Europese Blazenstruik Vanaf de Parkeerplaats aan het Kreekpad liepen we, 7 man sterk, de Brede Waterroute. In 2010 waren we hier in april en ik vang op, dat je hier eigenlijk elke maand een keer moet komen. Het was miezerig weer, wat de slakken juist erg prettig vonden. Dankzij de zoekkaart van Frouke brachten we er een aantal op naam. De Wijngaardslakken zijn erg imposant, maar de Segrijnslak ook. De laatste heeft over zijn windingen twee donkere banden lopen. De Heesterslakken zijn grappig, het is soms net gymnastiek, rekken en strekken. Van de Gewone wegslak krijg ik rillingen. De Witgerande tuinslak (hoewel je voor juiste determinatie ook naar de geslachtsorganen en liefdespijlen moet kijken voor het onderscheid van de Gewone tuinslak) heeft eveneens een mooi huis. Des te erger dat ik een keer iets hoorde kraken onder mijn schoenen. Daar krijg je gewoon schuldgevoel van. Op deze wandeling werden we vreselijk gestoken door de muggen, haast onmogelijk ergens lang stil te staan. Maar nu de planten: waarom roken we niet aan de Helleborus, want Stinkend nieskruid stinkt en Wrangwortel niet. Er was, dankzij de foto, toch uit te komen. Het was Stinkend nieskruid, want er waren duidelijk meer dan 2 grondstandige bladeren. Op het pad naar de duinvallei groeit Heggendoornzaad, een witte schermbloem, waarvan de vruchtjes zwak naar boven gekromde stekels hebben, zonder weerhaakjes. Meestal kom je er thuis pas achter, dat er ook een andere gelijkende soort is met weerhaakjes en dat je dus een differentiaal diagnose moet doen. Een dagkoekoeksbloem met een zwart hart. Dat is een aantasting door de schimmel Ustilago violacea, een brandzwam. De plant wordt daardoor onvruchtbaar (O.F. geeft het hele interessante verhaal). Een aantal slingerplanten sier het pad: Bosrank, Hop, Wilde kamperfoelie, Heggenrank en Haagwinde. De bessen van de Heggenrank hebben nu allerlei kleuren, geel, groen, oranje en rood. Ze hangen als een kralengordijn naar beneden.. Er is een hoog opgaand bamboebos. Kijk, een Zachte berk, de takken hangen niet en de stam is witter. Ik speel weer voor sprokkelvrouwtje, pik overal wat op. Bij Willy over vlinders en vogels, bij Frouke zo ongeveer alles. Bij Aad Koningskaars ook, soms merkwaardige details: Weet je dat Robertskruid uitstekende kelktanden bezit?, bij Karel plantenavonturen. Hartgespan, Aad wijst op het verschil tussen de onderste en de bovenste bladen: onderste handvormig gespleten, de bovenste driesple-
tig. De naam maakt me nieuwsgierig en jawel, als geneeskruid over de gematigde zone van Eurazië verspreid en ook in Noord-Amerika ingevoerd. O.F.: hoewel dit kruid in de vergetelheid is geraakt valt zijn kalmerende werking op de bloedsomloop niet te ontkennen. Frouke tovert met moeite een miezerig kruisbesje tevoorschijn, het bewijs. Een prachtige Veelbloemige salomonszegel: dikke paarsblauwe bessen, fraai in combinatie met de gebogen houding van de plant. Een prachtige moseik siert het pad. De Moseik groeit anders dan de andere eikensoorten ook prima op kalkhoudende grond. En dan bereiken we de duinvallei, een grote bloemenweelde: Heelblaadjes, Grote kattenstaart, Ruw walstro, Grote ratelaar, Kantig hertshooi, Liggende vleugeltjesbloem, Waterpunge, Moeraswespenorchis, Parnassia, Gewoon en Glad biggenkruid, Stijve ogentroost, Lidrus, Teer guichelheil e.a. (zie website voor plantenlijst).teer guichelheil heeft aan de onderkant een zwart randje om het blad. Een mooie plek Kleine klit voor een pauze. Jammer genoeg moeten we te snel verder. Langs dennenbomen, waaronder een smidse op naar de vogelhut met zicht op het Brede water. Wat Aalscholvers en Tafeleenden in de verte. Langs het pad naar de hut Reuzenzwenkgras. De bladschede heeft twee spitse stengelomvattende oortjes, die kaal zijn. Tongetje 1-2,5 mm lang. Het lemma heeft een lange bochtige naald. De pluim is los overhangend. Af en toe een gras erbij pakken, kan geen kwaad. De grassen slaan we, evenals de varens, vaak over. We horen de Grote bonte en ook de Groene specht. Een prachtige eenzame Koningskaars. Dan nog een witte schermbloem: Dolle kervel. Alweer een kijkpunt, maar daar is niks te zien, zegt Aad. Dat wekt nu juist een enorme nieuwsgierigheid op. Het is de Vogelwei. Hier mondde vroeger de kreek De Strijpe uit in zee, een stukje historie dus. Bovendien zit er een Landkaartje op Koninginnekruid, tweede generatie volgens Willy. Hartgespan Die is zwart, de eerste van boven geeloranje met zwarte vlekken. Hier is sprake van seizoensdimorfie (voorjaar- en zomervorm). We gaan terug langs de Hopbeuk. Er staat een mooie Europese blazenstruik, een goudgele vlinderbloem met rode tekening. Een knoppergal en een ananasgal op eik. Van de Knoppergal vertelt Frouke, dat hij vooral voorkomt in een gebied, waar zomereik en Moseik samen voorkomen.
De galwesp (Andricus quercuscalisis) maakt in de zomer zijn gallen in de mannelijke katjes van de Moseik, maar de tweede generatie in de eikels van de Zomer- of Wintereik. Het was weer een schitterende wandeling, en we komen zeker nog wel eens terug. Plantenlijst Voorne s Duin (Brede Waterroute) Acer campestre (Spaans aak); Acer pseudoplatanus (Gewone esdoorn); Achillea millefolium (Duizendblad); Aegopodium podagraria (Zevenblad); Alliaria petiolata (Look-zonderlook); Alnus glutinosa (Zwarte els); Anagallis tenella (Teer guichelheil); Anthriscus sylvestris (Fluitenkruid); Aquilegia vulgaris (Wilde akelei); Arctium minus (Gewone klit); Artemisia vulgaris (Bijvoet); Asparagus officinalis subsp. officinalis (Asperge); Bamboe; Betula pubescens (Zachte berk); Bryonia dioica Brede Water (Heggenrank); Castanea sativa (Tamme kastanje); Centaurea jacea (Knoopkruid); Cerastium fontanum subsp. vulgare (Gewone hoornbloem); Chaerophyllum temulum (Dolle kervel); Clematis vitalba (Bosrank); Colutea arborescens (Europese blazenstruik); Convolvulus sepium (Haagwinde); Crataegus monogyna (Eenstijlige meidoorn); Crepis capillaris (Klein streepzaad); Dactylis glomerata (Kropaar); Descurainia sophia (Sofiekruid); Dryopteris filix-mas (Mannetjesvaren); Echium vulgare (Slangenkruid); Epilobium hirsutum (Harig wilgenroosje); Epipactis palustris (Moeraswespenorchis); Equisetum palustre (Lidrus); Erodium cicutarium (Reigersbek); Euonymus europaeus (Wilde kardinaalsmuts); Eupatorium cannabinum (Koninginnekruid); Fallopia baldschuanica (Chinese bruidssluier); Fallopia japonica (Japans duizendknoop); Festuca gigantea (Reuzenzwenkgras); Fraxinus excelsior (Es); Galium aparine (Kleefkruid); Galium uliginosum (Ruw walsto); Galium verum (Geel walstro); Geranium molle (Zachte ooievaarsbek); Geranium robertianum (Robertskruid); Geum urbanum (Geel urbanum); Glechoma hederacea Wim - Gerda - Aad en Droeg (Hondsdraf); Helleborus foetidus (Stinkend nieskruid); Heracleum mantegazzianum (Reuzenberenklauw); Heracleum sphondylium (Gewone berenklauw); Hippophae rhamnoides (Duindoorn); Humulus lupulus (Hop);
Hypericum tetragonum (Kantig hertshooi); Hypochaeris glabra (Glad biggenkruid); Hypochaeris radicata (Gewoon biggenkruid); Ilex aquifolium (Hulst); Impatiens glandulifera (Reuzenbalsemien); Iris pseudacorus (Gele lis); Jacobaea vulgaris subsp. Dunensis (Duinkruiskruid); Jacobaea vulgaris subsp. vulgaris (Jakobskruiskruid); Lamium maculatum (Gevlekte dovenetel); Lamium purpureum (Paarse dovenetel); Leonurus cardiaca (Hartgespan); Ligustrum vulgare (Wilde liguster); Lonicera periclymenum (Wilde kamperfoelie); Lotus corniculatus (Gewone rolklaver); Luzula campestris (Gewone veldbies); Lysimachia vulgaris (Grote wederik); Lythrum salicaria (Grote kattenstaart); Mentha aquatica (Watermunt); Mycelis muralis (Muursla); Myosotis arvensis (Akkervergeet-mij-nietje); Myosoton aquaticum (Watermuur); Oenothera glazioviana (Grote teunisbloem); Parnassia palustris(parnassia); Pastinaca sativa subsp. sativa (Pastinaak); Aesculus hippocastanum Watermuur (Witte paardenkastanje); Ulmus minor (Gladde iep); Ostrya carpinifolia (Hopbeuk); Pinus nigra var. nigra (Oostenrijkse den); Plantago lanceolata (Smalle weegbree); Plantago major subsp. major (Grote weegbree); Poa annua (Straatgras); Polygala serpyllifolia (Liggende vleugeltjesbloem); Polygonatum multiflorum (Gewone salomonszegel); Polygonatum x hybridum (Tuinsalomonszegel); Polygonum aviculare (Gewoon varkensgras); Populus nigra (Zwarte populier); Potentilla anserina (Zilverschoon); Potentilla erecta (Tormentil); Prunella vulgaris (Gewone brunel); Pterocarya fraxinifolia (Kaukasische vleugelnoot); Pulicaria dysenterica (Heelblaadjes); Quercus cerris (Moseik); Quercus robur (Zomereik); Quercus rubra (Amerikaanse eik); Ranunculus flammula (Egelboterbloem); Rhamnus cathartica(wegedoorn); Rhinanthus angustifolius (Grote ratelaar); Ribes uva-crispa (Kruisbes); Rubus caesius (Dauwbraam); Rubus fruticosus (Gewone braam); Rumex obtusifolius (Ridderzuring); Salix alba (Schietwilg); Salix repens (Kruipwilg); Sambucus nigra (Gewone vlier); Samolus valerandi (Waterpunge); Saponaria officinalis (Zeepkruid); Scrophularia nodosa (Knopig helmkruid); Scutellaria galeri- Segrijnslak culata (Blauw glidkruid); Silene dioica (Dagkoekoeksbloem); Sisybrium officinale (Gewone raket); Solanum dulcamara (Bitterzoet); Sonchus asper (Gekroesde melkdistel); Sorbus aucuparia (Wilde lijsterbes); Symphoricarpos albus (Sneeuwbes); Syringa vulgaris (Sering); Taraxacum officinale (Paardenbloem); Taxus baccata (Taxus);
Thymus pulegoides(grote tijm); Torilis japonica (Heggendoornzaad); Trifolium pretense (Rode klaver); Trifolium repens (Witte klaver); Urtica dioica (Grote brandnetel); Verbascum thapsus (Koningskaars); Vicia cracca (Vogelwikke); Vinca major (Grote maagdenpalm); Zandzegge (Carex arenaria); Vogels: Grote bonte specht, Groene specht, Tafeleend, Grauwe gans, Aalscholver, boerenzwaluw Paddenstoelen: Geschubde inktzwam (Coprinus comatus), Gewone glimmer inktzwam (Coprinus micaceus), Kale inktzwam (Coprinus atramentarius), Roodsteelfluweelboleet (Boletus chrysenteron), Vezelkop sp., Ustilago (Brandzwam); Slakken: Gewone wegslak, Wijngaardslak, Heesterslak, Segrijnslak, Witgerande tuinslak Mossen: Duinsterretje, Gerimpeld sterrenmos Amphibie: Gewone pad Vlinder:Landkaartje (2 e generatie) Gallen:Knoppergal op zomereik, Ananasgal op zomereik, Mosgal op roos Overig: Zuidelijke boomsprinkhaan (Meconema meridionale), Stippelmot, Mierennest, Steekmuggen. Deelnemers: Froukje, Gerda, Arnolda, Karel, Aad, Wim, Willy en Priscelline. Verslag en foto s: Priscelline van de Pas