Urologie Kijkoperatie voor het herstel van een vaginale verzakking Laparoscopische sacrocolpopexie Inleiding De organen in de onderbuik (de baarmoeder, de blaas en de endeldarm) worden op hun plaats gehouden door spieren, banden en steunweefsels. Deze weefsels kunnen door verschillende oorzaken beschadigen of hun kracht en soepelheid verliezen. Als dit gebeurt, kunnen de organen in de onderbuik geleidelijk gaan zakken. We spreken dan van een verzakking of prolaps. Welke verzakkingen zijn er? de voorwand van de vagina (cystokèle) de achterwand van de vagina (rectokèle) de baarmoeder (descensus uteri) of een combinatie van alle drie (zie de plaatjes op de volgende pagina). Als u geen baarmoeder meer heeft, kunt u een verzakking hebben van de top van de vagina (een topprolaps ). Een verzakking kan zelfs voorbij de opening van de vagina gaan. Waardoor worden verzakkingen veroorzaakt? De meeste verzakkingen zijn het gevolg van moeilijke of snelle bevallingen, van te snel op elkaar volgende zwangerschappen of van geboorten van zeer zware baby s. Tijdens en na de periode van de overgang, worden de steunweefsels nog dunner en zwakker. Dit komt door de verminderde productie van hormonen. Meestal krijgt een patiënt dan klachten door de verzakking. Deze informatie voor patienten is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Jeroen Bosch Ziekenhuis / www.jeroenboschziekenhuis.nl (URO-091, uitgave januari 2017)
Wel of niet behandelen? Als uw huisarts een verzakking vermoedt, wordt u verwezen naar de gynaecoloog. Bij terugkeer van de verzakking en/of een gecompliceerde verzakking wordt u verwezen naar het bekkenbodemspreekuur. Dit is een gezamenlijk spreekuur van de gynaecoloog, de uroloog en de incontinentieverpleegkundige. (Zie de folder URO-027 Bekkenbodemspreekuur). Of er bij u sprake is van een verzakking kan worden vastgesteld naar aanleiding van uw klachten en een lichamelijk onderzoek. Een verzakking geeft niet altijd klachten. In de meeste gevallen zijn er echter klachten als: een bol in de vagina die al of niet uit de schede komt en die dan meestal verdwijnt na een nachtje slapen; urineverlies, voornamelijk bij inspanningen waarbij de druk in de buikholte toeneemt zoals bij het dragen van zware voorwerpen, hoesten, sporten en bij het krijgen van ontlasting; regelmatig blaasontstekingen; problemen met de stoelgang (obstipatie en soms zelfs verlies van ontlasting); seksueel ongemak of pijn. Een verzakking die geen klachten geeft hoeft niet altijd behandeld te worden. Een hinderlijke verzakking kan vaak behandeld worden met hormonen. Sommige vaginale verzakkingen moeten echter operatief hersteld worden. Dit kan via de vagina of via een kijkoperatie (laparoscopie). Operatie of kijkoperatie? Bij een verzakking van één deel van de vagina (bijvoorbeeld van alleen de voorwand of alleen de achterwand), zal de operatie via de vagina worden uitgevoerd. Een verzakking van meerdere delen of een verzakking van de top van vagina (na het verwijderen van de baarmoeder) kan vaak beter met een kijkoperatie worden hersteld. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 2 van 6
De kansen op definitief herstel zijn na een kijkoperatie beter (95%) dan na de vaginale ingreep (70%). Beide operaties worden uitgevoerd door de uroloog en gynaecoloog samen. In deze folder vertellen we u meer over de kijkoperatie. Hoe bereidt u zich voor? PreOperatieve Screening (POS) Om u goed en veilig voor te bereiden op de operatie, bezoekt u enige tijd voor de operatie de afdeling PreOperatieve Screening (POS). U krijgt hiervoor een afspraak. Op de POS heeft u een gesprek met een intakeverpleegkundige en een anesthesioloog. Ook krijgt u een kort lichamelijk onderzoek. Op www.jbz.nl/anesthesiologiekunt u meer lezen over de verdoving en bewaking tijdens de operatie. Als u hierover vragen heeft, kunt u deze bespreken tijdens uw bezoek aan de POS. Op de POS krijgt u een informatieboekje mee. Hierin leest u praktische informatie die u kan helpen bij de voorbereiding op de opname. Om u voor te bereiden op het gesprek kunt u kijken op de website: www.jbz.nl/pos. Nuchter zijn Voor de operatie moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf een bepaald tijdstip niets meer mag eten en drinken. U krijgt hierover instructies van bureau Opname. Wat moet er gebeuren? Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt moet u dit van tevoren melden aan de uroloog. In overleg met uw behandelend arts zult u het gebruik van deze medicijnen een aantal dagen voor de operatie moeten stoppen. Deze medicijnen kunnen bijvoorbeeld zijn: Ascal, Acetosal, Sintrom enz. U verblijft meestal drie tot vier dagen in het ziekenhuis. Dit is vergelijkbaar met de vaginale operatie. Wat neemt u mee? Uw geldig legitimatiebewijs (geldig paspoort, rijbewijs, identiteitskaart of vreemdelingenkaart). Uw patiëntenpas van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Heeft u nog geen pas of kloppen de gegevens niet meer? Laat dan een (nieuwe) patiëntenpas maken voordat u naar uw afspraak gaat. Dit kan op alle locaties van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, behalve Zaltbommel Gamerschestraat. Uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO). Het is voor uw arts belangrijk te weten welke medicijnen u thuis gebruikt. Uw eigen apotheek kan dit overzicht voor u uitprinten. Vraag hierom kort voordat u het ziekenhuis bezoekt. Alle medicijnen die u de eerste 24 uur nodig heeft, in de originele verpakking. Medicatiegegevens delen Het Jeroen Bosch Ziekenhuis kan digitaal uw historisch medicatieoverzicht opvragen, maar alleen als u daar toestemming voor heeft gegeven. Deze toestemming regelt u bij alle apotheken waar u uw medicatie ophaalt, of online via www.ikgeeftoestemming.nl. Toch blijft het ook dan belangrijk om uw papieren AMO mee te nemen naar het ziekenhuis. Aan de hand van uw AMO controleren we welke Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 3 van 6
medicatie u op dit moment gebruikt. Na goedkeuring van de arts vermelden we deze medicijnen in uw Elektronisch Patiënten Dossier. Waar meldt u zich? U meldt zich bij de Infobalie bovenaan de roltrap. Daar wordt u doorverwezen naar de juiste verpleegafdeling. Wat gebeurt er bij de operatie? De kijkoperatie vindt op de operatiekamer plaats onder steriele omstandigheden en onder algehele narcose Bij de techniek van de kijkoperatie wordt, via vier kleine gaatjes (5mm) in de buik, de verzakking hersteld. De drie delen van het vrouwelijk bekken worden met een prothesebandje opgehangen. Dankzij het gebruik van het prothesebandje kunnen goede en blijvende resultaten bereikt worden. Zijn er risico s? Bij de kijkoperatie voor een verzakking is de kans op complicaties kleiner, dan bij de vaginale ingreep (ongeveer 3% in plaats van 10%). Zoals bij elke ingreep kunnen er toch complicaties optreden, zoals: tijdens of kort na de ingreep: een (na)bloeding in de buikholte een infectie, bijv. blaasontsteking zelden: een beschadiging van een van de buikorganen als blaas of darm. op langere termijn: infectie van de prothese doorgroei van de prothese door de vaginawand pijn in de vagina tijdens gemeenschap hinderlijke plasdrang Leefregels en adviezen Voor een goed herstel na de operatie is het beter dat u: de eerste twee weken niet autorijdt; de eerste twee weken niet fietst; de eerste zes tot acht weken geen zware lichamelijke arbeid verricht; de eerste zes tot acht weken geen geslachtsgemeenschap heeft. Bij pijnklachten mag u twee tabletten paracetamol 500mg, drie tot vier keer per dag innemen; Vermoeidheid. Als gevolg van uw operatie kan uw conditie verminderd zijn. Dat merkt u aan vermoeidheid en een vertraagd reactievermogen. Het is belangrijk om hier goed mee om te gaan. Zorg voor een goede verdeling van activiteiten en rust. Uw conditie zal langzaam aan beter worden; Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 4 van 6
Als u voor de operatie bloedverdunnende middelen gebruikte, mag u het gebruik hiervan alleen hervatten op voorschrift van de arts. Voordat u naar huis gaat wordt aan u medegedeeld wanneer u de antistolling weer kunt hervatten; Wij adviseren u de eerste weken minimaal twee liter vocht per dag te drinken. Controle Na zes weken komt u voor controle op de polikliniek. De arts bespreekt met u of de operatie voldoende effect heeft. Wanneer er eerder problemen zijn kunt u telefonisch contact opnemen met de polikliniek Urologie of Gynaecologie. Heeft u vragen? Deze folder betreft een algemene voorlichting en is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts. Bijzondere omstandigheden kunnen tot wijzigingen aanleiding geven. Dit zal altijd door uw specialist aan u kenbaar worden gemaakt. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, leg die dan gerust voor aan uw specialist of de verpleegkundige. Heeft u vragen of problemen na ontslag? Heeft u na uw ontslag uit het ziekenhuis problemen of vragen die in relatie staan met datgene waarvoor u opgenomen bent geweest? Dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Urologie, telefoonnummer (073) 553 60 10 of met de polikliniek Gynaecologie, telefoonnummer (073) 553 62 50. Heeft u deze problemen in de avond/nachturen of in het weekend? Dan kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling Gynaecologie, telefoonnummer (073) 553 20 20. Een van de verpleegkundigen zal uw vraag dan proberen te beantwoorden of de dienstdoende gynaecoloog inschakelen. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 5 van 6
Wanneer neemt u contact op? Als u koorts krijgt boven 38.5. Als u pijn krijgt die niet verdwijnt na het innemen van pijnstillers. Als u plotseling helder rood bloed of pus verliest via de wond(jes). Als er sprake is van roodheid en zwelling van de wond(jes) die eerder niet aanwezig was. Als u veel minder plast terwijl u wel goed drinkt. Meer informatie Voor meer informatie over de afdeling Urologie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis en over urologische onderzoeken en behandelingen kunt u kijken op: www.jbz.nl/urologie Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 6 van 6