij minderjarigheid tevens de wettelijke vertegenwoordiger: naam : adres : postcode en woonplaats : c. Het leerbedrijf: naam : adres : postcode en woonplaats : leerbedrijf-id : te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door: naam contactpersoon : Praktijkovereenkomst: BPV - blad naam keuzedeel : identificatiecode keuzedeel : datum begin keuzedeel : geplande einddatum keuzedeel : totaal aantal te volgen BPV-uren keuzedeel : Ondertekening - De student en het leerbedrijf verklaren door ondertekening kennis te hebben genomen van en in te stemmen met de algemene voorwaarden die deel uitmaken van deze praktijkovereenkomst. Partijen verklaren door ondertekening van deze overeenkomst de in de algemene voorwaarden opgenomen verplichtingen te zullen nakomen. - Partijen verklaren de documenten die onderdeel uitmaken van deze overeenkomst of als bijlage bij deze overeenkomst worden gevoegd te hebben ingezien. Aldus overeengekomen in Gouda en ondertekend door: namens ID College Student Bij minderjarigheid tekent student, mits toestemming van wettelijk vertegenwoordiger is opgenomen in de OOK Naam Functie / emailadres Datum (dd-mm-jjjj) Handtekening Ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) (indien geen toestemming in OOK) Leerbedrijf Teamleider / n.v.t. / n.v.t. komen overeen: Beroepspraktijkvorming - De student wordt ingeschreven voor een door het leerbedrijf verzorgde beroepspraktijkvorming. Algemene voorwaarden - Dit BPV-blad vormt samen met de algemene voorwaarden de tussen de partijen gesloten praktijkovereenkomst. Voor zover daarvan in dit BPV-blad niet wordt afgeweken, zijn de algemene voorwaarden van toepassing. - Als de instelling het BPV-blad na tussentijdse wijzigingen opnieuw uitgeeft, hoeft deze niet nogmaals ondertekend te worden, indien de in artikel 3 van de algemene voorwaarden bedoelde procedure wordt doorlopen. Het nieuwe BPV-blad vervangt het voorgaande BPV-blad. BPV in het kader van domein, kwalificatiedossier of kwalificatie De beroepsopleiding wordt uitgevoerd in het kader van: naam domein, kwalificatiedossier of kwalificatie : crebocode domein, kwalificatiedossier of kwalificatie : kwalificatieniveau : leerweg : overeenkomstnummer : datum begin BPV : geplande einddatum BPV : totaal aantal te volgen BPV uren : naam praktijkopleider (leerbedrijf) : naam BPV-docent (ID College) : Dit is een wettelijk document; u mag hierop geen wijzigingen aanbrengen. Doorhalingen en/of wijzigingen maken dit document ongeldig. Dit is een wettelijk document; u mag hierop geen wijzigingen aanbrengen. Doorhalingen en/of wijzigingen maken dit document ongeldig. BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 13

Praktijkovereenkomst: algemene voorwaarden 1. Randvoorwaarden 1.1. De studentenraad van MBO Rijnland heeft ingestemd met de praktijkovereenkomst van MBO Rijnland en de bijbehorende algemene voorwaarden. 1.2. Deze overeenkomst wordt gesloten tussen de student, MBO Rijnland en het leerbedrijf, in deze overeenkomst ook wel aangeduid als partijen en wordt beheerd door MBO Rijnland. 1.3. De student is ingeschreven bij MBO Rijnland op grond van een onderwijsovereenkomst. 1.4. Op de praktijkovereenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. 1.5. Het bedrijf of de organisatie die de beroepspraktijkvorming (bpv) verzorgt, het leerbedrijf, beschikt op de datum van ondertekening van de praktijkovereenkomst over een gunstige beoordeling van SBB voor de kwalificatie waarvoor de student is ingeschreven bedoeld in artikel 7.2.10 van de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB). 2. Aard van de overeenkomst 2.1. De Algemene Voorwaarden vormen samen met het bpv-blad de praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8. van de WEB. 2.2. In deze overeenkomst staan de algemene rechten en plichten van partijen. Afspraken die specifiek gaan over de door de student te volgen bpv, staan in het bpv-blad. Het bpv-blad is een onlosmakelijk onderdeel van deze overeenkomst. Overal waar in deze overeenkomst bpv staat, wordt de bpv bedoeld zoals vermeld op het bpv-blad. 3. Tussentijdse wijzigingen 3.1. De praktijkovereenkomst en meer in het bijzonder, de bpvgegevens zoals opgenomen op het bpv-blad, kunnen gedurende de bpv-periode met schriftelijke of mondelinge instemming van partijen worden gewijzigd of aangevuld. 3.2. Indien de wijziging van bpv-gegevens voortkomt uit een wijziging van het opleidingstraject van de student, dient op verzoek van de student eerst een aanpassing van de onderwijsovereenkomst plaats te vinden. 3.3. De bpv-gegevens betreffende de opleiding in het kader waarvan de bpv wordt gevolgd, kunnen alleen worden gewijzigd op verzoek van de student. Aan dit verzoek kan een overleg, dan wel advies van MBO Rijnland of het leerbedrijf vooraf gaan. 3.4. De bpv-gegevens betreffende de begin- en geplande einddatum, duur en omvang van de bpv, kunnen ook worden gewijzigd op verzoek van het leerbedrijf. Een dergelijk verzoek wordt door ID College enkel gehonoreerd na overleg met en instemming van de student. 3.5. In geval van een tussentijdse wijziging van de bpv-gegevens, wordt het bpv-blad gedurende de looptijd van de bpv vervangen door een nieuw bpv-blad. 3.6. MBO Rijnland stuurt het nieuwe bpv-blad zo spoedig mogelijk schriftelijk (op papier of digitaal) aan de student (mits toestemming van ouder(-s) en/of wettelijk vertegenwoordiger(s) in de onderwijsovereenkomst in geval van minderjarige student en aan het leerbedrijf. 3.7. De student (en in het geval van minderjarigheid de ouder (-s) en/of wettelijk vertegenwoordiger (-s)) en het leerbedrijf worden in de gelegenheid gesteld om binnen 10 werkdagen na verzending van het nieuwe bpv-blad schriftelijk dan wel mondeling aan MBO Rijnland door te geven als de inhoud van het nieuwe bpv-blad niet correct is. 3.8. Indien de student of het leerbedrijf aangeeft dat de aangepaste bpv-gegevens niet correct (in overeenstemming met het verzoek dan wel de instemming van de niet verzoekende partij) zijn weergegeven, dan zal MBO Rijnland overgaan tot correctie van de betreffende bpv-gegevens. 3.9. Indien de student of het leerbedrijf een bezwaar kenbaar maakt dat erop gericht is dat de bpv-gegevens zijn aangepast zonder dat daaraan een verzoek of instemming ten grondslag heeft gelegen, dan zal MBO Rijnland overgaan tot schrapping van het nieuwe bpv-blad. In dit geval blijft de student de bpv in het leerbedrijf volgen zoals vermeld op het oorspronkelijke bpv-blad, totdat alsnog instemming van beide partijen wordt verkregen. 3.10. Als de student en/of het leerbedrijf niet binnen de termijn van artikel 3.7 reageren, dan vervangt het nieuwe bpv-blad het vorige bpv-blad en wordt daarmee een onderdeel van de praktijkovereenkomst. 4. Inhoud en inrichting 4.1. Beroepspraktijkvorming maakt onderdeel uit van elke beroepsopleiding zoals bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs. De beroepspraktijkvorming vindt plaats bij een door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (verder: SBB) erkend leerbedrijf op grondslag van een praktijkovereenkomst. In de praktijkovereenkomst worden afspraken over de beroepspraktijkvorming vastgelegd zodat de student in staat wordt gesteld de voor de kwalificatie en/of keuzedeel benodigde kennis en ervaring op te doen. De activiteiten die door de student in het kader van de praktijkovereenkomst worden uitgevoerd, hebben een leerfunctie. 4.2. Uitgangspunt van de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs- en vormingsdoelen zoals die staan beschreven in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding. Aan de beroepspraktijkvorming ligt een inhoudelijk plan voor de bpv ten grondslag dat in de studiewijzer en OER is opgenomen of waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen. Het dient voor het leerbedrijf helder te zijn welk deel van de kwalificatie en /of welk keuzedeel de student tijdens zijn bpv moet behalen. De studiewijzer is te downloaden via het studentportaal van MBO Rijnland 4.3. Van de opleiding op basis van de herziene kwalificatiedossiers maken keuzedelen een onlosmakelijk onderdeel uit. Het volgen van keuzedelen en het afsluiten met een examen is een verplicht onderdeel van de opleiding. De student kiest bij aanvang van of gedurende de opleiding keuzedelen. Dit wordt vastgelegd in de onderwijsovereenkomst. De student kan kiezen voor een keuzedeel dat in de beroepspraktijkvorming wordt ingevuld. In dat geval wordt dit geregistreerd op het bpv-blad dat onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van deze praktijkovereenkomst. Er kan een (of meer) keuzede(e)l (en) bij één leerbedrijf worden gevolgd al dan niet aanvullend op de lopende praktijkovereenkomst. BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 14

5. (Inspannings-)verplichting leerbedrijf 5.1. Het leerbedrijf stelt de student in staat om de afgesproken leerdoelen te behalen en zo zijn bpv en/ of keuzedeel te behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer. 5.2. Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begeleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De student weet bij aanvang van de bpv wie de praktijkopleider is. 5.3. De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de bpv-periode deel te nemen aan het onderwijs dat door ID College volgens het geldende rooster wordt aangeboden evenals aan toetsen of examens. 6. (Inspannings-)verplichting MBO Rijnland 6.1. MBO Rijnland draagt zorg voor voldoende begeleiding door de bpvdocent. De student weet bij aanvang van de bpv wie zijn begeleider is. 6.2. De bpv-docent vanuit MBO Rijnland volgt het verloop van de beroepspraktijkvorming door het onderhouden van regelmatige contacten met de student en met de praktijkopleider van het leerbedrijf en bewaakt de voortgang en de aansluiting van de leerdoelen van de student op de leermogelijkheden in het leerbedrijf. 6.3. MBO Rijnland maakt het examenrooster tijdig, minimaal 2 werkweken, bekend zodat de student en het leerbedrijf hier rekening mee kunnen houden. 6.4. MBO Rijnland heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling of de student die onderdelen van de kwalificatie die in de beroepspraktijkvorming zijn gevolgd, heeft behaald. De procedure van de beoordeling en de wijze van beoordeling van de bpv, staan beschreven in de studiewijzer van de opleiding. 6.5. MBO Rijnland beoordeelt deugdelijk of de student een positieve beoordeling van het leerbedrijf heeft gehad en neemt dit oordeel mee als onderdeel van de definitieve beoordeling van de student. 7. (Inspannings-)verplichting student 7.1. De student spant zich zo goed mogelijk in om zijn leerdoelen binnen de afgesproken termijn met succes af te ronden. Dat is voor of uiterlijk op de geplande einddatum die is opgenomen op het bpv-blad. In het bijzonder is de student verplicht daadwerkelijk de bpv te volgen, en op de met het leerbedrijf afgesproken dagen en tijden aanwezig te zijn, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem kan worden verwacht. 7.2. Voor afwezigheid van de bpv gelden voor de student de regels zoals deze door het leerbedrijf gehanteerd worden evenals de regels zoals deze in de onderwijsovereenkomst studiewijzer en studentenstatuut tussen de student en MBO Rijnland zijn afgesproken. 8. Nadere afspraken met de student 8.1. Indien gewenst kunnen MBO Rijnland, de student en het leerbedrijf nadere individuele afspraken maken. Bijvoorbeeld over de leerdoelen, de begeleiding of de beoordeling van de student. 9. Gedragsregels, veiligheid en aansprakelijkheid 9.1. De student is verplicht de binnen het leerbedrijf geldende regels, voorschriften en aanwijzingen in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid in acht te nemen. Het leerbedrijf licht de student voor aanvang van de bpv over deze regels in. 9.2. De student is verplicht alles geheim te houden wat hem onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen. 9.3. Het leerbedrijf treft overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van lichamelijke en geestelijke veiligheid van de student. 9.4. Het leerbedrijf is aansprakelijk voor schade die de student tijdens of in verband met de bpv mocht lijden, tenzij het leerbedrijf aantoont dat zij de in artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de student. Het leerbedrijf is aansprakelijk voor de schade die de student in de uitoefening van zijn werkzaamheden tijdens of in verband met de bpv toebrengt aan de (eigendommen van het) leerbedrijf of aan (de eigendommen van) derden, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de student. 9.6. Het leerbedrijf doet er verstandig aan om een goede aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven af te sluiten. 9.7. MBO Rijnland is gevrijwaard voor schade die is ontstaan aan de student, het leerbedrijf of derden in de uitoefening van de bpv. 10. Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming 10.1. Bij problemen of conflicten tijdens de bpv richt de student zich in eerste instantie tot de praktijkopleider van het leerbedrijf en/of de bpv-docent van MBO Rijnland. Deze proberen om samen met de student tot een oplossing te komen. 10.2. Wanneer de student vindt dat het probleem of conflict niet naar tevredenheid is opgelost en de oorzaak van het probleem of conflict is dat het leerbedrijf de afspraken in deze overeenkomst niet of onvoldoende nakomt, dan kan de student in overleg met de bpv-docent de mogelijkheden bespreken. De student en/of het leerbedrijf kan een klacht indienen via het digitale meldpunt van MBO Rijnland. De klachtenregeling is te vinden in het studentenstatuut en via de website van MBO Rijnland. 10.3. Het leerbedrijf treft maatregelen die gericht zijn op voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. In het geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld, heeft de student het recht om de werkzaamheden per direct neer te leggen zonder dat dit reden is voor een negatieve beoordeling. De student moet de werkonderbreking direct melden bij de praktijkopleider en de bpv-docent. 11. Gegevensuitwisseling en privacy 11.1. Bij het uitwisselen van gegevens over de student nemen ID College en het leerbedrijf de Wet Bescherming persoonsgegevens in acht. Dit betekent onder meer dat zij zorgvuldig omgaan met de persoonsgegevens van de student en dat zij daarover transparant zijn richting de student. Tevens is in het privacyreglement van ID College opgenomen welke gegevens van de student onder welke voorwaarden worden verstrekt aan derden en wanneer de toe stemming van de student daarvoor vereist is. BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 15

12. Duur en beëindiging overeenkomst 12.1. De praktijkovereenkomst treedt na ondertekening van het eerste bpv-blad in werking en wordt in principe aangegaan voor de duur van de bpv-periode zoals vermeld op het bpv-blad. 12.2. De praktijkovereenkomst eindigt van rechtswege: a. Op het moment dat de student de bpv met positieve beoordeling heeft voltooid of in het geval van een keuzedeel indien de student het keuzedeel heeft afgerond. b. Door het verstrijken van de geplande einddatum zoals vermeld op het bpv-blad. c. Door het eindigen van de onderwijsovereenkomst tussen de student en MBO Rijnland. d. Door ontbinding of door verlies van rechtspersoonlijkheid van het leerbedrijf of wanneer het leerbedrijf ophoudt het in de praktijkovereenkomst bedoelde beroep in het genoemde bedrijf uit te oefenen. e. Wanneer de erkenning van het leerbedrijf zoals bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB is verlopen of ingetrokken. 12.3. De praktijkovereenkomst kan in onderling overleg tussen IDCollege, de student en het leerbedrijf met wederzijds goedvinden worden beëindigd. 12.4. De praktijkovereenkomst kan (buitengerechtelijk) worden ontbonden: a. Door het leerbedrijf als de student zich ondanks nadrukkelijke (herhaalde) waarschuwing, niet houdt aan gedragsregels zoals genoemd in artikel 9.1 van deze algemene voorwaarden. b. Door een van de partijen als op grond van zwaarwegende omstandigheden in redelijkheid niet langer van deze partij kan worden verlangd de praktijkovereenkomst te laten voortduren. c. Door een van de partijen als MBO Rijnland, de student of het leerbedrijf de hem bij wet of in de praktijkovereenkomst opgelegde verplichtingen niet nakomt. d. Door de student of het leerbedrijf, als de arbeidsovereenkomst (indien aanwezig) tussen de student en het leerbedrijf wordt beëindigd. 12.5. Een ontbinding door een van de partijen op grond van artikel 12.4. Vindt schriftelijk plaats aan de andere partijen met vermelding van de reden van ontbinding. 12.6. Voorafgaand aan een ontbinding op grond van artikel 12.4 onder c dient de partij die zijn verplichtingen niet nakomt door de andere partijen in de gelegenheid te worden gesteld om binnen een termijn van twee weken alsnog zijn verplichtingen na te komen. Een schriftelijke ingebrekestelling is niet nodig indien nakoming blijvend onmogelijk is of als de partij reeds te kennen heeft gegeven zijn verplichtingen niet meer na te zullen komen en het stellen van een termijn overbodig is. 13. Vervangende praktijkplaats 13.1. Indien de praktijkovereenkomst wordt beëindigd omdat het leerbedrijf niet aan haar verplichtingen voldoet (de praktijkplaats is niet of niet volledig beschikbaar, de begeleiding schiet tekort of ontbreekt, het leerbedrijf beschikt niet langer over een gunstige beoordeling als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB of er is sprake van andere omstandigheden die maken dat de bpv niet langer naar behoren kan plaatsvinden), dan bevordert MBO Rijnland na overleg met SBB dat een toereikende vervangende voorziening zo snel als mogelijk beschikbaar 14. Slotbepaling In de gevallen waarin de praktijkovereenkomst niet voorziet, beslissen MBO Rijnland en het leerbedrijf na overleg met de student. Als het om zaken gaat die de verantwoordelijkheid van SBB raken, dan wordt SBB bij dit overleg betrokken. Voorgenomen besluit College van Bestuur 14 maart 2017 Instemming studentenraad MBO Rijnland 02 april 2017 Definitief vastgesteld College van Bestuur 16 mei 2017 BEROEPSPRAKTIJKVORMING INFORMATIEGIDS 16