Stuk 15 (1999-2000) Nr. 9 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1999-2000 14 december 1999 ONTWERP VAN DECREET houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2000 AMENDEMENTEN voorgesteld na indiening van het verslag Zie : 15 (1999-2000) Nr. 1 : Ontwerp van decreet + Bijlagen Nrs. 2 tot 4 : Amendementen Nrs. 5-A tot 5-J : Verslagen aan de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting Nrs. 6 en 7 : Amendementen Nr. 8 : Verslag namens de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting 154
Stuk 15 (1999-2000) Nr. 9 2 AMENDEMENT Nr. 111 ORGANISATIEAFDELING 11 Administratie Kanselarij en Voorlichting PROGRAMMA 40 Gelijke Kansenbeleid Het totaal van de niet-gesplitste kredieten voor programma 11.40 "94,7 miljoen frank" brengen op "0 frank". (Verlaging met 94,7 miljoen frank) Afgezien van het feit dat het gelijke kansenbeleid zoals dat thans door de regering wordt gevoerd, overbodig is, is het bovendien ondoeltreffend. Het is de taak van de overheid ervoor te zorgen dat alle burgers op een rechtvaardige manier worden behandeld. Iedere minister moet daarover waken in het door hem/haar gevoerde beleid. Werken met doelgroepen die dan nog op een arbitraire basis werden uitverkoren, is een fragmentair beleid. Bovendien houdt het automatisch de discriminatie in van een aantal mensen, die niet tot een van deze doelgroepen behoren. Een aparte begrotingspost Gelijke Kansenbeleid betekent een onverantwoorde versnippering van middelen met geen enkele kans op resutaat. Het heeft derhalve geen zin er nog verder belastinggeld aan te vergooien. Indien projecten zoals Gynaica ("vrouwen in de kunst") nuttig worden bevonden, kan de minister van Cultuur ze eventueel overnemen. De indiener wenst enkel de 16,2 miljoen frank die op de basisallocaties 33.05, 33.09 en 33.10 voor de gehandicapten werden voorzien, te behouden en onder te brengen bij het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap (programma 41.50), waar ze thuishoren. Dit amendement is verbonden met amendement nr. 116.
3 Stuk 15 (1999-2000) Nr. 9 AMENDEMENT Nr. 112 voorgesteld door de heren Joris Van Hauthem en Luk Van Nieuwenhuysen ORGANISATIEAFDELING 31 Administratie Basisonderwijs PROGRAMMA 10 Gewoon basisonderwijs Het totaal van de niet-gesplitste kredieten voor programma 31.10 "65.819,7 miljoen frank" brengen op "65.517,3 miljoen frank". (Verlaging met 302, 4 miljoen frank) Dit bedrag wordt voorzien voor de Franstalige basisscholen in de faciliteitengemeenten. Aangezien de Franse Gemeenschap elk jaar weigert de Vlaamse school in Komen te financieren, aangezien in de voornoemde Franstalige basisscholen leerlingen vertoeven die daar volgens de taalwetgeving niet thuishoren, aangezien er nog steeds geen oplossing is inzake de pedagogische inspectie, hoeft de Vlaamse regering deze verplichting niet langer op zich te nemen. Dit amendement is verbonden met amendement nr. 113.
Stuk 15 (1999-2000) Nr. 9 4 AMENDEMENT Nr. 113 voorgesteld door de heren Joris Van Hauthem en Luk Van Nieuwenhuysen ORGANISATIEAFDELING 33 Administratie Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek PROGRAMMA 10 Hogescholenonderwijs Het totaal van de niet-gesplitste kredieten voor programma 33.10 "20.626,7 miljoen frank" brengen op "20.929,1 miljoen frank". (Verhoging met 302,4 miljoen frank) Dit bedrag is het bedrag dat overgeheveld wordt van het programma 31.10 (gewoon basisonderwijs). Dit amendement moet doen ook samen gelezen worden met het amendement dat het niet-gesplitste krediet in het totaal van programma 31.10 met 302,4 miljoen frank vermindert. Dat bedrag werd immers voorzien voor het financieren van de Franstalige basisscholen in de faciliteitengemeenten. Aangezien de Franse Gemeenschap elk jaar weigert de Vlaamse school in Komen te financieren, aangezien in de voornoemde Franstalige basisscholen leerlingen vertoeven die daar volgens de taalwetgeving niet thuishoren, aangezien er nog steeds geen oplossing is inzake de pedagogische inspectie, hoeft de Vlaamse regering deze verplichting niet langer op zich te nemen. Dit amendement is verbonden met amendement nr. 112.
5 Stuk 15 (1999-2000) Nr. 9 AMENDEMENT Nr. 114 ORGANISATIEAFDELING 40 Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (algemeen) PROGRAMMA 20 Infrastructuur inzake persoonsgebonden aangelegenheden Het totaal van de niet-gesplitste kredieten voor programma 40.20 "8.108,1 miljoen frank" brengen op "8.258,1 miljoen frank". (Verhoging met 150,0 miljoen frank) De gesloten instellingen van de Vlaamse Gemeenschap beschikken over slechts 80 plaatsen voor jongeren die een als misdaad omschreven feit hebben gepleegd. Hierdoor is er permanent een nijpend tekort en worden delinquente jongeren hetzij opgesloten in gevangenissen, hetzij veel te snel weer vrijgelaten, hetgeen in beide gevallen onverantwoord is. Ter vergelijking : in Nederland zijn er 1.200 plaatsen voor delinquente jongeren. Teneinde de capaciteit van de gesloten gemeenschapsinstellingen op korte termijn gevoelig te verhogen, is er dringend nood aan bijkomende infrastructuur.
Stuk 15 (1999-2000) Nr. 9 6 AMENDEMENT Nr. 115 ORGANISATIEAFDELING 41 Administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn PROGRAMMA 20 Bijzondere jeugdbijstand Het totaal van de niet-gesplitste kredieten voor programma 41.20 "6.688,6 miljoen frank" brengen op "5.016,4 miljoen frank". (Verlaging met 1.672,2 miljoen frank) Hoeveel uitgaven in de bijzondere jeugdbijstand worden veroorzaakt door migrantenjongeren is door een gebrek aan uitgesplitste cijfers niet te berekenen, maar bedraagt minstens 25 percent van het totale budget. Door te werken aan een terugkeerbeleid voor niet-europese vreemdelingen komen er in het programma 41.20 gemakkelijk 1.568,1 miljoen frank vrij die kunnen worden aangewend voor ons eigen volk.
7 Stuk 15 (1999-2000) Nr. 9 AMENDEMENT Nr. 116 ORGANISATIEAFDELING 41 Administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn PROGRAMMA 50 Gehandicaptenzorg Het totaal van de niet-gesplitste kredieten voor programma 41.50 "32.559,0 miljoen frank" brengen op "32.575,2 miljoen frank". (Verhoging met 16,2 miljoen frank) De middelen die onder het programma 11.40 (Gelijke Kansenbeleid) onder de basisallocaties 33.05, 33.09 en 33.10 voor de gehandicapten werden voorzien, dienen te worden overgeheveld naar het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, waar ze thuishoren. Dit amendement is verbonden met amendement nr. 111.
Stuk 15 (1999-2000) Nr. 9 8 AMENDEMENT Nr. 117 ORGANISATIEAFDELING 41 Administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn PROGRAMMA 60 Maatschappelijk opbouwwerk Het totaal van de niet-gesplitste kredieten voor programma 41.60 "181,6 miljoen frank" brengen op "90,8 miljoen frank". (Verlaging met 90,8 miljoen frank) De organisaties, instellingen en instituten voor maatschappelijk opbouwwerk hebben tot doel de sociale achterstelling van bepaalde bevolkingsgroepen te bestrijden. Op vele plaatsen heeft dit geleid tot het bestaan van parallelle structuren met deze die opgericht zijn in het kader van de kansarmoedebestrijding, hetgeen een onverantwoorde versnippering en verkwisting van gemeenschapsgelden betekent. Bovendien beantwoorden verschillende projecten helemaal niet aan de oorspronkelijke doelstelling en zijn ze veeleer te bestempelen hetzij als volkomen nutteloos, hetzij als pure ideologische indoctrinatie. Door een betere samenwerking met andere organisaties ter bestrijding van de kansarmoede (b.v. door het delen van de infrastructuur) en door het schrappen van de projecten die niet beantwoorden aan de oorspronkelijke doelstelling kan een ernstige besparing worden gerealiseerd.
9 Stuk 15 (1999-2000) Nr. 9 AMENDEMENT Nr. 118 ORGANISATIEAFDELING 41 Administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn PROGRAMMA 70 Maatschappelijk welzijn Het totaal van de niet-gesplitste kredieten voor programma 41.70 "2.428,8 miljoen frank" brengen op "1.532,8 miljoen frank". (Verlaging met 896,0 miljoen frank) Een groot deel van de middelen van het programma 41.70 wordt besteed aan vreemdelingen. Op de basisallocaties 12.01, 34.01, 34.02 en 34.03 zijn hiervoor rechtstreekse subsidies voorzien ten belope van 423 miljoen frank. Hoeveel van de middelen van de basisallocatie 34.04 (subsidies aan erkende centra en samenwerkingsinitiatieven in het kader van het algemeen welzijnswerk) worden besteed aan migranten van buiten de EU, asielzoekers en illegalen, is door het gebrek aan uitgesplitste cijfers niet precies te berekenen, maar mag zeker worden geraamd op meer dan 25 percent of 473 miljoen frank. Door te werken aan een terugkeerbeleid voor niet-europese vreemdelingen komen er in het programma 41.70 gemakkelijk 896 miljoen frank vrij die kunnen worden aangewend voor ons eigen volk.
Stuk 15 (1999-2000) Nr. 9 10 AMENDEMENT Nr. 119 ORGANISATIEAFDELING 41 Administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn PROGRAMMA 70 Maatschappelijk welzijn Het totaal van de niet-gesplitste kredieten voor programma 41.70 "2.428,8 miljoen frank" brengen op "2.528,8 miljoen frank". (Verhoging met 100,0 miljoen frank) Er wordt een nieuwe basisallocatie 34.28 gecreëerd "Subsidie aan initiatieven in verband met abortuspreventie" met een niet-gesplitst krediet van 100 miljoen frank. Uit het derde rapport van de nationale commissie voor de evaluatie van de wet van 3 april 1990 betreffende de zwangerschapsafbreking blijkt dat het aantal abortussen in ons land nog steeds gestaag toeneemt. Waar in 1993 officieel 12.714 abortussen werden uitgevoerd bij vrouwen die in België verbleven, steeg dit aantal in 1995 al tot 13.302 en is in 1997 opgelopen tot 13.857, met als triest hoogtepunt 1996 met 14.533 abortussen. Het aandeel van Vlaanderen (uiteraard met inbegrip van Brussel) bedraagt hierin ongeveer 65 procent. Wie in 1990 beweerde dat de liberalisering van abortus het aantal niet zou doen oplopen, moet in het licht van deze cijfers toch toegeven dat hij/zij zich vergiste. Bijzonder opmerkelijk is wel het steeds stijgend aantal abortussen bij vrouwen jonger dan 20 jaar (nu al 14,61 procent). Waar men juist het tegendeel zou verwachten, zijn de jongeren blijkbaar steeds minder op de hoogte van het correct gebruik van anticonceptiva. Wat het begrip "noodsituatie" betreft, wordt in meer dan de helft van de gevallen "persoonlijke redenen" ingeroepen : de vrouw voelt zich te jong, te oud of er is op dat ogenblik geen kinderwens. Veel abortusaanvragen hebben ook te maken met praktische zaken zoals financiële problemen, huisvestingsproblemen of problemen op het werk. De evaluatiecommissie dringt daarom (steeds opnieuw) aan op het nemen van een aantal concrete maatregelen. Deze liggen zowel op het preventieve vlak, waar wordt aangedrongen op het beter en blijvend inlichten van het grote publiek over het correct gebruik van anticonceptiva, als op belangrijke bijkomende inspanningen voor de opvang van vrouwen die zich in een noodsituatie bevinden, wat in beide gevallen duidelijk Vlaamse bevoegdheden zijn. Men kan dan ook niet anders dan vaststellen dat het beleid dat door de Vlaamse regering werd en wordt gevoerd, onvoldoende effect ressorteert. Onverwacht zwangere meisjes en vrouwen krijgen nog steeds niet de nodige materiële, sociale, praktische en psychologische steun die ze nodig hebben om hun zwangerschap te voltooien. De beslissing tot abortus wordt vrijwel altijd reeds bij de huisarts genomen, die onvoldoende op de hoogte blijkt te zijn van de doorverwijsmogelijkheden die op dat vlak bestaan.
11 Stuk 15 (1999-2000) Nr. 9 De 100 miljoen frank die de indiener ter beschikking wil stellen voor abortuspreventie dienen te worden besteed aan primaire en secundaire preventieprojecten. Enerzijds moet het grote publiek en vooral de jongeren beter en blijvend worden geïnformeerd over het correct gebruik van anticonceptiva en anderzijds moeten initiatieven die, als een alternatief voor een abortus, onverwacht zwangere meisjes en vrouwen op materieel, sociaal, praktisch en psychologisch vlak helpen bij het uitdragen van hun zwangerschap (beter) worden gesubsidieerd en vooral onder de aandacht worden gebracht van het brede publiek. AMENDEMENT Nr. 120 ORGANISATIEAFDELING 42 Administratie Gezondheidszorg PROGRAMMA 10 Volksgezondheid Het totaal van de niet-gesplitste kredieten voor programma 42.10 "1.255,3 miljoen frank" brengen op "1.355,3 miljoen frank". (Verhoging met 100,0 miljoen frank) Diverse onderzoeken tonen een verontrustende toename aan van het drugsgebruik bij onze jongeren en dit op steeds jongere leeftijd. Met name het gebruik van cannabis dreigt hoe langer hoe meer ingeburgerd te geraken, maar ook XTC, cocaïne en zelfs crack zijn in opmars. Drugspreventie moet dan ook één van de absolute prioriteiten zijn van het regeringsbeleid. Allerlei goedbedoelde, maar veel te kleinschalige initiatieven leveren blijkbaar maar weinig resultaat op. Om het drugsgebruik daadwerkelijk terug te dringen is een stevige, gecoördineerde en grootschalige aanpak nodig. Hiervoor dienen de nodige middelen te worden vrijgemaakt. Vergeleken bij diverse andere regeringsinitiatieven waarvan het nut op zijn zachtst gezegd twijfelachtig is, lijkt de indiener een extra inspanning van 100 miljoen frank voor drugsbestrijding dan ook niet overdreven.
Stuk 15 (1999-2000) Nr. 9 12 AMENDEMENT Nr. 121 ORGANISATIEAFDELING 42 Administratie Gezondheidszorg PROGRAMMA 20 Medisch-sociaal beleid Het totaal van de niet-gesplitste kredieten voor programma 42.20 "1.198,2 miljoen frank" brengen op "1.248,2 miljoen frank". (Verhoging met 50,0 miljoen frank) Het aantal Aids-besmettingen in ons land daalt niet langer, het vertoont zelfs de neiging opnieuw toe te nemen. Hiervoor zijn twee redenen : ten eerste werd bij de bevolking verkeerdelijk de indruk gewekt dat Aids door het gebruik van nieuwe geneesmiddelencocktails te genezen zou zijn ; anderzijds is er in de media nog nauwelijks aandacht voor Aids, is de bevolking ingedommeld en is er ondertussen een nieuwe generatie seksueel actief geworden die nauwelijks op de hoogte is van de risico s. Een nieuwe en ditmaal smaakvolle campagne die de bevolking vooral op een duidelijke en correcte wijze informeert over de besmettingswijze en de risico s op Aids, die op geregelde tijdstippen wordt herhaald, blijft dan ook meer dan noodzakelijk.
13 Stuk 15 (1999-2000) Nr. 9 AMENDEMENT Nr. 122 ORGANISATIEAFDELING 45 Administratie Cultuur PROGRAMMA 10 Jeugd en Sport Het totaal van de niet-gesplitste kredieten voor programma 45.10 "1.740,2 miljoen frank" brengen op "1.737,3 miljoen frank". (Verlaging met 2,9 miljoen frank) Het is algemeen bekend dat de jeugddienst Internationale Solidariteit/Jongeren Aan Bod met maatschappelijke zetel te Brussel een mantelorganisatie is van de maoistische PVDA. Op 13 september 1996 werd deze vereniging geïnspecteerd door de Afdeling Jeugdwerk van het departement Cultuur. Het inspectieverslag was ronduit vernietigend : Internationale Solidariteit/Jongeren Aan Bod was met zo ongeveer niets in orde. De administratie adviseerde dan ook terecht de vereniging met ingang van 1 januari 1997 niet langer te erkennen en te subsidiëren. Niettemin meende de minister dit advies naast zich te moeten neerleggen. Derhalve werd Internationale Solidariteit/Jongeren Aan Bod in 1997, 1998 en in 1999 rustig verder gesubsidieerd. Voor 1999 is het bedrag uiteraard nog niet volledig gekend, maar in 1998 ontving Internationale Solidariteit/Jongeren Aan Bod 2.885.000 frank aan subsidie. Aldus konden de snoepreisjes naar communistische "arbeidersparadijzen" zoals Cuba ongestoord worden verdergezet. Ook de zogenaamde "Internationale week", in feite het jaarlijks partijfeest van de PVDA, kon dankzij een extra subsidie van 49.500 frank doorgang blijven vinden. Ook in de begroting voor 2000 is er opnieuw een subsidiebedrag voor Internationale Solidariteit/Jongeren Aan Bod gereserveerd. De indiener stelt dan ook voor de subsidies aan de bovenvermelde vereniging te schrappen. Derhalve wordt de basisallocatie 33.01 (Subsidies aan de landelijk georganiseerde jeugdverenigingen) met 2,9 miljoen frank verminderd.