LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Vergelijkbare documenten
RIJKSUNIVERSITEIT GENT

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

1\BO.RAli l I M VGOR OGIE EN 0 08EOl.O'GI.

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

\ LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE. Prof, 0' W. OE BREUCt< RIJKSUNIVERSITEIT GENT GRONDWATERONDERZOEK "NOBEL5-PEELMAN"

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

HYDROGEOLOGISCHE VERKENNING VAN DE FREATISCHE LAAG

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de N.V. Latexco te Tielt (Fase 2)

lillil UNIVERSITEIT GENT

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE. GRONDWATERWINNINGSMOGELIJKHEDEN VOOR HET REKREATIEDOMEIN nde BRIELMEERSENn TE DEINZE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPAST E GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE HYDROGEOLOGISCHE STUDIE CALLEMANSPUTTE - TUSSENTIJDS VERSLAG -

lil Hl LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GENT GEOLOGISCHE EN HYDROGEOLOGISCHE GESTELDHEID TER HOOGTE VAN EEN

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

rijksuniversiteit gent

rijksuniversiteit gent

I Hili RIJKSUNIVERSITEIT GENT

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

VERKENNING IN VERBAND MET EEN GRONDWATERVOORZIENING VAN DE G.U.S.B.

LABORAlfORI M VOOR li0et3epasté Ç3EQLOGIE EN H ROGEOtOGI.E

160 9olz.c. lijlil LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GENT GRONDWATERONDERZOEK VAN DE VERKAVELING

rijksuniversiteit gent

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de NV Horafrost te Staden (Fase 1)

LABORATORII:JM VOOR jjiqeg PA5ll: GEOlOGIE EN lni DROGE0 061É

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

VFRSLAG VAN DE VERKENNINGSBORING VOOR DE CENTRALE LINNENDIENST VAN DE VERENIGING VAN OPENBARE VERZORGINGSINSTELLINGEN TE EREMBODEGEM

TOEGEPASTE.GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

ij) IJlJIJ UNIVERSITEIT GENT TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE .AL. BEPALING VAN DE HISTORISCHE VERONTREINIGING

. - 1 c<o; G. =s j e-; 0. . TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE. .AFL UNIVERSITEIT. . GENT. < 1. r _..(?... HYDROGEOLOGISCHE STUDIE

rijksuniversiteit gent

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

STAD I GENT. rijksuniversiteit gent

TOEGEPAST E GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

rijksuniversiteit gent

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE..

9 I f HYDROGEOLOGISCHE VERKENNING VAN DE STORTPLAATS VAN N.V. GARWIG TE WOUMEN (DIKSMUIDE)

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

HYDROGEOLOGISCHE STUDIE NABIJ HET ZWEMBAD "DE NOORDZEE" TE BLANKENBERGE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

: M. Scheffers en mevr. G.P.M. Scheffers - de Jong Oliviersweg achter 9A 5061 PL Oisterwijk

CODES VAN GOEDE PRAKTIJK N 5

Î - LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE GEOHYDROLOGISCH ONDERZOEK PROJECT "WATERSPIL" lillil RIJKSUNIVERSITEIT GENT

Opdracht : Plaats : Zelhem Project : Nieuwbouw gebouw A + B en C De Zonnekamp. Nieuwbouw gebouw A + B en C De Zonnekamp te ZELHEM.

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGtOLOGIE

CODES VAN GOEDE PRAKTIJK N 5

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

Bureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN

De Pintelaan (Campus Sterre)

rijksuniversiteit gent

rijksuniversiteit gent

OOSTKAPELLE. Siban Beheer B.V. Park Reeburg GC VUGHT

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

Nitraat in het grondwater

rijksuniversiteit gent

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

EFFECTEN PEILVERHOGING watergang langs het voormalige DEK terrein nabij Oostersingel en Vlietsingel te MEDEMBLIK

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Belconsulting nv. rijksuniversiteit gent. leerstoel voor. toegepaste geologie. geologisch instituut krijgslaan telefoon

rijksuniversiteit gent

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Uitwerking van maatregelen voor milderen van verzilting in aangrenzende polders bij uitbreiding ZWIN (hydrogeologische deelaspect) Startvergadering

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

UNIVERSITEIT GENT

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

rijksuniversiteit gent

Formatie Samenstelling Geohydrologische betekenis mv. tot 5 Nuenen Groep fijn en matig fijn zand,

Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker. Lezing Geohydrologie

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Is verzilting een dreigend probleem aan onze kust? Toelichting geactualiseerde verziltingskaarten Dieter Vandevelde, VMM

IJllil LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GENT ,A&.. RESULTATEN VAN DE GRONDWATERBEMONSTERING-

Handleiding opzoeken grondwatergegevens

.: TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Transcriptie:

Prof or W DE WUCK LABORATORUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGE EN HYDROGEOLOGE HYDROGEOLOGSCHE KARAKTERSATE VAN DE GEMEENTELJKE STORTPLAATS TE MDDELKERKE-LEFFNGE &iéil&> 111111 RJKSUNVERSTET GENT

111111 UNVERSTET GENT laboratorium voor toegepaste geologie en hydrogeologie HYDROGEOLOGSCHE KARAKTERSATE VAN DE GEMEENTELJKE STORTPLAATS TE MDDELKERKE-LEFFN GE geologisch instituut S 8 krijgslaan 281 B-9000 gent telefoon 091/644647 fax 091/644997 Opdrachtgever Westvlaamse ntercommunale voor Technisch Advies en Bijstand voor Ruimtelijke Ordening (WT AB) Leiding : Prof Dr W DE BREUCK Studie en verslag : Drs BOLLE Drs E VAN HOUTE Onderzoek : TGO 91008 Datum : 25 november 1991

HYDROGEOLOGSCHE KARAKTERSATE VAN DE GEMEENTELJKE STORTPLAATS TE MDDELKERKE-LEFFNGE

NHOUD Lijst van figuren 111 Lijst van tabellen V Lijst van bijlagen V 1 nleiding 1 2 Ligging van het studiegebied 2 3 Terreinwerkzaamheden 4 3 1 Boringen 4 3 1 1 Algemeen 4 312 Spoelboringen 4 3 2 Boorgatmetingen 4 3 3 Uitbouw van het peilbuizennet 6 3 4 Opmeten van de bestaande peilputten 7 3 5 Waterpassing 9 3 6 Stijghoogtemetingen en oppervlaktewaterstanden 9 4 Kenmerken van bodem- en ondergrond H 4 1 Bodem 11 4 2 Ondergrond 11 4 2 1 Algemeen 11 4 2 2 Polderklei 15 4 2 3 De slecht doorlatende laag KOL 15 4 2 4 De doorlatende zandlaag KZ 15 4 2 5 De slecht doorlatende laag KL 15 4 2 6 Het zeer slecht doorlatend tertiaire substraat16 5 Grondwaterstroming 5 1 Stijghoogtewaarnem ngen 5 2 Grondwaterstroming in de laag KZ 5 3 Verticale gradiënten 6 Grondwaterkwaliteit 6 1 Elektromagnetisch onderzoek 6 1 1 nleiding 6 1 2 Bespreking 17 17 17 17 21 21 21 21

11 6 2 Boorgatmetingen 6 2 1 nleiding 6 2 2 Boorgatmeting SBl 6 2 3 Boorgatmeting SB2 6 3 Grondwaterbemonstering en -analyse 6 31 nleiding 6 3 2 Bespreking van de resultaten 24 24 24 25 25 25 25 7 Besluit 27 REFERENTES 29

lil LJST VAN FGUREN Fig 1 Ligging van het studiegebied en de lithologische doorsneden Fig 2 Ligging van de uitgevoerde boringen, van de vroeger geplaatste peilputten en van de twee oppervlaktewatermeetpunten Fig 3 Fig 4 Schematische bouw van een peilput Uittreksel uit de bodemkaart 21E OOSTENDE ter hoogte van het studiegebied Fig 5 Fig 6 Fig 7 Fig B Lithologische doorsnede A-A' Lithologische doorsnede B-B' Grondwaterstroming in de laag KZ op 22 081991 Uittreksel uit de kaart met de diepte van het grensvlak tussen zoet en zout water in de freatische laag van het Belgische kustgebied (1963-73) (DE BREUCK, W et al, 1974) Fig 9 Ligging van de uitgevoerde elektromagnetische profielen

V LJST VAN TABELLEN Tabel 1 Geometrische kenmerken van de peilbuizen geplaatst door het LTGH Tabel 2 Geometrische kenmerken van de vroeger geplaatste peilbuizen Tabel 3 Grond- en oppervlaktewaterstanden (in m TAW) Tabel 4 Resultaten van de grondwateranalyses

V LJST VAN BJLAGEN Bijlage 1 Liggingsplannen van de door het LTGH geplaatste peilbuizen Bijlage 2 Boorstaten en boorgatmetingen van de uitgevoerde boringen Bijlage 3 Liggingsplannen van de vroeger geplaatste peilbuizen Bijlage 4 Resultaten van de natuurlijke gammametingen in de diepe vroeger geplaatste peilbuizen Bijlage 5 Resultaten van het elektromagnetisch onderzoek

-1-1 NLEDNG Met haar brief van 5 april 1991 (kenmerk 91/348/LA/ER) gaf de Westvlaamse ntercommunale voor Technisch Advies en Bijstand voor Ruimtelijke Ordening (WTAB) opdracht aan het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie van de Universiteit Gent (LTGH) een hydrageologisch onderzoek uit te voeren van een stortplaats gelegen te Middelkerke De studie heeft tot doel de bouw en het grondwaterstromingspatroon van de ondergrond te onderkennen en de grondwaterkwaliteit te evalueren Onderhavig verslag omvat de volgende hoofdstukken - de ligging van het studiegebied (hoofdstuk 2) - de terreinwerkzaamheden (hoofdstuk 3) - de kenmerken van bodem en ondergrond (hoofdstuk 4) - de grondwaterstroming (hoofdstuk 5) - de grondwaterkwaliteit (hoofdstuk 6) Hoofdstuk 7 omvat het besluit

-2-2 LGGNG VAN HET STUDEGEBED Het stortterrein is gelegen op het grondgebied van de gemeente Middelkerke op de plaats van een voormalige zandwinning (fig 1) De oppervlakte van de stortput bedraagt ca 6 ha en de diepte ca 18 m Ten noorden van het stortterrein loopt het Albertusgeleed, ten zuiden en ten westen de Garnegaatvliet Deze beide beken zorgen voor de afwatering van het gebied Het is een vlak gebied met een peil van +3 tot +41 Morfologisch bevindt het stortterrein zich op een kreekrug van de Middellandpolders 1 Alle peilen in dit verslag zijn aangegeven in m ten opzichte van de Tweede Algemene Waterpassing (TAW) van het Nationaal Geografisch nstituut

-3- N t : : : :: t K 24 o o 0 " : = = : : t = : : o o o o o K 25 100 200 300 Fig 1 - Ligging van het studiegebied en de lithologische doorsneden

-4-3 TERRENWERKZAAMHEDEN 31 Boringen 311 Algemeen De boringen werden in de eerste plaats uitgevoerd voor het plaatsen van peilbuizen De boorbeschrijvingen leverden gedetailleerde informatie over de plaatselijke lithologische bouw De ligging en de nummers van de boringen z Jn weergegeven op figuur 2 n bijlage 1 zijn de gedetailleerde liggingsplannen opgenomen De boorplaatsen werden zo gekozen dat de grondwaterstromingsrichting kan bepaald worden en representatieve grondwatermonsters konden genomen worden 312 Spoelboringen Op twee plaatsen werd een diepe (F1) en ondiepe (F2) boring uitgevoerd Er werd geboord met het toestel SPOBOl van het LTGH (diameter 120 mm ) respectievelijk tot in de epariaanklei (Fl) en tot op 10 meter diepte (F2) De boringen werden uitgevoerd volgens het procédé draaiend spoelboren met normale circulatie waarbij gespoeld werd met beekwater (SBl F2) of met zoet grondwater (andere boringen) waaraan een gelvormend middel werd toegevoegd om overmatig uitspoelen van het boorgat te vermijden Het opgespoelde materiaal werd aan een visueel en manueel onderzoek onderworpen, waarbij aandacht werd besteed aan kleur, korrelgrootte, insluitsela en humusgehalte De boorbeschrijvingen zijn opgenomen in bijlage 2 32 Boorgatmetingen Bij spoelboringen zijn de grondmonsters niet altijd represen-

-5- STUDEGEBED LEGENDE 1e SB2 [i) vroeger geplaatste peilbuizen LTGH-boringen meetpunten oppervlaktewater Fig 2 - Ligging van de uitgevoerde boringen, van de vroeger geplaatste peilputten en van de twee oppervlaktewatermeetpunten

-6- tatief Door het uitvoeren van geofysische boorgatmetingen krijgt men evenwel een goed beeld van de lagenopbouw Uit de veldwaarnemingen en de resultaten van de boorgatmetingen werden de definitieve boorstaten opgesteld n de twee diepe boorgaten werden na de boring verschillende boorgatmetingen uitgevoerd : - de boorgatdiameter; deze is afhankelijk van de lithologie waarbij klei en leem minder worden uitgespoeld dan zand; - de natuurlijke gammastraling; sterk afhankelijk van de kleimineraleninhoud en van het glauconietgehalte; - de spontane potentiaal (natuurlijke elektrische potentiaal) ; vooral afhankelijk van het kleigehalte; - de elektrische puntweerstand van boorgat en omliggende grond; vooral afhankelijk van de boorgatdiameter, de grondsoort en het zoutgehalte van het poriënwater; - de resistiviteit van de omliggende grond; vooral afhankelijk van de grondsoort en het zoutgehalte van het poriënwater De resistiviteit werd opgenomen met twee verschillende elektrodenopstellingen (LN en SN : elektroden op onderlinge afstand van respectievelijk 1,0 en 0,25 m) De resultaten van de boorgatmetingen zijn eveneens opgenomen in bijlage 1 3 3 Uitbouw van het peilbuizennet Alle boorgaten werden uitgebouwd tot een hydrageologisch waarnemingspunt Elk boorgat werd uitgerust met een PVC-filter en een PVCstijgbuis met een buiten- en binnendiameter van respectievelijk 63 en 58 mm De filterlengte bedraagt 2 meter De ringvormige ruimte rond de filterelementen werd opgevuld met gecalibreerd zand (0,7-1,25 mm) Bovenaan werd een kleistop

-7- aangebracht Figuur 3 geeft schematisch de bouw van een peilput weer Alle peilbuizen werden ondergronds afgewerkt met een betonblok en tegel en werden daarna gedurende minimum een half uur schoongepomt De geometrische kenmerken van de peilbuizen zijn opgenomen in tabel 1 Tabel 1 Geometrische kenmerken van de_peilbuizen geplaatst door het LTGH peil- hoogte hoogte filterdiepte lengte 0 buis maaiveld meetpunt (m-maaiveld) (m) ( mm ) (m TAW) (m TAW) top - basis SB1 F1 + 3,59 + 3,409 12,8-15,0 2,2 63 SB1 F2 + 3,59 + 3,459 8,0-10,15 2,15 63 SB2 F1 + 3,28 + 3,126 16,5-18,5 2,0 63 SB2 F2 + 3,28 + 3,171 8,0-10,0 2,0 63 34 Opmeten van de bestaande peilputten Rondom het stortterrein zijn op 4 plaatsen een diepe (F1) en ondiepe ( F2) peilput beschikbaar De ligging en de nummers van deze peilputten zijn weergegeven op figuur 2 n het kader van deze studie werden deze peilputten door de Technische Dienst van de gemeente Middelkerke bovengronds afgewerkt en schoongepompt Het LTGH heeft de ligging opgetekend (bijlage 3), de diepte van de putten bepaald en een meting van de natuurlijke gammastraling uitgevoerd in de vier diepe peilputten (bijlage 4) De geometrische kenmerken van deze peilbuizen zijn opgenomen in tabel 2

-8- tegel maaiveld -+-- betonblok kleipellets COMPACTONT 1----1---- PVC - stijgbuis 0 58/63 mm -+---- gekalibreerd zand (0,7-1,25 mm) PVC - filter X) 58/63 mm openingen 0,3 mm boorgatwand 0 ca 90 mm Fig 3 - Schematische bouw van een peilput

-9- Tabel 2 Geometrische kenmerken van de vroeger geplaatste peilbuizen peil- hoogte hoogte diepte onderkant (2) buis maaiveld meetpunt filter ( mm ) (m TAW) (m TAW) (m-maaiveld) la + 4,67 + 5,221 9,25 110 lb + 4,67 + 5,3 6 18,5 110 2A + 3,78 + 4,615 9,7 110 2B + 3,78 + 4,523 18,25 110 3A + 3,64 + 4,335 7,65 110 3B + 3,64 + 4,248 17,15 110 4A + 3,74 + 4,686 6,6 110 4B + 3,74 + 4,653 19,5 110 35 Waterpassing De top van alle peilbuizen, alsmede het maaiveld ter hoogte van de boringen werden door het LTGH gewaterpast ten opzichte van het TAW-referentievlak Er werd uitgegaan van het NGmerkteken Ck 33-1 (peil + 4,089 m TAW) De maaiveldpeilen en de peilen van de peilbuistoppen zijn opgenomen in bijlage 1 Op het Albertusgeleed en de Garnegaatvliet werd een vast meetpunt in de waterpassing opgenomen De peilen van deze vaste meetpunten bedragen respectievelijk + 2,358 m TAW en + 2,820 m TAW; de ligging ervan is aangeduid op figuur 2 36 Stijghoogtemetingen en oppervlaktewaterstanden Stijghoogtemetingen worden verricht om grondwaterstanden en

-10- de grondwaterstromingsrichting te bepalen Met een elektrische peilmeter werd de diepte van het grondwater tot de top van de peilbuis gemeten De stijghoogte is het verschil tussen het peil van de top van de peilbuis en de diepte De stijghoogten in alle peilbuizen en de waterstanden van het Albertusgeleed en de Garnegaatvliet werden op twee verschillende data opgemeten

-1 1-4 KENMERKEN VAN BODEM EN ONDERGROND 41 Bodem De bodemkaart 21E Oostende op schaal 1/20000 (JB AMERJCK, 1952) geeft informatie over de ondergrond tot op een diepte van circa 1,25 m (fig 4) Ter hoogte van het studiegebied worden klei- tot zware kleigronden aangetroffen die op een diepte van 0,6 tot meer dan 1 meter overgaan in lichter materiaal Het betreft overdekte kreekruggronden ( D4 en D5) en dekkleigronden (El) van het Middelland n een strook langs het Albertusgeleed en de Garnegaatvliet komen zware kleigronden voor van meer dan 1 meter dik Het betreft hier geulgronden (G2) van het Middelland 4 2 Ondergrond 4 21 Algemeen De opbouw van de ondergrond wordt geïllustreerd aan de hand van twee lithologische doorsneden (fig 5 en 6) De eerste is noord-zuid gericht, de tweede staat er nagenoeg loodrecht op Beide doorsnijden ze het te onderzoeken studiegebied Ze werden opgesteld met de resultaten van de nieuw uitgevoerde boringen en met de resultaten van diverse andere boringen uitgevoerd door het LTGH in de omgeving en door de firma AMEYE (controleputten rond het stortterrein) De ligging van de doorsneden is aangegeven op figuur 1, De lagen worden beschreven van boven naar onder Telkens worden achtereenvolgens behandeld lithologie, dikte en doorlatendheid

-12- LEGENDE G r-:j W [' O ] G (lil G 0 6r1111 tuaan de llllil11lreek en di P!Ïldertnek - - HCifl duintn, bewoning Middelmatig vochtige geligeliseerde duinqrond Duinzand, op variörende diepte rustend op polderafzettingen G Kiel lol zware kiel, Kleilol ZWirl klei, Zware kiel, Zware klei, Zware klei, 1 00 Fig 4 200-300 400 500m Uittreksel uit de bodemkaart 21E OOSTENDE ter hoogte van het studiegebied

peil (m TAW) NNE -14- ssw +5 BGD 21E-219 28 48 SLECHT DOORLATENDE LAAG PK+KDL 0 DOORLATENDE LAAG KZ -5 KL,,,, ",,,, //,,,,",",, //,,,,",,,, ",,, //,,,,,,,, ",,,,, -10 SLECHT DOORLATENDE LAAG KL,,,,,,,,,,,,,,, ///// ''''",,, ",,,,,,,,,,,,,,,,,,,",,,",,,,,,,, ",,",,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, ",,,, ''"'"',,,,, ",,,, ''''"',,,," /////,,,,,,,",",,,,,,,,,,,,,,,, '",, -15-20 1-=-::-:t--- -- -- -- -- ZEER SLECHT DOORLATENDE LAAG YC LEGENDE [] zand la klei ftiml leem UliliJ 0 100 200 300 400m Fig 6 - Litologische doorsnede B-B'

-15-422 Polderklei Deze laag werd op alle plaatsen aangeboord en bestaat uit een grijsbruine half stijve zandhoudende klei waarin grote schelpfragmenten kunnen voorkomen Het bovenste deel van deze laag kan zeer hard zijn omdat ze meestal droog is De dikte bedraagt ongeveer 1 m 4 23 De slecht doorlatende laag KDL De slecht doorlatende laag KDL is van kwartaire ouderdom en is opgebouwd uit grijze leem, die naar onder toe zandhoudend wordt en waarin veel grote schelpfragmenten voorkomen Ze komt voor ten westen van het stortterrein (SB2) De dikte van KDL bedraagt 3, 5 m De basis van de laag is gelegen op - 1,2 424 De doorlatende zandlaag KZ De doorlatende laag KZ is van kwartaire ouderdom en is opgebouwd uit glauconiet- en schelphoudend fijn tot middelmatig zand, dat naar onder grover kan worden De schelpfragmenten zijn vooral in de bovenste meters zeer groot Er komen in deze zandlaag sporadisch enkele dunne leemlenzen voor De dikte van KZ bedraagt 13, 6 tot 14, 5 m Het pei 1 van de basis bedraagt - 11,0 (SB1) tot - 15,7 (SB2) 425 De slecht doorlatende laag KL De slecht doorlatende laag KL is van kwartaire ouderdom en is opgebouwd uit grijze leem Ze komt voor ten oosten van het stortterrein (SB1) De dikte van KL bedraagt 4,7 m De basis van de laag is gelegen op - 15,7

-16-4 2 6 Het zeer slecht doorlatend tertiaire substraat De tertiaire lagen hellen naar het NNE De top van het tertiair bestaat hier uit blauwgrijze stijve klei, de epariaanklei (Yc) De dikte van deze laag bedraagt nabij het studiegebied 124 m De top van deze laag komt voor op ongeveer -16

-17-5 GRONDWATERSTROMNG 51 Stijghoogtewaarnemingen n zowel de reeds bestaande als in de nieuwe peilbuizen werden door het LTGH de grondwaterdiepten en de oppervlaktewaterstanden op de twee beken gemeten op 090891 en op 220891 Alle waarden werden omgerekend naar zoetwaterstijghoogten aan de hand van de resultaten van de geleidbaarheden gemeten bij de monstername De berekende zoetwaterstijghoogten en oppervlaktewaterstanden zijn opgenomen in tabel 3 52 Grondwaterstroming in de laag KZ Op figuur 7 is de grondwaterstroming op 090891 in de laag KZ weergegeven De grondwaterstroming is naar het zuidoosten gericht De grondwatersnelheid tussen de peilputten 2 en 1 (afstand 100 m) bedraagt v = kh i/n de effectieve grondwatersnelheid de horizontale doorlatendheid (hier gesteld op 8 m/d) i het hydraulisch verhang 2 ' 6 2'320 = 3f00 0,00312 n de porositeit (fijne zanden : 0,38) aldus bekomt men : Va = 8 x 0,00312/0,38 = 0,07 m/d = 24 m/j 53 Verticale gradiënten Het verschil in stijghoogte tussen de diepe (F1 of B) en de ondiepe (F2 of A) peilbuizen levert informatie over de verti-

LEGENDE ---- 26 lijn van gelijke stijghoogte ' in m TAW grondwaterstromingsrichting -- boringen L TGH vroeger geplaatste peilbuizen N \ STUDEGEBED 0 100 200m l::::=:== :::ill_ Fig 7 - Grondwaterstroming in de laag KZ op 22081991

-19- Tabel 3 Grond- en oppervlaktewaterstanden (in m TAW) datum peilbuis 0908 91 22 0891 SBl Fl + 2,154 + 2,134 SBl F2 + 2,154 + 2,116 SB2 Fl + 2,515 + 2,537 SB2 F2 + 2,257 + 2,299 la + 2,174 + 2,202 lb + 2,320 + 2,341 2A + 2,146 + 2,184 2B + 2,632 + 2,659 3A + 2,181 + 2,198 3B + 2,577 + 2,605 4A + 2,182 + 2,192 4B + 2,413 + 2,424 Albertusgeleed + 1,878 + 1,913 Garnegaatvliet + 1,87 5 + 1,895

-20- cale grondwaterstroming n alle diepe peilputten was de stijghoogte groter dan deze in de ondiepe De verschillen variêren van 0 tot 0,486 m Daaruit blijkt dat er in het gebied een opwaarste grondwaterstroming plaatsvindt, wat normaal is voor de zomerperiode in een poldergebied

-21-6 GRONDWATERKWALTET 6 1 Elektromagnetisch onderzoek 6 1 1 nleiding n het studiegebied werd vroeger reeds geofysisch onderzoek verricht Het betrof enkele geo-elektrische sonderingen uitgevoerd in het kader van het onderzoek van de diepte van het grensvlak tussen zoet en zout grondwater (DE BREUCK et al, 1974) Hieruit bleek dat dit grensvlak schommelt tussen 5 à 10 m diepte in het westen en 10 à 15 m diepte in het oosten van het studiegebied (fig 8), wat ook werd bevestigd door de boorgatmetingen n het kader van onderhavige studie werden rondom het studiegebied enkele elektromagnetische profielen uitgevoerd Met deze methode kan men vrij vlug voor een relatief groot gebied de geleidbaarheid van de ondergrond meten en aldus eventuele verontreinigingapluimen opsporen Het gebruikte toestel is de GEONCS EM 34 XL aangesloten op een elektronische datalogger De ligging v a n de gemeten profielen is op fig 9 aangegeven De profielen zijn in bijlage 5 verzameld 61 2 Bespreking Alle opnamen gebeurden 3 maal, waarbij telkens de afstand tussen zend- en ontvangersspoel werd gewijzigd De afstand bedroeg respectievelijk 10, 20 en 40 m waarbij de indringingadiepte voor homogene gronden dan overeenkomt met respectievelijk 7,5; 15 en 30 m Uit de resultaten blijkt dat de geleidbaarheid onder het stort groter is dan in de omgeving, waarbij ook dient opgemerkt te worden dat de geleidbaarheid ten noorden van het stort groter is dan deze ten zuiden van het stort Met de

LEGENDE - 6 --- diepte in m waar zout grondwater (>1500ppm) voorkomt 0 2 km OOSTENDE Fig 8 - Uittreksel uit de kaart met de diepte van het grensvlak tussen zoet en zout water in de freatische laag van het Belgische kustgebied ( 1963-73)(DE BREUCK, W et al, 1974)

-23- / /', / ' _ STUDEGEBED } 0 100 200m!::::====--- Fig 9 - Ligging van de uitgevoerde elektromagnetische profielen

-24- diepte stijgt de geleidbaarheid Gezien de verzilting in het gebied is het moeilijk uit te maken of de hogere geleidbaarheden te wijten zijn aan vervuiling of aan verzilting van het grondwater of aan beide samen Alleen grondwateranalyses kunnen hierover uitsluitsel brengen 6 2 Boorgatmetingen 6 21 nleiding Bij onderzoek van de grondwaterkwaliteit met behulp van boorgatmetingen zijn vooral de resistiviteitsmetingen van belang Over het algemeen hebben fijnkorrelige sedimenten (klei, leem) een lagere resistiviteit dan grofkorrelige (zand) sedimenten De kwaliteit van het poriënwater kan de gemeten resistiviteiten echter sterk beïnvloeden : een hoog gehalte aan zouten in het poriënwater geeft eveneens een lage resistiviteit 6 2 2 Boorgatmeting SB1 De resistiviteit van de KZ-laag wijst op de aanwezigheid van matig zoet tot zoet water in de watervoerende laag Dit werd bevestigd door het proeven van het opgepompte water De resistiviteit tussen 8,5 en 12,5 m diepte is groter dan deze van de boven- en onderliggende zone Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de aanwezigheid van leemlenzen boven en onder die zone waardoor enerzijds de resistiviteit van deze zones lager is en anderzijds zout water wordt opgehouden en minder mobiel is zodat het grondwater in die zones iets zouter is Met behulp van deze boorgatmeting kon vastgesteld worden dat er geen verontreiniging in de laag KZ aanwezig is

-25-623 Boorgatmeting SB2 Hier wijst de resistiviteit van de KZ-laag op de aanwezigheid van zout tot zeer brak water over de ganse dikte van de watervoerende laag Dit werd eveneens bevestigd door het proeven van het opgepompte water Omwille van de verzilting kon niet uitgemaakt worden of er hier verontreiniging in de laag KZ aanwezig is 63 Grondwaterbemonstering en -analyse 631 nleiding Van 30 september tot 3 oktober 1991 werden door het LTGH de grondwaterbemonsteringen uitgevoerd De acht bestaande en de vier nieuwe peilputten werden bemonsterd met een all-teflonpomp Vooraleer over te gaan tot de bemonstering werd eerst gedurende 30 tot 90 minuten gepompt met een centrifugaalpomp tot ph een geleidbaarheid constant bleven Na de bemonstering werden de monsters onmiddellijk overgemaakt aan de NV LABORATORA E VAN VOOREN te Oosteeklo voor analyse 632 Bespreking van de resultaten n tabel 4 zijn de resultaten van de grondwateranalyses opgenomen De hoge waarden voor de geleidbaarheid, het chlorideen sulfaatgehalte zijn te wijten aan de verzilting Wat betreft zware metalen wordt alleen de A-norm van het toetsingskader VROM voor cadmium licht overschreden bij de putten 2B, 4A, 4B en SB2F1

Tabel 4 Resultaten van de gr teranalyses A lb 2A 2B 3A 3B 4A pi 7,58 7,35 7,24 6,68 6,85 6,76 geleidteaj:heid 6J5 an) 1250 12100 6870 34400 10800 39600 11400 6,98 BOD (ug02/l) 1 1 10 1 5 1 3 OOD /1) 15 271 364 646 461 996 444 Chloride (lll?;/1) 3409 12629 1176 257 2255 15128 2324 Sulfaten (lll?;/1) 428 556 8 240 10 819 12 lood (ppb) 3 4 5 11 3 10 6 Zink (ppb) 10 9 12 10 13 10 10 Nikkel (ppb) 2 2 7 5 4 6 8 Koper (ppb) 3 3 2 2 3 3 6 Cachniun (ppb) 0,2 0,9 0,2 1,5 0,9 0,7 1,1 Arseen (ppb) 1,1 2,0 0,9 1,6 0,1 0,3 0,5 Kwik (ppb) <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 Cbroan (ppb) 1 2 4 5 5 3 7 4B SBlFl SB1F2 SB2F1 6,93 7,80 7,72 6,94 37700 2040 1327 39100 1 2 1 1 420 101 57 428 14658 409 89 15558 856 32 179 807 13 4 5 17 12 24 24 20 1 1 1 3 7 4 4 8 1,6 0,3 0,3 2,3 2,2 2,0 0,2 0,3 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 4 2 1 4 SB2F2 7,33 34300 40 396 12436 133 11 11 1 10 0,7 2,4 <0,1 5 'OE'SllG<ADER VROM Nederland (Min Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieuhygi l:!) Richtwaarden voor grcnd- en oppervlaktewater (in ppb) A B c 20 50 200 50 200 800 20 50 200 20 50 200 1 2,5 10 10 30 100 0,2 0,5 2 20 50 200 N O'l

-27-7 BESLUT De stortplaats is gelegen te Middelkerke op de terreinen van een vroegere zandwinningsput De oppervlakte bedraagt ca 6 ha, de diepte ca 18 m Het gebied heeft een peil van + 3 à + 4 Volgende terreinwerkzaamheden werden uitgevoerd - 4 spoelboringen met boorgatmetingen - uitbouw van de boringen met peilbuizen - opmeten van de ligging van de acht bestaande peilputten - aansluiten van de meetpunten van de peilputten op het TAWnet door middel van een waterpassing - meten van de grondwaterdiepten en de oppervlaktewaterstanden op 9 en 22 augustus 1991 Van boven naar onder bestaat de ondergrond uit : - polderklei ca 1 m dik, slecht doorlatend - de laag KDL bestaande uit grijze leem, dikte 3,5 m, slecht doorlatend - de laag KZ, fijn tot middelmatig zand; 13,6 tot 14,5 m dik, doorlatend - de laag KL, grijze leem van 4,7 m dik, slecht doorlatend - de laag Yc, blauwgrijze stijve klei met een dikte van ca 125 m, zeer slecht doorlatend De grondwaterstroming in de laag KZ is naar het zuidoosten gericht De effectieve grondwatersnelheid bedraagt ca 25 m/j n het gebied vindt er een opwaartse grondwaterstroming plaats Gezien het verzilte karakter van het grondwater kan met behulp van elektromagnetisch onderzoek en met de boorgatmetingen niet eenduidig vastgesteld worden of er verontreiniging

-28- in het grondwaterreservoir aanwezig is De resultaten van de grondwateranalyses wijzen op matige tot sterke verzilting Voor de zware metalen werd alleen een lichte overschrijding van de VROM A-norm voor cadmium bij vier putten vastgesteld

-29- REFERENTES AMERJCKX, J (1952) Oostende 21E, 1 kaart 1/20000, 44 p, Gent : Centrum voor Bodemkunde (Bodemkaart van België) DE BREUCK, W, DE MOOR, G, MARECHAL, R & TAVERNER, R (1974) Diepte van het grensvlak tussen zoet en zout water in de freatische laag van het Belgische kustgebied (1963-1973), kaart 1/100000 Gent : Universiteit - Geologisch nstituut

BJLAGE 1 LGGNGSPLANNEN VAN DE DOOR HET L TGH GEPLAATSTE PELBUZEN

SB1 ; 4' boerderij baan naar Leffinge 27, 0m J 375m - - -- 2,25m F2 1 - wal niet op schaal -

SB2 weg naar Wil skerke doodl opende weg niet op schaal

BJLAGE 2 BOORSTATEN EN BOORGATMETNGEN VAN DE UTGEVOERDE BORNGEN

LABORATORUM TOEGEPASTE GEOLOGE EN HYDROGEOLOGE KRJGSLAAN 281 - SS 1 B9000 GENT tel: 091/644647 fax: 091/644997 KAARTBLAD NG 122 GEMEENTE LEFFNGE NUMMER BORNG SB1F1 PROJEKT 91008 X-KOORD (Lambert) 44425 DEPTE 2300 m Y-KOORD (Lambert) 209960 BOORFRMA LTGH (RB - EVH) HOOGTE MAAVELD + 359 m TAW HOOGTE MEETPUNT : + 3409 m TAW METH HOOGTEBEP genivelleerd OEF MEETPUNT : top peilbuis DATUM 31/05/91 METHODE GESPOELD FLTER VAN 1280 m tot 1500 m AUTEUR BESCHRJVNG EVH TYPE WATERVOERENDE LAAG : freatisch TYPE PUT : peilbuis TYPE EN KENMERKEN STJGBUZEN EN FLTER : PVC DAM 63/58 MM - HORZONTALE ZAAGSNEDEN 0,3 MM TYPE OMSTORTNG gecalibreerd zand 0,7-1,25 mm van 23-11 m diepte TYPE STOP klei-compactonite van 1-0 m diepte SCHOONPOMPEN METHODE : centrifugaalpomp type STORCK DATUM - DUUR : 31/05/91 45 min DEBET 300 m3/h AFWERKNG ondergronds met betonblok en deksteen BOORGATMETNGEN CAL, GAM, SP, RES, LN en SN peil (mtaw) diepte (m) beschrijving boring stratigrafie 359-259 grijsbruine half-stijve zandhoudende klei met sporadisch een schelpfragment Q 000-100 259 - o 79 grijsbruin fijn zand met schelpfragmenten Q 100-280 079 - -791 donkergrijs glauconiethoudend fijn tot middelmatig zand metkleine Q 280-1150 schelpfragmenten -791 - -841 donkergrijs glauconiethoudend fijn tot middelmatig zand metkleine Q 1150-1200 schelpfragmenten en veenfragmenten -84 1 - -1101 donkergrijs glauconiethoudend fijn tot middelmatig zand metvele grote Q 1200-1460 schelpfragmenten -1101 - -1571 grijze leem Q 1460-1930 -157 1 - -1941 blauwgrijze half stijve tot stijve klei Yc 1930-2300 Q Kwartair Yc Tertiair - formatie van Kortrijk

PROJECT NR TC091 008 RJKSUNVERSTET GENT LABORATORUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGE EN HYOROGEOLOG E p,rqr JD 8r11H BOORGATMETNG SB BORNG NR' DATUM GEMEENTE 581 Jl/05/91 Q,,,, l"oll l l l TA'oll DAMETER SPONTANE POTENTAAL PUNTWEERSTAND PW<----J RE S ST V TElT LN < -- l /SN <----l NATUURLJKE GAMMA 0 15-5 -10, :! [ J -- f t::: 1 ( F- l {P- ( F- l,!) l[\ h ",;, 20-5,;, ;;,'#, :; ",,,, ---,,, f --- --- < l ) <: ) \ \ \ \ \""> _- 60 8< 108 J2 156 180 JO v 0 10 20 JO <O 50 0 oh, LN/SNJ 0 20 JO <O 50

LABORATORUM TOEGEPASTE GEOLOGE EN HYDROGEOLOGE KRJGSLAAN 281 - SS, B9000 GENT tel: 091/644647 fax: 091/644997 KAARTBLAD NG 122 GEMEENTE LEFFNGE NUMMER BORNG SB1F2 PROJEKT 91008 X-KOORD (Lambert) 44425 DEPTE 1050 m Y-KOORD (Lambert) 209960 BOORFRMA LTGH (MG - RB) HOOGTE MAAVELD + 3 59 m TAW HOOGTE MEETPUNT : + 3 459 m TAW METH HOOGTEBEP genivelleerd OEF MEETPUNT : top peilbuis DATUM 30/05/91 METHODE GESPOELD FLTER VAN 800 m tot 10 15 m AUTEUR BESCHRJVNG EVH TYPE WATERVOERENDE LAAG : freatisch TYPE PUT : peilbuis TYPE EN KENMERKEN STJGBUZEN EN FLTER : PVC DAM 63/58 MM - HORZONTALE ZAAGSNEDEN 0,3 MM TYPE OMSTORTNG gecalibreerd zand 0,7-1,25 mm van 10,5-7 m diepte TYPE STOP klei-compactonite van 1-0 m diepte SCHOONPOMPEN METHODE : centrifugaalpomp type STORCK DATUM - DUUR : 30/05/ 91 1 uur DEBET 3 00 m3/h AFWERKNG ondergronds met betonblok en deksteen BOORGATMETNGEN : - peil (mtaw) diepte (m) beschrijving boring stratigrafie 359-239 000-120 grijsbruine half-stijve zandhoudende klei Q 239-059 120-300 grijsbruin glauconiethoudend fijn zand met schelpfragmenten Q 059 - -691 donkergrijs glauconiethoudend fijn tot middelmatig zand met schelpfragmentjes Q 300-1050 en sporadisch dunne leemlensjes

LABORATORUM TOEGEPASTE GEOLOGE EN HYDROGEOLOGE KRJGSLAAN 281 - SS, 89000 GENT tel: 091/644647 fax: 091/644997 KAARTBLAD NG 122 GEMEENTE WLSKERKE NUMMER BORNG SB2F1 PROJEKT 91008 X-KOORD (Lambert) 43070 DEPTE 2200 m Y-KOORD (Lambert) 209550 BOORFRMA LTGH (MG - RB) HOOGTE MAAVELD + 328 m TAW HOOGTE MEETPUNT : + 3 126 m TAW METH HOOGTEBEP genivelleerd OEF MEETPUNT : top peilbuis DATUM 03/06/91 METHODE GESPOELD FLTER VAN 1650 m tot 1850 m AUTEUR BESCHRJVNG EVH TYPE WATERVOERENDE LAAG : freatisch TYPE PUT : peilbuis TYPE EN KENMERKEN STJGBUZEN EN FLTER : PVC DAM 63/58 MM - HORZONTALE ZAAGSNEDEN 0,3 MM TYPE OMSTORTNG gecalibreerd zand 0,7-1,25 mm van 22-15 m diepte TYPE STOP klei-compactonite van 1-0 m diepte SCHOONPOMPEN METHODE : centrifugaalpomp type STORCK DATUM - DUUR : 03/06/91 30 min DEBET 400 m3/h AFWERKNG ondergronds met betonblok en deksteen BOORGATMETNGEN CAL, GAM, SP, RES, LN en SN peil (mtaw) diepte (m) beschrijving boring stratigrafie 328-228 grijsbruine half-stijve zandhoudende klei 000-100 Q 228 - -122 blauwgrijze tot grijze leem waarin vele grote schelpfragmenten voorkomen en die Q 100-450 zandhoudender wordt naar onderen toe -122- -472 grijs glauconiethoudend fijn tot middelmatig zand met veel grote Q 450-800 schelpfragmenten en sporadisch een dunne leemlens -472 - -1252 grijs glauconiethoudend fijn tot middelmatig zand met kleine schelpfragmenten Q 800-1580 en sporadisch een dunne leemlens; vanaf 12 m komen veenfragmenten voor -1252 - -1302 grijze leem 1580-1630 Q -1302 - -1572 grijs middelmatig zand met zeer veel schelpfragmenten en onderaan een 1630-1900 basisgrint; sporadisch een dunne leemlens Q -1572 - -1872 blauwgrijze stijve klei 1900-2200 Yc

PROJECT NR TC091 008 RJKSUNVERSTET GENT LABORATORUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGE EN HYDROCEOLOCE Pro r Dr JOe Br c u tlo BOORGATMETNG SB2 BORNG NR OATUM GEMEENTE 58 2 03/06/91 M ddc 11crloc Olt4h Potl J ( tawi 0-5 10-10 15-15 20 " :;r ; ; '" "" ",,,,, T,, " ",, ", "J ' r " ' ' 1 1 r l 1 DAMETER SPONTANE POTENT 1 AAL r ( lt \ ( ' r---- "', N PUNTWEERSTAND RESSTVJTET r: - PW(----J LN( -- J/SN(----J ------ --- > ----: ( ) J ( ; -- ----1-/ <- 1--_---z, --- c:- f-::> < " tf'!_ - ---- <\ ) < ( </ - _ J < < -' ( r { l s "5 > )"--? -< / -- _3 NATUURLJKE GAMMA 50 65 80 95 110 125 lo v 0 10 20 30 10 o h111 (P\J 40 50 0 oh LN/SNJ 10 20 30 50 '

LABORATORUM TOEGEPASTE GEOLOGE EN HYDROGEOLOGE KRJGSLAAN 281 - SB, B9000 GENT tel: 091/644647 fax: 091/644997 KAARTBLAD NG 122 GEMEENTE WLSKERKE NUMMER BORNG SB2F2 PROJEKT 91008 X-KOORD (Lambert) 43070 DEPTE 1000 m Y-KOORD (Lambert) 209550 BOORFRMA LTGH (MG - RB) HOOGTE MAAVELD + 328 m TAW HOOGTE MEETPUNT : + 3171 m TAW METH HOOGTEBEP genivelleerd OEF MEETPUNT : top peilbuis DATUM 04/06/91 METHODE GESPOELD FLTER VAN 800 m tot 1000 m AUTEUR BESCHRJVNG EVH TYPE WATERVOERENDE LAAG : freatisch TYPE PUT : peilbuis TYPE EN KENMERKEN STJGBUZEN EN FLTER : PVC DAM 63/58 MM - HORZONTALE ZAAGSNEDEN 0,3 MM TYPE OMSTORTNG gecalibreerd zand 0,7-1,25 mm van 10-7 m diepte TYPE STOP klei-compactonite van 1-0 m diepte SCHOONPOMPEN METHODE : centrifugaalpomp type STORCK DATUM - DUUR : 04/06/91 30 min DEBET 400 m3/h AFWERKNG ondergronds met betonblok en deksteen BOORGATMETNGEN - peil (mtaw) diepte (m) beschrijving boring stratigrafie 328-228 grijsbruine half-stijve zandhoudende klei Q 000 100 228-122 blauwgrijze tot grijze leem waarin vele grote schelpfragmenten voorkomen en die Q 100 450 zandhoudender wordt naar onderen toe -122 472 grijs glauconiethoudend fijn tot middelmatig zand met veel grote Q 450 800 schelpfragmenten en sporadisch een dunne leemlens -472 672 grijs glauconiethoudend fijn tot middelmatig zand met kleine schelpfragmenten Q 800 1000

BJLAGE 3 LGGNGSPLANNEN VAN DE VROEGER GEPLAATSTE PELBUZEN

1 ingan stortplaats STORTPLAATS 8,4m 7 Om 1A 0 18 2,5m akker as van de weg niet op schaal

\ \ STORTPLAATS -- as van de weg niet op schaal

3 \ weide as van de weg STORTPLAATS 3! 3A -- ::, 1::: m: -l niet op schaal

4 STORTPLAATS 4A e " -------- 13 2mm 48 11, 5m =:\ 7,3m l boerderij niet op schaal

BJLAGE 4 RESULTATEN VAN DE NATUURLJKE GAMMAMETNGEN N DE DEPE VROEGER GEPLAATSTE PELBUZEN

RJKSUNVERSTET GENT LABORATORU" VOOR TOE&E,ASTE ;EOL O&E EN HYOROCEOL OG E,,o wo BOORGATMETNG 1 8 PROJECT NR BORJ; R DATU" GEltEEN TE TGOOO 1 8 22/01/11,, UlO 5 0 -, ' ',, 1 0-5 ',," 1 1 ; "" -'"/,,,,,,",,,",,,,,,,,, ;,,,,,, ",,,,,,,,,,,,,,,,", ",,,;,,,,,,,,,,,,,,,, ',,,,,,,, : ; #lil!#,,,,, u -10,,,,, ""''',,,, ""''"' ' ''"" ;,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, ", 0 10 20 JO 40 50,

PROJECT NR TG081008 RJKSUNVERSTET GENT laboratoruh VOOR TOEGEPASTE GEOLOGE EN HTDROGEOlOGE p ro wo BOORGATMETNG 28 BORNG Nlh DATUn GEnEEN TE 28 22101181 Hl44el,, "'' "' NATUURLJKE GAMMA 0 5-5 10-10 15 ; ; # f, ;;;; ; ;,,,, ',,",,,, ' ''',,,,,,,,,, 0 10 20 JO 40 50,

PROJECT NR TG091 008 RJKSUNVERSTET GENT LABORATORUH VOOR TOEGEPASTE GEOL OG E EN HYDROGEOL OGE Pr oro vo B k BOORGATMETNG 38 BOR NG NR OATU" GEHEENTE Ja 22108/91, CJ,_111 NATUURL JKE GAMMA 0 5 ::_; : -5 10 - -10 : :, ; 15 ' ' 0 10 20 JO 40 50,

RJKSUNVERSTET GENT LABORATORUH VOOR TOEGEPASTE GEOLOGE EN HYDROGEOLOGE Pr oro wo B - BOORGATMETNG 48 PROJECT NR BORNG NR DATU" GE"EEN TE TGO OO 48 22101111,, 111111 NAT UURL JKE GAMMA 0 5-5 : Q - 10 15 0 10 20 30 40 50,

BJLAGE 5 RESULTATEN VAN HET ELECTROMAGNETSCH ONDERZOEK

89 ms /m 79 a 69 1l 59 afstand zendon tvangerspoel 10 m 49 39 0 40 80 120 1 so 200 240 m 75 a 1l - G 65 m 55 afstand zendontvangerspoel 20 m 0 40 80 120 apetend 160 200 m a 1l - a O 130 120 afstand zendontvangerspoel 40 m El ektromagneti sch profi el 0 40 80 120 epstand 160 200 m

20 ms/m gel eidbaarheid '1 8 ll 1 6 1J afstand zendontvangerspoel 10 m 1 4 12 1 0 0 20 40 60 80 ' DO ms/m _geleidbaarheid 37 ll 1J! 3 5 rn afstand zendontvangerspoel 20 m 33 31 0 20 40 60 80 74 ms/m gel eidbaarheid 72 ll 1J! 70 0 rn afstand zendontvangerspoel 40 m 68 66 0 20 40 60 80 El ektromagneti sch profiel 2