p r o v i n D i r e c t i e Ruimte D i e n s t Milieuvergunningen De deputatie van de provincie Limburg Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen, inzonderheid op artikel 21 1; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, houdende vaststelling van het Vlaamse Reglement betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen (hierna afgekort als Vlarem I), inzonderheid op artikel 45; Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse regering, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn latere wijzigingen; Gelet op het op 13 december 2010 ingediende verzoek van de NV CHIYODA EUROPA, Henry Fordlaan 37 te 3600 GENK, waarbij gevraagd wordt de exploitatievoorwaarden te wijzigen, opgelegd in de milieuvergunning, verleend bij besluit d d. 19 maart 2008 van de deputatie, i.v.m. het exploiteren van een inrichting (drukkerij) die decorpapieren bedrukt voor de toepassing in onder andere de meubelindustrie, de interieurinrichting, voor panelen en laminaatvloeren, op de kadastrale percelen, afdeling 4 e, Sectie E., nr. 731G2 van de stad Genk, ter plaatse Henry Fordlaan 37; Overwegende dat het verzoek het volgende omvat: - de voorwaarden waarvan de wijziging wordt gevraagd: lozingsnormen opgelegd onder artikel 4, 2.2. van het besluit van de deputatie van 19 maart 2008 - de nieuw gevraagde voorwaarden: wijziging van de norm (emissiegrenswaarde) voor de parameter kobalt van 0,01 mgl (na een termijn van drie jaar) naar 0,03 mgl (vanaf 19 maart 2011); Gelet op de volgende vergunningen en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van bovenvermelde inrichting reeds werden getroffen en waarop de voorgestelde wijziging van voorwaarden invloed zal hebben: - besluit d.d. 19 maart 2008 van de deputatie, voor het verder exploiteren en veranderen van een inrichting (drukkerij) die decorpapieren bedrukt voor toepassing in onder andere de meubelindustrie, de interieurinrichting, voor panelen en laminaatvoeren, voor een termijn van twintig jaar; - besluit d.d. 5 maart 2009 van de deputatie, waarbij akte werd genomen van de mededeling inzake de verandering (uitbreiding en wijziging) van de vergunde inrichting, voor een termijn eindigend op 19 maart 2028; 113
- besluit d.d. 14 mei 2009 van de deputatie waarbij een gunstig gevolg werd gegeven aan het verzoek voor het wijzigen van de lozingsnorm voor sulfiet; - besluit d.d. 27 januari 2011 van de deputatie, waarbij akte werd genomen van de mededeling inzake de uitbreiding en wijziging van de vergunde inrichting; Gelet op het schrijven d.d. 15 december 2010, waarbij de exploitant in kennis werd gesteld van zijn verzoek om de opgelegde exploitatievoorwaarden te wijzigen; 213
Gelet op de brief d.d. 15 december 2010, waarbij aan de burgemeester van de stad Genk werd gevraagd over te gaan tot het organiseren van een openbaar onderzoek i.v.m. het verzoek tot wijziging van de exploitatievoorwaarden; Gelet op de brieven d.d. 15 december 2010, waarbij conform artikel 35, 3 van Vlarem I, door de gemachtigde ambtenaar advies werd gevraagd aan: a) de Provinciale Milieuvergunningscommissie; b) het college van burgemeester en schepenen van en te Genk; Gelet op de brieven d.d. 15 december 2010, waarbij door de secretaris van de Provinciale Milieuvergunningscommissie advies werd gevraagd aan de overheidsorganen die overeenkomstig artikel 20 van Vlarem I advies moeten verlenen i.v.m. milieuvergunningsaanvragen; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat het verzoek tot wijziging van de exploitatievoorwaarden de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 en artikel 45 4bis van Vlarem I; Gelet op het P.V. d.d. 24 januari 2011 van sluiting van het openbaar onderzoek, waaruit blijkt dat geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het ongunstig advies d.d. 26 januari 2011 van het college van burgemeester en schepenen van Genk, voor wijziging van de lozingsnorm voor kobalt van 0,01 mgl (na een termijn van drie jaar) naar 0.03 mgl of 30 µgl vanaf 19-03-2011, omwille van de volgende overwegingen: - dat aan de hand van een eindrapport milieurelevantie bij overschrijding van emissiegrenswaarden en beschrijving van de achtergronddocumenten voor water in opdracht van LNE de PNEC-waarde (=predicted no effect concentration) is opgezocht; dat een aanname van een veiligheidsfactor van 10 X PNEC een aanduiding geeft van de maximale lozingsnormen om het aquatisch leven in stand te houden; dat bij het overlopen van de gevraagde lozingsnorm er voor kobalt 0,60 µgl als PNEC-waarde is gevonden; - dat vanuit gezondheidsstandpunt kobalt mogelijk kankerverwekkend is voor de mens en dat het huidige verzoek dient om de illegale toestand te legaliseren; - dat de VMM bevoegd is in deze problematiek; Gelet op het ongunstig advies d.d. 31 januari 2011 van de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg wat de vraag betreft tot wijziging van voorwaarden, die erop neerkomt dat er voor de parameter kobalt een hogere emissiegrenswaarde in de milieuvergunning wordt ingeschreven i.c. 0,03 mgl i.p.v. 0,01 mgl en dit vanaf 19 maart 2011; dat hiervoor de volgende overwegingen worden aangehaald: - overwegende dat de NV Chiyoda Europa bij besluit van de deputatie van 19 maart 2008 werd vergund voor de lozing van 4 m³ u - 27 m³ dag 4.600 m³jaar bedrijfsafvalwater via een afvalwaterzuiveringsinstallatie (fysico-chemische behandeling met filterpers) in de openbare riolering (RWZI Genk); dat dit bedrijfsafvalwater afkomstig is van de rotogravuredrukkerij (het reinigen van met inkt bevuilde materialen op het einde van de productie enkel watergedragen drukinkten); dat dit bedrijfsafvalwater dient te voldoen aan de algemene normen voor lozing in riolering, de lozingsnormen van de afdeling 5.3.2 en de bijlage 5.3.2 alsook aan een aantal bijkomende bijzondere voorwaarden waaronder o.a. een emissiegrenswaarde voor kobalt totaal van 0,10 mgl voor een termijn van 3 jaar tot 19 maart 2011 en een emissiegrenswaarde van kobalt totaal van 0,01 mgl na 19 maart 2011; - overwegende dat volgens het aanvraagdossier het kobalt in het bedrijfsafvalwater afkomstig is van een vloeibare katalysator die aangewend wordt bij het bedrukken van orders met PE-lakken; dat de exploitant in 313
zijn aanvraagdossier niet aantoont dat hij gebruik maakt van de Best Beschikbare Technieken teneinde de aanwezigheid van kobalt in het afvalwater maximaal te voorkomen of te beperken; - overwegende dat kobalt voorkomt op de lijst II grijze stoffen (nr. 17) van de bijlage 2C van het Vlarem titel I wat betekent dat de lozing van deze schadelijke stoffen in het aquatisch milieu dient te worden verminderd overeenkomstig artikel 2.3.6.1. 1.2 van het Vlarem titel II; 413
- overwegende dat er voor kobalt geen basismilieukwaliteitsnorm voor oppervlaktewater is opgenomen in het Vlarem; dat de PNEC-waarde voor Kobalt tot. 0,6 µgl bedraagt (PNEC= Predicted No Effect Concentration); - overwegende dat volgens het besluit van 21 mei 2010 van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6.02.1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, voor wat betreft de milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewateren, waterbodems en grondwater er voor kobalt 0,6 µgl als indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen) is vastgesteld; dat de gemiddelde milieukwaliteitsnorm (JG-MKN of jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm) voor kobalt werd vastgesteld op 0,5 µgl; dat overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 van voormeld besluit standaard de tienvoudige verdunning dient te worden toegepast en derhalve volgende emissiegrenswaarde gunstig geadviseerd kan worden : 0,6 µgl x 10 = 0,006 mgl; dat indien nadere debietsgegevens beschikbaar zijn deze tienvoudige verdunning kan bijgesteld worden; dat dit dient te blijken uit het advies van de VMM; - overwegende dat betrokken besluit in voege is getreden 10 dagen na bekendmaking (i.c. 11.01.2011) in het Belgisch Staatsblad van het besluit van de Vlaamse Regering waarmee de eerste stroomgebiedbeheerplannen voor de stroomgebieden van de Schelde en de Maas werden vastgesteld; dat betrokken besluiten derhalve in voege zijn getreden vanaf 21.01.2011; - overwegende dat gesteld kan worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie, mits naleving van de reglementaire bepalingen van het Vlarem titel II en mits wijziging van de vroeger opgelegde bijzondere voorwaarde, niet tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden; Gelet op het deels gunstig advies d.d. 3 februari 2011 van de VMM voor de wijziging van de lozingsvoorwaarde voor Co, op basis van de volgende overwegingen: - overwegende dat de inrichting met het besluit van de deputatie d.d. 19-03-2008 vergund is voor het lozen van 4 m³uur 27 m³dag 4.600 m³jaar bedrijfsafvalwater op de openbare riolering aan algemene en bijzondere lozingsvoorwaarden, voor een termijn eindigend op 19-03-2028; - overwegende dat voor Co volgende emissiegrenswaarde werd opgenomen in voormeld besluit: Co t 0,1 mgl voor een beperkte termijn van drie jaar Co t 0,01 mgl na een termijn van drie jaar ; dat de verstrenging van de emissiegrenswaarde voor Co m.a.w. in zou gaan op 19-03-2011; - overwegende dat de inrichting deze emissiegrenswaarde als volgt wil wijzigen: Co t 0,03 mgl vanaf 19032011; - overwegende dat de gevraagde wijziging als volgt wordt gemotiveerd: - Co is afkomstig van een katalysator die wordt toegevoegd bij het gebruik van PE-lakken; - met lak verontreinigd materiaal wordt extern gereinigd, enkel contaminaties kunnen in de waterzuiveringsinstallatie terechtkomen; - volgende preventieve maatregelen werden genomen ter reductie van het Co gehalte in het afvalwater: o vanaf 2009 wordt Co onder vorm van vloeibare katalysator aangekocht i.p.v. in poedervorm (die dan moest worden opgelost in water en zo via de recipiënten voor Co in het afvalwater zorgde) o het aantal orders met PE-lakken werd systematisch gereduceerd en zal verder worden gereduceerd; - uit de meetgegevens blijkt duidelijk een reductie van de Co concentratie in het afvalwater t.g.v. de genomen maatregelen, maar uit de meetgegevens van na doorvoering van alle maatregelen blijkt dat de norm van 0,01 mgl in 4 van de 17 keer toch wordt overschreden (m.n. 0,019 mgl, 0,021 mgl, 0,031 mgl en 0,014 mgl); 513
- overwegende dat het bedrijfsafvalwater wordt gezuiverd via een batchgewijze fysico-chemische waterzuiveringsinstallatie met dosering van polyaluminium coagulant PAX 14 en kalkmelk, met filterpers en met finale ph en turbiditeitscontrole; - overwegende dat de milieukwaliteitsnorm voor Co 0,0005 mgl bedraagt voor Co opgelost (of omgerekend 0,0006 mgl voor Co t cf. indelingscriterium); dat de aangevraagde norm een factor 50 hoger ligt dan deze milieukwaliteitsnorm; - overwegende dat het reductieprogramma gevaarlijke stoffen en artikel 2.3.6.1 4 van Vlarem II bepalen dat voor alle gevaarlijke stoffen sanering aan de bron, progressieve vermindering en het halen van de milieukwaliteitsnorm het uitgangspunt is, waarbij bij ontbreken van concrete verdunningsgegevens van de ontvangende waterloop- standaard de tienvoudige verdunning kan worden toegepast en BBT steeds het minimale kader vormt waarbinnen vergunningsvoorwaarden moeten worden vastgesteld; 613
- overwegende dat het bedrijfsafvalwater via de openbare riolering op de RWZI Genk wordt geloosd; dat RWZI s niet ontworpen zijn om gevaarlijke stoffen te verwijderen uit het afvalwater; dat de gevaarlijke stoffen indien ze al deels gecapteerd worden in de RWZI- het RWZI slib verontreinigen en de afzet hiervan bemoeilijken; - overwegende dat het bedrijf reeds een reeks maatregelen heeft doorgevoerd die tot een reductie van de Co emissie hebben geleid, maar dat er nog piekconcentraties voorkomen tot boven de vooropgestelde en aanvaardbaar geachte norm van 0,01 mgl; dat de aangevraagde norm aanvaard kan worden, gelet op het reeds gevoerde onderzoek, maar slechts voor beperkte termijn gelet op de toxiciteit van de stof; dat het bedrijf binnen deze termijn verder onderzoek dient te voeren naar herkomst en preventie en indien nodig verwijdering van Co; - dat de VMM adviseert de emissiegrenswaarde voor Co t uit artikel 4 2.2 van het besluit van de deputatie d.d.2008-03-19, namelijk: Co t 0,1 mgl voor een beperkte termijn van drie jaar Co t 0,01 mgl na een termijn van drie jaar te vervangen door: Co t 0,1 mgl tot 19-03-2011 Co t 0,03 mgl van 19-03-2011 tot 19-03-2013 Co t 0,01 mgl vanaf 19-03-2013 ; Gelet op de bespreking van dit dossier in de Provinciale Milieuvergunningscommissie, waarbij het volgende werd gesteld: - het verzoek omvat de vraag tot wijziging (versoepeling) van de lozingsnorm voor kobalt in die zin dat vanaf 19 maart 2011 een emissiegrenswaarde geldt van 0,03 mgl i.p.v. van 0,01 mgl (zoals opgelegd in artikel 4, 2.2. van het besluit van de deputatie van 19 maart 2008); - het openbaar onderzoek heeft geen aanleiding gegeven tot bezwaren; - het college van burgemeester en schepenen en de afdeling Milieuvergunningen geven een negatief advies omdat volgens de PNEC-waarde en volgens de inmiddels goedgekeurde milieukwaliteitsnormen voor kobalt een norm geldt van 0,6 µg; bij toepassing van een tienvoudige verdunning kan derhalve slechts gunstig advies worden gegeven voor een emissiegrenswaarde van 0,6 µgl x 10 = 0,006 mgl; beide adviesinstanties merken ook op dat de VMM bevoegd is in deze problematiek; - de VMM geeft een deels gunstig advies voor de gevraagde wijziging in die zin dat de aangevraagde norm van 0,03 mgl kan aanvaard worden voor een beperkte termijn van twee jaar (tot 19 maart 2013, waarna een emissiegrenswaarde van 0,01 mgl moet gerespecteerd worden); - VMM argumenteert in haar advies dat de aangevraagde norm aanvaard kan worden, gelet op het reeds gevoerde onderzoek, maar slechts voor beperkte termijn gelet op de toxiciteit van de stof; binnen deze termijn van twee jaar dient verder onderzoek gevoerd te worden naar herkomst en preventie en indien nodig verwijdering van Co; bovendien gebeurt de lozing in de riolering op de RWZI en betreft het een relatief beperkt debiet; - een afvaardiging van het bedrijf wordt gehoord; ze kunnen zich vinden in het voorstel van de VMM; momenteel wordt kobalt in de vorm van een vloeibare katalysator toegevoegd bij het gebruik van molyesterlakken; deze polyesterlak wordt omwille van zijn eigenschap en om economische redenen gebruikt bij het vervaardigen van meubelfolies; men wil het gebruik van deze polyersterlakken in de toekomst terugschroeven maar hiervoor dienen de nodige testen uitgevoerd te worden en is studie vereist; aangezien dit onderzoek circa twee jaar in beslag zal nemen, kan men zich vinden in het voorstel van de VMM; - de afgevaardigden van de stad Genk en de afdeling Milieuvergunningen gaan akkoord met het voorstel van de VMM; 713
Gelet op het unaniem gunstig advies d.d. 21 februari 2011 van de PMVC voor het wijzigen van de emissiegrenswaarde voor Co als volgt: Co t 0,1 mgl tot 19-03-2011 Co t 0,03 mgl van 19-03-2011 tot 19-03-2013 Co t 0,01 mgl vanaf 19-03-2013; Gelet op de ligging van de inrichting in een industriegebied volgens het gewestplan Hasselt-Genk; 813
Overwegende dat de NV Chiyoda Europa voor haar vestiging in de Henry Fordlaan te Genk, bij besluit van de deputatie van 19 maart 2008, werd vergund voor ondermeer de lozing van 4 m³ u - 27 m³ dag 4.600 m³jaar bedrijfsafvalwater via een afvalwaterzuiveringsinstallatie (fysico-chemische behandeling met filterpers) in de openbare riolering van de Henry Fordlaan; dat deze riolering is aangesloten op de RWZI Genk (centraal gebied); dat het bedrijfsafvalwater conform de verkregen vergunning dient te voldoen aan algemene en bijzondere lozingsvoorwaarden (emissiegrenswaarden); dat voor de parameter kobalt onder artikel 4 2 punt 2 van dit besluit, als bijzondere lozingsvoorwaarde, volgende emissiegrenswaarde werd opgenomen: - Co t 0,1 mgl voor een beperkte termijn van drie jaar - Co t 0,01 mgl na een termijn van drie jaar; Overwegende dat het ingediende verzoek van de exploitant de vraag omvat om de in de milieuvergunning onder artikel 4, 2, punt 2 opgelegde lozingsnorm voor de parameter kobalt te wijzigen, wat erop neerkomt dat er voor de parameter kobalt een hogere emissiegrenswaarde in de milieuvergunning wordt ingeschreven, namelijk 0,03 mgl i.p.v. 0,01 mgl en dit vanaf 19 maart 2011; Overwegende dat de exploitant zijn verzoek motiveert met de argumentatie dat het kobalt in het bedrijfsafvalwater afkomstig is van een vloeibare katalysator die aangewend wordt bij het bedrukken van orders met PE-lakken; dat deze polyesterlak om reden van zijn eigenschap en om economische redenen wordt gebruikt; dat al preventieve maatregelen werden genomen ter reductie van het kobaltgehalte in het afvalwater doordat vanaf 2009 Co onder vorm van vloeibare katalysator wordt aangekocht i.p.v. in poedervorm en het aantal orders met PElakken systematisch werd gereduceerd en nog verder zal worden gereduceerd; dat uit de beschikbare meetgegevens duidelijk een reductie blijkt van de Co concentratie in het afvalwater t.g.v. de genomen maatregelen, maar dat deze gegevens echter ook uitwijzen dat de norm van 0,01 mgl in 4 van de 17 keer toch wordt overschreden; Overwegende dat het advies van de VMM uitwijst dat het bedrijf reeds een reeks maatregelen heeft doorgevoerd die tot een reductie van de Co emissie hebben geleid, maar dat er nog piekconcentraties voorkomen tot boven de vooropgestelde en aanvaardbaar geachte norm van 0,01 mgl; dat volgens de VMM de aangevraagde norm aanvaard kan worden rekening houdende met het reeds gevoerde onderzoek; dat gelet op de toxiciteit van de stof de aangevraagde norm van Co t 0,03 mgl maar tijdelijk voor beperkte termijn van twee jaar kan toegestaan worden; dat het bedrijf binnen deze termijn verder onderzoek dient te voeren naar herkomst en preventie en indien nodig verwijdering van Co; dat tijdens de hoorzitting in de PMVC een afvaardiging van het bedrijf meedeelde dat ze het voorstel van de VMM kan bijtreden; dat het bedrijf zich engageert het gebruik van de polyersterlakken in de toekomst terug te schroeven, maar hiervoor bijkomende studie en onderzoek vereist is, wat circa twee jaar in beslag zal nemen; Overwegende dat het bovenvermelde ongunstige advies van de afdeling Milieuvergunningen niet meer in aanmerking moet genomen worden aangezien zij haar advies tijdens de bespreking van dit dossier in de PMVC heeft herzien en zich aansluit met het voorstel van de VMM; dat ook het college van burgemeester en schepenen in het uitgebrachte advies opmerkt dat de VMM bevoegd is in deze problematiek; Overwegende dat, vanuit oogpunt van milieuaspecten, aan het verzoek tot wijziging van de lozingsnorm van kobalt een gedeeltelijk gunstig gevolg kan worden gegeven door het vervangen van de emissiegrenswaarde voor Co t, opgelegd in artikel 4 2, punt2 van het besluit van de deputatie van 2008-03-19, door de norm zoals voorgesteld in het advies van de VMM en de PMVC, namelijk: Co t 0,1 mgl tot 19-03-2011 913
Co t 0,03 mgl van 19-03-2011 tot 19-03-2013 Co t 0,01 mgl vanaf 19-03-2013 ; Gehoord het verslag van Frank Smeets, lid van het college; 1013
BESLUIT Artikel 1 Aan het verzoek van de NV CHIYODA EUROPA, Henry Fordlaan 37 te 3600 GENK, strekkende tot het wijzigenaanvullen van de exploitatievoorwaarden, opgelegd in het milieuvergunningsbesluit d.d. 19 maart 2008 van de deputatie, i.v.m. het exploiteren van een inrichting (drukkerij) die decorpapieren bedrukt voor de toepassing in onder andere de meubelindustrie, de interieurinrichting, voor panelen en laminaatvloeren, op de kadastrale percelen, afdeling 4 e, Sectie E., nr. 731G2 van de stad Genk, ter plaatse Henry Fordlaan 37, wordt EEN GEDEELTELIJK GUNSTIG GEVOLG gegeven. Artikel 1 bis De exploitatievoorwaarden, opgelegd in bovenvermeld vergunningsbesluit d.d. 19 maart 2008, worden als volgt gewijzigd: 1. De emissiegrenswaarde voor Co t vermeld in artikel 4 2, punt 2 van dit besluit, namelijk: Co t 0,1 mgl voor een beperkte termijn van drie jaar Co t 0,01 mgl na een termijn van drie jaar wordt vervangen door: Co t 0,1 mgl tot 19-03-2011 Co t 0,03 mgl van 19-03-2011 tot 19-03-2013 Co t 0,01 mgl vanaf 19-03-2013. De in deze beslissing vermelde exploitatievoorwaarden zijn onmiddellijk van toepassing vanaf het ogenblik dat een inrichting wordt geëxploiteerd (dus in gebruik is genomen) tenzij in de voorwaarden zelf anders wordt bepaald. Artikel 1 ter Alle andere bepalingen van het besluit van 19 maart 2008 en volgende blijven ongewijzigd van kracht. Artikel 2 Een afschrift van onderhavig besluit zal AANGETEKEND worden gezonden aan: 1. voor BEKENDMAKING (aanplakking) aan de burgemeester van en te Genk. De burgemeester is belast met de bekendmaking (aanplakking) van de beslissing overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk IX, artikel 45 4 en 4bis laatste lid en artikel 35 5 van Vlarem I. 2. voor KENNISNEMING aan: a) de aanvrager, met name de NV CHIYODA EUROPA, Henry Fordlaan 37 te 3600 GENK b) de Afdeling Milieu-inspectie - Limburg, Koningin Astridlaan 505 te 3500 HASSELT c) het college van burgemeester en schepenen van en te Genk d) de Provinciale Milieuvergunningscommissie e) de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, Koningin Astridlaan 505 te 3500 HASSELT f) het Agentschap R-O Vlaanderen, Ruimtelijke Ordening, Koningin Astridlaan 501 te 3500 HASSELT g) de OVAM, Stationsstraat 110 te 2800 MECHELEN h) de VMM, A. Van de Maelestraat 96 te 9320 EREMBODEGEM i) de NV AQUAFIN, Dijkstraat 8 te 2630 AARTSELAAR j) het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, Afdeling Toezicht Volksgezondheid, Koningin Astridlaan 507 te 3500 HASSELT k) de FOD WASO, Toezicht op het Welzijn op het Werk Directie Limburg, TT 14, Sint-Jozefstraat 10.10 te 3500 HASSELT 1113
l) het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk van de NV CHIYODA EUROPA, Henry Fordlaan 37 te 3600 GENK 1213
Artikel 3 Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig artikel 26 van het Milieuvergunningsdecreet en artikel 54 van Vlarem I, een beroep worden ingediend bij de Vlaamse regering, gericht aan de Vlaamse minister van Leefmilieu, p.a. Afdeling Milieuvergunningen, Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 Brussel. Het beroep moet worden ingediend met een aangetekend schrijven binnen een termijn van dertig kalenderdagen - voor de in artikel 49 1, 1 en 3 van Vlarem I vermelde personen en instanties (aanvrager en adviesverlenende overheidsorganen) en het schepencollege, na de dag van verzending of afgifte van een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing - voor de in artikel 49 1, 2 van Vlarem I vermelde gouverneur van de provincie, na de dag dat onderhavige beslissing werd getroffen - voor de in artikel 49 1, 4 van Vlarem I vermelde personen, na de dag van aanplakking (openbare bekendmaking) van de beslissing. Het beroepschrift moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, vergezeld zijn van een kopie van het attest bedoeld in artikel 31 4 van Vlarem I. Aanwezig: Herman Reynders, gouveneur-voorzitter; Marc Vandeput, Walter Cremers, Gilbert Van Baelen, Frank Smeets, Jean-Paul Peuskens, leden; Renata Camps, provinciegriffier Hasselt d.d. 2011-03-31 De verslaggever, get. Frank Smeets De provinciegriffier, get. Renata Camps De gouverneur-voorzitter, get. Herman Reynders Voor eensluidend afschrift namens de provinciegriffier Frank Vranken bestuursdirecteur 1313