Verzekeraar rekent kosten bij bewezen fraude Verzekeraar rekent kosten bij bewezen fraude Wie fraude pleegt met verzekeringen steelt van zijn medeverzekerde. De goede moet onder de kwade lijden. Verzekeraars doen veel om fraude te bestrijden. In de strijd tegen fraude gaan verzekeraars nu een deel van de kosten van fraudebestrijding in rekening brengen bij de fraudeur. De achtergrond Verzekeraars willen voorkomen dat eerlijke klanten opdraaien voor de kosten van frauderende klanten. Sinds 2005 is er een publiek-private samenwerking waarbij de kosten van winkeldiefstallen verhaald worden op de veroorzaker. Het zelfde concept gaan verzekeraars nu toepassen op fraudeurs. De wettelijke grondslag Iemand die fraudeert pleegt een onrechtmatige daad. In artikel 6:162 BW wordt bepaald dat de pleger van een onrechtmatige daad de schade die het gevolg is van zijn onrechtmatige daad moet vergoeden. In dit geval gaat het om de kosten van de indirecte schade die voor de verzekeraar ontstaan. De berekening Verzekeraars berekenden de gemiddelde kosten van de noodzakelijke werkzaamheden die een verzekeraar moet uitvoeren na een valse claim of een poging tot fraude. Zij brengen dan de helft van deze kosten in rekening vermeerderd met de kosten van de invordering. Het standaardbedrag dat bij elk geval van bewezen fraude of opzet tot misleiden in rekening wordt gebracht komt daarmee op 532. Als de fraudeur specifieke kosten veroorzaakt, kunnen ook deze kosten in rekening worden
gebracht. De uitvoering Dezelfde stichting die onder andere de kosten bij winkeldiefstallen invordert, SODA (ServiceOrganisatie Directe Aansprakelijkstelling, zie ook externe bronnen), zorgt voor de invordering van de kosten. Onder andere de Politie en het Ministerie van Veiligheid en Justitie zijn betrokken bij SODA. Een onafhankelijke stichting houdt toezicht op SODA. De stappen Het proces van aansprakelijkstelling kent 4 stappen: De verzekeraar stelt opzet tot misleiding vast. De betrokkene wordt schriftelijk aansprakelijk gesteld door de verzekeraar. De verzekeraar draagt de vordering over aan SODA. SODA stuurt een formele aansprakelijkstelling met een acceptgiro aan de betrokkene. Na betaling van het geclaimde bedrag ontvangt de betrokkene een verklaring dat het traject is afgerond. SODA verwijdert binnen drie maanden de gegevens uit haar systemen. Alle gevolgen van poging tot of feitelijke fraude op een rij Het verlies van dekking; Als de verzekeraar geen opzet kan bewijzen alleen voor zover causaal verband wordt aangetoond. Opzegging van de verzekering. Mogelijke terugvordering van onterecht uitgekeerde bedragen. Registratie in het Externe Verwijzing Register CIS. Maximaal gedurende 8 jaren. Dubbele redelijkheidstoets, zie een eerder bericht onder Externe Bronnen. Verplichting misleiding te melden bij elke nieuwe verzekeringsaanvraag.
Kosten vordering op basis van directe aansprakelijkstelling van minimaal 532. Strafrechtelijke vervolging. Bron: wftnu.nl 8 september 2016 Oneerlijke praktijken bij incassobureaus Oneerlijke praktijken bij incassobureaus ACM en AFM bundelen krachten bij aanpak Incassobureaus duperen regelmatig consumenten door hun werkwijze. Dit concludeert de Autoriteit Consument & Markt (ACM). ACM heeft drie problemen vastgesteld. Incassobureaus confronteren consumenten met onterechte vorderingen; berekenen onterechte kosten en hun rekeningen zijn onduidelijk; zetten consumenten op ontoelaatbare wijze onder druk om te betalen. ACM heeft aanwijzingen dat deze problemen regelmatig voorkomen bij een brede groep incassobureaus. Daarbij gaat het relatief vaak om consumenten uit de lagere inkomensgroepen met meer schulden. Deze consumenten zijn extra kwetsbaar. Zowel ACM als de Autoriteit Financiële Markten (AFM) hebben bevoegdheden om hiertegen op te treden. Anita Vegter, bestuurslid ACM: Wij zien dat de problemen breed in de
branche spelen. ACM en AFM zullen de krachten bundelen om het probleem effectief aan te pakken. Waarom onderzoek naar incasso? ACM heeft de incassosector onderzocht omdat consumenten problemen meldden bij ConsuWijzer en de schade voor het consumentenvertrouwen groot is. Bovendien gaat het regelmatig om kwetsbare consumenten en is er veel maatschappelijke en politieke aandacht voor dit onderwerp. Om de problemen in kaart te brengen heeft ACM met veel betrokkenen gesproken. Ook heeft ACM onderzoek laten doen onder consumenten naar hun ervaringen met incassobureaus. ACM heeft buitengerechtelijke incasso van bedrijven bij consumenten onderzocht. In 2014 stond naar schatting 5 miljard euro aan consumentenschulden uit bij incassobureaus. Welke problemen ziet ACM? Onterechte vorderingen De klachten bij ConsuWijzer hebben vaak betrekking op bedrijven die via incasso proberen hun oneerlijke handelspraktijk te verzilveren. Het kan bijvoorbeeld gaan om vervolgzendingen waarmee de consument niet heeft ingestemd. Daarop volgt dan regelmatig een onterechte vordering en een incassotraject waarbij de consument zich onder druk gezet voelt de rekening alsnog te voldoen. Onduidelijke rekeningen Verder constateerde ACM dat incassobureaus te hoge incassokosten in rekening brengen. Soms worden behalve incassokosten nog extra kosten in rekening gebracht, terwijl dat niet mag. Incassobureaus geven vaak weinig inzicht in de specificatie van de kosten. Consumenten kunnen daardoor de
rekeningen moeilijk of niet controleren. De consumentenschade van deze handelspraktijk is aanzienlijk, gezien het grote aantal incassotrajecten per jaar en het bedrag aan uitstaande consumentenvorderingen bij incassobureaus. Ontoelaatbare druk Dat er vanuit het incassobureau enige druk wordt uitgeoefend om de consument ertoe te brengen zijn rekening te betalen is inherent aan de praktijk. Maar deze druk mag niet ontoelaatbaar zijn. ACM zag in 8% van de onderzochte brieven dat het incassobureau ontoelaatbare druk uitoefende, bijvoorbeeld door te dreigen met bevoegdheden die ze niet hebben, zoals beslaglegging op de bankrekening of gedwongen verkoop van de inboedel. Omdat consumenten hun rechten niet goed kennen en niet weten welke bevoegdheden incassobureaus hebben, voelen zij zich onder druk gezet. Wie kunnen er iets aan doen? De incassobureaus en de brancheorganisatie NVI zijn als eersten aan zet om hun problemen aan te pakken. Om de gesignaleerde problemen zo effectief mogelijk aan te pakken, bundelen toezichthouders ACM en AFM hun krachten. Beide toezichthouders hebben een rol bij de aanpak van de misleidende en agressieve werkwijze van incassobureaus. Dit varieert van consumentenvoorlichting tot het beboeten van bedrijven die zich niet aan de regels houden. Consumenten kunnen hun klachten melden bij ConsuWijzer, zodat de toezichthouders kunnen vaststellen welke problemen als eerste moeten worden aangepakt. Bron: acm.nl