Spraytronic II. Gebruiksaanwijzing. Omschrijving : Spraytronic II Doc.nr.: Soort: HANDLEIDING Aantal bladen: 23 Versie: v1.

Vergelijkbare documenten
MC 785D-6p in- en opbouw

MC 785 EASY. in- en opbouw. Gebruiksaanwijzing. Omschrijving : MC 785 EASY Thermostaat Doc.nr.:

SPRAYTRONIC (met QDS)

MC 785 AL KLIMA. Gebruiksaanwijzing (Opbouw) Omschrijving : MC 785 AL KLIMA Alarm Thermo/Hygrostaat Doc.nr.:

MC 785D -50/+100 O C per 0,5 O C

MC 785 KLIMA O C Gebruiksaanwijzing (Opbouw en Inbouw)

MC 785T-DF in- en opbouw

MC 795D. Gebruiksaanwijzing In- en opbouw uitvoering. Omschrijving : MC 795D Hygrostaat Doc.nr.:

KLIMA 500 TOPLINE. Gebruiksaanwijzing. Omschrijving : Klima 500 Topline (Alfanet) met of zonder aan/uit schak. Doc.nr.:

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

MC 785-DF ALFANET met toegangscode in- en opbouw

MC 785-DF ALFANET in- en opbouw

Handleiding. 24Vdc -50/+50 C

Gebruiksaanwijzing LMS Controller 8x Digitaal-in Module t.b.v. ALFANET

Alfanet PC-interface 2e gen.

Handleiding ALFA(NET) 71 0/+100 C

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

Gebruiksaanwijzing ALFANET TEMPLOGGER 16x PT1000 Module

Gebruiksaanwijzing DSC785 Dry/Store Controller

MC 785T-DF en MC 785T-DF ALFANET in- en opbouw

Gebruiksaanwijzing ALFA-45 Bedien-unit Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing.

Gebruiksaanwijzing LMS Controller Module Remote-Switch t.b.v. ALFANET

Gebruiksaanwijzing ALFA 57 Pa en ALFANET 57 Pa

Gebruiksaanwijzing TTA /+150 C (1) VDH doc Versie: V1.1 Datum:

MC 585 MC 585 Alfanet

Gebruiksaanwijzing ALFA 85 Koel Thermostaat met fanen ontdooisturing

Gebruiksaanwijzing ALFA 55 24Vdc Koel/Ontd. Thermostaat met ventilator-sturing.

Gebruiksaanwijzing TTA DEUR. Typenummer (meting per 0,1C)

ALFA(NET) 75 RTDF. Handleiding -50/+50 C. 1 Functie. 2 Installatie. 3 Bediening. 4 Bekijken/veranderen setpoint

Slimline. opbouw uitvoering. Installatie/gebruiksaanwijzing. Soort: INSTALLATIE GEBRUIKSAANWIJZING Aantal bladen: 10 Versie: V1.6

MC 585 +NETWERK. opbouw. Gebruiksaanwijzing. Omschrijving : MC NETWERK Opbouw thermostaat Doc.nr.:

Alfanet PC-interface 2e gen. RS485 naar RS232 of USB met of zonder extra geheugen

GR2511 Geerlofs. Gebruiksaanwijzing In- en opbouw uitvoering. Omschrijving : Geerlofs GR 2511 thermostaat Doc.nr.:

Installatiehandleiding Bedien-unit luxe Warmte Terug Win unit

MC 745-CC SMEVA opbouw

Gebruiksaanwijzing ALFA-45A Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing en waakalarm.

Handleiding ALFANET 70-Clock

Alfanet IP-interface RS485 naar Ethernet

Gebruiksaanwijzing ALFANET 75 Koel/Ontd. Thermostaat met ventilator-sturing

Gebruiksaanwijzing ALFA-45 en ALFANET-45

MC 785-DF KLIMA ALFANET-uitvoering

LMS RS485 Modbus Interface

Gebruiksaanwijzing ALFANET 95

Gebruiksaanwijzing ALFANET 95 met deurcontact

MC 585 MC 585 Alfanet

Gebruiksaanwijzing ALFA 75 RTDF

Gebruiksaanwijzing ALFANET 95

Gebruiksaanwijzing ALFA 55 RTDF en ALFANET 55 RTDF

MC 785-SC in- / opbouw

MC 785-MP. Gebruiksaanwijzing Opbouw en Inbouw uitvoering. Omschrijving : MC 785-MP Doc.nr.: Soort: HANDLEIDING Aantal bladen: 28 Versie: V2.

MC Traps Thermostaat (3x Relais en 1x Analoog-uit)

VDH FC785D-PH. Gebruikers aanwijzing. (in- en opbouw uitvoering) Omschrijving: FC785D/PH (In- en Opbouw) Fruitthermostaat Doc.nr.

Gebruiksaanwijzing ALFANET 88 PID 15Vac/dc

Installatiehandleiding

Gebruikershandleiding Heinen en Hopman Airco FC400

GEBRUIKSAANWIJZING HD Microprocessor Volledig vrij instelbare controller

Bedienerhandleiding. Digital Compressor Controller.

Regel omschrijving: Ventilatie regeling Kampmann

MotorControl gebruiksaanwijzing V3 vanaf softwareversie 2.0e

Smartline. Opbouw en inbouw uitvoering. Installatie/gebruiksaanwijzing. Soort: INSTALLATIE GEBRUIKSAANWIJZING Aantal bladen: 16 Versie: V1.

Gebruikershandleiding. Bedienpaneel MINI-REP

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54

HANDLEIDING SMARTLINE-PLUS

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54

Temperatuurregeling met ontdooifunctie

DF405_V5 Universele uitlezing opbouw

Draadloze zoneregelaar HCE80. Handleiding bij het inleren

2HEAT DHT: OPBOUW DIGITALE THERMO- en HYGROSTAAT

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260

Productinformatie. ORION-VA Klimaatcomputer met centrale regelingen (IRIS)

CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Inhoudsopgave. Handleiding: MC v2.0a. Pagina - 1 -

Productinformatie. ORION-VS Klimaatcomputer met centrale regelingen (SIRIUS)

RCW Afstandsbediening

Technisch Bureau Nico Veeken. Industrial Air Filtration

2HEAT PID: intelligence digital temperature control instrument

Gebruiksaanwijzing WTW PC-software

FC 785-PC. Gebruiksaanwijzing (Opbouw en Inbouw) Omschrijving : FC 785-PC Fruitthermostaat Doc.nr.:

Service Manual. Comfort System

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

MC 785-SC in- / opbouw

Handleiding MH1210B temperatuurregelaar

Overzicht van de drooginstallatie 1 sectie voor 3 kistplaatsen (1.1, 1.2 en 1.3).

Productinformatie. CYGNUS-V Ventilatiecomputer 1 afdeling

Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Ruimte MODBUS. Omschrijving

BEDIENINGSINSTRUCTIE BLUSCENTRALE TYPE 8010

Functionele omschrijving Verhulst Basic

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O

VALIO XP KLOKTHERMOSTAAT

ELVA Security

MS Fancontroller. Gebruiksaanwijzing / /F

Concept 420 sm (productinformatie) Blad 1 04/2008

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000

Nunu Modulentechniek Serie FM2000 Technische documentatie

In werking stellen Hoofdstuk 6

Transcriptie:

Spraytronic II Gebruiksaanwijzing Omschrijving : Spraytronic II Doc.nr.: 1241 Soort: HANDLEIDING Aantal bladen: 23 Versie: v1. Bestand: Do1241 Spraytronic II v1 NL.wpd Software: LMS Spraytronic II HP v1.1 Door: BJ Datum: 35212 VDH Products BV Roden Holland Paraaf: Kast: Doc'12

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 2 van 23 Inhoudsopgave 1. Technische specificaties...3 1.1 Algemeen...3 1.2 Bedienpaneel...3 1.3 Hoofdpaneel...5 2. Functionele specificaties...7 2.1 Verwarming...7 2.2 Ventilatorsturing...9 2.3 Drukregeling...11 2.4 Verlichting...11 2.5 Bedrijfsstanden...11 2.6 Nakoelthermostaat...13 2.7 Persluchtvrijgave...13 3. Bediening...14 3.1 Regelaar in en uitschakelen...14 3.2 Verlichting in en uitschakelen... 14 3.3 Handmatig starten en stoppen van de spuitstand...14 3.4 Starten en stoppen van de QDSstand...14 3.5 Starten en stoppen van de droogstand...14 3.6 Weergeven en instellen van de temperatuursetpoints...15 3.7 Weergeven en instellen van de tijdsetpoints...15 3.8 Weergeven inblaastemperatuur...15 3.9 Instellen van de cabinedruk...15 3.1 Instellen van de luchtsnelheid...16 3.11 Uitlezen van de urentellers...16 4. Parameters...17 4.1 Parametertabel.... 17 5. Voelercalibratie...19 6. Storingen...2 7. Frontaanzicht...21 8. Aansluitschema...22 9. Maatgegevens...23 Bij de samenstelling van dit document is met de meeste zorg te werk gegaan en de informatie hierin wordt geacht betrouwbaar te zijn. VDH Products BV aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of vergissingen en behoudt zich het recht voor dit document zonder kennisgeving aan te passen of te wijzigen.

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 3 van 23 1. Technische specificaties 1.1 Algemeen Type : Spraytronic II Voeding : 23 VAC, 5/6 Hz (1/+5). Opgenomen vermogen : 9 VA?? Werktemperatuur : 2..+5/C Opslag temperatuur : 2..+6/C Werk RH : 1..+9 RH, niet condenserend Nauwkeurigheid : ±,5 van het bereik 1.2 Bedienpaneel Soort : wandopbouw paneel Materiaal : kunststof (ABS) Afmetingen : 28 x 17 x 6mm (b x h x d) Communicatie : RS485 Voeding : 12 VDC Aansluitingen : schroefklemmen Trekontlasting : wartel M2x1,5 (kabeldiameter 7..12mm) Front : polycarbonaat Links: = 4cijferig digitaal display Leds: = recirculatiestand actief = pauzestand actief = spuitstand actief = indicatie cabinedeur open (via deurcontact) = uitdampen actief = afkoelen actief = indicatie filter vuil = alarm actief Toetsen: = regelaar aan/uit = verlichting onder aan/uit = verlichting midden aan/uit = verlichting boven aan/uit = spuiten handmatig start/stop = QDS (Quick Dry System) start/stop = drogen start/stop

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 4 van 23 Rechts: = 4cijferig digitaal display Leds: = brander ingeschakeld = brander hoogstand ingeschakeld = brander in storing = halverwarming actief = toevoerventilator: = afzuigventilator: groene led = toevoerventilator ingeschakeld rode led = toevoerventilator in storing groene led rode led = temperaturen instellen = tijden instellen = neertoets (waarde verlagen) = optoets (waarde verhogen) = storing resetten = cabinedruk instellen = luchtsnelheid instellen = urentellers uitlezen = afzuigventilator ingeschakeld = afzuigventilator in storing

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 5 van 23 1.3 Hoofdpaneel Het hoofdpaneel bestaat uit een aantal LMSmodules die gezamelijk de besturing vormen. Hieronder volgt een overzicht van alle mogelijke aansluitingen van het hoofdpaneel. Het gebruik hiervan is toepassingsafhankelijk. LMS CONTROLLER MODULE Spraytronic II HPF Voeding: Communicatie: 12VDC (1,2VA) RS485 LAN = (local area network) tbv communicatie met BP RS485 WAN = (wide area network) tbv externe communicatie I 2 CBUS = tbv communicatie met LMS modules Ingangen: Pt11 = temperatuurvoeler cabine 5..+15 /C (Pt1 2draads, volgens DIN/IEC 751) Pt12 = temperatuurvoeler inblaas 5..+15 /C (optioneel) (Pt1 2draads, volgens DIN/IEC 751) 42mA in = drukopnemer cabine (VDH PX254), 42mA =..25 Pa IRS = detectie spuitluchtafname (2draads +/) In1 = werkschakelaar (NC) (potentiaal vrij ingangscontact) In2 = branddetectie (NO) (potentiaal vrij ingangscontact) In3 = noodstop (NC) (potentiaal vrij ingangscontact) LMS ANALOG OUT MODULE Voeding: 12VDC (1,1VA) Communicatie: I 2 CBUS Analoge uitgang: Out1 = snelheid toevoerventilator frequentieregelaar..1vdc, Rb min = 1Kohm Out2 = snelheid afzuigventilator frequentieregelaar..1vdc, Rb min = 1Kohm Out3 = brander gasklep positie..1vdc, Rb min = 1Kohm Out4 = reserve..1vdc, Rb min = 1Kohm Adresjumpers: J1+J2 geplaatst (= module 1 van maximaal 4 dezelfde modules) LMS DIGITAL INPUT MODULE 1 Voeding: 12VDC (,3VA) Communicatie: I 2 CBUS Digitaal ingang: In1 = toevoerventilator storing (NO) (potentiaal vrij ingangscontact) In2 = afzuigventilator storing (NO) (potentiaal vrij ingangscontact) In3 = nakoelthermostaat (NO) (potentiaal vrij ingangscontact) In4 = cabinedrukbeveiliging (NC) (potentiaal vrij ingangscontact) In5 = maximaal thermostaat (NO) (potentiaal vrij ingangscontact) In6 = brander storing (NO/NC, afh. P27) (potentiaal vrij ingangscontact) Adresjumpers: J1+J2 geplaatst (= module 1 van maximaal 4 dezelfde modules)

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 6 van 23 LMS DIGITAL INPUT MODULE 2 Voeding: 12VDC (,3VA) Communicatie: I 2 CBUS Digitaal ingang: In1 = persluchtdruk detectie (NO/NC, afh. P82) (potentiaal vrij ingangscontact) In2 = deurschakelaar (NO) (potentiaal vrij ingangscontact) In3 = afhankelijk van P85 (potentiaal vrij ingangscontact) In4 = afhankelijk van P86 (potentiaal vrij ingangscontact) In5 = afhankelijk van P87 (potentiaal vrij ingangscontact) In6 = afhankelijk van P88 (potentiaal vrij ingangscontact) Adres jumpers: J2 geplaatst (= module 2 van maximaal 4 dezelfde modules) LMS 7X RELAY MODULE 1 Voeding: 12VDC (3VA) Communicatie: Relais: Adresjumpers: I 2 CBUS RY1 = toevoerventilator aan of N (afh. P7)(C/NO/NC, 25VAC/1A niet inductief) RY2 = toevoerventilator ster (afh. P7) (C/NO/NC, 25VAC/1A niet inductief) RY3 = toevoerventilator driehoek (afh. P7)(C/NO/NC, 25VAC/1A niet inductief) RY4 = recirculatieklep (C/NO/NC, 25VAC/1A niet inductief) RY5 = verlichting boven (C/NO, 25VAC/1A niet inductief) RY6 = verlichting midden (C/NO, 25VAC/1A niet inductief) RY7 = verlichting onder (C/NO, 25VAC/1A niet inductief) J1+J2 geplaatst (= module 1 van maximaal 4 dezelfde modules) LMS 7X RELAY MODULE 2 Voeding: 12VDC (3VA) Communicatie: I 2 CBUS Relais: RY1 = afzuigventilator aan of N (afh. P7) (C/NO/NC, 25Vac/1A niet inductief) RY2 = afzuigventilator ster (afh. P7) (C/NO/NC, 25Vac/1A niet inductief) RY3 = afzuigventilator driehoek (afh. P7) (C/NO/NC, 25Vac/1A niet inductief) RY4 = reserve (C/NO/NC, 25Vac/1A niet inductief) RY5 = reserve (C/NO, 25Vac/1A niet inductief) RY6 = perslucht vrijgave (C/NO, 25Vac/1A niet inductief) RY7 = alarm (C/NO, 25Vac/1A niet inductief) Adresjumpers: J1 geplaatst (= module 2 van maximaal 4 dezelfde modules) LMS 7X RELAY MODULE 3 Voeding: 12VDC (3VA) Communicatie: I 2 CBUS Relais: RY1 = brander vrijgave (C/NO/NC, 25Vac/1A niet inductief) RY2 = brander aan of laag (afh. P1) (C/NO/NC, 25Vac/1A niet inductief) RY3 = brander hoog (C/NO/NC, 25Vac/1A niet inductief) RY4 = afhankelijk van P83 (C/NO/NC, 25Vac/1A niet inductief) RY5 = afhankelijk van P84 (C/NO, 25Vac/1A niet inductief) RY6 = brander reset (C/NO, 25Vac/1A niet inductief) RY7 = brander voeding (C/NO, 25Vac/1A niet inductief) Adresjumpers: J2 geplaatst (= module 3 van maximaal 4 dezelfde modules)

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 7 van 23 2. Functionele specificaties De Spraytronic II is een complete besturing voor een spuitcabine en bestaat uit een combinatie van een bedienpaneel (Spraytronic II BP) en een hoofdprint (Spraytronic II HP), welke met een 4aderige verbindingskabel met elkaar verbonden zijn. 2.1 Verwarming De regeling kan een brander aansturen die de spuitcabine in de verschillende bedrijfsstanden op temperatuur brengt. De brander wordt geschakeld op basis van de gemeten regeltemperatuur en het actieve setpoint. De regeltemperatuur en het setpoint zijn afhankelijk van de actieve bedrijfsstand: Bedrijfsstand Regeltemperatuur Setpoint recirculeren cabinetemperatuur spuitsetpoint pauze inblaastemperatuur (P2 =1), anders cabinetemperatuur spuiten inblaastemperatuur (P2 =1), anders cabinetemperatuur spuitsetpoint spuitsetpoint QDS cabinetemperatuur QDSsetpoint drogen cabinetemperatuur droogsetpoint De voeding van de brander (LMS 7x RELAY MODULE 3, RY7) is altijd ingeschakeld als de regelaar aan is. Er kunnen verschillende soorten branders aangestuurd worden, in te stellen met parameter P1: Aan/uit + hoog/laagbrander (P1 = ) Brander aan als regeltemperatuur <= setpoint. Brander in hoogstand als regeltemperatuur <= setpoint P13. Brander van hoogstand naar laagstand als regeltemperatuur > setpoint P13 + P12. Brander uit als regeltemperatuur > setpoint + P11. Brander wordt ook van hoogstand naar laagstand geschakeld wanneer de regeling in de pauzestand staat en/of wanneer er een inblaastemperatuurvoeler aanwezig is (P2 = 1), en de gemeten inblaastemperatuur boven de ingestelde maximum inblaastemperatuur (P26) komt. De volgende relais worden gebruikt voor de aan/uit en hoog/laag schakeling: aan: LMS 7X RELAY MODULE3, RY2 hoog: LMS 7X RELAY MODULE3, RY3

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 8 van 23 Open brander (P1 = 1) Op basis van regeltemperatuur en setpoint wordt een PIuitsturing berekend. Hierbij zijn Pband en Itijd instelbaar met respectievelijk parameters P14 + 15 (spuiten) en P16 + P17 (drogen). Met de berekende PIuitsturing wordt vervolgens een brandergasklep aangestuurd. De gasklep kan worden aangestuurd met 2 relais, of een analoog signaal (...1VDC): open: LMS 7X RELAY MODULE 3, RY3 dicht: LMS 7X RELAY MODULE 3, RY2 analoog signaal: LMS ANALOG OUT MODULE 1, Out 3 Voor sturing van de gasklep via relais moet de werkelijke looptijd van de gasklep ingevuld worden bij parameter P18. Na inschakelen van de voedingsspanning van de brander geldt er altijd een regelvertraging voor de sturing van de gasklep door middel van relais. Dit ter initialisatie van de gasklep. Deze regelvertraging is gelijk aan 1,2 keer de looptijd van de gasklep (P18). Gedurende deze regelvertraging is het dichtrelais ingeschakeld. Er kan aan een vrije digitale ingang (LMS DIGITAL INPUT MODULE 2, In3...In6) een contact wordt aangesloten welke gemaakt wordt als de gasklep volledig dicht is, de regelvertraging wordt dan beëindigd wanneer dit contact sluit. De functie van de betreffende digitale ingang moet dan met P85...P88 ingesteld worden op 5. Het brandervrijgaverelais (LMS 7X RELAY MODULE 3, RY1) is ingeschakeld als regelaar aan is. In de aanstand kan het brandervrijgaverelais door aantal oorzaken worden uitgeschakeld: deur open tijdens drogen, i.v.m. rookgassen in de cabine. Alleen als P28 = 1. na handmatige branderreset d.m.v. toetscombinatie op Spraytronic II BP. Na inschakelen van het brandervrijgaverelais geldt er een vertraging van P19 voordat de gasklep weer wordt open gestuurd. Gedurende de vertraging wordt de gasklep dicht gestuurd. Voor elke luchtsnelheid is er maximum PIuitsturing instelbaar door middel van parameters: luchtsnelheid spuiten 1...3: P2...P22 luchtsnelheid drogen 1...3: P23...P25 Een storingscontact van de brander kan aangesloten worden op LMS DIGITAL INPUT MODULE 1, ingang In6. Afhankelijk van de waarde van parameter P27 wordt bij een gesloten contact (P27 = ), of bij een geopend contact (P27 = 1) een storingsmelding op de bediening weergegeven. Indien de brander over een externe resetaansluiting beschikt, dan kan deze worden aangesloten op LMS 7X RELAY MODULE 3, RY6. Het relais wordt 5 ingeschakeld wanneer op de bediening de OP en RESETtoetsen gelijktijdig worden ingedrukt.

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 9 van 23 2.2 Ventilatorsturing De regeling kan de toevoer en afzuigventilatoren van de cabine aansturen. De toevoerventilator wordt direct na het aanzetten van de cabine ingeschakeld. Er kunnen verschillende ventilatorconfiguraties worden aangesloten, in te stellen met parameter P7: Toevoer en afzuigventilator via frequentieregelaar (P7 = ): De afzuigventilator wordt na inschakelen van de toevoerventilator met een vertraging van P77 ingeschakeld. Inschakelen toevoerventilator: LMS 7X RELAY MODULE 1, RY1 Snelheid toevoerventilator: LMS ANALOG OUT MODULE 1, Out 1 Inschakelen afzuigventilator: LMS 7X RELAY MODULE 2, RY1 Snelheid afzuigventilator: LMS ANALOG OUT MODULE 1, Out 2 Actieve snelheid hangt af van bedrijfsstand: bedrijfsstand luchtsnelheid snelheid toevoerventilator snelheid afzuigventilator recirculeren drogen1 P63 via cabinedrukinstelling pauze spuiten1 P6 via cabinedrukinstelling spuiten spuiten1...3 P6...P62 via cabinedrukinstelling QDS drogen1..3 (keuze met P66) P63...P65 via cabinedrukinstelling drogen drogen1..3 P63...P65 via cabinedrukinstelling nakoelen spuiten1..3 (keuze met P68) P6...P62 via cabinedrukinstelling Toevoerventilator via sterdriehoek en afzuigventilator va frequentieregelaar (P7 = 1): De afzuigventilator wordt na inschakelen van de toevoerventilator met een vertraging van P77 ingeschakeld. Toevoerventilator net: Toevoerventilator ster: Toevoerventilator driehoek: LMS 7X RELAY MODULE 1, RY1 LMS 7X RELAY MODULE 1, RY2 LMS 7X RELAY MODULE 1, RY3 Inschakelen afzuigventilator: LMS 7X RELAY MODULE 2, RY1 Snelheid afzuigventilator: LMS ANALOG OUT MODULE 1, Out 2 Bij inschakelen van de toevoerventilator worden eerst de net en sterrelais bekrachtigd. Na een instelbare tijd (P72) wordt het sterrelais uitgeschakeld, waarna na,2 het driehoekrelais wordt bekrachtigd. Met P71 kan worden ingesteld of de afzuigventilator in de recirculatiestanden (recirculeren, QDS en drogen) ingeschakeld is.

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 1 van 23 Als P71 =, dan geldt er bij het inschakelen van de afzuigventilator bij overgang van een recirculatiestand naar een spuitstand (pauze, spuiten, nakoelen) een vertraging van P74. Bij het uitschakelen van de afzuigventilator geldt een uitschakelvertraging van P75. De snelheid van de afzuigventilator is in de recirculatiestanden altijd drogen 1, en in de spuitstanden altijd spuiten 1. Toevoerventilator en afzuigventilator via sterdriehoek (P7 = 2): De afzuigventilator wordt na inschakelen van de toevoerventilator met een vertraging van P74 ingeschakeld. Toevoerventilator net: Toevoerventilator ster: Toevoerventilator driehoek: Afzuigventilator net: Afzuigventilator ster: Afzuigventilator driehoek: LMS 7X RELAY MODULE 1, RY1 LMS 7X RELAY MODULE 1, RY2 LMS 7X RELAY MODULE 1, RY3 LMS 7X RELAY MODULE 2, RY1 LMS 7X RELAY MODULE 2, RY2 LMS 7X RELAY MODULE 2, RY3 Bij inschakelen van een ventilator worden eerst de net en sterrelais bekrachtigd. Na een instelbare tijd (toevoer P72, afvoer P73) wordt het sterrelais uitgeschakeld, waarna na,2 het driehoekrelais wordt bekrachtigd. Met P71 kan worden ingesteld of de afzuigventilator in de recirculatiestanden (recirculeren, QDS en drogen) ingeschakeld is. Bij het uitschakelen van de afzuigventilator geldt een uitschakelvertraging van P75. Algemeen: Als P7 < 2: De op en aftoersnelheid van toevoerventilator en van de afzuigventilator zijn instelbaar met respectievelijk P32 en P33. De minimale en maximale ventilatorsnelheden zijn instelbaar met parameters P34 + P35 (toevoerventilator) en P36 + P37 (afzuigventilator). De parameterwaarden zijn in procenten van...1vdc.

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 11 van 23 2.3 Drukregeling De druk in de cabine wordt bepaald door de verhouding tussen de hoeveelheid toegevoerde lucht en de hoeveelheid afgezogen lucht. Met parameter P3 kan een keuze worden gemaakt tussen handmatige (P3 = ) of automatische (P3 = 1) drukregeling. Het instellen van de druk wordt beschreven in paragraaf 3.9. Handmatige drukregeling (P3 = ): In elke bedrijfsstand kan de gewenste cabinedruk worden ingesteld door de snelheid van de afzuigventilator te corrigeren. Wanneer de toevoer en afzuigventilator via ster/driehoek geschakeld worden (P7 = 2), dan kan voor de drukregeling een...1vdc drukregelklep worden aangesloten op LMS ANALOG OUT MODULE 1, Out 2. Automatische drukregeling (P3 = 1): Aan de hand van het ingestelde druksetpoint en de gemeten cabinedruk wordt de snelheid van de afzuigventilator (of drukregelklep) continu geregeld. Met parameter P31 is de Pband voor de drukregeling instelbaar. Wanneer een deur van de cabine wordt geopend (deurcontact gesloten), dan worden de ventilatorsnelheden op het moment van openen vastgehouden. Na het sluiten van alle deuren wordt de drukregeling na een vertraging van P38 weer hervat. 2.4 Verlichting Er kunnen maximaal 3 verlichtingsgroepen (onder, midden en boven) worden aangesloten. Elke verlichtingsgroep kan apart in en uitgeschakeld worden via toetsen op de bediening (zie paragraaf 3.2). Met parameter P52 kan ingesteld worden of alle verlichtingsgroepen automatisch uitgeschakeld worden drogen wordt gestart. Is dit het geval, dan worden na drogen + afkoelen alle verlichtingsgroepen automatisch ingeschakeld. Dit gebeurt niet als de regeling tijdens het drogen is uitgeschakeld. 2.5 Bedrijfsstanden De regeling kent verschillende bedrijfsstanden; Na inschakelen begint de regeling altijd in de recirculatiestand. In de recirculatiestand is de recirculatieklep geopend (LMS 7X RELAY MODULE 1, RY4 geopend). De regeling schakelt naar de spuitstand als er via de spuitluchtafnamedetectie (LMS CONTROLLER MODULE Spraytronic II HPF, IRS) gedetecteerd wordt dat er gespoten wordt. Ook kan de spuitstand handmatig worden geactiveerd via de bediening. Het omschakelen van de recirculatiestand naar de spuitstand gaat via de pauzestand. Met een vertraging van P43 wordt de recirculatieklep omgeschakeld. Na P4 in de pauzestand wordt de spuitstand actief.

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 12 van 23 Wordt er via de spuitluchtafnamedetectie gedetecteerd dat er niet meer gespoten wordt, dan blijft de regeling P41 minuten in de spuitstand. Als er gedurende deze tijd niet wordt gespoten, dan schakelt de regeling terug naar de pauzestand. Als er nu spuitluchtafname gedetecteerd wordt, dan schakelt de regeling zonder vertraging naar de spuitstand. Wordt er na het terugschakelen naar de pauzestand gedurende P42 minuten niet meer gespoten, dan schakelt de regeling automatisch terug naar de recirculatiestand. Is de spuitstand handmatig geactiveerd dan blijft de regeling in de spuitstand totdat deze handmatig gestopt wordt. Bij handmatig stoppen van de spuitstand schakelt de regeling direct via de pauzestand (1 wachttijd als P7 = ) terug naar de recirculatiestand. Bij omschakelen van de pauzestand naar de recirculatiestand schakelt de recirculatieklep met een vertraging van P44 om. Vanuit elke bedrijfsstand kan QDS of drogen via de bediening worden gestart. QDS: Staat de regeling bij het starten van QDS in de pauzestand of spuitstand, dan schakelt de regeling direct naar de recirculatiestand. Na het starten van de QDSstand begint de QDStijd direct af te tellen. Is de QDStijd afgelopen dan schakelt de regeling automatisch naar de spuitstand om de cabine af te koelen. De maximale afkoeltijd na QDS is instelbaar met P67. De luchtsnelheid tijdens afkoelen is instelbaar met P68. Tijdens het afkoelen brandt de bijbehorende led ( ). Wordt binnen deze tijd het spuit weer bereikt dan wordt het afkoelen direct beëindigd. Drogen: Wordt drogen vanuit de spuitstand gestart dan blijft de regeling eerst gedurende de ingestelde uitdamptijd (P5) in de spuitstand. Daarna schakelt de cabine naar de recirculatiestand en cabine op droogtemperatuur gebracht. Met P51 is instelbaar wanneer de ingestelde droogtijd begint af te tellen. Na afloop van de droogtijd schakelt de regeling automatisch naar de spuitstand om de cabine af te koelen. De maximale afkoeltijd na drogen is instelbaar met P56. De luchtsnelheid tijdens afkoelen is instelbaar met P68. Wordt binnen deze tijd het spuit weer bereikt dan wordt het afkoelen direct beëindigd. Met P53 kan de tijd ingesteld worden waarin het regelsetpoint, na het starten van de droogstand, verhoogd wordt van het spuitsetpoint naar het droogsetpoint. Met P54 kan worden ingesteld of de luchtsnelheid tijdens drogen automatisch verhoogd wordt. Als P54 >, dan wordt na het activeren van de droogstand altijd gestart in luchtsnelheid drogen1. Na de ingestelde tijd (P54) wordt omgeschakeld naar luchtsnelheid drogen2. Met P55 is de tijd instelbaar waarna omgschakeld wordt naar luchtsnelheid drogen3. Wordt tijdens het drogen de regeling via de bediening uitgeschakeld dan wordt het droogproces normaal afgerond en blijft de regeling na het afkoelen in de uitstand.

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 13 van 23 2.6 Nakoelthermostaat Als regeling uitgeschakeld is en de ingang voor de nakoelthermostaat wordt gesloten, dan schakelt de regeling naar de spuitstand om de cabine na te koelen. Als het ingangscontact weer geopend wordt dan schakelt de regeling weer naar de uitstand. De luchtsnelheid tijdens nakoelen is instelbaar met P68. 2.7 Persluchtvrijgave Het relais voor het vrijgeven van de spuitlucht is in alle bedrijfsstanden bekrachtigd, behalve tijdens drogen (LMS 7X RELAY MODULE 2, RY6).

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. 3. Bediening Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 14 van 23 Tijdens normaal bedrijf wordt in het linker display de cabinetemperatuur weergegeven en in het rechter display de cabinedruk. In de uitstand wordt alleen de cabinetemperatuur weergegeven. Overzicht van instellingen welke via de normale bediening kunnen worden gewijzigd: 3.1 Regelaar in en uitschakelen Met de AAN/UITtoets ( ) kan de regelaar in of uitgeschakeld worden. De led boven de toets brandt als de regelaar aan is. Na inschakelen start de regeling in de recirculatiestand. 3.2 Verlichting in en uitschakelen Met de 3 verlichtingtoetsen ( ) kunnen de 3 verlichtingsgroepen afzonderlijk worden in en uitgeschakeld. De led boven een toets brandt als de betreffende verlichtingsgroep is ingeschakeld. 3.3 Handmatig starten en stoppen van de spuitstand Met de SPUITENtoets ( ) kan de spuitstand handmatig worden gestart of gestopt. De led bij de toets brandt als de spuitstand handmatig gestart is. Na het handmatig starten van de spuitstand schakelt de regeling via de pauzestand naar de spuitstand. Na het handmatig stoppen van de spuitstand schakelt de regeling via de pauzestand naar de recirculatiestand. Als bij het starten van QDS of drogen de regeling handmatig in de spuitstand staat, dan wordt dit onthouden en keert de regeling na QDS of drogen weer in de spuitstand terug. 3.4 Starten en stoppen van de QDSstand Met de QDStoets ( ) kan de QDSstand worden gestart en gestopt. De led bij de toets brandt als de QDSstand actief is. 3.5 Starten en stoppen van de droogstand Met de DROGENtoets ( ) kan de droogstand worden gestart en gestopt. De led bij de toets brandt als de droogstand actief is.

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 15 van 23 3.6 Weergeven en instellen van de temperatuursetpoints Met de TEMPERATUURtoets ( ) kunnen de verschillende temperatuursetpoints worden weergegeven. Na het indrukken van de toets wordt als eerste het spuitsetpoint in het linker display weergegeven. De bijbehorende led ( ) gaat knipperen. Door meermaals op de TEMPERATUURtoets te drukken worden achtereenvolgend de volgende temperatuursetpoints weergegeven: QDSsetpoint (led bij QDStoets knippert) droogsetpoint (led bij DROGENtoets knippert) Een weergegeven temperatuursetpoint kan worden gewijzigd met de OP en NEERtoetsen ( ). Als er 1 geen toets wordt ingedrukt keert de bediening terug naar de normale uitlezing. 3.7 Weergeven en instellen van de tijdsetpoints Met de TIJDtoets ( ) kunnen de verschillende tijdsetpoints worden weergegeven. Na het indrukken van de toets wordt als eerste de QDStijd in het rechter display weergegeven. De led bij de QDStoets gaat knipperen. Door nogmaals op de TIJDtoets te drukken wordt de droogtijd weergegeven (led bij DROGENtoets knippert). Een weergegeven tijdsetpoint kan worden gewijzigd met de OP en NEERtoetsen ( ). Als er 1 geen toets wordt ingedrukt keert de bediening terug naar de normale uitlezing. 3.8 Weergeven inblaastemperatuur Indien er een inblaastemperatuurvoeler is aangesloten en parameter P2 = 1, dan kan de inblaastemperatuur worden weergegeven door bij normaal bedrijf de NEERtoets ( ) in te drukken. Na het loslaten van de NEERtoets wordt de cabinetemperatuur weer weergegeven. 3.9 Instellen van de cabinedruk Met de CABINEDRUKtoets ( ) kan de gewenste cabinedruk worden ingesteld. Als de cabinedruk automatisch wordt geregeld (P3 = 1), dan wordt het cabinedruksetpoint weergegeven in het rechter display. Het setpoint is te wijzigen met de OP en NEERtoetsen ( ). Als de cabinedruk handmatig wordt geregeld (P3 = ), dan wordt de huidige drukmeetwaarde weergegeven in het rechter display, en de huidige afzuigventilatorsnelheid (of drukregelklepstand bij 2 ventilatoren met sterdriehoekschakeling) in procenten weergegeven in het linker display. De actieve afzuigventilatorsnelheid is afhankelijk van de bedrijfsstand en gekozen luchtsnelheid.

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 16 van 23 Zie de volgende paragraaf voor een tabel met de mogelijke luchtsnelheden in de verschillende bedrijfsstanden. De afzuigventilatorsnelheid is instelbaar met de OP en NEERtoetsen. Als de drukmeetwaarde hoger moet worden, dan OPtoets worden gebruikt (= afzuigventilatorsnelheid lager = druk hoger). Moet de drukmeetwaarde lager worden, dan moet de NEERtoets worden gebruikt (= afzuigventilatorsnelheid hoger = druk lager). Bij handmatige drukregeling wordt voor elke afzonderlijke luchtsnelheid (drogen1..3 of spuiten 1..3) de ingestelde afzuigventilatorsnelheid afzonderlijk opgeslagen. 3.1 Instellen van de luchtsnelheid Met de LUCHTSNELHEIDtoets ( ) kan de gewenste luchtsnelheid worden ingesteld. Afhankelijk va de bedrijfsstand kan er keuze worden gemaakt tussen verschillende luchtsnelheden: bedrijfsstand luchtsnelheden opmerkingen recirculeren drogen1 pauze spuiten1 druk in deze bedrijfsstand niet instelbaar spuiten spuiten1..3 als P7 >, dan alleen spuiten 1 QDS drogen1..3 instelbaar met P66, als P7 >, dan alleen drogen 1 drogen drogen1..3 als P7 >, dan alleen drogen 1 nakoelen spuiten1..3 instelbaar met P68, als P7 >, dan alleen spuiten 1 De toevoerventilatorsnelheden zijn via parameters instelbaar. 3.11 Uitlezen van de urentellers Met de URENTELLERStoets ( ) kunnen de urentellers worden uitgelezen. Er worden 2 urentellers bijgehouden, een bedrijfsurenteller en een droogurenteller. De urentellerstanden worden per 1 uren weergegeven. Na het indrukken van de toets wordt als eerste de bedrijfsurenteller weergegeven. Door nogmaals op de URENTELLERStoets te drukken wordt de droogurenteller weergegeven. De urentellers kunnen door middel van parameters P8 en P81 gereset worden. Als er 5 geen toets wordt ingedrukt keert de bediening terug naar de normale uitlezing.

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 17 van 23 4. Parameters Door de OP en NEERtoetsen ( het parametermenu zichtbaar. ) gedurende 5 gelijktijdig ingedrukt te houden wordt Als er een toegangscode voor de parameters is ingesteld (P92), dan moet eerst de 4cijferige toegangscode ingevoerd worden. Met de OP en NEERtoetsen kan het weergegeven cijfer van de toegangscode gewijzigd worden. Met de TEMPERATUURtoets ( ) kan het volgende cijfer gekozen worden. Na invoer van het laatste cijfer moet nogmaals op de TEMPERATUURtoets gedrukt worden. Is de ingevoerde code juist dan verschijnt in het linker display het nummer van de eerste parameter, in het rechter display wordt de waarde van deze parameter weergegeven. Met de OP en NEERtoetsen kan een andere parameter worden gekozen. Als de gewenste parameter is bereikt, kan door ingedrukt houden van de TEMPERATUURtoets de parameterwaarde worden gewijzigd met de OP en NEERtoetsen. Als er gedurende 3 geen toets wordt aangeraakt of op de URENTELLERStoets ( ) wordt gedrukt, dan wordt de parametermode verlaten. 4.1 Parametertabel. Nummer Omschrijving Bereik Eenheid Default P 1 P 2 P 3 P 4 P 5 P 6 P 7 P 8 P 9 P 1 P 11 P 12 P 13 P 14 P 15 P 16 P 17 P 18 P 19 P 2 P 21 P 22 P 23 P 24 P 25 P 26 P 27 P 28 Ruimtetemperatuursensor offset Kanaaltemperatuursensor aanwezig Kanaaltemperatuursensor offset Druksensor offset Druksensor vertraging voor E3 storing Minimale waarde voor setpoint spuiten Maximale waarde voor setpoint spuiten Minimale waarde voor setpoint drogen Maximale waarde voor setpoint drogen ( = nee, 1 = ja) Brander type: = aan/uit + hoog/laag brander 1 = open brander modulerend open/dicht Brander aan/uit differentie (P1 = ) Brander afwijking voor hoogstand (P1 = ) Brander aan/uit differentie voor hoogstand (P1 = ) Brander Pband spuiten (P1 = 1) Brander Itijd spuiten (P1 = 1) ( = alleen Pregeling) Brander Pband drogen (P1 = 1) Brander Itijd drogen (P1 = 1) ( = alleen Pregeling) Brander looptijd (P1 = 1) Brander regelvertraging na vrijgave Brander maximale uitsturing bij luchtsnelheid spuiten1 (P1 = 1) Brander maximale uitsturing bij luchtsnelheid spuiten2 (P1 = 1) Brander maximale uitsturing bij luchtsnelheid spuiten3 (P1 = 1) Brander maximale uitsturing bij luchtsnelheid drogen1 (P1 = 1) Brander maximale uitsturing bij luchtsnelheid drogen2 (P1 = 1) Brander maximale uitsturing bij luchtsnelheid drogen3 (P1 = 1) Brander maximale kanaaltemperatuur (P2 = 1) Brander storingcontacttype ( = NO, 1 = NC) Alarm bij deur open tijdens drogen ( = nee, 1 = ja) 1,..+1,..1 1,..+1, 5..+5..6,..1,,..1,,..1,,..1,..1,..1,,..1,,..1, 1,..5,..999 1,..5,..999..3..999 1..1 1..1 1..1 1..1 1..1 1..1,..1,..1..1 Pa,, 1, 6,, 6, 1, 1, 5, 15, 18 15, 18 3 6 1 1 1 1 1 1 75,

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 18 van 23 Nummer Omschrijving Bereik Eenheid Default P 3 P 31 P 32 P 33 P 34 P 35 P 36 P 37 P 38 P 4 P 41 P 42 P 43 P 44 P 5 P 51 P 52 P 53 P 54 P 55 P 56 P 6 P 61 P 62 P 63 P 64 P 65 P 66 P 67 P 68 P 7 P 71 P 72 P 73 P 74 P 75 P 76 P 77 Druk regelmode: = handmatige drukregeling 1 = automatische drukregeling Druk Pband (P3 = 1) Ventilator toevoer op en aftoersnelheid Ventilator afzuig op en aftoersnelheid Ventilator toevoer minimale snelheid Ventilator toevoer maximale snelheid Ventilator afzuig minimale snelheid Ventilator afzuig maximale snelheid Druk regelvertraging na openen deur Tijd in pauzestand bij omschakelen recirculeren naar spuiten Tijd in spuiten na einde detectie spuitluchtafname Tijd in pauzestand na omschakelen spuiten naar pauzestand Recirculatieklep omschakelvertraging recirculeren naar spuiten Recirculatieklep omschakelvertraging spuiten naar recirculeren Drogen uitdamptijd na spuiten Drogen keuze startmoment droogtijd: = start droogtijd bij bereiken droogsetpoint 1 = start droogtijd direct na uitdamptijd Drogen licht automatisch uit ( = nee, 1 = ja) Drogen tijd waarin setpoint oploopt van spuitsetpoint naar droogsetpoint Drogen tijd in luchtsnelheid drogen1 voor omschakelen naar drogen2 Drogen tijd in luchtsnelheid drogen2 voor omschakelen naar drogen3 Drogen afkoeltijd Ventilator toevoer snelheid bij luchtsnelheid spuiten1 Ventilator toevoer snelheid bij luchtsnelheid spuiten2 Ventilator toevoer snelheid bij luchtsnelheid spuiten3 Ventilator toevoer snelheid bij luchtsnelheid drogen1 Ventilator toevoer snelheid bij luchtsnelheid drogen2 Ventilator toevoer snelheid bij luchtsnelheid drogen3 QDS luchtsnelheid (...2 = drogen1...3) QDS afkoeltijd Nakoelen luchtsnelheid (...2 = spuiten1...3) Ventilator aansturing: = toevoer en afzuig frequentieregelaar 1 = toevoer sterdriehoek en afzuig frequentieregelaar 2 = toevoer en afzuig sterdriehoek Ventilator afzuig aan in recirculatiestand (P7 > ) Ventilator toevoer omschakelvertraging ster naar driehoek (P7 > ) Ventilator afzuig omschakelvertraging ster naar driehoek (P7 > ) Ventilator afzuig inschakelvertr. recirculeren naar spuiten (P 7 > ) Ventilator afzuig uischakelvertr. spuiten naar recirculeren (P 7 > ) Ventilator afzuig vertraging riembreukstoring (indien aanwezig) Ventilator afzuig inschakelvertraging na inschakelen toevoerventilator..1 1..1,..1,,..1,..1..1..1..1..6,..2,..1..15,..1,,..1,..1..1..1..6..144..144..15..1..1..1..1..1..1..2..1..2..2..1 1..99 1..99..999..999..12..999 Pa /seconde /seconde minuten minuten minuten minuten minuten minuten minuten minuten 2 5, 5, 2 1 2 1 2 1, 3 8 2, 2, 1 8 5 75 1 5 75 1 2 4 3 3 3 3 3 3

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 19 van 23 Nummer Omschrijving Bereik Eenheid Default P 8 P 81 P 82 P 83 P 84 P 85 P 86 P 87 P 88 P 9 P 91 P 92 P 93 P 95 P 96 P 97 Urenteller bedrijf reset Urenteller drogen reset Perslucht storingscontacttype Functie vrij relais 1: = geen 1 = omschakelrelais Functie vrij relais 2 Functie vrije digitale ingang 1: = geen 1 = riembreukdetectie N 2 = riembreukdetectie NC 3 = filtervuildetectie 4 = halverwarming thermostaat 5 = eindcontact gasklep bij open brander 6 = externe uitschakeling cabineregeling 7 = activeren omschakelrelais Functie vrije digitale ingang 2 Functie vrije digitale ingang 3 Functie vrije digitale ingang 4 Netwerknummer Toegangscode bediening Toegangscode parameters Laden default waarden parameters + instellingen Softwareversie Serienummer Productiedatum (1 = reset) (1 = reset) ( = NO, 1 = NC) ( = nee, 1 = ja)..1..1..1..1..1..7..7..7..7 1..8..9999..9999..1 jaar/wk 1 1234 5. Voelercalibratie Met de parameters P1 en P3 en P4 kan er een offset voor respectievelijk de cabinetemperatuurvoeler, de inblaastemperatuurvoeler en de drukopnemer worden ingesteld. Voorbeeld: is de meetwaarde van een voeler 2,/C te hoog, dan moet de bijbehorende offsetparameter op 2,/C worden ingesteld.

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 2 van 23 6. Storingen In het linker display kunnen diverse storingsmeldingen verschijnen. Bij elke nieuwe storingsmelding wordt tevens de zoemer in het bedienpaneel ingeschakeld. Elke storingsmelding moet worden bevestigd met de RESETtoets ( ). Een melding blijft knipperend in het linker display staan zolang de oorzaak van de storing aanwezig is. Met de RESETtoets kan bij meerdere actieve storingen tussen de verschillende meldingen gewisseld worden. Melding Omschrijving Voorwaarde Actie E1 Sensor ruimtetemperatuur defect buiten meetbereik alles uit E2 Sensor kanaaltemperatuur defect buiten meetbereik alles uit E3 Sensor cabinedruk defect buiten meetbereik, na vertraging P5 alles uit E4 Werkschakelaar contact geopend alles uit E5 Branddetectie contact gesloten alles uit + verlichting aan E6 Noodstop contact geopend alles uit + verlichting aan E7 Ventilator toevoer storing contact geopend alles uit E8 Ventilator afzuig storing contact geopend alles uit E9 Cabinedruk te laag of te hoog contact geopend alles uit E1 Maximaal thermostaat contact gesloten geen actie E11 Brander storing contact geopend / gesloten (afh. P 27) E12 Perslucht niet aanwezig contact geopend / gesloten (afh. P 82). Na 15 sec. vertraging. E13 Deur open tijdens drogen contact gesloten (alleen als P 28 = 1) E14 Ventilator afzuig riembreuk contact geopend / gesloten (afh. P 85..P 88) geen actie alles uit droogtijd wordt gestopt, gaat verder na sluiten deur alles uit E15 Communicatiestoring met LMS 7x relay module 1 geen communicatie alles uit E16 Communicatiestoring met LMS 7x relay module 2 geen communicatie alles uit E17 Communicatiestoring met LMS 7x relay module 3 geen communicatie alles uit E18 Communicatiestoring met LMS 6x digitalin mod. 1 geen communicatie alles uit E19 Communicatiestoring met LMS 6x digitalin mod. 2 geen communicatie alles uit E2 Communicatiestoring met LMS 4x..1VDC mod. geen communicatie alles uit E21 Communicatiestoring met bedienpaneel (temperatuur) geen communicatie gedurende 2 minuten alles uit E22 Communicatiestoring met bedienpaneel (druk) geen communicatie gedurende 2 minuten alles uit

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 21 van 23 7. Frontaanzicht Frontaanzicht bedienpaneel Spraytronic II

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 22 van 23 8. Aansluitschema Aansluitschema tek. 1229

Gebruiksaanwijzing Document nr. : 1241 Versie : V1. Spraytronic II Klant : Algemeen Pagina : 23 van 23 9. Maatgegevens Maatgegevens bedien paneel @...