Wonen doe je zelf : evaluatie van ondersteund wonen van mensen met een verstandelijke handicap Ruigrok, H.E.M.

Vergelijkbare documenten
Wonen doe je zelf : evaluatie van ondersteund wonen van mensen met een verstandelijke handicap Ruigrok, H.E.M.

Biodiversity responses to climate and land-use change: A historical perspective Aguirre Gutierrez, J.

Bedrijfsovername en milieurecht : een onderzoek naar juridische aspecten van bedrijfsovername en milieu Mellenbergh, R.

"Our subcultural shit-music": Dutch jazz, representation, and cultural politics Rusch, L.

Citation for published version (APA): Oderkerk, A. E. (1999). De preliminaire fase van het rechtsvergelijkend onderzoek Nijmegen: Ars Aequi Libri

Rondon de mondingen van Rijn & Maas: landschap en bewoning tussen de 3e en 9e eeuw in Zuid-Holland, in het bijzonder de Oude Rijnstreek

Schaal in het primair onderwijs : een studie naar de relatie tussen schaal en organisatie-effectiviteit van de Venne, L.H.J.

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK)

Trouwen over de grens. Achtergronden van partnerkeuze van Turken en Marokkanen in Nederland Hooghiemstra, B.T.J.

Published in: Aansluitmonitor wiskunde VO-HO: Zicht op de cursusjaren en

Eerste hulp bij tweede taal: experimentele studies naar woordenschatdidactiek voor jonge tweede-taalverwervers Bacchini, S.

Op en in het web: Hoe de toegankelijkheid van rechterlijke uitspraken kan worden verbeterd van Opijnen, M.

Citation for published version (APA): Oderkerk, A. E. (1999). De preliminaire fase van het rechtsvergelijkend onderzoek Nijmegen: Ars Aequi Libri

Bezwaar en beroep in de praktijk van NWO : een empirische verkenning naar de oordeelsprocessen binnen NWO van der Valk, L.J.M.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication

Symptom monitoring and quality of life of patients with cancer in the palliative phase Hoekstra, J.

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Trouwen over de grens. Achtergronden van partnerkeuze van Turken en Marokkanen in Nederland Hooghiemstra, B.T.J.

The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S.

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L.

Gevaarlijke kinderen - kinderen in gevaar: De justitiële kinderbescherming en de veranderende sociale positie van jongeren, Komen, M.M.

Citation for published version (APA): van Zanten, J. H. (2001). Martingales and diffusions, limit theory and statistical inference

Professionalisering van de personeelsfunctie: Een empirisch onderzoek b twintig organisaties Biemans, P.J.

Professionalisering van de personeelsfunctie: Een empirisch onderzoek bij twintig organisaties

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Werelden van verschil : hoe actoren in organisaties vraagstukken in veranderprocessen hanteren en creëren Werkman, R.

De jaren zestig herinnerd: over gedeelde idealen uit een linkse periode

Citation for published version (APA): Oderkerk, A. E. (1999). De preliminaire fase van het rechtsvergelijkend onderzoek Nijmegen: Ars Aequi Libri

Citation for published version (APA): Gaemers, J. H. (2006). De rode wethouder: de jaren Amsterdam: Balans.

Consequences of success in pediatrics: young adults with disability benefits as a result of chronic conditions since childhood Verhoof, Eefje

The impact of paediatric inflammatory bowel disease. Epidemiology, disease activity and quality of life Loonen, H.J.

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Een dynamische driehoek. Gezinsvoogd, ouder en kind een jaar lang gevolgd Schuytvlot, A.H.

Citation for published version (APA): Bullens, L. (2013). Having second thoughts: Consequences of decision reversibility

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Het sociaal plan van der Hulst, J. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Vascular factors in dementia: prevention and pathology Richard, E. Link to publication

Observations and analysis of early-type stars at infrared wavelengths Zaal, P.A.

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Regulation of pyruvate catabolism in Escherichia coli: the role of redox environment

Onder moeders paraplu? Determinanten en effecten van merkportfoliostrategieën Cramer, K.V.B.

Behouden beleid: Naar decentrale arbeidsvoorwaarden in het voortgezet onderws van Schoonhoven, R.

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Operational research on implementation of tuberculosis guidelines in Mozambique

Citation for published version (APA): Oderkerk, A. E. (1999). De preliminaire fase van het rechtsvergelijkend onderzoek Nijmegen: Ars Aequi Libri

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Improving the preoperative assessment clinic Edward, G.M. Link to publication

Ficino en het voorstellingsvermogen : phantasia en imaginatio in kunst en theorie van de Renaissance van den Doel, M.J.E.

Professionalisering van de personeelsfunctie: Een empirisch onderzoek b twintig organisaties Biemans, P.J.

De belofte van vitamines: voedingsonderzoek tussen universiteit, industrie en overheid Huijnen, P.

Invloeden op de onderwijspositie van leerlingen bij de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs Fossen, M.W.E.B.

Herdenken in Duitsland. De centrale monumenten van de Bondsrepubliek

Citation for published version (APA): Schijf, G. M. (2009). Lees- en spellingvaardigheden van brugklassers Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Meer voorzorg bij DNA-onderzoek M'charek, A.A.; Toom, V.H. Published in: Het Tijdschrift voor de Politie

"In dienste vant suyckerenbacken." De Amsterdamse suikernijverheid en haar ondernemers, Poelwijk, A.H.

Tradities in de knel: Zorgverwachtingen en zorgpraktijk bij Turkse ouderen en hun kinderen in Nederland

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Controlled light exposure microscopy Hoebe, R.A. Link to publication

Aspects of protein metabolism in children in acute and chronic illness Geukers, Vincent

Network of networks: Uncovering the secrets of entrepreneurs' networks

Piratenbibliotheken en hun rol in de kenniseconomie: 'ignoti et quasi occulti' Bodó, B.

Melatonin treatment and light therapy for chronic sleep onset insomnia in children van Maanen, A.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Inquiry-based leading and learning Uiterwijk-Luijk, E. Link to publication

Dental anxiety and behaviour management problems: The role of parents

Planhiërarchische oplossingen : een bron voor maatschappelijk verzet

The effects of meniscal allograft transplantation on articular cartilage Rijk, P.C.

Ethno-territorial conflict and coexistence in the Caucasus, Central Asia and Fereydan

Bedrijfsovername en milieurecht : een onderzoek naar juridische aspecten van bedrijfsovername en milieu Mellenbergh, R.

Liefde, solidariteit en recht. Een interdisciplinair onderzoek naar het wederkerigheidsbeginsel. Pessers, D.W.J.M.

A mass spectrometric approach to investigate cardiolipin metabolism in Barth syndrome

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Nederland en het verhaal van Oranje Huijsen, J. Link to publication

Tracheoesophageal Speech. A Multidimensional Assessment of Voice Quality

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Use and Appreciation of Mycenaean Pottery outside Greece van Wijngaarden, G.J.M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Framing Turkey: Identities, public opinion and Turkey s potential accession into the EU

Worshipping the great moderniser : the cult of king Chulalongkorn, patron saint of the Thai middle class Stengs, I.L.

Dr. Tobie Goedewaagen ( ): een leven lang nationaal-socialist van Berkel, A.B.

Aparte coordinatie. Samenwerking tussen arbeidsbureaus en uitkeringsinstanties van Gerven, J.H.A.M.

Gevaarlke kinderen - kinderen in gevaar: De justitiële kinderbescherming en de veranderende sociale positie van jongeren, Komen, M.M.

Eigen schuld, bereddingsplicht en medewerkingsplicht in het schadeverzekeringsrecht Hendrikse, M.L.

Some issues in applied statistics in clinical restorative dental research Tobi, H.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Dynamics of Gauge Fields at High Temperature Nauta, B.J. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Collagen VI mutations in Bethlem myopathy. Jöbsis, G.J. Link to publication

Anxiety, fainting and gagging in dentistry: Separate or overlapping constructs? van Houtem, C.M.H.H.

Citation for published version (APA): Piersma, N., & Stam, R. (2017). Kencijfers laadinfrastructuur Den Haag. Amsterdam: HVA Publicaties.

Een koopwoning nabij: onderzoek naar de verkoop van huurwoningen in Nederland in Bonnerman, F.; Hoppesteyn, M.; de Klerk, A.

Citation for published version (APA): Stam, R., & Piersma, N. (2017). Kencijfers laadinfrastructuur Gelderland. Amsterdam: HVA Publicaties.

Amsterdam University of Applied Sciences. Leren redeneren en experimenteren met concept cartoons Kruit, P.M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Health targets: navigating in health policy. van Herten, L.M. Link to publication

Factsheets Dam tot Dam FietsClassic Voor iedereen een app van der Werf, J.E.; Dallinga, J.M.; Deutekom, M.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) : Peeters-Podgaevskaja, A.V. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) The potency of human testicular stem cells Chikhovskaya, J.V. Link to publication

Factsheets Dam tot Damloop / Damloop by Night - Voor iedereen een app Goudsmit, Aimée; van der Werf, J.E.; Dallinga, J.M.; Deutekom, M.

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Eerste hulp bij tweede taal: experimentele studies naar woordenschatdidactiek voor jonge tweede-taalverwervers Bacchini, S.

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Tuberculosis case finding in South Africa Claassens, M.M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Constitutionele rechtspraak vanuit rechtsfilosofisch perspectief van Dommelen, S.T. Link to publication

Transcriptie:

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Wonen doe je zelf : evaluatie van ondersteund wonen van mensen met een verstandelijke handicap Ruigrok, H.E.M. Link to publication Citation for published version (APA): Ruigrok, H. E. M. (2002). Wonen doe je zelf : evaluatie van ondersteund wonen van mensen met een verstandelijke handicap General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: http://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (http://dare.uva.nl) Download date: 28 Nov 2017

88 Resultaten vergelijkingsgroep GVT Inn dit hoofdstuk worden allereerst de kenmerken van de cliënten uit de vergelijkingsgroepp GVT beschreven. Daarna wordt ingegaan op de ontwikkeling voor de beantwoordingg van hoofdvraag 3: is er verschil in ontwikkeling en tevredenheid tussen mensenn met een verstandelijke handicap die Ondersteund Wonen en mensen met een verstandelijkee handicap die wonen in een gezinsvervangend tehuis? Dezee vraag vormt de summatieve evaluatie, waarbij gepoogd wordt om vast te stellen of hett Ondersteund Wonen beter aan de doelstelling beantwoordt dan het wonen in gezinsvervangendee tehuizen. De vergelijkingsgroep bestaat uit cliënten die in 1997 nog inn een GVT woonden en waarvan verwacht werd dat zij in de komende tijd op zichzelf, off in ieder geval in een meer zelfstandige woonruimte zouden gaan wonen. In 1997 bestaatt de vergelijkingsgroep uit 55 cliënten, waarvan 30 mannen en 25 vrouwen met eenn gemiddelde leeftijd van 39 jaar. In de periode 1997-2000 zijn 38 van deze cliëntenn daadwerkelijk naar een zelfstandiger woonruimte verhuisd. Van hen zijn de gegevenss van de meting in het GVT en van respectievelijk één en twee jaar na de verhuizingg bekend. Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag worden de gegevenss van deze 38 cliënten gebruikt. Inn paragraaf 8.1 wordt een beschrijving gegeven van de cliënten uit de vergelijkingsgroepp GVT. In de paragrafen die daarop volgen wordt ingegaan op de ontwikkelingg van deze cliënten. In paragraaf 8.2 komen de woonvaardigheden ter sprake,, gevolgd door de sociale redzaamheid in 8.3, gedrag in 8.4 en de tevredenheid inn 8.5. Tenslotte wordt een samenvatting gegeven van dit hoofdstuk in paragraaf 8.6. 8.11 Beschrijving cliënten vergelijkingsgroep GVT Achtereenvolgenss worden de individuele kenmerken van de vergelijkingsgroep cliënten uitt het GVT beschreven in tabel 8.1, daarna wordt ingegaan op enkele gegevens uit de woonsituatie,, de context gegevens. In het kader van hoofdvraag 3 zijn gegevens over de ondersteuningg niet relevant en worden hier ook niet weergegeven. 97 7

Tabell 8.1 Overzicht Kenmerken van het individu in 1997. Kenmerkenn van het individu. N=38 % gemiddelde sd Spreiding Leeftijdd. 37.21 12.07 22-68 Tott en met 25 jaar 16 26-355 jaar 34 36-455 jaar 29 46-555 jaar 8 55+55+ 13 Sekse e Mann 61 Vrouww 39 Aantall gezondheidsproblemen / bijkomende handicaps L05 \A4 0-5 Slechtziendd 16 Slechthorendd 3 Motoriekk 3 Mobiliteitt 8 Epilepsiee 8 Anderee ziektes / aandoeningen 16 Gedragss / psychische problemen 18 Anderss 19 Niveauu van functioneren (SRZ-P) 7.11 1.29 4.75-9 Niveauu van functioneren, specifieke vaardigheden Eenvoudigee redzaamheid (SRZ-P ZI) 6.87 1.40 5-9 Moeilijkerr redzaamheid (SRZ-P ZII) 7.13 1.21 4-9 Verbaall numerieke vaardigheden (SRZ-P VN) 6.82 1.23 4-9 Gedragss / psychische problemen (SEAG) 2.47 1.86 1-8 Vann de contextgegevens worden de voorgeschiedenis wonen, de huidige woonsituatie, werkk en dagbesteding en het aantal problematische situaties, besproken. Van 35 personenn is bekend hoelang zij al in een gezinsvervangend tehuis wonen. De gemiddeldee tijd is 8.4 jaar (sd 5.97), met een minimum van 1 jaar en een maximum vann 26 jaren. Dee cliënten uit de groep GVT wonen in voorzieningen met een gemiddelde van 20 cliënten.. Het aantal cliënten ligt tussen 11 en 30. Sommige voorzieningen zijn al aan hett afbouwen en hebben nog maar een deel van het oorspronkelijke aantal cliënten in huis.. De gemiddelde groepsgrootte is 8 personen, met een minimum van 3 en een maximumm van 11. Van de voorzieningen die aan het afbouwen zijn hebben sommige geenn groepsindeling meer. Naa de verhuizing zijn 29 personen alleen in een woonruimte gaan wonen en 9 cliënten mett een partner, vriend(in) of medebewoner. Bijnaa alle cliënten hebben werk of een dagbesteding. Tweederde van de cliënten is fulltimee bezig: 17 personen werken op de sociale werkplaats, 18 personen bij een activiteitencentrumm en 2 personen werken in Supported Employment-projecten. Inn de vrije tijd bezoeken 13 personen een club en 34 cliënten hebben een hobby. Inn de GVT woonsituatie hebben de cliënten gemiddeld minder dan 1 (namelijk gemiddeldd.63, sd.75, minimum 0 en maximum 2) problematische situatie in de 98 8

afgelopenn periode meegemaakt. In de periode die met de verhuizing gepaard gaat is dit gemiddeldd.71 problematische situatie, inclusief de verhuizing en wisseling van begeleider.. De standaarddeviatie is dan 1.04 (min 0-max 5). In de periode daarna, dus ruimm eenjaar na de verhuizing is het gemiddelde aantal problematische situaties 1.05 (sdd 1.35, min 0-max 5). 8.22 Woonvaardigheden Mett betrekking tot de ontwikkeling van de cliënten uit de vergelijkingsgroep gaat het om dee vraag: Wat gebeurt er met de (woon)vaardigheden tijdens de onderzoeksperiode? Dee cliënten van de GVT's zijn terwijl zij nog in het GVT woonden (TO) door de begeleiderss beoordeeld op de woonvaardigheden. Hieronder worden vaardigheden verstaann zoals maaltijdbereiding, inkopen doen, hygiëne en schoonmaak. Bij 15 cliëntenn is er sprake van beschikking over woonvaardigheden, 17 cliënten beschikken minn of meer over woonvaardigheden en bij 6 van de cliënten is er geen sprake van woonvaardigheden.. Naa de verhuizing zijn de cliënten op twee meetmomenten (Tl, T2) door de begeleiders beoordeeldd op de woonvaardigheden over het afgelopen jaar. De vraag is daarbij of er mett betrekking tot de woonvaardigheden van de cliënt sprake is van: een toename van woonvaardigheden,, een gelijkblijven van de vaardigheden of een achteruitgang van de woonvaardigheden.. Tabel 8.2 laat de resultaten zien van het oordeel van de begeleiderss over de woonvaardigheden. Tabell 8.2 Woonvaardigheden voor verschillende meetmomenten in % Woonvaardigheden n TOO aanwezig; T1-T2 toename TOO min of meer aanwezig; T1-T2 gelijkblijven TOO afwezig; T1-T2 afname Gemiddeldee (sd) TO-1997 7 39 9 45 5 16 6 0.244 (.71) Tl l 68 8 32 2 0 0 0.688 (.47) T2 2 47 7 53 3 0 0 0.477 (.51) Eenjaarr na de verhuizing, op het eerste meetmoment (Tl) is sprake van toename van dee woonvaardigheden voor 68% van de onderzoeksgroep. We zien dat daarna (T2) de toenamee afneemt, maar dat voor alle cliënten de woonvaardigheden toenemen of gelijkblijven.. Dee gemiddelde score voor woonvaardigheden ligt op alle meetmomenten boven de 0 punten.. Op een driepunts-schaal, waar voor toename 1 punt wordt toegekend, voor gelijkblijvenn 0 punten en voor afname van woonvaardigheden -1 punt, betekent een gemiddeldee score van 0 punten of hoger dat de woonvaardigheden tussen de meetmomentenn gelijk zijn gebleven of zijn toegenomen. Getoetst met de MANOVA methodee blijken gemiddelde scores voor de woonvaardigheden significant (p =.001) 99 9

veranderdd tussen TO, Tl en T2. Tussen TO en Tl zien we een toename van woonvaardigheden.. Tussen Tl en T2 ligt het gemiddelde boven de 0 punten. Dit duidt opp een stabilisatie van de woonvaardigheden. We zien ook in de percentages voor T2 (tabell 8.2) dat voor een aantal cliënten de woonvaardigheden nog zijn toegenomen en datt voor anderen de woonvaardigheden stabiel zijn gebleven. Het lijkt erop dat de cliëntenn vooral in de begintijdd in de eigen woonsituatie vaardigheden aanleren waarna eenn stabilisatie optreedt. Mett de t-test voor gemiddelden zijn de verschillen tussen TO en Tl en tussen Tl en T2 getoetst.. Ook hier zien we aan de p-waarden dat het gemiddelde is afgenomen, maar aangezienn dit nog boven de 0 punten ligt is er sprake van een tendens tot toename en gelijkblijvenn van de woonvaardigheden. Tabel 8.3 Tabell 8.3 Woonvaardigheden, vergelijking tussen de meetmomenten Woonvaardighedenn TO -» Tl Tl -> T2 t-testt (p-waarde).001.019 8.33 Sociale Redzaamheid Socialee redzaamheidsvaardigheden zijn ook belangrijk voor het wonen en worden gezienn als onderdeel van Ontwikkeling. De sociale redzaamheidsvaardigheden worden gemetenn met de SRZ-P. In tabel 8.4 staan de gemiddelde scores op de SRZ-P voor de verschillendee meetmomenten. Getoetst met MANOVA blijken de gemiddelden niet significantt (p=.766) van elkaar te verschillen. De sociale redzaamheid van de cliënten uitt de vergelijkingsgroep is niet veranderd na de verhuizing naar Ondersteund Wonen. Opp de SRZ-P schaal zijn scores te halen tussen de 3 en de 9 punten. De scores zijn vergelijkbaarr met een schoolcijfer, een 3 is daarbij een lage score voor redzaamheid, terwijll een 9 een hoge score is. Dee gemiddelde score op de SRZ-P op de drie meetmomenten ligt rond de 7 punten. In vergelijkingg met de gemiddelde score van 6.6 voor GVT bewoners die in een landelijk onderzoekk (Van Gennep, 1989) werd gevonden, is dit een iets hogere score voor mensenn die aanvankelijk in GVT's woonden. De gevonden variatiebreedte voor GVTbewonerss lag tussen5.25 en 7.75 (Van Gennep, 1989). Van de 38 personen uit de vergelijkingsgroepp GVT functioneren er 25 binnen de landelijke variatiebreedte voor GVT-bewoners,, 11 cliënten functioneren erboven, 1 cliënt functioneert er onder. Tabell 8.4 Gemiddelde score SRZ-P voor de verschillende meetmomenten SRZ-P P gemiddelde e standaardd deviatie TOO - 1997 7.11 1 1.29 9 Tl l 7.04 4 1.30 0 T2 2 7.16 6 1.33 3 100 0

Globaall genomen is er geen verandering in sociale redzaamheid, de gemiddelden voor dee drie meetmomenten zijn gelijk gebleven. Er is wel sprake van individuele variaties. Ditt is te zien in een vergelijking tussen de meetmomenten van de sociale redzaamheid, gemetenn met de SRZ-P, waarbij de standaardscores van de verschillende meetmomentenn van elkaar zijn afgetrokken (tabel 8.5). Zo is het verschil tussen TO en Tll en tussen Tl en T2 berekend. Het verschil duidt op een toename van vaardigheden mett betrekking tot de sociale redzaamheid, van een gelijkblijven of afname hiervan. Dee percentages voor toename, gelijkblijven of afnemen van de sociale redzaamheid verschillenn per meetmoment. Mett de t-test voor gemiddelden zijn de scores op de SRZ-P getoetst. Tussen TO en Tl enn tussen Tl en T2 is de sociale redzaamheid voor de cliënten uit de vergelijkingsgroepp GVT gemiddeld gelijk gebleven. Zij functioneren in beide woonsituatiess op hetzelfde niveau. Aangezien de gemiddelde score op de SRZ-P niet iss veranderd tijdens het onderzoek, valt hier te concluderen dat door persoonlijke omstandighedenn van de cliënten van Ondersteund Wonen projecten de vaardigheden aann wisselingen onderhevig kunnen zijn. Tabell 8.5 Sociale redzaamheid, vergelijking tussen de verschillende meetmomenten Socialee redzaamheid TO -> Tl Tl -> T2 toenamee 24% 40% gelijkblijvenn 50% 38% afiiamee 26% 22% t-testt (p-waarde).522.550 8.3.11 Specifieke vaardigheden Dee sociale redzaamheid is onderdeel van ontwikkeling in dit hoofdstuk. Het is mogelijkk dat een specifieke vaardigheid, zoals eenvoudiger redzaamheid (ZI), moeilijkerr redzaamheid (ZII) of verbaal numerieke vaardigheden (VN), een specifiek verloopp in de ontwikkeling laat zien. Daarom zijn de subschalen van de SRZ-P als apartee variabelen opgenomen in dit onderzoek. In tabel 8.6 staan de gemiddelde scores voorr de subschalen van de SRZ-P. Tabell 8.6 Gemiddelde scores subschalen SRZ-P (standaarddeviatie)) TO-1997 Tl T2 MANOVA (p-waarde) ) Eenvoudigerr redzaamheid ZI 6.87(1.40) 7.00(1.54) 6.73(1.19).196 Moeilijkerr redzaamheid ZII 7.13(1.21) 7.37(1.32) 7.32(1.16).350 Verbaall numerieke vaardigheden VN 6.82(1.23) 6.63(1.22) 6.76(1.32).189 Getoetstt met MANOVA op verandering in de tijd blijkt dat geen van de specifieke vaardighedenn is veranderd tussen de meetmomenten. De gemiddelden zijn 101 1

vergelijkbaar.. Bij het vergelijken van de gemiddelde scores op de SRZ-P subschalen tussenn TO en Tl en tussen Tl en T2 met de t-test voor gemiddelden zien we ook dat de gemiddeldenn niet veranderd zijn (tabel 8.7). We zien bij de Verbaal Numerieke vaardighedenn tussen TO en Tl een trend met een p-waarde van.070. dit zien we als eenn aanwijzing voor verandering. Deze vaardigheden lijken iets afgenomen tussen TO enn Tl. Tabell 8.7 Subschalen SRZ-P, vergelijking tussen de meetmomenten Subschalenn SRZ-P t-testt (p-waarde) Eenvoudigerr redzaamheid ZI Moeilijkerr redzaamheid ZII Verbaall numerieke vaardigheden VN T0->T1 1.536 6.152 2.070 0 Tll ->T2.103 3.689 9.401 1 8.44 Gedrag Gedragg wordt ook beschouwd als onderdeel van de mogelijke ontwikkeling die cliëntenn door kunnen maken als zij vanuit het GVT naar een meer zelfstandige woonsituatiee verhuizen. In deze paragraaf gaat het over de vraag wat er tijdens de onderzoeksperiodee gebeurt met het gedrag. De gedragsproblemen zijn gemeten met de SEE AG. De scores op de SE AG liggen tussen de 1 en 10 punten, de score 1 staat voor geengeen problemen de score 10 voor veel en frequent probleemgedrag. Op het meetmomentt in het GVT (T0) ligt de gemiddelde score op de SEAG voor de cliënten GVTT op 2.47. De cliënten scoren tussen de 1 en 8 punten. Inn tabel 8.8 staan de gemiddelde scores op de SEAG voor de verschillende meetmomenten.. De gemiddelden zijn getoetst met MANOVA op veranderingen tijdenss de onderzoeksperiode. Het gedrag is aan veranderingen onderhevig (p =.004). Tabell 8.8 Gemiddelde score SEAG voor de verschillende meetmomenten SEAG G gemiddelde e Standaardd deviatie T0-1997 7 2.47 7 1.86 6 Tl l 1.76 6 1.17 7 T2 2 2.49 9 1.77 7 Wee zien dat voor gedragsproblemen de situatie varieert tussen de meetmomenten. Er is eenn vergelijking van het gedrag gemaakt tussen de meetmomenten, waarbij de SEAG scoress van de verschillende meetmomenten van elkaar zijn afgetrokken. Zo is het verschill tussen T0 en Tl en tussen Tl en T2 berekend. Het verschil duidt op een toenamee van gedragsproblemen, van een gelijkblijven of afname hiervan. In tabel 8.9 zienn we dat het gedrag tussen TO en Tl voor 40% van de cliënten uit de vergelijkingsgroepp GVT is verbeterd, het problematisch gedrag is verminderd. Tussen 102 2

Tll en T2 echter zien we dat voor 41 % van de cliënten het gedrag weer is achteruitgegaann dan is het problematisch gedrag toegenomen. Mett de t-test voor gemiddelden zijn de scores op de SEAG voor TO en Tl en voor Tl enn T2 met elkaar vergeleken. We zien dat tussen TO en Tl het gedrag significant verbetert.. Tussen Tl en T2 echter nemen de gedragsproblemen weer significant toe. Uiteindelijkk is de gemiddelde SEAG score van T2 weer dezelfde als van de uitgangssituatiee in het GVT van TO. Het positieve effect van Ondersteund Wonen op gedragsproblemenn lijkt dus slechts tijdelijk te zijn. Tabell 8.9 Gedragsproblemen, vergelijking tussen de verschillende meetmomenten gedragsproblemenn TO -> Tl Tl -> T2 vooruitgang g gelijkblijven n achteruitgang g 40% % 47% % 13% % 5% % 54% % 41% % t-testt (p-waarde).ou.001 8.55 Tevredenheid Dezee paragraaf gaat over de vraag of er verschil in tevredenheid is tussen mensen met eenn verstandelijke handicap die Ondersteund Wonen en mensen met een verstandelijke handicapp die wonen in een gezinsvervangendd tehuis. Dee begeleiders is gevraagd hun mening te geven over de tevredenheid van de cliënten mett het Ondersteund Wonen. De begeleiders beoordelen de tevredenheid van de cliëntenn met tevreden, ambivalente gevoelens of niet tevreden met het wonen. Op TO betreftt dit de tevredenheid van de cliënten met het wonen in een GVT, op Tl en T2 betreftt dit het Ondersteund Wonen. In tabel 8.10 staan de resultaten van het oordeel vann de begeleiders. Op meetmoment 0 blijken 53% van de cliënten tevreden met het wonenn in een GVT en is 39% minder tevreden, zij hebben ambivalente gevoelens over hett wonen in een GVT. Op het eerste meetmoment Ondersteund Wonen is 84% van de cliëntenn tevreden, staat 13% van de cliënten ambivalent tegenover het wonen en is 3% niett tevreden. Op het tweede meetmoment staan meer cliënten ambivalent tegenover hett Ondersteund Wonen. Er is niemand ontevreden. Tabell 8.10 Tevredenheid in % en gemiddelde scores voor de meetmomenten Tevredenheidd T0-1997 Tl T2 tevredenn 53 84 78 ambivalentt 39 13 22 niett tevreden 8 3 0 Gemiddeldee (sd) 2.45 (.65) 2.82 (.46) 2.78 (.42) Inn tabel 8.10 staan ook de gemiddelde scores voor tevredenheid voor de drie meetmomenten.. De gemiddelden zijn getoetst met MANOVA en er wordt een p- 103 3

waardee van.056 gevonden. Dit lijkt een aanwijzing voor verandering te zijn, we zien ookk dat de gemiddelde tevredenheid van 2.45 op TO is gestegen naar 2.82 op Tl en 2.788 is op T2. De gemiddelde tevredenheid is hoog. De gemiddelde score voor tevredenheidd ligt op alle meetmomenten ruim boven de 2 punten. Dit is gescoord op eenn driepunts-schaal, waar voor tevredenheid 3 punten worden toegekend, voor ambivalentiee 2 punten en voor ontevredenheid 1 punt. Dit betekent dat de cliënten uit dee vergelijkingsgroep GVT in de uitgangssituatie in het GVT ook naar tevredenheid woonden.. De gemiddelden zijn getest met de t-test voor gemiddelden, zie tabel 8.11. Dee tevredenheid is tussen TO in het GVT en na de verhuizing naar de eigen woonruimtee significant toegenomen. Tussen Tl en T2 heeft de tevredenheid zich gestabiliseerd.. Tabell 8.11 Tevredenheid, vergelijking tussen de meetmomenten Tevredenheidd TO -» Tl Tl -» T2 t-testt (p-waarde).0_14.768 8.66 Samenvatting Alss we kijken naar de woonvaardigheden, de sociale redzaamheid, het gedrag en de tevredenheidd van de vergelijkingsgroep cliënten die in 1997 nog in een GVT woonden en diee tijdens de onderzoeksperiode op zichzelf, of in een meer zelfstandige woonruimte zijnn gaan wonen, zien we dat de woonvaardigheden zijn toegenomen. Tijdens het wonen inn het GVT was er sprake van minder woonvaardigheden. Na de verhuizing naar Ondersteundd Wonen is er sprake van toename van woonvaardigheden bij 68% van de cliënten.. Het verschil in gemiddelde score tussen TO in het GVT en Tl bij het Ondersteundd Wonen is significant. Tussen Tl en T2 stabiliseert het niveau van woonvaardighedenn zich. Dee sociale redzaamheid ligt met een gemiddelde score van rond de 7 punten op een stabiell niveau. Dit geldt zowel voor de GVT woonsituatie als de Ondersteund Wonen situatie.. Individueel zijn er wel schommelingen tussen de meetmomenten te zien. De subschalenn van de SRZ-P laten een stabiele situatie zien tussen de meetmomenten. Hett gedrag van de cliënten uit de vergelijkingsgroep GVT is tussen TO en Tl significant verbeterd.. Tussen Tl en T2 als de cliënten gemiddeld anderhalfjaar in de nieuwe woonsituatiee wonen is de gemiddelde score op de SEAG echter weer terug op het niveau vann de GVT situatie. Dee gemiddelde tevredenheid is zowel in de GVT situatie als in de Ondersteund Wonen situatiee hoog. Toch zijn de cliënten als zij Ondersteund Wonen meer tevreden. Het verschill in gemiddelde score tussen TO en Tl is significant. Tussen Tl en T2 is de tevredenheidd stabiel gebleven. 104 4

Dee derde hoofdvraag is een summatieve evaluatie, om te kijken of het Ondersteund Wonenn beter aan de doelstelling beantwoordt dan het wonen in gezinsvervangende tehuizen.. We hebben nu gezien dat de woonvaardigheden zijn toegenomen. De cliënten uitt de vergelijkingsgroep GVT hebben in de Ondersteund Wonen situatie meer woonvaardighedenn gekregen. De sociale redzaamheid is gelijk gebleven in beide situaties.. Het gedrag is eerst verbeterd waarna de gemiddelde score op de SEAG weer op hett niveau van de uitgangssituatie in het GVT is uitgekomen. Uiteindelijk is het gedrag hetzelfdee gebleven. De tevredenheid is groter geworden, de cliënten zijn meer tevreden inn de Ondersteund Wonen situatie. Samenvattendd kunnen we zeggen dat het Ondersteund Wonen qua woonvaardigheden en tevredenheidd iets betere resultaten laat zien in de Ondersteund Wonen situatie in vergelijkingg met de GVT situatie. Deze vergelijking is gemaakt voor cliënten die eerst in dee GVT situatie woonden en later in een Ondersteund Wonen situatie. 105 5

106 6