Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft. (ter consultatie)



Vergelijkbare documenten
Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Feedback Statement Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft

Beleidsregel aangaande de methodiek voor het berekenen van aandelen waarop financiële instrumenten betrekking hebben en de meldingsplicht bij indices

Autoriteit Financiële Markten

Ref: B13.18 Betreft: Conceptbeleidsregel aangaande definitie en berekening van shortpositie in zin van Wft

WIJy yillem/e%lexander, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wet op het financieel toezicht. Leidraad voor Uitgevende instellingen, bestuurders en commissarissen

Beleidsregel verhandelbaarheid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 4, vierde lid, van het Besluit marktmisbruik Wft;

REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V.

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2014 (OR. en)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Leidraad voor Uitgevende instellingen, bestuurders en commissarissen

16 december secretaris - mr. C. Heck-Vink - Postbus BA Den Haag - tel fax

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

De Autoriteit Financiële Markten, Gelet op artikel 1:28, derde lid, Wet op het financieel toezicht;

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

Natura-uitvaartverzekeringen. Inzicht in hoe de AFM dergelijke producten beoordeeld

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010

Voorstel wijziging Wft uitbreiding meldingsplicht substantiële zeggenschap- en kapitaalbelangen met economische long posities

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.

MELDINGSFORMULIER RELEVANT BELANG IN KONINKLIJKE REESINK N.V.

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

Wet op het financieel toezicht. Leidraad voor Aandeelhouders

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties

32783 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met introductie van een meldingsplicht voor bepaalde cash settled instrumenten

RJ-Uiting : Gevolgen van aanpassingen in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek als gevolg van Richtlijn 2006/46/EG van 14 juni 2006

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Richtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule

Wet op het financieel toezicht. Voorlichtingsbrochure Uitgevende instellingen, bestuurders en commissarissen

REGLEMENT VOORWETENSCHAP DOCDATA N.V.

Richtsnoeren. Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD ESMA/2013/611

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Autoriteit Consument en Markt en Stichting Autoriteit Financiële Markten,

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Eerste Kamer der Staten-Generaal

BRUNEL REGLEMENT inzake bezit en transacties in Aandelen en bepaalde overige Financiële Instrumenten 2014 'BRUNEL REGLEMENT VOORWETENSCHAP'

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Richtsnoeren en aanbevelingen

Instructie met betrekking tot de handel in en bezit van effecten uitgegeven door Van Lanschot

Advies inzake de wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met introductie van een meldingsplicht voor bepaalde cash settled

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten ( AFM ) u als volgt.

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Reglement voorkoming Misbruik Voorwetenschap. Qurius N.V. Zaltbommel, juli 2007

ORDINA-Reglement inzake bezit van en transacties in Aandelen en bepaalde overige Financiële Instrumenten

2016 no. 2 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen

ORDINA-Reglement inzake bezit van en transacties in Aandelen en bepaalde overige Financiële Instrumenten

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM ) u als volgt.

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gedragscode Medewerkers Eumedion

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toelichting op minderheidsbelangen. Toezicht Financiële Verslaggeving

Heineken Holding N.V. Reglement 2007 inzake bezit van en transacties in Aandelen en bepaalde overige Financiële Instrumenten

Ballast Nedam Reglement Inzake Voorwetenschap 2010

Aangetekend verstuurd, tevens per gewone post De heer F.B. van den Broek Kroezel GD OSS

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT:

Aangetekend verstuurd De heer W. De Jong h.o.d.n. De Jong Verzekeringen Haarsterweg VB MARUM

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN

bepaalde overige Financiële Instrumenten

Datum 30 januari 2014 Ons kenmerk DT-EKr Pagina 1 van 8. Betreft

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Feedback statement consultatie Beleidsregel Informatieverstrekking

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste met behulp van de standaardformule

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Publicatieblad van de Europese Unie L 251/11

Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en activa. Toezicht Financiële Verslaggeving

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

SLIGRO FOOD GROUP N.V. Reglement inzake bezit van en transacties in financiële instrumenten 2017

Artikel 3:95, Wet op het financieel toezicht (Wft)

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

Ken je aandeelhouders

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

Consultatiedocument: Beleidsregel incident Wft / BGfo. Wat vindt de AFM een incident?

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I, onderdeel D, komt te luiden: Artikel 5 vervalt.

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33)

ARTIKEL I. De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:

Reglement voorwetenschap Heijmans N.V.

h.o.d.n. Robart's Assurantiekantoor van 1913 Gevaertsweg DA DORDRECHT INT-[ ] Last onder dwangsom Geachte directie,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Toepassingsveld Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen naar Belgisch recht

Transcriptie:

Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft (ter consultatie)

Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de onafhankelijke gedragstoezichthouder op de markten van sparen, lenen, beleggen en verzekeren. De AFM bevordert zorgvuldige financiële dienstverlening aan consumenten en ziet toe op een eerlijke en efficiënte werking van kapitaalmarkten. Ons streven is het vertrouwen van consumenten en bedrijven in de financiële markten te versterken, ook internationaal. Op deze manier draagt de AFM bij aan de welvaart en de economische reputatie van Nederland. 2

Inhoudsopgave 1 Achtergrond 4 2 De definitie van een shortpositie in de zin van de Wft 5 3 De berekening van een shortpositie in de zin van de Wft 7 4 Consultatie 8 5 Concept beleidsregel 9 3

1 Achtergrond Op 1 juli 2013 treedt de Wet van 15 november 2012 tot wijziging van onder meer de Wet op het financieel toezicht naar aanleiding van het advies van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code van 30 mei 2007 in werking. De huidige regels als beschreven in Hoofdstuk 5.3 Wet op het financieel toezicht (Wft) voor het melden van stemmen, kapitaal, zeggenschap en kapitaalbelang in uitgevende instellingen worden met de wetswijziging uitgebreid. Met deze wetswijziging wordt niet alleen de wijziging van de eerste drempelwaarde van vijf naar drie procent geregeld maar ook het melden van een shortpositie geïntroduceerd. Aan artikel 5:38 Wft wordt een lid toegevoegd dat zegt dat een ieder die de beschikking krijgt of verliest over financiële instrumenten die een shortpositie met betrekking tot die aandelen vertegenwoordigen, waardoor naar hij weet of behoort te weten, de shortpositie waarover hij beschikt, uitgedrukt in het percentage van het kapitaal, een drempelwaarde bereikt, overschrijdt dan wel onderschrijdt dat onverwijld aan de Autoriteit Financiële Markten (AFM) moet melden. In artikel 5:39 Wft zal ook een lid worden toegevoegd dat ziet op de plicht tot het melden van een shortpositie bij het bereiken, over- of onderschrijden van een drempelwaarde bij een passieve wijziging, door het wijzigen van het kapitaal. In artikel 5:38 en 5:39 Wft wordt de term shortpositie geïntroduceerd. In Hoofdstuk 5.3 Wft is nog geen definitie opgenomen van een shortpositie, noch is een berekeningswijze vermeld. Op 1 november 2012 is de Verordening betreffende shortselling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (Verordening) 1 in werking getreden. In de Verordening is de meldingsplicht van een aanmerkelijke netto shortpositie geregeld. Om tot de berekening van een netto shortpositie te komen moet allereerst de shortpositie en de longpositie worden berekend. De positie die overblijft nadat elke longpositie in mindering is gebracht op enige shortpositie wordt onder de Verordening aangemerkt als een netto shortpositie. In artikel 5:38 en 5:39 Wft wordt alleen over shortpositie gesproken zonder de aanduiding bruto of netto. De shortpositie als genoemd in deze artikelen ziet dan ook op een bruto shortpositie; dat wil zeggen de shortpositie waarover wordt beschikt waarbij longposities op deze shortpositie niet in mindering zijn gebracht. Bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer hebben partijen de minister van Financiën gevraagd of de regering de toezegging kan doen in een nader (beleids)besluit verdere duidelijkheid te verschaffen voor de praktijk wat moet worden verstaan onder een shortpositie en de berekening daarvan. De Minister heeft toegezegd verdere duidelijkheid te geven door vaststelling van nog nader vast te stellen regels. Deze beleidsregel voorziet daarin. 1 Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie van 5 juli 2012. 4

Het definiëren van een shortpositie en de berekening daarvan in de zin van de Wft hebben vooral een technisch en operationeel karakter. De AFM heeft de bevoegdheid om door middel van een beleidsregel hieraan verdere invulling te geven. Voor de volledigheid wordt vermeld dat deze beleidsregel onverlet laat dat men moet voldoen aan de verplichtingen zoals die voortvloeien uit de Verordening. Dit geldt ook voor de Verordening tot aanvulling van Verordening betreffende shortselling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (gedelegeerde Verordening). 2 De definitie van een shortpositie in de zin van de Wft Voor de definitie van een shortpositie, zoals voorgesteld in de aangepaste artikelen 5:38 en 5:39 Wft, wordt daar waar mogelijk aangesloten bij de definitie als genoemd in de (rechtstreeks werkende) Verordening en gedelegeerde Verordening. De wijziging van artikel 5:38 Wft is als volgt: Een ieder die de beschikking krijgt of verliest over financiële instrumenten die een shortpositie met betrekking tot die aandelen vertegenwoordigen waardoor, naar hij weet of behoort te weten, de shortpositie waarover hij beschikt, uitgedrukt in het percentage kapitaal, een drempelwaarde bereikt, overschrijdt dan wel onderschrijdt, dat onverwijld aan de Autoriteit Financiële Markten (AFM) moet melden. Voor het formuleren van de definitie van de shortpositie in de zin van de Wft is een aantal elementen van belang: 1) Financieel instrument 2) Shortpositie 3) Shorttransactie Ad 1) voor de definitie van een financieel instrument moet worden aangesloten bij de huidige definitie van financieel instrument als opgenomen in artikel 1:1 Wft. Ad 2) wat een shortpositie is, is bepaald in de Verordening en de gedelegeerde Verordening en daar zal bij worden aangesloten. Een positie die voorvloeit uit één van de volgende gevallen, wordt aangemerkt als een shortpositie in het kapitaal van een uitgevende instelling: a) een shorttransactie in een door of met medewerking van een uitgevende instelling uitgegeven aandeel 2 ; b) het aangaan van een transactie die een ander financieel instrument dan een aandeel tot stand brengt of daarmee verband houdt en waarvan het gevolg of één van de gevolgen is 2 Aandeel in de zin van artikel 5:33, eerste lid, onder b sub 1 en sub 2 Wft. 5

dat een ieder die de transactie aangaat een financieel voordeel geniet in het geval de koers of de waarde van het aandeel daalt. Ad 3) een shorttransactie is elke verkoop van het aandeel dat de verkoper niet in eigendom 3 heeft op het moment dat hij de verkoopovereenkomst sluit, met inbegrip van een dergelijke verkoop wanneer de verkoper op het moment dat hij de verkoopovereenkomst sluit, het aandeel heeft geleend of een overeenkomst heeft gesloten om het aandeel te lenen met het oog op het leveren ervan bij afwikkeling, waaronder niet begrepen: i) een verkoop door één van de partijen onder een retrocessieovereenkomst waarbij ii) iii) één partij heeft aanvaard de andere partij een effect tegen een bepaalde prijs te verkopen met als tegenprestatie van die andere partij het financieel instrument op een later tijdstip tegen een andere, vooraf bepaalde prijs terug te verkopen, een overdracht van effecten uit hoofde van een effectenuitleenovereenkomst, of het aangaan van een futures- of ander derivatencontract waarin wordt overeengekomen om effecten op een toekomstige datum tegen een bepaalde prijs te verkopen. 4 In artikel 3, tweede lid, van de gedelegeerde Verordening is voorts bepaald dat een shorttransactie niet omvat: a) de verkoop van financiële instrumenten die op grond van een effectenuitleen- of een repoovereenkomst zijn overgedragen zodat de afwikkeling op de gestelde datum kan plaatsvinden, mits de effecten worden teruggegeven of de overdrager de effecten terugvraagt; b) de verkoop van een financieel instrument door een natuurlijke of rechtspersoon die het financieel instrument vóór de verkoop heeft gekocht, maar dat financieel instrument op het moment van de verkoop niet in ontvangst heeft genomen mits het financieel instrument op een zodanig moment wordt geleverd dat de afwikkeling op de gestelde datum kan plaatsvinden; c) de verkoop van een financieel instrument door een natuurlijke of rechtspersoon die een optie of een soortgelijk recht op dat financieel instrument heeft uitgeoefend, mits het financieel instrument op een zodanig moment wordt geleverd dat de afwikkeling op de gestelde datum kan plaatsvinden. De AFM is voornemens te besluiten dat: In Hoofdstuk 5.3 Wet op het financieel toezicht en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder: shortpositie: een positie in het kapitaal van een uitgevende instelling die voorvloeit uit één van de volgende gevallen: 3 Zie voor een specificatie van de term eigendom artikel 3, eerste lid, van de Gedelegeerde Verordening (EU) Nr. 918/2012 van de Commissie van 5 juli 2012. 4 Zie voor een specificatie artikel 3, tweede lid, van de Gedelegeerde Verordening (EU) Nr. 918/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 6

a) een shorttransactie in een door of met medewerking van een uitgevende instelling uitgegeven aandeel 5 ; b) het aangaan van een transactie die een ander financieel instrument dan een aandeel tot stand brengt of daarmee verband houdt en waarvan het gevolg of één van de gevolgen is dat een ieder die de transactie aangaat een financieel voordeel geniet in het geval de koers of de waarde van het aandeel daalt. 3 De berekening van een shortpositie in de zin van de Wft Voor de berekening van een shortpositie wordt daar waar mogelijk aangesloten bij wat is bepaald in de Verordening en de gedelegeerde Verordening en, voor zover van toepassing, de toerekeningsregels van artikel 5:45 Wft Wat in de Verordening is bepaald in bijvoorbeeld artikel 3, lid 7, onder c en de gedelegeerde Verordening over de methode van het berekenen van posities wanneer verschillende entiteiten in een groep long of shortposities hebben, kan voor het berekenen van een shortpositie in de zin van Hoofdstuk 5.3 Wft niet onverkort van toepassing worden verklaard. De toerekeningsregels uit lid 3 en lid 7 van artikel 5:45 Wft gelden immers bij het berekenen van een shortpositie in de zin van de Wft binnen een groep of fondsbeheeractiviteiten. In onderstaande zal worden aangegeven welke artikelen van de gedelegeerde Verordening van overeenkomstige toepassing zijn op het berekenen van een shortpositie in de zin van Hoofdstuk 5.3 Wft. De overige artikelen van de Verordening en de gedelegeerde Verordening zijn daardoor niet van overeenkomstige toepassing. De AFM is voornemens te besluiten dat: Voor het berekenen van een shortpositie in de zin van Hoofdstuk 5.3 Wft moet worden uitgegaan van het volgende: i) een shorttransactie in een aandeel via een shorttransactie in een mand van aandelen wordt, met betrekking tot dat aandeel eveneens, in aanmerking genomen in de mate dat dit aandeel is vertegenwoordigd in die mand (overeenkomstige toepassing artikel 6, eerste lid, van de gedelegeerde Verordening); ii) een positie in een financieel instrument, met inbegrip van die welke is opgenomen in de lijst in bijlage I, deel 1, van de gedelegeerde Verordening, wordt in aanmerking genomen als deze positie een financieel voordeel oplevert bij een daling van de koers of de waarde van het aandeel (overeenkomstige toepassing artikel 6, tweede lid, van de gedelegeerde Verordening); iii) het is irrelevant of afwikkeling in geld dan wel fysieke levering van de onderliggende activa is overeengekomen (overeenkomstige toepassing artikel 7, onder a, van de gedelegeerde Verordening); iv) shortposities in financiële instrumenten die een recht doen ontstaan op onuitgegeven aandelen en inschrijvingsrechten, converteerbare obligaties en andere vergelijkbare instrumenten worden niet als shortpositie beschouwd bij het berekenen van een 5 Aandeel in de zin van artikel 5:33, eerste lid, onder b sub 1 en sub 2 Wft 7

shortpositie (overeenkomstige toepassing artikel 7, onder b, van de gedelegeerde Verordening) v) de shortpositie moet worden berekend op basis van de delta gecorrigeerde calculatiemethode als beschreven in bijlage II, deel 1, van de gedelegeerde Verordening (overeenkomstige toepassing artikel 10, eerste lid, van de gedelegeerde Verordening); vi) er moet rekening worden gehouden met transacties in alle financiële instrumenten, ongeacht of deze op of buiten een handelsplatform plaatsvinden, die een financieel voordeel opleveren bij een verandering van de koers of de waarde van het aandeel (overeenkomstige toepassing artikel 10, derde lid, van de gedelegeerde Verordening); vii) er mag geen verrekening plaatsvinden tussen een longpositie en een shortpositie; en viii) toerekening vindt plaats, voor zover van toepassing, conform de toerekeningsregels van artikel 5:45 Wft. Deze beleidsregel laat onverlet dat men moet voldoen aan de verplichtingen zoals die voortvloeien uit de Verordening en de gelegeerde bepalingen. Ad i) de positie die door de desbetreffende persoon indirect wordt aangehouden (waaronder via of door middel van een index, effectenmand of een belang in een indexfonds of soortgelijke entiteit) moet worden berekend met inachtneming van openbaar beschikbare informatie over de samenstelling van de desbetreffende index, effectenmand of de belangen van het desbetreffende indexfonds of soortgelijke entiteit. Bij het berekenen van een dergelijke shortpositie, is niemand verplicht om van een ander realtime informatie over deze samenstelling te verkrijgen (overeenkomstige toepassing artikel 3, derde lid, eerste paragraaf, van de Verordening). Men wordt wel geacht naar beste kunnen de meest recente informatie te verkrijgen over de samenstelling. Voor de goede orde wordt vermeld dat de Beleidsregel aangaande de methodiek voor het berekenen van aandelen waarop financiële instrumenten betrekking hebben en de meldingsplicht bij indices en mandjes op de berekening van de meldingsplicht bij cash settled instrumenten onverkort van toepassing blijft. 4 Consultatie De AFM geeft belanghebbenden de gelegenheid commentaar te leveren op dit concept van de beleidsregel. De AFM heeft hierbij de volgende specifieke vragen aan belanghebbenden: (i) Bent u het eens met de strekking en de inhoud van deze beleidsregel? Zo niet, waarmee bent u het oneens en om welke redenen? (ii) Voorziet u problemen bij de implementatie van deze beleidsregel? Zo ja, welke problemen voorziet u, om welke redenen en hoe kan dit naar uw mening worden voorkomen, dan wel worden opgelost? (iii) Welke aanpassingen acht u noodzakelijk? 8

Ingestuurde reacties zullen niet openbaar worden gemaakt. Wel zal er een feedback statement worden gepubliceerd. Reacties ontvangt de AFM graag uiterlijk 26 april 2013 op melden@afm.nl onder vermelding van Consultatie concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft. 5 Concept beleidsregel Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft Wettelijk kader De Wet op het financieel toezicht (Wft) stelt in artikel 5:38, derde lid, dat; een ieder die de beschikking krijgt of verliest over financiële instrumenten die een shortpositie met betrekking tot de aandelen vertegenwoordigen waardoor, naar hij weet of behoort te weten, de shortpositie waarover hij beschikt, uitgedrukt in het percentage van het kapitaal, een drempelwaarde bereikt, overschrijdt dan wel onderschrijdt, meldt dat onverwijld aan de Autoriteit Financiële Markten. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de bepaling van een shortpositie als bedoeld in dit lid. In artikel 5:39 zal een lid worden toegevoegd dat ziet op de plicht tot het melden van een shortpositie bij het bereiken, over- of onderschrijden van een drempelwaarde bij een passieve wijziging door het wijzigen van het kapitaal. Dit is een beleidsregel als bedoeld in artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De bevoegdheid van de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) tot het vaststellen van deze beleidsregel is gebaseerd op artikel 4:81, eerste lid, Awb. Beleidsregel I. In Hoofdstuk 5.3 Wft en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder: shortpositie: een positie in het kapitaal van een uitgevende instelling die voorvloeit uit één van de volgende gevallen: a) een shorttransactie in een door of met medewerking van een uitgevende instelling uitgegeven aandeel 6 ; b) het aangaan van een transactie die een ander financieel instrument dan een aandeel tot stand brengt of daarmee verband houdt en waarvan het gevolg of één van de gevolgen is dat een ieder die de transactie aangaat een financieel voordeel geniet in het geval de koers of de waarde van het aandeel daalt. II. Voor het berekenen van een shortpositie onder Hoofdstuk 5.3 Wft moet worden uitgegaan van het volgende: 6 Aandeel in de zin van artikel 5:33, eerste lid, onder b sub 1 en sub 2 Wft 9

i) een shorttransactie in een aandeel via een shorttransactie in een mand van aandelen wordt, met betrekking tot dat aandeel eveneens, in aanmerking genomen in de mate dat dit aandeel is vertegenwoordigd in die mand (overeenkomstige toepassing artikel 6, eerste lid, van de gedelegeerde Verordening); ii) een positie in een financieel instrument, met inbegrip van die welke is opgenomen in de lijst in bijlage I, deel 1, van de gedelegeerde Verordening, wordt in aanmerking genomen als deze positie een financieel voordeel oplevert bij een daling van de koers of de waarde van het aandeel (overeenkomstige toepassing artikel 6, tweede lid, van de gedelegeerde Verordening); iii) het is irrelevant of afwikkeling in geld dan wel fysieke levering van de onderliggende activa is overeengekomen (overeenkomstige toepassing artikel 7, onder a, van de gedelegeerde Verordening); iv) shortposities in financiële instrumenten die een recht doen ontstaan op onuitgegeven aandelen en inschrijvingsrechten, converteerbare obligaties en andere vergelijkbare instrumenten worden niet als shortpositie beschouwd bij het berekenen van een shortpositie (overeenkomstige toepassing artikel 7, onder b, van de gedelegeerde Verordening); v) de shortpositie moet worden berekend op basis van de delta gecorrigeerde calculatiemethode als beschreven in bijlage II, deel 1, van de gedelegeerde Verordening (overeenkomstige toepassing artikel 10, eerste lid, van de gedelegeerde Verordening); vi) er moet rekening worden gehouden met transacties in alle financiële instrumenten, ongeacht of deze op of buiten een handelsplatform plaatsvinden, die een financieel voordeel opleveren bij een verandering van de koers of de waarde van het aandeel (overeenkomstige toepassing artikel 10, derde lid, van de gedelegeerde Verordening); vii) er mag geen verrekening plaatsvinden tussen een longpositie en een shortpositie; en viii) toerekening vindt plaats, voor zover van toepassing, conform de toerekeningsregels van artikel 5:45 Wft. Deze beleidsregel laat onverlet dat men moet voldoen aan de verplichtingen zoals die voortvloeien uit de Verordening betreffende shortselling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps en de gedelegeerde bepalingen 7. Slotbepalingen De bekendmaking van deze beleidsregel geschiedt door publicatie in de Staatscourant. De beleidsregel treedt in werking op 1 juli 2013. Deze beleidsregel wordt aangehaald als Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft. Amsterdam, xx xx 2013 7 Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie van 5 juli 2012. 10

Stichting Autoriteit Financiële Markten, voorzitter, R. Gerritse, Bestuurslid G.J. Everts TOELICHTING Ad I Voor het formuleren van de definitie van de shortpositie in de zin van de Wft is een aantal elementen van belang: 1) Financieel instrument 2) Shortpositie 3) Shorttransactie Ad 1) voor de definitie van een financieel instrument moet worden aangesloten bij de huidige definitie van financieel instrument als opgenomen in artikel 1:1 Wft. Ad 2) wat een shortpositie is, is bepaald in de Verordening en de gedelegeerde Verordening en daar zal bij worden aangesloten. Een positie die voorvloeit uit één van de volgende gevallen, wordt aangemerkt als een shortpositie in het kapitaal van een uitgevende instelling: a) een shorttransactie in een door of met medewerking van een uitgevende instelling uitgegeven aandeel 8 ; b) het aangaan van een transactie die een ander financieel instrument dan een aandeel tot stand brengt of daarmee verband houdt en waarvan het gevolg of één van de gevolgen is dat een ieder die de transactie aangaat een financieel voordeel geniet in het geval de koers of de waarde van het aandeel daalt. Ad 3) een shorttransactie is elke verkoop van het aandeel dat de verkoper niet in eigendom 9 heeft op het moment dat hij de verkoopovereenkomst sluit, met inbegrip van een dergelijke verkoop wanneer de verkoper op het moment dat hij de verkoopovereenkomst sluit, het aandeel heeft geleend of een overeenkomst heeft gesloten om het aandeel te lenen met het oog op het leveren ervan bij 8 Aandeel in de zin van artikel 5:33, eerste lid, onder b sub 1 en sub 2 Wft. 9 Zie voor een specificatie van de term eigendom artikel 3, eerste lid, van de Gedelegeerde Verordening (EU) Nr. 918/2012 van de Commissie van 5 juli 2012. 11

afwikkeling, waaronder niet begrepen: i) een verkoop door één van de partijen onder een retrocessieovereenkomst waarbij ii) iii) één partij heeft aanvaard de andere partij een effect tegen een bepaalde prijs te verkopen met als tegenprestatie van die andere partij het financieel instrument op een later tijdstip tegen een andere, vooraf bepaalde prijs terug te verkopen, een overdracht van effecten uit hoofde van een effectenuitleenovereenkomst, of het aangaan van een futures- of ander derivatencontract waarin wordt overeengekomen om effecten op een toekomstige datum tegen een bepaalde prijs te verkopen. 10 In artikel 3, tweede lid, van de gedelegeerde Verordening is bepaald dat een shorttransactie niet omvat: d) de verkoop van financiële instrumenten die op grond van een effectenuitleen- of een repoovereenkomst zijn overgedragen zodat de afwikkeling op de gestelde datum kan plaatsvinden, mits de effecten worden teruggegeven of de overdrager de effecten terugvraagt; e) de verkoop van een financieel instrument door een natuurlijke of rechtspersoon die het financieel instrument vóór de verkoop heeft gekocht, maar dat financieel instrument op het moment van de verkoop niet in ontvangst heeft genomen mits het financieel instrument op een zodanig moment wordt geleverd dat de afwikkeling op de gestelde datum kan plaatsvinden; f) de verkoop van een financieel instrument door een natuurlijke of rechtspersoon die een optie of een soortgelijk recht op dat financieel instrument heeft uitgeoefend, mits het financieel instrument op een zodanig moment wordt geleverd dat de afwikkeling op de gestelde datum kan plaatsvinden. Ad II Ad i) de positie die door de desbetreffende persoon indirect wordt aangehouden (waaronder via of door middel van een index, effectenmand of een belang in een indexfonds of soortgelijke entiteit) moet worden berekend met inachtneming van openbaar beschikbare informatie over de samenstelling van de desbetreffende index, effectenmand of de belangen van het desbetreffende indexfonds of soortgelijke entiteit. Bij het berekenen van een dergelijke shortpositie, is niemand verplicht om van een ander realtime informatie over deze samenstelling te verkrijgen (overeenkomstige toepassing artikel 3, derde lid, eerste paragraaf, van de Verordening). Men wordt wel geacht naar beste kunnen de meest recente informatie te verkrijgen over de samenstelling. Voor de goede orde wordt vermeld dat de Beleidsregel aangaande de methodiek voor het berekenen van aandelen waarop financiële instrumenten betrekking hebben en de meldingsplicht bij indices en mandjes op de berekening van de meldingsplicht bij cash settled instrumenten onverkort van toepassing blijft. 10 Zie voor een specificatie artikel 3, tweede lid, van de Gedelegeerde Verordening (EU) Nr. 918/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 12

Autoriteit Financiële Markten T + 020 797 2000 F +020 797 3800 Postbus 11723 1001 GS Amsterdam www.afm.nl Amsterdam, maart 2013 13