Advies nr. 2015/19 Uitgebracht op eigen initiatief Artikel 109 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen

Vergelijkbare documenten
I4XLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

IR\LGEMEEN VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN E3EHEERSCOMITE

~LGEMEEN ~EHEERS(ÇOMITE

~LGEMEEN lweheers~omite

VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

I\LGEMEEN 3EHEERSOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

/XLGEMEEN VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

~LGEMEEN lliseheers~omite

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei

Annemie MEURS Adviseur Rijksdienst voor Sociale Zekerheid

~LGEMEEN rn3eheers~omite VOOR HET SOCIAAL STATUUT

ik.lgemeen rn5eheers(çomite

~LGEMEEN ~EHEERS~OMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Kapitaalontvangsten

Verhoging van sommige uitkeringsbedragen voor zelfstandigen in het kader van het structureel mechanisme van welvaartsaanpassing

!ALGEMEEN ~EHEERS~OMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

COMMISSIE VOOR DE NORMALISATIE VAN DE BOEKHOUDING VAN DE OPENBARE INSTELLINGEN VAN SOCIALE ZEKERHEID PLENAIRE VERGADERING

Verslag 2011/02. In het kader van het huidig Verslag wenst het Comité de aandacht te vestigen op de volgende elementen:

IÀLGEMEEN ~EHEERS~OMITE

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Begrotingsresultaat

Hoge Raad van Financiën, afdeling "Financieringsbehoeften van de Overheid" PERSMEDEDELING:

Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan?

VR DOC.0085/1

Deel 4: CM in cijfers

LSLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR

VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

RAADGEVEND COMITE VOOR DE PENSIOENSECTOR

Evaluatie van begroting 2013

A D V I E S Nr Zitting van maandag 27 april

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Gemeenschappelijke Raadszitting van woensdag 11 februari

Welvaartsaanpassingen

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 4 april

Deel 4: CM in cijfers

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

VR DOC.0282/1BIS

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 3 oktober

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 november

#$%$&'(& %)*+,$-./$& 0.-,& 1&/&23/&- 4567!" 89:;<: C?DAEF?B?B GB F?> H?IJGAEF 4>KK>ALIKM CKB NOPNOPQNOR >S> TNPNUPQNORV.W

BEKNOPTE ANALYTISCHE INHOUDSOPGAVE. Een inhoudsopgave komt voor bij het begin van de titels, van de hoofdstukken en de afdelingen.

Sociale Maribel: impact van de afwijkingen op het arbeidsvolume. o 24 april 2015 VVOS Oost- Vlaanderen

Boek 2017 over de Sociale Zekerheid

LnGEMEEN D HEERS\SZOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 22 november

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 30 maart

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

BEGROTING EN HERVORMINGEN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET

!ALGEMEEN rn3eheers(çomite

:Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN.

REKENING 2018 DE RATIO S VAN DE BALANS

Gemeenschappelijke Raadszitting van 29 januari

Werkgeversbijdragen - 25% (schokeffect economie) -6,3. Werknemersbijdragen - 25% (gespreid in de tijd) -3,0

Voorstelling van het verslag van maart 2015 van de HOGE RAAD VOOR FINANCIËN AFDELING "FINANCIERINGSBEHOEFTEN VAN DE OVERHEID"

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 15 juli

BEGROTINGSCONTROLE MAART M A A RT B R U S S E L

Boek 2016 over de Sociale Zekerheid

MEDEDELING Nr Zitting van woensdag 4 april

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 20 februari

DE KLOOF TUSSEN DE TOTALE ONTVANGSTEN EN DE RIJKSMIDDELEN: EEN ANALYSE VAN DE PERIODE

WERKINGSDOCUMENT. Vanuit juridisch standpunt gebeuren de toekenningen aan één specifieke werkgever.

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 12 februari

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

De boeking van het provisiefonds geneesmiddelen goedgekeurd door de plenaire vergadering van 26 april 2007

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 23 mei

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 september 2017

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Recente geschiedenis van de Belgische overheidsfinanciën

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 28 maart

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 10 juli

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Technische nota bij de mededeling van het budget van financiële middelen op 1 januari 2019.

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

INHOUD. Werknemers van 18, 19 en 20 jaar krijgen hoger gewaarborgd minimummaandinkomen. Dat geldt niet voor de jobstudenten... 1

Instelling. Onderwerp. Datum

INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN. 1. K.B. nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen

IE nr. : 620 FORFAIT 2016 REGULARISATIE 3 de LUIK 2016

3.4 Financieel verslag

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling.

Barometer kinesitherapie 2013

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 oktober 2017

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 15 december

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 20 maart

1. Hoe en door wie worden inschakelingsbedrijven erkend na de overdracht van de federale bevoegdheden naar Vlaanderen?

Financieel verslag 2017

BEGROTINGSCONTROLE 2016

De ministerraad keurde in tweede lezing het voorontwerp van programmawet goed.

1. De ontwerpteksten die aan het Algemeen Beheerscomité werden voorgelegd

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

Transcriptie:

Brussel, 14 juli 2015 Advies nr. 2015/19 Uitgebracht op eigen initiatief Artikel 109 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen Evaluatie van de financieringsbronnen van het sociaal statuut na de zesde staatshervorming en vereenvoudiging van de alternatieve financiering De bevoegdheidsoverdracht als gevolg van de zesde staatshervorming heeft ertoe geleid dat verschillende uitgaven uit de twee globale beheren van de sociale zekerheid en uit de sector gezondheidszorg van het RIZIV zijn verdwenen. Omdat de financieringsbehoeften derhalve wijzig(d)en én omdat steeds is aangegeven dat de bevoegdheidsoverdracht voor elk van de globale beheren een budgettair neutrale operatie hoort te zijn, dringt zich een bijsturing op aan de ontvangstenzijde en in de financiering van de sector van de gezondheidszorg. In voorliggend advies doet het ABC voorstellen en aanbevelingen voor de toekomstige financiering van het globaal financieel beheer zelfstandigen. Het zet als het ware de krijtlijnen uit voor een financieringssysteem dat de vorm aanneemt van een automatisch uitvoeringsmechanisme en dat verloopt op basis van de volgende, in de wet verankerde, principes: - de ontvangsten uit BTW en uit roerende voorheffing vormen voortaan de enige twee alternatieve financieringsbronnen; - het aandeel (%) van de opbrengsten uit BTW en uit roerende voorheffing waarop elk van de globale beheren aanspraak maakt, is wettelijk vastgelegd; - de alternatieve financiering (BTW en roerende voorheffing) waarop de globale beheren aanspraak maken, heeft een minimale omvang en wordt wettelijk gedefinieerd in absolute termen. Deze bedragen (in EUR) volgen de evolutie van de consumptieprijsindex; - de ontvangsten uit de bedrijfsvoorheffing worden aangesproken indien de middelen uit BTW en uit onroerende voorheffing ontoereikend zouden blijken om de globale beheren te voorzien van de alternatieve financiering waar zij recht op hebben; - een eventueel begrotingstekort in de sociale zekerheid wordt ondervangen met een wettelijk verankerde evenwichtsdotatie, die aan het globaal beheer werknemers en het globaal beheer zelfstandigen wordt toegekend in de verhouding 90% - 10%. 1 Inleiding De bevoegdheidsoverdracht als gevolg van de zesde staatshervorming heeft er toe geleid dat verschillende uitgaven uit de twee globale beheren van de sociale zekerheid zijn verdwenen. Ook de uitgaven van het RIZIV en dus diens financieringsbehoeften - zijn als gevolg van de staatshervorming gedaald.

Het Comité heeft steeds het standpunt ingenomen dat deze bevoegdheidsoverdracht voor elk van de globale beheren een budgettair neutrale operatie hoort te zijn. Elke vermindering van uitgaven moet dus geneutraliseerd worden door een vermindering van de ontvangsten van het betrokken globaal beheer. Het regeerakkoord van de federale regering Michel I (p. 44) voorziet ter zake in het volgende: Zoals het Monitoringcomité al aangaf in zijn laatste verslag, zijn de uitgaven van de stelsels van de loontrekkenden en de zelfstandigen gedaald na de zesde staatshervorming, waardoor de tussenkomst van de Staat ook moet worden teruggeschroefd. ( ) In overleg met de sociale partners zullen de financieringsbronnen worden geëvalueerd om rekening te houden met de impact van de 6de staatshervorming. M.b.t. de financiering van het RIZIV bepaalt het regeerakkoord ook: In lijn met het akkoord tussen de sociale partners over de vereenvoudiging van de alternatieve financiering, zullen zij worden gevraagd om na te denken over de financiering van de gezondheidszorg. In afwachting van deze hervormingen heeft de regering beslist om de financiering van het RIZIV en de globale beheren voor de initiële begroting 2015 aan te passen, teneinde te komen tot een evenwicht in ESR-termen voor de sociale zekerheid. Binnen het Beheerscomité van de Sociale Zekerheid (BCSZ) werd op 5 december 2014 een werkgroep opgericht, samengesteld uit vertegenwoordigers van de werknemers- en werkgeversdelegaties, de RSZ, het RIZIV en de FOD Sociale Zekerheid. De werkgeversdelegatie bevatte ook leden die binnen het ABC de zelfstandigenorganisaties vertegenwoordigen. Het verslag van deze werkgroep werd goedgekeurd op de vergadering van het BCSZ van 3 juli 2015. Dit verslag bevat voorstellen en aanbevelingen over de evaluatie van de financieringsbronnen van de sociale zekerheid na de zesde staatshervorming en de vereenvoudiging van de alternatieve financiering. Het huidig advies van het ABC bevat op zijn beurt gelijkaardige voorstellen en aanbevelingen met betrekking tot de financiering van het sociaal statuut van de zelfstandigen. 2 Neutralisering van de staatshervorming Het ABC heeft zijn advies opgesteld in verschillende stappen, zodat de impact van elk onderdeel op het begrotingsresultaat duidelijk zou zijn (cf. tabel in bijlage) : 2.1 Kolom (1) - vertrekpunt 2

Vertrekpunt van de oefening is het definitief begrotingsontwerp voor het jaar 2015 dat werd goedgekeurd op de Raad van Beheer van 4 maart 2015. Dit wordt weergegeven in kolom (1). 2.2 Kolom (A) - begroting 2015 zonder staatshervorming Het begrotingsontwerp 2015 wordt vervolgens gecorrigeerd om tot de begroting te komen die opgesteld geweest zou zijn als er geen zesde staatshervorming had plaatsgevonden. Het eindsaldo bedraagt in dit scenario - 479.481.012 EUR. Dit wordt weergegeven in kolom (2) 2.3 Kolom (B) impact staatshervorming De volgende stap is het bepalen van de impact van de zesde staatshervorming op het sociaal statuut van de zelfstandigen. Daartoe geeft kolom (3) de begrotingscijfers voor 2015 weer na de zesde staatshervorming. Het eindsaldo bedraagt in dit scenario 25.826.842 EUR. Het te neutraliseren bedrag van de impact van de zesde staatshervorming wordt daardoor vastgesteld op 453.654.170 EUR. Dit bedrag komt overeen met de uitgaven voor de gezinsbijslag, die uit het sociaal statuut zijn verdwenen. 2.4 Kolom (C1) Herijking 1bis Vooraleer overgegaan kan worden tot het neutraliseren van het bedrag van de impact van de zesde staatshervorming (453.654.170 EUR), moet eerst de financiering van de geneeskundige gezondheidszorg aangepast worden. Ter herinnering, de sector Geneeskundige Verzorging wordt gefinancierd met: - ontvangsten die rechtstreeks aan het RIZIV toekomen, waaronder alternatieve financiering (BTW ziekenhuizen en accijnzen); - een beperkte financiële tussenkomst vanuit de beide Globale Beheren. Het basisbedrag werd voor de beide Globale Beheren wettelijk vastgelegd in 2008 en wordt jaarlijks aangepast aan de groeivoet van de bijdragenontvangsten (voor het Globaal Beheer Zelfstandigen is dit geregeld in artikel 6, 1bis van het koninklijk besluit van 18 november 1996); - een zogenaamde saldofinanciering die het verschil moet dekken tussen, enerzijds, de behoeften van de sector Geneeskundige Verzorging en, anderzijds, de eigen ontvangsten van het RIZIV en de beperkte financiële tussenkomst van de Globale beheren. Beide Globale Beheren voorzien in die saldofinanciering maar zij ontvangen hiervoor een gelijk bedrag aan alternatieve financiering, voortkomende uit btw-opbrengsten (voor het Globaal Beheer Zelfstandigen is dit geregeld in artikel 6, 1quater van het koninklijk besluit van 18 november 1996). Het mechanisme van de beperkte financiële tussenkomst en de saldofinanciering (gedekt door alternatieve financiering) werd uitgedacht om de Globale Beheren niet 3

volledig verantwoordelijk te maken voor de financiering van de sector Geneeskundige Verzorging, aangezien het beheer van deze sector niet enkel door de sociale partners gebeurt en de overheid de facto een grote impact heeft op de uitgaven. Als gevolg van de zesde staatshervorming alsook van besparingen zijn de uitgaven van de sector Geneeskundige Verzorging verminderd. De saldofinanciering werd hierdoor eerst negatief (-141.520.000 EUR), maar werd vervolgens door de regering op nul gezet.. Voor het globaal beheer van de zelfstandigen betekent dit een vermindering van de uitgaven en van de alternatieve financiering die de saldofinanciering dekt met 193.429.000 EUR. Desondanks zou het ongewijzigd verderzetten van de beperkte tussenkomst door de Globale Beheren een structureel overschot voor de sector Geneeskundige Verzorging genereren, alsook het verdwijnen van de saldofinanciering door de Overheid. Daarom moet de financiering van het RIZIV worden aangepast. In lijn met het advies van het BCSZ stelt het ABC voor om de bedragen 1bis te herijken op basis van de verhouding in 2014 van deze bedragen ten opzichte van de gecorrigeerde begrotingsdoelstelling 2014. De verhouding van de bedragen 1bis t.o.v. de gecorrigeerde begrotingsdoelstelling van 2015 wordt 88,17 %, waarvan: - RSZ-GB 80,15 % - RSVZ-GB 8,02 % Deze herijking resulteert in een herverdeling van de tussenkomst van de Globale Beheren ( 1bis) en van de saldofinanciering door de Overheid (via de alternatieve financiering 1quater) in de behoeften van de sector Geneeskundige verzorging. Bovendien heeft ze tot gevolg dat de begroting van deze sector opnieuw in evenwicht is. Voor het sociaal statuut van de zelfstandigen resulteert de herijking in een verbetering van het begrotingsresultaat met 289.593.000 EUR. Deze herijking moet zowel toegepast worden op de gecorrigeerde doelstelling van 2015 als 2016 omdat in 2016 nog een gedeelte van de uitgaven wordt overgedragen naar de deelstaten in het kader van de zesde staatshervorming. Vanaf 2017 wordt opnieuw de groeivoet van de bijdragen toegepast op de herijkte 1bis bedragen. Deze herijking zal vervolgens heroverwogen moeten worden in functie van factoren die de groeivoet van de bijdragen en zo de 1bis bedragen kunnen beïnvloeden. 2.5 Kolom (C2) - Afschaffing rechtstreekse alternatieve financiering aan de sector geneeskundige verzorging van het RIZIV 4

In het kader van een vereenvoudiging van de alternatieve financiering wordt de rechtstreekse alternatieve financiering aan het RIZIV (btw ziekenhuizen en accijnzen) geschrapt. Dit resulteert in hogere behoeften van het RIZIV en hiermee gepaard gaande een hogere saldofinanciering door de Overheid. Voor het sociaal statuut gaat het om een stijging van de uitgaven aan het RIZIV en van de alternatieve financiering 1quater met 261.013.000 EUR. Deze operatie is budgettair neutraal. 2.6 Kolom (D) Neutralisering zesde staatshervorming Het ABC stelt voor om het te neutraliseren bedrag als gevolg van de staatshervorming integraal af te trekken van de rijkstoelage. Deze wordt verminderd met 453.654.170 EUR. Het eindsaldo van het sociaal statuut bedraagt in dit scenario - 189.888.012 EUR. In lijn met het advies van het BCSZ is het ABC er voorstander van dat er een wettelijk verankerde evenwichtsdotatie komt om het begrotingstekort van de sociale zekerheid op te vangen. Deze evenwichtsdotatie moet overeenkomstig het federaal regeerakkoord (p.44) in de verhouding 90% - 10% aan het globaal beheer werknemers en het globaal beheer zelfstandigen worden toegekend. 2.7 Kolom (E) Evenwicht alternatieve financiering en rijkstoelage Het ABC geeft er de voorkeur aan dat de beide globale beheren bij de start van deze nieuwe begrotingssituatie eenzelfde verhouding zouden hebben tussen rijkstoelage en alternatieve financiering. Beide Globale Beheren zouden dan op evenwaardige wijze de effecten ondervinden van een daling of stijging van de ontvangsten uit BTW en roerende voorheffing (zie 2.8). Het Globaal Beheer van de Werknemers zou starten met een rijkstoelage van 1.865.281.000 EUR (15,89%) en een alternatieve financiering van 9.870.755.000 EUR (84,11%).Om tot eenzelfde verhouding als bij het Globaal Beheer van de Werknemers te komen, moet de rijkstoelage bij het sociaal statuut worden verlaagd naar 351.299.543 EUR en de alternatieve financiering worden verhoogd naar 1.859.522.000 EUR. Deze operatie verandert niets aan het negatief eindsaldo van -189.888.012 EUR. De verdeelsleutel tussen beide financieringsbronnen is gelijk in beide stelsels : 15,89% wat de rijkstoelage betreft en 84,11% voor de alternatieve financiering. 5

2.8 Kolom (F) Vereenvoudiging alternatieve financiering In lijn met het advies van het BCSZ stelt het ABC voor om ook binnen het sociaal statuut een vereenvoudiging van de alternatieve financiering door te voeren. Dit betekent dat de alternatieve financiering wordt beperkt tot de BTW en de roerende voorheffing, met als reservefinancieringsbron de bedrijfsvoorheffing. De alternatieve financiering 1quater blijft uit de BTW opbrengsten gefinancierd worden. De overige alternatieve financiering wordt voor 67% gefinancierd uit BTW en voor 33% uit de roerende voorheffing. Op basis van de initiële begrotingscijfers 2015 zou het sociaal statuut dan de volgende alternatieve financiering ontvangen: o Alternatieve financiering uit BTW: 3,41% van de zuivere BTW - opbrengst, met een geïndexeerd minimum van 977.716.260 EUR. o Alternatieve financiering uit roerende voorheffing: 10,93% van de opbrengst uit roerende voorheffing, met een geïndexeerd minimum van 481.561.740 EUR. Ook deze operatie verandert niets aan het negatief eindsaldo van -189.888.012 EUR. 3 Wettelijke verankering van de basisprincipes Om ervoor te zorgen dat de financiering van de sociale zekerheid in de toekomst verloopt op basis van de hoger omschreven principes en de vorm aanneemt van een automatisch uitvoeringsmechanisme 1, dient in de wet duidelijk omschreven te worden: dat de ontvangsten uit BTW en uit roerende voorheffing (de) twee bronnen van alternatieve financiering vormen voor de sociale zekerheid; op welk aandeel (%) van de opbrengsten uit BTW en uit roerende voorheffing elk van de globale beheren aanspraak maakt; hoeveel de alternatieve financiering bedraagt waarop de globale beheren minimaal aanspraak maken, en dit uitgedrukt in absolute termen (minimumbedrag in EUR); dat deze wettelijk vastgelegde minimumbedragen de evolutie volgen van de consumptieprijsindex; dat, in voorkomend geval, de ontvangsten uit de bedrijfsvoorheffing moeten worden aangesproken indien de middelen uit BTW en onroerende voorheffing ontoereikend zouden blijken om de globale beheren te voorzien van de alternatieve financiering waar zij recht op hebben; 1 En dus niet afhankelijk is van uitvoeringsbesluiten. 6

een eventueel begrotingstekort in de sociale zekerheid wordt opgevangen met een evenwichtsdotatie aan het globaal beheer werknemers en het globaal beheer zelfstandigen en die overeenkomstig het federaal regeerakkoord (p.44) 2014 wordt toegekend in de verhouding 90% - 10%. Het Comité wijst erop dat de hogergenoemde krijtlijnen voor de toekomstige financiering van het globaal financieel beheer zelfstanding werden uitgetekend, uitgaande van de actuele context. Het Comité is dan ook van oordeel dat wanneer één van parameters die in bovenstaande analyse werden aangewend, wijzigt of wanneer er een verandering optreedt in één of meerdere van de relevante omgevingsfactoren, het voorgaande opnieuw dient te worden bekeken. Tot slot vraagt het Comité dat, in overeenstemming met het verslag 2015/01, reeds voor het jaar 2015 een correctie wordt doorgevoerd in de alternatieve financiering die nu voorzien is en dit teneinde de situatie weg te werken waarbij er meer financiering aan het stelsel werd onttrokken dan het totaal van de uitgaven die als gevolg van de zesde staatshervorming niet meer ten laste zijn van het globaal beheer zelfstandigen (cf. punt 3.1.4 van het verslag 2015/01 2 ). Namens het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, op 14 juli 2015: 2 Verslag 2015/01 'Voorstel van begrotingscontrole 2015' 7

4 Annex SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN 2015 TO BE 2015 AS IS 2015 TO BE 2015 2015 TO BE 2015 TO BE 2015 TO BE 2015 TO BE 2015 TO BE Definitief begrotingsontwerp - Vastgestelde rechten Raad van beheer 04/03/2015 Gecorrigeerd definitief begrotings-ontwerp - Vóór 6e SH Gecorrigeerd definitief begrotings-ontwerp - Na 6e SH (en neutralisatie rechtstreekse AF) Verschil Gecorrigeerd definitief begrotings-ontwerp - Na 6e SH (en neutralisatie rechtstreekse AF) en na herijking 1bis Gecorrigeerd definitief begrotings-ontwerp - Na 6e SH (en neutralisatie rechtstreekse AF), na herijking 1bis en na afschaffing rechtstreekse AF aan RIZIV (budg neutr) Herverdeling financierings-bronnen Herverdeling financierings-bronnen cf. verdeelsleutels toegepast door RSZ Herverdeling financierings-bronnen cf. verdeelsleutels toegepast door RSZ - verdeling tussen btw, quater en roerende voorheffing (in euro) (1) (A) (B) (B) - (A) (C1) (C2) (D) (E) (F) I. ONTVANGSTEN 5.918.727.701 6.338.966.183 6.004.017.183-334.949.000 6.284.768.183 6.545.781.183 6.092.127.013 6.092.127.013 6.092.127.013 1. Bijdragen (a+b+c+d+e) 3.876.602.380 3.876.602.380 3.876.602.380 0 3.876.602.380 3.876.602.380 3.876.602.380 3.876.602.380 3.876.602.380 2. Rijkstoelage 1.394.653.000 1.394.653.000 1.394.653.000 0 1.394.653.000 1.394.653.000 940.998.830 351.299.543 351.299.543 a. Jaarlijkse rijkstoelage 1.394.653.000 1.394.653.000 1.394.653.000 0 1.394.653.000 1.394.653.000 940.998.830 351.299.543 351.299.543 b. Evenwichtsdotatie van de Staat 0 0 0 0 0 0 PM PM PM 3. Alternatieve financiering 642.769.231 1.063.007.713 728.058.713-334.949.000 1.008.809.713 1.269.822.713 1.269.822.713 1.859.522.000 1.859.522.000 a. BTW 552.194.818 969.597.818 634.648.818-334.949.000 915.399.818 1.176.412.818 1.377.960.260 a.1.1. Basis bedrag - Art. 66, 2 294.378.157 294.378.157 294.378.157 0 294.378.157 294.378.157 977.716.260 a.1.2. a.1.3. Bijkomende financiering - Art. 66, 3bis Financiering integratie kleine risico's - Art. 66, 3septies 277.748.000 277.748.000 277.748.000 0 277.748.000 277.748.000 204.042.661 204.042.661 204.042.661 0 204.042.661 204.042.661 a.1.4. Aanpassing van de BTW-ontvangsten om te komen tot een evenwicht in ESR-termen voor de sociale zekerheid rekeninghoudend met de 6de staatshervorming - Art. 66, 3octies -224.737.000 0 a.1.5. Nieuwe financiering ziekteverzekering - Art. 66, 13 763.000 193.429.000-141.520.000-334.949.000 139.231.000 400.244.000 400.244.000 b. Roerende voorheffing 66.112.289 66.112.289 66.112.289 0 66.112.289 66.112.289 481.561.740 c. Stock options 6.784.768 6.784.768 6.784.768 0 6.784.768 6.784.768 d. Accijnzen tabak 15.920.758 15.920.758 15.920.758 0 15.920.758 15.920.758 e. Belasting op de verzekeringsoperaties 0 2.835.482 2.835.482 0 2.835.482 2.835.482 f. Personen- en vennootschapsbelasting 1.756.598 1.756.598 1.756.598 0 1.756.598 1.756.598 g. Structurele bijkomende financiering (maatregelen harmonisering minimumpensioenen, overbruggingsrecht, welvaartsaanpassingen, buffer hervorming bijdragen) en bijkomende financiering om tot evenwicht te komen 4. Diverse opbrengsten 1.228.031 1.228.031 1.228.031 0 1.228.031 1.228.031 1.228.031 1.228.031 1.228.031 5. Financiële opbrengsten 3.475.059 3.475.059 3.475.059 0 3.475.059 3.475.059 3.475.059 3.475.059 3.475.059 II. VOORAFNAMES 230.480.400 230.480.400 230.480.400 0 230.480.400 230.480.400 230.480.400 230.480.400 230.480.400 1. Administratiekosten (a+b+c+d) 92.150.555 92.150.555 92.150.555 0 92.150.555 92.150.555 92.150.555 92.150.555 92.150.555 2. Interestlasten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3. Transfer RIZIV 138.329.845 138.329.845 138.329.845 0 138.329.845 138.329.845 138.329.845 138.329.845 138.329.845 III. BESCHIKB. SALDO voor het GLOB. BEH. 5.688.247.301 6.108.485.783 5.773.536.783-334.949.000 6.054.287.783 6.315.300.783 5.861.646.613 5.861.646.613 5.861.646.613

2015 TO BE 2015 AS IS 2015 TO BE 2015 2015 TO BE 2015 TO BE 2015 TO BE 2015 TO BE 2015 TO BE IV. TE FINANCIEREN BEHOEFTEN 5.796.974.870 6.587.966.795 5.799.363.625-788.603.170 5.790.521.625 6.051.534.625 6.051.534.625 6.051.534.625 6.051.534.625 1. Pensioenen (a+b+c-d) 3.358.416.223 3.358.416.223 3.358.416.223 0 3.358.416.223 3.358.416.223 3.358.416.223 3.358.416.223 3.358.416.223 2. Gezinsbijslag 0 453.654.170 0-453.654.170 0 0 0 0 0 3. Faillissementsverzekering 10.701.670 10.701.670 10.701.670 0 10.701.670 10.701.670 10.701.670 10.701.670 10.701.670 4. ZIV-uitkeringen (a+b-c) 388.072.000 388.072.000 388.072.000 0 388.072.000 388.072.000 388.072.000 388.072.000 388.072.000 5. ZIV-gezondheidszorgen 2.037.404.727 2.371.907.000 2.036.958.000-334.949.000 2.028.116.000 2.289.129.000 2.289.129.000 2.289.129.000 2.289.129.000 a. Beperkte tussenkomst financiering van ZIV-gezondheidszorgen 2.036.641.727 2.178.478.000 2.178.478.000 0 1.888.885.000 1.888.885.000 1.888.885.000 1.888.885.000 1.888.885.000 b. Bijkomende financiering door de Staat 763.000 193.429.000-141.520.000-334.949.000 139.231.000 400.244.000 400.244.000 400.244.000 400.244.000 6. Overdracht van pensioenrechten - Europese Gemeenschappen 1.300.000 1.300.000 1.300.000 0 1.300.000 1.300.000 1.300.000 1.300.000 1.300.000 7. Dienstencheques - Moederschapshulp (a+b) 4.134.022 6.969.504 6.969.504 0 6.969.504 6.969.504 6.969.504 6.969.504 6.969.504 a. deel RSVZ 4.134.022 4.134.022 4.134.022 0 4.134.022 4.134.022 4.134.022 4.134.022 4.134.022 b. deel RVA 0 2.835.482 2.835.482 0 2.835.482 2.835.482 2.835.482 2.835.482 2.835.482 8. Participatiefonds 0 0 0 0 0 0 0 0 0 9. Asbestfonds 87.446 87.446 87.446 0 87.446 87.446 87.446 87.446 87.446 10. Uitkering voor palliatieve zorgen in geval van onderbreking van de activiteit 1.258.782 1.258.782 1.258.782 0 1.258.782 1.258.782 1.258.782 1.258.782 1.258.782 11. Vermindering van de prestaties ingevolge maatregelen ter bestrijding van de sociale fraude -4.400.000-4.400.000-4.400.000 0-4.400.000-4.400.000-4.400.000-4.400.000-4.400.000 Maatregelen (harmonisering minimumpensioenen, overbruggingsrecht, welvaartsaanpassingen) V. RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR VAN HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN (III- IV) 0 0 0 0 0 0 0 0 0-108.727.569-479.481.012-25.826.842 453.654.170 263.766.158 263.766.158-189.888.012-189.888.012-189.888.012 VI. OVERDRACHTEN NAAR RIZIV - VOORGAANDE BOEKJAREN 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1. Voorschot ZIV-saldo L.R. (vorig boekjaar) PM PM PM 0 PM PM PM PM PM 2. ZIV-definitieve afrekening (voorlaatste boekjaar) PM PM PM 0 PM PM PM PM PM 3. ZIV-definitieve afrekening (jaren voorafgaand aan voorlaatste boekjaar) PM PM PM 0 PM PM PM PM PM VII. FONDS VOOR DE TOEKOMST VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING - ONTVANGSTEN 5.930.315 5.930.315 5.930.315 0 5.930.315 5.930.315 5.930.315 5.930.315 5.930.315 VIII. GECONSOLIDEERD RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR (V-VI+VII) -102.797.254-473.550.697-19.896.527 453.654.170 269.696.473 269.696.473-183.957.697-183.957.697-183.957.697 IX. KAPITAALREKENINGEN -5.930.315-5.930.315-5.930.315 0-5.930.315-5.930.315-5.930.315-5.930.315-5.930.315 Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging - Uitgaven 5.930.315 5.930.315 5.930.315 0 5.930.315 5.930.315 5.930.315 5.930.315 5.930.315 X. FONDS VOOR HET WELZIJN DER ZELFSTANDIGEN + Toekomstfonds 0 XI. EINDSALDO (VIII+IX-X) -108.727.569-479.481.012-25.826.842 453.654.170 263.766.158 263.766.158-189.888.012-189.888.012-189.888.012 9