Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 14 april 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Vergelijkbare documenten
Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 2 maart 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 3 november 2010 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 11 maart 2008 ontvangen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 1 december 2008 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 12 december onder nummer

Rapport. Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/261

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

Klacht Verzoeker klaagt over de gang van zaken bij de hoorzitting van de commissie voor bezwaarschriften:

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met:

Rapport. Datum: 8 mei 2002 Rapportnummer: 2002/142

OORDEEL. Het verzoek tot onderzoek betreft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal, hierna (ook) te noemen: de gemeente.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek van 4 april 2011, is op 5 april 2011 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Rapport. Datum: 27 februari 2007 Rapportnummer: 2007/041

OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE. Het schriftelijke verzoek van 24 juni 2008 is op 30 juni 2008 ontvangen op het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 4 juli 2010 en bij het secretariaat ingeboekt op 19 juli 2010 onder nummer

OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE

Rapport. Datum: 19 oktober 2007 Rapportnummer: 2007/229

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 3 mei 2012 en bij het secretariaat ingeboekt op 8 mei 2012 onder nummer

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049

Het ondertekende verzoek tot onderzoek van 20 november 2009 is op 24 november 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/199

Rapport. Datum: 16 mei 2003 Rapportnummer: 2003/124

Rapport. Datum verzoek De Overijsselse Ombudsman ontving het verzoek op 23 november Het betreft de gemeente Twenterand.

Datum verzoek Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 5 mei 2010 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

OORDEEL. Het verzoek tot onderzoek betreft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo, hierna (ook) te noemen: de gemeente.

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer :

Rapport. Datum: 14 september 2006 Rapportnummer: 2006/314

OORDEEL. Het verzoek tot onderzoek betreft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo, hierna (ook) te noemen: de gemeente.

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Rapport. Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100

Rapport. Datum: 12 september 2000 Rapportnummer: 2000/306

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: 26 januari 2015 Rapportnummer: 2015/015

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224

OORDEEL. Het verzoek tot onderzoek betreft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo, hierna (ook) te noemen: de gemeente.

Zij klaagt er voorts over dat de SVB de schade en kosten die het gevolg waren van de werkwijze van de SVB niet aan haar wil vergoeden.

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 1 september 2003 Rapportnummer: 2003/290

Rapport. Datum: 18 oktober 2007 Rapportnummer: 2007/228

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 27 januari 2015 en bij het secretariaat ingeboekt op 27 januari 2015 onder nummer

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 18 augustus 2008 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163

Rapport. Datum: 22 mei 2003 Rapportnummer: 2003/144

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Eemnes. Datum: 12 mei Rapportnummer: 2011/144

Rapport. Datum: 2 mei 2006 Rapportnummer: 2006/178

Rapport. Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218

Naar aanleiding van de beslissing van de gemeente van 16 maart 2007 wendde verzoekster zich opnieuw tot de Nationale ombudsman.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 1 september 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 3 september 2008 onder nummer 65/2008.

Rapport. Rapport over de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften van de gemeente Leiden. Datum: 11 april Rapportnummer: 2011/106

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Dossiernummer Rapport. Verzoeker De heer J.E. E. als gemachtigde namens XX te Almelo.

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012

Rapport. Datum: 26 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/249

Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 28 december 2012 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Het gesloten stadsdeelkantoor Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuidoost

Rapport. Datum: 5 september 2006 Rapportnummer: 2006/306

Het verzoek betreft het college van burgemeester en wethouders (B&W) van de gemeente Almelo, hierna ook te noemen: de gemeente.

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 26 juli 2005 Rapportnummer: 2005/220

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Beoordeling Bevindingen

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2013 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2013 onder nummer

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241

Rapport. Datum: 27 maart 2007 Rapportnummer: 2007/055

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/266

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013

Tijdens de hoorzitting werd afgesproken dat de zes verzoeken als twee verzoeken (70a-2008 en 70b- 2008) worden behandeld.

OORDEEL. De klachtenbrief is gedateerd 6 mei 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 8 mei 2008 onder nummer

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratie Kantoor uit Den Haag. Datum: 04 augustus Rapportnummer: 2011/229

Rapport. Deskundigenoordeel UWV

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Losser. Datum: 15 augustus Rapportnummer: 2011/246

Rapport. Datum: 3 maart 1999 Rapportnummer: 1999/087

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/124

Verzoeker klaagt er over dat de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (hierna KvK):

Rapport. Datum: 15 juni 2005 Rapportnummer: 2005/173

Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 3 december 2013 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 18 november 2008 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 5 januari 2015 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 januari 2015 onder nummer

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Beesel. Datum: 11 maart Rapportnummer: 2011/086

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 3 mei 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 mei 2008 onder nummer

Rapport. Datum: 8 maart 2006 Rapportnummer: 2006/076

Rapport. Datum verzoek De Overijsselse Ombudsman (OO) ontving het verzoek op 31 oktober Het betreft de gemeente Oldenzaal.

Datum verzoek De Overijsselse Ombudsman ontving het verzoekschrift met bijlagen op 16 juni 2016.

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077

Rapport. Datum: 23 maart 2006 Rapportnummer: 2006/114

Rapport. inzake. de stichting FUNDASHON E HENDE. tegen. de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning

Rapport. Rapport over een klacht over Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid uit Dordrecht. Datum: 23 december Rapportnummer: 2011/367

Datum verzoek De Overijsselse Ombudsman ontving het verzoekschrift op 15 september 2016.

Transcriptie:

Dossiernummer 30-2009 OORDEEL Verzoekster De vereniging Plaatselijk Belang voor de kom van Wijhe te Wijhe Datum verzoek Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 14 april 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Betreft Het verzoek betreft het college van burgemeester en wethouders (B&W) van de gemeente Olst-Wijhe, hierna ook te noemen: de gemeente. Procedure Op respectievelijk 22 december 2008 en 17 januari 2009 liet verzoekster schriftelijk haar onvrede blijken aan de gemeente. De eerste brief is gericht aan de wethouders, de tweede brief aan de gemeenteraad. De raadsgriffier liet verzoekster op 10 februari 2009 weten dat de brief van verzoekster van 17 januari 2009 als ingekomen stuk door het presidium aan de gemeenteraad voor de vergadering van 16 februari 2009 werd voorgelegd. Op 20 februari 2009 deelde het college van burgemeester en wethouders de conclusie van de gemeenteraad aan verzoekster mee. Op 14 april 2009 diende verzoekster een verzoek tot onderzoek in bij de Overijsselse Ombudsman. Na toetsing van de ontvankelijkheid, besloot de ombudscommissie het verzoek in behandeling te nemen en vroeg relevante stukken op bij de gemeente. De over en weer overgelegde stukken gaven de ombudscommissie aanleiding tot het stellen van nadere vragen aan de gemeente. Vervolgens achtte de ombudscommissie zich op grond van de voorliggende stukken voldoende geïnformeerd en besloot dat het houden van een hoorzitting niet zinvol was. Wel worden de gemeente en verzoeker in de gelegenheid gesteld op het rapport van bevindingen te reageren. Bevoegdheid Uit de inhoudsopgave van de gemeente bij de door haar op 27 april 2009 overgelegde stukken blijkt dat de gemeente de brief van 20 februari 2009 aanmerkt als een reactie op de klacht richting verzoekster. Daarmee en gelet op de gelegenheid die de gemeente had om verzoeksters klacht te behandelen is de ombudscommissie bevoegd onderzoek te doen.

Klacht Verzoekster klaagt erover dat de gemeente haar uitnodigde voor een gesprek op korte termijn en haar toen meedeelde dat de gemeente het besluit had genomen dat zij niet langer de gesprekspartner in de rol van plaatselijk belang voor de gemeente kan blijven. Dit besluit kwam volgens verzoekster onverwacht en werd niet gemotiveerd. Verzoekster moest zelf om een schriftelijke motivering vragen. Verder vond verzoekster dat de wijze van uitnodigen voor het gesprek niet behoorlijk was. Onderzoek Het onderzoek betreft de volgende normen (vereisten van behoorlijkheid): - bejegening - informatieverstrekking - motivering - klachtbehandeling Feiten 1. Op vrijdag 12 december 2008 belde de bestuurssecretaresse naar de voorzitter van verzoekster om een afspraak te maken voor een gesprek met de burgemeester en de gemeentesecretaris op 19 december 2008. 2. De voorzitter wilde eerst de andere bestuursleden benaderen alvorens de afspraak te bevestigen. De bestuurssecretaresse stelde voor dat zij de andere bestuursleden zou bellen. Dit wilde de voorzitter niet. Ten slotte belde de bestuurssecretaresse op verzoek van de burgemeester met de andere bestuursleden om hen uit te nodigen voor het gesprek op 19 december 2008. 3. Op 16 december 2008 nam het college het besluit dat verzoekster niet langer in de rol van plaatselijk belang als gesprekspartner voor de gemeente wordt gezien. 4. Tijdens het gesprek op 19 december 2008 deelde de burgemeester aan verzoekster dit besluit mee en lichtte de reden daarvoor toe. De reden werd tijdens het gesprek eveneens schriftelijk overhandigd. De tekst daarvan luidt als volgt: "Wijhe Zelf geen gesprekspartner meer in de rol van plaatselijk belang. 1. Achtergrond. Wijhe Zelf is in de tijd van de oude gemeente Wijhe opgericht en had als doel de gemeentelijke herindeling met Olst tegen te houden. Dit is niet gelukt. Na de herindeling werd Wijhe Zelf gezien als een vereniging voor plaatselijk belang en gesprekspartner voor de nieuwe gemeente, zoals de andere verenigingen voor plaatselijk belang dat zijn in de buurtschappen. 2. Analyse. Uit ervaring is gebleken dat mensen die deel uitmaken van een vereniging voor plaatselijk belang of een bewonersgroep vormen goede gesprekspartners zijn voor de gemeente. Herhaaldelijk is door ons gevraagd of wij een ledenvergadering van Wijhe Zelf mochten bijwonen, zoals dat ook bij de andere verenigingen voor plaatselijk belang gebruikelijk is. Ondanks toezeggingen heeft Wijhe Zelf ons echter nooit uitgenodigd. Inmiddels is gebleken dat Wijhe Zelf geen vereniging voor plaatselijk belang is, maar een actiegroep met een beperkt aantal leden. Zij hebben dit in het kennismakingsgesprek met de burgemeester bevestigd. Wijhe Zelf is geen lid van het gemeenschappelijk plaatselijk belang Olst-Wijhe. Zij hebben aangegeven daar geen band mee te hebben en andere belangen na te 2

streven dan de verenigingen van plaatselijk belang die daar wel aan deelnemen. Daarnaast zijn er van de vier bestuursleden nog maar twee bestuursleden woonachtig in het dorp Wijhe (.). De voorzitter (.) woont (.) en bestuurslid ( ) woont zelfs buiten de gemeente Olst-Wijhe (.). Tijdens het kennismakingsgesprek op 23 januari 2008 heeft de burgemeester aangegeven dat hij de negatieve houding van Wijhe Zelf teleurstellend vindt. In plaats van mee te denken aan een florissante toekomst voor het dorp verzandt Wijhe Zelf in mineur en klagen over het verleden. De houding van Wijhe Zelf polariseert daarmee eerder dan dat het verbindt. Hij heeft toen aangekondigd dat hij erover na wil denken of Wijhe Zelf wel als gesprekspartner van de gemeente kan blijven fungeren. 3. Doelstelling. Samenwerken met een groep inwoners die de bevolking van Wijhe kan en wil vertegenwoordigen als gesprekspartner van de gemeente. Er zijn veel grote projecten in Wijhe die op uitvoering wachten en waarbij feedback vanuit de bevolking waardevol is. 4. Aanpak. Voordat er met een nieuwe groep gestart kan worden moet de samenwerking met Wijhe Zelf in de rol van plaatselijk belang worden beëindigd. Door een goede samenwerking met gesprekspartners uit de bevolking ontstaat eerder draagvlak en begrip bij inwoners voor plannen van de gemeente. Ook zaken die bij de bevolking leven kunnen via deze weg eerder bij het college onder de aandacht gebracht worden." 5. Op 20 december 2008 schreef verzoekster aan het college "Tijdens de voornoemde vergadering is door ons gevraagd en door u toegezegd een document, waarin beschreven staat wat uw argumentatie was voor uw handelen (.). Verder hebben wij u verzocht ons het document/ de documenten te doen toekomen, waarin duidelijk staat aangegeven wat in 2001 de waarden, normen en eisen (.) waren (.) van een plaatselijke belangenvereniging in de gemeente Olst-Wijhe. Wij hebben ze nooit onder ogen gekregen. U wel, want u verwijst ernaar in uw schrijven. ( )" 6. Op 22 december 2008 schreef verzoekster aan de wethouders van de gemeente over de vergadering van 19 december 2008 - voor zover van belang het volgende: "(.)Vrijdag 19 december j.l. heeft de burgemeester ( ) zeer dwingend alles in het werk gesteld Wijhe Zelf op bovenstaande datum om de vergadertafel te krijgen. Op mijn verzoek waar dit allemaal over ging, werd pas na aandringen vermeld: de relatie burgemeester en Wijhe Zelf. (Mevrouw N.) werd tot onze grote verbazing tot alles ingezet. Ik meldde dat ik ook nog een paar punten te bespreken had, waar ik al eerder over had gebeld. Dat kon absoluut niet aan de orde komen. (.) Aan Wijhe Zelf werd zomaar meegedeeld dat besloten was om afscheid van onze organisatie te nemen. ( ) Naar zijn zeggen had (de burgemeester) deze beslissing al genomen tijdens het kennismakingsgesprek dat Wijhe Zelf destijds met hem heeft gehad inzake zijn aantreden als burgemeester in onze gemeente. (.) Het bestuur van Wijhe Zelf wil van u het volgende per omgaande weten: staat u als wethouder van Olst-Wijhe achter de handelingen van (de burgemeester en de gemeentesecretaris) of is dit een actie van beide heren? ( )" 7. De gemeente reageerde op 16 januari 2009 op de brief van 20 december 2008. De gemeente schreef "Op vrijdag 19 december jl. heeft het gesprek plaatsgevonden waarin het besluit van het college (.)werd toegelicht. Met nadruk is toen gezegd dat Wijhe Zelf als rechtspersoon natuurlijk een gesprekspartner van de gemeente 3

kan blijven. Tijdens dat gesprek is aan u een document uitgereikt met daarin de overwegingen. U hebt verzocht om een schriftelijke toelichting op het college besluit. In deze brief zal het besluit nogmaals toegelicht worden. (red.oo: rest conform bovenstaande onder punt 4). Zeker is dat Wijhe Zelf geen lid is van het gemeenschappelijk plaatselijk belang Olst-Wijhe. Zij heeft aangegeven daar geen band mee te hebben en andere belangen na te streven dan de verenigingen van plaatselijk belang die daar wel aan deelnemen. Wijhe Zelf heeft de samenwerkingsafspraken zoals die in 2001 voorgesteld zijn destijds afgewezen. In 2005 en 2006 is Wijhe Zelf tijdens het GPBOW-overleg met het college wel aanwezig geweest. In 2007 en 2008 hebt u daar bewust van afgezien. Er is aangeboden om tijdens het kernenbezoek stil te staan bij het besluit en u dank te zeggen. U hebt op 19 december laten weten na ontvangst van deze brief te zullen reageren op dit voorstel. ( )" 8. Op 17 januari 2009 schreef verzoekster een brief aan de gemeenteraad. Die brief wordt hier als bijlage 1. bijgevoegd en als ingelast beschouwd. 9. Verzoekster liet het college op 2 februari 2009 in reactie op de brief van de gemeente van 16 januari 2009 weten dat zij dankzegging tijdens het komende kernenbezoek pertinent afwijst. Verzoekster schrijft "Wijhe Zelf wil u niet in de kaart spelen en wenst niet mee te doen en ook helemaal geen verantwoording te dragen voor deze openbare volksverlakkerij. Uiteraard zal u derhalve ook niemand van Wijhe Zelf bij het aanstaande kernenbezoek kunnen begroeten." 10. De brief van verzoekster van 17 januari 2009 aan de gemeenteraad werd op 16 februari 2009 behandeld in de openbare vergadering van de raad. De fracties gaven een gezamenlijke reactie. Die reactie wordt als bijlage 2 bijgevoegd en hier als ingelast beschouwd. 11. Op 20 februari 2009 liet de gemeente (college van B&W) aan verzoekster in reactie op haar brief van 17 januari 2009 weten dat de raad het eens is met het college dat Wijhe Zelf niet heeft gehandeld zoals dat van een plaatselijk belang verwacht mag worden. De gemeente schreef "( ) De raad zegt geschrokken te zijn van de woorden die Wijhe Zelf gebruikt. (.) De gemeenteraad komt tot de conclusie dat het college terecht heeft gemeend Wijhe Zelf niet langer als gesprekspartner in de rol van plaatselijk belang te erkennen in zaken die het belang van Wijhe raken. ( ) Het college voelt zich gesterkt in haar handelen door deze brede steun van de raad en ziet geen redenen om op het genomen besluit terug te komen." Vragen van de ombudscommissie De ombudscommissie stelde in het kader van het onderzoek de volgende vragen aan de gemeente. 1. Heeft het college tevoren de bestuursleden van de vereniging op de hoogte gebracht van het voornemen Wijhe Zelf niet langer als gesprekspartner te zien? Zo ja, in welke fase van de besluitvorming en op welke wijze is dat gebeurd? Zo nee, waarom niet? Antwoord gemeente: Wij hebben de bestuursleden van Wijhe Zelf niet eerst op de hoogte gebracht van het voornemen om hen niet langer als gesprekspartner te beschouwen. Wijhe Zelf is uitgenodigd voor een gesprek op 19 december 2008, zodat wij het besluit mondeling konden toelichten. Er is weloverwogen voor gekozen om dit mondeling toe te 4

lichten en dit niet schriftelijk mee te delen. Omdat voorstelbaar was dat de genodigden zich wat overvallen voelden door deze mededeling, zijn de overwegingen ook op papier overhandigd. Daarbij is uitdrukkelijk aangegeven dat wij de genodigden de gelegenheid wilden bieden om het gesprek even te laten bezinken en dat zij in een later stadium mondeling of schriftelijk een reactie konden geven op het besluit van het college. Daarvan is ook gebruik gemaakt. Uit het oogpunt van zorgvuldigheid is er dus juist voor gekozen het besluit mondeling toe te lichten en niet schriftelijk mee te delen. 2. Op welke wijze vond de uitnodiging voor het gesprek op 19 december 2008 plaats? Alleen mondeling per telefoon? Zo ja, waarom is er voorafgaand geen brief gestuurd, waarin het doel van het gesprek werd aangegeven? Antwoord gemeente: De uitnodiging voor het gesprek is mondeling gegaan. De bestuurssecretaresse heeft de heer (voorzitter) telefonisch benaderd voor een gesprek en in algemene bewoordingen aangegeven waar het gesprek over zou gaan.(red. OO: zie punt 2 onder feiten). Omdat de bestuurssecretaresse mondeling het doel van het gesprek al had aangegeven, vonden wij het niet noodzakelijk dit per brief te bevestigen. Reactie op de bevindingen Verzoekster en de gemeente werden in de gelegenheid gesteld om te reageren op het Verslag van Bevindingen. Zowel verzoekster als de gemeente maakten van deze gelegenheid gebruik. De reacties worden hieronder voor zover relevant weergegeven. Verzoekster Verzoekster voert geen feiten of omstandigheden aan die een ander licht werpen op de voorgelegde klacht. Gemeente De gemeente wil punt 2 onder de feiten aangevuld zien met het volgende: "Het eerste bestuurslid dat door de bestuurssecretaresse werd gebeld was zeer verbaasd over de mededeling van de voorzitter dat de bestuursleden niet zouden kunnen vergaderen op de voorgestelde datum. Hij kon in ieder geval wel en achtte het niet bezwaarlijk dat de bestuurssecretaresse ook de overigen benaderde. Daarbij heeft de bestuurssecretaresse specifiek geïnformeerd naar het collega-bestuurslid waarvan de voorzitter had gemeld dat deze zwaar ziek zou zijn. Volgens hem kon zij dit bestuurslid gerust bellen, want hij was inmiddels weer in de running. Hetgeen ook zo bleek te zijn." Opmerking van de Ombudscommissie De voorzitter van Wijhe Zelf geeft in een notitie van hem van 30 december 2008 een andere versie over de door de gemeente aangevoerde gang van zaken bij de benadering van de bestuursleden. Omdat niet duidelijk was of die notitie werd gericht aan het college of dat sprake was van een interne notitie binnen de vereniging, werd deze niet meegenomen bij de bevindingen. Nu de gemeente bovenstaande bemerking heeft gemaakt, volgt hieronder alsnog de weergave van de voorzitter in de notitie van 30 december 2008: "( ) Op vrijdag 12 december 2008 werd ik gebeld door mevrouw N. (.) Zij wilde met mij een afspraak maken voor een vergadering met de burgemeester. De datum was al bekend: vrijdag 19 5

december 2008 en wel om 10.00 uur. Ik heb haar medegedeeld, dat ik mijn andere bestuursleden zal benaderen, en toegezegd dat ik maandagavond haar zal berichten. Tot mijn grote verbazing belde ze maandag vroeg in de middag al over de uitslag. Ik meldde haar dat ik nog geen duidelijkheid had. Ik heb haar uitgelegd dat één bestuurslid ( ) andere verplichtingen had. De andere twee bestuursleden ( ) waren niet in goede conditie. X was net geopereerd ( ) en Y. had een terugval. Ik heb haar gezegd dat ik het noodzakelijk vond om deze mensen in alle rust te laten kiezen. Ik heb haar gezegd dat ze spoedig bericht zou krijgen. (.) Ze stelde voor de bestuursleden zelf te gaan bellen. Ik heb haar gezegd dat, dat ik dat niet wilde om de net genoemde redenen. Ze zou het terugkoppelen naar de burgemeester. Dinsdagavond werd ik door mijn bestuursleden in paniek gebeld. (.) Overigens wordt bovenstaande - voor zover tegenstrijdig - niet bij de beoordeling van de klacht betrokken. Overwegingen van de Ombudscommissie Reikwijdte onderzoek Allereerst wordt opgemerkt dat de Ombudscommissie volgens de wet niet bevoegd is een onderzoek in te stellen of voort te zetten indien het verzoek betrekking heeft op een aangelegenheid die behoort tot het beleid van de gemeente. Dit betekent in het geval van verzoekster, dat de Ombudscommissie het besluit van het college om verzoekster niet langer als gesprekspartner in de rol van plaatselijk belang te erkennen in zaken die het belang van Wijhe raken, welk besluit wordt ondersteund door de gemeenteraad, niet bij haar onderzoek betrekt. De Ombudscommissie beperkt haar onderzoek derhalve tot de wijze waarop verzoekster op de hoogte werd gebracht van het besluit, de informatieverstrekking en de motivering. Verzoekster klaagt er immers over dat de gemeente haar uitnodigde voor een gesprek op korte termijn en haar toen meedeelde dat de gemeente het besluit had genomen dat zij niet langer de gesprekspartner in de rol van plaatselijk belang voor de gemeente kan blijven. Dit besluit kwam volgens verzoekster onverwacht en werd niet gemotiveerd. Verzoekster moest zelf om een schriftelijke motivering vragen. Verder vond verzoekster dat de wijze van uitnodigen voor het gesprek niet behoorlijk was. Bejegening (telefonische uitnodiging op korte termijn voor een kennelijk belangrijk gesprek) Vaststaat dat de bestuurssecretaresse op vrijdag 12 december 2008 voorzitter van verzoekster uitgenodigde voor een reeds door de gemeente gepland gesprek op 19 december 2008. De bestuurssecretaresse gaf in algemene bewoordingen aan waar het gesprek over zou gaan. Het is begrijpelijk dat de voorzitter, gelet op het kennelijke belang van dat gesprek, niet zonder overleg met de overige bestuursleden namens verzoekster akkoord kon gaan met de uitnodiging. Daarbij speelde ook de korte termijn mee tussen de uitnodiging en het gesprek, een week. Volgens de voorzitter zou hij, na overleg met de andere bestuursleden, de bestuurssecretaresse op maandagavond daarover uitsluitsel geven. 6

Voorstelbaar is dan ook dat het telefoontje van de bestuurssecretaresse op de maandagmiddag irritatie teweegbracht bij de voorzitter. Zorgvuldiger zou zijn geweest, indien de bestuurssecretaresse het door de voorzitter toegezegde telefoontje had afgewacht dan wel hem op dinsdagmorgen zou hebben teruggebeld, zo de voorzitter niets van zich zou hebben laten horen. De telefonische afspraak werd niet bevestigd. De gemeente gaf aan dat zij dat niet nodig vond, omdat de bestuurssecretaresse mondeling het doel van het gesprek al had aangegeven. Ook hier geldt dat het zorgvuldiger zou zijn geweest de telefonische afspraak schriftelijk te bevestigen, met daarin vermeld het doel van het gesprek. Dit klemt temeer, omdat verzoekster, zoals de gemeente zelf aangaf, niet op de hoogte was van het voornemen van de gemeente dat zij niet langer de gesprekspartner in de rol van plaatselijk belang voor de gemeente kan blijven en het (ook) volgens de gemeente voorstelbaar was dat (de bestuursleden van) verzoekster zich wat overvallen zouden voelen door deze mededeling. Al met al heeft de gemeente bij de uitnodiging voor het gesprek niet gehandeld zoals betamelijk wordt geacht in het maatschappelijk verkeer. Informatieverstrekking (besluit kwam onverwacht) Zoals hierboven overwogen was verzoekster voorafgaand aan het gesprek van 19 december 2008 niet op de hoogte van het voornemen van het college dat zij niet langer de gesprekspartner in de rol van plaatselijk belang voor de gemeente kan blijven. Het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking houdt in dat bestuursorganen burgers en rechtspersonen met het oog op de behartiging van hun belangen actief en desgevraagd van adequate informatie dienen te voorzien. Dit vereiste speelt een belangrijke rol bij beleidswijziging. Aan beleidswijziging is namelijk de voorwaarde verbonden dat belanghebbenden worden geconsulteerd. In het geval van verzoekster schond de gemeente dit vereiste. De gemeente gaf daarvoor als reden dat zij weloverwogen, uit het oogpunt van zorgvuldigheid, er voor koos het besluit mondeling toe te lichten en niet schriftelijk mee te delen; de overwegingen om tot dat besluit te komen werden tijdens het gesprek ook op papier overhandigd. Gelet op de motivering (zie onder feiten 4) bij het besluit, zoals overhandigd tijdens het gesprek op 19 december 2008, is het vanuit het oogpunt van de gemeente begrijpelijk dat zij niet voorafgaand aan haar besluit (de bestuursleden van) verzoekster wilde consulteren. Het was de gemeente immers inmiddels gebleken dat verzoekster geen vereniging voor plaatselijk belang (meer) is, maar een actiegroep met een beperkt aantal leden. Volgens de gemeente hadden de bestuursleden dit in een eerder kennismakingsgesprek met de burgemeester bevestigd. Verder komt het de Ombudscommissie voor dat consultatie over en/of voorafgaande informatieverstrekking aan (de bestuursleden van) verzoekster over het voorgenomen besluit niet zou hebben bijgedragen aan een goede verstandhouding met (de bestuursleden van) verzoekster. Dit leidt de Ombudscommissie af uit de toonzetting van de brieven van verzoekster, die naar maatschappelijke maatstaven niet past bij een belangenvereniging. Daarmee komt de Ombudscommissie tot de conclusie dat de gemeente weliswaar het behoorlijkheidsvereiste van actieve informatieverstrekking schond, waardoor verzoekster 7

zich kennelijk overrompeld voelde, maar dit weloverwogen deed vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid. Motivering Het betoog van verzoekster dat het besluit haar onvoldoende gemotiveerd werd meegedeeld tijdens het gesprek op 19 december 2008 houdt geen stand. Het besluit werd toen mondeling toegelicht en eveneens werd toen de schriftelijke motivering aan verzoekster ter hand gesteld. De gemeente treft derhalve geen verwijt. Klachtbehandeling De gemeente paste niet de klachtbehandeling toe volgens de voorschriften van de Algemene wet bestuursrecht. Ook de brief van 20 februari 2009 kan niet worden aangemerkt als een reactie van de gemeente op een klacht in de zin van de Awb, maar eerder als een steunbetuiging van de gemeenteraad aan het besluit van het college. Oordeel De gedragingen van de gemeente zijn ten aanzien van de vereisten van behoorlijkheid - bejegening: niet zorgvuldig - informatieverstrekking: zorgvuldig - motivering: behoorlijk - klachtbehandeling: niet behoorlijk. Aldus vastgesteld in de vergadering van de Overijsselse Ombudscommissie op 29 oktober 2009. Mr. A. Lunenborg M. Snijder mpm mw. mr. A.D. van Zeben 8