16 februari 2004 Voorstel tot het vaststellen van de Gedragscodes voor raadsleden, fractievertegenwoordigers, wethouders en burgemeester

Vergelijkbare documenten
* Functionaliteit Het handelen van een bestuurder heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Gedragscode voor het college van Burgemeester en Wethouders bij de gemeente Maasdriel

*Z00714CA8F5* RAADSVOORSTEL. Gedragscode voor het college. contactpersoon + tel.nr C.J. Rootjes Tel (0294)

GEDRAGSCODE VOOR RAADSLEDEN, WETHOUDERS EN BURGEMEESTER

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 juni 2014, volgnummer 39;

Gedragscode bestuurlijke integriteit ambtenaren

Nr (gewijzigd) Houten, 27 januari 2003

Drentse gedragscode integriteit Commissaris van de Koning, Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten

gemeente Groningen (Gr)

Integer handelen. Gedragscode voor de leden van het College. Gemeente Waalwijk

Wettelijke grondslag: artikel de artikelen 15 lid 3, 41c lid 2 en 69 lid 2 van de Gemeentewet;

Integriteitscode Raadsleden en Raadsfracties gemeente Venlo

Integer handelen. Gedragscode voor raads- en (toegevoegde) commissieleden. Gemeente Waalwijk

Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden; gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 20 april 2010;

gelet op het bepaalde in de artikelen 15 lid 3, 41c lid 2 en 69 lid 2 van de Gemeentewet;

Gedragscode integriteit voor politieke ambtsdragers

Gedragscode voor bestuurders en ambtenaren van de gemeente Kampen

Gedragscode integriteit politiek ambtsdragers Waterschap Vallei en Veluwe

Gedragscode. Voor de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de Algemene Rekenkamer van Sint Maarten.

Integriteitscode van de Koninklijke Nederlandse Biljart Bond

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Gedragscode voor de leden van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik 2013

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014 NR.: 065

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Gedragscode integriteit 2017

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 16 augustus 2011;

Gedragscode integriteit voor raadsleden, wethouders en de burgemeester

Drentse gedragscode integriteit Commissaris van de Koning, Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten

Onderwerp: Gedragscode bestuurlijke integriteit voor de burgemeester en de wethouders van de gemeente Lelystad 2015 vast te stellen

GEDRAGSCODE POLITIEK AMBTSDRAGERS GEMEENTE ENSCHEDE 2014

Gedragscode van college en raadsleden van gemeente Moerdijk 2012

Gedragscode bestuurlijke integriteit voor bestuurders van de gemeente Tholen

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2013 / 71. Naam Gedragscode Politieke Ambtdragers (2013) Publicatiedatum 25 april 2013.

Onderwerp Gedragscode bestuurlijke integriteit voor de burgemeester en de wethouders van de gemeente Lelystad 2014 vast te stellen

Bijlage bij het Statenvoorstel inzake Gedragscode integriteit bestuurders provincie Flevoland 2013 (nr ).

Gedragscode Raad van Beheer

Gemeenteblad van Zaltbommel 2006 Nr. 2.2

03 oktober Integriteit heeft alles te maken met de kwaliteit van het openbaar bestuur en het vertrouwen van de burgers in hun overheid.

Gedragscode politieke ambtsdragers gemeente Den Helder 2014

Gedragscode integriteit.

AAN DE GEMEENTERAAD. Nummer : 2012/12 Datum : 17 februari 2012 Onderwerp : Gedragscode politieke ambtsdragers. Geachte raad,

Deel 1. Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

Gedragscode NVM bestuurders

Gedragscode Bestuurlijke. Integriteit. Collegeleden.

Deel I Kernbegrippen integriteit van politiek ambtsdragers

Het actualiseren van gedragscodes voor de wethouders

Voorwaarden waaraan de commissie toetst

Raadsbesluit Reg. nr :

Provinciale Staten op 6 april 2006 de Gedragscode bestuurders provincie Flevoland 2006 hebben vastgesteld;

NOTITIE VERBODEN HANDELINGEN EN INTEGRITEIT VOOR RAADS- EN COMMISSIELEDEN

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

2. Het handelen van de voorzitter of een lid van de raad van bestuur heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Gedragscode integriteit

Integer handelen. Gedragscode voor de burgemeester en wethouders Integer handelen Gedragscode voor de burgemeester en wethouders

Zakelijke relaties afgevaardigden

- 1 - Gedragscode bestuurlijke integriteit. gelet op het bepaalde in de artikelen 15 lid 3, 41c lid 2 en 69 lid 2 van de Gemeentewet;

Voorstel aan de Raad (Raadsbesluit 14 juli 2004: beslispunt 1 aanvaard; beslispunten 2 en 3 uitgesteld tot nader orde)

Zakelijke relaties en afgevaardigden

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 6 maart 2014, nr ,

Integriteit. van politieke ambtsdragers in gemeente Lingewaal 2009

Gedragscode. voor de leden van de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam- Voorburg

Gedragscode Bestuurders Gemeente Bergen 2007

Gedragscode politieke ambtsdragers gemeente Eindhoven

GEDRAGSCODE VOOR BESTUURDERS 2007 VASTGESTELD IN DE RAADSVERGADERING VAN 21 JUNI 2007

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2017

Integriteitscode. 15/02/2018 Proces/document E. Voorberg directeur/bestuurder MR. Voorlopige vaststelling. 28/02/2019 Versienummer 2.

Gedragscode bestuurlijke integriteit gemeente Gilze en Rijen 2004

De Gedragscode voor ambtenaren Winsum 2015

Gedragscode voor politiek ambtsdragers van de gemeente Hengelo

Integriteitscode Roelof van Echten College

Integriteitscode September 2017

vergadering 10 juli 2008 Voorstel van Het Presidium doorkiesnummer (0252)

B DE HEEMRADEN

SO/ Griffie. Gedragscode voor politiek ambtsdragers van de gemeente Hengelo

Gelet op artikelen 15:1 tot en met 15:1g van de van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO)

Integriteitscode. Integriteitscode van de Stichting voor PC Voortgezet Onderwijs in de Noordoostpolder e.o

Inhoudsopgave. INTEGRITEITSCODE september / 6

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Bijlage 6: Algemene gedrags- en Integriteitcode

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer december 2014

Integriteitscode. Stichting Scholengroep Leonardo da Vinci;

Integriteitscode december 2012 aangevuld april 2013

CAZ GEDRAGSCODE VOOR BESTUURDERS VAN DE PROVINCIE FLEVOLAND

Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden Gemeente Landgraaf 2015.

Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving De Wet op het voortgezet onderwijs.

Gedragscode bestuurlijke integriteit Krimpen aan den IJssel

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Utrechtse Heuvelrug 2017

INTEGRITEITSCODE CSG WILLEM VAN ORANJE

PRO EMMEN INTEGRITEITSCODE JUNI Bestuursverslag. PRO Emmen I N F PRO- E M M E N. NL

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2014;

Gepubliceerd: De Modelgedragscode bestuurders is opgenomen als bijlage in de publicatie Integriteit van

Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Roerdalen 2015

Scan nummer 3 van 3 - Scanpagina 1 van 8

Integriteitscode van de Veenendaalse Woningstichting

Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 3 februari

Verordening rechtspositie wethouders, raad- en commissieleden van gemeente Maasdriel 2014

Hoofdstuk II Voorzieningen voor. raads- en commissieleden.

Vergelijking gedragscode met VNG-model en model-amsterdam

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Zeewolde 2014

Gemeente Boxmeer. Nummer: 5b. de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 24 oktober Aanleiding

Transcriptie:

Bijlagen 2004 16 februari 2004 reg.nr. 03.4459 Agendanummer: C 5a Voorstel tot het vaststellen van de Gedragscodes voor raadsleden, fractievertegenwoordigers, wethouders en burgemeester Aan de gemeenteraad De raad moet gedragscodes voor zijn eigen leden, de wethouders en de burgemeester vaststellen (artikelen 15, derde lid, 41c, tweede lid en 60, tweede lid van de Gemeentewet). Die gedragscodes moesten uiterlijk 7 maart 2003 door de raad zijn vastgesteld. De raad kon echter besluiten die termijn met ten hoogste één jaar te verlengen (artikel V, tweede en derde lid van de Wet dualisering gemeentebestuur). U heeft van die bevoegdheid gebruik gemaakt en bij besluit van 27 februari 2003, nr. 92 bedoelde termijn met één jaar verlengd tot uiterlijk 7 maart 2004. In het bij dat raadsbesluit behorende voorstel wordt vermeld dat de voorstellen voor de gedragscodes van het college en de burgemeester zullen worden gedaan door deze beide bestuursorganen, dat de toekomstige griffier en de secretaris zullen zorgdragen voor het (gezamenlijk) opstellen van de gedragscodes en de afstemming etc. tussen die gedragscodes en dat gestreefd wordt naar gelijktijdige vaststelling door uw raad. Er werd toen min of meer uitgegaan van verschillende gedragscodes. Bij de voorbereiding van de gedragscodes bleek echter dat de gedragscodes vrijwel gelijkluidend kunnen zijn. Vandaar dat de gedragscodes nu in één voorstel en ontwerpraadsbesluit zijn vervat. Het college en de burgemeester hebben ingestemd met de voorgestelde gedragscodes. In de Verordening op de raadscommissies 2002 is de mogelijkheid opgenomen fractievertegenwoordigers te laten benoemen. Gelet op het lidmaatschap en de taken van de raadscommissie en op de eisen, die gelden voor de fractievertegenwoordigers, ligt het in de rede dat de gedragscodes, op een enkele uitzondering na, ook gelden voor die fractievertegenwoordigers. Wij stellen u voor de gedragscodes voor de leden van uw raad, de fractievertegenwoordigers, de wethouders en de burgemeester overeenkomstig bijgaand ontwerpraadsbesluit met de daarbij behorende toelichting vast te stellen. De in de toelichting vermelde uitgave "Integriteit van bestuurders bij gemeenten en provincies: een handreiking" ligt voor u ook op de gebruikelijke wijze ter inzage. Het raadsbesluit is niet referendabel, gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste en tweede lid van de Tijdelijke referendumwet. De raadscommissie algemene zaken en leefbaarheid heeft in haar vergadering van 5 februari 2004 in meerderheid besloten uw raad te adviseren tot behandeling en besluitvorming over te gaan. Oldenzaal, 19 februari 2004 Het prabsidium, de griffier, de burgemeester, J.H. Brokers T. Bennink

Nr. 208 De raad van de gemeente Oldenzaal; gelezen het voorstel van het praesidium van 19 januari 2004; gelet op artikelen 15, derde lid, 41c, tweede lid, en 60, tweede lid van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de navolgende Gedragscodes voor de leden van de raad, de fractievertegenwoordigers, de wethouders en burgemeester met de daarbij behorende toelichting HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze gedragscodes wordt verstaan onder: a. fractievertegenwoordiger: een door de raad op grond van het bepaalde in artikel 2.3, derde lid, van de Verordening op de raadscommissies 2002 benoemd niet-raadslid tot lid van een of meer raadscommissies. b. bestuurder: een wethouder of de burgemeester. c. het praesidium: het praesidium als bedoeld in artikel 1.5 van het Reglement van orde voor de raad 2002. d. college: het college van burgemeester en wethouders. e. secretaris: de secretaris als bedoeld in artikel 100, eerste lid van de Gemeentewet. f. griffier: de griffier als bedoeld in artikel 100, eerste lid van de Gemeentewet. Artikel 1.2 Algemene bepalingen 1. In gevallen, waarin dit besluit niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats voor wat betreft een raadslid of een fractievertegenwoordiger in het praesidium en voor wat betreft een wethouder of de burgemeester in het college. 2. Deze gedragscodes zijn openbaar en door derden te raadplegen. 3. Raadsleden, fractievertegenwoordigers en bestuurders ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van deze gedragscodes. HOOFDSTUK 2 KERNBEGRIPPEN VOOR HET HANDELEN EN GEDRAG 2.1. Dienstbaarheid Het handelen van een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente Oldenzaal en op de organisaties en burgers, die daar onderdeel van uit maken. 2.2 Functionaliteit Het handelen van een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder heeft een herkenbaar verband met de functie, die deze vervult in het bestuur. 2.3 Onafhankelijkheid Het handelen van een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

2.4 Openheid Het handelen van een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is aan burgers en controlerende organen en deze volledig inzicht hebben in het handelen van een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder en de beweegredenen daarbij. 2.5 Betrouwbaarheid Op een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan diens afspraken. Kennis en informatie, waarover deze uit hoofde van diens functie beschikt, wendt deze aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven. 2.6 Zorgvuldigheid Het handelen van een bestuurder is zodanig, dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. 2.7 Duidelijkheid Een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder betrachten openheid bij hun werkzaamheden. Zij communiceren actief over wat de gemeente doet en welke besluiten zij in dit verband nemen. Het taalgebruik is begrijpelijk voor de burgers. 2.8 Participatie Een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder bevorderen de kwaliteit, de relevantie en de doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid door brede participatie in elke fase van de besluitvorming, vanaf het eerste ontwerp tot de uitvoering. 2.9 Verantwoordingsplicht Een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder zijn duidelijk over hun rol overeenkomstig de in de Gemeentewet neergelegde rolverdeling tussen de gemeenteraad met de raadscommissies en het college en nemen daar verantwoordelijkheid voor. 2.10 Doeltreffendheid Een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder bevorderen de doeltreffendheid van het beleid. Het moet de gewenste resultaten opleveren op basis van duidelijke doelstellingen. 2.11 Samenhang Een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder bevorderen dat gemeentelijk beleid samenhangend is en gemakkelijk te begrijpen. HOOFDSTUK 3 GEDRAGSCODES BESTUURLIJKE INTEGRITEIT Artikel 3.1 Belangenverstrengeling en aanbesteding 1. Een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder doen opgave van hun financiële belangen in ondernemingen en organisaties, waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen. 2. Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomen het raadslid, de fractievertegenwoordiger en de bestuurder (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen. 3. Een oud-raadslid, -fractievertegenwoordiger of -bestuurder wordt het eerste jaar na de beëindiging van diens ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente. 4. Een raadslid, fractievertegenwoordiger of bestuurder, die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht. 2

5. Een raadslid, fractievertegenwoordiger of bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die diens onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden. Artikel 3.2 Nevenfuncties 1. Een raadslid, fractievertegenwoordiger of bestuurder vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente. 2. Een raadslid, fractievertegenwoordiger en een bestuurder behoren in principe geen zitting te hebben in het bestuur van een organisatie of instelling waarmee de gemeente Oldenzaal een relatie onderhoudt als subsidiënt of als verstrekker van enige vorm van ondersteuning. Een uitzondering wordt slechts gemaakt indien ter zake een wettelijke verplichting bestaat en in die gevallen waarin naar het oordeel van de raad het algemeen belang het zitting hebben in het bestuur van een organisatie of instelling rechtvaardigt. 3. Een raadslid, fractievertegenwoordiger of bestuurder maakt melding van al diens (neven)functies waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Hij/zij zorgt voor directe aanvulling of wijziging in het geval deze gegevens veranderen. Deze gegevens worden voor wat betreft een raadslid of een fractievertegenwoordiger door de griffier openbaar gemaakt en voor wat betreft een bestuurder door de secretaris. De gegevens liggen bij de griffier respectievelijk de secretaris gedurende de betreffende ambtsperiode ter inzage. 4. De kosten, die een raadslid, fractievertegenwoordiger of bestuurder maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q.-nevenfunctie), worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend. 5. Een raadslid of een fractievertegenwoordiger, die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het ambt, legt dit voornemen ter bespreking voor aan het praesidium. Een bestuurder, die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het ambt, bespreekt dit voornemen in het college en meldt zijn voornemen tot aanvaarding van een nevenfunctie aan de raad. Daarbij komt tevens aan de orde, hoe wordt gehandeld met betrekking tot eventuele vergoedingen en de te maken kosten. Artikel 3.3 Informatie 1. Een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder gaan zorgvuldig en correct om met informatie, waarover deze uit hoofde van diens ambt beschikt. Zij verstrekken geen geheime informatie. 2. Een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder houden geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet-geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur dan wel een andere wet. 3. Een raadslid, fractievertegenwoordiger en bestuurder maken niet ten eigen bate of van diens persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie. Artikel 3.4 Aannemen van geschenken 1. Geschenken en giften, die een raadslid, fractievertegenwoordiger of bestuurder uit hoofde van diens functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. 2. Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld voor wat betreft een raadslid en een fractievertegenwoordiger in het praesidium en voor wat betreft een bestuurder in het college waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen. 3. Indien een raadslid, fractievertegenwoordiger of bestuurder geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan 50,00 vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd, mits die geschenken en giften niet herhaaldelijk van dezelfde schenker of gever afkomstig zijn.

Artikel 3.5 Bestuurlijke uitgaven 1. Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. 2. Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd: - met de uitgave is het belang van de gemeente gediend en - de uitgave vloeit voort uit de functie. Artikel 3.6 Declaraties 1. Het raadslid, de fractievertegenwoordiger en de bestuurder declareren geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed. 2. Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure. 3. Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe door het college vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld. 4. Gemaakte kosten worden binnen één maand gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voorzover mogelijk binnen één maand afgerekend. 5. De griffier (voor de raadsleden en fractievertegenwoordigers) respectievelijk de secretaris (voor de bestuurders) is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties worden administratief afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar. 6. In geval van twijfel omtrent een declaratie van een raadslid of een fractievertegenwoordiger wordt deze voorgelegd aan de voorzitter van de raad of diens waarnemer. In geval van twijfel omtrent een declaratie van een bestuurder, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester of de loco-burgemeester. Artikel 3.7 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen 1. Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan. 2. Het in bruikleen verstrekken van een computer met bijbehoren aan raadsleden en bestuurders geschiedt overeenkomstig de Verordening computers leden gemeentebestuur. 3. Als het belang van de gemeente daarmee is gediend, kan het college besluiten dat bestuurders voor hun dienstreizen gebruik maken van een particuliere vervoerder (bijv. taxi) of chauffeur. Artikel 3.8 Reizen buitenland 1. Een raadslid, fractievertegenwoordiger of bestuurder die het voornemen heeft een buitenlandse reis te maken ten laste van de gemeente, heeft toestemming nodig van het praesidium respectievelijk van het college. Het gemeentelijk belang is doorslaggevend voor de besluitvorming. De gemeenteraad wordt van het besluit en de motieven op de hoogte gesteld. 2. Een raadslid, fractievertegenwoordiger of bestuurder, die het voornemen van een buitenlandse reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten. 3. Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden voor wat betreft raadsleden en fractievertegenwoordigers altijd besproken in het praesidium en voor wat betreft een bestuurder altijd in het college en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. 4. Van de reis wordt een verslag opgesteld. Buitenlandse reizen worden vermeld in een jaarverslag. 5. Het meereizen van derden, waaronder ook begrepen een partner van een raadslid, fractievertegenwoordiger of bestuurder, komt niet ten laste van de gemeente. Het meereizen van derden geheel op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van het prassidium respectievelijk van het college betrokken. 4

Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van het praesidium respectievelijk het college. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het raadslid, de fractievertegenwoordiger of de bestuurder. De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voorzover zij redelijk en verantwoord worden geacht. HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN Artikel 4.1 Inwerkingtreding Dit raadsbesluit treedt direct in werking. Artikel 4.2 Citeertitel Dit raadsbesluit kan worden aangehaald als: Gedragscodes voor raadsleden, fractievertegenwoordigers, wethouders en burgemeester. Vastgesteld in de openbare vergadering van 26 februari 2004, de griffier, ^ - de Yoorzitter.

TOELICHTING Behorende bij het voorstel tot het vaststellen van de de Gedragscodes voor raadsleden, fractievertegenwoordigers, wethouders en burgemeester (vastgesteld bij raadsbesluit van 26 februari 2004, nr.208) Algemeen Als basis voor deze gedragscodes zijn de gedragscodes genomen welke als bijlage onderdeel uitmaken van de gezamenlijke uitgave "Integriteit van bestuurders bij gemeenten en provincies: een handreiking" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Voor die gedragscodes en een uitvoerige toelichting op de integriteit van bestuurders wordt verwezen naar die uitgave. De tekst van de bijlage voorzag alleen in gedragscodes voor leden van het college. Die tekst moest in ieder geval worden aangevuld in verband met de verplichtingen om ook gedragscodes voor raadsleden vast te stellen. Verder is voor enkele onderdelen van die bijlage afgeweken dan wel aangevuld. Voornamelijk de afwijkingen en aanvullingen worden hierna artikelsgewijs weergegeven. Deze gedragscodes zijn ook gedeeltelijk opgenomen in, sluiten aan danwei laten onverlet de verboden en verplichtingen voor: raadsleden op grond van de artikelen 12 (openbaarmaking functies), 13 (onverenigbaarheden/incompatibiliteiten), 15 (verboden handelingen), 27 (stemmen zonder last), 28 (verbod tot stemmen) en 99 (vergoedingen) van de Gemeentewet; fractievertegenwoordigers op grond van de artikelen 12,13 en 15 van de Gemeentewet in samenhang met artikel 2.3, derde lid, onder b, van de Verordening op de raadscommissies 2002; wethouders op grond van de artikelen 36b (onverenigbaarheden/incompatibiliteiten), 41 b (nevenfuncties), 44, derde t/m vijfde lid (inkomsten en vergoedingen), 46 en 47 (gevolg incompatibiliteiten, onverenigbaarheid van betrekkingen) en 58 (verbod tot stemmen) van de Gemeentewet; de burgemeester op grond van de artikelen 58 (verbod tot stemmen in college), 66, derde en vierde lid (inkomsten en vergoedingen), 67 (nevenfuncties), 68 (onverenigbaarheid van betrekkingen, incompatibiliteiten) en 69 (verboden handelingen). Dit zijn de voornaamste bepalingen. Her en der zijn er nog verboden etc. te vinden, bijv. over geheimhouding. In sommige gemeenten zijn tegelijkertijd ook gedragscodes vastgesteld voor ambtenaren. Dit wordt, althans op dit moment, niet nodig geacht, omdat deze reeds voldoende zijn vastgelegd in de door het college vastgestelde Lokale Uitwerkingsovereenkomst gemeente Oldenzaal (LUGO) en de door de secretaris en de diensthoofden uitgevaardigde richtlijnen en instructies. HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen O.a. de aanvulling voor raadsleden en fractievertegenwoordigers maakte een aanvulling van de begripsomschrijvingen noodzakelijk. Begrippen als raadslid, wethouders en burgemeester zijn duidelijk omschreven dan wel te achterhalen uit de Gemeentewet. a. fractievertegenwoordiger: in de Verordening op de raadscommissies 2002 is de mogelijkheid opgenomen fractievertegenwoordigers te laten benoemen in raadscommissies. Gelet op het lidmaatschap en de taken van de raadscommissies en op de eisen, die op grond van de Verordening gelden voor fractievertegenwoordigers, ligt het in de rede dat de gedragscodes, op een enkele uitzondering na (zie artikel 3.7, tweede lid), ook gelden voor die fractievertegenwoordigers. In verband met die uitzondering is het wel noodzakelijk telkenmale raadsleden én fractievertegenwoordigers te vermelden.

b. bestuurder: wethouder en burgemeester zijn voor het gemak en ter onderscheiding van de raadsleden en fractievertegenwoordigers onder één noemer gebracht. e. secretaris: in diverse regelingen wordt ook het begrip secretaris, maar dan in een andere betekenis gebruikt i.e. niet in die van de functie van gemeentesecretaris. Vandaar deze begripsomschrijving. f. griffier: voor de volledigheid i.v.m. de vermelding van de secretaris. Artikel 1.2 Algemene bepalingen In een besluit, dat voor meerdere gevallen geldt, is het gebruikelijk een regeling te treffen voor het geval het besluit daarin niet voorziet etc. Dat wordt veelal overgelaten aan een uitvoerend orgaan. Hier ligt het in de rede dat over te laten aan het praesidium respectievelijk het college. In voorkomende gevallen kan het ook aanleiding zijn deze gedragscodes te wijzigen dan wel aan te vullen. HOOFDSTUK 2 KERNBEGRIPPEN VOOR HET HANDELEN EN GEDRAG De kernbegrippen 2.1 t/m 2.6 staan vermeld in de hiervoor vermelde bijlage. De nrs. 2.7 t/m 2.11 staan vermeld in het besluit van de gemeenteraad van Epe. Gelet op de inhoud zijn deze overgenomen. HOOFDSTUK 3 GEDRAGSCODES BESTUURLIJKE INTEGRITEIT Zie ook hetgeen onder "Algemeen" is vermeld met betrekking tot elders opgenomen verboden en verplichtingen. Artikel 3.1 Belangenverstrengeling en aanbesteding Geen verdere afwijkingen van de bedoelde bijlage. Artikel 3.2 Nevenfuncties Het tweede lid is aanvullend op de bedoelde bijlage. Het is opgenomen naar aanleiding van en overeenkomstig een in 1991 door de toenmalige commissie algemene bestuurs-en economische aangelegenheden geformuleerd oordeel in casu gedragscode en naar aanleiding van het ter uitvoering daarvan genomen raadsbesluit van 26 maart 1992, nr. 278 waarbij besloten is de op dat dat moment bestaande benoemingen in besturen van gesubsidieerde instellingen in te trekken. In het derde lid is rekening gehouden met de (duale) ondersteuning van de raad en de raadscommissies door de griffier en van het college en de burgemeester door de secretaris. In het vijfde lid is in aanvulling op de bedoelde bijlage rekening gehouden met de verplichting dat wethouders hun voornemen tot aanvaarding van een nevenfunctie aan de raad melden. De bespreking in het college daaraanvoorafgaand is niet met dit laatste in strijd. Evenmin dat de secretaris voor de wethouders en de burgemeester zorgdraagt voor openbaarmaking etc. Artikel 3.3 Informatie Behalve de Wet openbaarheid van bestuur kunnen er ook nog andere wetten zijn op basis waarvan het mogelijk is geen informatie te hoeven te verstrekken. Daarom is het tweede lid in die zin aangevuld ten opzichte van de bedoelde bijlage. Artikel 3.4 Aannemen van geschenken De in het tweede lid bedoelde geschenken of giften zullen veelal kleine geschenken zijn, zoals bloemen, flesje wijn e.d., die men ter gelegenheid van iets ontvangt. Die gelegenheid zal vaak een opening, toespraak, een bijzondere inzet of iets dergelijks zijn. Dat wil niet zeggen dat die gelegenheid eens en nooit weer hoeft voor te komen. Er zijn gelegenheden, die periodiek terugkomen zoals de opening van een jaarlijks evenement, maar zo'n gelegenheid is voor wat betreft de schenking op zich iets eenmaligs.

Echter geschenken en giften behoren niet vaker of achterelkaar van dezelfde schenker of gever te worden ontvangen. Bedoelde gelegenheid is er dan mogelijk ook niet. Dergelijke geschenken en giften kunnen ook de schijn opwekken van bevoordeling of mogelijk zelfs van corruptie. Om zelfs die schijn te voorkomen is in aanvulling op de bedoelde bijlage opgenomen dat de uitzondering van melding en registratie geldt, mits die geschenken en giften niet herhaaldelijk van dezelfde schenker of gever afkomstig zijn. Artikel 3.5 Bestuurlijke uitgaven Geen verdere afwijkingen van de bedoelde bijlage. Artikel 3.6 Declaraties In het vierde en vijfde lid is weer rekening gehouden met het duale stelsel. De vaststelling van het formulier (in het derde lid) door het college is daarmee niet in strijd en is gedaan vanwege het gemak en de uniformiteit. Bij herhaling is ten aanzien van fractievertegenwoordigers gesteld, dat de fracties geen extra gelden ontvangen voor het feit dat zij een fractievertegenwoordiger hebben. Uit dit artikel en andere artikelen mag niet de verwachting worden gewekt dat vermeld standpunt nu zou zijn verlaten. Wel kan het echter in voorkomende gevallen onrechtvaardig zijn, dat een raadscommissielid tevens raadslid buiten de vaste vergoedingen wel iets ten behoeve van zijn lidmaatschap van een raadscommissie kan declareren en een fractievertegenwoordiger niet. Vandaar dat in o.a. dit artikel ook de fractievertegenwoordiger wordt genoemd. (NB. Onderzocht zal nog moeten worden tot in hoeverre de verordeningen ter uitvoering van hoofdstuk VI van de Gemeentewet moeten worden aangepast). Creditcards In de bedoelde bijlage was vervolgens voorzien in een gedragscode voor gemeentelijke creditcards. Deze zijn niet verstrekt zodat het onnodig is daarvoor een gedragscode op te nemen. Artikel 3.7 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen De in het tweede lid vermelde verordening voorziet alleen in een computer met bijbehoren voor raadsleden en overige bestuurders. In het derde lid van de bedoelde bijlage was sprake van een dienstauto met chauffeur voor zowel dienstreizen als eventueel woon-werkverkeer. Die voorziening kent de gemeente Oldenzaal niet. Het kan in uitzonderingsituaties in het belang van de dienst zijn dat bestuurders niet zelf hoeven te rijden. Het derde lid is alleen voor dienstreizen van wethouders en de burgemeester gedacht, omdat de verwachting is dat het daar gestelde zich niet voordoet/niet noodzakelijk zal zijn bij raadsleden en fractievertegenwoordigers. Artikel 3.8 Reizen buitenland In het eerste lid is nog eens uitdrukkelijk bepaald dat het gemeentelijk belang doorslaggevend is voor de besluitvorming. Op grond van het vijfde lid van de gedragscode, zoals die is opgenomen in de bedoelde bijlage, was het mogelijk dat partners meereisden op kosten van de gemeente. Weliswaar uitsluitend wanneer dat gebeurde op uitnodiging van de ontvangende partij en in het belang van de gemeente, maar het was dus in beginsel mogelijk. Bij de gemeente Oldenzaal is het echter gebruikelijk dat partners altijd op eigen kosten meereizen. Dat laatste is voor die partners en ook voor anderen opgenomen in deze gedragscode. HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN Geen toelichting noodzakelijk.

Bijlagen 2004 17 februari 2004 nr. 7/8 reg.nr. 03.4459 Agendanummer: C 5b Aanvullend voorstel met betrekking tot de Gedragscodes voor raadsleden, fractievertegenwoordigers, wethouders en burgemeester Aan de gemeenteraad Ter vaststelling in uw vergadering van 26 februari 2004 ligt voor het door het praesidium voorgestelde ontwerpbesluit Gedragscodes voor raadsleden, fractievertegenwoordigers, wethouders en de burgemeester. In de raadscommissie algemene zaken en leefbaarheid van 5 februari 2004 is bij de beraadslaging in het bijzonder aan de orde geweest het tweede lid van artikel 3.2 (zitting hebben in het bestuur van door de gemeente Oldenzaal gesubsidieerde instellingen, organisaties etc). Helaas was er in de raadscommissie geen unaniem standpunt over het opnemen van dat tweede lid in de gedragscodes en de vraag of de bedoelde gedragscode niet reeds zat ingesloten in het eerste lid dus over de reikwijdte van het eerste lid. Het bewuste tweede lid is opgenomen naar aanleiding van een in 1991 door de toenmalige commissie algemene bestuurs- en economische aangelegenheden geformuleerd oordeel i.e. gedragscode en van het ter uitvoering daarvan genomen raadsbesluit van 26 maart 1992, nr. 278. Het tweede lid, zoals dat in het ontwerpbesluit is opgenomen, is niet de letterlijke weergave van het oordeel van genoemde commissie zoals dat verwoord is in het toenmalige raadsvoorstel van 19 maart 1992. Nu er, althans in de raadscommissie, geen eensluidend standpunt is en (de reikwijdte van) het eerste lid voor meerderlei uitleg vatbaar is, is het des te meer van belang dat uw raad expliciet beraadslaagt en beslist over het zitting hebben in het bestuur van bedoelde instellingen etc. Omdat het gedragscodes betreffen, die de raadsleden onder andere zichzelf opleggen en hen allen aangaan, zou het in de lijn liggen dat alle gedragscodes volledig door alle betrokkenen gedragen worden en het besluit unaniem wordt genomen. Gelet op het vorenstaande bieden wij u ter overweging aan een alternatieve tekst, die geheel overeenkomt met de gedragscode zoals die in 1991 door de toenmalige commissie is geformuleerd. Rekening houdende met de opzet van de tekst van de artikelen luidt die alternatieve tekst voor het tweede lid van artikel 3.2 dan als volgt: "Een raadslid, fractievertegenwoordiger en een bestuurder behoren in principe geen zitting te hebben in het bestuur van een organisatie of instelling waarmee de gemeente Oldenzaal een relatie onderhoudt als subsidiënt of als verstrekker van enige vorm van ondersteuning. Een uitzondering wordt slechts gemaakt indien terzake een wettelijke verplichting bestaat en in die gevallen waarin naar het oordeel van de raad het algemeen belang het zitting hebben in het bestuur van een organisatie of instelling rechtvaardigt". Oldenzaal, 19 februari 2004 Het college van burgemeester en wethouders, Gemeenteraad d/d. 26 februari 2004 Dienovereenkomstig besloten De de secretaris, mr. A.J. van Oss de burgemeester, T. Bennink