Handreiking schoolexamens vmbo. SLO nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling. Handreiking schoolexamens Instalektro vmbo

Vergelijkbare documenten
Examenprogramma instalektro

Examenprogramma elektrotechniek

Examenprogramma metalektro

Handreiking schoolexamens vmbo. SLO nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling. Handreiking schoolexamens Elektrotechniek vmbo

Examenprogramma installatietechniek

0. Inhoud. *) Niet opgenomen in deze uitgave

Examenprogramma metaaltechniek

0. Inhoud. *) Niet opgenomen in deze uitgave

PTA vakcollege techniek BBL - Statenkwartier - cohort

PTA vakcollege techniek BBL Statenkwartier cohort

Handreiking schoolexamens vmbo. SLO nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling. Handreiking schoolexamens Voertuigentechniek vmbo

Mededeling vaststelling syllabi centraal examen vmbo 2008 en 2009

Examenprogramma handel en administratie

Examenprogramma consumptief-bakken

Examenprogramma voertuigentechniek

examenprogramma s vo AANVULLING BEROEPSGERICHTE VAKKEN VOORTGEZET ONDERWIJS vmbo

Examenprogramma Engelse taal

Examenprogramma beeldende vorming

Examenprogramma grafische techniek

Examenprogramma mode en commercie

Examenprogramma produceren, installeren en energie

Referentie kader. praktijk

0. Inhoud. *) Niet opgenomen in deze uitgave

Profieldelen. De kandidaat kan: 1. een ontwerpvraagstuk analyseren, beschrijven en het ontwerp schetsen,

Examenprogramma administratie

Examenprogramma maatschappijleer

Examenprogramma Nederlandse taal vmbo vanaf het CE 2014

Examenprogramma consumptief-breed

Referentie kader. 1 e helft van: P/PIE/1.1.2 t/m P/PIE/1.4.3 en P/PIE/4.1.1 t/m P/PIE/4.1.7, P/PIE/4.2.2 t/m P/PIE/ praktijk

Pagina 1 van 5. Examenprogramma produceren, installeren en energie

1. Preambule De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn:

De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn

De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn

1. Preambule De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn

0. Inhoud. *) Niet opgenomen in deze uitgave

Examenprogramma Friese taal en cultuur

Examenprogramma bouwtechniek-metselen

Programma van Toetsing en Afsluiting beroepsgerichte vakken. Technisch College Velsen. Examen periode :

Examenprogramma drama

Handreiking schoolexamens vmbo. SLO nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling. Handreiking schoolexamens Bouwtechniek Breed vmbo

Handreiking schoolexamens vmbo. SLO nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling. Handreiking schoolexamens Bouwtechniek Metselen vmbo

Regeling vaststelling examenprogramma s v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. en v.b.o.

PTA techniek breed Bohemen cohort

Handreiking schoolexamens vmbo. SLO nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling. Handreiking schoolexamens Bouwtechniek Fijnhoutbewerking

Examenprogramma zorg-en-welzijn-breed

Examenprogramma muziek

Examenprogramma bouw-breed

Examenprogramma Profielvak: dienstverlening & producten

Handreiking schoolexamens vmbo. SLO nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling. Handreiking schoolexamens Bouwtechniek Schilderen vmbo

1. Preambule De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn

Handreiking schoolexamens vmbo. SLO nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling. Handreiking schoolexamens Bouwtechniek Timmeren vmbo

Examenprogramma geschiedenis en staatsinrichting vmbo

Vmbo. Wat je als professional moet weten over kunst en cultuur in het vmbo.

Examenprogramma bouwtechniek-schilderen

Pagina 1 van 5. Examenprogramma Profielvak: dienstverlening & producten. De kern

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PTA techniek breed BBL Statenkwartier cohort

Examenprogramma verzorging

Examenprogramma economie

Examenprogramma en syllabus Elektrotechniek, BB, KB, GL, 2010

Toetsvorm Schriftelijke toets, praktische opdracht, mondeling, digitale toets, Schriftelijke en. praktische toets. Praktische opdracht

Examenprogramma geschiedenis en staatsinrichting

Instalektro Syllabus BB, KB en GL centraal examen 2008 en 2009

Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo

Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

Handreiking schoolexamens. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Sport, Dienstverlening en Veiligheid vmbo

Examenprogramma handel en verkoop

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Examenprogramma maatschappijleer II

Onder de loep: het centraal schriftelijk en praktisch examen (cspe) voor het vmbo landbouw-breed 2010 en 2011

Scholingsmiddag Consortium Beroepsonderwijs Jan van Hilten, 4 december 2014

Examenprogramma lichamelijke opvoeding 1

Structuur beroepsgericht vmbo Jacqueline Kerkhoffs, Rob Abbenhuis April 2017

Landelijke Onderwijsdag Techniek vmbo en mbo Thema: Sterk Beroepsonderwijs 31 mei 2018

Het nieuwe vmbo. Talenten laten groeien. de Ambelt. Gentiaan College. Januari 2017 versie: 1.0. Pagina 1 van 11

2. Het examen. Voor de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg is geen examenprogramma vastgesteld.

Examenprogramma mobiliteit en transport

Preview PTA in één dag voor platform BWI

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010

Friese taal en cultuur HAVO. Syllabus centraal examen 2011

Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

Examenprogramma natuur- en scheikunde I

Beeldende vakken HAVO

Dekkend examineren in het schoolexamen Landelijke studiedag Platform vmbo BWI Woensdag 7 juni 2017 Jan van Hilten, SLO

Voorwoord. B e s t e le e r l i n g e n o u de r s / v e r z o r g e r s,

Examenprogramma aardrijkskunde vmbo vanaf schooljaar

Handreiking schoolexamens. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. ICT-route vmbo

Boxenoverzicht LINK2 Handel & Administratie Versie juni 2008

Nederlandse taal Syllabus BB, KB en GT centraal examen 2010

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

Examenprogramma biologie

Knettergekke kettingreactie Thema: Wat doet een technicus

Examenprogramma economie en ondernemen

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

Examenprogramma horeca bakkerij en recreatie

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO. Syllabus centraal examen 2015

Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

AGRARISCHE TECHNIEK VMBO. Syllabus centraal examen 2016

Transcriptie:

Handreiking schoolexamens vmbo SLO nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling Handreiking schoolexamens Instalektro vmbo

Handreiking schoolexamens Instalektro vmbo Vmbo/4145/D/07-1233 Augustus 2007

Verantwoording 2007 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Auteurs: Jan van Hilten Eindredactie: John Hendriks In opdracht: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Besteladres SLO, Stichting Leerplanontwikkeling Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon (053) 4840 477 Internet: www.slo.nl/vmbo

Inhoud 1. Status van de handreiking 5 2. Verschil tussen het oude en het herziene examenprogramma 7 3. Mogelijke invulling van het schooldeel 9 3.1 He schoolexamen tegen het licht 9 4. Vormen van toetsen en suggesties voor de weging 13 5. Loopbaanoriëntatie en -begeleiding 17 5.1 Informatiegerichte leeromgeving 17 5.2 Loopbaangerichte leeromgeving 18 5.3 Leerlingen en ervaren beroepsbeoefenaars 6. Mogelijke vakkenintegratie 21 6.1 Inleiding 21 6.2 Dezelfde taal spreken 21 Bijlage 1 Geglobaliseerd examenprogramma 25 Bijlage 2 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 3 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 4 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 5 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 6 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

1. Status van de handreiking Het zal weinigen zijn ontgaan: de examenprogramma's voor het vmbo zijn globaler geformuleerd. De 'oude' examenprogramma's dateren alweer uit de tweede helft van de jaren negentig. En, bij de destijds heersende opvatting over de rol van de overheid in de aansturing van het onderwijs hoorden examenprogramma's met gedetailleerd voorgeschreven inhouden. Deze aansturingsfilosofie past niet meer in deze tijd waarin de overheid de autonomie van de scholen hoog in het vaandel heeft staan en meer ruimte aan de scholen wil toekennen. Het globaal formuleren van de examenprogramma's heeft betrekking op de wijze waarop de eindtermen zijn uitgeschreven. Voor alle vakken en beroepsgerichte programma's bestaat een exameneenheid in de meeste gevallen nog maar uit één eindterm, waarin de inhoud van de betreffende exameneenheid is samengevat. Dit heeft geresulteerd in eindtermen die algemener en op een hoger abstractieniveau zijn geformuleerd. Omdat de herziening alleen betrekking heeft op een globalere omschrijving van de exameneisen, is het globale examenprogramma al van toepassing vanaf het examenjaar 2007. In juni jl. heeft de staatssecretaris de herziene examenprogramma's vastgesteld. De programma's zijn door het ministerie van OCW toegestuurd aan alle scholen voor voortgezet onderwijs. Ook zijn ze te downloaden van de website Het Examenblad: www.examenblad.nl Eenderde deel van het examenprogramma wordt centraal getoetst. Vanaf 2007 betreft dit een vast deel. Het roulatiesysteem dat sommige vakken kenden is daarmee verleden tijd. Voor de exameneenheden die centraal getoetst worden is voor elk vak en beroepsgericht programma een syllabus opgesteld. De syllabus beschrijft van elke exameneenheid welke concretere inhouden tot de eindterm gerekend worden. Al deze concretiseringen zijn onder de noemer 'klein onderhoud' tegen het licht gehouden en waarnodig bijgesteld. Dat heeft geresulteerd in geactualiseerde inhouden die voorschrijvend van aard zijn voor zowel makers van de opgaven voor het centraal examen als voor docenten. De omschrijvingen in de syllabus worden met ingang van het examenjaar 2007 centraal geëxamineerd. Begin juli 2007 hebben alle vmbo-scholen een pakket syllabi toegestuurd gekregen voor de vakken/programma's waarin de leerling examen doen. De syllabi zijn te downloaden van de website van het CEVO: www.examenblad.nl. Voor de exameneenheden die met een schoolexamen afgesloten worden (tweederde deel van het examenprogramma) zijn alleen de globaal geformuleerde eindtermen vastgesteld. De scholen hebben daardoor ruimte voor het maken van eigen inhoudelijke keuzes voor de concretisering van die eindtermen, maar zijn niet verplicht van die geboden ruimte gebruik te maken. Voor scholen die de geboden ruimte wel willen benutten, is de voorliggende handreiking gemaakt die niet voorschrijvend is, maar bedoeld is om docenten ideeën aan te reiken. De handreiking is te downloaden van de website van SLO: www.slo.nl. Jacqueline Kerkhoffs, Programmamanager vmbo/mbo SLO, Enschede, juli 2007 5

2. Verschil tussen het oude en het herziene examenprogramma Veranderingen in de algemene beschrijving van het examenprogramma. Het herziene examenprogramma voor Instalektro wordt, net als voor ieder ander programma, beschreven in drie documenten: 1. Een in de wet verankerd examenprogramma beschreven in globale eindtermen. De globale eindtermen zijn terug te vinden in bijlage 1. Ter illustratie staan hieronder een voorbeeld. Voorbeeld van een globale eindterm uit het examenprogramma Instalektro IE/K/5 Inleiding op het leidingnet in de woning 17 De kandidaat kan voor een huisinstallatie, op een montagebord schakelaars, wandcontactdozen en een basislichtschakeling monteren en aansluiten volgens gangbare installatiesystemen: tekeningen en schema s lezen en interpreteren fouten zoeken en verhelpen In het geglobaliseerde examenprogramma zijn de eindtermen op hoofdlijnen geformuleerd. De globalisering van de eindtermen heeft geen gevolgen voor de indeling in exameneenheden. Die hebben geen wijziging ondergaan. Een uitzondering hierop vormt het centraal examen voor de Gemengde Leerweg. Voor de sector Techniek is besloten om een aantal programma s samen te voegen. Er wordt één centraal examen opgesteld voor het cluster Bouwtechniek (timmeren, metselen, schilderen en afwerkingstechnieken, fijnhoutbewerken en bouwbreed) en één voor het cluster MEI (metaaltechniek, metalektro, elektrotechniek, instalektro en installatietechniek). De scholen zijn vrij om hun keuze te maken voor een eigen invulling van het schooldeel. De keuzes van scholen kan tot gevolg hebben dat leerlingen meer in de richting van een afdelingsprogramma worden opgeleid. Dit betekent in de praktijk, dat leerlingen opgeleid kunnen worden in één van de onderliggende afdelingsprogramma s maar het CSPE MEI afleggen. De specifieke beroepsvaardigheden zullen dus vooral in het schoolexamen moeten worden getoetst terwijl de algemene vaardigheden nadrukkelijker aan bod komen in het centrale examen. Voor de overige afdelingsprogramma s Voertuigentechniek, Transport en Logistiek en Grafimedia worden afzonderlijke examens voor de gemengde leerweg gemaakt. 2. Voor het centraal examen is een syllabus opgesteld waarin de eindtermen in detail worden beschreven. De inhoud is vrijwel gelijk aan de inhoud van het oude examenprogramma. 3. Voor het schoolexamen is een handreiking uitgewerkt waarin mogelijkheden worden beschreven die de school heeft voor de invulling. Deze handreiking ligt hier voor u. Het eindexamenprogramma en de syllabus is voorschrijvend van karakter. Op basis hiervan worden de centrale examens gemaakt. De handreiking is niet voorschrijvend. Deze is te zien als een 'servicedocument' voor scholen om de mogelijkheden die zijn ontstaan voor het schoolexamen toe te lichten. 7

De verdeling van de examenstof over centraal examen en schoolexamen voor het afdelingsprogramma Instalektro ziet er als volgt uit: Exameneenheden CE Moet op SE BB KB GL IE/K/1 Oriëntatie op instalektro BB/KB /GL IE/K/2 Professionele vaardigheden BB/KB /GL IE/K/3 Technische informatica BB/KB Mag op SE IE/K/4 Inleiding op de infrastructuur BB/KB IE/K/5 Inleiding op het leidingnet in de woning BB/KB IE/K/6 Inleiding op het afmonteren in de woning BB/KB IE/K/7 Inleiding op het leidingnet in de utiliteitsbouw BB/KB IE/K/8 Inleiding op elektrische toestellen en machines in de BB/KB utiliteitsbouw IE/K/9 Inleiding op monteren en bekabelen BB/KB GL IE/K/10 Basisbewerking: buisbewerking BB/KB IE/K/11 Hardsolderen BB/KB IE/K/12 Watertechniek BB/KB IE/K/13 Sanitairtechniek BB/KB IE/K/14 Verwarmingstechniek BB/KB IE/K/15 Elektronica KB/GL IE/K/16 Automatiseren KB/GL IE/K/17 Telematica KB/GL IE/K/18 CAD KB/GL IE/K/19 Installaties in de woning GL IE/V/1 Integratieve opdracht KB BB = Basisberoepsgerichte leerweg K B = Kaderberoepsgerichte leerweg GL = Gemengde leerweg CE = Centraal examen SE = Schoolexamen Voor het schoolexamen gelden de eisen zoals geformuleerd in de geglobaliseerde eindtermen en niet op het niveau van de syllabus. Hiermee is in vergelijking met het oude examenprogramma de ruimte die scholen hebben voor de invulling van het schoolexamen groter geworden. Aan de school wordt de vrijheid gegeven om zelf de accenten te leggen. Deze accenten kunnen liggen op specifiek regionaal aanbod, op doorlopende leerwegen, op specifieke wensen en talenten van de leerling. Belangrijk bij het leggen van accenten is te letten op de doorstroom naar de verschillende kwalificatieniveaus van het MBO. De basisberoepsgerichte leerweg stroomt door naar niveau 2 en de kaderberoepsgerichte leerweg en gemengde leerweg naar de niveaus 3 of 4. Bij de programma's binnen de sector Techniek laten de exameneenheden K1 en K2 een uitwerking van de vaardigheden van de preambule zien. Vanuit het mbo wordt veel waarde gehecht aan de vaardigheden zoals in de exameneenheden K1 en K2 zijn beschreven. Natuurlijk moeten deze exameneenheden zoveel mogelijk worden vervlochten met de lessen, lesmethoden en praktijkopgaven. Mogelijkheden voor vakkenintegratie, toetsing en LOB zijn te lezen in de hoofdstukken 4 t/m 6 van deze handreiking. 8

3. Mogelijke invulling van het schooldeel De exameneenheden voor het schoolexamen hebben geen wijziging ondergaan. Deze blijven dezelfde als ze waren. Vanaf 2007 gaat het om vaste exameneenheden in het centraal examen en het schoolexamen. Het roulatiesysteem bestaat niet meer. Wel mogen scholen eigen exameneenheden toevoegen aan het gedeelte voor het schoolexamen. Op deze manier kan het examenprogramma een regionale invulling krijgen. In de exameneenheden voor het centraal examen is "klein onderhoud" verricht maar zodanig dat de aanpassingen niet hoeven te leiden tot herschrijven van de methoden. Het betreft aanpassingen in de taal en/of aanpassingen in de technische ontwikkelingen. Alle exameneenheden van het centraal examen mogen ook in het schoolexamen getoetst worden. Dat hoeft niet op dezelfde wijze te gebeuren als op het centraal examen. Dezelfde exameneenheid kan dus op het schoolexamen op een andere, op een meer bij de school passende wijze, worden uitgewerkt. Het is goed te realiseren dat als het examen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen en dat de richtlijn is dat het schoolexamen betrekking heeft op 2/3 deel van het examenprogramma en het centraal examen op 1/3 deel. 3.1 Het schoolexamen tegen het licht Vanaf 1 augustus 2007 gelden voor het schoolexamen de eisen zoals deze geformuleerd zijn in de globaal geformuleerde eindtermen. Daarmee is in vergelijking met het oude examenprogramma de ruimte die scholen hebben voor de invulling van het schoolexamen groter geworden: de afdeling heeft een veel grotere vrijheid in het vullen van de opleiding: er wordt veel minder 'landelijk' voorgeschreven. De globalisering van de eindtermen maakt het mogelijk: de theorie en de praktijk beter op elkaar af te stemmen de schoolexamens te laten inspelen op competentiegericht onderwijs; het programma meer af te stemmen op regionale ontwikkelingen de examens flexibel in te richten qua vorm en tijd door de examenperiode over een langere periode in te stellen waardoor het bijvoorbeeld mogelijk is in het voorlaatste jaar examens af te nemen. In het schoolexamen kan Elektrotechniek eigen keuzes maken, bijvoorbeeld: wiskunde/nask1 meer te integreren in het beroepsgerichte programma geïntegreerd te toetsen een andere onderwijskundige vormgeving, bijv. competentiegericht onderwijs en competentiegericht toetsen En om te komen tot doorlopende leer- of ontwikkellijnen, kan de nieuwe inrichting van het schooldeel ook bijdrage aan een betere afstemming met: het regionale vervolgonderwijs: onderwijs dat beter aansluit op de opleidingen van het ROC het regionale bedrijfsleven: onderwijs dat beter aansluit op de regionale arbeidsmarkt. Zo kan een school in een stad met veel grote installatiebedrijven zich meer richten op de bedrijfsinstallaties en een school in een dorp meer op de woningbouw. Op deze manier is de functie van bijv. het portfolio ook veel beter toe te passen: het vervolgonderwijs 'herkent' het 'bewijsmateriaal' van de leerling veel beter Hoewel er steeds gesproken wordt van een schoolexamen is het niet noodzakelijk om één examentoets af te nemen. Het schoolexamen kan ook bestaan uit een verzameling cijfers van afsluitende beoordelingen (summatieve toetsing, zie hoofdstuk 4) en kent bijvoorbeeld de volgende vormen: schriftelijke en mondelinge toetsen (repetitie, overhoring) praktische opdrachten (praktijkopdrachten, werkstukken) buitenschoolse opdrachten (stageopdracht, prestatieopdracht) groepsopdrachten (bedrijfssimulatie, project) De schoolexamens kunnen flexibeler worden ingericht op het gebied van vorm, inhoud en moment van beoordelen. De globalisering van de eindtermen uit het examenprogramma maakt het mogelijk de theorie (algemeen vormend en beroepsvoorbereidend) en de praktijk beter op elkaar af te stemmen. Ook kunnen de schoolexamens beter inspelen op nieuwe vormen van onderwijs, zoals competentiegericht leren. In het schoolexamen kan de Elektrotechniek eigen 9

keuzes maken. Kortom, het geglobaliseerde examenprogramma geeft aanleiding het bestaande schoolexamen eens te bezien door de bril van de het huidige onderwijsbeleid. In het onderstaande voorbeeld zijn vijf verschillende uitwerkingen beschreven die de mogelijkheden laten zien hoe een onderdeel uit het schoolexamen, afhankelijk van de eigen schoolmogelijkheden uitgewerkt kan worden. Voorbeelden van uitwerkingen voor het schoolexamen IE/K/5 Inleiding op het leidingnet in de woning 17D. De kandidaat kan voor een huisinstallatie, op een montagebord schakelaars, wandcontactdozen en een basislichtschakeling monteren en aansluiten volgens gangbare installatiesystemen: tekeningen en schema s lezen en interpreteren fouten zoeken en verhelpen De binnenschoolse opdracht De leerling krijgt een opdracht, installatietekening en een schema en moet de bedoelde schakeling op een montagebord installeren Het project Mevrouw Jansen wil op haar slaapkamer de lamp op twee plaatsen aan en uit kunnen schakelen. Verzin een oplossing voor het probleem Werk de oplossing uit in een schema en een installatietekening Maak de schakeling op het montagebord De bedrijfssimulatie Stel je voor: Je werkt met een collega bij een elektrotechnisch installatiebedrijf. Jullie gaan samen naar mevrouw Jansen die op haar slaapkamer de lamp op twee plaatsen aan en uit wil kunnen schakelen. Verzin samen een oplossing voor het probleem. Werk de oplossing samen uit in een schema en een installatietekening Maak een werkverdeling en maak de schakeling op het montagebord De stage Tijdens je stage ga je met een oudere collega naar mevrouw Jansen om een wisselschakeling te installeren. Voordat je dit kunt maak je de schakeling eerst op een montagebord om te weten hoe het werkt. Zoek de informatie op die je nodig hebt om deze schakeling te maken en installeer de schakeling op een montagebord. De beroepspraktijk Een installatiebedrijf is op de bouw bezig met het installeren van een slaapkamer. Daarin moet een wisselschakeling komen. Je maakt kennis met de opdracht en neemt de installatietekening mee naar school. Jij maakt deze installatie eerst op een montagebord op school. Vervolgens ga je, tijdens de stage deze schakeling, samen met de monteurs maken op de bouwplaats. De gegeven voorbeelden laten de verschillende mogelijkheden zien hoe een onderdeel uit het schoolexamen uitgewerkt kunnen worden. In de onderstaande figuur is weergegeven dat men in het begin van de opleiding (begin 3e leerjaar) veel sturing toepast en dat deze sturing vooral gericht is op het HOE. In de loop van de opleiding zie je dat de materiaalsturing over het HOE afneemt terwijl de zelfsturing toeneemt. Naarmate men vordert in de opleiding neemt de materiaalsturing af en neemt de zelfsturing toe. Het hoe raakt steeds meer bekend en het wat krijgt geleidelijk het gewenste niveau van de eindtermen. De begeleiding neemt niet alleen af, maar verandert inhoudelijk van aard. De complexiteit van de context waarin de opdrachten moeten worden uitgevoerd, neemt toe naarmate de opleiding vordert. 10

11

4. Vormen van toetsen en suggesties voor de weging In het verleden ging het bij de beroepsgerichte programma's meestal om het beoordelen van een product. Door de invoering van het vmbo ontstaat er een beweging waarbij ook het proces wordt beoordeeld. Dat betekent dat naast kennis en beroepsvaardigheden ook algemene vaardigheden en houdingsaspecten een rol gaan spelen bij de beoordeling. In het onderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen een formatieve toets (beoordelen om te leren) en een summatieve toets (beoordelen om te beslissen). Formatieve toetsen doet men om leerlingen verder te helpen, te corrigeren en te sturen en richten zich vaak op deelaspecten. Summatieve toetsen gebruiken we om een eindbeoordeling of een cijfer te verkrijgen waarmee een beslissing genomen kan worden in het verloop van de opleiding. Bij een eindbeoordeling gaat het om een totaaloordeel. Voor het schoolexamen tellen alleen de beoordelingen op summatieve toetsen mee. Voorbeelden van een formatieve toets zijn een: computertoets (met feedback) een mondelinge overhoring een voortgangsverslag of -presentatie montageopdrachten met daarin vaardigheden die later in een groter geheel toegepast worden Al deze vormen zijn bedoeld om de leerling te sturen/ verder te helpen. Voorbeelden van een summatieve toets zijn: proefwerken, eindtoetsen afsluitende computertoets (zonder feedback) afsluitende opdrachten en werkstukken Deze voorbeelden zijn bedoeld om vast te stellen of een leerling een onderdeel kan afsluiten en verder mag met de opleiding. Bij de genoemde toetsvormen is het goed in ieder geval aandacht te schenken aan vier aspecten: Helderheid De leerling dient te weten waarop hij of zij zal worden beoordeeld en hoe zwaar ieder aspect van de beoordeling meetelt. Met andere woorden de eisen waarop het werk van de leerling zal worden beoordeeld moeten in de opdracht worden geformuleerd, duidelijk zichtbaar en helder voor de leerling. Een duidelijke koppeling van eisen en gewicht bij de beoordeling geeft leerlingen daarbij een indicatie voor de planning van de beschikbare tijd. Voorbereiding In de sector techniek gaat het er voor de leerlingen bij de voorbereiding vooral om dat ze eerst nadenken voordat ze iets gaan doen. Hierbij kan gedacht worden aan: een ontwerp, tekening, een werkvoorbereiding, een taakverdeling, een tijdsplanning en een lijst met benodigde materialen en gereedschappen. Hieronder een voorbeeld van een tijdsplanning. Opdracht: Slaapkamer Ik werk: o alleen Naam: Naam: Naam: o samen met: Ik begin op: Datum: Tijd: Ik ben klaar op: Datum: Tijd: 13

Uitvoering Bij de uitvoering gaat het om het proces en product. Voorbeelden zijn: omgaan met machines en apparatuur, meten, monteren, installeren, samenwerken, omgaan met materialen en gereedschappen, veilig werken, enzovoorts. Terugkijken Het gaat bij het terugkijken om het reflecteren door de leerling op het proces en het product. Producteisen kunnen zijn functionaliteit, maatvoering, kwaliteit en afwerking. Proceseisen kunnen zijn de mate van samenwerking, de houding tijdens de uitvoering, het omgaan met medeleerlingen, de docent, enzovoorts. Een voorbeeld van een beoordelingsformulier. Naam opdracht Normtijd 1 Begintijd Eindtijd Criteria Denk aan Maximaal 2 BB KB Beoordeling leerling 3 Beoordeling docent Resultaat Voorbereiden Uitvoering Terugkijken Reflecter en LOB Ontwerp 5 10 Materiaallijst 5 10 Gereedschapslijst 5 10 Werkvolgorde 5 10 Planning 5 10 Werkverdeling 5 10 Maatvoering 10 5 Kwaliteit 10 5 Werking 10 5 Functionaliteit 10 5 Afwerking 10 5 Presentatie 5 10 Verslag 5 10 Beginnen met werk Samenwerken Houding Omgaan met anderen Opruimen Wat vond je van... Wat ging goed? Wat kan beter? Wil je dit later gaan doen? Observatie Beginnerexpert gedrag Korte toelichting bij het beoordelingsformulier: 1. normtijd is de tijd die maximaal aan de opdracht gewerkt mag worden (in mbo spreekt men van Studiebelastinguren; sbu's); 2. het aantal punten dat men maximaal voor dit onderdeel kan scoren. Let op het accentverschil tussen BB en KB; 3. beoordeling leerling: in dit schema is het voor de leerling ook een beoordeling aan zichzelf te geven. Een reflectie op het eigen werkproces. Deze kan vervolgens vergeleken worden met de beoordeling van de docent. Tijdens een pop- of beoordelingsgesprek kunnen eventuele verschillen besproken worden. 14

Er is een verschil gemaakt in het maximaal te behalen punten op de verschillende onderdelen. Op deze manier is het verschil in de leerwegen BB en KB duidelijk zichtbaar en "herkennen" leerlingen het karakter van hun opleiding. Dit is voor de basisberoepsgerichte leerweg veel meer een uitvoerend karakter. Bij de kaderberoepsgerichte leerweg zijn de accenten gelegd bij de voorbereiding, de presentatie en de evaluatie van de opdracht. Het verschil tussen beide leerwegen komt tevens tot uitdrukking in die eindtermen waar gevraagd wordt naar het geven van een 'toelichting'. Aan de leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg wordt dat wel gevraagd, aan de leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg niet. 15

5. Loopbaanoriëntatie en -begeleiding In het examenprogramma heeft de eerste exameneenheid K1 "Oriëntatie op instalektro" betrekking op LOB. Daarbij gaat het erom dat de leerling zich een beeld kan vormen van de belangrijkste aspecten voor zijn toekomstige loopbaan en beroep. EI/K/1 Oriëntatie op Instalektro 1. De kandidaat kan: het werkterrein van de instalektro noemen de functie van de beheer-, keurings- en normalisatie-instituten noemen de branche-organisatie noemen de werkzaamheden van de ondernemer binnen de elektrotechnische en installatietechnische branche noemen de taken van een monteur omschrijven een bewuste keuze maken voor een geschikte vervolgopleiding enige aspecten van technologische ontwikkelingen noemen en is zich bewust van veranderingen die dat heeft voor de beroepspraktijk Leerlingen bepalen hun studie- en beroepskeuze vooral door ervaringen die zij hebben opgedaan. Zij hebben een referentiekader nodig om te weten waarvoor zij kiezen. Het is dan ook belangrijk dat 'loopbaanoriëntatie en -begeleiding' de leerlingen laat kennismaken met de 'echte' beroepspraktijk. Dat stelt hen in de gelegenheid praktische ervaringen op te doen in de beroepspraktijk. Belangrijk daarbij is dat de leerlingen te maken krijgen met typerende situaties. Dit kan door middel van een stage maar ook door een bedrijfsbezoek of een gastles. Het verblijf in de beroepspraktijk zal in belangrijke mate bestaan uit het meelopen met een beroepsbeoefenaar. Daarbij gaat het niet alleen om de vakmatige vaardigheden maar ook om de menselijke kant van beroepsgroep. Ook zal de leerling ontdekken wat de leuke en minder leuke kanten van het beroep zijn. Leerlingen worden geconfronteerd met beroepsdilemma's van de dagelijkse praktijk. Bijzonder leerzaam, vooral ook als deze later in de schoolsituatie bespreekbaar worden gemaakt: hoe ging de beroepsbeoefenaar met dit dilemma om en hoe zou jij zelf gereageerd hebben? Leerlingen krijgen zo een duidelijker zicht op het toekomstige beroep. De gesprekken over de beroepsdilemma's kunnen de leerlingen met behulp van drie onderdelen structuur geven: Welke beroepsdilemma's komt de beroepsbeoefenaar in de uitoefening van zijn beroep zoal tegen? Welke keuzes moeten tijdens het werk gemaakt worden? Vervolgens stellen de leerlingen zichzelf de vraag: Welke keuzes zou ik bij deze dilemma's gemaakt hebben? Uiteindelijk worden de gemaakte keuzes bespreekbaar gemaakt met de beroepsbeoefenaar of in een klassengesprek. Deze ervaringen geven de leerlingen inzicht in de eigen mogelijkheden en wensen. Het is goed leerlingen ervaringen op te laten doen in verschillende beroepssituaties, zodat hun horizon wordt verbreed en zij uiteindelijk een meer gefundeerde keuze kunnen maken. 5.1 Informatiegerichte leeromgeving De meest voorkomende onderwijsvormen voor 'loopbaanoriëntatie en -begeleiding' zijn klassikaal, aanbodgericht en binnenschools en de lessen zijn gericht op informatieoverdracht. Daarbij wordt in veel gevallen gebruik gemaakt van een loopbaanmethode, beroepskeuzetests en individuele gesprekken. Het effect van al deze inspanningen is zeer beperkt. 17

Leerlingen laten zich bij hun beroepskeuze vooral leiden door hun ervaringen. In eerste instantie maken zij daarvoor gebruik van eigen ervaringen en - als die er niet of in onvoldoende mate zijn - van de ervaringen van vooral de ouders. De keuzes van leerlingen zijn veel meer ingegeven door situatiegebonden ervaringen en zijn veelal situatiegestuurd. Leerlingen willen begrijpen waarvoor zij kiezen. Voor een goed begrip hebben zij praktische ervaringen nodig die duidelijkheid bieden over de consequenties van hun beroepskeuze. Om dat mogelijk te maken hebben leerlingen behoefte aan een loopbaangerichte leeromgeving. 5.2 Loopbaangerichte leeromgeving Voor het maken van een goede keuze voor een vervolgopleiding is het van belang dat de leerlingen loopbaancompetenties en een beroepsidentiteit kunnen ontwikkelen. Loopbaancompetenties zijn vaardigheden van leerlingen om over de eigen motieven en kwaliteiten na te denken, om via het verkennen van mogelijkheden en het daadwerkelijk sturen van de eigen leerprocessen aan de loopbaan vorm te geven en om te netwerken. Bij arbeidsidentiteit gaat het erom dat leerlingen zich identificeren met een arbeidsveld en daarbinnen met een specifieke arbeidsrol; hier gaat het om de zekerheid die leerlingen hebben over zichzelf, de opleiding, de toekomst en het zelfvertrouwen dat zij hieraan ontlenen. De ontwikkeling van loopbaancompetenties en een beroepsidentiteit komen het best tot hun recht in een loopbaangerichte leeromgeving met de kenmerken: 1. de leerlingen komen veelvuldig in contact met de 'echte' beroepspraktijk; 2. het maatschappelijke belang of nut wordt zichtbaar gemaakt; 3. de leerlingen worden in staat gesteld te communiceren over zowel de maatschappelijke betekenis van bepaalde beroepsactiviteiten als over de persoonlijke zin ervan; 4. de leerlingen worden goed gecoached en krijgen gelijkertijd een eigen verantwoordelijkheid wat betreft het maken van keuzes; 5. de leerlingen kunnen spreken met ervaren beroepsbeoefenaars die als mogelijk groepsmodel kunnen functioneren. 5.3 Leerlingen en ervaren beroepsbeoefenaars De oriëntaties van de leerlingen op verschillende beroepen zijn vooral kennismakingen met sociaal-culturele praktijken van een beroepsgroep. Door met de professionele vakman mee te lopen en met hen in gesprek te raken komen de leerling in aanraking met de technische en sociale, menselijke kanten van het beroep. In elk beroep doen zich dilemma's voor waarbij de vakman met situaties te maken krijgt waarin het werk niet kan zoals het moet en dan maar moet zoals het kan. Voorbeelden beroepsdilemma's Eenvoudige beroepsdilemma's Waarom moet ik een planning maken, dat kost alleen maar tijd? Waarom moet ik speciaal gereedschap reserveren, het ligt altijd in het magazijn te roesten? Wat doet een magazijnmeester, ik kan het ook wel zelf pakken? Wat doet een logistiek medewerker, ik weet toch waar die klant woont? Waarom moet ik meerwerkbonnen schrijven? Wat heb ik met de wensen van de klant te maken? Om met die dilemma's kennis te maken is het van groot belang dat leerlingen kennismaken met typerende situaties van het beroep. Het vmbo is daar, als voorbereidend beroepsonderwijs, bij uitstek de juiste onderwijssoort voor: het aanbieden van typerende, veelvoorkomende situaties uit de beroepspraktijk. Leerlingen krijgen een duidelijker zicht op de kern van het vak en meer begrip voor de liefde van de vakman voor zijn vak, door de beroepsdilemma's met de vakman te bespreken. De gesprekken over de beroepsdilemma's kunnen de leerlingen met behulp van drie vragen structuur geven: 18

Welke beroepsdilemma's komt de beroepsbeoefenaar in de uitoefening van zijn beroep zoal tegen? Welke keuzes moeten tijdens het werk gemaakt worden? Vervolgens stellen de leerlingen zichzelf de vraag: Welke keuzes zou ik bij deze dilemma's gemaakt hebben? Voor de laatste vraag gaan de leerlingen terug naar de beroepsbeoefenaar: Welke keuzes heeft u als beroepsbeoefenaar gemaakt? Daarna bespreken de leerlingen de gemaakte keuzes. Voorbeelden beroepsdilemma's Complexe beroepsdilemma's Een klant heeft de winkelopening morgen gepland. Het is nu 16.00 uur en er moet nog worden afgemonteerd...wat nu te doen? Er is een elektrische storing in de melkmachine, net voordat de koeien gemolken moeten worden. Wat nu te doen? Het is zomer, 35 graden en de airco van de bakkerij valt uit. Wat nu te doen? De elektrische pomp van de rioolzuivering is al twee dagen defect. Het stinkt gigantisch. Wat nu te doen? 19

6. Mogelijke vakkenintegratie 6.1 Inleiding In de notitie 'VMBO: het betere werk' spreekt de minister zich uit voor het meer in lijn brengen van de examenprogramma's met het competentiegericht leren. Hoewel het competentiegericht leren vele gezichten kent, zijn twee kenmerken als karakteristiek aan te merken. De inhoud van het onderwijsaanbod is ontleend aan situaties die de leerlingen ook in de beroepspraktijk en in de samenleving tegenkomen en het onderwijs is georganiseerd in samenhangende gehelen, bijvoorbeeld in de vorm van taken of opdrachten. De integratie van vakken kan gezien worden als een stap op weg naar competentiegericht leren. De leerlingen krijgen de vakinhouden niet langer als afzonderlijke bouwstenen aangeboden maar als gehelen. De afzonderlijke inhouden van de vakken worden in samenhang geordend en in samenhang aangeboden. Het leggen van verbanden tussen de inhouden uit de verschillende vakken is niet iets dat aan de leerling overgelaten wordt, maar is iets dat de afdeling van meet af aan in het onderwijsaanbod tot uitdrukking laat komen. 6.2 Dezelfde taal spreken Leerlingen in de sector Techniek volgen een vaststaand examenpakket. Dit bestaat uit de vakken: Nederlands Engels Wiskunde Nask 1 beroepsgericht programma Daarnaast moeten de leerlingen, net als alle vmbo-leerlingen, de vakken Maatschappijleer 1, Lichamelijke Opvoeding en CKV volgen. Omdat de verschillende type vakken (avo en beroepsgericht) vaak in verschillende delen van het schoolgebouw gegeven worden ervaren leerlingen geen samenhang tussen deze vakken. Deze ervaring kan nog versterkt worden wanneer leerlingen de algemene vakken volgen in een anders samengestelde groep dan de beroepsgerichte vakken. Als leerlingen bijvoorbeeld voor Nederlands een brief moeten schrijven wordt maar zelden een onderwerp gekozen uit de sector Techniek als onderwerp voor die brief. Een van de eindtermen van het vak Engels luidt: De kandidaat kan de Moderne vreemde taal (Engels in dit geval) taal functioneel gebruiken teksten begrijpend lezen en beluisteren eenvoudige schriftelijke teksten produceren in gesprekken passende verbale en non-verbale middelen kiezen zich in uiteenlopende taalsituaties gepast presenteren In deze eindterm wordt gesproken over 'teksten'. Nergens staat voorgeschreven waar deze teksten over moeten gaan. Het staat een docent dus vrij te kiezen voor een onderwerp dat past in de sector Techniek en dit onderwerp af te stemmen met de andere vakken. Vakkenintegratie kan op heel veel verschillende manieren vorm gegeven worden. Integratie is het laatste punt op een schaal van inventariseren, afstemmen, samen werken en integreren. Een vierslag dat tot doel heeft samenhang tussen vakken in kaart te brengen en daar waar mogelijk te bevorderen. Door middel van inventariseren, afstemmen, samen werken en integreren wordt de samenhang tussen vakken vergroot. 21

De vierslag moet voorgesteld worden als een glijdende schaal van steeds intensiever wordende samenhang en samenwerking. Inventariseren Is het zoeken van overeenstemming tussen de vakken, zodat men weet waar overlap zit en docenten leerlingen naar elkaars vakken kan verwijzen. In de les wordt met de overlap niet meer gedaan dan alleen de verwijzing. Bijvoorbeeld: er bestaat een overlap tussen Wiskunde en het beroepsgericht programma Instalektro en de basisvaardigheden uit exameneenheid K2. Afstemmen Gaat een stap verder dan inventariseren. Bij afstemmen constateren docenten dat er overlap is tussen twee vakken en maken zij afspraken over de wijze waarop een onderwerp wordt aangeboden. Van belang bij het afstemmen is dat vakdocenten van alle vakken dezelfde taal spreken. Dat lijkt logisch maar is dat in de praktijk vaak niet! Een sprekend voorbeeld hierbij is dat leerlingen vaak op meerdere manieren leren om procenten uit te rekenen. In elke andere situatie klinkt dan: "vergeet wat je daar geleerd hebt, wij doen dat hier anders..." Verschillende strategieën leiden tot misverstanden, ruis en bij leerlingen niet zelden tot wanhoop. Door met elkaar af te spreken welke strategie en welke taal gekozen wordt voor het gebruik in alle lessen zal de integratie van vakken voor zowel docenten als leerlingen makkelijker en natuurlijker verlopen. Deze strategieën kunnen eventueel met steunkaarten in de vaklokalen worden opgehangen zodat de leerlingen de strategie als heel natuurlijk zien en kunnen toepassen in de verschillende lessen. Samenwerken Bij samenwerken geven vakken samen vorm aan een deel van het onderwijs. Wel blijft elk vak verantwoordelijk voor het eigen deel. Bij samenwerken worden niet alleen afspraken gemaakt over de wijze waarop een onderwerp wordt aangeboden, de gebruikte strategieën of bijvoorbeeld het vakjargon dat wordt gehanteerd, maar ook over het moment waarop een onderwerp aan de orde komt. Bijvoorbeeld: wiskunde en techniek zijn beide tegelijk bezig met procenten en het omrekenen van eenheden. Integreren: Integreren is de meest vergaande vorm van samengaan. Hierbij worden delen van de verschillende vakken en programma s in één opdracht opgenomen. In de beoordeling tellen de uitkomsten van deelopdrachten bij de verschillende vakken mee. Dit is een tendens die in steeds meer scholen in meerdere of mindere mate wordt ingevoerd. Integratie heeft consequenties voor wat betreft het rooster van leerlingen en docenten, de inzet van lokalen en dergelijke. Integratie levert leerlingen voordeel op, omdat er samenhang wordt gebracht tussen vakken. De leerling hoeft deze samenhang niet meer zelf te ontdekken. In sommige gevallen kan het wenselijk zijn dat delen van een vak die voorkomen in het centraal examen in een apart (instructie)lokaal door de vakdocent gegeven worden. Door te werken met kernteams kunnen vakken beter op elkaar kunnen worden afgestemd en kan er slagvaardig gewerkt worden. In zijn meest vergaande vorm is een kernteam geheel verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van een sector of afdeling en is een dergelijk team gesitueerd in een deel van het gebouw, bijvoorbeeld een afzonderlijke vleugel waar zowel de beroepsgerichte als de AVO-vakken worden gegeven. Afstemming tussen vakken in de sector Techniek Geïnventariseerd is waar overeenstemming is tussen de vakken binnen de sector Techniek. Onderstaand schema geeft daarvan een overzicht. 22

Algemeen vak Techniek Nederlands De elementaire schrijf-, luister- en spreekvaardigheden worden toegepast in vrijwel alle exameneenheden van het beroepsgericht programma Instalektro. Daarnaast kan Nederlands ondersteunen bij het aanleren van vaktaal, het maken van een verslag, presentatie, gebruiksaanwijzing, e.d. Ten aanzien van sociale en communicatieve vaardigheden is vergaande samenwerking tussen Nederlands en het beroepsgericht programma mogelijk. Engels In het beroepsgericht examenprogramma Instalektro is geen expliciete verwijzing naar het vak Engels te vinden, maar kunnen compenserende strategieën aangeleerd worden wanneer de eigen taal te kort schiet. Te denken valt aan: uitsluitend Engels spreken in een Engelse week een project uitvoeren met een Engelse klant een gebruiksaanwijzing schrijven of vertalen gebruik maken van Engelstalige software (AutoCad, Word, enz.) Wiskunde Binnen de sector techniek ligt een relatie met wiskunde: Getallen / hoeveelheden: Rekenen, meten en schatten, Ruimte en vorm: Visuele weergeven van ruimten, navigeren, oriënteren, objecten maken en gebruiken Informatie, kansen: (Cijfermatige) informatie interpreteren, verzamelen, ordenen (visueel) weergeven en gebruiken Verbanden, veranderingen: Relaties tussen (veranderende) verschijnselen en de veranderingen zelf weergeven, interpreteren en gebruiken Nask 1 Binnen de sector techniek ligt een relatie met Nask 1: stoffen en materialen elektrische energie verbranden en verwarmen licht, beeld en geluid kracht en veiligheid Maatschappijleer 1 Diverse relaties zijn er te leggen tussen enerzijds de techniek gezien vanuit de industrie, de dienstverlening en de gebruiker en anderzijds vanuit maatschappijleer 1: cultuur en socialisatie sociale verschillen macht en zeggenschap beeldvorming en stereotypering CKV 1 In de beroepsgerichte examenprogramma s van de sector techniek kan bij integratie gedacht worden aan ontwerpen en aanpassen. Lichamelijke opvoeding De samenhang tussen het verplichte vak Lichamelijke opvoeding en de beroepsgericht programma s in de sector Techniek is vooral zichtbaar in eindtermen van LO/K/3. Leerlingen leren, voor zichzelf en anderen, veilig te bewegen, te overleggen en samen te werken. Ook specifieke vaardigheden als tillen, boven het hoofd werken, situaties waarbij een beroep wordt gedaan op evenwicht en ergonomie behoeven aandacht bij Lichamelijke opvoeding. 23

Voorbeeld van vakkenintegratie: Maken van een CEE verlengsnoer voor een klant In dit voorbeeld project wordt een CEE-verlengsnoer voor een klant gemaakt. Daarvoor moet hij eerst weten voor welke spanning en stroom dit snoer gebruikt gaat worden. Ook moet hij afspraken maken met de klant over: de lengte en dikte van het verlengsnoer; het soort leiding; de prijs; de opleverdatum. In dit project worden verschillende beroepsgerichte en AVO-vakken met elkaar geïntegreerd. Hieronder wordt aangegeven welke vakken aan welke disciplines kunnen bijdragen: Instalektro: CEE materiaal herkennen en monteren Verplaatsbare leidingen kiezen en aansnijden Een tijdsplanning maken Wiskunde: Een prijscalculatie maken Op basaal niveau berekeningen maken BTW berekenen NASK 1: De relatie tussen vermogen, spanning en stroom De soortelijke weerstand Het spanningsverlies in leidingen Nederlands: Taalgebruik, vragen stellen, communiceren, luisteren, enz. Een aanbiedingsbrief maken Engels: Het betreft een Engelse klant, de aanbiedingsbrief moet vertaald worden. De communicatie gaat in het Engels. 24

Bijlage 1 Geglobaliseerd examenprogramma IE/K/1 Oriëntatie op instalektro BB KB GL 1. De kandidaat heeft inzicht in: het werkterrein van de instalektro in de instituten en bedrijven in de installatietechnische en elektrotechnische branche de technologische ontwikkelingen in de installatietechniek en de elektrotechniek in de eigen mogelijkheden van opleiding en werken in de installatietechnische en elektrotechnische branche. IE/K/2 Professionele vaardigheden CE CE 2. De kandidaat kan op systematische wijze werkzaamheden uitvoeren. 3. De kandidaat kan de Nederlandse taal functioneel gebruiken. 4. De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau berekeningen maken. 5. De kandidaat kan met gebruikmaking van een computer eenvoudige administratieve werkzaamheden uitvoeren. 6. De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering tekeninglezen. 7. De kandidaat kan de werkzaamheden op een veilige wijze uitvoeren. 8. De kandidaat kan zijn werkzaamheden uitvoeren volgens regels die voortvloeien uit een integrale milieu- en kwaliteitszorg. 9. De kandidaat kan zich aan- en inpassen in de bedrijfscultuur. 10. De kandidaat kan samenwerken bij het uitvoeren van werkzaamheden. 11. De kandidaat kan een kritische instelling tot eigen belang manifesteren. 12. De kandidaat kan omgaan met verschillen op basis van culturele gebondenheid en geslacht. 25

IE/K/3 Technische informatica BB KB GL 13. De kandidaat kan: met behulp van CAD-apparatuur een elementair technisch ontwerp maken een robotarm programmeren. 14. De kandidaat kan in een practicum: metingen uitvoeren met een geautomatiseerd meetsysteem schakelingen met de 'en' en 'of' functie realiseren en toepassen een elementair open regelsysteem realiseren en toepassen. 15. De kandidaat kan: basishandelingen bij de bedrijfsmatige telefonie uitvoeren met gebruikmaking van netwerkdiensten bronnen raadplegen multimediaproducten gebruiken/toepassen met een tekstverwerkingsprogramma een document produceren. IE/K/4 Inleiding op de infrastructuur 16. De kandidaat kan: de plaats van bestaande kabels en leidingen bepalen de infrastructuur voor telefoon en cai beschrijven de infrastructuur voor het transport van aardgas beschrijven de infrastructuur voor het transport van water beschrijven de infrastructuur voor het transport van afvalwater beschrijven de infrastructuur voor het transport van elektrische energie beschrijven technieken voor het leggen van kabels en leidingen beschrijven. IE/K/5 Inleiding op het leidingnet in de woning 17. De kandidaat kan voor een huisinstallatie, op een montagebord: schakelaars, wandcontactdozen en een basislichtschakeling monteren en aansluiten volgens gangbare installatiesystemen tekeningen en schema s lezen en interpreteren fouten zoeken en verhelpen. IE/K/6 Inleiding op het afmonteren in de woning 18. De kandidaat kan voor een huisinstallatie, op een montagebord verlichtingstoestellen/-armaturen afmonteren. 19. De kandidaat kan in een proefopstelling: elektrische huishoudelijke verbruikstoestellen aansluiten een installatie met huishoudelijke toestellen in bedrijf stellen elektrische grootheden meten. 26

BB KB GL IE/K/7 Inleiding op het leidingnet in de utiliteitsbouw CE CE 20. De kandidaat kan voor een utiliteitsinstallatie, op een montagebord kabel, schakelaars, wandcontactdozen en lichtschakelingen monteren en aansluiten volgens gangbare installatiesystemen: fouten zoeken en verhelpen de werking van een relaisgestuurde lichtschakeling noemen magnetische eigenschappen noemen. IE/K/8 Inleiding op elektrische toestellen en machines in de utiliteitsbouw CE CE 21. De kandidaat kan voor een utiliteitsinstallatie, op een montagebord elektrische werktuigen, verbruikstoestellen, waterdichte armaturen en aardingsvoorzieningen aansluiten. 22. De kandidaat kan voor een utiliteitsinstallatie, in een proefopstelling: elektrische grootheden meten toestellen in bedrijf stellen. IE/K/9 Inleiding op monteren en bekabelen 23. De kandidaat kan: eenvoudige werktuigbouwkundige bewerkingen uitvoeren componenten in een paneel bevestigen en aansluiten met behulp van blokschema s de werking van een speciaalinstallatie beschrijven. IE/K/10 Basisbewerking: buisbewerking 24. De kandidaat kan koperen, stalen (dik- en dunwandig) en kunststofbuis be- en verwerken. IE/K/11 Hardsolderen 25. De kandidaat kan: hardsoldeerverbindingen maken veiligheidsaspecten toepassen. IE/K/12 Watertechniek 26. De kandidaat kan: waterleidingen van koper, inclusief de appendages en kranen verbinden en aanleggen leidingsystemen beproeven op dichtheid bescherming aanbrengen tegen aantasting de aanleg van waterinstallaties in een woning beschrijven montage van doorvoeringen en appendages beschrijven voorschriften bij de aanleg en het onderhoud van leidingen noemen de functie van toestellen binnen de watertechniek beschrijven. 27

BB KB GL IE/K/13 Sanitairtechniek CE CE 27. De kandidaat kan: sanitaire kunststof leidingen verbinden en aanleggen kernbegrippen beschrijven voorschriften en richtlijnen bij de aanleg van sanitaire toestellen in de woning noemen de aanleg van sanitaire installaties in de woning beschrijven. IE/K/14 Verwarmingstechniek CE CE 28. De kandidaat kan: aansluitleidingen van dunwandige stalen en kunststof buis inclusief appendages aanleggen een cv-installatie vullen, bijvullen, ontluchten en aftappen de aanleg van een cv-installatie in een woning beschrijven de voorschriften en montage-eisen bij het aanleggen van een cv-installatie in een woning noemen. IE/K/15 Elektronica 29. De kandidaat kan in een practicum een eenvoudige schakeling opbouwen met: weerstanden spoel condensator enkelvoudige componenten samengestelde componenten. 30. De kandidaat kan bijzondere weerstanden beschrijven. 31. De kandidaat heeft inzicht in de toepassingen van elektronica. IE/K/16 Automatiseren CE 32. De kandidaat kan in een practicum: metingen uitvoeren meetgegevens verzamelen de grondbeginselen van het meten noemen de opbouw en werking van meetsystemen beschrijven. 33. De kandidaat kan in een practicum een eenvoudige schakeling opbouwen met: relais pneumatische componenten digitale bouwstenen. 34. De kandidaat kan in een practicum een eenvoudig regelsysteem opbouwen: bestaande uit sensoren, actuatoren en regeleenheden als open regelsysteem als gesloten regelsysteem voor volgordeschakeling als gesloten regelsysteem voor aan/uit-regeling. 35. De kandidaat heeft inzicht in de maatschappelijke effecten van productietechnologie. 28

IE/K/17 Telematica BB KB GL 36. De kandidaat kan: basishandelingen bij de bedrijfsmatige telefonie uitvoeren basishandelingen met veel toegepaste besturingssystemen uitvoeren multimediaproducten gebruiken/toepassen met een tekstverwerkingsprogramma een eenvoudig document produceren netwerkdiensten gebruiken/toepassen een eenvoudig systeem voor telemetrie noemen. IE/K/18 CAD CE 37. De kandidaat kan met behulp van CAD- en calculatie software: een eenvoudige elektrotechnische installatie voor een woning ontwerpen een werkvoorbereiding maken. IE/K/19 Installaties in de woning 38. De kandidaat kan met behulp van CAD software een eenvoudige elektrotechnische en installatietechnische tekening voor een woning ontwerpen en realiseren. IE/V/1 Integratieve opdracht CE 39. De kandidaat kan in een gesimuleerde beroepsuitvoerende situatie: criteria bepalen voor de keuze van (onderzoeks)materialen voor het maken van een werkstuk/product c.q. het doen van een onderzoek criteria vaststellen voor de kwaliteit van het werkstuk/product, c.q. het onderzoek informatie verzamelen een werkwijze vaststellen voor het maken van het werkstuk/product c.q. doen van het onderzoek het werkstuk/product maken, c.q. het onderzoek doen het werkstuk/product, c.q. het onderzoek toetsen en evalueren aan de hand van zelf en/of door anderen geformuleerde criteria het werkstuk/product, c.q. het onderzoek indien gewenst bijstellen/verbeteren de voorbereiding, de uitvoeringen en/of de resultaten en de evaluatie van het werkstuk/product, c.q. het onderzoek schriftelijk of audiovisueel vastleggen dan wel anderszins presenteren voor een publiek overeenkomstig van te voren gegeven criteria. 29

BB KB GL MEI/K/2 Professionele vaardigheden CE I. De kandidaat kan op systematische wijze werkzaamheden uitvoeren. II. De kandidaat kan de Nederlandse taal functioneel gebruiken. III. IV. De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau berekeningen maken. De kandidaat kan met gebruikmaking van een computer eenvoudige administratieve werkzaamheden uitvoeren. V. De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering tekeninglezen. VI. De kandidaat kan de werkzaamheden op een veilige wijze uitvoeren. VII. De kandidaat kan zijn werkzaamheden uitvoeren volgens regels die voortvloeien uit een integrale milieu- en kwaliteitszorg. VIII. De kandidaat kan zich aan- en inpassen in de bedrijfscultuur. I. De kandidaat kan samenwerken bij het uitvoeren van werkzaamheden.. De kandidaat kan een kritische instelling tot eigen belang manifesteren. I. De kandidaat kan omgaan met verschillen op basis van culturele gebondenheid en geslacht. MEI/K/20 Inleiding op monteren en bekabelen CE II. De kandidaat kan: eenvoudige werktuigbouwkundige bewerkingen uitvoeren componenten in een paneel bevestigen en aansluiten met behulp van blokschema s de werking van een speciaalinstallatie beschrijven. MEI/K/21 Automatiseren CE III. IV. V. VI. De kandidaat kan in een practicum: metingen uitvoeren meetgegevens verzamelen de grondbeginselen van het meten noemen de opbouw en werking van meetsystemen beschrijven. De kandidaat kan in een practicum een eenvoudige schakeling opbouwen met: relais pneumatische componenten digitale bouwstenen. De kandidaat kan in een practicum een eenvoudig regelsysteem opbouwen: bestaande uit sensoren, actuatoren en regeleenheden als open regelsysteem als gesloten regelsysteem voor volgordeschakeling als gesloten regelsysteem voor aan/uit-regeling. De kandidaat heeft inzicht in de maatschappelijke effecten van productietechnologie 30

BB KB GL MEI/K/22 CAD CE VII. De kandidaat kan met behulp van CAD- en calculatie software: een eenvoudige elektrotechnische installatie voor een woning ontwerpen een werkvoorbereiding maken. 31