RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

Vergelijkbare documenten
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen p.1 Dossiernr 18M zaal 20 Vonnisnr /

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. Griffienummer.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019

Vonnis. Rechtba k \fan eerste aan eg Limburg, afdeiing Hasse tp sectie correctioneel, 13 kamer. l /_J 2018/,; ') '} 30 januari 2018 HA66.RW.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, I.) / kamer. Griffienummer.

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 2 MEI 2016

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees

Rechtbank van aanleg LIMBURG, Tongeren, Correctioneel.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 25 FEBRUARI 2019

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 5 MEI 2015

VONNIS. in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE, waarbij zich als burgerlijke partij heeft aangesloten :

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016

Arrest. veertiende kamer correctionele zaken / / / 18 januari /CO/ /PGA/ /VJ11/393. Arrestnummer.

Hof van Cassatie van België

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Vonnis. 5 b. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel, 1 rechter. ll de kamer. p:: l AFSCHRIFT.

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1382/2019 Repertoriumnummer / Europees

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 1 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A008786

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Àfschrift van Pen m :i t ten. tende ter griffie. ,!1er rechtbdllh ;,an c. t.'.sh.: a1j11 cg te;: Lcu 1cn.

Rechtbanl< van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees

CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN AFDELING MECHELEN Not. nr. ME66.L Ooenbare terechtzittina van : 30 april 2015.

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 2 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A007621

_j. Hof van beroep Gent. Arrest C I _)J{;? I jsi1. 29 september 2017

Recht nk van stsdvlaand ren, rugge, r rech bank

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 7 MAART 2016

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Hof van Cassatie van België

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 24 JUNI 2014

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC 1

De Rechtbank van Eerste Aanleg te DENDERMONDE openbare terechtzitting van 26 FEBRUARI 2010

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 19 APRIL 2016

Î 1. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. KamerAC1. 25juni RA A Aangeboden op. Niet te registreren

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Turnhout, Zaal A - 8e Kamer Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ T003036

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 26 JUNI 2014

HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 21 MAART 2019

HET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT 17 SEPTEMBER 2004

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 16 SEPTEMBER 2013

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

Oost-Vlaanderen, strafzaken. Vonnis

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel Vonnis Kamer / april RH H021630

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 25 JUNI 2018

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN HASSELT, 21 NOVEMBER 1996

Rechtbank van eerste aanleg Oost-VIaa nderen, afdeling Gent strafzaken

HOGER BEROEP. Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

Vonnis. Rechtbank van eerste aanteg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie correctionele rechtbank. zestiende kamer (B16) /

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 14 JANUARI 2019

).AS-1. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, Vonnis. l0095j / kamer 2011 I.

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen Kamer MC4

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE TURNHOUT VAN 1 SEPTEMBER 2015

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN VEURNE 12 NOVEMBER 2002

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL, STRAFZAKEN, 3 MAART 2014, 60 ste KAMER

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL. 20 JUNI 2007, 51 e KAMER

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Rechtbank van eerste aanleg esteavlaanderen, afdeling VEUR E, strafzaken

sectie correctioneie rechtbank Vonnis Rechtbank van eerste aanieg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, zestiende kamer (B16) / 36 / / if o

9.ri Repertorîumnummer /Europees. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. Kamer ACl. 15 april A000968

Transcriptie:

HA56.L2.3542-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE TEGEN BEKLAAGDE A. A., geboren te Beringen op ( ), wonende te ( ), Belg. In persoon. TENLASTELEGGINGEN Verdacht van : te Lommel, op 3 augustus 2014 minderjarige kinderen, nader geïdentificeerd in het aanvankelijk proces-verbaal, te hebben bedreigd met een aanslag op personen of op eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is, namelijk: "vuile Joden, ga terug want als ik jullie hier nog zie dan ga ik jullie kapot maken.. te B. In de omstandigheden genoemd in artikel 444 van het Strafwetboek, namelijk hetzij in openbare bijeenkomsten of plaatsen, hetzij in tegenwoordigheid van verscheidene personen, in een plaats die niet openbaar is, maar toegankelijk voor een aantal personen die het recht hebben er te vergaderen of ze te bezoeken, hetzij in om het even welke plaats, in tegenwoordigheid van de beledigde en voor getuigen, hetzij door geschriften, al dan niet gedrukt, door prenten of zinnebeelden, die aangeplakt, verspreid of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld worden, hetzij ten slotte door geschriften, die niet openbaar gemaakt, maar aan verscheidene personen toegestuurd of meegedeeld worden, te hebben aangezet tot discriminatie of tot segregatie jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan wegens hun nationaliteit, een zogenaamd ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische

afstamming, en dit, zelfs buiten de in artikel 5 van de Racismewet d.d. 30 juli 1981 bedoelde domeinen, namelijk door: in het openbaar, in aanwezigheid van getuigen, jegens M. F., M. S. en 21 minderjarige kinderen, nader geïdentificeerd in het aanvankelijk proces-verbaal de volgende zaken te hebben geroepen: - "vuile Joden, ga terug want als ik jullie hier nog zie dan ga ik jullie kapot maken..." - "terroristen, jullie zijn een slecht volk" - "jullie zijn niet welkom in Lommel, jullie moeten terug vertrekken" geïdentificeerd in het aanvankelijk proces-verbaal, te hebben bedreigd met een aanslag op personen of op eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is, namelijk door: met zijn voertuig bedreigend in de richting van de groep te hebben gereden tot over het fietspad en na het uitstappen hun te hebben bespuwd. HERKWALIFICATIE Te Lommel, op 3 augustus 2014 minderjarige kinderen, nader geïdentificeerd in het aanvankelijk proces-verbaal, te hebben bedreigd met een aanslag op personen of op eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is en dit onder de omstandigheden zoals omschreven in artikel 330 bis S.w., namelijk: "vuile joden, ga terug want als ik jullie hier nog zie dan ga ik jullie kapot maken..", te B.. geïdentificeerd in het aanvankelijk proces-verbaal, te hebben bedreigd met een aanslag op personen of eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is en dit onder de omstandigheden zoals omschreven in artikel 330 bis S.W., namelijk door: "met zijn voertuig bedreigend in de richting van de groep te hebben gereden tot over het fietspad en na het uitstappen hun hebben bespuwd". PROCEDURE 1. De zaak werd behandeld op de openbare zitting van 21.09.2017. De rechtbank nam kennis van de stukken van de rechtspleging en hoorde het Openbaar Ministerie en de aanwezige partij. 2

2. De rechtbank is verplicht aan de feiten die haar voorgelegd worden, een juiste kwalificatie te geven. Rekeninghoudend met de voorliggende onderzoeksgegevens is de rechtbank van oordeel dat zij aan de feiten onder de tenlasteleggingen A en C de hiernavolgende kwalificatie moet geven: minderjarige kinderen, nader geïdentificeerd in het aanvankelijk proces-verbaal, te hebben bedreigd met een aanslag op personen of op eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is en dit onder de omstandigheden zoals omschreven in artikel 330 bis S.w., namelijk: "vuile joden, ga terug want als ik jullie hier nog zie dan ga ik jullie kapot maken..", te B. geïdentificeerd in het aanvankelijk proces-verbaal, te hebben bedreigd met een aanslag op personen of eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is en dit onder de omstandigheden zoals omschreven in artikel 330 bis S.W., namelijk door: "met zijn voertuig bedreigend in de richting van de groep te hebben gereden tot over het fietspad en na het uitstappen hun hebben bespuwd". Deze nieuwe omschrijving omvat dezelfde feiten als diegene die aan de grondslag lagen van de vervolging door het openbaar ministerie onder de voorziene tenlasteleggingen A en C. Ter zitting van 21.09.2017 werd beklaagde in kennis gesteld van deze mogelijke herkwalificatie, zodat hij zich daarover heeft kunnen verdedigen. BEOORDELING OP STRAFGEBIED Grond van de zaak De ten laste van beklaagde A. A. gelegde feiten, zoals omschreven in de dagvaarding onder de tenlastelegging B en zoals hiervoor geherkwalificeerd voor de tenlasteleggingen A en C zijn genoegzaam naar eis van recht bewezen door het vooronderzoek en het onderzoek ter zitting. 3

De voorliggende feiten worden door beklaagde bovendien niet ernstig betwist en worden bevestigd door de voorliggende verklaringen, onder meer deze van de getuige T. M.. Straftoemeting De ten laste van beklaagde bewezen verklaarde feiten, zoals omschreven onder de tenlasteleggingen van de dagvaarding, zijn door eendaadse samenloop verbonden dan wel de opeenvolgende en voortgezette uitvoering van eenzelfde misdadig opzet, zodat in toepassing van artikel 65 Sw. slechts één bestraffing, te weten de zwaarste, wordt uitgesproken. De werkstraf werd niet gevraagd door beklaagde noch gevorderd door het Openbaar Ministerie en de Rechtbank heeft de toepassing ervan niet overwogen. Een bestraffing van beklaagde, zoals volgt in het beschikkend gedeelte, komt de rechtbank gepast voor, gelet op enerzijds de aard en de ernst van de gepleegde feiten en de omvang ervan en rekening houdend anderzijds met het strafrechtelijk verleden van deze beklaagde. De duur van de vervangende gevangenisstraf is aangepast aan de omvang van de opgelegde geldboete. Aan beklaagde kan nog wel het voordeel van het probatie-uitstel van de strafuitvoering worden toegekend, nu hij vroeger nog geen enkele veroordeling tot een criminele straf of een hoofdgevangenisstraf van meer dan 3 jaar heeft opgelopen. Gelet op het strafrechterlijk verleden van beklaagde komt het de rechtbank gepast voor aan beklaagde het voordeel van het uitstel van de tenuitvoerlegging van een deel van de opgelegde straffen toe te staan voor een periode van drie jaar. Dit voordeel zal voor beklaagde immers een bijkomende aansporing zijn om zich in de toekomst te onthouden dergelijke feiten te plegen, daar hij moet weten dat bij een volgende veroordeling het thans verleende uitstel kan verloren gaan. Het komt evenwel aangewezen voor, zo niet noodzakelijk, ter ondersteuning van beklaagde in zijn reclasseringsinspanningen, deze genademaatregel afhankelijk te stellen van de hierna vermelde probatievoorwaarden. Op de zitting van 21.09.2017, heeft beklaagde zich akkoord verklaard met probatievoorwaarden. BEOORDELING OP BURGERLIJK GEBIED Gelet op het bestaan van mogelijk reële schade veroorzaakt door de bewezen verklaarde misdrijven past het de burgerlijke belangen aan te houden. TOEGEPASTE WETTEN 4

Er werd rekening gehouden met volgende wettelijke bepalingen: Wetboek strafvordering art. 162,185,194,197, Strafwetboek art. 25, 38, 40, 65, 327, 329, 330 bis, 331 Wet 30.07.1981 Wet 29.06.1964 art. 8,9 Wet 05.03.1952 art.l, Wet 28.12.2011 art. 2 en Wet 25.12,2016 art. 59 Wet 01.08.1985 art. 29 gewijzigd door Wet 22.04.2003 art. 3 gewijzigd door KB. 31.10.2005 art. 1 KB. 28.12.1950 art. 91 al. l KB. 28.12.1950 art. 91 al.2, gewijzigd bij art. 1 KB. 13.11.2012 Wet van 19.03.2017 art. 4 2 Wet 15.06.1935 art. 13, 14, 31-41 De wetsbepalingen zoals vermeld in de gedinginleidende akte en de wetsbepalingen aangehaald in dit vonnis. UITSPRAAK De rechtbank beslist OP TEGENSPRAAK, OP STRAFGEBIED Beklaagde A. A. Herkwalificeert de aan beklaagde onder de tenlasteleggingen A en C ten laste gelegde feiten als volgt: minderjarige kinderen, nader geïdentificeerd in het aanvankelijk proces-verbaal, te hebben bedreigd met een aanslag op personen of op eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is en dit onder de omstandigheden zoals omschreven in artikel 330 bis S.w., namelijk: "vuile joden, ga terug want als ik jullie hier nog zie dan ga ik jullie kapot maken..", te B geïdentificeerd in het aanvankelijk proces-verbaal, te hebben bedreigd met een aanslag op personen of eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is en dit onder de omstandigheden zoals omschreven in artikel 330 bis S.W., namelijk door: "met zijn voertuig bedreigend in de richting van de groep te hebben gereden tot over het fietspad en na het uitstappen hun hebben bespuwd". 5

De rechtbank verklaart de beklaagde schuldig voor de feiten van de tenlastelegging B zoals omschreven in de dagvaarding en voor de feiten van de tenlasteleggingen A en C, zoals geherkwalificeerd. De rechtbank veroordeelt de beklaagde voor de bewezen verklaarde feiten samen tot een HOOFDGEVANGENISSTRAF van VIJFTIEN MAANDEN en een GELDBOETE van TWEEHONDERD EURO, verhoogd met 50 opdeciemen (x6) tot DUIZEND TWEEHONDERD EURO, met een vervangende gevangenisstraf van ZESTIG DAGEN. De rechtbank verleent de beklaagde UITSTEL voor de helft van de hoofdgevangenisstraf en de helft van de geldboete voor een periode van DRIE JAAR, op voorwaarde dat de beklaagde volgende voorwaarden naleeft: - zich te laten begeleiden door de justitie-assistent(e) en de richtlijnen van deze stipt te volgen; - zich onthouden van het plegen van strafbare feiten; - een vaste verblijfplaats hebben en iedere adreswijziging onmiddellijk meedelen aan de justitie-assistent(e) die met de begeleiding is belast; - gevolg te geven aan de oproepingen van de probatiecommissie en aan die van de justitie-assistent(e) die met de begeleiding is belast; - onmiddellijk aan het werk gaan of zich onmiddellijk bij een interimbureau inschrijven en werk zoeken en hiervan een getuigschrift uitgaande van de werkgever of interimbureau over te leggen aan de justitie-assistent(e); - bij gebreke aan het vinden van werk binnen een termijn van 3 maanden na het in kracht van gewijsde treden van huidig vonnis, in overleg met en onder toezicht van de justitie-assistent(e) een passende beroepsopleiding te volgen bij de VDAB. Verplicht de veroordeelde om bij wijze van bijdrage tot de financiering van het bijzonder fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders een bedrag te betalen van 25 euro te verhogen met 70 opdeciemen en alzo gebracht op 200,00 euro, Legt aan de veroordeelde in toepassing van art. 91 K.B. van 28.12.1950, gewijzigd bij art. 1 KB 13.11.2012, de verplichting op tot het betalen van een geïndexeerde vergoeding van 51,20 euro. Verplicht de veroordeelde om bij wijze van bijdrage ten bate van het begrotingsfonds voor juridische tweedelijnsbijstand een bedrag te betalen van 20,00 euro. 6

Kosten Veroordeelt beklaagde tot de kosten van de publieke vordering, in totaal begroot op de som van 28.46 euro. OP BURGERLIJK GEBIED De rechtbank houdt de beslissing over de burgerlijke belangen aan. Alles gebeurde in de Nederlandse taal overeenkomstig de wet van 15 juni 1935. Dit vonnis is in openbare zitting uitgesproken op 19 oktober 2017 door de rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, 16 D kamer, samengesteld uit : Mevr. A. T., rechter, alleenzetelend rechter In aanwezigheid van dhr. R. G., substituut procureur des Konings m.o., en Met bijstand van de griffier J. V. 7