Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en)

Vergelijkbare documenten
Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

13585/17 WST/sht/bb DGD 2

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en)

13581/17 WST/sht/bb DGD 2

14899/09 HD/mm DG H 2 A

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en)

5307/10 VP/mm DG H 2 B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 november 2003 (OR. fr) 14303/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0150 (AVC) JUSTCIV 236 ATO 193

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 17 oktober 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 15 april 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2012 (OR. en) 5651/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0361 (NLE) LIMITE

Raad van de Europese Unie Brussel, 15 april 2015 (OR. en)

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2017) 357 final. Bijlage: COM(2017) 357 final /17 fb DG D 2A. Raad van de Europese Unie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 april 2019 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 oktober 2013 (OR. en) 13408/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0020 (NLE) TRANS 466 MAR 126

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 mei 2015 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 oktober 2014 (OR. en)

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

8194/18 JVS/sht DGC 2A. Raad van de Europese Unie Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 8194/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0102 (NLE)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juli 2015 (OR. en)

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 juni 2010 (OR. en) 11223/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0177 (NLE)

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 mei 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 oktober 2014 (OR. en)

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 januari 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 mei 2015 (OR. en)

8620/01 AL/td DG H I NL

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2

Brussel, 14 mei 2012 (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0303 ( LE) AMLAT 99 PESC 1390 WTO 388

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 oktober 2014 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 5 oktober 2016 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

Raad van de Europese Unie Brussel, 28 juli 2017 (OR. en)

TREE.1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0030 (COD) PE-CONS 55/19

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 november 2007 (OR. en) 12012/1/07 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2007/0080 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 april 2011 (OR. en) 8202/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0392 (NLE) PECHE 84

9079/17 JVS/bb 1 DGC 2A

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 juni 2004 (OR. en) 10470/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/0110 (COD) ENER 169

6986/01 CS/vj DG H I NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT 2004/0045 (COD) PE-CONS 3601/05 ENV 16 CODEC 22 OC 5

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 juli 2007 (OR. en) 11596/07 JAI 372 USA 44 RELEX 547 AVIATION 123 DATAPROTECT 33

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

15495/1/10 REV 1 VP/lg DG G1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

13082/14 CV/mg DGC 1B. Raad van de Europese Unie. Brussel, 29 september 2014 (OR. en) 13082/14. Interinstitutioneel dossier: 2014/0223 (NLE)

TRACTATENBLAD VAN HET

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 maart 2015 (OR. en)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2011) 516 definitief

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en)

15410/17 JVS/sht DGC 1A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE)

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

TRACTATENBLAD VAN HET

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 maart 2015 (OR. en)

Transcriptie:

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0177 (E) 13777/15 JUSTCIV 256 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot machtiging van de Republiek Oostenrijk om het Verdrag van 's-gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken te ondertekenen en te bekrachtigen en tot machtiging van Malta om ertoe toe te treden, in het belang van de Europese Unie 13777/15 CS/lg

BESLUIT (EU) 2015/ VAN DE RAAD van tot machtiging van de Republiek Oostenrijk om het Verdrag van 's-gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken te ondertekenen en te bekrachtigen en tot machtiging van Malta om ertoe toe te treden, in het belang van de Europese Unie DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 81, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement 1, 1 PB C van, blz. 13777/15 CS/lg 1

Overwegende hetgeen volgt: (1) Het Verdrag van 's-gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken ("het Verdrag") vereenvoudigt de wijzen van toezending van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken tussen de Verdragsluitende staten. Het vereenvoudigt aldus de gerechtelijke samenwerking in grensoverschrijdende geschillen in burgerlijke en handelszaken. (2) Veel landen, waaronder de lidstaten met uitzondering van de Republiek Oostenrijk en Malta, zijn partij bij het Verdrag. De Republiek Oostenrijk en Malta hebben belangstelling getoond om partij te worden bij het Verdrag. Het is in het belang van de Unie dat alle lidstaten partij zijn bij het Verdrag. Bovendien moedigt de Unie, in het kader van haar externe beleid op het gebied van civiel recht, de toetreding tot het Verdrag en de bekrachtiging ervan door derde staten aan. (3) De Unie heeft externe bevoegdheid met betrekking tot het Verdrag voor zover de bepalingen daarvan gevolgen hebben voor sommige bepalingen van de Uniewetgeving of voor zover de toetreding van bijkomende lidstaten tot het Verdrag leidt tot wijziging van de strekking van sommige bepalingen van de Uniewetgeving, zoals artikel 28, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad 1. (4) Het Verdrag biedt aan regionale organisaties voor economische integratie, zoals de Unie, niet de mogelijkheid om deel te nemen. Dientengevolge kan de Unie niet tot het Verdrag toetreden. 1 Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1). 13777/15 CS/lg 2

(5) Derhalve dient de Raad de Republiek Oostenrijk te machtigen om het Verdrag te ondertekenen en te bekrachtigen, en Malta te machtigen om ertoe toe te treden, in het belang van de Unie. De lidstaten behouden hun bevoegdheid voor de gebieden van het Verdrag die geen gevolgen hebben voor de regels van de Unie noch de strekking daarvan wijzigen, overeenkomstig artikel 3, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. (6) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad 1 en nemen bijgevolg deel aan de vaststelling en de toepassing van dit besluit. (7) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in deze lidstaat, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: 1 Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken ("de betekening en de kennisgeving van stukken"), en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad (PB L 324 van 10.12.2007, blz. 79). 13777/15 CS/lg 3

Artikel 1 De Raad machtigt de Republiek Oostenrijk om het Verdrag van 's-gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken te ondertekenen en te bekrachtigen en machtigt Malta om in het belang van de Europese Unie ertoe toe te treden, in het belang van de Unie. De tekst van het Verdrag is aan dit besluit gehecht. Artikel 2 1. De Republiek Oostenrijk neemt de nodige maatregelen om haar akte van bekrachtiging van het Verdrag binnen een redelijke termijn en uiterlijk 31 december 2017 neder te leggen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden. 2. De Republiek Oostenrijk stelt de Raad en de Commissie in kennis van de datum van nederlegging van de akte van bekrachtiging. Artikel 3 1. Na de inwerkingtreding van dit besluit stelt Malta het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden op de hoogte van de datum waarop het Verdrag op Malta van toepassing zal zijn. 2. Malta stelt de Raad en de Commissie eveneens in kennis van de in lid 1 bedoelde datum. 13777/15 CS/lg 4

Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 5 Dit besluit is gericht tot de Republiek Oostenrijk en Malta. Gedaan te, Voor de Raad De voorzitter 13777/15 CS/lg 5